Samsung SM-A025G/DSN User guide

GEBRUIKSAANWIJZING
SM-A025G/DSN
www.samsung.comDutch. 04/2021. Rev.1.0
Inhoud
Basisfuncties
5 Lees dit eerst
7 Situaties waarin het apparaat oververhit kan
10 Apparaatindeling en -functies
14 De batterij opladen
16 SIM- of USIM-kaart (nano-SIM-kaart)
18 Geheugenkaart (microSD-kaart)
20 Het apparaat in- en uitschakelen
21 Eerste instelling
22 Gezichtsherkenning
24 Camera
Apps en functies
32 Introductie
33 Samsung account
34 Gegevens overzetten vanaf uw vorige
apparaat (Smart Switch)
36 Het scherm begrijpen
44 Meldingenvenster
46 Tekst invoeren
48 Apps installeren of verwijderen
50 Telefoon
53 Contacten
55 Berichten
57 Internet
58 Galerij
62 Multi window
65 Samsung Health
66 Samsung Notes
67 Samsung Members
67 Galaxy Shop
67 Samsung Global Goals
67 Galaxy Wearable
68 Agenda
69 Reminder
70 Spraakrecorder
72 Mijn bestanden
72 Klok
72 Calculator
72 Smart View
73 Inhoud delen
75 Google-apps
76 Radio
77 Schermafbeelding
2
Inhoud
Instellingen
78 Introductie
79 Samsung account
79 Verbindingen
80 Wi-Fi
82 Bluetooth
83 NFC en contactloze betalingen
84 Gegevensbesparing
84 Apps alleen met mobiele gegevens
85 Mobiele hotspot
85 Meer verbindingsinstellingen
87 Geluiden en trillen
87 Geluidskwaliteit en -effecten
88 Afzonderlijk app-geluid
88 Meldingen
89 Display
98 Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht
98 Batterij en apparaatonderhoud
98 Uw apparaat optimaliseren
99 Batterij
99 Opslag
99 Geheugen
100 Apparaatbeveiliging
100 Apps
100 Algemeen beheer
101 Toegankelijkheid
102 Software-update
102 Info telefoon
Bijlage
104 Problemen oplossen
90 Achtergrond
90 Thema's
90 Startscherm
90 Vergrendelscherm
91 Smart Lock
92 Biometrie en beveiliging
93 Privacy
93 Locatie
94 Accounts en back-up
94 Samsung Cloud
95 Google
95 Geavanceerde functies
96 Bewegingen en gebaren
97 Dual Messenger
109 De batterij verwijderen
3
Basisfuncties
4
Basisfuncties
Lees dit eerst
Lees deze gebruiksaanwijzing door zodat u het apparaat veilig en correct in gebruik neemt.
Beschrijvingen zijn gebaseerd op de standaardinstellingen van het apparaat.
Bepaalde inhoud kan afwijken van uw apparaat, afhankelijk van uw regio, serviceprovider, modelspecificaties of software van het apparaat.
Bij het gebruik van sommige apps of functies kan het apparaat een verbinding met een Wi-Fi- of mobiel netwerk vereisen.
Inhoud (van hoge kwaliteit) waarvoor veel gebruik wordt gemaakt van de CPU en het RAM-geheugen, beïnvloedt de algehele prestaties van het apparaat. Apps met dergelijke inhoud werken mogelijk niet correct, afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de omgeving waarin het wordt gebruikt.
Samsung is niet aansprakelijk voor prestatieproblemen die worden veroorzaakt door apps die worden aangeboden door andere providers dan Samsung.
Samsung is niet aansprakelijk voor prestatie- of compatibiliteitsproblemen die worden veroorzaakt door het bewerken van de instellingen in het register of door het gebruik van zelfgekozen besturingssysteemsoftware. Wanneer u probeert het besturingssysteem aan te passen, kan dit ertoe leiden dat uw apparaat en apps niet correct werken.
Voor alle software, geluidsbronnen, achtergronden, afbeeldingen en andere media die bij dit apparaat worden geleverd, is een licentie voor beperkt gebruik verleend. Het overnemen en gebruiken van deze materialen voor commerciële of andere doeleinden maakt inbreuk op de copyrightwetgeving. Gebruikers zijn volledig verantwoordelijk voor het illegale gebruik van media.
Afhankelijk van uw abonnement kunnen er extra kosten in rekening worden gebracht voor gegevensservices zoals het verzenden van chatberichten, uploaden en downloaden, automatisch synchroniseren of het gebruik van locatieservices. Voor grote gegevensoverdrachten kunt u het beste de Wi-Fi-functie gebruiken.
Standaard-apps die bij het apparaat worden geleverd, zijn onderhevig aan updates en worden mogelijk niet langer ondersteund zonder voorafgaande kennisgeving. Als u vragen hebt over een app die bij het apparaat is geleverd, moet u contact opnemen met een Samsung Servicecenter. Voor apps die zijn geïnstalleerd door de gebruiker, kunt u contact opnemen met de serviceproviders.
Het aanpassen van het besturingssysteem van het apparaat of het installeren van software van niet-officiële bronnen kan ervoor zorgen dat het apparaat niet correct functioneert of dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan. Deze acties zijn schendingen van uw Samsung-licentieovereenkomst en zorgen ervoor dat uw garantie vervalt.
5
Basisfuncties
Afhankelijk van uw regio of serviceprovider wordt het apparaat geleverd met een screenprotector ter bescherming tijdens de productie en het transport. Schade aan deze screenprotector valt niet onder de garantie.
U kunt het aanraakscherm zelfs buitenshuis in fel zonlicht duidelijk zien, omdat het contrast zich automatisch kan aanpassen aan de omgeving. Vanwege de aard van het product kan het weergeven van stilstaande beelden voor gedurende langere tijd leiden tot nabeelden (ingebrande beelden op het scherm) of kan beeldschaduw optreden.
