In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
ST96
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Instellingen
Bijlagen
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leiden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op
de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen
en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig
verlies van gegevens.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
• microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
• HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende
eigenaars.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven
toestemming te hergebruiken of verspreiden.
• Raadpleeg voor informatie over de Open Source-
licentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf' op de
meegeleverde CD-ROM.
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 33
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het
opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 51
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in
de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 75
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt
weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt
bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een
computer, fotoprinter, televisie, HDTV of 3D-televisie
aansluit.
Instellingen 104
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Bijlagen 110
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoud.
4
Indicatoren gebruikt in deze
gebruiksaanwijzing
OpnamemodusIndicator
Smart Auto
Programma
Scène
3D-foto
DUAL IS
Panorama
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer
een functie beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het
onderstaande voorbeeld.
Opmerking: de modus s ondersteunt wellicht bepaalde functies
niet voor alle scènes.
Bijvoorbeeld:
S
p
s
3
I
N
v
Beschikbaar in de
modi Programma,
DUAL IS en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
()Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
selecteer
a
en selecteer vervolgens Fotoformaat).
*Voetnoot
Fotoformaat (betekent: selecteer a
5
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half inDruk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd,
diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting
S
6
Overbelicht (te helder)
S
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
•
Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 55)
•
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 91)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 57)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
•
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp.
(pag. 31)
•
Gebruik de modus I. (pag. 43)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de
camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
•
Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 36)
•
Schakel de flitser in. (pag. 55)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 57)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 36)
•
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 55)
•
Pas de belichting aan. (pag. 66)
•
Stel de lichtmeting in op Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt.
(pag. 67)
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• s
-modus > Beautyshot f 39
•
Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen
voorkomen of corrigeren)
•
Gezichtsdetectie f 61
•
Zelfportret f 62
55
f
's Nachts of in het donker foto's
maken
• s
-modus > Nacht, Zon onder,
Dageraad
•
Flitseropties f 55
•
ISO-waarde
(de lichtgevoeligheid aanpassen)
36
f
f
Actiefoto's maken
•
Modus voor snelle serieopnamen f 70
•
Vooraf vastleggen f 71
De belichting aanpassen
(helderheid)
• s
-modus > HDR f 37
•
ISO-waarde
(de lichtgevoeligheid aanpassen)
•
EV (de belichting aanpassen) f 66
•
L.meting f 67
•
AEB f 71
f
57
57
Panoramische actiefoto's
maken
• N
-modus > Actiepanorama f 46
Foto's van tekst, insecten en
bloemen maken
• s
-modus > Tekst f 36
•
Macro f 58
Foto's van de omgeving maken
• s
-modus > Landschap f 36
• N
-modus f 44
3D-foto's maken
• 3
-modus f 42
• N
-modus > 3D-panorama f 44
Effecten toepassen op foto's
• s
-modus > Magisch kader f 38
• s
-modus > Zoomopname f 40
•
Smart filter-effecten f 72
•
Beeld aanpassen (Contrast, Scherpte of
Kleurverz. aanpassen)
74
f
8
Bewegingsonscherpte
voorkomen
•
OIS (Optical Image Stabilization) f 30
• I
modus f 43
•
Bestanden op categorie bekijken in
Smart Album
•
Bestanden weergeven als miniaturen f 80
•
Alle bestanden op de geheugenkaart
verwijderen
•
Foto's als diashow weergeven f 84
•
Bestanden op een televisie,
HDTV of 3D-televisie weergeven
Index .......................................................................... 133
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Onderdelen en knoppen van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de
camera inschakelen
De eerste instellingen uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Opties of menu's selecteren.
…………………………………… 13
……………………… 18
De batterij opladen
De camera inschakelen
[MENU] gebruiken
[Fn] gebruiken
……………………… 18
…………………… 18
…………… 21
……………… 22
………………………… 22
…………………………… 24
… 17
………… 19
… 14
Display en geluid instellen
De weergave instellen
Het geluid instellen
Foto's maken
Zoomen
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………………… 27
…………………………………… 28
………………… 25
…………………… 25
……………………… 26
………… 31
… 30
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
CameraAC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterijPolslus
Gebruiksaanwijzing op cd-romSnelstartgids
Basisfuncties
Camera-etuiHDMI-kabelA/V-kabel
BatterijopladerGeheugenkaart/
•
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die
bij uw product zijn geleverd.
•
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of
een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk
voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde
accessoires ontstaan.
