6. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat
schoonmaakt. Gebruik alleen een vochtige doek voor het
schoonmaken van de buitenkant van de radio.
7. Zet de radio niet op een onstabiele kar, standaard, beugel
of tafel. De radio kan vallen en ernstig persoonlijk letsel en
schade aan de radio veroorzaken.
8. Ventilatie: deze radio moet zodanig geplaatst worden dat de
plaats of positie niet storend is voor een goede ventilatie. De
radio moet bijvoorbeeld niet gebruikt worden op een bed,
sofa, tapijt of andere zachte ondergronden die de ventilatieopeningen kan blokkeren. Plaats de radio niet op een
ingebouwde plek, zoals in een kast die de luchtstroom door
de ventilatie-openingen kan verminderen.
9. Stroombronnen: de radio mag alleen worden gebruikt met
het type stroombron dat staat aangegeven op het label.
Als u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in
uw huis, raadpleeg dan de verkoper van uw radio of het
elektriciteitsbedrijf.
61
10. Netadapter: De adapter dient zo geplaatst te worden dat er
niet op gelopen of gestapt wordt en dat er geen voorwerpen
op worden gezet. Besteed extra aandacht aan de kabels bij
stekkers, stopcontacten en het punt waar ze uit het toestel
komen. Ontkoppel de netadapter door de adapter vast te
houden, niet het snoer. Gebruik de radio alleen met het
aangegeven type stroombron. Als u niet zeker bent van het
type stroomvoorziening in uw huis, raadpleeg dan uw dealer
of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
11. Voorkom overbelasting van stopcontacten en verlengsnoeren.
Dit kan resulteren in een risico van brand of elektrische
schok. Steek nooit voorwerpen van welke aard ook in de
openingen van de radio. De voorwerpen kunnen gevaarlijke
spanningspunten of kortsluiting veroorzaken. Dit kan leiden
tot brand of elektrische schok.
12. Haal de stekker uit het stopcontact als de radio voor lange
tijd onbeheerd of ongebruikt is. Dit voorkomt schade door
blikseminslag of plotselinge stroompieken.
13. Verwijder de batterijen als de radio voor lange tijd onbeheerd
of ongebruikt is. De batterijen kunnen lekken en uw meubels
of radio beschadigen.
14. Probeer niet zelf de radio te repareren. Het verwijderen van
de behuizing kan u blootstellen aan gevaarlijke spanning, en
zal de garantie ongeldig maken. Laat alle onderhoud over aan
geautoriseerd servicepersoneel.
Page 3
15. Voorwerpen en vloeistof – Duw nooit voorwerpen in
de openingen van de radio, omdat deze gevaarlijke
spanningspunten of kortsluiting kunnen veroorzaken met
brand of elektrische schok als gevolg. Mors nooit vloeistoffen
over het product.
16. Het apparaat moet worden gerepareerd door gekwaliceerd
personeel wanneer:De netadapter of de stekker beschadigd is.
Voorwerpen of vloeistof in de radio zijn gevallen.
De radio is blootgesteld aan regen of water.
De radio niet normaal werkt of tijdens gebruik een duidelijke
verandering vertoont.
De radio is gevallen, of de behuizing is beschadigd.
17. Luister niet voor lange perioden op hoog volume om
mogelijke gehoorschade te voorkomen.
NL
62
Page 4
Bedieningselementen
1. Page
2. Voorkeurzender 1
3. Voorkeurzender 2
4. Voorkeurzender 3
5. Voorkeurzender 4/ Alarm 1
6. Voorkeurzender 5/ Alarm 2
7. Luidspreker
8. Oplaad- / Batterij-bijna-leeg-indicator
9. LCD-display
63
10. Power / Clock
11. Select/ Sleep timer
12. Tuning up / down
13. Volume up / down
14. Info/Menu
15. Band
16. Vergrendelschakelaar
17. Hoofdtelefoonuitgang
18. Micro-USB-poort
Page 5
Bedieningselementen
NL
19. Inklapbare standaard
Als de antenne volledig is uitgestrekt, kunt u de radio indien
nodig stabiliseren met behulp van de inklapbare standaard op
de achterkant van de radio door het bovenstaande diagram te
volgen.
20. Batterijvak
21. Telescopische antenne
22. NiMH/Alkaline-schakelaar
23. Draagriemhouder
64
Page 6
Gebruik van batterijen
1. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment op de achterkant van het apparaat
door het deksel omlaag te schuiven. Open de deur van het batterijcompartiment
Opmerking:
Controleer de stand van de NiMH/Alkaline-schakelaar voordat u batterijen plaatst. Als
u niet-oplaadbare batterijen gebruikt, moet u er voordat u de batterijen plaatst voor
zorgen dat de NiMH/Alkaline-schakelaar in het batterijvak in de stand Alkaline staat. Als
u oplaadbare batterijen gebruikt, zorg er dan voor dat de NiMH/Alkaline-schakelaar in
de stand NiMH staat.
2. Plaats twee LR6 (maat AA) batterijen in het batterijvak. Zorg ervoor dat de batterijen in
overeenstemming met het getoonde diagram worden geplaatst. Sluit het deksel van het
batterijvak.
