Sharp AJ-2100 User Manual [nl]

MODEL
AJ-2100
INKTJET KLEURENPRINTER
INSTALLATIEGIDS EN
BEDIENINGSHANDLEIDING
VOORBEREIDINGEN
Pagina
3
OPSTELLEN VAN DE PRINTER
INSTALLEREN VAN HET
16
PRINTERSTUURPROGRAMMA (Windows)
INSTALLEREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA (Macintosh)
AANHANGSEL
5
20
36
40
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG. Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC. Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i derektivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC. Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä
93/68/EEC.
Het CE-kenteken etiket is op een apparaat bevestigd voor het geval dat de bovenstaand beschreven richtlijn op het produkt van toepassing is. (Deze zin is niet van toepassing in landen waar de bovenstaande richtlijnen niet vereist worden.)
Voorzorgsmaatregelen
Niets mag worden g edrukt waarv oor bij de wet een d rukverbod b estaat. He t drukken v an de volgende items wordt normaal door de landelijke wetgeving verboden. Het drukken van overige items wordt mogelijk door de plaatselijk geldende wetgeving verboden.
z Geld z Postzegels z Obligaties z Aandelen z Bankcheques z Cheques z Paspoorten z Rijbewijzen
Neem bij gebruik van dit apparaat onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
z De omgev ing waarin het app araat wordt g eplaats t is v an i nvloed o p het functi oneren
er van.Installeer het apparaat niet op de volgende plaatsen.
Stoffige plaatsen Als stof binnendringt in de interne onderdelen van het apparaat, kan dit tot
beschadiging of verslechtering van de afdrukkwaliteit leiden.
Plaatsen in direct zonlicht Direct zonlicht kan de plastic onderdelen van het apparaat doen vervormen en kan
tot verslechtering van de afdrukkwaliteit leiden.
Buitengewoon warme, koude, vochtige of droge plaatsen (bijvoorbeeld, in de buurt van verwarmingen, luchtbevochtigers of airconditioners)
Dit kan vochtig worden van het papier, condensvorming in de interne mechanismen, papierstoringen en bevlekte afdrukken tot gevolg hebben.
z Gebruiksomstandigheden
Temperatuur:10-35 graden Celsius (50-95 graden Fahrenheit) Relatieve vochtigheid: 20%-85% Opmerking:Wanneer de temperatuur 30 graden Celsius (86 graden Fahrenheit)
bereikt, dient de relatieve vochtigheid 60% of minder te zijn.
z Het stopcontact dient zich dichtbij het apparaat te bevinden en moet gemakkelijk
toegankelijk zijn.
z Bij het verplaatsen van het apparaat, eerst de aan/uit schakelaar uitzetten en
vervolgens het netsnoer uit het stopcontact verwijderen.
z Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond. z Gebruik uitsluitend inkttanks van originele Sharp optionele onderdelen. z Wanneer er inkt op uw huid terechtkomt, deze zo spoedig mogelijk met water
afwassen.
z Bewaar de reserve inkttanks op een plaats buiten het bereik van uw kinderen. z Voor he t opruime n van een g ebruikte i nkttank, d eze in een plastic zak ver pakken en
vervolgens de polypropyleen inkttank op ruimen door het volgen van de plaatselijke verordeningen voor het opruimen van chemisch afval.
