In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
WB700/WB710
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Instellingen
Bijlagen
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Dit kan brand ontstaan of persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leidden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op
de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen
en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig
verlies van gegevens.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
• HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende
eigenaars.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven
toestemming te hergebruiken of verspreiden.
• Raadpleeg voor informatie over de Open Source-
licentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf' op de
meegeleverde CD-ROM.
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling en
pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het
maken van opnamen.
Uitgebreide functies 31
Hier vindt u informatie over het maken van foto's, het
opnemen van video's en spraakmemo's door een
modus te selecteren.
Opnameopties 45
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in
de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 71
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt afspelen en hoe u foto's en video's
kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op
een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit.
Instellingen 96
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Bijlagen 102
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoud.
4
Indicatoren gebruikt in deze
gebruiksaanwijzing
OpnamemodusIndicator
Smart Auto
Programma
Diafragmaprioriteit
Sluiterprioriteit
Handmatig
DUAL IS
Scène
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
betreffende modi beschikbaar is. De modus s ondersteunt
mogelijk bepaalde functies niet voor alle scènes.
Bijvoorbeeld:
S
p
A
h
M
d
s
v
Beschikbaar in de
modi Programma,
Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit,
DUAL IS en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
PictogramFunctie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
()Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
selecteer
a
a
*Voetnoot
Fotoformaat (betekent: selecteer
en selecteer vervolgens Fotoformaat).
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
AfkortingBetekenis
AEB
AF
DIS
DPOF
EV
ISO
OIS
WB
Auto Exposure Bracket
(Opnamereeks met verschillende belichtingen)
Auto Focus (Autofocus)
Digital Image Stabilization (Digitale beeldstabilisatie)
Digital Print Order Format (Digitale afdrukbestelling)
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half inDruk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd,
diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichtingOverbelichting (te helder)
6
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
•
Stel de flitseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 49)
•
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 84)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
•
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp.
(pag. 29)
•
Gebruik de modus d. (pag. 40)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de
camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
•
Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 34)
•
Schakel de flitser in. (pag. 49)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 34)
•
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 49)
•
Pas de belichting aan. (pag. 61)
•
Stel de lichtmeting in op Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
(pag. 62)
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• s
-modus > Beautyshot f 34
•
Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of
corrigeren)
•
Gezichtsdetectie f 56
49
f
's Nachts of in het donker foto's
maken
• s
-modus > Nacht, Dageraad, Zon onder f 34
•
Flitseropties f 49
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51
Actiefoto's maken
• h
-modus f 38
•
Continu, Bewegingsopname f 66
De belichting aanpassen (helderheid)
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51
•
EV (de belichting aanpassen) f 61
•
L.meting f 62
•
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met
verschillende belichtingen)
66
f
Foto's van tekst, insecten en bloemen
maken
• s
-modus > Tekst f 34
•
Macro f 52
Effecten toepassen op foto's
•
Smart filter-effecten f 67
•
Beeld aanpassen
(Contrast, Scherpte of Kleurverz. aanpassen)
Index .......................................................................... 124
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het
maken van opnamen.
Uitpakken
Indeling van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera
inschakelen
De eerste instelling uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Opties of menu's selecteren
…………………………………… 13
…………………… 14
………………………………… 17
De batterij opladen
De camera inschakelen
……………………… 17
…………………… 17
……………… 18
…………… 20
……………… 21
… 16
Het scherm en geluid instellen
Het schermtype instellen
Het geluid instellen
De gebruikersknop instellen
Foto's maken
Zoomen
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………… 24
……………………………… 25
…………………………………… 26
…………… 23
………………… 23
……………… 24
………… 29
… 28
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
CameraAC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterijPolslus
Optionele accessoires
Camera-etuiHDMI-kabelA/V-kabel
BatterijopladerGeheugenkaart
Gebruiksaanwijzing op cd-romSnelstartgids
Basisfuncties
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
13
Indeling van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Ontspanknop
AF-hulplampje/Timerlampje
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Flitser
Power-knop
Basisfuncties
Microfoon
Luidspreker
Lens
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
14
Indeling van de camera
(zie de onderstaande tabel links)
Pictogram Beschrijving
S
p
A
h
M
d
s
v
Modusdraaiknop
Statuslampje
•
Knippert: de camera slaat een
foto of video op, de camera wordt
uitgelezen door een computer of
printer of het onderwerp is onscherp
•
Licht op: de camera maakt
verbinding met een computer of heeft
scherpgesteld op het onderwerp
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de camera
automatisch een geschikte scènemodus selecteert.
Programma: hiermee maakt u een foto door opties in te stellen,
met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde.
Diafragmaprioriteit: hiermee selecteert de camera de sluitertijd
op basis van de diafragmawaarde die u handmatig hebt ingesteld.
Sluiterprioriteit: hiermee selecteert de camera de
diafragmawaarde op basis van de sluitertijd die u handmatig hebt
ingesteld.
Handmatig: hiermee kunt u verschillende camera-instellingen
aanpassen, waaronder de sluitertijd en diafragmawaarde.