3. Als de capaciteit van de batterijen onder een bepaald niveau zakt, dan zal de batterij-
bijna-leeg-indicator oplichten. Als u deze indicator ziet, dan moet u de batterijen op een
gelegen moment vervangen. Afname van vermogen, vervorming en een “stotterend
geluid” zijn ook signalen dat de batterijen mogelijk moeten worden vervangen.
4. Als de radio voor een langere periode niet wordt gebruikt, dan wordt aangeraden om
de batterijen uit de radio te verwijderen.
De batterijen opladen
Zorg ervoor dat de radio is uitgeschakeld en is aangesloten op de voedingsbron.
Als de batterijoplaadindicator groen knippert, geeft dit aan dat de batterijen worden
opgeladen. Het volledig opladen van de batterijen neemt ongeveer 3-5 uur in beslag. De
batterijoplaadindicator brandt continu groen als het oplaadproces is voltooid.
Opmerking:
De duur van het volledig opladen van uw batterijen kan variëren, afhankelijk van de mAhcapaciteit van de batterijen. Batterijen met een hogere mAh-capaciteit moeten langer
worden opgeladen.
65
Page 7
Opladen met USB-kabel (Europese versie)
Battery 1
2
Full
Battery 1
2
Fail 1
Gebruik een USB-kabel om uw radio te verbinden met een
voedingsbron met USB-poort (bijv. PC) om op te laden.
1. Steek het uiteinde met de Micro-USB-aansluiting in de Micro-
USB-poort van de radio.
2. Steek het andere uiteinde van de USB-kabel in een
voedingsbron met USB-poort (bijv. PC).
Belangrijk:
De radio kan de batterijen uitputten in plaats van opladen als de
radio is verbonden met een PC die is uitgeschakeld of in slaapof standbystand staat of is aangesloten op een USB-hub of USBpoort op een toetsenbord.
Opladen met USB-netadapter (Australische
versie)
Gebruik de USB-netadapter om uw radio van stroom te voorzien
en de batterijen op te laden.
1. Steek het uiteinde met de Micro-USB-aansluiting in de Micro-
USB-poort van de radio.
2. Steek de netadapter in een stopcontact.
Batterijoplaadindicator
Houd er rekening mee dat de batterijoplaadstatus alleen kan
worden getoond tijdens het opladen van de batterijen.
Als de batterijen al volledig
zijn opgeladen, brandt de
batterijoplaadindicator continu
groen en toont het display de
melding die in de afbeelding aan
de rechterkant wordt getoond.
Als de radio tijdens het
oplaadproces detecteert dat een
batterij defect/ beschadigd is, zal
er een gevuld vierkantje worden
getoond onder het bijbehorende
batterijnummer (zie afbeelding
rechts).
NL
66
Page 8
BELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET
OPLADEN EN GEBRUIK VAN OPLAADBARE
BATTERIJEN
1. Laad de batterijen altijd minimaal eens elke 2 maanden op.
2. Zorg ervoor dat de batterijschakelaar in het batterijvak in de
stand “NiMH” staat.
3. Plaats de batterijen in het vak en let daarbij op de juiste
polariteit van de batterijen (+ en -).
4. Eerste gebruik: Laad nieuwe batterijen in één continue,
ononderbroken oplaadbeurt op tot ze vol zijn. Deze eerste
oplaadbeurt kan wat langer duren dan normaal. Voor een
langere levensduur van batterijen wordt aanbevolen om
batterijen altijd in één continue, ononderbroken oplaadbeurt
op te laden tot de batterijen vol zijn en de batterijen daarna
niet opnieuw op te laden zolang de batterijen nog vol zijn.
5. Nieuwe batterijen zullen hun volledige capaciteit pas na enige
tijd van gebruik bereiken (een aantal laad- en ontlaadcycli).
6. Laat de volledige groep batterijen in de radio zitten en gebruik
deze batterijen of een aantal van deze batterijen niet voor
andere doeleinden. Dit resulteert in een mix van (volledig)
opgeladen batterijen en (gedeeltelijk) lege batterijen. Dit kan
de batterijen en de radio ernstig beschadigen bij het opladen.
7. Het wordt aanbevolen de batterijen bij een kamertemperatuur
tussen 5 graden C – 35 graden C op te laden. Bij lagere
of hogere temperaturen kunnen de batterijen niet volledig
worden opgeladen.
8. Afhankelijk van de capaciteit van de batterijen, kan het
opladen van “leeg” tot “vol” enkele uren in beslag nemen,
zelfs tot 5 uur of meer.
67
9. Laad batterijen niet op als de radio warm is of is blootgesteld
aan warmtebronnen.
10. Het wordt aanbevolen de metalen contactpunten van de
batterijen en de oplader in de radio van tijd tot tijd te reinigen,
bijv. met een schoonmaakspray voor elektronische contacten.
11. Gebruik geen mix van oude en nieuwe oplaadbare batterijen.
12. Gebruik geen mix van oplaadbare en niet-oplaadbare
batterijen.
13. Gebruik geen mix van volle en lege oplaadbare batterijen.
14. Gebruik geen batterijen die een verschillende mAh-capaciteit
hebben.
