Samsung SGH-E700 User Manual [nl]

Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie ........... 7
Uitpakken ............................................... 9
Uw telefoon............................................. 10
Onderdelen ................................................... 10
Displays ........................................................ 13
Verlichting ..................................................... 17
Ingebouwde antenne ...................................... 17
Aan de slag ............................................. 18
SIM-kaart plaatsen/verwijderen........................ 18
Batterij plaatsen/verwijderen/opladen ............... 19
Telefoon aan- of uitzetten................................ 23
Functies en opties selecteren ........................... 24
Telefoneren............................................. 26
Zelf bellen ..................................................... 26
Oproep beëindigen.......................................... 29
Oproep beantwoorden ..................................... 29
Oproep weigeren ............................................ 29
Volume aanpassen.......................................... 30
Tijdens gesprek beschikbare opties ................... 30
Oortelefoon gebruiken..................................... 38
Tekst intoetsen ....................................... 39
Tekstinvoerstand wijzigen................................ 40
T9 stand (NL)................................................. 41
ABC stand ..................................................... 43
Speciale tekens intoetsen ................................ 45
Cijfers........................................................... 45
Menu’s gebruiken.................................... 46
Menu openen ................................................. 46
Wegwijzer menukeuzes ................................... 47
3
Inhoud
Telefoonlijst ............................................ 53
Naam zoeken (T.Lijst 1.1) ............................... 53
Nummer toevoegen Snelkeuzelijst Alles naar telefoon kopiëren Alles via infrarood verzenden Alles wissen Eigen nummer Groep instellen Geheugenstatus Nummers diensten
(T.Lijst 1.2) ....................... 56
(T.Lijst 1.3) ............................... 57
(T.Lijst 1.4) ........... 59
(T.Lijst 1.5) ......... 60
(T.Lijst 1.6) ................................. 62
(T.Lijst 2.1) .............................. 62
(T.Lijst 2.2) ............................. 63
(T.Lijst 2.3) ............................ 64
(T.Lijst 3.1) ........................ 65
Berichten ................................................ 66
SMS bericht (Menu 1.1) ................................... 66
Multimediabericht Voice mail Standaardberichten Infoberichten Instellingen Geheugenstatus
(Menu 1.2) .......................... 72
(Menu 1.3) ..................................... 83
(Menu 1.4) ........................ 84
(Menu 1.5) ................................. 84
(Menu 1.6) ................................... 86
(Menu 1.7) ............................. 89
Oproepenlijst .......................................... 90
Gemiste oproepen (Menu 2.1) .......................... 90
Ontvangen oproepen Uitgaande oproepen Alles wissen
(Menu 2.4) .................................. 91
Gespreksduur Gesprekskosten
(Menu 2.2) ...................... 90
(Menu 2.3) ....................... 91
(Menu 2.5) ................................ 91
(Menu 2.6) ............................. 92
Geluidsinstellingen.................................. 94
Inkomende oproepen Berichten
(Menu 3.2) ...................................... 95
Beltoon aan/uit Verbindingstoon Toetstoon
(Menu 3.5) ..................................... 96
Minutenteller Stille modus
(Menu 3.1) ..................... 94
(Menu 3.3) .............................. 96
(Menu 3.4) ............................. 96
(Menu 3.6) ................................. 97
(Menu 3.7) .................................. 97
Inhoud
Telefooninstellingen................................ 98
Welkomtekst (Menu 4.1) ................................. 98
Display Taal Beveiliging Autom. herhalen Toets op zijkant Fax stand Infrarood activeren Reset instellingen
(Menu 4.2) ......................................... 98
(Menu 4.3) ............................................. 101
(Menu 4.4) .................................... 101
(Menu 4.5) ............................ 104
(Menu 4.6) ............................. 105
(Menu 4.7) ...................................... 105
(Menu 4.8) ........................ 106
(Menu 4.9) ........................... 106
Organizer ................................................ 108
Nieuwe notitie (Menu 5.1) ............................... 108
Kalender Actielijst Klok Alarm Calculator Omrekenen Timer Stopwatch
(Menu 5.2) ....................................... 110
(Menu 5.3) ....................................... 112
(Menu 5.4) ............................................. 113
(Menu 5.5) ........................................... 115
(Menu 5.6) ..................................... 117
(Menu 5.7) ................................... 118
(Menu 5.8) ........................................... 120
(Menu 5.9) ..................................... 120
Netwerkdiensten..................................... 122
Oproepen doorschakelen (Menu 6.1) ................. 122
Oproepen blokkeren Wisselgesprek Netwerk kiezen Nummerweergave Actieve lijn
(Menu 6.6) .................................... 129
(Menu 6.2) ....................... 124
(Menu 6.3) ............................... 127
(Menu 6.4) .............................. 128
(Menu 6.5) .......................... 128
Funbox.................................................... 130
Internetdiensten (Menu 7.1) ............................ 130
Mediabox JAVA wereld Spelletjes
(Menu 7.2) ...................................... 137
(Menu 7.3) .................................. 140
(Menu 7.4) ...................................... 144
4
5
Inhoud
Camera ................................................... 148
Foto maken en versturen (Menu 8.1) ................ 148
(Menu 8.2) ........................................... 153
Foto’s Albums Alles wissen Instellingen Geheugenstatus
(Menu 8.3) ......................................... 153
(Menu 8.4) .................................. 153
(Menu 8.5) ................................... 154
(Menu 8.6) ............................. 155
De functie ALS (Alternate Line Service)
gebruiken................................................ 156
Problemen oplossen................................ 158
PIN codes en wachtwoorden................... 161
Wachtwoord voor telefoon ............................... 161
PIN............................................................... 161
PIN2 ............................................................. 162
PUK .............................................................. 162
PUK2 ............................................................ 163
Wachtwoord blokkeren oproepen ...................... 163
Gezondheids- en veiligheidsinformatie ... 164
Blootstelling aan radiogolven (SAR Informatie) ... 164 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
batterijen ...................................................... 165
Verkeersveiligheid .......................................... 167
Gebruiksomgeving.......................................... 167
Elektronische apparatuur ................................. 168
Omgeving waar explosiegevaar is ..................... 170
Telefoneren in geval van nood.......................... 171
Overige belangrijke veiligheidsinformatie ........... 172
Verzorging en onderhoud................................. 173
Verklarende woordenlijst ........................ 175
Index ...................................................... 179
Naslagkaart ............................................ 183
6
Belangrijke veiligheidsinformatie
Lees, voordat u de telefoon in gebruik neemt, deze eenvoudige veiligheidsrichtlijnen door. Wanneer u zich er niet aan houdt, is dit gevaarlijk en mogelijk illegaal.
Verkeersveiligheid gaat voor alles
Houd de telefoon tijdens het rijden niet in de hand, maar plaats hem in een hands-free carkit of stop eerst op een parkeerplaats.
Zet de telefoon uit tijdens het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of chemicaliën zijn opgeslagen.
