Samsung WB750 User Manual [nl]

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
WB750
Inhoud
Basisfuncties
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Instellingen
Bijlagen
Index

Informatie over gezondheid en veiligheid

Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Raadpleeg voor informatie over de Open Source-
licentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf' op de meegeleverde CD-ROM.
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 33
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 56
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 83
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie, HDTV of 3D-televisie aansluit.
Instellingen 110
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Bijlagen 116
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
4
Indicatoren gebruikt in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Indicator
Smart Auto
Programma
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig
DUAL IS
Scène
Panorama
Creatieve filmmaker
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld. Opmerking: de modus s ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Bijvoorbeeld:
S p
G
d s R K v
Beschikbaar in de modi Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, DUAL IS en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
() Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
selecteer
a
a
* Voetnoot
Fotoformaat (betekent: selecteer
en selecteer vervolgens Fotoformaat).
5
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting
S
6
Overbelicht (te helder)
S

Algemene problemen oplossen

Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp.
Het onderwerp is te donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 60)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 97)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 62)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 31)
Gebruik de modus d. (pag. 46)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 36)
Schakel de flitser in. (pag. 60)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 62)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 36)
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 60)
Pas de belichting aan. (pag. 72)
Stel de lichtmeting in op Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt. (pag. 73)
7

Beknopt overzicht

Foto's van mensen maken
s
-modus > Beautyshot f 39
Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of corrigeren)
Gezichtsdetectie f 67
Zelfportret f 68
60
f
's Nachts of in het donker foto's maken
s
-modus > Nacht, Zon onder, Dageraad
36
f
Flitseropties f 60
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
62
f
Actiefoto's maken
h
-modus f 44
Modus voor snelle serieopnamen f 77
Vooraf vastleggen f 78
De belichting aanpassen (helderheid)
s
-modus > HDR f 37
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
62
f
EV (de belichting aanpassen) f 72
L.meting f 73
Belichtingstrap f 78
Panoramische actiefoto's maken
R
-modus > Actiepanorama f 49
Foto's van tekst, insecten en bloemen maken
s
-modus > Tekst f 36
Macro f 63
Foto's van de omgeving maken
s
-modus > Landschap f 36
R
-modus f 47
3D-foto's maken
s
-modus > 3D-foto f 37
R
-modus > 3D-panorama f 47
Effecten toepassen op foto's
s
-modus > Zoomopname f 40
Smart filter-effecten f 80
Beeld aanpassen (Contrast, Scherpte of Kleurverz. aanpassen)
82
f
8
Bewegingsonscherpte voorkomen
OIS (Optical Image Stabilization) f 30
d
-modus f 46
Bestanden op categorie bekijken in Smart
87
Album
f
Bestanden weergeven als miniaturen f 88
Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen
Foto's als diashow weergeven f 92
Bestanden op een televisie, HDTV of 3D-televisie weergeven
De camera op een computer aansluiten
Geluid en volume aanpassen f 112
De helderheid van het scherm aanpassen
De schermtaal wijzigen f 113
De datum en tijd instellen f 113
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
89
f
100
f
103
f
112
f
127
f

Inhoud

Basisfuncties
Uitpakken .................................................................... 13
Indeling van de camera ............................................... 14
De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... 17
De batterij opladen en de camera inschakelen .......... 18
De eerste instellingen uitvoeren .................................. 19
Uitleg over de pictogrammen ...................................... 21
Opties of menu's selecteren ....................................... 22
Het scherm en geluid instellen .................................... 25
Foto's maken ............................................................... 27
Tips om betere foto's te maken .................................. 31
..................................................................... 12
De batterij opladen ..................................................... 18
De camera inschakelen .............................................. 18
[MENU] gebruiken ...................................................... 22
[Fn] gebruiken ............................................................ 24
Het schermtype instellen ............................................. 25
Het geluid instellen ..................................................... 26
Zoomen .................................................................... 28
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ....................... 30
Uitgebreide functies
De Smart Auto-modus gebruiken ............................... 34
De Scènemodus gebruiken ......................................... 36
De Programmamodus gebruiken ................................ 41
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of
Handmatig gebruiken .................................................. 42
De DUAL IS-modus gebruiken .................................... 46
De Panoramamodus gebruiken .................................. 47
De Filmmodus gebruiken ............................................ 50
De Creatieve filmmaker-modus gebruiken ................. 54
9
......................................................... 33
De 3D-fotomodus gebruiken ....................................... 37
De HDR-modus gebruiken .......................................... 37
De modus Magisch kader gebruiken ............................ 38
De Beautyshot-modus gebruiken ................................ 39
De Zoomopname gebruiken ........................................ 40
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken ....................... 43
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ............................. 44
De modus Handmatig gebruiken ................................. 45
De 2D- of 3D-panorama gebruiken .............................. 47
De Actiepanorama-modus gebruiken ........................... 49
Video's met hoge snelheid opnemen ........................... 52
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken .............. 53
Een film maken met de Creatieve filmmaker .................. 54
Een film weergeven die is gemaakt in de Creatieve filmmaker-modus
......................................... 55
Inhoud
Opnameopties
.................................................................. 56
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren .................... 57
De resolutie selecteren ............................................... 57
De fotokwaliteit instellen .............................................. 58
De timer gebruiken ...................................................... 59
Opnamen in het donker maken ................................... 60
Rode ogen voorkomen ............................................... 60
De flitser gebruiken ..................................................... 60
De ISO-waarde aanpassen ......................................... 62
De scherpstelling aanpassen ...................................... 63
Macro gebruiken ........................................................ 63
Autofocus gebruiken ................................................... 63
Scherpstellen op een geselecteerd gebied ................... 65
Meebewegende autofocus gebruiken .......................... 65
Het scherpstelgebied aanpassen ................................. 66
10
Gezichtsdetectie gebruiken ........................................ 67
Gezichten detecteren ................................................. 67
Een zelfportret maken ................................................. 68
Een foto van een lachend gezicht maken ..................... 68
Knipperende ogen detecteren ..................................... 69
Slimme gezichtsherkenning gebruiken .......................... 69
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ................... 70
Helderheid en kleur aanpassen ................................... 72
De belichting handmatig aanpassen (EV) ...................... 72
De lichtmeetmethode wijzigen ..................................... 73
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ............................. 74
Serieopnamen ............................................................. 77
Foto's maken in de modus voor snelle serieopnamen .... 77
Foto's maken in de modus voor vooraf vastleggen ........ 78
Foto's met de bracketfunctie maken ............................ 78
Effecten toepassen/beelden aanpassen ..................... 80
Smart filter-effecten toepassen .................................... 80
Foto's aanpassen ....................................................... 82
Inhoud
Afspelen/bewerken
........................................................... 83
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ...... 84
De afspeelmodus starten ............................................ 84
Foto's weergeven ....................................................... 90
Een video afspelen ..................................................... 93
Foto's bewerken .......................................................... 95
Het formaat van foto's wijzigen ..................................... 95
Een foto draaien ......................................................... 95
Smart filter-effecten toepassen .................................... 96
Foto's aanpassen ....................................................... 97
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................. 98
Bestanden weergeven op een televisie, HDTV of
3D-televisie ................................................................ 100
Bestanden overbrengen naar een
Windows-computer ................................................... 103
Bestanden overbrengen met Intelli-Studio ................... 104
Bestanden overbrengen door de camera aan te sluiten als verwisselbare schijf
De camera loskoppelen (voor Windows XP) ................ 107
.................................... 106
Bestanden overbrengen naar een Mac-computer ... 108
Foto's afdrukken met een PictBridge-fotoprinter ..... 109
11
Instellingen
...................................................................... 110
Instellingenmenu ....................................................... 111
Het instellingenmenu openen .................................... 111
Geluid ..................................................................... 112
Scherm ................................................................... 112
Instellingen ............................................................... 113
Bijlagen
............................................................................ 116
Foutmeldingen ........................................................... 117
Cameraonderhoud .................................................... 118
De camera reinigen .................................................. 118
De camera gebruiken of opbergen ............................. 119
Geheugenkaarten .................................................... 120
De batterij ................................................................ 123
Voordat u contact opneemt
met een servicecenter ............................................... 127
Cameraspecificaties .................................................. 130
Woordenlijst ............................................................... 134
Index .......................................................................... 139

Basisfuncties

Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Indeling van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera inschakelen
De eerste instellingen uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Opties of menu's selecteren
…………………………………… 13
…………………… 14
………………………………… 18 De batterij opladen De camera inschakelen
[MENU] gebruiken [Fn] gebruiken
……………………… 18
…………………… 18
…………… 21
……………… 22
………………………… 22
…………………………… 24
………… 19
… 17
Het scherm en geluid instellen
Het schermtype instellen Het geluid instellen
Foto's maken
Zoomen Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………… 26
……………………………… 27
…………………………………… 28
…………… 25
………………… 25
………… 31
… 30

Uitpakken

De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
Camera AC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Gebruiksaanwijzing op cd-rom Snelstartgids
Basisfuncties
Camera-etui HDMI-kabel A/V-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd.
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
13