INHOUD
VOORBEREIDINGEN
HOOFDKENMERKEN ..................................................................................................3
GEBRUIKERSHANDLEIDING......................................................................................3
OPSTELLEN VAN DE PRINTER
CONTROLEREN VAN DE INHOUD.............................................................................5
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES..............................................................6
UITPAKKEN..................................................................................................................8
BEVESTIGEN VAN DE LADEN....................................................................................8
AANSLUITEN VAN DE INTERFACEKABEL................................................................9
AANSLUITEN VAN HET NETSNOER........................................................................11
INDICATIELAMPJES..................................................................................................11
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN DE INKTTANKS.................................12
LADEN VAN PAPIER
LADEN VAN PAPIER IN DE PAPIERLADE ...............................................................16
LADEN VAN PAPIER IN DE HANDINVOERLADE ....................................................19
INSTALLEREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA (Windows)
HARDWARE EN SOFTWARE VEREISTEN ..............................................................20
ALVORENS TE INSTALLEREN.................................................................................20
INSTALLEREN VAN HET USB STUURPROGRAMMA (Windows 98)......................21
INSTALLEREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA......................................22
INSTALLEREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA DOOR "PRINTER
TOEVOEGEN"............................................................................................................26
UITLIJNEN VAN DE PRINTKOP................................................................................32
GEBRUIK VAN DE ON-LINE HANDLEIDING ............................................................34
AFDRUKKEN..............................................................................................................35
MEEGELEVERDE EXTRA SOFTWARE....................................................................35
INSTALLEREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA (Macintosh)
HARDWARE EN SOFTWARE VEREISTEN ..............................................................36
INSTALLEREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA......................................36
UITLIJNEN VAN DE PRINTKOP................................................................................38
GEBRUIK VAN DE ON-LINE HANDLEIDING ............................................................38
AFDRUKKEN..............................................................................................................39
AANHANGSEL
SPECIFICATIES VAN DE PRINTER..........................................................................40
TOEBEHOREN...........................................................................................................41
PAPIERSOORT..........................................................................................................41
INTERFACEKABEL....................................................................................................41
INDEX.........................................................................................................................42
SOFTWARELICENTIE ...............................................................................................43
2
VOORBEREIDINGEN
HOOFDKENMERKEN
z Hoge snelheid afdrukken van 8 pagina's per minuut zowel in kleur als zwart-wit.
z
1200dpi afdrukken met vereffening produceert afbeeldingen van b uitengewone kw aliteit. Met gebruik van zes kleuren inkt kan het apparaat superfijne fotokwaliteit afbeeldingen
z
afdrukken.
z Aangezien elk van de inkttanks afzonderlijk bevestigd is, kunnen deze worden
gebruikt totdat zij volledig opgebruikt zijn, waardoor verspilling minimaal blijft. De printkop is eveneens volledig uitneembaar, waard oor bij vernieuwing geen spec iaal gereedschap noodzakelijk is.
z
De printer is uitgerust met een papierlade die een capaciteit heeft van 150 vel, waardoor de gebruiker grote afdruktaken kan uitvoeren zonder constant de lade te hoeven vullen.
*1
z USB interface
interface is eveneens standaard uitgerust.
z Windows 95, Windows 98, Windows NT 4.0 of Windows 2000. Voor wat betreft
Macintosh, is Mac OS 8.5 of latere versie compatibel met deze printer.
*1
USB is beschikbaar met een PC/AT compatibele computer welke van oorsprong uitgerust is met USB en waarbij Windo ws 98 of Windo ws 2000 voorgeïnstalleerd is . Voor wat betreft Maci ntosh, is USB beschikbaar met Mac OS 8.5 of later en een computer die van oorsprong met USB is uitgerust.
*2
Randapparatuur kan worden losgekoppeld terwijl de computer en overige randapparatuur op een stroomvoorziening zijn aangesloten.
maakt eenvoudige aansluitingen mogelijk met Hotplug*2. Parallel
VOORBEREIDINGEN
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De inhoud van de printerhandleidingen is als volgt.
Installatiegids en Bedieningshandleiding (deze handleiding)
Verklaart welke stappen en waarschuwingen opgevolgd dienen te worden alvorens met afdrukken te beginnen.
Voorbereidingen
Geeft u informat ie over het gebruik van deze handleiding en de On-l ine handleiding, een lijst met voorzorgsmaatregelen, een introductie tot de printer en overige nuttige tips die u bij het gebruiksklaar maken van de printer van dienst zullen zijn.
Opstellen van de printer
Geeft de procedures voor opstelling aan, zoals bijvoorbeeld de methode van het aansluiten van de printer op een computer en op een stroomvoorziening.
Laden van papier
Verklaart de methode voor het plaatsen van pa pier in de printer en o verige vereisten voor afdrukken.
Installeren van het printerstuurprogramma (Windows) Installeren van het printerstuurprogramma (Macintosh)
Verklaart de methode voor het installeren van het printerstuurprogramma in een computer.
Aanhangsel
Geeft informatie over printerspecificaties en printerbenodigdheden.
3
GEBRUIKERSHANDLEIDING
On-line handleiding
Na het voorbereiden van de printer volgen s de instructies in de ze handleiding, de on-l ine handleiding controleren voor informatie betreffende voorkeurinstellingen, vereisten voor afdrukken en storingzoeken.