15. Gebruik geen beschadigde, vervormde of lekkende batterijen.
16. De weergave van het batterijniveau is slechts een indicatie en
kan variëren, afhankelijk van het gebruikte soort batterijen.
17. Batterijen kunnen warm worden tijdens het opladen.
18. In koude omstandigheden zal de capaciteit van de batterijen
veel lager zijn dan bij kamertemperatuur.
19. Batterijen (zelfs indien meegeleverd met de radio), zijn
verbruiksartikelen, en vallen daarom niet garantievoorwaarden
van de radio.
20. Batterijen mogen niet worden weggegooid bij het huisvuil of
worden verbrand.
21. Wegwerpbatterijen moeten indien mogelijk naar een geschikt
recyclingcentrum worden gebracht.
22. LET OP: “Explosiegevaar indien de batterijen worden
vervanger door batterijen van een onjuist type.”
Page 9
Toetsblokkering
De toetsblokkering wordt gebruikt om onbedoelde bediening van
uw radio te voorkomen.
1. Zet de toetsblokkering die aan de zijkant van uw radio zit in
de stand “Lock”
zullen worden uitgeschakeld. Hiermee wordt voorkomen dat
de radio onbedoeld in werking treedt, bijvoorbeeld wanneer uw
radio is ingepakt in een koffer of reistas.
2. Schuif de toetsblokkering naar de stand “Unlock”, om de
toetsblokkering uit te schakelen.
BELANGRIJK:
Als er op een van de toetsen op de radio wordt gedrukt terwijl de
toetsblokkering is ingeschakeld, dan zal het display ‘Key Locked’
tonen. De radio kan niet worden aangezet als de toetsblokkering
wordt ingeschakeld als de radio is uitgeschakeld.
, de aan/uit-knop en alle andere knoppen
Uw radio gebruiken– DAB
1. Strek de telescopische antenne voorzichtig uit.
2. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen. Het display
toont kort de melding “Welcome to Digital Radio”.
3. Als dit de eerste keer is dat de radio wordt gebruikt, zal er een
snelle scan op de Band III-DAB-kanalen worden uitgevoerd.
Als de radio eerder is gebruikt, zal de laatst beluisterde zender
worden geselecteerd.
4. Als er tijdens het scannen nieuwe zenders worden gevonden,
dan zal de zenderteller aan de rechterkant van het display
worden opgehoogd en de nieuwe zenders zullen worden
toegevoegd aan de lijst. De onderste regel van het display
zal een balkje tonen die de voortgang van het automatisch
afstemmen weergeeft.
5. Als het scannen is voltooid, dan zal de eerste zender (in
alfanumerieke volgorde 0…9…A….Z) worden geselecteerd.
6. Als de zenderlijst na de scan nog leeg is, dan zal uw radio “No
DAB station” tonen.
7. Als er geen signalen worden gevonden, dan kan het nodig
zijn om uw radio te verplaatsen naar een plek met betere
ontvangst.
NL
68
Page 10
Een zender selecteren –DAB
1. De bovenste regel van het display toont de naam van de huidig
geselecteerde zender.
2. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag om door de lijst
met beschikbare zenders te bladeren.
3. Druk op de knop Select om de zender te selecteren. Het
display zal nu “Now tuning…” tonen terwijl uw radio de zender
zoekt.
4. Stel het volume naar wens in met behulp van de volumeregeling.
Opmerking:
Als het display na het selecteren van een zender de melding
“Service not available” toont, is het mogelijk nodig uw radio anders
te plaatsen om de ontvangst te verbeteren.
Secundaire diensten – DAB
1. Bepaalde radiozenders hebben één of meer secundaire
diensten. Als een radiozender is verbonden met een secundaire
dienst, dan zal het display “>>” tonen naast de zendernaam
in de zenderlijst. De secundaire dienst zal dan direct na de
primaire dienst verschijnen, als u op de knop Afstemmen
omhoog drukt.
2. Druk op de knop Select om de zender te selecteren.
69
Displaymodi – DAB
Uw radio heeft een reeks weergaveopties in de DAB-modus:
1. Druk op de knop Info om door de verschillende modi te
bladeren.
a. Scrollende tekst Toont scrollende tekstberichten,
zoals artiest/track, telefoonnummer,
etc.
b. Programmatype Toont het soort zender waar naar
geluisterd wordt, bv. Pop, Klassiek,
Nieuws, etc.
c. Multiplexnaam Toont de naam van de multiplex waar
de huidige zender toe behoort.
d. Tijd en datum Toont de huidige tijd en datum.
e. Kanalen & frequentie Toont de frequentie van de DAB-
multiplex voor de huidige zender.
f . Bitrate & Audiotype Toont de digitale bitrate & het
audiotype van de huidige zender
g. Signaalsterkte Toont de signaalsterkte van de
huidige zender.
h. Batterijcapaciteit Toont de huidige batterijcapaciteit
indien de radio wordt gebruikt op
batterijen. (Als uw radio van stroom
wordt voorzien door een USB-kabel
of USB-netadapter, dan wordt de
batterijcapaciteit niet getoond op het
display.)
