DE SOFTWARE
BEDIENINGSPANEEL
MAKEN VAN KOPIEEN
FUNCTIES DIE DOOR DE GEBRUIKER
KUNNEN WORDEN INGESTELD
GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
MET UW COMPUTER
DOOR DE GEBRUIKER UIT
TE VOEREN ONDERHOUD
STORINGZOEKEN
20
25
38
41
53
59
61
68
4
6
AANHANGSEL
72
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by
93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung
93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la
directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida
pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de
la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av
93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i derektivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä
93/68/EEC.
Het CE-kenteken etiket is op een apparaat bevestigd voor het geval dat de bovenstaand
beschreven richtlijn op het produkt van toepassing is. (Deze zin is niet van toepassing in
landen waar de bovenstaande richtlijnen niet vereist worden.)
Voorzorgsmaatregelen
Neem bij gebruik van dit apparaat onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
! De omgev ing waarin het app araat wordt g eplaats t is v an i nvloed o p het functi oneren
er van.Installeer het apparaat niet op de volgende plaatsen.
−Stoffige plaatsen
Als stof binnendringt in de interne onderdelen van het apparaat, kan dit tot
beschadiging of verslechtering van de afdrukkwaliteit leiden.
−Plaatsen in direct zonlicht
Langdurige blootstelling aan direct zonlicht kan vervorming van bepaalde
onderdelen veroorzaken, hetgeen kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit.
−Gebruik op bu itenge woon war me, ko ude, vo chtig e of droge pla atsen ( bij voor beeld
in de nabijheid van verwarmingstoestellen, luchtbevochtigers of airconditioners)
kan tot gevolg hebben d at het papier v ochtig wordt o f dat er zich cond ensvormi ng
in het interne mechanisme voordoet, hetgeen papierstoringen of verontreinigde
afdrukken kan veroorzaken.
! Gebruiksomstandigheden
Temperatuur:10-35 graden Celsius (50-95 graden Fahrenheit)
Relatieve vochtigheid: 20%-85%
Opmerking: Wanneer de temperatuur 30 graden Celsius (86 graden Fahrenheit)
bereikt, dient de relatieve vochtigheid 60% of minder te zijn.
! Het stopc ontact dient zich dichtbij de apparat uur te bevinden en dient gemakkelij k
toegankelijk te zijn.
! Bij het verplaatsen van het apparaat, eerst de aan/uit schakelaar uitzetten en
vervolgens het netsnoer uit het stopcontact verwijderen.
! Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond.
! Gebruik originele SHARP inkttanks.
! Wanneer er inkt op uw huid terechtkomt, deze zo spoedig mogelijk met water
afwassen.
! Bewaar de reserve inkttanks op een plaats buiten het bereik van uw kinderen.
! Voor het opruimen van de gebruikte inkttank, deze in een plastic zak verpakken.
Dit apparaat is een meerkleuren multifunctioneel randapparaat dat zowel als
kopieerapparaat, printer en scanner kan worden gebruikt.
HOOFDKENMERKEN
Bijzonderheden van de kopieerfunctie
! Hoge snel hei d ko pie erf un cti e met 12 kop ie ën per mi nuu t (m onoc hroo m) of 7 ko pie ën
per minuut (kleur).
! Een een maal sc annen - m eerdere afdrukken (SOPM) f unctie
productiveit.
!
Diverse functies zoals die voor het maken van poster s en voor het omkeren van gescande
afbeeldingen maken dat u dit apparaat voor diverse doeleinden kunt gebruiken.
Bijzonderheden van de printerfunctie
! Hoge snel heid afdruk funct ie met 12 pagina's per minuut ( monoc hroom) of 7 pag ina's
per minuut (kleur).
! 1200dpi afdrukken met afvlakking pro duceert afbeeldingen van buiten gewoon hoge
kwaliteit (Standaard reso lu tie is 600dpi) .
! Diver se bewerkingsfun cties zoals het toe voegen van watermerken of meervoudi ge
afdrukken op één pagina.
*1
*2
zorgt voor een hoge
*1
Bijzonderheden van de scanfunctie
! Hoge kwaliteit scanning met 600dpi en een uitgebreid bereik van kleurenreproductie.
!