Gebruik van de on-line handleiding
Verklaart het gebruik van de on-line handleiding.
Printer Eigenschappen
Verklaart de methode voor het configureren van items van het printerstuurprogramma.
Afdrukken
Geeft informatie over het afdrukken van een document.
Afdrukstatusvenster (alleen Windows)
Verklaart de functie van het afdrukstatusvenster.
Printer delen (alleen Windows)
Verklaart hoe de printer kan worden gedeeld en geeft de instellingsprocedures voor het delen van de printer via een netwerk.
Onderhoud
Geeft informatie over de methode voor het uitlijnen en verwisselen van de printerbenodigdheden. Instructies voor het reinigen van de printer zijn eveneens inbegrepen.
Storingzoeken
Geeft instructies voor het oplossen van problemen.
Symbolen die gebruikt worden in deze handleiding en in de on-line handleiding
In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt om de gebruiker informatie te geven die betrekking heeft op het gebruik van de printer.
Waarschuwt de gebruiker dat de kans bestaa t da t de gebruiker letsel oploopt als de inhoud van de waa rs c hu win g niet juist in acht wordt genomen.
Maakt de gebruiker er op atte nt dat beschadiging van de machine of een van de onderdelen kan ontstaan als de inhoud van de voorzorgsmaatregel niet juist in acht wordt genomen.
Opmerkingen geven informatie die betrekking heeft op de machine, betreffende specificaties, functies, prestatie, bediening en dergelijke, welke van belang kan zijn voor de gebruiker.
Handelsmerk erkenningen
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en overige landen. IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. Apple, Macintosh en ColorSync zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Alle overige handelsmerken en auteursrechten zijn het eigendom van hun respektievel ijk e eigenaars.
4
OPSTELLEN VAN DE PRINTER
Hier wordt de methode verkl aard v oor het aa ns lui ten van de printe r op een c omp uter en op een stroomvoorziening, na de printer uit de verpakking te hebben verwijderd. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig voor gebruik.
CONTROLEREN VAN DE INHOUD
De volgende onderdelen dienen bij de printer te zijn geleverd. Controleer na het openen van de doos of de volgende onderdelen bij de printer zijn geleverd. Als een van de volgen de onderdelen niet aanwezig zijn , contact opnemen met de plaats van aankoop of met uw dichtstbijzijnde SHARP Service centrum.
OPSTELLEN VAN DE
PRINTER
KleurenprintkopFotoprintkop
Netsnoer
Installatiegids en bedieningshandleiding
(deze handleiding)
AJ-2100 Serie Software CD-ROM
Printerstuurprogramma On-line handleiding MGI Photo Suite III SE*
* Alleen voor Windows.
Zie voor informatie over dit programma de bijbehorende instructies.
Inkttanks
magenta, geel, cyaan, fotomagenta, fotocyaan, fotozwart
Papierlade
Papieruitvoerlade
Wanneer u de printer uit de doos neemt, deze voorzichtig optillen en aan de onderzijde vasthouden.
z Interfacekabels voor het aansluiten van de printer op uw computer zijn niet
meegeleverd. Zorg er voor dat u de juiste kabel voor uw computer heeft.
z De printkop en de inkttanks niet uitpakken tot het moment dat u deze in de
printer gaat installeren.
z De doos en he t verpakkingsmat eriaal kunnen bij tra nsport van dienst zi jn. Gooi
deze niet weg.
5
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
In onderstaande illustratie worden de namen van de onderdelen en functies getoond. Alvorens de printer in gebr uik te nemen wordt het aanbevolen uzelf er mee vertr ouwd te maken. In onderstaande illustratie wordt de printer getoond met alle meegeleverde onderdelen.
Voorzijde
Papiertoets
Aan/uit toets
Indrukken om de stroomtoevoer van de printer aan of uit te schakelen.
Inktlampje
Het lampje knippert wanneer de inkt op is of wanneer de inkttank niet correct geplaatst is.
Papierlampje
Het lampje knippert wanneer het papier in de printer op is of wanneer zich een papierstoring heeft voorgedaan.
Aan/uit lampje
De indicator brandt wanneer de printer voor afdrukken gereed is.
Als de printer gedurende
*
meer dan 20 minuten niet actief is geweest, zal de stroomtoevoer worden uitgeschakeld en zal het aan/uit lampje uit gaan.