Het wordt aanbevolen om geen stilstaande beelden voor gedurende langere tijd op een deel van of het hele aanraakscherm te gebruiken en het aanraakscherm uit te schakelen wanneer u het apparaat niet gebruikt.
U kunt instellen dat het aanraakscherm automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u het niet gebruikt. Start de app hoeveel tijd het aanraakscherm moet worden uitgeschakeld.
Als u wilt instellen dat het aanraakscherm de helderheid automatisch aanpast op basis van de omgeving, start u de app
Aanpasbare helderheid
Instellingen
Instellingen
om deze functie in te schakelen.
, tik op
, tikt u op
Display
Display
Time-out scherm
en tikt u vervolgens op de schakelaar
en selecteer vervolgens na
Afhankelijk van uw regio of model moeten sommige apparaten goedkeuring krijgen van de Amerikaanse Federal Communications Commission (FCC).
Als uw apparaat door de FCC is goedgekeurd, kunt u de FCC-identificatiecode van het apparaat weergeven. Om de FCC-ID te bekijken, start u de app
Statusgegevens
de V.S. en mag het apparaat alleen naar de V.S. worden meegenomen voor persoonlijk gebruik door de eigenaar.
Het gebruik van mobiele apparaten in vliegtuigen of op schepen kan onderhevig zijn aan federale en lokale richtlijnen en beperkingen. Neem contact op met de juiste instanties en volg altijd de instructies van de crew met betrekking tot wanneer en hoe u uw apparaat mag gebruiken.
Uw apparaat bevat magneten. Bewaar een veilige afstand tussen uw apparaat en voorwerpen die kunnen worden beïnvloed door magneten, zoals creditcards of implanteerbare medische hulpmiddelen. Als u een implanteerbaar medisch hulpmiddel hebt, raadpleeg dan uw arts voor gebruik.
. Als uw apparaat geen FCC-identificatiecode heeft, dan is het apparaat niet te koop in
Instellingen
en tikt u op
Info telefoon
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Waarschuwing: situaties die letsel kunnen veroorzaken bij u of anderen
Let op: situaties die schade aan het apparaat of andere apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie
6
Basisfuncties
Situaties waarin het apparaat oververhit kan raken en oplossingen
Het apparaat wordt warm tijdens het opladen van de batterij
Tijdens het opladen kunnen het apparaat en de oplader warm worden. Tijdens draadloos opladen of snel opladen kan het apparaat nog warmer aanvoelen. Dit is niet van invloed op de levensduur of prestaties van het apparaat en valt onder het normale gebruik van het apparaat. Als de batterij te heet wordt, kan dit de oplaadsnelheid verlagen of om deze functie in te schakelen.
Doe het volgende wanneer het apparaat warm wordt:
Koppel de oplader los van het apparaat en sluit eventuele actieve apps. Wacht tot het apparaat is afgekoeld en ga verder met opladen van het apparaat.
Als het onderste gedeelte van het apparaat oververhit raakt, kan dit komen doordat de aangesloten USB-kabel beschadigd is. Vervang de beschadigde USB-kabel door een nieuwe, door Samsung goedgekeurde kabel.
Wanneer u een draadloze oplader gebruikt, moet u geen vreemde voorwerpen, zoals metalen objecten, magneten en kaarten met een magnetische strip, tussen het apparaat en de draadloze oplader plaatsen.
De functie voor draadloos opladen of snel opladen is alleen beschikbaar op ondersteunde modellen.
Het apparaat wordt warm tijdens het gebruik
Wanneer u functies of apps gebruikt die meer vermogen nodig hebben of als u ze gedurende langere tijd gebruikt, kan uw apparaat tijdelijk warm worden vanwege het toegenomen batterijverbruik. Sluit eventuele actieve apps en gebruik het apparaat enige tijd niet.
Hierna volgen voorbeelden van situaties waarin het apparaat oververhit kan raken. Sommige voorbeelden gelden mogelijk niet voor uw model. Dit is afhankelijk van de functies en apps die u gebruikt.
Tijdens de eerste instelling na aankoop of wanneer u gegevens herstelt
Er worden grote bestanden gedownload
7
Basisfuncties
Er worden apps gebruikt die meer vermogen nodig hebben of apps worden gedurende langere tijd gebruikt
U speelt gedurende langere tijd games van hoge kwaliteit
U neemt gedurende langere tijd video's op
U streamt video's met de maximale instelling voor helderheid van het scherm
Wanneer u verbinding maakt met een tv
Tijdens multitasking (of wanneer er veel apps actief zijn op de achtergrond)
Multi window wordt gebruikt
Apps worden bijgewerkt of geïnstalleerd tijdens het opnemen van video's
Er worden grote bestanden gedownload tijdens een video-oproep
Er worden video's opgenomen tijdens het gebruik van een navigatie-app
Er wordt een grote hoeveelheid gegevens gesynchroniseerd met de cloudopslag, e-mail of andere accounts
Er wordt een navigatie-app in een auto gebruikt terwijl het apparaat in direct zonlicht is geplaatst
De functie voor mobiele hotspots en tethering wordt gebruikt
Het apparaat wordt gebruikt in een omgeving met een zwak signaal of zonder ontvangst
De batterij wordt opgeladen met een beschadigde USB-kabel
De multifunctionele aansluiting van het apparaat is beschadigd of blootgesteld aan vreemde voorwerpen, zoals vloeistoffen, stof, metaalpoeder of lood uit een potlood
Tijdens het roamen
Doe het volgende wanneer het apparaat warm wordt:
Zorg ervoor dat het apparaat is bijgewerkt met de nieuwste software.