Gemakkelijke bediening door het eenvoudig indrukken van de scantoets op het apparaat.
! Dit apparaat ondersteunt TWAIN, hetgeen het compatibel maakt met diverse
toepassingen die aan de TWAIN norm voldoen.
Algemene bijzonderheden
! Koolz warte inkt geeft een duideli jke ko pi eer /af dr ukkwa li tei t, ve rg elijk ba ar met di e van
een laserkopieerapparaat/printer.
! Het apparaat is uitgerust met afzonderlijke inkttanks en deze kunnen gebruikt worden
totdat ze volledig o pgebruikt zijn, waardoo r de verspilli ng van inkt m inimaal blij ft. De
printkop is eveneens volledig uitneembaar, zodat er bij vernieuwing geen speciaal
gereedschap nodig is.
! Dit apparaat is uitgerust me t een papierlade met een capaciteit v an 150 v el, zo dat de gebruiker
grote kopieer/afdruktaken kan uitvoeren zonder de lade constant te hoeven bijvullen.
! Met de USB interface
Parallel interface is eveneens standaard uitgerust.
! De uitvoerlade bevindt zich binnen in het apparaat, waardoor het apparaat compacter
wordt en minder kantoorruimte nodig heeft.
! Uitgerust met een energiebesparingsfunctie met een gering stroomverbruik.
! Dit apparaat kan gebruikt worden met Windows 95 en Windows 98.
*1
Bij het gebruik van SHARP origineel gegevens met A4/8.5"x11" papier in de
snelste modus (kopieerapparaat) of schetsmodus (printer).
*2
Door het vastleggen van de gescande gegevens in het geheugen, kan dit
apparaat meerdere kopieën maken door slechts eenmaal te scannen.
*3
USB kan uitsluitend worden gebruikt bij computers voorzien van een USB
interface en waarbij Windows 98 is voorgeïnstalleerd.
*4
Randapparatuur kan worden losgekoppeld terwijl de computer en overige
randapparatuur op een stroomvoorziening zijn aangesloten.
*3
is het mogelijk eenvoudige Hotplug*4 aansluitingen te maken.
4
GEBRUIK VAN DE HANDLEIDINGEN
Naast deze gedrukte handleiding is er eveneens een On-line Handleiding beschikbaar.
Om volledig gebrui k te kunne n maken va n alle bijzon derheden en functies van dit produ ct,
wordt het aanbevolen u vertrouwd te maken met beide handleidingen. Deze gedrukte
handleiding geef t alle instructies voor installatie en het geb ruiksklaar maken, alsm ede de
instructies voor het gebruik van alle kopieerfuncties.
De On-line Handleiding bevat de volgende informatie.
On-line Handle iding
Geeft u informatie over de met hode van het bepalen va n voorkeuren en he t oplossen van
problemen. Controleer de On-line Handleiding wanneer u dit apparaat in gebruik gaat
nemen nadat u alle stappen voor het gebruiksklaar maken heeft voltooid.
Gebruik van de On-line Handleiding
Verklaart het gebruik van de On-line Handleiding.
Afdrukken
Geeft informatie over het afdrukken van een document.
Scannen
Verklaart het scannen met behulp van een TWAIN stuurprogramma.
Hulpprogramma software
Geeft informatie over de meegeleverde hulpprogramma software Copy JX2 en Toetsmanager.
Onderhoud
Geeft informatie o ver het verwissele n en uitlijnen v an de verbruikson derdelen van he t
apparaat. Instructies voor het onderhoud van het apparaat worden eveneens gegeven.
Storingzoeken
Geeft instructies over het oplossen van problemen met de machine.
Symbolen die gebruikt worden in deze handleiding en in de
On-line Handle iding
In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt om de gebruiker van
informatie te voorzien die betrekking heeft op het gebruik van het apparaat.
Waarschuwt de gebruiker dat de kans bestaat dat de gebruiker letsel oploopt
als de inhoud van de waarschuwing niet juist in acht wordt genomen.
Maakt de gebruiker er op atte nt dat beschadiging van de machine of
een van de onderdelen kan ontstaan als de inhoud van de
voorzorgsmaatregel niet juist in acht wordt genomen.