De printer kan opnieuw gestart worden en
het lampje gaat opnieuw branden wanneer de aan/uit toets wordt ingedrukt of wanneer een afdruktaak vanaf uw computer wordt verzonden.
Papierlade
Afstelbaar zodat deze geschikt is voor diverse papierformaten.
Druk op deze toets om uw papierprobleem op te lossen zoals vastgelopen papier of papiervoorraad op toestand. Wanneer u de toets gedurende enkele seconden ingedrukt blijft houden, zal de uitvoering van de testafdruk geactiveerd worden.
Papierknop
Bij het afdrukken op een envelop of op dik papier, de knop op de ( ) instelling afstellen. (Draai na het afdrukken de knop naar zijn oorspronkelijke stand terug.)
Voordeksel
Open dit deksel voor het verwisselen van de inkttank en de printkop.
Papieruitvoerlade
Na het afdrukken wordt het document in de lade gedeponeerd. Trek de lade uit bij het afdrukken van lange documenten.
Interne onderdelen
Fotoprintkop
Brengt inkt aan op het papier.
Inkttanks
fotocyaan, fotomagenta, fotozwart
6
Printkopvergrendeling
Hiermee wordt de printkop in de gebruikspositie vastgezet.
Kleurenprintkop
Brengt inkt aan op het papier.
Inkttanks
cyaan, geel, magenta
Wagen
Achterzijde
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
USB interface connector (B Type)
Als u een USB kabel gaat gebruiken voor het aansluiten van de printer op uw computer. Het is mogelijk de kabel in te steken nadat de printer is ingeschakeld.
Parallel interface connector (36 pins)
Als u een parallel interfacekabel (IEEE1284) gaat gebruiken voor het aansluiten van de printer op uw computer.
Handinvoerlade
Gebruik deze lade voor het afdrukken op één enkele pagina. Gebruik deze lade bij het afdrukken op grote vellen kettingpapier. Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde naar boven. Bij het afdrukken op dik papier de lade openen, totdat deze stand 2 bereikt. (De lade heeft twee standen.)
OPSTELLEN VAN DE
PRINTER
Netspanningsingang
Steek het netsnoer in de aansluiting.
Papierstoringdeksel
Open dit deksel voor het verwijderen van het vastgelopen papier.
7
UITPAKKEN
Verwijder de tape - zoals aangegeven in de illustraties.
1
Open het voordeksel en verwijder het beschermend materiaal
2
aangegeven in de illustratie.
BEVESTIGEN VAN DE LADEN
Bevestig de papierlade en de papieruitvoerlade aan de voorzijde van de printer. Volg onderstaande stappen.
Bevestig de papierlade door beide uiteinden stevig omlaag te
1
drukken.
Zorg er voor dat de papierlade stevig aan de printer is bevestigd.
8
BEVESTIGEN VAN DE LADEN
Bevestig de papieruitvoerlade zoals aangegeven in de illustratie.
2
Plaats dit uitsteeksel in de richting van de printer.
AANSLUITEN VAN DE INTERFACEKABEL
Deze printer beschikt over zowel USB als parallel interface connectors. Interfacekabels voor aansluiting van de printer op uw computer zijn niet bij de printer meegeleverd. Verkrijg de juiste kabel voor uw computer.
De USB interfacekabel en de parallel interfacekabel beide niet tegelijkertijd aansluiten.
OPSTELLEN VAN DE
PRINTER
Aansluiten van de parallel interfacekabel
Gebruik een IEEE1284 afgeschermde parallel interfacekabel.
1
Zorg ervoor dat uw computer en printer uitgeschakeld zijn.
2
Steek de kabel in de parallel interface connector aan de
3
achterzijde van de printer en maak deze met behulp van de klemmen vast.
Steek het andere uiteinde van de kabel in de interface
4
connector van uw computer.
9
AANSLUITEN VAN DE INTERFACEKABEL
Aansluiten van de USB interfacekabel
USB is beschikbaar met een PC/AT compat ibele computer welke va n oorsprong uitgerust is met USB en waarbij Win dows 98 of Windows 2000 voorgeïnstalleerd is. Voor wat betreft Macintosh, is USB beschikbaar met Mac OS 8.5 of later en een computer die van oorsprong met USB is uitgerust.