Conflicten tussen actieve apps kunnen ertoe leiden dat het apparaat warm wordt. Start het apparaat opnieuw op.
Schakel de functies Wi-Fi, GPS en Bluetooth uit wanneer u ze niet gebruikt.
Sluit apps die het batterijverbruik verhogen of die op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl ze niet worden gebruikt.
Verwijder onnodige bestanden of niet-gebruikte apps.
Verminder de helderheid van het scherm.
Gebruik het apparaat enige tijd niet wanneer het oververhit raakt of gedurende langere tijd heet aanvoelt. Als het apparaat oververhit blijft raken, neemt u contact op met een Samsung Servicecenter.
8
Basisfuncties
Voorzorgsmaatregelen voor oververhitting van het apparaat
Als u zich zorgen maakt dat het apparaat te warm wordt, stopt u met het gebruik van het apparaat.
Wanneer het apparaat oververhit raakt, kunnen de functies en werking beperkt zijn of schakelt het apparaat zichzelf uit om af te koelen. De functie is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
Wanneer het apparaat een bepaalde temperatuur bereikt en oververhit raakt, verschijnt er een waarschuwing. Dit is om te voorkomen dat het apparaat defect raakt, er huidirritaties ontstaan of dat er andere schade ontstaat en de batterij gaat lekken. Om de temperatuur van het apparaat te laten dalen, worden de helderheid van het scherm en de prestatiesnelheid verminderd en stopt het laden van de batterij. Totdat het apparaat is afgekoeld, worden actieve apps afgesloten en alle bel- en andere functies beperkt, behalve voor noodoproepen.
Als de tweede melding verschijnt als gevolg van een verdere verhoging van de temperatuur van het apparaat, wordt het apparaat uitgeschakeld. Gebruik het apparaat niet totdat de temperatuur van het apparaat tot onder het opgegeven niveau is gedaald. Als een tweede waarschuwing verschijnt tijdens een noodoproep, wordt de oproep niet verbroken door een gedwongen uitschakeling.
Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiksomgeving
In de volgende omstandigheden kan uw apparaat warm worden vanwege de omgeving. Wees voorzichtig zodat u de levensduur van de batterij niet inkort, het apparaat niet beschadigt en geen brand veroorzaakt.
Bewaar uw apparaat niet bij zeer lage of zeer hoge temperaturen.
Stel het apparaat niet gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht.
Gebruik of bewaar het apparaat niet gedurende langere tijd op zeer hete plaatsen, zoals in een auto in de zomer.
Plaats het apparaat niet op een locatie die oververhit kan raken, zoals een elektrische deken.
Plaats het apparaat niet dichtbij of in verwarmingsapparatuur, magnetrons, warme kooktoestellen of hogedrukcompartimenten.
Gebruik geen kabel waarvan het omhulsel verwijderd of beschadigd is en gebruik geen oplader of batterij die beschadigd of defect is.
9
Basisfuncties
Apparaatindeling en -functies
Inhoud van de verpakking
Raadpleeg de snelstartgids voor de inhoud van de verpakking.
Welke onderdelen bij het apparaat worden geleverd en welke accessoires beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
De meegeleverde onderdelen zijn uitsluitend voor dit apparaat ontworpen en zijn mogelijk niet compatibel met andere apparaten.
Afbeeldingen en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.
Bij de plaatselijke Samsung-dealer kunt u extra accessoires kopen. Controleer of ze compatibel zijn met het apparaat voordat u ze aanschaft.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan prestatieproblemen veroorzaken en defecten die niet door de garantie worden gedekt.
De beschikbaarheid van alle accessoires is onderhevig aan wijziging en is volledig afhankelijk van de fabrikanten. Raadpleeg de Samsung-website voor meer informatie over beschikbare accessoires.
10
Basisfuncties
Luidspreker
GPS-antenne
Indeling van het apparaat
Nabijheids-/lichtsensor
SIM-kaart-/
geheugenkaartlade
Aanraakscherm
Aansluiting oortjes
Camera aan de voorzijde
Volumetoets
Zijtoets
Multifunctionele aansluiting (USB Type-C)
Camera aan de
achterzijde
Flitser
Luidspreker
NFC-antenne
Hoofdantenne
Microfoon
11
Basisfuncties
Wanneer u de luidspreker gebruikt, zoals bij het afspelen van mediabestanden, moet u het apparaat niet te dicht bij uw oor houden.
Stel de cameralens niet bloot aan sterke lichtbronnen, zoals rechtstreeks zonlicht. Als de cameralens hieraan wordt blootgesteld, kan de beeldsensor van de camera beschadigd raken. Beschadigde beeldsensoren kunnen niet worden gerepareerd en leiden tot puntjes of vlekken in foto's.
Als u het apparaat gebruikt wanneer het glas of het hoofdgedeelte van acryl gebroken is, riskeert u verwondingen. Gebruik het apparaat pas weer nadat het is gerepareerd bij een Samsung Servicecenter.
Als er stof of vreemde materialen in de microfoon, luidspreker of ontvanger komen, kan het geluid van het apparaat uitvallen of kunnen bepaalde functies niet werken. Als u probeert het stof of vreemde materialen met een scherp voorwerp te verwijderen, kan het apparaat worden beschadigd en kan het uiterlijk worden aangetast.
In de volgende gevallen kunnen verbindingsproblemen optreden en kan de batterij leeg raken:
Als u metaalstickers in het antennegebied van het apparaat bevestigt
Als u een cover van metaal op het apparaat bevestigt
Als u het antennegebied van het apparaat met uw handen of andere objecten bedekt terwijl u bepaalde functies gebruikt, zoals oproepen of de mobiele gegevensverbinding
Het gebruik van een door Samsung goedgekeurde screenprotector wordt aanbevolen. Een niet-goedgekeurde screenprotector kan ervoor zorgen dat de sensoren niet correct werken.