Indeling van de camera

Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Ontspanknop
Flitser
AF-hulplampje/Timerlampje
Lens
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Power-knop
Basisfuncties
Microfoon
Luidspreker
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
14
Indeling van de camera
Modusdraaiknop
(pag. 16)
Statuslampje
Knippert: Wanneer de camera een foto of video opslaat, wordt gelezen door een computer of printer of wanneer de afbeelding niet scherp is.
Licht op: Wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld.
Scherm
Basisfuncties
15
Knoppen
(pag. 16)
Zoomknop
In de opnamemodus: In- en uitzoomen
In de afspeelmodus: Inzoomen op een deel van de foto, bestanden als miniaturen weergeven of het volume aanpassen
De polslus bevestigen
x
y
Indeling van de camera
Modusdraaiknop
Pictogram Beschrijving
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de camera
T
automatisch een geschikte scènemodus selecteert.
Programma: hiermee maakt u een foto door opties
p
in te stellen, met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde.
Diafragmaprioriteit: hiermee selecteert de camera de sluitertijd op basis van de
A
diafragmawaarde die u handmatig hebt ingesteld.
Sluiterprioriteit: hiermee selecteert de camera
G
de diafragmawaarde op basis van de sluitertijd die
h
u handmatig hebt ingesteld.
Handmatig: hiermee kunt u verschillende camera-instellingen aanpassen, waaronder de
M
sluitertijd en diafragmawaarde.
DUAL IS: hiermee maakt u een foto met opties die
d
geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen.
Scène: hiermee maakt u een foto met opties die vooraf
s
zijn ingesteld voor een specifieke scène.
Panorama: hiermee maakt u een serie foto's die worden
R
gecombineerd om een panoramisch beeld te maken.
Creatieve filmmaker: hiermee maakt u films op basis
K
van foto's en video's die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
Film: hiermee kunt u instellingen aanpassen voor het
v
opnemen van een video.
Basisfuncties
Knoppen
Knop Beschrijving
Het opnemen van een video starten.
Opties of menu's openen.
Opties voor serieopnamen openen.
Wanneer u op de navigatieknop drukt:
D
c F
t
Wanneer u de navigatieknop draait:
Scrollen naar een optie of menu.
Sluitertijd, diafragma of belichtingswaarde aanpassen in de opnamemodus.
Scrollen door bestanden in de afspeelmodus.
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
De afspeelmodus openen.
Opties openen in de opnamemodus.
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
16
Basisfuncties Overige functies
De schermoptie wijzigen. Omhoog
De macro-optie wijzigen. Omlaag
De flitseroptie wijzigen. Naar links
De timeroptie wijzigen. Naar rechts

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht.
Geheugenkaart
Plaats de batterij met het Samsung-logo naar boven.
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf.
Schuif de vergrendeling omlaag om de batterij los te maken.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen geheugenkaart is geplaatst.
17

De batterij opladen en de camera inschakelen

De batterij opladen

Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Indicatielampje
Rode lampje brandt: opladen
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties

De camera inschakelen

Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus.
Als u de camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, laat de camera geen geluiden horen.
18

De eerste instellingen uitvoeren

Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren.
Controleer of Language is gemarkeerd en druk op [t]
1
of [
o
].
Druk op [D/c/F/t] om een taal te selecteren en
2
druk op [
o
].
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk op [t]
3
of [
o
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk
4
op [
o
].
Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een nieuwe tijdzone.
Druk op [F/t] om een tijdzone te selecteren en druk
5
op [
o
].
Als u de zomertijd wilt instellen, drukt u op [D].
Tijdzone : Thuis
Londen
Terug Zomertijd
19
De eerste instellingen uitvoeren
Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren
6
en druk op [
Datum/tijd aanpassen
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
7
Druk op [D/c] om de datum en tijd in te stellen en
8
druk op [
t
] of [o].
Jaar Maand Dag Uur Min.
Afsl. Instellen
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
o
].
Basisfuncties
Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk op
9
[
t
] of [o].
Druk op [D/c] om een datumnotatie te selecteren
10
en druk op [
Druk op [m] om over te schakelen naar de
11
o
].
Language
Tijdzone
Datum/tijd aanpassen
Datumtype
Terug
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
Nederlands
Londen
2011/01/01
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Instellen
opnamemodus.
20

Uitleg over de pictogrammen

Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
Opnameopties (links)
Pictogram Beschrijving
Smart filter
Gezichtstint
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en kleurverzadiging)
Witbalans
Witbalans aangepast
Gezichtretouch.
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Sound Alive Aan
ISO-waarde
1
2
3
2
Opnameopties (rechts)
Pictogram Beschrijving
Smart Zoom aan
Fotoresolutie
Videoresolutie
Modus voor één opname
Modus voor snelle serieopnamen
Modus voor vooraf vastleggen
Bracket-modus
Framesnelheid
Fotokwaliteit
Lichtmeting
Flitser
Flitserintensiteit aangepast
Autofocusinstelling
Timer
Basisfuncties
21
3
Opnamegegevens
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Belichtingswaarde
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart geplaatst
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk
opgeladen
: leeg (opladen)
Beschikbare opnametijd
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Histogram (pag. 25)
Huidige tijd en datum

Opties of menu's selecteren

Als u een optie of een menu wilt selecteren, drukt u op [m] of [f].