Zet de telefoon uit aan boord van een vliegtuig
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken. Aanzetten van deze telefoon in een vliegtuig is gevaarlijk en verboden.
Zet de telefoon uit in het ziekenhuis
Zet de telefoon uit als u zich in de buurt van medische apparatuur bevindt. Volg de aangegeven regels op.
Storingen
Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interfe­rentie, wat de werking ervan kan beïnvloeden.
Houd u aan specifieke regels en richtlijnen
Gelden in een bepaalde omgeving speciale regels voor het gebruik van mobiele telefoons, volg deze dan altijd op.
Zet de telefoon altijd uit wanneer gebruik ervan niet is toegestaan, storingen kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Adapter
Maak op de juiste wijze gebruik van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij het oor). Vermijd onnodig contact met de antenne wanneer de telefoon aan staat, met name wanneer u ermee belt.
Telefoneren in geval van nood
Controleer of de telefoon aan staat en verbinding met het netwerk heeft. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk vervolgens op de toets . Als bepaalde functies ingeschakeld zijn, zoals blokkering uitgaande gesprekken, moet u deze eerst uitschakelen voordat u kunt telefoneren. Geef alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door. Verbreek de verbinding pas als u daartoe opdracht heeft gekregen.
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij droog blijft.
Accessoires en batterijen
Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen batterijen en accessoires.
Deskundige technische service
Laat de telefoon alleen repareren door een vakbekwame technicus.
Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het hoofdstuk “Gezondheids- en veiligheidsinformatie” op pagina 164.
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Telefoon
Batterij
Gebruiksaanwijzing
Opmerking
Daarnaast zijn bij uw Samsung dealer de volgende extra accessoires voor uw telefoon verkrijgbaar:
•Batterijlader
•Eenvoudige hands-free kit
•Draagbare oortelefoon
•Datakit
: De bij de telefoon geleverde accessoires
kunnen per land verschillen.
Polsband
Oortelefoon
8
9
Uw telefoon
Onderdelen
Telefoon dicht
Uw telefoon
De volgende illustraties geven een overzicht van de belangrijkste onderdelen van uw telefoon.
Telefoon open
Luidspreker
Klep
Functietoets
(links)
Aansluiting
oortelefoon
Volume/menu
bladertoetsen
Bellen/
bevestigen
menukeuze
Annuleren/
terug/
correctietoets
Infrarood
poort
Toetsen voor
speciale
functies
1
Hoofddisplay
Stuurtoetsen (Omhoog/
Omlaag/Links/ Rechts)
Functietoets (rechts)
WAP browser toets
Aan/Uit/ Menu verlaten
Alfanumerieke toetsen
Microfoon
Camera
Extern
display
Toets Beschrijving
Hiermee voert u de functie uit die erboven (op de onderste regel van het
(functie­toetsen)
display) staat aangegeven.
1
In menu’s kunt u hiermee door de menuopties bladeren.
In de standby-stand komt u met de stuurtoets Links in het scherm Nieuw SMS bericht schrijven, met de stuurtoets Rechts in het menu Melodie voor inkomende oproep en met de stuurtoets Omhoog in het menu Kalender. Met de stuurtoets Omlaag opent u het menu Camera. Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, kunt u direct een foto maken.
In de standby-stand: Direct starten van de WAP (Wireless Application Protocol) browser.
Cameratoets
10
11
Uw telefoon
Uw telefoon
Toets Beschrijving (vervolg)
Zelf bellen of oproep beantwoorden. In de standby-stand opent u met deze
toets de Oproepenlijst. In menu’s kunt u met deze toets een menufunctie kiezen of door u ingegeven informatie (bijv. een naam) in het telefoon- of SIM-geheugen opslaan.
Verwijdert ingetoetste tekens. Wanneer u deze toets in de standby-
stand ingedrukt houdt, komt u snel in het menu Nieuwe notitie.
In de menustand gaat u met deze toets terug naar het vorige menu.
Hiermee beëindigt u een gesprek of oproep.
Door deze toets ingedrukt te houden, kunt u de telefoon aan- en uitzetten.
In menu’s annuleert u hiermee de ingevoerde informatie en gaat u terug naar de standby-stand.
Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, wordt uw voice mail geopend.
Voor het ingeven van cijfers, letters en diverse speciale tekens en symbolen.
Toets Beschrijving (vervolg)
(aan linkerzijkant van de telefoon) Tijdens gesprek: luidsprekervolume
aanpassen. In standby-stand met telefoon open:
toetsvolume aanpassen. Ingedrukt houden tijdens inkomend
gesprek met de telefoon dicht: oproep weigeren of beltoon uitschakelen. Zie pagina 105.
(aan rechterzijkant van de telefoon) Schakelt de opnamefunctie van de
camera in. In de opnamestand vervult deze toets
de sluiterfunctie.
Displays
Hoofddisplay
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Pictogrammen
12
Deze toetsen worden voor diverse functies en doeleinden gebruikt.
Toets ingedrukt houden tijdens in­toetsen nummer: voegt een pauze in.
Toets ingedrukt houden in standby­stand: schakelt stille modus in of uit.
Menu T.Lijst
Tekst en afbeeldingen
Indicatie functietoetsen
13
Uw telefoon
Uw telefoon
Gedeelte Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse pictogrammen. Zie
pagina 14.
Midden Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde informatie (bijv. telefoonnummer) weergegeven.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de functietoetsen zijn toegewezen.
Pictogrammen
Picto­gram
14
Beschrijving
Signaalsterkte: Geeft de sterkte van het ontvangen signaal aan. Hoe meer balkjes, hoe beter het signaal.
Verschijnt tijdens een oproep. Als uw SIM-kaart de functie ALS (Alternate Line Service) ondersteunt, kan bij dit pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan, bijvoorbeeld , of .
Verschijnt wanneer u buiten het bereik van uw netwerk bent. U kunt op dat moment niet bellen of gebeld worden.
Verschijnt wanneer u een nieuw of niet afgeluisterd voice-mail bericht heeft. Als uw SIM-kaart de functie ALS (Alternate Line Service) ondersteunt, kan bij dit pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan, bijvoorbeeld , of .
Verschijnt wanneer u een nieuw of ongelezen bericht heeft.
Picto­gram
Beschrijving (vervolg)
Verschijnt wanneer u een nieuw of niet bekeken of afgeluisterd multimediabericht heeft.
Verschijnt wanneer u een multimediabericht ophaalt.
Verschijnt wanneer u een alarm heeft ingesteld.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort is ingeschakeld. Voor meer informatie, zie pagina 106.
Verschijnt wanneer u de telefoon via de infraroodpoort op de computer aansluit.
Verschijnt wanneer u verbinding heeft met het GPRS netwerk.
Verschijnt wanneer u de functie Oproepen doorschakelen heeft aangezet. Als uw SIM-kaart de functie ALS (Alternate Line Service) ondersteunt, kan bij dit pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan, bijvoorbeeld , of .
Verschijnt wanneer u zich thuis bevindt.
