In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Beknopt overzicht
Inhoud
User Manual
WB650/WB660
Basisfuncties
Geavanceerde functies
Opnameopties
Weergeven/bewerken
Aanvullende informatie
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig—situaties die schade aan de camera of
andere apparatuur kunnen veroorzaken
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Opmerking—opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Waarschuwingen
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in
dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires
van de camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires
kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en verwijder
deze volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en t
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen
ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale t
regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, t
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Vermijd storing van pacemakers
Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en
pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te
voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de
onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research.
Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een
pacemaker of ander medisch apparaat, dient u de camera
onmiddellijk uit te schakelen en voor instructies contact op te
nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische
apparaat.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door t
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet met natte
handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van toepassing op
waterschade aan het toestel.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge t
temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme
temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het
toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige of t
slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende delen
en interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd t
opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan
lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het t
strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en t
sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en het t
plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren van
stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van batterijen
en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten, stekkers en
accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en t
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik
wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan t
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme
temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen en
kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. t
Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van
uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen
veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, vuil t
of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met een
zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst.
Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt met t
vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor
zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of t
verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of t
druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een t
computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart
opnieuw in uw eigen camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.t
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade aan
de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de
2
garantie.
Informatie over gezondheid en veiligheid
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor t
verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens t
met een zachte, schone doek.
Volg alle veiligheidsvoorschriften en regelgeving
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera’s in
bepaalde omgevingen beperkt.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische
apparatuur
De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten
in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een
vliegtuig gaat
De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken.
Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de
camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen
veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is
beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur
en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant
van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing
op te lossen.
3
Belangrijke gebruiksinformatie
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit
ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd
onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. t
Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los
te koppelen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en t
moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de t
oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld.t
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige
omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en op de
geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n geval ten minste
1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade
die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn t
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple t
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definitiont
Multimedia Interface" zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Alle merk- en productnamen in deze handleiding zijn t
de gedeponeerde handelsmerken van de respectieve
eigenaars
Cameraspecificaties of de inhoud van deze t
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
U kunt firmware downloaden via www.samsung.com of t
www.samsungimaging.com.
Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het t
land waar u hem hebt aangeschaft.
Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt t
u het bestand "OpenSourceinfo.pdf" op de
meegeleverde cd-rom.
Basisfuncties11
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Geavanceerde functies27
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt
door een modus te selecteren en hoe u video's en
spraakmemo's opneemt.
Opnameopties43
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in
de opnamemodus kunt kiezen.
Weergeven/bewerken66
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of
HDTV aansluit.
Aanvullende informatie89
Hier vindt u informatie over instellingen en
foutmeldingen, alsmede specificaties en
onderhoudstips.
4
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
OpnamemodusAanduiding
Smart Auto
Auto
Programma
Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit, Handmatig
DUAL IS
Kaartweergave
Scène
Film
S
a
p
d
s
v
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
SymboolFunctie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop]
[ ]
(staat voor de ontspanknop)
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu’s die u moet
selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld:
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De s modus ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit,
Handmatig, DUAL IS
en Film
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
AfkortingBetekenis
ACB
AEB
AF
DIS
DPOF
EV
GPS
OIS
WB
5
Auto Contrast Balance (automatische
contrastverbetering)
Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende
belichtingen)
Auto Focus (autofocus)
Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie)
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in
Druk op [tOntspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half inDruk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerpt: het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrondt: de objecten rondom het onderwerp
Compositiet: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto’s donkerder of lichter.
Normale belichtingOverbelicht (te helder)
6
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op t
Als de foto al is genomen, selecteert u t
Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.t
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 49)t
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet
goed vasthoudt.
Gebruik de td modus. (pag. 29)
Druk [tOntspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag.
25)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Schakel de flitser in. (pag. 47 - 48)t
Selecteert
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 49)t
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.t
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte
en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden.
Neem geen foto's tegen de zon in.t
Selecteert
Stel de flitsoptie in op t
Stel de optie Automatische contrastbalans (tACB) in. (pag. 59)
Pas de belichting aan. (pag. 59)t
Stel de lichtmeting in op
bevindt. (pag. 60)
Nacht in de modus s. (pag. 30)
Tegenl. in de moduss. (pag. 30)
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 47-48)
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 77)
Invulflits. (pag. 48)
Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
s
t modus > Beautyshot, Portret, Kinderen f 30
Rode ogen, Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of t
verwijderen)
Gezichtsdetectiet
f
47-48
54
f
’s Nachts of in het donker foto’s
maken
s
t modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk f 30
Flitseroptiest
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
47
f
f
Actiefoto’s maken
h
t modus f 34
Continu, Bew.detectie t
62
f
Foto’s maken van tekst, insecten en
bloemen
s
t mode > Close Up, Tekst f 30
Macro, Auto macro, Handm. scherpte (om foto's van t
dichtbij te maken)
Witbalans (de tint wijzigen) t
50
f
60
f
49
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
EV (de belichting aanpassen) t
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen een t
heldere achtergrond)
L.metingt
f
AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te t
maken van dezelfde scène)
60
59
f
f
Een speciaal effect toepassen
Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen) t
Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en t
contrast bij te stellen)
65
f
Bewegingsonscherpte voorkomen
OIS (Optical Image Stabilisation) t
d
t modus f 29
8
f
62
59
f
24
Bestanden op categorie t
bekijken in Smart Album
49
f
63
f
69
f
Alle bestanden op de t
geheugenkaart wissen
Foto's als diavertoning t
weergeven
Bestanden op een tv of t
HDTV weergeven
De camera op een computer t
aansluiten
Geluid en volume aanpassen t
f
De helderheid van het t
scherm aanpassen
De schermtaal wijzigen t
De datum en tijd instellen t
Gezichten detecteren
Een zelfportret maken
Een foto van een lachend gezicht maken
Knipperende ogen detecteren
Slimme gezichtsherkenning
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
Belichtingsproblemen corrigeren
Intelligente lenseffecten toepassen
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
........................................... 77
........................................ 78
...................................... 79
Bestanden weergeven op een tv of HDTV ........................ 80
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... 82
Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio
Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare
schijf aan te sluiten
De camera loskoppelen (Windows XP)
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
A/V-kabelBatterijopladerHDMI-kabel
Basisfuncties
12
Camera-indeling
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
POWER-knop
Modusdraaiknop
(Zie hieronder)
Sluiterknop
Flitser
GPS-knop
GPS-antenne
Luidspreker
AF-hulplampje/timerlampje
Pictogram
S
a
p
Modus
Smart Auto
Auto
Program
Diafragma
prioriteit
Sluiter
prioriteit
Handmatig
Lens
Beschrijving
Een foto maken door de camera een geschikte
modus voor de scène te laten selecteren
Snel een foto maken met de minimale instellingen
Een foto maken met instelling van opties
Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de
handmatige modus instellen
Diafragma prioriteit : Een foto maken door de
,
diafragmawaarde in te stellen (de sluitertijd wordt
automatisch bepaald)
Sluiter prioriteit : Een foto maken door de sluitertijd in te
,
stellen (de diafragmawaarde wordt automatisch bepaald)
Handmatig : Een foto maken door zowel de
diafragmawaarde als de sluitertijd in te stellen
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Pictogram ModusBeschrijving
DUAL IS
d
Kaartweergave
Scène
s
Film
v
Basisfuncties
13
Batterijklep
Statiefbevestigingspunt
Een foto maken met opties die geschikt zijn om
bewegingsonscherpte te voorkomen
Met behulp van de plattegrondinformatie kunt
u de huidige locatiegegevens bekijken en
zien waar een foto die met locatiegegevens is
opgeslagen is genomen
Een foto maken met vooraf ingestelde opties
voor een specifieke scène
Een video opnemen
Camera-indeling
Aanraakscherm
KnopBeschrijving
m
Navigatie
o
Afspelen
Functie
Naar opties of menu’s
In de opnamemodusBij instellen
D
Weergaveoptie wijzigenOmhoog
M
Macro-optie wijzigenOmlaag
F
Flitseroptie wijzigenNaar links
t
Timeroptie wijzigenNaar rechts
Gemarkeerde optie of menu bevestigen
Naar de weergavemodus
Toegang tot opties in de opnamemodus
t
Bestanden verwijderen in de weergavemodus
t
Microfoon
(Zie hieronder)
Basisfuncties
Zoomknop
In- en uitzoomen in de opnamemodust
Inzoomen op een deel van een foto, miniaturen t
bekijken, of in de weergavemodus het volume
regelen
Volume regelen in de weergavemodus
t
Knop video-opname
Statuslampje
Knippertt: Bij opslaan van een foto of video, uitlezen
door een computer of printer of bij een onscherp
onderwerp
Brandtt: Bij aansluiting op een computer of wanneer de
camera is scherpgesteld
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of
A/V-kabel
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
14
Pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties.
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit
de sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omlaag zijn gericht.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag gericht.
Basisfuncties
Batterijvergrendeling
Batterij
Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk
opslagmedium als er geen geheugenkaart is geplaatst.
16
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Indicatielampje
Rood:tbezig met opladen
Groen: tvolledig opgeladen
Basisfuncties
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de t
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 18)
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Houd [P] ingedrukt om de camerageluiden uit te schakelen.
17
De eerste instelling uitvoeren
Het scherm voor de eerste instelling verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren.
Druk op [1POWER].
Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de t
camera voor het eerst inschakelt.
Druk op [2t
vervolgens op [
] om Language te selecteren en druk
t
] of [o].
Language
Date & Time
Time Zone
BackSet
Druk op [3D
vervolgens op [
Druk op [4D
druk vervolgens op [
F
Druk op [
5
] of [t] om een tijdzone te selecteren en
druk vervolgens op [
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [t
English
穢剳檺
Français
Deutsch
Español
Italiano
] of [M] om een taal te selecteren en druk
o
].
] of [M] om Time Zone te selecteren en
t
] of [o].
o
].
D
].
Basisfuncties
BackDST
Druk op [6D
druk vervolgens op [
Druk op [
7
Back
Druk op [8D
] of [M] om Date & Time te selecteren en
t
] of [o].
F
] of [t] om een onderdeel te selecteren.
Language
Date & Time
Time Zone
yyyy mm dd
2010
: English
: 10/01/01
/01/01 10:00 Off
Set
] of [M] om de datum en tijd of een
datumnotatie te selecteren en druk vervolgens op [
18
o
].
Opties selecteren
U kunt opties selecteren door te drukken op [m] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([D], [M], [F], [t]).
U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar dan
zijn sommige opties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [1m
Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of
2
].
menu te scrollen.
Druk op [t
D
op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
Druk op [3o
] of [M] om omhoog of omlaag te gaan; druk
] om de gemarkeerde keuze te bevestigen.
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk op [m] om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk op [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan.
19
Opties selecteren
Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren
Draai de modusdraaiknop naar 1p
Druk op [2m
Opname
Film
Geocodering
Geluid
Display
Afsl.
Druk op [3D
druk vervolgens op [
].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Smart FR redig
Wijzigen
] of [M] om naar Opname te bladeren en
t
] of [o].
.
Basisfuncties
Druk op [4D
druk vervolgens op [
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Smart FR redig
Afsl.
Druk op [5F
] of [t] om naar een witbalansoptie te
bladeren.
Daglicht
Terug
Druk op [6o
20
] of [M] om naar Witbalans te bladeren en
t
] of [o].
Terug
Verpl.
].
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het displaytype wijzigen
U kunt een weergavestijl voor de opname- of weergavemodus
selecteren.
Druk meerdere keren op [D] om een displaytype te
wijzigen.
ModusBeschrijving
Alle opname-informatie weergevent
Opname
Weergeven
Opname-informatie verbergen, behalve het aantal t
resterende foto's
t Rasterlijnen en histogram weergeven
Informatie over de huidige foto weergevent
Informatie over de huidige foto verbergent
Informatie over de huidige foto verbergen, behalve t
de opname-instellingen en het histogram
Basisfuncties
Het histogram
Een histogram is een grafiek die de verdeling van het licht in de
foto weergeeft. Als het histogram links een hoge piek heeft, is de
foto donker. Een piek aan de rechterkant betekent dat de foto’s
helder zijn. De hoogte van de pieken houdt verband met de
kleurinformatie. Hoe meer er van een bepaalde kleur aanwezig is,
des te hoger is de piek.
OnderbelichtGoed belichtOverbelicht
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Druk in de opname- of weergavemodus op [1m
Selecteer
2
Druk op [3m
Geluid ¢ Piepjes ¢ een optie.
OptieBeschrijving
Uit
1/2/3
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
] om naar de vorige modus terug te
keren.
21
].
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de modus Smart Auto snel en eenvoudig foto's te maken.
Draai de modusdraaiknop naar 1S
Kadreer het onderwerp.
2
.
Basisfuncties
Druk [3Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld t
is.
Druk [4Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 25 voor tips om betere foto's te maken.
