Samsung ST96 User Manual [nl]

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
ST96
Inhoud
Basisfuncties
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Instellingen
Bijlagen
Index

Informatie over gezondheid en veiligheid

Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Raadpleeg voor informatie over de Open Source-
licentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf' op de meegeleverde CD-ROM.
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 33
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 51
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 75
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie, HDTV of 3D-televisie aansluit.
Instellingen 104
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Bijlagen 110
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
4
Indicatoren gebruikt in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Indicator
Smart Auto
Programma
Scène
3D-foto
DUAL IS
Panorama
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld. Opmerking: de modus s ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Bijvoorbeeld:
S p s 3 I N v
Beschikbaar in de modi Programma, DUAL IS en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
() Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
selecteer
a
en selecteer vervolgens Fotoformaat).
* Voetnoot
Fotoformaat (betekent: selecteer a
5
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting
S
6
Overbelicht (te helder)
S

Algemene problemen oplossen

Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp.
Het onderwerp is te donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 55)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 91)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 57)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 31)
Gebruik de modus I. (pag. 43)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 36)
Schakel de flitser in. (pag. 55)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 57)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 36)
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 55)
Pas de belichting aan. (pag. 66)
Stel de lichtmeting in op Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt. (pag. 67)
7

Beknopt overzicht

Foto's van mensen maken
s
-modus > Beautyshot f 39
Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of corrigeren)
Gezichtsdetectie f 61
Zelfportret f 62
55
f
's Nachts of in het donker foto's maken
s
-modus > Nacht, Zon onder,
Dageraad
Flitseropties f 55
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
36
f
f
Actiefoto's maken
Modus voor snelle serieopnamen f 70
Vooraf vastleggen f 71
De belichting aanpassen (helderheid)
s
-modus > HDR f 37
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
EV (de belichting aanpassen) f 66
L.meting f 67
AEB f 71
f
57
57
Panoramische actiefoto's maken
N
-modus > Actiepanorama f 46
Foto's van tekst, insecten en bloemen maken
s
-modus > Tekst f 36
Macro f 58
Foto's van de omgeving maken
s
-modus > Landschap f 36
N
-modus f 44
3D-foto's maken
3
-modus f 42
N
-modus > 3D-panorama f 44
Effecten toepassen op foto's
s
-modus > Magisch kader f 38
s
-modus > Zoomopname f 40
Smart filter-effecten f 72
Beeld aanpassen (Contrast, Scherpte of Kleurverz. aanpassen)
74
f
8
Bewegingsonscherpte voorkomen
OIS (Optical Image Stabilization) f 30
I
modus f 43
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Bestanden weergeven als miniaturen f 80
Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen
Foto's als diashow weergeven f 84
Bestanden op een televisie, HDTV of 3D-televisie weergeven
De camera op een computer aansluiten
97
f
Geluid en volume aanpassen f 106
De helderheid van het scherm aanpassen
106
f
De schermtaal wijzigen f 107
De datum en tijd instellen f 107
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
79
f
81
f
f
121
f
94