Wordt alleen getoond wanneer uw
(
provider dit ondersteunt.)
Verschijnt wanneer u zich op kantoor bevindt. (
Wordt alleen getoond wanneer
uw provider dit ondersteunt.)
Verschijnt wanneer u het belsignaal voor inkomende oproepen instelt op Trillen of Eerst trillen dan melodie. Kijk voor meer informatie op pagina 94.
Verschijnt wanneer de Stille modus is ingeschakeld.
Batterijstatus: Geeft de lading van uw batterij aan. Hoe meer balkjes, hoe voller de batterij.
15
Uw telefoon
Uw telefoon
Display uitschakelen
Als gedurende een minuut nadat de verlichting van het hoofddisplay is uitgeschakeld geen toets wordt ingedrukt, schakelt het hoofddisplay zichzelf uit. Dit is om de batterij te sparen. U kunt het hoofddisplay weer inschakelen door op een willekeurige toets te drukken.
Extern display
Op de klep van de telefoon bevindt zich het externe display. Hierop kunt u zien dat er een inkomend gesprek of bericht is. Ook als een door u ingesteld alarm afgaat, kunt u dit op het externe display zien.
Wanneer u de optie Lampje (Menu 4.2.5.3) heeft ingesteld op Verlichting type 1 of 2, geeft het lampje van het externe display aan of u zich binnen het dekkingsgebied van uw provider bevindt. Is dit niet het geval, dan werkt het lampje niet.
Wanneer u met de telefoon dicht een van de volumetoetsen ingedrukt houdt, gaat de verlichting van het externe display aan.
Als u de oortelefoon op de telefoon heeft aangesloten, kunt u ook het knopje hierop gebruiken om de verlichting in te schakelen.
Wanneer gedurende een bepaalde tijdsduur die u via de menuoptie Tijd verlichting (Menu 4.2.5.2) kunt instellen, geen toets is ingedrukt, wordt eerst de verlichting uitgeschakeld en vervolgens het externe display. Dit is om de batterij te sparen. U kunt het externe display weer inschakelen door een van de volumetoetsen ingedrukt te houden.
Verlichting
Het hoofddisplay en het toetsenbord worden verlicht via de achtergrondverlichting. Wanneer u op een willekeurige toets drukt of de telefoon opent, wordt de verlichting ingeschakeld. Via de menukeuze Verlichting kunt u instellen hoe lang de verlichting aan moet blijven. Kijk voor meer informatie op pagina 99.
Opmerking
: Is de telefoon op de optionele carkit
aangesloten, dan is de verlichting altijd aan.
Ingebouwde antenne
Uw telefoon beschikt over een ingebouwde antenne. Net als bij andere mobiele apparatuur die radiogolven uitzendt, moet u voorkomen dat u de antenne onnodig aanraakt wanneer de telefoon is ingeschakeld. Dit kan tot gevolg hebben dat de gesprekskwaliteit lager wordt en de telefoon meer stroom gebruikt dan nodig is.
16
17
Aan de slag
SIM-kaart plaatsen/verwijderen
Wanneer u een prepaid GSM-kaart koopt of een GSM abonnement afsluit, ontvangt u een SIM­kaartje dat al uw gegevens bevat (PIN code, extra diensten, beltegoed, enzovoort).
•Houd SIM-kaarten altijd buiten bereik van kleine kinderen.
•De SIM-kaart en de contacten kunnen gemakkelijk beschadigen door krassen of buigen. Wees dus voorzichtig wanneer u de kaart in de telefoon doet of eruit haalt.
•Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u eerst de telefoon uitzetten en de batterij verwijderen.
SIM-kaart plaatsen
1. Verwijder zo nodig de batterij. Zie pagina 19.
2. Schuif de SIM-kaart onder de twee uitsteeksel-
tjes. Zorg ervoor dat de hoek met de schuine rand links boven zit en de gouden contacten naar de telefoon gericht zijn.
Aan de slag
SIM-kaart verwijderen
U kunt de SIM-kaart verwijderen, door de kaart uit de houder te schuiven (zie illustratie).
Batterij plaatsen/verwijderen/ opladen
Uw telefoon wordt van stroom voorzien door een oplaadbare Li-ion batterij. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en laders. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw leverancier.
Opmerking
Batterij plaatsen
1. Schuif de nokjes onderaan de batterij in de uitsparingen van de telefoon.
: Voordat u de telefoon voor het eerst in
gebruik neemt, moet u ervoor zorgen dat de batterij geheel is opgeladen. Het opladen van een lege standaard batterij duurt ongeveer 130 minuten.
18
19
Aan de slag
Aan de slag
2. Druk de batterij tegen de achterkant van de telefoon tot deze op zijn plaats klikt.
Batterij verwijderen
1. Schakel de telefoon uit door de toets ingedrukt te houden.
2. U kunt de batterij verwijderen door het nokje van de batterij naar boven te duwen en in die stand te houden. Nu kunt u de batterij van de telefoon afhalen.
Batterij opladen met de adapter
Opmerking
1. Steek het uiteinde van de adapter in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
De pijl op de adapter moet in de richting van de telefoon wijzen.
2. Sluit de adapter aan op een normaal stopcontact.
Tijdens het opladen van de batterij worden de balkjes van het batterijpictogram rechtsboven in het hoofddisplay een voor een gevuld.
: Terwijl de batterij wordt opgeladen,
kunt u de telefoon gewoon gebruiken.
De batterij laadt echter sneller op wanneer de telefoon is uitgeschakeld.
20
21
Aan de slag
Aan de slag
3. Als de batterij volledig is opgeslagen, verandert het batterijpictogram niet langer en verschijnt de melding “Opgeladen”. Maak de adapter los van de telefoon door de grijze knopjes aan de zijkant van de connector in te drukken en de connector uit de telefoon te trekken.
Indicatie Batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar minuten kunt bellen, wordt u op diverse manieren gewaarschuwd: in het display gaat het batterij­pictogram knipperen ( ), u hoort een waarschuwingssignaal en in het display verschijnt regelmatig een melding.
Als de batterij zo leeg is dat de telefoon niet meer kan werken, schakelt de telefoon zichzelf uit.
Telefoon aan- of uitzetten
Telefoon aanzetten:
1. Open de telefoon.
2. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de toets ingedrukt tot de telefoon aan is.
3. Als de telefoon om de PIN code vraagt, geeft u deze in en drukt u op de functietoets OK. Kijk voor meer informatie op pagina 161.
De telefoon zoekt uw netwerk; de huidige datum en tijd worden in het hoofddisplay en externe display getoond. Zodra het netwerk gevonden is, kunt u bellen en gebeld worden.
NETWERK
WO 17 sep 03
12:53
12:53
WO 17/09
Menu T.Lijst
Opmerking: Om de taal te wijzigen, gaat u
naar de menuoptie Taal (Menu 4.3
informatie op pagina 101.
U zet de telefoon als volgt uit: Houd de toets ingedrukt tot het afsluitfilmpje
wordt getoond.