Opmerkingen geven informatie die betrekking heeft op de machine,
betreffende specificaties, functies, prestatie, bediening en dergelijke,
welke van belang kan zijn voor de gebruiker.
Handelsmerk erkenningen
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en overige landen.
IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Alle overige handelsmerken en auteursrechten zijn het eigendom van hun respektievelijke eigenaars.
Auteursrecht (c) 1997-1998 Parallel Technologies, Inc.
PTI en PPIT zijn handelsmerken van Parallel Technologies, Inc.
PC meerkanaals MFP hoge prestatie stuurprogramma's van Parallel Technologies, Inc.
"De Parallelle Poort Experts"
WWW.LPT.COM
5
GEBRUIKSKLAAR MAKEN VAN HET APPARAAT
CONTROLEREN VAN DE INHOUD
De volgende onderdelen worden tezamen met het apparaat in de doos meegeleverd.
Als een van de volgen de onderdelen niet aanwezig zijn , contact opnemen met de plaats
van aankoop of met uw dichtstbijzijnde SHARP Service centrum.
! Interfacekabels voor aansluiting van het apparaat op uw computer zijn niet bij dit
apparaat meegeleverd. Verkrijg de juiste kabel voor uw computer.
! De printk oppen en de inkttanks niet uitpakken tot het ogenbli k dat u ze in het
apparaat gaat installeren.
! De doos en he t verpakkingsmat eriaal kunnen bij tra nsport van dienst zi jn. Gooi
deze niet weg.
6
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
In de volgende illustr aties worden de namen en de p laatsen van de hoofdond erdelen van
het apparaat getoond.
Voorzijde
Papierknop
Bij het kopiëren op dik papier, de
Origineeldeksel
Open dit deksel voor het
plaatsen van een te
kopiëren origineel.
Displaypaneel
Toont de status van het
apparaat, de
instellingsopties en het
aantal kopieën.
FOUT lampje
Licht op zodra zich een
fout voordoet.
AAN/UIT toets
Indrukken voor het
inschakelen of uitschakelen
van het apparaat.
Voordeksel
Open dit deksel voor het
verwisselen van de
inkttanks of de printkoppen.
Ontgrendeld
knop op de stand instellen.
(Zet de knop na het kopiëren in
de oorspronkelijke stand terug.)
Bedieningspaneel
Gebruik dit paneel voor
het bepalen van uw
voorkeurinstellingen voor
kopiëren en het instellen
van het apparaat.
Uitvoerlade
Het document wordt na het
kopiëren naar de lade
verzonden. Trek het
verlengstuk van de
uitvoerlade uit wanneer u
kopieerpapier gebruikt dat
langer is dan de uitvoerlade.
Papierlade
Kan in totaal 150 vellen
bevatten. Afstelbaar op
diverse papierformaten.
Laad het papier met de
zijde die afgedrukt of
gekopieerd gaat worden
naar beneden.
Vergrendeld
Scankopvergrendelschakelaar
Voor het vastzetten van de scankop
bij het verplaatsen van dit apparaat.
Handgrepen
Voordekselvergrendelknop
Draai deze knop rechtsom
voor het openen van het
voordeksel.
Onderhoudsdeksel
Open dit deksel voor het
verwisselen van een
inkttank of een printkop.
7
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Printkoppen en inkttanks
Printkopvergrendelhendel
Gebruik deze voor het
vastzetten/losmaken van de
printkoppen.
Zwarte printkop
Brengt inkt op het
papier.
Zwarte inkttank
Achterzijde
USB interface connector (B type)
Als u een USB kabel* gaat gebruiken
voor het aansluiten van de printer op
uw computer. Het is mogelijk de kabel
in te steken nadat de printer is
ingeschakeld.
Kleurenprintkop
Brengt inkt op het
papier.
Cyaan inkttank
Gele inkttank
Magenta inkttank
Wagen
Handinvoerlade
Gebruik deze lade voor het kopiëren op
papiersoorten die niet geschikt zijn voor
gebruik met de papierlade. Bij het kopiëren
op dik papier, de lade openen tot in stand 2.
(De lade heeft twee stopstanden.)
Stand 1
Parallel interface
connector (36pin)
Als u een parallel interfacekabel (IEEE1284)
gaat gebruiken voor het aansluiten van de
printer op uw computer.