Page 11
Nieuwe zenders zoeken – DAB
Naar mate de tijd verstrijkt, kunnen er nieuwe zenders
beschikbaar komen. Ga als volgt te werk om nieuwe zenders te
zoeken:
1. Druk op Band om de DAB-radiomodus te selecteren.
2. Houd Menu ingedrukt zodra de radio in de DAB-modus staat.
3. Druk op Tuning up/ down om “Scan” te selecteren.
4. Druk op Select om de scan te starten. Het display toont de
melding 'Scanning' en de radio voert een scan op de DAB Band
III-frequenties uit.
Als er nieuwe zenders worden gevonden, zal de zenderteller worden
opgehoogd en worden de zenders toegevoegd aan de lijst.
Een balk geeft de voortgang van de scan weer.
Handmatig afstemmen – DAB
Met handmatig afstemmen kunt u direct op de verschillende DAB
Band III kanalen afstemmen.
1. Houd Menu ingedrukt om het DAB-instellingenmenu te openen.
2. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag tot het display
“Manual tune” toont.
3. Druk op de knop Select. Druk op de knop Afstemmen omhoog/
omlaag om af te stemmen op het gewenste DAB-kanaal.
4. Druk op de knop Select om het gewenste DAB-kanaal te
selecteren. De heldere niet-gevulde rechthoek geeft de
minimale signaalsterkte aan die benodigd is voor bevredigende
ontvangst. De signaalsterkte-balk zal op en neer gaan en de
signaalsterkte aangeven terwijl u de telescopische antenne van
uw radio verplaatst.
5. Het display zal de naam van de DAB-multiplex tonen als er een DAB-
signaal wordt gevonden. Nieuw gevonden zenders zullen worden
toegevoegd aan de zenderlijst die is opgeslagen in de radio.
6. Druk op de knop Select om terug te keren naar het normale
afstemmen.
Dynamic Range Control instellingen – DAB
DRC kan zachte geluiden makkelijker hoorbaar maken, wanneer
uw radio wordt gebruikt in een lawaaiige omgeving.
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Houd Menu ingedrukt om het DAB-instellingenmenu te openen.
3. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag tot het display
“DRC value” toont.
4. Druk op de knop Select om de instelling te openen.
5. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag om de gewenste
DRC-instelling te selecteren (de standaardinstelling is 0).
DRC 0 – DRC is uitgeschakeld, uitgezonden DRC zal worden
genegeerd.
DRC 1 – DRC is ingesteld zoals verzonder door de uitzender.
DRC 1/2 – DRC niveau is ingesteld op 1/2 van datgene wat de
uitzender verzendt.
6. Druk op de knop Select om de instelling te bevestigen. Het
display zal terugkeren naar de weergave van de voorgaande
radiomodus.
Opmerking:
Niet alle DAB-uitzendingen maken gebruik van de DRC-functie.
Als de uitzending geen ondersteuning biedt aan DRC, dan zal de
DRC-Instelling op de radio geen effect hebben.
NL
70
Page 12
Niet-beschikbare zenders verwijderen – DAB
Het is mogelijk dat er na verloop van tijd wordt gestopt met het
uitzenden van bepaalde DAB-diensten of het is mogelijk dat u
naar een andere locatie bent verhuisd en daardoor bepaalde
zenders niet meer kunt ontvangen. Om zenders die niet meer
beschikbaar zijn te verwijden uit de DAB-zenderlijst kunt u gebruik
maken van de functie voor het verwijderen van niet-beschikbare
zenders.
Zenders die niet gevonden kunnen worden of die een lange tijd
niet zijn ontvangen worden in de zenderlijst gemarkeerd met een
vraagteken.
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Druk op Band tot de DAB-modus is geselecteerd.
3. Houd Menu ingedrukt om het DAB-instellingenmenu te openen.
4. Druk op Tuning up / down tot ‘Prune’ op het display verschijnt.
Druk op Select om de instelling te openen.
5. Druk op Tuning up / down om ‘Yes’ te selecteren. Druk op
Select om alle niet-beschikbare zenders uit de zenderlijst te
verwijderen.
6. Als u niet-beschikbare zenders niet wilt verwijderen, selecteer
dan ‘No’ in stap 5 en druk daarna op Select. Het display keert
terug naar het voorgaande menu.
Opmerking:
Als u bent verhuisd naar een ander deel van het land, dan moet
u opnieuw naar zenders zoeken (zie het voorgaande hoofdstuk
'Nieuwe zenders zoeken').
71
Zendervolgorde– DAB
Uw radio heeft 3 selecteerbare instellingen voor de
zendervolgorde.
De instellingen voor zendervolgorde zijn: ‘name’, ‘ensemble’ en
‘active’.
Opmerking: De standaardinstelling voor zendervolgorde op uw
radio is ‘name’.
1. Houd Menu ingedrukt, in de DAB-modus, om het DABinstellingenmenu te openen.
2. Druk op Tuning up/down tot ‘Station Order’ verschijnt op het
display. Druk op Select om de instelling te openen.
3. Druk op Tuning up/down tot de gewenste zendervolgorde wordt
weergegeven.
4. Kies uit naam, actief en samen.
‘Name’ – sorteert de zenderlijst alfanumeriek 0...9 A...Z.