). Kijk voor meer
22
23
Aan de slag
Aan de slag
Functies en opties selecteren
Uw telefoon heeft veel functies die u aan uw eigen voorkeur kunt aanpassen. U kunt deze instellingen via menu's en submenu's benaderen met behulp van de twee functietoetsen en . In ieder menu en submenu kunt u de instellingen van een bepaalde functie bekijken en wijzigen.
De rol van de functietoetsen is afhankelijk van de plaats binnen het menu waar ze worden gebruikt. Op de onderste regel van het display, direct boven de betreffende toets, kunt u zien welke functie hij op dat moment heeft.
Voorbeeld:
NETWERK
WO 17 sep 03
12:53
Menu T.Lijst
Om de diverse beschikbare functies en opties te bekijken en te selecteren, doet u het volgende:
1. Druk op de juiste functietoets.
2. Om... Drukt u op de…
• De getoonde functie
Functietoets Kies.
• De gemarkeerde optie te selecteren
Naar de volgende functie
Stuurtoets Omlaag. te gaan of de volgende optie in de lijst te selecteren
Terug te gaan naar de
Stuurtoets Omhoog. vorige functie of optie in de lijst
Een niveau in de menu­structuur terug te gaan
Functietoets (of
Terug) of de
toets C. Terug te gaan naar de
Toets . standby-stand
Bij sommige functies moet u een wachtwoord of PIN code invoeren. Geef de code in en druk op de functietoets OK.
Druk op de linker functietoets om naar het menu te gaan.
24
1
Druk op de rechter functietoets om naar de telefoonlijst te gaan.
25
Telefoneren
Zelf bellen
Met de cijfertoetsen
Telefoneren
Internationaal bellen
1. Houd voor de internationale toegangscode de toets 0 ingedrukt. Het + teken verschijnt in het display.
2. Geef het landnummer, netnummer en het abonneenummer in en druk op de toets .
Als de telefoon standby staat, toetst u het net­nummer en telefoonnummer in en drukt u op de toets .
Opmerking:
Als u de functie
Menu 4.5) Aan
( persoon die u wilt bellen neemt niet op of is in gesprek, wordt het nummer automatisch maximaal tien keer opnieuw gekozen. Kijk voor meer informatie op pagina 104.
Autom. herhalen
heeft gezet en de
Nummer corrigeren
U wilt wissen... Dan drukt u op…
Het laatste cijfer Druk op de toets C. Een ander cijfer Druk op de stuurtoets Links of
Rechts totdat de cursor (|) rechts naast het cijfer staat dat u wilt wissen. Druk vervolgens op de toets C. Om een cijfer tussen te voegen, zet u de cursor op de gewenste plaats en drukt u op de juiste cijfertoets.
Alle tekens Houd de toets C ruim een
seconde ingedrukt.
Nummer uit de telefoonlijst bellen
Namen en telefoonnummers van personen of bedrijven die u regelmatig belt, kunt u opslaan in het geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon. Deze geheugens worden samen aangeduid als de telefoonlijst. U hoeft alleen maar de gewenste naam te kiezen om het bijbehorende nummer te bellen.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op pagina 53.
Oproepenlijsten gebruiken
Uw telefoon bewaart op chronologische wijze de nummers van de laatste 20 ontvangen, uitgaande en gemiste oproepen. De laatste oproep staat bovenaan de lijst. Als een nummer meer dan eenmaal voorkomt, wordt alleen de laatste oproep bewaard.
U kunt een van deze nummers als volgt (terug)bellen:
1. Druk in de standby-stand op de toets om de Oproepenlijst te openen.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag door de lijst tot het nummer dat u wilt bellen gemarkeerd wordt weergegeven.
In de Oproepenlijst worden de volgende pictogrammen gebruikt:
: Uitgaande oproepen
: Ontvangen oproepen
: Gemiste oproepen
26
27
Telefoneren
Telefoneren
3. Om het nummer te bellen, drukt u op . U kunt de verschillende oproepenlijsten ook apart
bekijken. Zie “Oproepenlijst” op pagina 90.
Gemiste oproepen bekijken
Als u een oproep niet hebt beantwoord, kunt u, als uw provider deze dienst levert, zien wie heeft geprobeerd u te bellen. Desgewenst kunt u de betreffende persoon dan terugbellen.
Als u een of meer oproepen heeft gemist, wordt het aantal gemiste oproepen aangegeven.
Via de volgende stappen kunt u een of meer gemiste oproepen direct bekijken:
1. Open, indien nodig, de telefoon.
2. Druk op de functietoets Gemist.
Nu wordt de lijst met gemiste oproepen getoond.
3. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar het gewenste nummer.
4. Om het nummer te bellen, drukt u op .
Meer informatie over de diverse mogelijkheden vindt u onder “Gemiste oproepen” op pagina 90.
Opmerking
28
: U kunt de melding over de gemiste
oproepen van het display verwijderen, door op de toets te drukken. Heeft u ook voice mails, tekstberichten, multimediaberichten en/of infoberichten ontvangen, dan wijzigt de rechter functietoets in de volgende volgorde:
Gemist, Verbind, Tonen, CB
(Infobericht) en
T.Lijst
.
Snel en eenvoudig nummers vanuit de telefoonlijst bellen
Zodra u telefoonnummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen door slechts een of twee toetsen in te drukken. Kijk voor meer informatie op pagina 57.
Oproep beëindigen
Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op de toets of sluit u de telefoon.
Oproep beantwoorden
Als u gebeld wordt, gaat de telefoon over en wordt het animatiefilmpje voor een inkomende oproep getoond.
Als de gegevens van de beller bekend zijn, wordt zijn of haar telefoonnummer of de naam (wanneer deze in de telefoonlijst is opgeslagen) in het display getoond.
Om een oproep te beantwoorden, opent u de telefoon. Als de telefoon al open is, drukt u op de toets of de functietoets Opnemen.
Opmerking
: Ook tijdens het gebruik van de
telefoonlijst of menufuncties kunt u oproepen beantwoorden. De handeling waar u op dat moment mee bezig bent, wordt dan beëindigd.
Oproep weigeren
U kunt een oproep weigeren door op de toets of de functietoets Weiger te drukken.
Als de optie Toets op zijkant is ingesteld op Weigeren, kunt u een inkomende oproep ook weigeren door op een van de volumetoetsen links op de telefoon te drukken. Voor meer informatie, zie pagina 105.
29
Telefoneren
Telefoneren
Volume aanpassen
Met de toetsen aan de zijkant van de telefoon kunt u tijdens het telefoneren het luidsprekervolume aanpassen.
Ook wanneer u een melodie of beltoon hoort, kunt u het volume van de luidspreker aanpassen.
Druk op om het volume te verhogen en op om het lager te zetten.
1
In de standby-stand kunt u met de toetsen en het toetsvolume aanpassen.
Opmerking
: Afhankelijk van de instelling bij
menuoptie Toets op zijkant (Menu 4.6), kunt u door een van de volumetoetsen ingedrukt te houden een inkomende oproep weigeren of de beltoon uitschakelen. Kijk voor meer informatie op pagina 105.