Bedek het gebied van de nabijheids-/lichtsensor niet met schermaccessoires, zoals beschermfolie, stickers of een hoesje. Als u dit wel doet, werkt de sensor mogelijk niet goed.
Zorg ervoor dat het aanraakscherm niet in contact komt met water. Het aanraakscherm kan in vochtige omstandigheden of door blootstelling aan water beschadigd raken.
12
Basisfuncties
Toetsen
Toets Functie
Ingedrukt houden om het apparaat in of uit te schakelen.
Zijtoets
Zijtoets + toets Volume omlaag
Indrukken om het scherm in te schakelen of te vergrendelen.
Twee keer indrukken om de app of functie die u instelt te starten.
Gelijktijdig indrukken om een schermafbeelding te maken.
Gelijktijdig ingedrukt houden om het apparaat uit te schakelen.
De zijtoets instellen
Selecteer een app of functie die u wilt starten door twee keer op de zijtoets te drukken.
Open de app
Instellingen
, tik op
Geavanceerde functies
Zijtoets
en selecteer de gewenste optie.
Softkeys
Toets Recent
Terugtoets
Starttoets
Wanneer u het scherm inschakelt, worden de softkeys aan de onderzijde van het scherm weergegeven. Raadpleeg Navigatiebalk (softkeys) voor meer informatie.
13
Basisfuncties
De batterij opladen
Laad de batterij op voordat u deze voor het eerst gebruikt of als u de batterij gedurende langere tijd niet hebt gebruikt.
Gebruik alleen een door Samsung goedgekeurde batterij, oplader en kabel die speciaal zijn ontworpen voor uw apparaat. Als u een incompatibele batterij, oplader of kabel gebruikt, kan dit ernstig letsel of schade aan uw apparaat veroorzaken.
Als u de oplader onjuist aansluit, kan dit aanzienlijke schade aan het apparaat veroorzaken. Schade veroorzaakt door verkeerd gebruik, valt niet onder de garantie.
Gebruik alleen de USB Type-C-kabel die bij het apparaat is geleverd. Het apparaat raakt mogelijk beschadigd als u een micro-USB-kabel gebruikt.
Om stroom te besparen moet u de oplader loskoppelen wanneer u deze niet gebruikt. De oplader beschikt niet over een aan/uit-schakelaar. U moet daarom de oplader loskoppelen van het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt, om te voorkomen dat u energie verspilt. De oplader moet in de buurt van het stopcontact blijven tijdens het opladen en eenvoudig te bereiken zijn.
Opladen met kabel
Sluit de USB-kabel aan op de USB-voedingsadapter en sluit de kabel aan op de multifunctionele aansluiting van het apparaat om de batterij op te laden. Als de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de oplader los van het apparaat.
14
Basisfuncties
Snel opladen
Start de app en activeer de gewenste functie.
Snel opladen
ondersteuning biedt voor adaptief snel opladen.
Instellingen
: als u de functie voor snel opladen wilt gebruiken, gebruikt u een batterijoplader die
U kunt de batterij veel sneller opladen terwijl het apparaat of het scherm is uitgeschakeld.
, tik op
Batterij en apparaatonderhoud
Batterij
Meer batterij-instellingen
Batterijverbruik verminderen
Uw apparaat beschikt over verschillende opties waarmee u het verbruik van de batterij kunt verminderen.
Optimaliseer het apparaat met de functie voor apparaatonderhoud.
Schakel het scherm uit door op de zijtoets te drukken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Schakel de spaarstand in.
Sluit overbodige apps.
Schakel de Bluetooth-functie uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
Schakel de automatische synchronisatie uit voor apps die moeten worden gesynchroniseerd.
Verminder de tijd voor achtergrondverlichting.
Verminder de helderheid van het scherm.
Tips en voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de batterij
Als de batterij volledig leeg is, kan het apparaat niet direct worden ingeschakeld wanneer de oplader is aangesloten. Laat een lege batterij enkele minuten opladen voordat u probeert het apparaat in te schakelen.
Wanneer u netwerk-apps, apps waarvoor een verbinding met een ander apparaat is vereist of meerdere apps tegelijk gebruikt, raakt de batterij snel leeg. Als u wilt voorkomen dat er geen stroom meer is tijdens een gegevensoverdracht, moet u deze apps pas gebruiken nadat de batterij volledig is opgeladen.
Als u een andere voedingsbron dan de oplader gebruikt, zoals een computer, kan dit zorgen voor een lagere oplaadsnelheid vanwege een lagere stroomvoorziening.
U kunt het apparaat tijdens het opladen blijven gebruiken, maar hierdoor kan het wel langer duren voordat de batterij volledig is opgeladen.
Als de stroomvoorziening instabiel is wanneer het apparaat wordt opgeladen, functioneert het aanraakscherm mogelijk niet. Als dit gebeurt, koppelt u de oplader los van het apparaat.
15
Basisfuncties
21 43
Tijdens het opladen kunnen het apparaat en de oplader warm worden. Dit is normaal en heeft geen nadelige invloed op de levensduur of prestaties van het apparaat. Als de batterij warmer wordt dan normaal, houdt de oplader mogelijk op met opladen.
Als u het apparaat oplaadt terwijl de multifunctionele aansluiting nat is, kan het apparaat beschadigd raken. Maak de multifunctionele aansluiting zorgvuldig droog voordat u het apparaat oplaadt.
Als uw apparaat niet goed oplaadt, kunt u met het apparaat en de oplader naar een Samsung Servicecenter gaan.
SIM- of USIM-kaart (nano-SIM-kaart)
Plaats de SIM- of USIM-kaart die door de serviceprovider van de mobiele telefoon is geleverd.