'Active' – toont alleen de zenders waarvan een significant
signaal kan worden gevonden.
‘Ensemble’ – sorteert de zenderlijst op DAB-multiplex.
De huidige instelling wordt aangegeven met een asterisk.
5. Druk op Select om de instelling te selecteren.
Page 13
Uw radio bedienen – FM
1. Strek de telescopische antenne voorzichtig uit.
2. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
3. Druk op de knop Band om de FM-band te selecteren.
4. Druk op de knop Select tot het display “Auto tune ” toont.
5. Druk op de knop Afstemmen omhoog. Uw radio zal vanaf de
getoonde frequentie omhoog scannen en automatisch stoppen
wanneer er een zender met voldoende sterkte wordt gevonden.
Druk, om naar lagere frequenties te scannen, op Tuning
Down. Uw radio scant nu naar lagere frequenties (van hoge
frequenties naar lage frequenties) en stopt automatisch als er
een zender met voldoende signaalsterkte wordt gevonden.
6. Het display zal de frequentie van het gevonden signaal tonen.
Als er RDS-informatie beschikbaar is, zal het display na een
paar seconden de naam van de radiozender tonen.
7. Wanneer het einde van de golfband is bereikt, dan zal uw radio
verder gaan vanaf het andere uiteinde van de golfband.
8. Gebruik de volumeregeling om het volume naar wens in te
stellen.
9. Houd Power ingedrukt om uw radio uit te schakelen.
Handmatig afstemmen – FM
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Druk op de knop Band om de FM-band te selecteren.
3. Druk op de knop Select tot het display “Manual tune ” toont.
4. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag om af te stemmen
op een zender. De frequentie zal veranderen met stappen van
50kHz. U kunt met een aantal stappen per seconde scannen
door één van de knoppen ingedrukt te houden.
5. Wanneer het einde van de golfband is bereikt, dan zal uw radio
verder gaan vanaf het andere uiteinde van de golfband.
6. Gebruik de volumeregeling om het volume naar wens in te
stellen.
7. Druk nogmaals op de knop Select om het handmatig
afstemmen te beëindigen, het display zal “Auto tune ” tonen.
NL
72
Page 14
Displaymodi – FM
In de FM-modus kan de onderste regel van het display worden
ingesteld op één van de volgende modi:
1. Druk op de knop Info om door de verschillende opties te
bladeren.
a. Radiotekst Toont scrollende tekstberichten, zoals
artiest/track, telefoonnummer, etc.
b. Programmatype Toont het soort zender waar naar
geluisterd wordt, bv. pop, klassiek,
nieuws, etc.
c. Tijd en datum Toont de huidige tijd en datum.
d. Frequentie Toont de frequentie van de huidige
zender.
e. Audiotype Toont het audiotype van de huidige
zender.
f . Batterijcapaciteit Toont de huidige batterijcapaciteit indien
de radio wordt gebruikt op batterijen. (Als
uw radio van stroom wordt voorzien door
een USB-kabel of USB-netadapter, dan
wordt de batterijcapaciteit niet getoond op
het display.)
Opmerking:
Deze informatie is alleen beschikbaar in FM-modus als de radio
RDS-informatie van de zender kan ontvangen
73
Voorkeurszenders instellen– DAB en FM
Er zijn 15 voorkeurszenders beschikbaar voor elk van de twee
golfbanden.
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Stem zoals eerder beschreven af op de gewenste zender.
3. Druk, om de zender op te slaan als voorkeurzender, op
Page om de gewenste voorkeurzenderpagina (1 tot 3)
te selecteren en houd daarna de knop van het gewenste
voorkeurzendernummer (1-5) ingedrukt tot het display
bijvoorbeeld de melding “P1M1 stored” toont. Het display
toont de pagina en het nummer van de geselecteerde
voorkeurzender, bijv.“P1M1”. Herhaal de procedure voor de
resterende voorkeurzenders.
4. Voorkeurszenders die al zijn opgeslagen kunnen indien nodig
met de bovenstaande procedure ook worden overschreven.
Voorkeurszenders oproepen– DAB en FM
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Selecteer de gewenste golfband.
3. Druk op Page om de gewenste voorkeurzenderpagina te
selecteren en druk daarna kort op de knop van de gewenste
voorkeurzender. Uw radio stemt nu af op de voorkeurzender
die is opgeslagen in het geheugen.
Page 15
Stereo / Mono instelling – FM
Uw radio zal stereo-uitzendingen in stereo afspelen (via
hoofdtelefoon), zolang het ontvangen signaal van voldoende
sterkte is. Echter, wanneer een stereo-signaal zwakker wordt, dan
zal het audiosignaal slechter worden. Het kan wenselijk zijn om de
radio te forceren het station in mono af te spelen om het niveau
van de audio-ruis te verminderen.
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen. Stem zoals
eerder beschreven af op de gewenste FM-zender.
2. Houd Info ingedrukt om het FM-instellingenmenu te openen.
3. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag tot het display
“Mono Override” toont op de onderste regel. Druk op de knop
Select. De onderste regel zal “Override Off” tonen als de radio
in de Auto-Stereo modus is.
4. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag om te schakelen
naar Mono-Override. De radio zal bij gebruik van deze
instelling de huidige zender afspelen in mono, ongeacht of u
de hoofdtelefoon of de luidspreker gebruikt. Mono override is
een tijdelijke instelling en wordt alleen toegepast op de huidige
zender. Het wordt geannuleerd door af te stemmen op een
andere zender
5. Als u Mono-Override onder het luisteren naar de huidige
zender wilt annuleren, druk en houd de knop Info ingedrukt en
druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag tot het display
“Mono Override” op de onderste regel toont. Druk op de knop
Select. De onderste regel zal “Override On” tonen als de radio
in Mono-Override modus is.
6. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag om MonoOverride uit te zetten. De radio zal de huidige zender in stereo
afspelen door de hoofdtelefoon als het signaal sterk genoeg is.
Instelling scangevoeligheid – FM
Uw radio zal normaal gesproken naar FM-zenders zoeken met
een signaal dat sterk genoeg is voor goede ontvangst. Het is
echter mogelijk dat u wilt dat de Auto-scan-functie ook zwakkere
signalen kan vinden, mogelijk van verre radiozenders. Uw radio
heeft een local / distant optie voor de Auto-scan-functie.
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Druk indien nodig op de knop Band om de FM-band te
selecteren.
3. Houd Info ingedrukt om het FM-instellingenmenu te openen.
4. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag tot het display “FM
Scan Zone” toont en druk vervolgens op de knop Select om
instelling van de scanzone te openen.
5. Druk op de knop Afstemmen omhoog/omlaag om te schakelen
tussen Local en Distant opties op de onderste regel van het
display. De optie Distant laat de radio tijdens het scannen ook
zoeken naar zwakkere signalen.
6. Druk op de knop Select om uw selectie te bevestigen. De radio
zal terugkeren naar de normale weergave. De instelling Local
of Distant wordt opgeslagen in de radio en blijft van kracht tot
de instelling wordt veranderd of een systeemreset.
Opmerking:
De initiële instelling (bij aanschaf van de radio of na een
systeemreset) zorgt ervoor dat de radio zwakke (verre) signalen
negeert.
NL
74
Page 16
Klok en alarmen
De klok automatisch bijwerken
U kunt instellen dat het apparaat de klok moet instellen met
behulp van DAB- of FM- uitzendingen.
Na een stroomonderbreking zal de radio dan, wanneer de
radio weer wordt ingeschakeld, zijn klok instellen als er naar de
DAB- of FM-modus wordt geschakeld. Als alternatief kunt u ook
specificeren dat de tijd niet automatisch wordt ingesteld. In dit
geval moet de klok altijd handmatig worden ingesteld na een
stroomonderbreking.
1. Schakel de radio in en houd Menu ingedrukt om het menu van
de huidige modus te openen.
2. Druk op Tuning up/down tot “Time” is geselecteerd op het
display. Druk op Select om de instelling te openen.
3. Druk op Tuning up/down tot “Auto” is geselecteerd op het
display. Druk op Select om de instelling te openen.
4. Druk op Tuning up/down om de gewenste optie voor het
bijwerken te selecteren: “DAB”, “FM”, “Any” of “No”. Druk
ter bevestiging van uw keuze op Select. De radio verlaat de
instelling en keert terug naar het voorgaande menu.
75
De klok handmatig instellen
1. Schakel de radio in en houd Menu ingedrukt om het menu van
de huidige modus te openen.
2. Druk op Tuning up/down tot “Time” is geselecteerd op het
display. Druk op Select om de instelling te openen.
3. Druk op Tuning up/down tot “Manual” is geselecteerd op het
display. Druk op Select om de instelling te openen.
4. De uurcijfers knipperen op het display. Druk op Tuning up/
down om de uren naar wens in te stellen. Druk op Select om de
instelling te bevestigen.
5. De minuutcijfers knipperen op het display. Druk op Tuning up/
down om de minuten naar wens in te stellen. Druk op Select
om de instelling te bevestigen.
6. De datumcijfers knipperen op het display. Druk op Tuning up/
down om de gewenste datum te selecteren. Druk op Select om
de instelling te bevestigen.
7. De maandcijfers knipperen op het display. Druk op Tuning up/
down om de gewenste maand te selecteren. Druk op Select om
de instelling te bevestigen.
8. De jaarcijfers knipperen op het display. Druk op Tuning up/
down om het gewenste jaar te selecteren.
Druk op Select om de instelling te bevestigen. Het instellen van
de klok is nu voltooid. U kunt de tijd weergeven door op Clock
te drukken.
Page 17
De alarmtijden instellen
Uw wekkerradio beschikt over twee alarmen die kunnen worden
ingesteld om u te wekken met radio- of zoemeralarm.
Elk alarm kan worden ingesteld om eens, dagelijks, op
weekdagen of in de weekenden af te gaan. Zorg ervoor dat de
tijd juist is ingesteld voordat u de alarmen instelt.
1. Schakel uw radio in en houd Menu ingedrukt om het menu van
de huidige modus te openen.
2. Druk op Tuning up/down tot “Alarm 1 / 2” wordt getoond op het
display. Druk op Select om de instelling te openen.