Inhoud

Basisfuncties
Uitpakken .................................................................... 13
Onderdelen en knoppen van de camera .................... 14
De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... 17
De batterij opladen en de camera inschakelen .......... 18
De eerste instellingen uitvoeren .................................. 19
Uitleg over de pictogrammen ...................................... 21
Opties of menu's selecteren. ...................................... 22
Display en geluid instellen ........................................... 25
Foto's maken ............................................................... 27
Tips om betere foto's te maken .................................. 31
..................................................................... 12
De batterij opladen ..................................................... 18
De camera inschakelen .............................................. 18
[MENU] gebruiken ...................................................... 22
[Fn] gebruiken ............................................................ 24
De weergave instellen ................................................. 25
Het geluid instellen ..................................................... 26
Zoomen .................................................................... 28
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ....................... 30
Uitgebreide functies
De Smart Auto-modus gebruiken ............................... 34
De Scènemodus gebruiken ......................................... 36
De Programmamodus gebruiken ................................ 41
De 3D-fotomodus gebruiken ....................................... 42
De DUAL IS-modus gebruiken .................................... 43
De Panoramamodus gebruiken .................................. 44
De Filmmodus gebruiken ............................................ 47
9
......................................................... 33
De HDR-modus gebruiken .......................................... 37
De modus Magisch kader gebruiken ............................ 38
De Beautyshot-modus gebruiken ................................ 39
De Zoomopnamemodus gebruiken .............................. 40
De 2D- of 3D-panoramamodus gebruiken .................... 44
De Actiepanorama-modus gebruiken ........................... 46
Video's met hoge snelheid opnemen ........................... 49
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken .............. 50
Inhoud
Opnameopties
.................................................................. 51
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren .................... 52
De resolutie selecteren ............................................... 52
De fotokwaliteit instellen .............................................. 53
De timer gebruiken ...................................................... 54
Opnamen in het donker maken ................................... 55
Rode ogen voorkomen ............................................... 55
De flitser gebruiken ..................................................... 55
De ISO-waarde aanpassen ......................................... 57
De scherpstelling aanpassen ...................................... 58
Macro gebruiken ........................................................ 58
Autofocus gebruiken ................................................... 58
Meebewegende autofocus gebruiken .......................... 59
Het scherpstelgebied aanpassen ................................. 60
Gezichtsdetectie gebruiken ........................................ 61
Gezichten detecteren ................................................. 61
Een zelfportret maken ................................................. 62
Een foto van een lachend gezicht maken ..................... 62
Knipperende ogen detecteren ..................................... 63
Slimme gezichtsherkenning gebruiken .......................... 63
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ................... 64
10
Helderheid en kleur aanpassen ................................... 66
De belichting handmatig aanpassen (EV) ...................... 66
De lichtmeetmethode wijzigen ..................................... 67
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ............................. 68
Serieopnamen ............................................................. 70
Foto's maken in de modus voor snelle serieopnamen .... 70
Foto's maken in de modus voor vooraf vastleggen ........ 71
Foto's maken in de AEB-modus .................................. 71
Effecten toepassen/beelden aanpassen ..................... 72
Smart filter-effecten toepassen .................................... 72
Foto's aanpassen ....................................................... 74
Inhoud
Afspelen/bewerken
........................................................... 75
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ...... 76
De afspeelmodus starten ............................................ 76
Foto's weergeven ....................................................... 82
Een video afspelen ..................................................... 85
De Creatieve filmmaker-modus gebruiken ................. 87
Een film maken met de Creatieve filmmaker .................. 87
Een film weergeven die is gemaakt in de Creatieve filmmaker-modus
......................................... 88
Foto's bewerken .......................................................... 89
Het formaat van foto's wijzigen ..................................... 89
Een foto draaien ......................................................... 89
Smart filter-effecten toepassen .................................... 90
Foto's aanpassen ....................................................... 91
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................. 92
Bestanden weergeven op een televisie,
HDTV of 3D-televisie ................................................... 94
Bestanden overbrengen naar een
Windows-computer ..................................................... 97
Bestanden overbrengen met Intelli-Studio ..................... 98
Bestanden overbrengen door de camera aan te sluiten als verwisselbare schijf
De camera loskoppelen (voor Windows XP) ................ 101
.............. 100
Bestanden overbrengen naar een Mac-computer ... 102
Foto's afdrukken met een PictBridge-fotoprinter ..... 103
11
Instellingen
...................................................................... 104
Instellingenmenu ....................................................... 105
Het instellingenmenu openen .................................... 105
Geluid ..................................................................... 106
Scherm ................................................................... 106
Instellingen ............................................................... 107
Bijlagen
............................................................................ 110
Foutmeldingen ........................................................... 111
Cameraonderhoud .................................................... 112
De camera reinigen .................................................. 112
De camera gebruiken of opbergen ............................. 113
Geheugenkaarten .................................................... 114
De batterij ................................................................ 117
Voordat u contact opneemt
met een servicecenter ............................................... 121
Cameraspecificaties .................................................. 124
Woordenlijst ............................................................... 128
Index .......................................................................... 133

Basisfuncties

Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Onderdelen en knoppen van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera inschakelen
De eerste instellingen uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Opties of menu's selecteren.
…………………………………… 13
……………………… 18 De batterij opladen De camera inschakelen
[MENU] gebruiken [Fn] gebruiken
……………………… 18
…………………… 18
…………… 21
……………… 22
………………………… 22
…………………………… 24
… 17
………… 19
… 14
Display en geluid instellen
De weergave instellen Het geluid instellen
Foto's maken
Zoomen Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………………… 27
…………………………………… 28
………………… 25
…………………… 25
……………………… 26
………… 31
… 30