8
Stand 2
Netspanningsingang
Steek het netsnoer in deze
ingang.
Papierstoringdeksel
Open dit deksel voor het verwijderen van het
vastgelopen papier.
UITPAKKEN
Verwijder de tape tot aangegeven in de illustraties.
1
Open het voordeksel en verwijder het beschermend materiaal
2
aangegeven in de illustratie.
Zie stap 4 van "INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN DE INKTTANKS" voor
bijzonderheden betreffende het openen van het voordeksel. (Zie pagina 13)
Verwijder het
beschermend materiaal.
Ontgrendel de scankopvergendelschakelaar.
3
Ontgrendeld
Sluit het voordeksel.
4
Zie stap 13 van "INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN DE INKTTANKS"
voor details betreffende het sluiten van het voordeksel. (Zie pagina 16)
9
BEVESTIGEN VAN DE LADEN
Bevestig de papierlade en de uitvoerlade aan de voorzijde van het apparaat.
Volg onderstaande stappen.
Bevestig de papierlade door beide uiteinden stevig omlaag te
1
drukken.
Zorg ervoor dat de papierlade stevig
aan de behuizing bevestigd is.
Bevestig de papieruitvoerlade zoals aangegeven in de
2
illustratie.
Duw dit uitsteeksel in de
richting van het apparaat.
10
Zie "LADEN VAN PAPIER" voor me er informatie (Zie pagina 20).
AANSLUITEN VAN DE INTERFACEKABEL
Dit apparaat beschikt over zowel USB als parallel interfaceconnectors.
Interfacekabels voor aansluiting van het apparaat op uw computer zijn niet met dit apparaat
meegeleverd. Gebruik de juiste kabel voor uw computer.
De USB interfacekabel en de parallel interfacekabel niet tegelijkertijd op dit
apparaat aansluiten.
Aansluiten van de parallel interfacekabel
Gebruik een IEEE1284 afgeschermde parallel interfacekabel.
1
Controleer of uw computer en het apparaat zijn uitgeschakeld.
2
Steek de kabel in de parallel interfaceconnector aan de achterzijde
3
van het apparaat en maak deze met de klemmen vast.
Steek het andere uiteinde van de kabel in de interface
4
connector van uw computer.
Aansluiten van de USB interfacekabel
USB is beschikbaar met een PC/AT compatibele computer welke origineel met
USB is uitgerust en waarbij Windows 98 is voorgeïnstalleerd.
Gebruik een afgeschermde USB inte rfa ce ka bel.
1
Steek de kabel in de USB interfaceconnector aan de achterzijde
2
van het apparaat.
Steek het andere uiteinde van de kabel in de interface
3
connector van uw computer of in de USB adapter welke op uw
computer is aangesloten.
11
AANSLUITEN VAN HET NETSNOER
Steek het netsnoer in de ingang aan de achterzijde van het
1
apparaat.
Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een
2
stopcontact.
Het apparaat zal automatisch ingeschakeld worden.
Automatische uitschakeling
Het apparaat schak elt de stroomvoorziening a utom atisc h u it wann eer e r na de laatste
bediening 60 minuten zijn verstreken. Druk op de "AAN/UIT" toets () om het
apparaat opnieuw in te schakelen.
Het apparaat niet aansluiten op een stopcontact met een andere spanning dan
100V-240V. Wanneer het apparaat op een onjuiste stroomvoorziening wordt
aangesloten, kan dit onherstelbare beschadiging tot gevolg hebben.
! Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact voor iedereen gemakkelijk
bereikbaar is. Ook wa nneer de "AAN/UIT" toets () is uitgeschakeld, blijft in
het apparaat stroom aanwezig om een goede kopie- of afdrukkwaliteit te
behouden.
! Voor het volledig uitschakelen van de stroomtoevoer, het apparaat eerst
uitschakelen met behulp van de "AAN/UIT" toets (). Verwijder vervolgens het
netsnoer.
Behandeling van foutmeldingen tijdens het eerste
gebruiksklaar maken
Wanneer u het appar aa t v oor d e ee rste ma al na a ank oo p i ns chak elt , is h et m oge li jk da t de
volgende meldingen op het displaypaneel verschijnen.
Kan niet kopiëren,
Geen printkop
Deze foutmelding en zullen automatisc h verdwijne n zodra h et apparaat het proces van het
gebruiksklaar maken voltooid heeft.
Zie "ANNULEREN VAN EEN FOUTMELDING" wannee r er een foutmelding verschijnt (Zie
pagina 69).
Vergrendeling aan;
voor gebruik ontgr.
12
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN DE
INKTTANKS
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de prin tkoppen en de inkttanks dient te
installeren wanneer u deze voor de eerste keer na aankoop van dit apparaat
installeert. Zie "DE INKTTANK" (Zie pagina 61) of de "DE PRINTKOP" (Zie pagina
63) wanneer deze onderdelen vernieuwd moeten worden.
Zorg ervoor dat de vergrendelschakelaar van de scankop
1
ontgrendeld is.
Zie stap 3 van "UITPAKKEN". (Zie pagina 9)
Zorg ervoor dat de stroomvoorziening ingeschakeld is.
2
Zie pagina 38 voor de locatie van de "AAN/UIT" toets ().
Laad papier door het volgen van de stappen aangegeven in
3
"LADEN VAN PAPIER". (Zie pagina 20)
Draai de vergrendelknop van het voordeksel met uw ene hand
4
en til met uw andere hand het voordeksel omhoog terwijl u de
knop in de ontgrendelde positie houdt.
Verrichten niet naar
de wagon manueel
tegen krijgsmacht.
Zorg ervoor bij het installeren van de printkoppen en de inkttanks dat het
voordeksel volledig geopend is. Als u deze onderdelen installeert terwijl het
voordeksel half g eopend is, zoals aangegeven in de illu stratie gemarkeerd door
"X", bestaat de ka ns dat uw hand tussen de behui zing en het v oordeksel van h et
apparaat beklemd raakt.
13
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN DE INKTTANKS
Open het onderhoudsdeksel.
5
Duw de vergrendeling van de printkop omhoog.
6
Til de vergrendelhendel volledig tot aan de aanslag omhoog.
Verwijder de printkoppen uit hun beschermende verpakkingen.
7
Het metalen gedeelte van de printkop niet
rechtstreeks aanraken. Dit kan de printkop
onbruikbaar maken.
Plaats de printkoppen.
8
Steek de zwarte printkop in de linker wagenopening en steek de kleurenprintkop in
de rechter wagenopening.
Zwarte printkopKleurenprintkop
14
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN DE INKTTANKS
Duw de vergrendeling van de printkop omlaag.
9
Duw de vergrendelhendel omlaag totdat deze in de vergrendelstand klikt.
10
Verwijder de inkttanks uit hun beschermende verpakkingen en
verwijder langzaam de tape.
! Houd bij het verwijderen van de tape de tank rechtop. Raak de onafgedekte
opening in de inkttank niet aan, aangezien dan inkt op uw handen terechtkomt.
! Zorg ervoor dat er geen resterende delen tape op de inkttank achterblijven.
11
Draai de inkttanks ondersteboven en steek deze vervolgens
onmiddellijk bij de printkop met het bijbehorende nummer in.
Zorg ervoor dat het nummer van
de inkttank correspondeert met
het nummer van de printkop.
Zorg ervoor dat de inkttank
stevig door de vergrendellip
op zijn plaats bevestigd wordt
door hier te drukken.
Deze plaats niet aanraken.
Als dit verontreinigd raakt,
bestaat de kans dat het apparaat
niet kopieert.
Controleer of het nummer op de printkop overeenkomt met het nummer op de
inkttank.
Bij het insteken de
vergrendellip correct
uitlijnen.
15
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN DE INKTTANKS
12
13
Sluit het onderhoudsdeksel.
Sluit het voordeksel.
Druk met uw handen tegen beide uiteinden van het voordeksel totdat dit
vergrendelt.
14
15
16
Het apparaat zal automatisch een reeks voor het reinigen van de
printkoppen starten en het volgende bericht zal verschijnen.
Bezig printkop te
reinigen
Nadat de reinigingsreeks voltooid is, zal de machine
automatisch printkopuitlijningspatronen afdrukken en het
volgende bericht zal verschijnen.