3. Druk op Tuning up/down om “Alarm 1” of “Alarm 2” te
selecteren en druk op Select om de instelling te openen.
Opmerking: Als de radio standby staat, kunt u ook Alarm 1 of
Alarm 2 ingedrukt houden om de alarminstelling te openen.
4. Druk op Tuning up/down om ‘Alarm On’ of ‘Alarm Off’ te
selecteren en druk ter bevestiging op Select. Als ‘Alarm Off’
wordt geselecteerd, zal de huidige instelling voor het alarm
worden geannuleerd.
Selecteer ‘Alarm On’ om door te gaan met het instellen van het
alarm.
5. Druk op Tuning up/down om het gewenste uur te selecteren.
Druk op Select om de instelling te bevestigen.
6. Druk op Tuning up/down om het gewenste aantal minuten te
selecteren. Druk op Select om de instelling te bevestigen.
7. Druk op Tuning up/down om één van de volgende
alarmfrequenties te selecteren:
‘Once’: het alarm gaat eenmalig af
‘Weekends’: het alarm gaat alleen in de weekenden af
‘Weekdays’: het alarm gaat alleen op weekdagen af
‘Daily’: het alarm gaat elke dag af
Druk ter bevestiging van uw keuze op Select.
8. Druk op Tuning up/down om de gewenste alarmbron te
selecteren (DAB, FM, zoemer).
Druk ter bevestiging op Select. Als de alarmbron is ingesteld
op zoemer (buzzer), ga dan naar stap 10.
9. Als het alarm is ingesteld om u te wekken met radio, druk
dan op Tuning up/down om te kiezen uit de laatst beluisterde
zender of een van de voorkeurzenders. Druk ter bevestiging
van uw keuze op Select.
Opmerking: Het alarm kan alleen gebruik maken van een
voorkeurzender die al is opgeslagen.
10. Druk op Tuning up/down om het gewenste alarmvolume
te selecteren en druk ter bevestiging op Select. Uw radio
toont de melding “Alarm Saved” en verlaat het scherm voor
het instellen van het alarm. Alarmen worden op het display
aangegeven door het alarmsymbool en het bijbehorende
alarmnummer (bijv.
Opmerking: Als de radio standby staat, kunt u ook op Alarm
1 of Alarm 2 drukken om het bijbehorende alarm in of uit te
schakelen.
or
).
NL
76
Page 18
Als het alarm afgaat
Het alarm zal op de geselecteerde tijden tot 60 minuten
afgaan, tenzij het wordt geannuleerd. Het maximale volume dat
wordt gebruikt voor het alarm wordt gespecificeerd tijdens de
instelprocedure van het alarm. Als uw radio is ingesteld om u te
wekken met het radioalarm, zal uw radio naar de geselecteerde
radiozender schakelen. Als de radio geen verbinding kan maken
met de gespecificeerde radiozender, zal in plaats daarvan de
zoemer worden gebruikt.
U kunt een alarm dat afgaat annuleren door Power ingedrukt te
houden.
Opmerking: Als de radio is ingeschakeld vanwege een
radioalarm, dan kunt u gebruik maken van de basisfuncties zoals
de volumeregeling.
Als het alarm wordt geactiveerd, start het zacht en neemt het
geleidelijk toe in volume. Nadat de 60 minuten zijn verstreken,
schakelt de radio automatisch terug naar de standbymodus.
77
Sluimertimer
1. Als het radioalarm afgaat, kunt u het alarm voor het
geselecteerde aantal minuten dempen door op een willekeurige
knop, behalve Volume up/down, te drukken. Als het
zoemeralarm klinkt, kunt u op een willekeurige knop drukken.
Dit dempt het alarm voor het geselecteerde aantal minuten. De
sluimertimer kan worden ingesteld tussen 5 en 20 minuten met
stappen van 5 minuten. De standaardinstelling is 10 minuten.
2. De sluimerduur kan alleen worden ingesteld terwijl de radio
afspeelt. U kunt de sluimerduur van de sluimertimer instellen
door Menu ingedrukt te houden en het menu van de huidige
modus te openen.
3. Druk daarna op Tuning up/down tot 'Snooze Duration' wordt
getoond op het display. Druk op Select om de instelling te
openen.
4. Druk op Tuning up/down om de sluimertijd naar wens in te
stellen op 5, 10, 15 of 20 minuten. Druk ter bevestiging van uw
keuze op Select. Als “Off” wordt geselecteerd, zal het alarm niet
worden gedempt indien u op een willekeurige knop drukt terwijl
het alarm afgaat.
5. Als de sluimertimer actief is, knippert het symbool “Z” op het
display.
6. Als het alarm is gedempt, kunt u de sluimertimer annuleren
door Power ingedrukt te houden.
Page 19
Slaaptimer
Uw wekkerradio kan worden ingesteld om uit te schakelen
wanneer een vooraf ingestelde tijd is verstreken.
De slaapinstelling kan worden ingesteld tussen 10 en 90 minuten.
Zorg ervoor dat uw wekkerradio is ingeschakeld.
1. U kunt de gewenste slaaptijd instellen door Sleep timer
ingedrukt te houden om het instellingenmenu te openen.