Tijdens gesprek beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u niet meer kan horen.
Voorbeeld: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u
in de kamer staat, zonder dat de persoon die u aan de lijn hebt het hoort.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon uit gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Onderin het display verschijnt het pictogram voor Microfoon uit ( ) en de persoon die u aan de lijn hebt kan u nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon aan gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Het pictogram voor Microfoon uit verdwijnt en de persoon met wie u belt kan u nu weer horen.
Toetstonen in- en uitschakelen
Tijdens een gesprek kunt u de toetstonen in- of uitschakelen. Als de optie Toetstonen uit is geselecteerd, worden de toetstonen niet doorgegeven. Op die manier hoort u geen storende piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen indrukt.
Als u verbinding maakt met een antwoordapparaat of computergestuurd telefoonsysteem, moet u de optie Toetstonen aan selecteren.
30
31
Telefoneren
Telefoneren
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt, kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek in de wacht wilt zetten. U kunt het gesprek op ieder willekeurig moment weer uit de wacht halen door op de functietoets Ophalen te drukken.
Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met iemand in gesprek bent, een tweede persoon bellen:
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets om het nummer te bellen. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht gezet.
Of:
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de functietoets Wacht te drukken.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet; tegelijkertijd wordt het tweede gesprek uit de wacht gehaald, zodat u dit kunt voortzetten.
U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen door op de functietoets Opties te drukken en de optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren.
U kunt beide gesprekken beëindigen door op de toets te drukken.
Tweede oproep aannemen (wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u de optie Wisselgesprek heeft ingeschakeld (zie pagina 127), kunt u tijdens een gesprek een tweede binnenkomend gesprek beantwoorden. U hoort dat er een gesprek binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor een wachtend gesprek.
U kunt het binnenkomende gesprek aannemen door de volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op de toets om het tweede gesprek aan te nemen. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen.
3. U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen door op de functietoets Opties te drukken en de optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren.
Druk op de toets als u het huidige gesprek wilt beëindigen. Het gesprek dat in de wacht staat wordt nu automatisch uit de wacht gehaald.
Een oproep doorverbinden
Als uw provider deze dienst ondersteunt, kunt u het huidige gesprek doorverbinden naar het gesprek dat in de wacht staat, zodat beide bellers met elkaar kunnen spreken. U bent op dat moment met geen van beide meer verbonden.
1. Beantwoord terwijl u al met iemand in gesprek bent een oproep of plaats op de normale wijze een oproep en druk op de functietoets Opties.
32
33
Telefoneren
Telefoneren
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de optie Doorverbinden en druk op de functietoets Kies.
De twee personen staan nu met elkaar in verbinding.
Nummer in telefoonlijst opzoeken en bellen
Tijdens uw gesprek kunt u in uw telefoonlijst een ander nummer opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk zonodig op de stuurtoets Omhoog of Omlaag om de optie Telefoonlijst te selecteren. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
3. Selecteer de optie Naam zoeken en druk op de functietoets Kies.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst, gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. Geef de eerste letters van de naam die u zoekt in.
De telefoonlijst wordt nu getoond vanaf de eerste naam of nummer dat begint met de door u ingegeven letter(s) of cijfer(s).
Opmerking
5. Om de gemarkeerde naam te bekijken, drukt u op de functietoets OK.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op pagina 53.
: Met de stuurtoetsen Omhoog en
Omlaag kunt u ook vanaf het begin door de telefoonlijst bladeren.
Tijdens een gesprek een bericht lezen of schrijven
Ook tijdens een telefoongesprek kunt u een nieuw bericht lezen of schrijven.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk op de stuurtoets Omhoog of Omlaag om de optie Bericht te selecteren. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
3. Al u een ontvangen bericht wilt lezen, selecteert u Postvak IN en bladert u naar het bericht dat u wilt lezen.
Wilt u een bericht schrijven, selecteer dan de optie Nieuw bericht.
4. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op pagina 66.
Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen genoemd) is een dienst die door diverse providers geboden wordt, waarbij maximaal zes personen tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreks­deelnemer.
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreks­deelnemer. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet.
34
35
Telefoneren
Telefoneren
3. Om de eerste deelnemer in het Multiparty­gesprek op te nemen, drukt u op de functietoets Opties en selecteert u de optie Deelnemen. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
4. Om een nieuwe deelnemer aan het Multiparty­gesprek toe te voegen, belt u deze op de gebruikelijke wijze. Daarna drukt u op de functietoets Opties en selecteert u de optie Deelnemen. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
Ook personen die u bellen kunt u aan het Multiparty-gesprek toevoegen door de oproep aan te nemen en de optie Deelnemen te selecteren. Herhaal deze procedure voor eventuele volgende binnenkomende oproepen.
Tijdens een Multiparty-gesprek een volgende oproep aannemen of zelf iemand bellen
Ook tijdens een Multiparty-gesprek kunt u een oproep aannemen of zelf iemand bellen.
1. Dit doet u als volgt: Zet het Multiparty-gesprek in de wacht door op de functietoets Wacht te drukken.
2. Neem de oproep aan of bel op de gebruikelijke wijze de gewenste persoon.
3. Het Multiparty-gesprek kunt u uit de wacht halen door op de functietoets Ophalen te drukken.
U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door op de functietoets Opties te drukken en de optie Multiparty in wacht beëindigen te selecteren.
Bent u bezig met een Multiparty-gesprek en heeft u een ander gesprek in de wacht staan, dan kunt u als volgt een inkomende oproep beantwoorden:
1. Druk op de functietoets Opnemen.
2. Selecteer de optie Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen.
Of selecteer de optie Huidig gesprek beëindigen om het gesprek dat niet in de wacht staat te beëindigen.
3. Neem het nieuwe gesprek aan door op de toets te drukken.
Met een van de deelnemers een privégesprek voeren
1. Druk op de functietoets Opties en selecteer de optie Uit Mpty. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste deelnemer en druk op de functietoets Kies.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen deelnemer voeren. De andere deelnemers kunnen intussen hun conversatie gewoon voortzetten.
3. Druk op de functietoets Opties en kies daarna Deelnemen als u terug wilt naar het Multiparty­gesprek.
4. Druk vervolgens op de functietoets Kies. Alle deelnemers aan het Multiparty gesprek
kunnen elkaar nu weer horen.
Gesprek met één deelnemer beëindigen
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Verwijder.
36
37
Telefoneren
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste deelnemer en druk op de functietoets Kies.
Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd, terwijl het gesprek met de andere deelnemers gewoon kan worden voortgezet.
3. U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door de telefoon te sluiten of op de functietoets te drukken.
Oortelefoon gebruiken
Met behulp van de oortelefoon kunt u telefoneren zonder dat u de telefoon vast hoeft te houden.
Wanneer u de oortelefoon links op de telefoon aansluit, werkt de knop van de oortelefoon als volgt:
Om... Dan doet u het volgende...