22
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan
zowel optisch als digitaal tot een verhouding van 15X inzoomen.
Door beide te gebruiken, kunt u tot 75 keer inzoomen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
UitzoomenInzoomen
De zoomverhouding die voor video’s beschikbaar is, verschilt.
Zoomverhouding
Basisfuncties
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de t
modiS,d,s( , , , , , , ), (in bepaalde
scènes) en v en in combinatie met Gezichtsdetectie.
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat t
een foto is opgeslagen.
Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het t
zoomgeluid op de video hoorbaar zijn.
23
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctieNa correctie
Druk in de opnamemodus op [1m
Selecteer
2
Opname ¢ OIS ¢ een optie.
OptieBeschrijving
Uit: de OIS-functie uitzetten.
Aan: de OIS-functie aanzetten.
].
Basisfuncties
OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:t
u beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgenu gebruikt digitale zoomde camera trilt te veelde sluitersnelheid is traag (bijvoorbeeld als u -Nacht selecteert in
des-modus)
de batterij is bijna leeg-
u neemt een close-upAls u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's t
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de
OIS-functie bij gebruik van een statief uit.
Als dit invloed heeft op de camera, wordt het scherm wazig. In dat t
geval schakelt u de camera uit en weer in om de OIS-functie correct
te gebruiken.
24
Foto's maken
Tips om betere foto’s te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd
worden ingesteld.
Scherpstelkader
Druk op [tOntspanknop] om een
foto te maken als het kader groen is.
Pas het kader aan en druk t
[Ontspanknop] nogmaals half in
als het kader rood is.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte voorkomen
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) t
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 24)
Selecteer de modus t
bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal
te reduceren. (pag. 29)
d
Als wordt weergegeven
Zorg dat bij opnamen in het
donker de flitser niet op Langzsync of Uit staat ingesteld. Het
diafragma blijft dan langer open,
waardoor het moeilijker is om de
camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel t
de flitser in op Invulflits.
Bewegingsonscherpte
(pag. 48)
Pas de ISO-waarde aan. t
(pag. 49)
25
om de
Foto's maken
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond-
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
-
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
het onderwerp glanst-
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën-
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld-
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken.
When you take photos in low light
t
Als u foto’s maakt bij weinig lichtt
Wanneer onderwerpen snel bewegent
Schakel de flitser in.
(pag. 47 - 48)
Gebruik de functie
Continu of Bew.
detectie. (pag. 62)
Basisfuncties
26
Geavanceerde functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u
video's en spraakmemo's opneemt.
De Smart Auto-modus gebruiken
De Dual IS-modus gebruiken
De Scènemodus gebruiken
De gezichtstint aanpassen en
onvolkomenheden wegwerken
De kaderlijnen gebruiken
……………………… 32
De Programmamodus gebruiken
………… 28
……………… 29
………………… 30
………………… 30
………… 32
Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of
de handmatige modus gebruiken
De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken
De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken
De Handmatige modus gebruiken
Het gebruik van GPS
Foto's nemen met geocodering
………………………… 36
………… 33
…… 34
……… 34
……………… 35
………………… 36
Het gebruik van de modus
Kaartweergave
De huidige locatie laten weergeven op de
landkaart
De opnamelocatie weergeven op de
landkaart
………………………………… 38
………………………………………… 38
………………………………………… 39
Een video opnemen
De Intelligente scènedetectiemodus
gebruiken
……………………………………… 41
Spraakmemo’s opnemen
Een spraakmemo opnemen
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
………………………… 40
…………………… 42
…………………… 42
…… 42
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als u niet
bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes.
Draai de modusdraaiknop naar 1S
Kadreer het onderwerp.
2
.
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere achtergrond.
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Geavanceerde functies
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
Verschijnt bij foto's van vuurwerk. Deze functie is
alleen bij gebruik van een statief beschikbaar.
Druk [3Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk [4Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Als de camera geen scènemodus herkent, verandert, tS niet en
worden de standaardinstellingen gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de t
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus t
niet wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het
onderwerp af
28
De Dual IS-modus gebruiken
U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS (Digital
Image Stabilisation).
Vóór correctieNa correctie
Draai de modusdraaiknop naar d.
1
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
2
om scherp te stellen.
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
3
De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet.t
De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze t
gemaakt wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht.
Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.t
Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in t
verschillende opnamemodi tegen te gaan. (pag. 24)
Geavanceerde functies
29
Loading...
+ 83 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.