U kunt twee SIM-of USIM-kaarten plaatsen, zodat u twee telefoonnummers of serviceproviders voor één apparaat kunt gebruiken. In bepaalde gebieden kunnen de gegevensoverdrachtssnelheden langzamer zijn als er twee SIM-kaarten in het apparaat zijn geplaatst dan wanneer er één SIM-kaart is geplaatst.
Sommige diensten waarvoor een netwerkverbinding is vereist, zijn wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de serviceprovider.
De SIM- of USIM-kaart plaatsen
1 Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje in de lade om de lade te ontgrendelen. 2 Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
16
Basisfuncties
3 Plaats de SIM- of USIM-kaart in de lade met de goudkleurige contacten naar beneden gericht en druk de
SIM- of USIM-kaart voorzichtig in de lade om deze vast te zetten.
4 Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
Gebruik alleen een nano-SIM-kaart.
Zorg ervoor dat u de SIM- of USIM-kaart niet kwijtraakt en dat anderen deze niet gebruiken. Samsung is niet verantwoordelijk voor schade of ongemak veroorzaakt door zoekgeraakte of gestolen kaarten.
De pin voor uitwerpen moet loodrecht op het gaatje staan. Anders kunt u het apparaat beschadigen.
Als de kaart niet stevig in de lade zit, kan de SIM-kaart uit de lade vallen.
Als u de lade in uw apparaat plaatst terwijl de lade nat is, kan uw apparaat beschadigd raken. Zorg altijd dat de lade droog is.
Plaats de lade zo ver mogelijk in de ladesleuf om te voorkomen dat er vocht in uw apparaat terechtkomt.
SIM-kaartbeheer
Start de app
SIM-kaarten
Gewenste SIM-kaart
functies, zoals spraakoproepen, wanneer twee kaarten zijn geactiveerd.
Meer instellingen SIM-kaart
Instellingen
: activeer de SIM-kaart die u wilt gebruiken en pas de SIM-kaartinstellingen aan.
en tik op
: selecteer deze optie om specifieke SIM-kaarten te gebruiken voor bepaalde
Verbindingen
: pas de oproepinstellingen aan.
SIM-kaartbeheer
.
17
Basisfuncties
21 43
Geheugenkaart (microSD-kaart)
Een geheugenkaart installeren
De geheugenkaartcapaciteit van uw apparaat kan verschillen van andere modellen en sommige geheugenkaarten zijn mogelijk niet compatibel met uw apparaat afhankelijk van de fabrikant en het type van de geheugenkaart. Ga naar de website van Samsung om de maximale geheugenkaartcapaciteit van uw apparaat te bekijken.
1 Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje in de lade om de lade te ontgrendelen. 2 Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
3 Plaats een geheugenkaart in de lade met de goudkleurige contacten naar beneden gericht en druk de
geheugenkaart voorzichtig in de lade om deze vast te zetten.
4 Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
Sommige geheugenkaarten zijn mogelijk niet volledig compatibel met het apparaat. Het gebruik van een incompatibele geheugenkaart kan resulteren in beschadiging van het apparaat of de geheugenkaart en kan bovendien gegevens op de kaart beschadigen.
Let erop dat u de geheugenkaart met de juiste kant naar boven in het apparaat plaatst.
De pin voor uitwerpen moet loodrecht op het gaatje staan. Anders kunt u het apparaat beschadigen.
Als u de lade uit het apparaat haalt, wordt de mobiele gegevensverbinding uitgeschakeld.
Als de kaart niet stevig in de lade zit, kan de geheugenkaart uit de lade vallen.
Als u de lade in uw apparaat plaatst terwijl de lade nat is, kan uw apparaat beschadigd raken. Zorg altijd dat de lade droog is.
Plaats de lade zo ver mogelijk in de ladesleuf om te voorkomen dat er vocht in uw apparaat terechtkomt.
18
Basisfuncties
Uw apparaat ondersteunt het FAT- en het exFAT-bestandssysteem voor geheugenkaarten. Als u een geheugenkaart plaatst die met een ander bestandssysteem is geformatteerd, vraagt het apparaat u de geheugenkaart opnieuw te formatteren of wordt de geheugenkaart niet herkend. Als u de geheugenkaart wilt gebruiken, moet u deze formatteren. Als uw apparaat de geheugenkaart niet kan formatteren of niet herkent, neemt u contact op met de fabrikant van de geheugenkaart of een Samsung-servicecenter.
Veel schrijven en verwijderen van gegevens verkort de levensduur van de geheugenkaart.
Wanneer u een geheugenkaart in het apparaat plaatst, wordt de bestandsmap van de geheugenkaart weergegeven in de map
Mijn bestanden
SD-kaart
.
De geheugenkaart verwijderen
Voordat u de geheugenkaart verwijdert, moet u deze eerst bij het systeem afmelden, zodat u de kaart veilig kunt verwijderen.
Start de app
SD-kaart
Zorg ervoor dat u het externe opslagmedium, zoals een geheugenkaart of USB-opslagapparaat, niet verwijdert zolang het apparaat gegevens overzet of opent, of direct na het overzetten van gegevens. Anders kunnen gegevens beschadigd raken of verloren gaan, of kan het externe opslagmedium of apparaat beschadigd raken. Samsung is niet verantwoordelijk voor enig verlies, bijvoorbeeld verlies van gegevens, dat voortvloeit uit verkeerd gebruik van externe opslagapparaten.
Instellingen Ontkoppelen
en tik op
.
Batterij en apparaatonderhoud
Opslag
→ →
Geavanceerd
De geheugenkaart formatteren
Een geheugenkaart die op een computer is geformatteerd, is mogelijk niet compatibel met het apparaat. Formatteer de geheugenkaart in het apparaat.