Het laatste nummer te herhalen
Een oproep te beantwoorden
Een gesprek te beëindigen
Druk in de standby-stand de knop twee keer in.
Houd de knop bij een inkomende oproep ingedrukt.
Houd de knop ingedrukt.
Tekst intoetsen
U zult regelmatig tekst willen intoetsen, bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst wilt opnemen, een bericht wilt schrijven, uw eigen welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters en andere tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over een aantal
standen
T9 stand
ABC stand
Cijfers
Tekens
waarmee u tekst in kunt voeren
*
In deze stand hoeft u vaak maar één keer op een toets te drukken voor de gewenste letter. Iedere toets op het toetsenbord is toegewezen aan een aantal letters. Met de toets 5 kunt u bijvoorbeeld de letters J, K en L maken. De T9 functie vergelijkt uw toetsaanslagen met een ingebouwde woordenlijst om te bepalen wat het juiste woord is.
In deze stand
waarop de gewenste letter staat aangegeven één, twee, drie of vier keer in te drukken tot de gewenste letter wordt getoond.
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen
kunt u letters intoetsen door de toets
tekstinvoer-
:
.
38
* is een geregistreerd handelsmerk van Tegic
Communications, Inc. en in de VS gepatenteerd onder nummer 5,818,437/ 5,953,541/ 6,011,554.
39
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u op een bepaald moment tekens in kunt toetsen, ziet u onderin het display de huidige tekstinvoerstand.
Voorbeeld: In de telefoonlijst een naam intoetsen
Geef naam
20
OK
Ned
De tekstinvoerstand kunt u als volgt wijzigen:
1. Druk op de rechter functietoets, die de huidige tekstinvoerstand aangeeft.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de gewenste tekstinvoerstand.
Via de optie Taal kiezen kunt u de bij de tekstinvoerstand T9 gebruikte taal wijzigen.
Me de optie Woord toevoegen kunt u nieuwe woorden aan de T9 woordenlijst toevoegen. Zie pagina 42.
Opmerking
3. Druk op de functietoets Kies om de gemarkeerde tekstinvoerstand te selecteren.
40
: Als u dit menu wilt verlaten zonder
wijzigingen door te voeren, drukt u op de functietoets of de toets .
Indicatie tekstinvoerstand: T9 Nederlands
Snel de tekstinvoerstand wijzigen
Wisselen tussen de standen...
Cijfers en de vorige stand . Tekens en de vorige stand . ABC en T9 Rechter functietoets.
Houd de volgende toets ingedrukt...
T9 stand (NL)
Het intoetsen van een woord in de voorspellende T9 stand doet u als volgt:
1. Begin met de toetsen 2 t/m 9 het woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar één keer aan te slaan.
Voorbeeld: Om in de T9 stand “hallo” in te
toetsen, drukt u op de 4, 2, 5, 5 en 6.
Het geraden woord verschijnt in het display. Het kan bij iedere volgende toetsaanslag veranderen.
2. Wijzig of verwijder pas letters wanneer u klaar bent met het woord.
3. Is het woord juist, toets dan een spatie in en ga verder met het volgende woord. Als het woord niet juist is, drukt u zo vaak als nodig op de toets 0 voor alternatieve woorden met de door u gebruikte toetsen.
Voorbeeld: Zowel “of" en “me” worden gemaakt
met de toetsen 6 en 3. Het meest gebruikte woord wordt eerst getoond.
4. Sluit ieder woord af met een spatie ( ).
5. Geef het volgende woord in.
41
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Als tijdens het intoetsen van tekst boven de linker functietoets Nieuw verschijnt, komt het woord niet in het T9 woordenboek voor. Om woorden in te toetsen die niet in het woordenboek voorkomen, wijzigt u de tekstinvoerstand in de ABC stand:
1. Druk op de functietoets Nieuw of op de rechter functietoets en selecteer Woord toevoegen.
2. Geef in de ABC stand het woord in dat u wilt toevoegen (zie pagina 43) en druk op OK.
Het woord wordt in het T9 woordenboek opgeslagen en in uw scherm ingevoegd.
3. U kunt nu verdergaan met het invoeren van tekst in de T9 stand.
De juiste leestekens
Voor het invoegen van een punt, verbindings­streepje of apostrof, drukt u op de toets 1. De T9 stand past zelf grammaticaregels toe en plaatst het juiste leesteken.
Voorbeeld: Voor het invoegen van de twee lees-
tekens, is twee keer de toets 1 gebruikt.
l e t ‘ s e a t .
(Engelse T9 stand)
Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn drie standen:
•Kleine letters (geen aanduiding)
•Beginhoofdletter ( )
•Alles in hoofdletters ( )
Spatie invoegen
Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee woorden een spatie invoegen.
42
Direct een cijfer invoegen
U kunt een cijfer invoegen door de betreffende cijfertoets ingedrukt te houden.
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op de toets C. U kunt alle letters in het display wissen, door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar het vorige scherm
Als het invoerveld leeg is, kunt u terug naar het vorige scherm door de toets C ingedrukt te houden.
ABC stand
Als u in de ABC stand letters wilt intoetsen, drukt u op de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven:
- Eenmaal voor de eerste letter;
- Tweemaal voor de tweede letter, enz. Voorbeeld: Voor de letter "C" drukt u drie keer kort
Opmerking
In onderstaande tabel vindt u meer informatie over de beschikbare tekens. Deze zijn afhankelijk van de voor de tekstinvoerstand gekozen taal.
op de toets 2. Voor de letter "K" drukt u twee keer op de toets 5.
: Wanneer u een volgende toets indrukt,
verschuift de cursor mee naar rechts. Als u twee keer dezelfde toets nodig heeft (de volgende letter staat op dezelfde toets), wacht dan even totdat de cursor automatisch naar rechts is geschoven en toets dan pas de volgende letter in.
43
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
De taal kunt u als volgt instellen:
Taal kiezen; zie pagina 40;
Invoerstand (Menu 4.3.2); zie pagina 101.
Overzicht met beschikbare tekens
Toets Tekst in de weergegeven volgorde
1.,-?!‘ @ : 1 2ABCÇ Ä Á À Â 2 3DEFË É È Ê 3 4GHIÏ Í Ì Î 4 5JKL5 6MNOÖ Ó Ò Ô 6 7PQRS7 8TUVÜ Ú Û Ù 8 9WXYZ9 00
(Hoofdletterstand Nederlands)
Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn drie standen:
•Kleine letters (geen aanduiding)
•Beginhoofdletter ( )
•Alles in hoofdletters ( )
Spatie invoegen
Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee woorden een spatie invoegen.
Direct een cijfer invoegen
Om een cijfer in te voegen, houdt u de betreffende cijfertoets ingedrukt.
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op de toets C. U kunt alle letters in het display wissen, door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar het vorige scherm
Als het invoerveld leeg is, kunt u terug naar het vorige scherm door de toets C ingedrukt te houden.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en symbolen in uw tekst opnemen.