Uitpakken

De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
Camera AC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Gebruiksaanwijzing op cd-rom Snelstartgids
Basisfuncties
Camera-etui HDMI-kabel A/V-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart/
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd.
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
13
Geheugenkaartadapter

Onderdelen en knoppen van de camera

Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop
Ontspanknop
Flitser
Lens
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Microfoon
Luidspreker
AF-hulplampje/Timerlampje
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
Basisfuncties
14
Onderdelen en knoppen van de camera
Statuslampje
Knippert: Wanneer de camera een foto of video opslaat, wordt gelezen door een computer of printer of wanneer de afbeelding niet scherp is.
Licht op: Wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld.
Scherm
Knoppen
(pag. 16)
Zoomknop
In de opnamemodus: In- en uitzoomen
In de afspeelmodus: Inzoomen op een deel van de foto, bestanden als miniaturen weergeven of het volume aanpassen
De polslus bevestigen
x
y
Basisfuncties
15
Onderdelen en knoppen van de camera
Knoppen
Knop Beschrijving
Een video opnemen.
Naar opties of menu's gaan.
Een opnamemodus selecteren.
Beschrijving
Modus
Smart Auto: een foto maken met een scènemodus automatisch geselecteerd door
S
de camera.
Programma: een foto maken door opties in te stellen, behalve de sluitertijd en
p
diafragmawaarde die automatisch worden ingesteld door de camera.
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde
s
opties voor een specifieke scène.
3D-foto: scènes opnemen met een 3D-effect. (Het 3D-effect werkt alleen op een 3D-televisie
d
of 3D-monitor.)
DUAL IS: een foto maken met opties die
I
bewegingen van de camera verminderen.
Panorama: een serie foto's maken en combineren om een panoramisch beeld te
N
maken.
Film: instellingen aanpassen om een video op
v
te nemen.
Knop Beschrijving
Basisfuncties Overige functies
De weergaveoptie wijzigen. Omhoog
D
De macro-optie wijzigen. Omlaag
c
De flitseroptie wijzigen. Naar links
F
De timer- of serieoptie
t
wijzigen.
Gemarkeerde optie of menu bevestigen.
Naar de afspeelmodus gaan.
•
Opties openen in de opnamemodus.
•
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Naar rechts
Basisfuncties
16

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten
Geheugenkaart
omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het Samsung-logo naar boven.
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf.
Schuif de vergrendeling naar boven om de batterij los te maken.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen geheugenkaart is geplaatst.
17

De batterij opladen en de camera inschakelen

De batterij opladen

Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Indicatielampje
Rode lampje brandt: opladen
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties

De camera inschakelen

Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
18

De eerste instellingen uitvoeren

Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren.
Controleer of Language is gemarkeerd en druk op [t]
1
of [
o
].
Druk op [D/c/F/t] om een taal te selecteren en
2
druk op [
o
].
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk op [t]
3
of [
o
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk op
4
[
o
].
Als u naar een ander land reist, selecteert u Bezoek en selecteert u een nieuwe tijdzone.
Druk op [F/t] om een tijdzone te selecteren en druk
5
op [
o
].
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [D].
Tijdzone : Thuis
Londen
Terug Zomertijd
19
De eerste instellingen uitvoeren
Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren
6
en druk op [
Datum/tijd aanpassen
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
7
Druk op [D/c] om de datum en tijd in te stellen en
8
druk op [
t
] of [o].
Jaar Dag Uur Min.Maand
Afsl. Instellen
o
].
Basisfuncties
Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk op
9
[
t
] of [o].
Druk op [D/c] om een datumnotatie te selecteren
10
en druk op [
Druk op [
11
o
].
Language Tijdzone Datum/tijd aanpassen Datumtype
Terug
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
m
Nederlands
Londen
2011/01/01
JJJJ/MM/DD MM/DD/JJJJ DD/MM/JJJJ
Instellen
] om over te schakelen naar de
opnamemodus.
20

Uitleg over de pictogrammen

Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
Opnameopties (links)
Pictogram Beschrijving
Smart filter
Gezichtstint
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en kleurverzadiging)
Witbalans
Witbalans aangepast
Gezichtretouch.
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Optische beeldstabilisatie (OIS)
EV aangepast
ISO-waarde
1
3
2
Opnameopties (rechts)
Pictogram Beschrijving
2
Smart Zoom aan
Fotoresolutie
Videoresolutie
Modus voor één opname
Modus voor snelle serieopnamen
Modus voor vooraf vastleggen
AEB-modus
Timer
Framesnelheid
Fotokwaliteit
Lichtmeting
Flitser
Flitserintensiteit aangepast
Autofocusinstelling
Sound Alive Aan
Basisfuncties
21
3
Opnamegegevens
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart geplaatst
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk
opgeladen
: leeg (opladen)
Beschikbare opnametijd
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Histogram (pag. 25)
Huidige tijd en datum

Opties of menu's selecteren.