Start de app
SD-kaart
Instellingen
Formatteren
Vergeet niet een back-up van alle belangrijke gegevens op de geheugenkaart te maken voordat u de geheugenkaart formatteert. De fabrieksgarantie dekt geen schade door verlies van gegevens vanwege iets wat de gebruiker doet.
en tik op
.
Batterij en apparaatonderhoud
Opslag
→ →
Geavanceerd
19
Basisfuncties
Het apparaat in- en uitschakelen
Houd u aan waarschuwingen en aanwijzingen van geautoriseerd personeel op plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten aan beperkingen onderhevig is, bijvoorbeeld in vliegtuigen en ziekenhuizen.
Toets Volume omlaag
Zijtoets
Het apparaat inschakelen
Houd de zijtoets een aantal seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
Het apparaat uitschakelen
1 Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de zijtoets ingedrukt. Of open het meldingenvenster, veeg
omlaag en tik vervolgens op
2 Tik op
Als u het apparaat opnieuw wilt opstarten, tikt u op
Uitschakelen
.
.
Opnieuw opstarten
.
20
Basisfuncties
Geforceerd opnieuw opstarten
Als uw apparaat vastloopt en niet reageert, houdt u de zijtoets en de toets Volume omlaag meer dan 7 seconden tegelijkertijd ingedrukt om het apparaat opnieuw op te starten.
Alarmstand
U kunt het apparaat in de alarmstand zetten om het batterijverbruik te beperken. Bepaalde apps en functies worden beperkt. In de alarmstand kunt u onder andere het alarmnummer bellen, uw huidige locatiegegevens verzenden naar anderen of een alarm laten afgaan.
Als u de alarmstand wilt inschakelen, houdt u de zijtoets ingedrukt en tikt u op meldingenvenster, veeg omlaag en tik vervolgens op
Tik op
Alarmstand uitschakelen
De resterende gebruiksduur geeft aan wanneer de batterij leeg is. De gebruiksduur kan verschillen afhankelijk van uw apparaatinstellingen en de gebruiksomstandigheden.
om de alarmstand uit te schakelen.
Alarmstand
.
Alarmstand
. Of open het
Eerste instelling
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt of na het herstellen van de fabrieksinstellingen, volgt u de instructies op het scherm om uw apparaat in te stellen.
Als u geen verbinding met een Wi-Fi-netwerk maakt, kunt u mogelijk enkele apparaatfuncties niet instellen tijdens de eerste installatie.
21
Basisfuncties
Gezichtsherkenning
U kunt instellen dat het scherm wordt ontgrendeld nadat uw gezicht is herkend.
Als u uw gezicht gebruikt als schermvergrendelingsmethode, kan uw gezicht niet worden gebruikt om het scherm te ontgrendelen wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt. Als u het apparaat wilt gebruiken, moet u het scherm ontgrendelen met het patroon, de pincode of het wachtwoord dat u instelt wanneer u het gezicht registreert. Zorg ervoor dat u uw patroon, pincode of wachtwoord niet vergeet.
Als u de schermvergrendelingsmethode wijzigt in uw biometrische gegevens verwijderd. Als u uw biometrische gegevens wilt gebruiken in apps of functies, moet u uw biometrische gegevens opnieuw registreren.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van gezichtsherkenning
Tref de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u gezichtsherkenning gebruikt om uw apparaat te ontgrendelen.
Vegen
of
Geen
, die niet veilig zijn, worden al
Uw apparaat zou door iemand of iets kunnen zijn ontgrendeld dat lijkt op uw gezicht.
Gezichtsherkenning is minder veilig dan een patroon, pincode of wachtwoord.
Voor betere gezichtsherkenning
Denk aan het volgende bij gebruik van gezichtsherkenning:
Let op de omstandigheden bij de registratie, zoals het dragen van een bril, hoed, masker, zware make-up of het hebben van een baard.
Zorg dat u zich in een goed verlichte ruimte bevindt en dat de cameralens schoon is bij de registratie.
Zorg ervoor dat uw afbeelding niet wazig is, zodat de kans op herkenning groter is.
Uw gezicht registreren
Voor een betere gezichtsregistratie moet u uw gezicht binnenshuis en uit het directe zonlicht registreren.
1 Start de app 2 Lees de instructies op het scherm en tik op
Instellingen
en tik op
Biometrie en beveiliging
Doorgaan
.
Gezichtsherkenning
.
3 Stel een schermvergrendelingsmethode in.
22
Basisfuncties
4 Positioneer uw gezicht in het kader op het scherm.
De camera scant uw gezicht.
Als het ontgrendelen van het scherm met uw gezicht niet goed gaat, tikt u op
wissen
om uw geregistreerde gezicht te verwijderen en uw gezicht opnieuw te registreren.
Gezichtgegevens
Het scherm ontgrendelen met uw gezicht
U kunt het scherm ontgrendelen met uw gezicht in plaats van een patroon, pincode of wachtwoord.
1 Start de app
Instellingen
en tik op
Biometrie en beveiliging
Gezichtsherkenning
.
2 Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling. 3 Tik op de schakelaar
Ontgrendelen met gezicht
om deze functie in te schakelen.
4 Kijk in het vergrendelscherm naar het scherm.
Als uw gezicht wordt herkend, kunt u het scherm ontgrendelen zonder een andere schermontgrendelingsmethode te hoeven gebruiken. Als uw gezicht niet wordt herkend, moet u de vooraf ingestelde schermontgrendelingsmethode gebruiken.
De geregistreerde gezichtsgegevens verwijderen
U kunt gezichtsgegevens verwijderen die u hebt geregistreerd.
1 Start de app
Instellingen
en tik op
Biometrie en beveiliging
Gezichtsherkenning
.