U wilt... Druk dan op de…
Meer symbolen weergeven
Een symbool invoegen Juiste cijfertoets. Terug naar vorige
tekstinvoerstand
Stuurtoets Omhoog of Omlaag.
Functietoets OK of .
Cijfers
In de cijferstand kunt u in uw tekst cijfers opnemen Druk op de toetsen waarop de door u gewenste cijfers voorkomen
.
.
44
45
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in menu’s en submenu’s.
Menu openen
U krijgt toegang tot de menu’s en submenu’s door in de standby-stand op de functietoets Menu of T.Lijst te drukken en vervolgens met de stuurtoetsen naar het gewenste menu te bladeren.
1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu om het hoofdmenu te openen of op de functietoets T.Lijst om het menu Telefoonlijst te openen.
2. Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door de menu’s bladeren.
3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar het gewenste submenu bladeren.
4. Om toegang te krijgen tot het betreffende submenu, drukt u op de functietoets Kies.
Bevat het menu dat u heeft geselecteerd ook weer submenu's, herhaal dan de stappen 3 en 4.
5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de gewenste optie.
6. Druk op de functietoets Kies om deze optie te selecteren.
Opmerking
U kunt ook direct naar een menu of submenu gaan, door het betreffende menunummer in te geven.
: Door op de toets te drukken, kunt u
teruggaan naar het vorige menuniveau.
Voorbeeld: Om het menu Voice mail te openen, drukt u in de standby-stand achtereenvolgens op de functietoets Menu en op de cijfertoetsen 1 en 3.
Wegwijzer menukeuzes
Via de diverse menu's kunt u de instellingen van de telefoon controleren of wijzigen. De volgende lijst toont de menustructuur.
Het is mogelijk dat de bij de menu's vermelde nummers niet overeenstemmen met die van uw telefoon. Deze zijn namelijk afhankelijk van de diensten die door uw SIM-kaart worden ondersteund.
Menu Telefoonlijst (T.Lijst)
1. Telefoonlijst
1.1 Naam zoeken
1.2 Nummer toevoegen
1.3 Snelkeuzelijst
1.4 Alles naar telefoon kopiëren
1.5 Alles via infrarood verzenden
1.6 Alles wissen
2. Beheer
2.1 Eigen nummer
2.2 Groep instellen
2.3 Geheugenstatus
3. Diensten
3.1 Nummers diensten
(zie pagina 53)
(zie pagina 62)
(zie pagina 65)
46
47
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
Hoofdmenu
1. Berichten
1.1 SMS bericht
1.2 Multimediabericht
1.3 Voice mail
1.4 Standaardberichten
1.5 Infoberichten
1.6 Instellingen
1.7 Geheugenstatus
(zie pagina 66)
1.1.1 Postvak IN
1.1.2 Nieuw bericht
1.1.3 Postvak UIT
1.1.4 Alles wissen
1.2.1 Postvak IN
1.2.2 Nieuwe MMS
1.2.3 Postvak UIT
1.2.4 Concepten
1.2.5 Map
1.2.6 Alles wissen
1.3.1 Verbinden met voice mail
1.3.2 Voice server nummer
1.5.1 Lezen
1.5.2 Ontvangen
1.5.3 Kanaal
1.5.4 Taal
1.6.1 SMS bericht
1.6.2 Multimediabericht
1.7.1 SMS bericht
1.7.2 Multimediabericht
2. Oproepenlijst
2.1 Gemiste oproepen
2.2 Ontvangen oproepen
2.3 Uitgaande oproepen
2.4 Alles wissen
48
(zie pagina 90)
2. Oproepenlijst (vervolg)
2.5 Gespreksduur
2.5.1 Duur laatste gesprek
2.5.2 Totaal uitgaand
2.5.3 Totaal ontvangen
2.5.4 Tijdtellers op nul zetten
2.6 Gesprekskosten
2.6.1 Kosten laatste gesprek
2.6.2 Totale kosten
2.6.3 Maximumkosten
2.6.4 Kostentellers op nul zetten
2.6.5 Maximumkosten instellen
2.6.6 Tarief
3. Geluidsinstellingen
3.1 Inkomende oproepen
3.1.1 Standaard melodieën
3.1.2 Melodieën
3.1.3 Belvolume
3.1.4 Type belsignaal
3.2 Berichten
3.2.1 SMS bericht
3.2.2 Multimediabericht
3.3 Beltoon aan/uit
3.4 Verbindingstoon
3.5 Toetstoon
3.6 Minutenteller
3.7 Stille modus
4. Telefooninstellingen
4.1 Welkomtekst
4.2 Display
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Kleur
4.2.3 Verlichting
4.2.4 Helderheid display
4.2.5 Extern display
* Wordt alleen getoond wanneer dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
*
(zie pagina 94)
(zie pagina 98)
49
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
4. Telefooninstellingen (vervolg)
4.3 Taal
4.3.1 Taal display
4.3.2 Invoerstand
4.4 Beveiliging
4.4.1 PIN controle
4.4.2 PIN wijzigen
4.4.3 Telefoonblokkering
4.4.4 Wachtwoord wijzigen
4.4.5 Privacy
4.4.6 SIM blokkeren
4.4.7 FDN-modus
4.4.8 PIN2 wijzigen*
4.5 Autom. herhalen
4.6 Toets op zijkant
4.7 Fax stand
4.8 Infrarood activeren
4.9 Reset instellingen
4.9.1 Geluidsinstellingen
4.9.2 Telefooninstellingen
4.9.3 Reset alle instellingen
5. Organizer
5.1 Nieuwe notitie
5.2 Kalender
5.3 Actielijst
5.4 Klok
5.4.1 Tijd instellen
5.4.2 Datum instellen
5.4.3 Wereldtijd instellen
5.4.4 Indeling instellen
5.5 Alarm
5.6 Calculator
(zie pagina 108)
*
5. Organizer (vervolg)
5.7 Omrekenen
5.7.1 Munteenheid
5.7.2 Lengte
5.7.3 Gewicht
5.7.4 Inhoudsmaat
5.7.5 Oppervlakte
5.7.6 Temperatuur
5.8 Timer
5.9 Stopwatch
6. Netwerkdiensten
6.1 Oproepen doorschakelen
6.1.1 Altijd doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Geen antwoord
6.1.4 Onbereikbaar
6.1.5 Alles annuleren
6.2 Oproepen blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Internationaal behalve thuisland
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend in buitenland
6.2.6 Alles annuleren
6.2.7 Wachtwoord voor blokkeren
wijzigen
6.3 Wisselgesprek
6.4 Netwerk kiezen
6.5 Nummerweergave
6.6 Actieve lijn
*
(zie pagina 122)
* Wordt alleen getoond wanneer dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
50
* Wordt alleen getoond wanneer dit door uw SIM-kaart
wordt ondersteund.