DUAL IS: hiermee maakt u een foto met opties die geschikt zijn
om bewegingsonscherpte te voorkomen.
Scène: hiermee maakt u een foto met opties die vooraf zijn
ingesteld voor een specifieke scène.
Film: hiermee kunt u instellingen aanpassen voor het opnemen
van een video.
Scherm
(zie de onderstaande tabel rechts)
KnopBeschrijving
Het opnemen van een video starten.
Opties of menu's openen.
Een optie openen die u hebt geselecteerd. (pag. 24)
D
c
F
t
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
De afspeelmodus openen.
•
Opties openen in de opnamemodus.
•
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Basisfuncties
15
Zoomknop
•
In de opnamemodus: in- en uitzoomen
•
In de afspeelmodus: inzoomen op een deel
van de foto, bestanden als miniaturen weergeven
of het volume aanpassen
•
Wanneer u een optie selecteert:
gedefinieerde instellingen aanpassen
De polslus bevestigen
x
y
BasisfunctiesAndere functies
De schermoptie wijzigen.Omhoog
De macro-optie wijzigen.Omlaag
De flitseroptie wijzigen.Naar links
De timeroptie wijzigen.Naar rechts
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart in de camera.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart
de goudkleurige
contactpunten omhoog
zijn gericht.
Geheugenkaart
Oplaadbare batterij
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit
de sleuf.
Schuif de vergrendeling
omlaag om de batterij los
te maken.
Plaats de batterij met
het Samsung-logo naar
boven.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
Batterijvergrendeling
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
16
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken,
moet u de batterij opladen. Koppel de USB-kabel aan de
netspanningsadapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel
met het indicatielampje aan op de camera.
Indicatielampje
•
Rood: opladen
•
Oranje: fout
•
Groen: volledig opgeladen
Basisfuncties
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 18)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de afspeelmodus.
Als u de camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, laat de camera geen geluiden horen.
17
De eerste instelling uitvoeren
Wanneer het scherm voor de eerste instelling verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te
configureren.
Druk op [t] om Language te selecteren en druk op
1
[
t
] of [o].
Druk op [D/c/F/t] om een taal te selecteren en
2
druk op [
o
].
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk op [t]
3
of [
o
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk op
4
[
o
].
•
Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en
selecteert u een nieuwe tijdzone.
Druk op [F] of [t] om een tijdzone te selecteren en
5
druk op [
o
].
•
Als u de zomertijd wilt instellen, drukt u op [D].
Tijdzone
Londen
TerugZomertijd
18
De eerste instelling uitvoeren
Druk op [F] [c] om Datum/tijd te selecteren en druk
6
op [
t
] of [o].
Datum/tijd
Uit
Afsl.Instellen
Druk op [F] of [t] om een item te selecteren.
7
Druk op [D] of [c] om de datum en tijd in te stellen
8
en druk op [
Druk op [
9
opnamemodus.
o
].
m
] om over te schakelen naar de
Basisfuncties
19
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
2
Opnameopties (rechts)
Pictogram Beschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Fotokwaliteit
Opnamesnelheid
Lichtmeting
Flitser
Flitssterkte
Timer
Autofocusinstelling
Microfoon gedempt
Slimme zoomfunctie
ingeschakeld
3
Opnamegegevens
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Scherpstelling
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Pictogram Beschrijving
Belichtingswaarde
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart niet geplaatst
(intern geheugen)
Geheugenkaart geplaatst
•
: volledig opgeladen
•
: gedeeltelijk
opgeladen
•
: leeg (opladen)
Beschikbare opnametijd
Spraakmemo
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Histogram (pag. 23)
Huidige tijd en datum
1
Opnameopties (links)
Pictogram Beschrijving
ISO-waarde
Witbalans
Smart filter
Beeldaanpassing (contrast,
scherpte en kleurverzadiging)
Gezichtsdetectie
Gezichtstint
Gezichtsretouchering
Scherpstelgebied
Type serieopnamen
Optische beeldstabilisatie (OIS)
1
2
3
Basisfuncties
20
Opties of menu's selecteren
U kunt opties selecteren door op [m] te drukken en vervolgens op [D/c/F/t] of [o] te drukken.
U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar sommige opties zijn dan mogelijk niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer een optie of menu.
2
•
Als u omhoog of omlaag wilt gaan, drukt u op [D/c].
•
Als u naar links of rechts wilt gaan, drukt u op [F/t].
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het
3
gemarkeerde menu te bevestigen.
m
].
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk nogmaals op [m] om terug te gaan naar het vorige
menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
21
Opties of menu's selecteren
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de
Programmamodus
Draai de modusdraaiknop naar p.
1
Druk op [
m
2
Afsl.Verpl.
Druk op [D/c] om a te selecteren en druk op [t]
3
of [
o
].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk
4
op [
t
] of [o].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl.Verpl.
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
5
Witbalans : Daglicht
Verpl.Aanpassen
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
6
Druk op [
m
7
] om terug te gaan naar de
opnamemodus.
22
Het scherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over het wijzigen van de basisschermgegevens, geluidsinstellingen en gebruikersknopinstellingen.
Het schermtype instellen
U kunt een schermtype voor de opname- of afspeelmodus
selecteren.
Druk herhaaldelijk op [D] om het schermtype te wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen
Modus
Opnemen
Afspelen
Beschrijving
•
Alle opname-informatie verbergen.
•
Alle opname-informatie verbergen, met
uitzondering van informatie onder aan het scherm.
•
Alle opname-informatie weergeven.
•
Histogram weergeven.
•
Alle informatie over het huidige bestand verbergen.
•
Alle informatie over het huidige bestand
weergeven.
•
Informatie over het huidige bestand weergeven,
behalve de opname-instellingen en het histogram.
Basisfuncties
Het histogram
Een histogram is een grafiek die de verdeling van het licht in de
foto weergeeft. Als het histogram een hoge piek heeft aan de
linkerkant, is de foto onderbelicht en zal deze donker zijn. Een
piek aan de rechterkant betekent dat de foto overbelicht is en
erg licht zal zijn. De hoogte van de pieken houdt verband met de
kleurinformatie. Hoe meer er van een bepaalde kleur aanwezig is,
des te hoger is de piek.
OnderbelichtS Goed belichtS Overbelicht
S
23
Het scherm en geluid instellen
Het geluid instellen
U kunt het geluid instellen dat uw camera laat horen wanneer u
functies uitvoert.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [
1
Selecteer U Piepjes.
2
Selecteer een optie.
3
Optie
Uit
1/2/3
Beschrijving
De camera laat geen geluiden horen.
De camera laat geluiden horen.
m
].
Basisfuncties
De gebruikersknop instellen
U kunt de gebruikersknop instellen om een optie rechtstreeks te
openen.
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer a Aangep. instelling.
2
Selecteer een optie. (EV, ISO, Witbalans)
3
•
Druk op om de instellingen voor de ingestelde optie aan
te passen.
EV : 1
OK
Verpl.
24
Instellen
m
].
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de modus Smart Auto.
Draai de modusdraaiknop naar
1
Plaats het onderwerp in het kader.
2
S
.
Basisfuncties
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in
beeld is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
4
maken.
Zie pagina 29 voor tips om betere foto's te maken.
25
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
18X optische zoom en 4X digitale zoom. U kunt ook 24X slimme
zoom en 3X digitale zoom gebruiken om in te zoomen op een
onderwerp met minder kwaliteitsverlies.
Zoomverhouding
Uitzoomen
De beschikbare zoomverhouding voor video's verschilt van de
zoomverhouding voor foto's.
Inzoomen
Basisfuncties
Digitaal zoomen
pAhMs
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in
de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de
opnamemodus en de zoomindicator zich in het digitale bereik
bevindt, gebruikt uw camera de digitale zoomfunctie. U kunt
tot 72 keer inzoomen als u zowel de optische als de digitale
zoomfunctie gebruikt.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
•
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met een optie voor
Gezichtsdetectie, een Smart filter-effect, een optie voor Tracking AF,
een optie voor serieopnamen of Handmatig scherpstellen.
•
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
minder worden.
26
Foto's maken
Slim zoomen
Met de slimme zoomfunctie kunt u inzoomen op een onderwerp
met minder kwaliteitsverlies dan wanneer u zowel de optische
als de digitale zoomfunctie gebruikt. Als u zowel de slimme
zoomfunctie als de digitale zoomfunctie gebruikt, kunt u tot 72
keer inzoomen.
pAhM
•
De slimme zoomfunctie is niet beschikbaar met een optie voor
Gezichtsdetectie, een Smart filter-effect, een optie voor Tracking AF,
een optie voor serieopnamen of Handmatig scherpstellen.
•
Als u een foto maakt met de slimme zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
minder worden.
Basisfuncties
De slimme zoomfunctie instellen
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer a Smart Zoom.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
27
Beschrijving
Uit: de slimme zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de slimme zoomfunctie is ingeschakeld.
m
].
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
pAhMsv
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctieNa correctie
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer a of V OIS.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
m
].
Basisfuncties
•
In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed:
- Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te
volgen.
- Wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
- Wanneer de camera te veel trilt.
- Wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen).
- Wanneer de batterij bijna leeg is.
- Wanneer u een close-upfoto maakt.
•
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de
OIS-functie uit wanneer u een statief gebruikt.
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
28
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstelling en belichting automatisch
aan.
Scherpstelkader
•
Druk de [Ontspanknop] volledig
in om een foto te maken als het
scherpstelkader groen is.
•
Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het scherpstelkader rood is.
De camera stelt de diafragmawaarde
en sluitertijd automatisch in.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte voorkomen
•
Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie)
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 28)
•
Selecteer de modus d om de
bewegingsonscherpte optisch en digitaal te
reduceren. (pag. 40)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Wanneer u opnamen maakt in het donker, moet u ervoor zorgen dat
de flitseroptie niet is ingesteld op Langz sync of Uit. Het diafragma
blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te
houden.
•
Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 49)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
29
Loading...
+ 99 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.