2 Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling. 3 Tik op
Zodra het geregistreerde gezicht is verwijderd, worden ook alle gerelateerde functies uitgeschakeld.
Gezichtgegevens wissen
Verwijder
.
23
Basisfuncties
Camera
Introductie
U kunt foto's maken en video's opnemen met verschillende standen en instellingen.
Cameragebruik
Maak geen foto's of video's van andere personen zonder hun toestemming.
Maak geen foto's of video's waar dit wettelijk niet is toegestaan.
Maak geen foto's of video's op plaatsen waar u mogelijk de privacy van anderen schendt.
Foto's maken
1 Open de app
U kunt de app ook starten door twee keer snel op de zijtoets te drukken of vergrendelscherm.
Sommige camerafuncties zijn niet beschikbaar als u de app vergrendelscherm of als het scherm is uitgeschakeld terwijl de schermvergrendelingsmethode is ingeschakeld.
De camera schakelt automatisch uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
Sommige methoden zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de serviceprovider of het model.
Camera
.
naar links te slepen op het
Camera
start vanuit het
2 Tik op de afbeelding in het voorbeeldscherm op de plek waarop de camera moet scherpstellen.
Tik op het scherm om de helderheid van foto's aan te passen. Wanneer de aanpassingsbalk verschijnt, versleept u de aanpassingsbalk.
24
Basisfuncties
3 Tik op om een foto te maken.
Als u de fotostand wilt wijzigen, sleept u de lijst met fotostanden naar links of rechts of veegt u naar links of rechts op het voorbeeldscherm.
Camera-instellingen
In-/uitzoomen
Voorbeeldminiatuur
Een foto maken.
Het voorbeeldscherm kan verschillen afhankelijk van de fotostand en camera die wordt gebruikt.
Wanneer u foto’s of video’s met een hoge resolutie of een hoge zoomverhouding maakt, wordt
Opties voor de huidige fotostand
Lijst met fotostanden
Schakelen tussen de camera aan de voorzijde en de camera aan de achterzijde.
er mogelijk niet goed scherpgesteld als het onderwerp dichtbij is. Maak foto’s of video’s van een goede afstand.
Als de foto's die u maakt onscherp lijken, maakt u de cameralens schoon en probeert u het opnieuw.
Zorg dat de lens niet beschadigd of vuil is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet correct in bepaalde standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
De camera van uw apparaat is uitgerust met een groothoeklens. Er kan een kleine vervorming optreden in groothoekfoto's of -video's, wat niet duidt op prestatieproblemen van het apparaat.
De maximale capaciteit voor het opnemen van een video kan verschillen afhankelijk van de resolutie.
Als het apparaat wordt blootgesteld aan plotselinge verschillen in de luchttemperatuur, kan zich condens vormen op de camera, vanwege het temperatuurverschil dat ontstaat tussen de buitenkant en de binnenkant van de camerabehuizing. Probeer dergelijke omstandigheden te voorkomen wanneer u de camera gebruikt. Als er condens wordt gevormd, moet u de camera op natuurlijke wijze laten drogen bij kamertemperatuur voordat u foto's maakt of video's opneemt, anders kunnen de resultaten wazig lijken.
25
Basisfuncties
Zoomfuncties gebruiken
Selecteer / of sleep dit naar links of rechts om in of uit te zoomen. U kunt ook twee vingers spreiden op het scherm om in te zoomen en samenknijpen om uit te zoomen.
: met de groothoekcamera kunt u standaardfoto's maken of gewone video's opnemen.
: met de telefotocamera kunt u foto’s maken of video’s opnemen door het onderwerp te vergroten.
Zoomfuncties zijn alleen beschikbaar wanneer de camera aan de achterzijde worden gebruikt.
De cameraknop gebruiken
Houd de cameraknop ingedrukt om een video op te nemen.
Als u een reeks van snel achterelkaar genomen foto's wilt maken, veegt u de cameraknop naar de rand van het scherm en houdt u deze ingedrukt.
Als u nog een cameraknop toevoegt, kunt u deze overal op het scherm verplaatsen en handiger foto's maken. Tik op het voorbeeldscherm op
Sluiterknop
om deze functie in te schakelen.
Opnamemethoden
en tik op de schakelaar
Zwevende
Opties voor de huidige fotostand
Gebruik de volgende opties op het voorbeeldscherm.
: de flitser in- of uitschakelen.
: de vertraging selecteren voordat de camera automatisch een foto maakt.
: een hoogte-breedteverhouding voor foto's selecteren.
: een hoogte-breedteverhouding voor video's selecteren.
: een resolutie voor video’s selecteren.
: een filter- of beauty-effect toepassen.
: een meetmethode selecteren. Hiermee wordt bepaald hoe de lichtwaarden worden berekend.
Centrumgericht
opname te berekenen. van de opname om de belichting van de opname te berekenen. gemiddeld.
De beschikbare opties kunnen verschillen, afhankelijk van het model of de fotostand.
gebruikt het licht in het middelste gedeelte van de opname om de belichting van de
Spotmeting
gebruikt het licht op een geconcentreerd gebied in het midden
Matrix
stelt de volledige scène in op
26
Basisfuncties
Fotostand
De camera past de opnameopties automatisch aan op basis van de omgeving om eenvoudig foto's te maken.
FOTO
Tik op
Selfies maken
U kunt selfies maken met de camera aan de voorzijde.
1 Veeg in het voorbeeldscherm omhoog of omlaag of tik op om naar de camera aan de voorzijde te
schakelen voor selfies.
2 Kijk naar de cameralens aan de voorzijde.
in de lijst met fotostanden en tik op om een foto te maken.
Als u selfies wilt maken met een groothoekopname van het landschap of personen, tikt u op
.