51
Menu’s gebruiken
7. Funbox
8. Camera
(zie pagina 130)
7.1 Internetdiensten
7.1.1 Thuis
7.1.2 Favoriet
7.1.3 Ga naar adres
7.1.4 Buffer leegmaken
7.1.5 Proxy instelling
7.1.6 Huidige proxy
7.1.7 Bericht ophalen
7.2 Mediabox
7.2.1 Foto’s
7.2.2 Afbeeldingen
7.2.3 Melodieën
7.2.4 Alles wissen
7.2.5 Geheugenstatus
7.3 JAVA wereld
7.3.1 Downloads
7.3.2 DNS instelling
7.3.3 Geheugenstatus
7.4 Spelletjes
7.4.1 Honey ball
7.4.2 Go! Hamster
7.4.3 Bowling
(zie
pagina 148)
8.1 Foto maken en versturen
8.2 Foto’s
8.3 Albums
8.4 Alles wissen
8.5 Instellingen
8.6 Geheugenstatus
*
9. SIM AT (Application Toolkit)**
* Het is mogelijk dat deze menuoptie niet getoond wordt c.q. niet
ondersteund wordt door uw provider.
**Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Telefoonlijst
De telefoonlijst biedt de volgende mogelijkheden:
Telefoonlijst: hier kunt u namen en nummers toevoegen of opzoeken, sneltoetsen toewijzen en de telefoonlijst aanpassen.
Beheer: hiermee kunt u uw eigen nummer ingeven of verwijderen, belgroepen instellen en de geheugenstatus controleren.
Diensten: hier kunt u, afhankelijk van uw SIM-kaart, de servicenummers van uw provider bellen.
Naam zoeken
Het opzoeken van een naam of nummer in de telefoonlijst doet u als volgt:
1. Geef de eerste letter(s) in van de naam die u
zoekt. U ziet nu een overzicht van de namen waarvan
de beginletters met uw ingave overeenstemmen.
2. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar de door u gezochte naam.
3. Zodra u de gewenste naam heeft gevonden,
drukt u op de functietoets OK.
4.
Om... Drukt u op de…
Het getoonde nummer te bellen
Het getoonde nummer te wijzigen
(T.Lijst 1.1)
Toets .
Functietoets Opties. Kijk voor meer informatie op pagina 54.
52
53
Telefoonlijst
Telefoonlijst
Namen/nummers in het geheugen van de telefoon wijzigen
Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar de categorie die u wilt wijzigen. U kunt kiezen uit onderstaande categorieën. U kunt de informatie in de betreffende categorie wijzigen door op de functietoets Opties te drukken.
Categorie Procedure
Mobiel Privé Kantoor Fax Overig
E-mail E-mail adres ingeven of wijzigen. Groep Al dan niet een groep instellen. Afbeelding Al dan niet een afbeelding instellen. Melodie Al dan niet een melodie toewijzen.
Selecteer een van de volgende opties. Een beschrijving van de diverse opties treft u hieronder aan.
Nummer wijzigen Naam wijzigen Berichten verzenden (wordt getoond
wanneer de categorie een nummer bevat)
Kopiëren (wordt getoond wanneer de categorie een nummer bevat)
Via infrarood verzenden (wordt getoond wanneer de categorie een nummer bevat)
Contactpersoon wissen
Nummer of naam in SIM-geheugen wijzigen
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nummer wijzigen
Via deze optie kunt u het nummer wijzigen. U kunt ook een nieuw nummer toevoegen als voor de geselecteerde categorie nog geen nummer is opgeslagen.
Naam wijzigen
Via deze optie kunt u de naam wijzigen. U kunt de oude naam wissen door de toets C in te
drukken. Informatie over het intoetsen van tekst vindt u pagina 39.
Berichten verzenden
Via deze optie kunt u een bericht naar het betreffende nummer sturen. Meer informatie over het sturen van tekstberichten vindt u op pagina 69.
Kopiëren
Via deze optie kunt u de contactpersoon van het telefoongeheugen naar de SIM-kaart kopiëren en omgekeerd.
Via infrarood verzenden
Hiermee kunt u de contactpersoon kopiëren van uw telefoon naar een andere telefoon of apparaat waarmee via de infraroodpoort verbinding is.
Contactpersoon wissen
Via deze optie kunt u de contactpersoon uit uw telefoonlijst verwijderen. Om dit te bevestigen, drukt u op de functietoets Ja. Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee.
Om de informatie in het SIM-geheugen te wijzigen, drukt u op de functietoets Opties.
54
55
Telefoonlijst
Telefoonlijst
Nummer toevoegen
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon ruimte aan 1000 namen en bij iedere naam kunnen maximaal 5 nummers worden vastgelegd.
1. Geef het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerkingen
• Heeft u bij het intoetsen van een nummer een fout gemaakt, dan kunt u dit met de toets verbeteren. Kijk voor meer informatie op pagina 26.
• Voor bepaalde diensten zoals telebankieren, is het nodig een pauze in het nummer in te voegen. Dit doet u door de toets ingedrukt te houden. De “P” geeft de pauze aan.
2. Als u er zeker van bent dat het nummer juist is, drukt u op de functietoets Opslaan.
3. Selecteer het geheugen waarin u het nummer wilt opslaan (Telefoon of SIM) en druk op de functietoets Kies.
Opmerking
4. Heeft u bij stap 3 SIM geselecteerd, ga dan verder met stap 5.
Heeft u bij stap 3 Telefoon geselecteerd, kies dan nu met de stuurtoets Omhoog of Omlaag welk soort nummer het betreft en druk op de functietoets Kies.
5. Geef de bijbehorende naam in. Informatie over het intoetsen van tekst vindt u
pagina 39.
:
: Als u van telefoon verandert, gaan
de nummers die u op de SIM-kaart hebt opgeslagen automatisch mee naar uw nieuwe telefoon. De in de telefoon opgeslagen nummers zult u opnieuw in moeten geven.
(T.Lijst 1.2)
C
6. Als u tevreden bent over uw invoer, drukt u op de functietoets OK.
7. Heeft u bij stap 3 Telefoon geselecteerd, ga dan verder met stap 8.
Heeft u bij stap 3 SIM geselecteerd, geef dan locatienummer in en druk op de functietoets OK.
8. Wilt u de gegevens wijzigen, kijk dan op pagina 54.
Om terug te gaan naar de standby-stand, drukt u op de rechterfunctietoets of de toets .
Een nummer opslaan in de standby-stand
Zodra u begint met het intoetsen van een nummer, verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. U kunt het nummer in de telefoonlijst opslaan door op deze functietoets te drukken.
Om het nummer op te slaan, volgt u de procedure vanaf stap 1 zoals vermeld op pagina 56.
Snelkeuzelijst
U kunt 8 nummers selecteren die u snel en eenvoudig wilt kunnen bellen door slechts één toets in te drukken.
(T.Lijst 1.3)
Nummers selecteren voor snelkiezen
1. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar een lege locatie en druk op de functietoets Kies.
2. Als de optie Nummer wijzigen gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
56
57
Loading...
+ 66 hidden pages