Bezig met afdrukken
Uitlijningspatronen
Lijn de printkoppen uit aan de hand van de procedure van
"UITLIJNEN VAN DE PRINTKOP". Begin met stap 5 op pagina
18, aangezien de patronen reeds zijn afgedrukt.
Om ervoor te zorge n dat de print koppen niet uitdrogen, de inkttanks altijd op hun
plaats geïnstalleerd laten. Anders zal dit afdrukken van slechte kwaliteit
veroorzaken.
Als u tijdens het vernieuwen van een inkttank het voordeksel langer dan 8 minuten
open laat staan, zal de wagen automatisch naar zijn uitgangspositie terugkeren.
...
...
16
UITLIJNEN VAN DE PRINTKOP
De printkoppen dienen uitge lijnd te wor den nad at deze i n het appa raat geïnstal lee rd z i jn o f
als de lijnen ongelijk ma tig wor de n afg edruk t. ( Zie de i ll ustr ati e op pag ina 19.) V olg v oor he t
uitlijnen van de printkoppen onderstaande stappen.
Steek papier in het apparaat.
1
Zie "LADEN VAN PAPIER" voor meer informatie (Zie pagina 20).
Druk op de "MENU" () toets en druk vervolgens bij herhaling
2
op de of "PIJL" toetsen totdat "Onderhoud" op de
bovenste regel van het displaypaneel wordt getoond.
3.Onderhoud
1.Krop rein 1
Druk bij herhaling op de of "PIJL" toetsen totdat "Printkop
3
uitlijn" op de tweede regel van het displaypaneel verschijnt.
3.Onderhoud
6.Printkop uitlijn
Druk op de "INDOEN" toets ().
4
In het displaypanee l zal onder staand beri cht versc hijnen en de uitlijnings patronen
zullen automatisch worden afgedrukt.
Bezig met afdrukken
Uitlijningspatronen
...
17
UITLIJNEN VAN DE PRINTKOP
Nadat het afdrukken van de uitlijningspatronen is voltooid, zullen
5
de volgende berichten verschijnen.
In patroon A zijn ze ventien ge nummerde blok ken met een v ertikale lij n aan beide
vertikale zijden () afgedru kt. Bepaal welk blok van de zev entien genummerde
blokken het meest in het midden tussen de vertikale lijnen gecentreerd is en
noteer het bijbehorende nummer.
Typ het nummer in door bij herha ling de of "PIJL" toetsen in te drukken
totdat het geselecteerde nummer op de onderste regel van het displaypaneel
wordt getoond.
Voorbeeld
Beste A-patr. select
0 - +
-8
+8
A
-8 -7 -6 -5 -4 -3 -2 -1 0 +1 +2 +3 +4 +5 +6 +7 +8
Beste A-patr. select
-8 - +
In het hierboven getoonde voorbeeld geeft "-8" de meest geschikte
selectie aan. Selecteer dus "-8" zodat dit op het displaypaneel
wordt getoond en druk vervolgens op de INDOEN toets ( ).
Selecteer op dezelfde wijze na het selecteren van "Beste A-
6
patr.select" het beste nummer voor "Beste B-patr.select".
In patroon A zijn zeventien genummerde blokken met een horizontale lijn aan
beide horizontale zijden () afgedrukt. Bepaal welk blok van de zeventien
genummerde blokken het meest in het midden tussen de horizonale lijnen
gecentreerd is en noteer het bijbehorende nummer.
Voorbeeld
-6+8
B
18
-8 -7 -6 -5 -4 -3 -2 -1 0 +1 +2 +3 +4 +5 +6 +7 +8
Beste B-patr. select
-6 - +
In het hierboven getoonde voorbeeld geeft "-6" de meest geschikte
selectie aan. Selecteer dus "-6" zodat dit op het displaypaneel
wordt getoond en druk vervolgens op de INDOEN toets ( ).
UITLIJNEN VAN DE PRINTKOP
Selecteer op dezelfde wijze na het selecteren van "Beste B-
7
patr.select" het beste nummer voor "Beste C-patr.select" en
"Beste D-patr.select".
In patroon C en patroon D zijn dertien lijnen afgedrukt. Bepaal welke van de
dertien lijnen het rechtst is en noteer het bijbehorende nummer.