3 Tik op om een foto te maken.
Filters en beauty-effecten toepassen
U kunt een filtereffect selecteren en gezichtskenmerken, zoals uw huidtint of gezichtsvorm, aanpassen voordat u een foto maakt.
1 Tik op op het voorbeeldscherm. 2 Selecteer effecten en maak een foto.
De scherpstelling (AF) en belichting (AE) vergrendelen
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen blijven vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
27
Basisfuncties
Videostand
De camera past de opnameopties automatisch aan op basis van de omgeving om eenvoudig video's te maken.
1 Tik in de lijst met opnamestanden op
Als u een afbeelding wilt vastleggen van de video terwijl u opneemt, tikt u op
Als u het gedeelte waarop wordt scherpgesteld wilt wijzigen terwijl u een video maakt, houdt u het gedeelte vast waarop u wilt scherpstellen. Als u de autofocusstand wilt gebruiken, tikt u op handmatig ingestelde scherpstelling te annuleren.
VIDEO
en tik op om een video op te nemen.
.
om de
2 Tik op om de opname van de video te stoppen.
Portretstand
Met de camera kunt u foto’s maken waarbij de achtergrond is vervaagd en het onderwerp scherp in beeld is.
1 Tik in de lijst met fotostanden op 2 Versleep de aanpassingsbalk voor de achtergrondvervaging om het vervagingsniveau aan te passen.
3 Wanneer
maken.
Effect gereed.
wordt weergegeven op het voorbeeldscherm, tikt u op om een foto te
PORTRET
.
Aanpassingsbalk voor
achtergrondvervaging
Gebruik deze functie op een plaats met voldoende licht.
In de volgende omstandigheden wordt de achtergrondvervaging mogelijk niet correct toegepast:
Het apparaat of het onderwerp beweegt.
Het onderwerp is dun of transparant.
Het onderwerp heeft een vergelijkbare kleur als de achtergrond.
Het onderwerp of de achtergrond is effen.
28
Basisfuncties
PRO-stand
U kunt foto’s maken terwijl u verschillende opname-opties aanpast, zoals belichtingswaarde en ISO-waarde.
MEER
PRO
Tik in de lijst met fotostanden op een foto te maken.
Beschikbare opties
. Selecteer opties, pas de instellingen aan en tik op om
: een ISO-waarde selecteren. Hiermee wordt de lichtgevoeligheid van de camera bediend. Lage waarden zijn voor stilstaande of helder verlichte objecten. Hogere waarden zijn voor snel bewegende of helder verlichte onderwerpen. Hogere ISO-waarden kunnen echter tot beeldruis op foto’s leiden.
: een geschikte witbalans selecteren, zodat afbeeldingen een levensecht kleurbereik hebben. U kunt de kleurtemperatuur instellen.
: de belichtingswaarde wijzigen. Hiermee wordt bepaald hoeveel licht de sensor van de camera ontvangt. Voor omstandigheden met weinig licht, moet u een hogere belichting gebruiken.
Panoramastand
Maak in de panoramastand een serie foto's en voeg deze samen om een brede scène te maken.
1 Tik in de lijst met fotostanden op 2 Tik op
Zorg ervoor dat het beeld binnen het kader van de zoeker van de camera blijft. Als de voorbeeldafbeelding buiten het lijnkader ligt of als u het apparaat niet beweegt, stopt het apparaat automatisch met foto's maken.
en beweeg het apparaat langzaam in één richting.
MEER
PANORAMA
.
3 Tik op om te stoppen met foto's maken.
Vermijd het maken van foto's met onduidelijke achtergronden, zoals een lege lucht of een kale muur.
Macro-stand
Foto’s maken van onderwerpen dichtbij.
MEER
Tik op
MACRO
in de lijst met fotostanden.
29
Basisfuncties
Camera-instellingen aanpassen
Tik op op het voorbeeldscherm. Sommige opties zijn wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de fotostand.
Foto's
Over Sluiterknop vegen voor
cameraknop naar de rand van het scherm veegt en ingedrukt houdt.
Selfies
Slimme groothoekselfie
er meer dan twee personen in het beeld zijn.
Selfies zoals voorbeeld opslaan
op het voorbeeldscherm wanneer ze met de camera aan de voorzijde worden gemaakt zonder ze te draaien.
: hier kunt u een actie selecteren die u wilt laten uitvoeren als u de
: instellen dat het apparaat automatisch naar een groothoekselfie schakelt als
: instellen dat het apparaat foto's opslaat zoals ze worden weergegeven
Nuttige functies
Auto HDR
Hulplijnen
selectie van onderwerpen.
Locatietags
Opnamemethoden
nemen.
Instellingen om te bewaren
opnamestand, wanneer u de camera opent.
Opslaglocatie
geheugenkaart plaatst.
Sluiter- geluid
: maak foto's met warme kleuren en leg details vast, zelfs in lichte en donkere omgevingen.
: rasterlijnen weergeven in de zoeker om te helpen bij het samenstellen van het beeld bij de
: een GPS-locatietag toevoegen aan de foto.
De sterkte van het GPS-signaal kan afnemen op locaties waar het signaal wordt geblokkeerd, zoals tussen gebouwen, in laaggelegen gebieden of in slechte weersomstandigheden.
Uw locatie kan worden weergegeven op uw foto's wanneer u deze uploadt naar internet. Schakel de instelling voor locatietags uit om dit te voorkomen.
: extra opnamemethoden selecteren om een foto te maken of een video op te
: de laatste instellingen behouden die u hebt gebruikt, zoals de
: de geheugenlocatie selecteren voor opslag. Deze functie verschijnt wanneer u een
: het sluitergeluid in- of uitschakelen.
Feedback trilsignaal
cameraknop tikt.
: instellen dat het apparaat trilt in bepaalde situaties zoals wanneer u op de
30
Loading...
+ 80 hidden pages