[MENU] gebruiken

Als u opties wilt selecteren, drukt u op [m] en draait u de navigatieknop of drukt u op [D/c/F/t] of [o].
Druk in de opnamemodus op [m].
1
Draai de navigatieknop of druk op [D/c/F/t] om
2
naar een menu of een optie te scrollen.
of
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het
3
gemarkeerde menu te bevestigen.
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk nogmaals op [m] om terug te gaan naar het vorige menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
22
Opties of menu's selecteren
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de
Programmamodus
Draai de modusdraaiknop naar p.
1
Druk op [m].
2
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl. Verpl.
Draai de navigatieknop of druk op [D/c] om a te
3
selecteren en druk op [
t
] of [o].
Basisfuncties
Draai de navigatieknop of druk op [D/c] om
4
Witbalans te selecteren en druk op [
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl. Verpl.
Draai de navigatieknop of druk op [F/t] om een
5
t
] of [o].
witbalansoptie te selecteren.
Witbalans : Daglicht
Terug Aanpassen
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
6
Druk op [m] om terug te gaan naar de
7
opnamemodus.
23
Opties of menu's selecteren

[Fn] gebruiken

U kunt opnameopties openen door op [f] te drukken, maar sommige opties zijn dan niet beschikbaar.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de
Programmamodus:
Draai de modusdraaiknop naar p.
1
Druk op [f].
2
Fotoformaat : 4096X3072
Afsl. Verpl.
Basisfuncties
Druk op [D/c] om naar te scrollen.
3
Witbalans : Auto witbalans
Afsl.
Draai de navigatieknop of druk op [F/t] om een
4
Verpl.
witbalansoptie te selecteren.
Witbalans : Daglicht
Afsl.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
5
24
Verpl.

Het scherm en geluid instellen

Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.

Het schermtype instellen

U kunt een type weergave selecteren voor de opname­of afspeelmodus. Elk type geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Druk herhaaldelijk op [D] om het schermtype te wijzigen.
Alle informatie over het opnemen tonen
Modus
Opnemen
Afspelen
Beschrijving
Alle opname-informatie verbergen.
Alle opname-informatie verbergen, met uitzondering van informatie onder aan het scherm.
Alle opname-informatie weergeven.
Histogram weergeven.
Alle informatie over het huidige bestand verbergen.
Informatie weergeven over het huidige bestand, met uitzondering van de opname-instellingen en het histogram.
Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Basisfuncties
Over histogrammen
Een histogram is een grafiek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto. Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de grafiek betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur, hoe hoger de piek.
Onderbelicht
S
25
Goed belicht
S
Overbelicht
S
Het scherm en geluid instellen

Het geluid instellen

Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
1
Selecteer U Piepjes.
2
Selecteer een optie.
3
Optie
Uit
Aan
Beschrijving
De camera laat geen geluiden horen.
De camera laat geluiden horen.
Basisfuncties
26

Foto's maken

Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
Draai de modusdraaiknop naar
1
Plaats het onderwerp in het kader.
2
T
.
Basisfuncties
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
4
maken.
Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven.
5
Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [f] en selecteert u Ja.
Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus.
6
Zie pagina 31 voor tips om betere foto's te maken.
27
Foto's maken

Zoomen

U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Zoomverhouding
Uitzoomen
Hoe verder u de zoomknop draait, hoe sneller de camera in- of uitzoomt.
Inzoomen
Basisfuncties
Digitaal zoomen
pAhMs
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 72 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (18X) als de digitale zoomfunctie (4X) gebruikt.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met de optie Gezichtsdetectie, het effect Smart filter, de optie Tracking AF, een optie voor serieopnamen of Handm. scherpstellen.
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit minder worden.
28
Foto's maken
Slim zoomen
U kunt Smart Zoom (24X) gebruiken om in te zoomen met minder kwaliteitsverlies dan met de optische zoomfunctie en digitale zoomfunctie. U kunt tot 72 keer inzoomen als u zowel Smart Zoom als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Zoomindicator
pAhM
Bereik van Smart Zoom
Digitaal bereik
Smart Zoom is niet beschikbaar met de optie Gezichtsdetectie, het effect Smart filter, de optie Tracking AF, een optie voor serieopnamen of Handm. scherpstellen.
Als u een foto maakt met de slimme zoomfunctie, kan de fotokwaliteit minder worden.
Basisfuncties
De slimme zoomfunctie instellen
Druk in de opnamemodus op [m].
1
Selecteer a Smart Zoom.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
29
Beschrijving
Uit: de slimme zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de slimme zoomfunctie is ingeschakeld.
Loading...
+ 114 hidden pages