Voorbeeld
-6+1
-6 -5 -4 -3 -2 -1 0 +1 +2 +3 +4 +5 +6
C of D
Beste C-patr. select
+1 - +
In bovenstaand voorbeeld, geeft "+1" de meest rechte lijn aan.
Selecteer dus "+1" door dit op het displaypaneel te laten
verschijnen en druk vervolgens op de INDOEN toets ( ).
Er zal een bericht verschijnen dat u vraagt de selecties voor de
8
uitlijning te bevestigen. Gebruik de en toetsen voor het
selecteren van "2. Ja" of "1. Nee" en druk vervolgens op de
"INDOEN" toets ().
Weet u het zeker?
2.Ja
Als "2. Ja" werd ingevoerd, zullen de geselecteerde uitlijningswaarden in effect
treden en zal het volgende bericht verschijnen.
Gereed om te kop.
100% A4 0
Als "1. Nee" werd geselecteerd, zal het bericht van stap 5 verschijnen.
Druk een testpagina af voor het controleren van de
9
afdrukkwaliteit.
Zie voor bijzonderheden "AFDRUKKEN VAN EEN TESTPAGINA". (Zie pagina 66).
19
LADEN VAN PAPIER
Volg onderstaande stappen voor het laden van papier in de papierlade of de
handinvoerlade.
Zie pagina 74 voor nadere informatie over de soorten papier.
LADEN VAN PAPIER IN DE PAPIERLADE
Verwijder de papieruitvoerlade en open de voorklep van de
1
papierlade .
Schuif de geleiders voldoende ver uit elkaar zodat het papier
2
gemakkelijk kan worden geladen.
Laad het papier.
3
Laad het papier met de zijde die afgedrukt of gekopieerd gaat worden naar
beneden in de papierlade . Duw het papi er tege n de rechte rzijde e n de achte rzijde
van de lade.
20
LADEN VAN PAPIER IN DE PAPIERLADE
Schuif de geleiders (, ) tegen de randen van het papier.
4
(Alleen voor afdrukken)
Bij het laden van enveloppen
Stel de papierknop in op de stand "Dik papier ()".
Laad de envelop met de voorzijde naar beneden en met de flap aan de
rechterzijde en stel vervolgens de papiergeleiders af op de breedte van de
envelop.
Opmerking betreffende het laden van enveloppen
! Bij het laden van enveloppen in de papierlade, deze in de portretrichting laden.
! Gebruik geen niet-standaard enveloppen, enveloppen met klemmen of
vensterenveloppen.
! Select eer Com10, DL, C6 en Uitnodiging A2 op de papierformaat instel ling van het
printerstuurprogramm a. (Zie de On-line Handleiding voor gedet ailleerde informatie
over het printerstuurprogramma.)
(Alleen voor afdrukken)
Bij het laden van indexkaarten, briefkaarten of verjaardags-
kaarten
Stel de papierknop in op de stand "Dik papier ()".
Zet de geleider omhoog en duw vervolgens de geleider en tegen de
geladen kaarten.
Zitten zekere voor
vracht ter portret
voorschrift.
De meeste soorten papier en enveloppen zullen correct vanaf de papierlade
aangevoerd kunnen worden . Al s e ch ter het papi er of d e env el op pen b ijzo nde r st ijf
of zwaar zijn, dienen deze één voor één via de handinvoerlade aangevoerd te
worden. Dit voorkomt kreuken of papierstoringen.
21
LADEN VAN PAPIER IN DE PAPIERLADE
De voorklep van de papierlade stevig sluiten door tegen het
5
rechter uiteinde ervan te duwen.
Als de lengte van het papier langer is dan de lade, tijdens het afdrukken de
voorafdekking van de lade geopend laten.
Bevestig de papieruitvoerlade.
6
Trek het uitvoerladeverlengstuk naar buiten overeenkomstig
7
het papierformaat en zet vervolgens de papieraanslag omhoog.
Duw dit uitsteeksel in de
richting van het apparaat.
! Zorg ervoor dat het papier niet gescheurd of gekreukt is, stofvrij is en geen
omgevouwen hoeken of randen heeft.
! Let er op dat alle vellen papier in de stapel van hetzelfde formaat en soort zijn.