13
Geheugenkaartadapter
Onderdelen en knoppen van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop
Ontspanknop
Flitser
Lens
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Microfoon
Luidspreker
AF-hulplampje/Timerlampje
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
Basisfuncties
14
Onderdelen en knoppen van de camera
Statuslampje
•
Knippert: Wanneer de camera
een foto of video opslaat, wordt
gelezen door een computer of
printer of wanneer de afbeelding
niet scherp is.
•
Licht op: Wanneer de camera
is aangesloten op een computer,
wanneer de batterij wordt
opgeladen of wanneer het beeld
is scherpgesteld.
Scherm
Knoppen
(pag. 16)
Zoomknop
•
In de opnamemodus: In- en
uitzoomen
•
In de afspeelmodus: Inzoomen op
een deel van de foto, bestanden als
miniaturen weergeven of het volume
aanpassen
De polslus bevestigen
x
y
Basisfuncties
15
Onderdelen en knoppen van de camera
Knoppen
KnopBeschrijving
Een video opnemen.
Naar opties of menu's gaan.
Een opnamemodus selecteren.
Beschrijving
Modus
Smart Auto: een foto maken met een
scènemodus automatisch geselecteerd door
S
de camera.
Programma: een foto maken door opties
in te stellen, behalve de sluitertijd en
p
diafragmawaarde die automatisch worden
ingesteld door de camera.
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde
s
opties voor een specifieke scène.
3D-foto: scènes opnemen met een 3D-effect.
(Het 3D-effect werkt alleen op een 3D-televisie
d
of 3D-monitor.)
DUAL IS: een foto maken met opties die
I
bewegingen van de camera verminderen.
Panorama: een serie foto's maken en
combineren om een panoramisch beeld te
N
maken.
Film: instellingen aanpassen om een video op
v
te nemen.
KnopBeschrijving
BasisfunctiesOverige functies
De weergaveoptie wijzigen.Omhoog
D
De macro-optie wijzigen.Omlaag
c
De flitseroptie wijzigen.Naar links
F
De timer- of serieoptie
t
wijzigen.
Gemarkeerde optie of menu bevestigen.
Naar de afspeelmodus gaan.
•
Opties openen in de opnamemodus.
•
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Naar rechts
Basisfuncties
16
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
Geheugenkaart
omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo naar boven.
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
Schuif de vergrendeling naar
boven om de batterij los te
maken.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
17
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de
USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de
USB-kabel aan op de AC-adapter.
Indicatielampje
•
Rode lampje brandt: opladen
•
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn
geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het
mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet
correct werkt.
Basisfuncties
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
18
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen
om de basisinstellingen van de camera te configureren.
Controleer of Language is gemarkeerd en druk op [t]
1
of [
o
].
Druk op [D/c/F/t] om een taal te selecteren en
2
druk op [
o
].
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk op [t]
3
of [
o
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk op
4
[
o
].
•
Als u naar een ander land reist, selecteert u Bezoek en
selecteert u een nieuwe tijdzone.
Druk op [F/t] om een tijdzone te selecteren en druk
5
op [
o
].
•
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [D].
Tijdzone : Thuis
Londen
TerugZomertijd
19
De eerste instellingen uitvoeren
Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren
6
en druk op [
Datum/tijd aanpassen
•
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde
taal.
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
7
Druk op [D/c] om de datum en tijd in te stellen en
8
druk op [
t
] of [o].
JaarDag Uur Min.Maand
Afsl.Instellen
o
].
Basisfuncties
Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk op
9
[
t
] of [o].
Druk op [D/c] om een datumnotatie te selecteren
10
en druk op [
•
Druk op [
11
o
].
Language
Tijdzone
Datum/tijd aanpassen
Datumtype
Terug
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
m
Nederlands
Londen
2011/01/01
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Instellen
] om over te schakelen naar de
opnamemodus.
20
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
Opnameopties (links)
Pictogram Beschrijving
Smart filter
Gezichtstint
Beeldaanpassing (contrast,
scherpte en kleurverzadiging)
Witbalans
Witbalans aangepast
Gezichtretouch.
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Optische beeldstabilisatie (OIS)
EV aangepast
ISO-waarde
1
3
2
Opnameopties (rechts)
Pictogram Beschrijving
2
Smart Zoom aan
Fotoresolutie
Videoresolutie
Modus voor één opname
Modus voor snelle
serieopnamen
Modus voor vooraf vastleggen
AEB-modus
Timer
Framesnelheid
Fotokwaliteit
Lichtmeting
Flitser
Flitserintensiteit aangepast
Autofocusinstelling
Sound Alive Aan
Basisfuncties
21
3
Opnamegegevens
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart geplaatst
•
: volledig opgeladen
•
: gedeeltelijk
opgeladen
•
: leeg (opladen)
Beschikbare opnametijd
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Histogram (pag. 25)
Huidige tijd en datum
Opties of menu's selecteren.