Gebruik een afgeschermde USB inte rfa ce ka bel.
1
Steek de kabel in de USB interface connector aan de achterzijde
2
van de printer.
Steek het andere uiteinde van de kabel in de interface
3
connector van uw computer of in de USB adapter welke op uw computer is aangesloten.
10
AANSLUITEN VAN HET NETSNOER
Steek het netsnoer in de netspanningsingang aan de achterzijde
1
van de printer.
Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een stopcontact.
2
De stroomvoorziening van het apparaat wordt automatisch ingeschakeld.
De printer niet aansluiten op een stopcontact met een andere spanning dan 100V­240V. Wanneer de printer op e en onjuiste stroomvoor ziening wordt aangesl oten, kan dit onherstelbare beschadiging of brand tot gevolg hebben.
z Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact voor iedereen gemakkelijk
bereikbaar is. Ook wanneer de aan/uit toets is uitgeschakeld, blijft in het apparaat stroom aanwezig om een goede conditie voor afdrukken te behouden.
z Voor het volledig uitschakelen van de stroomvoorzieni ng, dient u het apparaat
eerst met de aan/uit to ets uit te schakelen. Maak vervolgens het netsnoer los nadat u gecontroleerd heeft dat de wagen naar zijn uitgangspositie aan de rechterkant van de printer is teruggekeerd.
OPSTELLEN VAN DE
PRINTER
INDICATIELAMPJES
De printer functioneert juist wanneer enkel het groene aan/uit lampje brandt. Wanneer zich e en pr inter fout v oordoet, wordt door een lampj e aang egeve n w elk probleem zich heeft voorgedaan, zoals hieronder nader wordt verklaard.
......brandt ......knippert ......knippert snel ......gedoofd (lampje is uit)
Conditie van lampje
Papier
Inkt
Zie voor nadere bijzonderheden betreffende het oplossen van een probleem, het hoofdstuk
Storingzoeken in de on-line handleiding.
Aan/uit
Papierlade is leeg of er heeft zich een papierstoring voorgedaan. Laad meer papier of verwijder het vastgelopen papier en druk op de papiertoets.
Geen inkt of er is geen printkop geïnstalleerd. Verwissel de inkttank of installeer een printkop.
Voordeksel is open. Sluit het voordeksel.
De printer is aan het opwarmen of ontvangt data. Een ogenblik wachten alstublieft.
De wagen functioneert niet normaal of er hebben zich mogelijk fouten binnen in de printer voorgedaan.
Probleem en oplossing
11
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN INKTTANKS
Volg voor installatie onderstaande stappen.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de printkoppen en inkttanks dient te installeren wanneer u deze voor de eerst e maal na aankoop van de printer gaat installeren. Zie "V erwisselen van de printk op" of "Verwisselen van de inkttank" in uw on-line handleiding voor informatie betreffende het vernieuwen van de printkoppen of inkttanks in de printer.
Installeren van de printkoppen
Let er op dat het aan/uit lampje brandt en dat het inktlampje
1
snel knippert.
Als het aan/uit lampje niet brandt, de aan/uit toets indrukken.
Open het voordeksel.
2
12
Niet proberen de wagen met uw handen van zijn plaats te forceren.
Duw de vergrendeling van de printkop omhoog.
3
Til de vergrendelhendel omhoog totdat deze in aanraking komt met het voordeksel.
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOPPEN EN INKTTANKS
Verwijder de printkoppen uit hun beschermende verpakkingen.
4
Het metalen gedeelte van de printkop niet rechtstreeks aanraken. Dit kan verkeerd afdrukken veroorzaken.
Het metalen gedeelte van de printkop niet rechtstreeks aanraken. Dit kan verkeerd afdrukken veroorzaken.
Plaats de printkoppen.
5
Steek de fotoprintkop in de linker wagenopening en steek de kleurenprintkop in de rechter wagenopening.
OPSTELLEN VAN DE
PRINTER
KleurenprintkopFotoprintkop
Zorg ervoor de printkoppen niet te beschadigen. Als een van de printkoppen beschadigd wordt, bestaat de kans dat de printer niet goed functioneert.
Duw de vergrendeling van de printkop omlaag.
6
Duw de vergrendelhendel omlaag totdat deze in de vergrendelstand klikt.
13
Loading...
+ 32 hidden pages