Als u een optie of een menu wilt selecteren, drukt u op [m] of [f].

[MENU] gebruiken

Als u opties wilt selecteren, drukt u op [m] en drukt u op [D/c/F/t] of [o].
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer een optie of menu.
2
Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan.
Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het
3
gemarkeerde menu te bevestigen.
m
].
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk nogmaals op [ vorige menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
22
m
] om terug te gaan naar het
Opties of menu's selecteren.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren
in de Programmamodus:
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer p.
2
Druk op [
m
3
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl.
Druk op [D/c] om a te selecteren en druk op [t]
4
of [
o
].
].
Verpl.
M
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk
5
op [
t
] of [o].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl. Verpl.
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
6
Witbalans : Daglicht
Terug Aanpassen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
7
Druk op [
m
8
] om terug te gaan naar de
opnamemodus.
23
Opties of menu's selecteren.

[Fn] gebruiken

U kunt opnameopties openen door op [f] te drukken, maar sommige opties zijn dan niet beschikbaar.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren
in de Programmamodus:
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer p.
2
Druk op [f].
3
Fotoformaat : 4320X3240
Afsl. Verpl.
M
].
Basisfuncties
Druk op [D/c] om naar te scrollen.
4
Witbalans : Auto witbalans
Afsl.
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
5
Witbalans : Daglicht
Afsl.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
6
24
Verpl.
Verpl.

Display en geluid instellen

Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.

De weergave instellen

U kunt een type weergave selecteren voor de opname­of afspeelmodus. Elk type geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Druk meerdere keren op [D] om het type weergave te wijzigen.
Alle informatie over het opnemen tonen
Modus
Opnemen
Beschrijving
Alle opnamegegevens verbergen.
Opnamegegevens verbergen, behalve de gegevens op de onderste regel.
Alle opnamegegevens weergeven.
Histogram weergeven.
Basisfuncties
Modus
Afspelen
Beschrijving
Alle informatie over de huidige foto verbergen.
Informatie weergeven over het huidige bestand, met uitzondering van de opname-instellingen en het histogram.
Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Over histogrammen
Een histogram is een grafiek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto. Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de grafiek betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur, hoe hoger de piek.
Onderbelicht
S
25
Goed belicht
S
Overbelicht
S
Display en geluid instellen

Het geluid instellen

Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [
1
Selecteer < Piepjes.
2
Selecteer een optie.
3
Optie
Uit
Aan
Beschrijving
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
m
].
Basisfuncties
26

Foto's maken

Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer S.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
M
].
Basisfuncties
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
5
maken.
Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven.
6
Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [f] en selecteert u Ja.
Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus.
7
Zie pagina 31 voor tips om betere foto's te maken.
27
Foto's maken

Zoomen

U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Zoomverhouding
Uitzoomen
Inzoomen
Basisfuncties
Digitale zoom
ps
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 20 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (5X) als de digitale zoomfunctie (4X) gebruikt.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met de optie Gezichtsdetectie, het effect Smart filter, de optie Tracking AF of een optie voor serieopnamen.
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn dan normaal.
28
Foto's maken
Smart Zoom
U kunt Smart Zoom (7X) gebruiken om in te zoomen met minder kwaliteitsverlies dan met de optische zoomfunctie en digitale zoomfunctie. U kunt tot 20 keer inzoomen als u zowel Smart Zoom als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Zoomindicator
p
Bereik van Smart Zoom
Digitaal bereik
Smart Zoom is niet beschikbaar met de optie Gezichtsdetectie, het effect Smart filter, de optie Tracking AF of een optie voor serieopnamen.
Als u een foto maakt met de functie Smart zoom, kan de fotokwaliteit lager zijn dan normaal.
Basisfuncties
Smart Zoom instellen
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer a Smart Zoom.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
29
Beschrijving
Uit: de functie Smart Zoom is uitgeschakeld.
Aan: de functie Smart Zoom is ingeschakeld.
m
].
Loading...
+ 108 hidden pages