! Spreid het papier uit en maak de stapel op een vlakke ondergrond gelijk
alvorens dit in het apparaat te laden.
! In de papi erla de ku nnen i n totaal 150 vel len v an 75 g/m
worden geladen. Zor g ervoor dat de totale dikte v an de geladen stapel vellen
minder is dan 15mm.
! Zorg ervoor dat er geen tussenruimte is tussen het papier en de geleiders en dat de
geleiders niet te dicht tegen het papier geschoven zijn zodat het papier wordt gebogen.
! De papierknop dient altijd op "Normaal papier ()" te worden ingesteld, behalve
bij het afdrukken op dik papier en enveloppen.
! Wanneer het apparaat gedurende geruime tijd niet wordt gebruikt, alle papier uit
de papierlade verwijderen en dit op een droge plaats bewaren. Als papier
gedurende langere ti jd in he t apparaa t wordt achterge laten, zal he t pa pier voc ht
uit de lucht absorberen, hetgeen tot een papierstoring kan leiden.
! Bij het bij vullen van papier in de papierlade, het oude pap ier dat zich nog in de
lade bevindt verwijder en en di t bove nop het nieu we pap ier plaa tsen. Ve rv olgens
alles in de papierlad e plaatsen. Het plaatsen va n nieuw papier bovenop pa pier
dat zich reeds in de lade bevindt kan tot gevolg hebben dat twee pagina's
tegelijk in het apparaat gevoerd worden.
De origineelafbeelding dient kleiner te zijn dan het papier in de lade. Als de
origineelafbeelding groter is dan het papier, kan dit vlekken op de randen van de
afdruk veroorzaken en er toe leiden dat de machine van binnen verontreinigd raakt.
2
(20lbs.) gewoon papie r
22
LADEN VAN PAPIER IN DE HANDINVOERLADE
Gebruik de handinvoer lade als u op kettingpap ier of een ander e papiersoor t wilt afdrukken
die niet in de hoofdpapie rlade is geladen . In de handinvo erlade kan slec hts één vel papier
tegelijk (of in totaal 5 vellen kettingpapier (alleen voor afdrukken)) worden geladen.
Open de handinvoerlade aan de achterzijde van het apparaat.
1
Laad het papier met de kopieerzijde of de afdrukzijde naar boven.
2
Lijn het papier uit met de rechterzijde van de handinvoerlade.
Gebruik van de handinvoerlade in de kopieerfunctie
Volg onderstaande stappen voor het gebruik van de handinvoerlade in de kopieerfunctie.
1)
Open de handinvoerlade voor het plaatsen van het papier, aan de hand van stap 1 en 2 hierboven.
2)Druk op de "START" toets ().
Het papier zal automatisch in het apparaat worden geladen en gekopieerd worden.
Met behulp van de handinvoerlade is het maken van meervoudige kopieën niet
mogelijk. Stel de papierknop in op de stand "Dik papier ()" bij het kopiëren op
dik papier. (Zie pagina 7.)
Gebruik van de handinvoerlade in de printerfunctie
Volg onderstaande stappen voor gebruik van de handinvoerlade in de printerfunctie.
1)Selecteer de handinvoerlade als de papierbron op het printerstuurprogramma en
verzend de afdruktaak.
Zie "Printer Eigenschappen" in de On-line Handleiding voor details over de
instelling van het printerstuurprogramma.
Het bericht "Plaats een vel papier in de handinvoerlade en druk op de START
toets" zal op het afdrukstatusvenster verschijnen (Zie de On-line Handleiding). Het
volgende bericht zal dan op het displaypaneel verschijnen.
Gesel. pap. in sleuf
handm. inv.plaatsen
2)Open de handinvoerlade voor het plaatsen van het papier, aan de hand van stap 1
en 2 hierboven.
3)Druk op de "START" toets ().
Het apparaat zal beginnen met afdrukken.
Bij het afdrukken van meer dan één pagina:
Het hierboven aan gegeven b ericht zal eveneens ve rschijne n wannee r het afdrukk en van de
eerste pagina voltooid is. Laad het papier opnieuw voor de volgende pagina en druk
vervolgens op de
"START"
toets (). Herhaal deze procedure voor elke volgende pagina.
23
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.