Als u een optie of een menu wilt selecteren, drukt u op [m] of [f].
[MENU] gebruiken
Als u opties wilt selecteren, drukt u op [m] en drukt u op
[D/c/F/t] of [o].
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer een optie of menu.
2
•
Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan.
•
Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het
3
gemarkeerde menu te bevestigen.
m
].
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk nogmaals op [
vorige menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
22
m
] om terug te gaan naar het
Opties of menu's selecteren.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren
in de Programmamodus:
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer p.
2
Druk op [
m
3
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl.
Druk op [D/c] om a te selecteren en druk op [t]
4
of [
o
].
].
Verpl.
M
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk
5
op [
t
] of [o].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl.Verpl.
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
6
Witbalans : Daglicht
TerugAanpassen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
7
Druk op [
m
8
] om terug te gaan naar de
opnamemodus.
23
Opties of menu's selecteren.
[Fn] gebruiken
U kunt opnameopties openen door op [f] te drukken, maar
sommige opties zijn dan niet beschikbaar.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren
in de Programmamodus:
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer p.
2
Druk op [f].
3
Fotoformaat : 4320X3240
Afsl.Verpl.
M
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om naar te scrollen.
4
Witbalans : Auto witbalans
Afsl.
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
5
Witbalans : Daglicht
Afsl.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
6
24
Verpl.
Verpl.
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
De weergave instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opnameof afspeelmodus. Elk type geeft andere opname- of
afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Druk meerdere keren op [D] om het type weergave te
wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen
Modus
Opnemen
Beschrijving
•
Alle opnamegegevens verbergen.
•
Opnamegegevens verbergen, behalve de
gegevens op de onderste regel.
•
Alle opnamegegevens weergeven.
•
Histogram weergeven.
Basisfuncties
Modus
Afspelen
Beschrijving
•
Alle informatie over de huidige foto verbergen.
•
Informatie weergeven over het huidige bestand,
met uitzondering van de opname-instellingen en
het histogram.
•
Alle informatie over het huidige bestand
weergeven.
Over histogrammen
Een histogram is een grafiek die illustreert hoe het licht is verdeeld
in uw foto. Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant
heeft, is de foto onderbelicht en wordt deze donker weergegeven.
Een piek aan de rechterkant van de grafiek betekent dat de foto
overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van de
pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een
bepaalde kleur, hoe hoger de piek.
Onderbelicht
S
25
Goed belicht
S
Overbelicht
S
Display en geluid instellen
Het geluid instellen
Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u
functies uitvoert.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [
1
Selecteer < Piepjes.
2
Selecteer een optie.
3
Optie
Uit
Aan
Beschrijving
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
m
].
Basisfuncties
26
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer S.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
M
].
Basisfuncties
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld
is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
5
maken.
Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven.
6
•
Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [f] en selecteert
u Ja.
Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus.
7
Zie pagina 31 voor tips om betere foto's te maken.
27
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Zoomverhouding
Uitzoomen
Inzoomen
Basisfuncties
Digitale zoom
ps
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in
de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de
opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale
bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot
20 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (5X) als
de digitale zoomfunctie (4X) gebruikt.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
•
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met de optie
Gezichtsdetectie, het effect Smart filter, de optie Tracking AF of een
optie voor serieopnamen.
•
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
lager zijn dan normaal.
28
Foto's maken
Smart Zoom
U kunt Smart Zoom (7X) gebruiken om in te zoomen met minder
kwaliteitsverlies dan met de optische zoomfunctie en digitale
zoomfunctie. U kunt tot 20 keer inzoomen als u zowel Smart
Zoom als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Zoomindicator
p
Bereik van Smart Zoom
Digitaal bereik
•
Smart Zoom is niet beschikbaar met de optie Gezichtsdetectie,
het effect Smart filter, de optie Tracking AF of een optie voor
serieopnamen.
•
Als u een foto maakt met de functie Smart zoom, kan de fotokwaliteit
lager zijn dan normaal.
Basisfuncties
Smart Zoom instellen
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer a Smart Zoom.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
29
Beschrijving
Uit: de functie Smart Zoom is uitgeschakeld.
Aan: de functie Smart Zoom is ingeschakeld.
m
].
Loading...
+ 108 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.