2. Druk daarna herhaaldelijk op Tuning up/down om de gewenste
slaaptijd te selecteren. Druk ter bevestiging van uw keuze op
Select. Gebruik de optie “Off” om de slaapfunctie te annuleren.
Een actieve slaaptimer wordt op het display getoond met het
symbool “S”. Uw wekkerradio schakelt uit nadat de vooraf
ingestelde tijd is verstreken.
3. U kunt de slaaptimer annuleren voordat de ingestelde tijd is
verstreken of de wekkerradio onmiddellijk uitschakelen. U kunt
de radio onmiddellijk uitschakelen door Power ingedrukt te
houden. Als u de slaaptimer wilt annuleren en het afspelen wilt
voortzetten, ga dan terug naar de instellingen van de slaaptimer
(stap 1 en 2) en selecteer de optie “Off” in stap 2.
4. U kunt de resterende tijd van een actieve slaaptimer bekijken
op het display door Sleep timer ingedrukt te houden.
Softwareversie
De getoonde softwareversie kan niet worden veranderd en dient
alleen ter informatie.
1. U kunt de softwareversie bekijken op het display door Menu
ingedrukt te houden en het menu te openen.
2. Druk daarna herhaaldelijk op Tuning Up/Down tot “SW Version”
verschijnt op het display.
3. Druk op Select, de softwareversie verschijnt nu op het display.
4. Druk op een willekeurige knop om de weergave van de
softwareversie te verlaten.
NL
78
Page 20
Systeemreset
Als uw radio niet meer correct functioneert of als bepaalde
getallen op het display niet getoond worden of incompleet zijn,
volg dan de volgende procedure.
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Houd Menu ingedrukt om het menu van de huidige modus te
openen.
3. Druk herhaaldelijk op Tuning Up/Down tot het display “Factory
Reset” toont en druk op Select om de instelling te openen.
4. Druk op Tuning Up/Down button om “Yes” of “No” te selecteren.
Als u geen systeemreset wilt uitvoeren, selecteer dan “No” en
druk daarna ter bevestiging op Select.
5. Als u “Yes” selecteert en daarna op Select drukt, wordt er
een volledige reset uitgevoerd. Alle voorkeurzenders en
zenderlijsten worden gewist. Alle instellingen worden ingesteld
op hun standaardwaarden. Na een systeemreset wordt de
radio opnieuw opgestart. Het display toont de melding “Welcome
to Digital Radio” en er wordt een scan op de DAB band III
uitgevoerd. Reset het product in het geval van storing als
gevolg van elektrostatische ontlading (het is mogelijk nodig om
de voeding opnieuw aan te sluiten) om het normale gebruik te
hervatten.
79
Taal
Uw radio kan de menu’s in verschillende talen weergeven.
1. Houd Power ingedrukt om uw radio in te schakelen.
2. Houd Menu ingedrukt om het instellingenmenu te openen en
druk daarna op Tuning up/down om “Language” te selecteren.
Druk op Select om de instelling te openen.
3. Druk op Tuning up/down om de gewenste taal te selecteren.
4. Druk op Select ter bevestiging van uw keuze.
De menu’s op het display worden daarna weergegeven in de
gekozen taal.
Page 21
Hoofdtelefoonaansluiting
Er zit een 3,5mm hoofdtelefoonaansluiting op de rechterkant
van uw wekkerradio, zodat u een hoofdtelefoon of oortelefoon
op de wekkerradio kunt aansluiten. De interne luidspreker
zal automatisch worden gedempt als er een stekker in de
hoofdtelefoonaansluiting wordt gedrukt.
BELANGRIJK:
Overmatige geluidsdruk van oortelefoons en hoofdtelefoons kan
leiden tot gehoorverlies.
Luister niet voor lange perioden op hoog volume om
mogelijke gehoorschade te voorkomen.
Achtergrondverlichting display
1. De achtergrondverlichting van het display wordt bij
gebruik op batterijen ongeveer 10 seconden ingeschakeld
wanneer er op een willekeurige knop wordt gedrukt en de
radio is ingeschakeld. Als de radio standby staat, zal de
achtergrondverlichting van het display alleen als er op Power
wordt gedrukt ongeveer 10 seconden worden ingeschakeld.
2. Als de radio van stroom wordt voorzien met behulp van een
USB-kabel of USB-netadapter, zal de achtergrondverlichting
van de radio altijd zijn ingeschakeld als de radio is ingeschakeld.
Als de radio standby staat, zal de achtergrondverlichting van
het display voor ongeveer 10 seconden worden ingeschakeld
als er op een willekeurige knop wordt gedrukt.
NL
80
Page 22
Specicaties
Voeding
Lichtnet DC 5V /1A
Batterijen 2 x LR6 (maat AA) Alkaline of NiMH oplaadbaar
Frequentiebereik
FM:87.5 – 108 MHz
DAB:5A 174.928 – 13F 239.200MHz
Het bedrijf behoudt zich het recht voor om de specicaties te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Als u dit product op enig moment in de toekomst wilt weggooien, houd er dan rekening mee dat afgedankte elektrische producten
niet met het huisafval mogen worden weggegooid. Recycle indien mogelijk. Neem contact op met uw gemeente of winkel voor
advies over recycling. (Richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur)