Samsung SCX-6555NX User Manual [nl]

SCX-6555NX-serie
Multifunctionele printer
Gebruikershandleiding
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung-product.
De functies van uw nieuwe laser MFP_2

De functies van uw nieuwe laser MFP

Gefeliciteerd met de aankoop van dit multifunctionele Samsung-product! Met dit apparaat kunt u afdrukken, kopiëren,
Met dit apparaat kunt u:
Speciale functies
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 dpi effectieve
uitvoer. Raadpleeg de sectie Software.
Het apparaat drukt papier van A4-formaat af met een
snelheid van 53 ppm en papier in Letter-formaat met een
snelheid van 55 ppm.
Bij dubbelzijdig afdrukken wordt in A4-formaat en Letter-
formaat afgedrukt met een snelheid van respectievelijk
50 apm en 52 apm.
Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
De multifunctionele lade biedt plaats aan briefhoofden,
enveloppen, etiketten, transparanten, aangepaste
afdrukmaterialen, briefkaarten en zwaar papier. De
multifunctionele lade kan maximaal 100 vel gewoon papier
bevatten.
Lade 1 voor 520 vellen en de optionele lade voor
520 vellen kunnen worden gebruikt voor normaal papier
van diverse afmetingen.
De optionele hoge lade voor 2.100 vellen ondersteunt
gewoon papier in diverse formaten.
Professionele documenten maken
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien
van een watermerk (bijvoorbeeld "Vertrouwelijk").
Raadpleeg de sectie Software.
Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke
pagina van uw document worden vergroot, en afgedrukt op
afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een
poster. Raadpleeg de sectie Software.
U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en
gewoon papier met briefhoofd. Raadpleeg de sectie Software.
Tijd en geld besparen
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier
te besparen.
Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het
stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het
apparaat niet wordt gebruikt.
Om papier te besparen, kunt u op beide zijden van het
papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). Raadpleeg de
sectie Software.
De capaciteit van uw apparaat uitbreiden
Uw apparaat heeft een extra sleuf om het geheugen uit te
breiden. (Zie "Een DIMM-geheugenmodule installeren" op
pagina 114.")
Via een netwerkinterface kunt u afdrukken in een netwerk.
Uw apparaat wordt geleverd met een ingebouwde
10/100/1000 Base TX-netwerkinterface.
Bepaalde functies zijn optioneel. Raadpleeg de secties
met specificaties. (Zie "Specificaties" op pagina 117.")
Zoran IPS-emulatie* compatibel met PostScript 3-emulatie*
(PS) maakt PS-afdrukken mogelijk.
.
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken onder verschillende besturingssystemen,
zoals Windows, Linux en Macintosh.
Het apparaat is voorzien van een USB-interface en een
netwerkinterface.
Originelen van diverse formaten kopiëren
U kunt een boekje maken met sequentiële dubbelzijdige
documentproductie.
Er zijn speciale functies beschikbaar voor het verwijderen
van perforatiegaten, nietjesmarkeringen en
krantenachtergronden.
De afdrukkwaliteit en de grootte van de afbeelding kunnen
tegelijkertijd worden aangepast en verbeterd.
De originelen scannen en direct verzenden
Snel bestanden scannen en naar meerdere bestemmingen
versturen via e-mail, SMB, FTP of netwerkscans.
Eenvoudig e-mailadressen invoeren met het toetsenbord
op het aanraakscherm en het gescande origineel direct
verzenden.
In kleur scannen en de juiste compressie voor JPEG-,
TIFF- en PDF-indeling gebruiken.
Een specifiek tijdstip instellen voor het verzenden van een
fax (Optioneel)
U kunt een bepaald tijdstip instellen om een fax te
verzenden en u kunt de fax ook naar meerdere opgeslagen
bestemmingen verzenden.
Na het verzenden kunnen er faxrapporten worden
afgedrukt op basis van uw instellingen.
Gebruik van een USB-flashgeheugen.
U kunt een USB-geheugenapparaat op verschillende manieren
met uw apparaat gebruiken.
IPv6
Dit apparaat ondersteunt IPv6.
Ondersteuning voor XOA-toepassingen
Het apparaat ondersteunt aangepaste XOA-toepassingen.
Neem contact op met uw leverancier van aangepaste XOA-
toepassingen voor meer informatie.
* Zoran IPS Emulation compatibel met PostScript 3
© Copyright 1995-2005, Zoran Corporation. Alle rechten
voorbehouden. Zoran, het Zoran-logo, IPS/PS3 en OneImage
zijn handelsmerken van Zoran Corporation.
* 136PS3-lettertypen
Bevat UFST en MicroType van Monotype Imaging Inc.
De functies van uw nieuwe laser MFP_3
Functies per model
Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor
uw bedrijf.
De belangrijkste functies van dit apparaat zijn:
( : aanwezig, O: optioneel, leeg: niet beschikbaar)
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie met betrekking tot de verschillende procedures die
doorlopen worden tijdens het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor het installeren
van en het werken met het apparaat.
Bepaalde termen in deze gebruikershandleiding hebben dezelfde betekenis:
Document is synoniem met origineel.
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt.
FUNCTIES SCX-6555NX
USB 2.0
USB-geheugen
DADI (dubbelzijdige automatische document Invoer)
Vaste schijf
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base TX bedraad LAN
Dubbelzijdig afdrukken
FAX
O
CONVENTIE OMSCHRIJVING VOORBEELD
Vet Wordt gebruikt voor teksten op het display of daadwerkelijke afdrukken op het
apparaat.
Start
Opmerking Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde uitleg over een functie of voorziening
van het apparaat.
De datumnotatie kan verschillen van
land tot land.
Opgepast Biedt gebruikers informatie ter bescherming van het apparaat tegen mogelijke
mechanische schade of defecten.
Raak de groene onderkant van de
tonercassette niet aan.
> Geeft aan in welke volgorde de gebruiker items moet selecteren of op items moet
drukken.
Het volgende voorbeeld betekent: druk op Kopie in het hoofdscherm, druk op het
tabblad Geavanceerd en druk daarna op Klonen.
Kopie > het tabblad Geavanceerd > Klonen
Voetnoot Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of over een bepaalde zin. a. pagina’s per minuut
(Zie pagina 2 voor meer
informatie)
Verwijst gebruikers naar een referentiepagina met aanvullende informatie. (Zie pagina 2 voor meer informatie)
De functies van uw nieuwe laser MFP_4
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online documenten zijn.
Beknopte
installatiehandleiding
Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te
maken.
Online
gebruikershandleiding
Stapsgewijze instructies om alle functies van uw apparaat ten volle te benutten, en informatie over het onderhoud van uw apparaat,
de oplossing van eventuele problemen en de installatie van toebehoren.
Deze handleiding bevat ook een sectie Software met informatie over de wijze waarop u documenten kunt afdrukken onder
verschillende besturingssystemen en de manier waarop u de meegeleverde hulpprogramma’s gebruikt.
Hulp bij het
printerstuurprogramma
Biedt ondersteunende informatie over de eigenschappen van het printerstuurprogramma en instructies voor het instellen van
afdrukinstellingen. Klik op Help in het dialoogvenster printereigenschappen om toegang te krijgen tot het helpscherm van het
printerstuurprogramma.
Samsung-website Als u over een internetverbinding beschikt, kunt u hulp, ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie
vinden op de website van www.samsungprinter.com
.
Veiligheidsinformatie_5

Veiligheidsinformatie

Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen
Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding:
Deze waarschuwingssymbolen zijn aanwezig om te voorkomen dat u of anderen gewond raken. Volg deze uitdrukkelijk op. Bewaar
dit gedeelte nadat u het hebt doorgelezen op een veilige plaats, zodat u het later kunt raadplegen.
WAARSCHUWING
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
LET OP
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Volg deze standaardveiligheidsmaatregelen op om de kans op brand, explosies, elektrische schokken of
persoonlijk letsel te voorkomen wanneer u het apparaat gebruikt
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de instructies uitdrukkelijk op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
1.
Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
2.
Gebruik altijd uw gezonde verstand bij het gebruik van elektrische apparaten.
3.
Volg alle aanwijzingen en waarschuwingen op die zich op het product en in de bijbehorende documentatie bevinden.
4.
Als andere gebruiksinstructies deze veiligheidsinstructies lijken tegen te spreken, moet u zich aan deze veiligheidsinstructies houden.
Misschien zijn de andere gebruiksinstructies u niet helemaal duidelijk. Wanneer u er niet uit komt, moet u contact opnemen met uw
leverancier of service center.
5.
Haal de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact en trek ook de telefoonstekker uit het telefoonstopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een vochtige doek.
6.
Zet het apparaat niet op een wankel wagentje, onderstel of tafel. Het apparaat kan dan vallen, waardoor het ernstig beschadigd kan raken.
7.
Het apparaat mag nooit op of dichtbij een radiator, kachel, airconditioner of ventilatiekanaal worden geplaatst.
8.
Zet of leg geen voorwerpen op het netsnoer of de telefoonkabel. Zet het apparaat ook niet op een plaats waar de kabels kunnen knikken of
problemen kunnen ontstaan doordat er mensen over de kabels heen lopen.
9.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Dit kan de werking verstoren en verhoogt de kans op brand en
elektrische schokken.
10.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten.
11.
Steek nooit vreemde voorwerpen door de openingen in de behuizing van het apparaat. Ze kunnen dan in aanraking komen met een
gevaarlijk hoge spanning, met kans op brand of elektrische schokken. Zorg dat er nooit vloeistoffen op of in het apparaat worden gemorst.
Veiligheidsinformatie_6
12.
Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het apparaat naar een
gekwalificeerde onderhoudsmonteur wanneer dit gerepareerd moet worden. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden
blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt gezet,
bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken.
13. In de volgende gevallen koppelt u het apparaat los van het telefoonstopcontact, de pc en het stopcontact, en laat u controle en
reparatie over aan een goed opgeleide onderhoudsmonteur:
als een deel van het netsnoer of de stekker of connector is beschadigd of gerafeld;
als er vloeistof in het apparaat is gemorst;
als het apparaat is blootgesteld aan regen of water;
als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed zijn opgevolgd;
als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar beschadigd is;
als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert.
14. Verander alleen instellingen die in de handleiding worden behandeld. Wijzigen van andere instellingen kan schade tot gevolg
hebben, en een deskundige onderhoudsmonteur kan daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde te maken.
15. Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag. Koppel
het apparaat zo mogelijk los van het telefoonstopcontact en het stopcontact, en sluit het pas weer aan als het onweer voorbij is.
16. Gebruik het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor een veilige werking. Als u een netsnoer met een lengte van meer dan
twee meter gebruikt voor een apparaat dat op 110 V werkt, moet de draaddikte van het netsnoer minstens 16 AWG
a
zijn.
17. Gebruik alleen een telefoonsnoer met een doorsnede van 26 AWG of hoger.
18. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
19. Dit apparaat kan alleen worden gebruikt in het land waar u het hebt aangekocht. (Als gevolg van spannings- en
frequentieverschillen, verschillende telecommunicatie-instellingen, enz.)
a. AWG: American Wire Gauge
Veiligheidsinformatie_7
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1,
subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten
van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden blootgesteld aan laserstraling
hoger dan klasse I.
Waarschuwing
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal
onzichtbaar is, kan ze uw ogen beschadigen.
Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire veiligheidsmaatregelen altijd in acht worden genomen om het risico van brand,
elektrische schokken en lichamelijk letsel te beperken:
Ozonveiligheid
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan
het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt.
Energie besparen
Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
Als het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov
Veiligheidsinformatie_8
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af.
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet
worden aan het einde van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde
afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen
om te vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit
product moet niet worden gemengd met ander bedrijfsafval voor verwijdering.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen
voor accu's en batterijen.)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met
ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte
in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld,
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu's en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu's en batterijen in
uw omgeving.
Radiofrequentiestraling
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse A conform artikel 15 van de FCC-
voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit
apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt
geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij
een specifieke installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt,
wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door een of meer van de
volgende stappen te ondernemen:
Draai of verplaats de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse A voor radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm
inzake interferentie veroorzakende apparaten met de titel 'Digital Apparatus', ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe A prescrites dans la
norme sur le matériel brouilleur : « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de
toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet langer de toestemming heeft om het apparaat te gebruiken.
Veiligheidsinformatie_9
Fax-identificatie
In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn
voorzien van een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste
pagina:
(1) verzenddatum en -tijd
(2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en
(3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon).
Uw telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in communicatiefaciliteiten, gebruik van apparatuur en procedures wanneer dit redelijkerwijs
noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels en voorschriften (VS: FCC Deel 68). Als van zulke wijzigingen
redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze tot gevolg zullen hebben dat bepaalde telefoonrandapparatuur niet meer compatibel is met de
communicatiemiddelen van het telefoonbedrijf, of dat wijzigingen of modificaties van deze randapparatuur nodig zijn, of op enige andere wijze
daadwerkelijke gevolgen hebben voor het gebruik of de prestaties van de randapparaten, moet de klant hiervan op adequate wijze schriftelijk
op de hoogte worden gesteld, zodat de klant de gelegenheid heeft om maatregelen te nemen waardoor de telefoonaansluiting in bedrijf kan
blijven.
Aansluitfactor (REN, Ringer Equivalence Number)
Afhankelijk van het land van aanschaf kan achter of onder op het apparaat een sticker zitten met de aansluitfactor (VS: Ringer Equivalence
Number) en het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number) van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS)
moet deze informatie aan het telefoonbedrijf worden verstrekt.
De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de telefoonlijn belast. Hiermee kunt u bepalen hoeveel apparaten u op
dezelfde lijn kunt aansluiten voordat deze wordt “overbelast”. Als u te veel apparaten op dezelfde lijn aansluit, ontstaan er problemen met zelf
bellen en beantwoorden van inkomende oproepen. Een veel voorkomend probleem is dat de apparaten niet meer overgaan. Het totaal van de
aansluitfactoren van alle op dezelfde telefoonlijn aangesloten apparaten mag niet meer dan 5 bedragen om zeker te zijn dat het telefoonbedrijf
in staat is om de diverse diensten ter beschikking te stellen. In een enkel geval is een totaal van 5 te hoog (afhankelijk van telefoonbedrijf en/
of centrale). Als een aangesloten telefoonapparaaat niet goed werkt, moet u het onmiddellijk loskoppelen van de telefoonlijn aangezien het
schade kan toebrengen aan het telefoonnet.
Verder moet u het volgende weten:
Het apparaat is niet ontworpen voor aansluiting op een digitale bedrijfscentrale.
Als u het apparaat wilt aansluiten op een telefonlijn waarop ook een computerfax/modem is aangesloten, is het mogelijk dat alle op de lijn
aangesloten apparaten problemen ondervinden met verzenden of ontvangen. We raden u aan, behalve een normaal telefoontoestel, geen
andere apparaten aan te sluiten op de lijn waar het apparaat op is aangesloten.
Als u zich in een gebied bevindt waar veel onweer voorkomt of regelmatig spanningspieken optreden in het lichtnet, raden we u aan om
zowel voor het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren. Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij
uw dealer of bij een elektronica speciaalzaak.
Wanneer u een alarmnummer in het apparaat programmeert en/of een alarmnummer draait om te testen of alles goed werkt, bel dan eerst
het normale nummer (dus niet het alarmnummer) van de alarmdienst om de dienst van de test op de hoogte te stellen. De dienst kan u dan
meteen inlichten over de testprocedure die u kunt volgen.
Dit apparaat mag niet worden aangesloten op een muntautomaat of een lijn die wordt gebruikt voor telefonisch vergaderen.
Dit apparaat heeft een magnetische koppeling voor gehoorapparaten.
U kunt het apparaat veilig op een telefoonnet aansluiten via een standaard modulaire connector, USOC RJ-11C.
Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit aparaat die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het apparaat aan de normen voldoet) ertoe leiden
dat het de gebruiker niet langer is toegestaan om het apparaat te gebruiken. Wanneer randapparatuur schade aan het telefoonnet
veroorzaakt, moet het telefoonbedrijf de klant ervan op de hoogte stellen dat de dienst kan worden onderbroken. Wanneer het echter in
de praktijk niet mogelijk is om de klant vooraf in te lichten, kan het telefoonbedrijf de dienstverlening eerder onderbreken, onder
voorwaarde dat het:
a) de klant zo snel mogelijk inlicht;
b) de klant de gelegenheid geeft om het probleem met de randapparatuur op te heffen;
c) de klant erop wijst dat deze het recht heeft om een klacht in te dienen bij de Federal Communication Commission volgens de
procedures uiteengezet in “FCC Rules and Regulations Subpart E of Part 68”.
Veiligheidsinformatie_10
Stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor UK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de
zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de
afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe
afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
De 13 ampère stekker is het meest voorkomende type in de UK en kan in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (meest oudere)
gebouwen hebben echter geen normale 13 ampère stopcontacten. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten, moet u een
geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Belangrijke waarschuwing:
dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
De aders van het netnoer hebben de volgende kleurcodering:
groen en geel: aarde
blauw: neutraal
•bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet gelijk zijn aan die van de stekker.
Sluit de groen/gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “E”, het aarde-symbool, de kleuren groen/geel of de kleur
groen.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “N” of de kleur zwart.
Sluit de bruine draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “L” of de kleur rood.
Ergens in de stroomkring moet een zekering van 13 Ampère zijn aangebracht: in de stekker, in de adapter of in de meterkast.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd. met de volgende
toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese Unie per de aangegeven datums:
De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com/printer. Daar klikt u op Support > Download center en voert u de printernaam in.
1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten
inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EG van de Raad (92/31/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten
inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse
erkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de
relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.
EC certificering
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake radioapparatuur en telecommunicatie randapparatuur (FAX)
Dit Samsung product is door Samsung gecertificeerd voor aansluiting als individueel randapparaat op analoge openbare netwerken volgens
richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN's en compatibele PBX's van de Europese landen:
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met Euro QA Lab of Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op basis van TBR21. Als hulp bij het gebruik en de toepassing van eindapparatuur die in overeenstemming is met deze
norm, heeft ETSI, het Europees instituut voor telecommunicatienormen, een adviesdocument (EG 201 121) uitgegeven dat opmerkingen en
aanvullende vereisten bevat om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals te garanderen. Bij de ontwikkeling is rekening gehouden met
de in dit document genoemde adviezen en het product voldoet daar volledig aan.
Als u ondanks het bovenstaande toch de aangegoten stekker verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak.
U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand hem in een passend stopcontact doet, bestaat er groot gevaar
voor elektrische schokken
.
Inhoud_11

Inhoud

2 De functies van uw nieuwe laser MFP
5 Veiligheidsinformatie
INLEIDING
16
16 Voorkant
16 Achterkant
18 Aanraakscherm
18 De knop Machine Setup
18 De knop Job Status
19 Knop XOA
19 De knop Power Saver
19 De knop Interrupt
19 Uw apparaat vanop de website beheren
19 Zo krijgt u toegang tot de SyncThru™ Web Service:
21 Hoofdscherm
22 De knop Job Status
23 Printerstuurprogramma
AAN DE SLAG
24
24 De hardware installeren
24 Het netwerk installeren
24 Ondersteunde besturingssystemen
25 Het netwerkprotocol configureren via het apparaat
26 Systeemvereisten
26 Windows
26 Macintosh
26 Linux
27 De software installeren
28 Basisinstellingen van het apparaat
28 Hoogteaanpassing
28 Het verificatiewachtwoord instellen
28 De datum en tijd instellen
28 De taal op het display wijzigen
29 Time-out van taken instellen
29 De energiebesparingsfunctie gebruiken
29 De standaardlade en het papier instellen
29 De standaardinstellingen wijzigen
30 Werken met het SetIP programma
30 Informatie over het toetsenbord
ORIGINELEN EN AFDRUKMATERIAAL PLAATSEN
31
31 Originelen plaatsen
31 Op de glasplaat van de scanner
31 In de DADI
32 Afdrukmedia selecteren
33 Specificaties van afdrukmateriaal
34 Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund
34 Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
35 Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen
36 Papier plaatsen
36 Papier laden in lade 1, een optionele lade of een optionele
documentinvoer met hoge capaciteit
37 In de multifunctionele lade
38 Papierformaat en -soort instellen
KOPIËREN
39
39 Informatie over het scherm Kopiëren
39 Het tabblad Basis
39 Het tabblad Geavanceerd
39 Het tabblad Afbeelding
40 Originelen kopiëren
Inhoud_12
Inhoud
40 De instellingen per kopie wijzigen
40 Het formaat van de originelen wijzigen
41 Kopieën vergroten of verkleinen
41 Dubbelzijdig kopiëren (Duplex)
42 De kenmerken van het gekopieerde resultaat bepalen (Gesorteerd /
Geniet)
42 Het type origineel selecteren
42 De tonerdichtheid wijzigen
42 Speciale kopieerfuncties gebruiken
42 ID-kaart kopiëren
43 Id-kaart handmatig kopiëren
43 2 of 4 pagina’s per vel kopiëren (N-up)
44 Poster kopiëren
44 Klonen
44 Boeken kopiëren
45 Boekjes kopiëren
45 Voorblad kopiëren
45 Transparanten kopiëren
45 Randen wissen
46 Achtergrondafbeeldingen wissen
46 Marges verschuiven
SCANNEN
47
47 Beginselen van scannen
47 Informatie over het scherm Scan
48 Het tabblad Basis
48 Het tabblad Geavanceerd
49 Het tabblad Afbeelding
49 Het tabblad Uitvoer
49 Originelen scannen en per e-mail verzenden (Scan nr e-mail)
49 Een gescand origineel naar verschillende bestemmingen verzenden als
e-mailbijlage
50 E-mailadressen opslaan
50 E-mailadressen invoeren met het adresboek
51 E-mailadressen invoeren met het toetsenbord
51 Scan- en faxbeheer 2 gebruiken
51 De knop Scan instellen tabblad
51 Scanassistent
52 Scannen via het netwerk
52 Voorbereiden om te scannen via het netwerk
54 Originelen scannen en via SMB/FTP (Scannen naar server) verzenden
54 Scannen naar SMB/FTP voorbereiden
54 Scannen en verzenden naar een SMB-/FTP-server
54 De instellingen van de scanfunctie wijzigen
54 Dubbelzijdig
55 Resolutie
55 Formaat van origineel
55 Type origineel
55 Kleurmodus
56 Tonersterkte
56 Achtergrond wissen
56 Scan naar rand
56 Kwalit.
56 Bestandsindeling
56 Voorinstelling scan
EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN
57
57 Een document afdrukken
57 Een afdruktaak annuleren
Inhoud
Inhoud_13
FAXEN (OPTIONEEL)
58
58 Het faxen voorbereiden
58 Informatie over het faxscherm
58 Het tabblad Basis
59 Het tabblad Geavanceerd
59 Het tabblad Afbeelding
59 Een fax verzenden
59 Faxhoofd instellen
59 Een fax verzenden
60 Handmatig een fax verzenden (On Hook Dial)
60 Automatisch opnieuw zenden
60 Het laatste nummer opnieuw kiezen
60 Uitgestelde faxverzending
61 Een fax verzenden met een hoge prioriteit
61 Een fax ontvangen
61 De ontvangstmodus wijzigen
61 Handmatig ontvangen in de telefoonmodus
61 Automatisch ontvangen in de modus antwoordapparaat/fax
62 Handmatig faxen ontvangen via een intern telefoontoestel
62 Ontvangen in veilige ontvangstmodus
62 Faxen ontvangen in het geheugen
62 De documentinstellingen aanpassen
62 Dubbelzijdig
62 Resolutie
62 Type origineel
63 Tonersterkte
63 Achtergrond wissen
63 Kleurmodus
63 Een faxtelefoonboek instellen
63 Afzonderlijke faxnummers opslaan (Snelkiesnummer)
63 Groepsfaxnummers opslaan (Groepsnummer)
64 Een faxtelefoonboek instellen met SyncThru Web Service
64 De pollingoptie gebruiken
64 Originelen opslaan voor polling
65 Het pollingdocument afdrukken (verwijderen)
65 Een fax opvragen vanaf een ander faxapparaat
65 Een fax opvragen uit een postvak op afstand
65 Een postvak gebruiken
65 Een postvak maken
66 Originelen opslaan in het postvak
66 Een fax verzenden naar een postvak op afstand
67 Een rapport afdrukken na het verzenden van een fax
67 Faxen verzenden tijdens daluren
67 Documenten toevoegen aan een uitgestelde faxtaak
67 Een ontvangen fax doorsturen naar een andere bestemming
67 Een verzonden fax per fax doorsturen naar een andere bestemming
68 Een ontvangen fax per fax doorsturen naar een andere bestemming
68 Een verzonden fax per e-mail doorsturen naar een andere bestemming
68 Een ontvangen fax per e-mail doorsturen naar een andere bestemming
68 Een verzonden fax via een server doorsturen naar een andere
bestemming
68 Een ontvangen fax via een server doorsturen naar een andere
bestemming
68 De faxtoon voor einde faxontvangst instellen
USB-GEHEUGENAPPARAAT GEBRUIKEN
69
69 Over USB-geheugen
69 Informatie over het USB-scherm
69 Een USB-geheugenapparaat aansluiten
70 Scannen naar een USB-geheugenapparaat
70 Scannen
Inhoud_14
Inhoud
70 Scannen naar USB
70 Het tabblad Basis
70 Het tabblad Geavanceerd
70 Het tabblad Afbeelding
70 Het tabblad Uitvoer
71 De instellingen van de scanfunctie wijzigen
71 Dubbelzijdig
71 Resolutie
71 Formaat van origineel
71 Type origineel
71 Kleurmodus
72 Tonersterkte
72 Achtergrond wissen
72 Scan naar rand
72 Kwalit.
72 Voorinstelling scan
72 Bestandsindeling
73 Best.beleid
73 Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
73 Een document afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
DE STATUS VAN HET APPARAAT EN GEAVANCEERDE
INSTELLINGEN
74
74 Machine Setup
74 Het scherm Apparaatstatus
75 Het scherm Beheerinstelling
75 De status van het apparaat controleren
75 Algemene instellingen
77 Kopieerinstellingen
78 Fax instellen
79 Netwerkinstallatie
80 Verificatie
81 Optionele service
81 Een rapport afdrukken
ONDERHOUD
83
83 Een rapport over het apparaat afdrukken
83 De levensduur van de verbruiksartikelen controleren
83 Het serienummer zoeken
83 Melding verzenden voor het bestellen van een nieuwe beeldeenheid
83 Melding verzenden voor het bijbestellen van toner
84 Opgeslagen documenten controleren
84 Uw apparaat reinigen
84 De buitenkant reinigen
84 Binnenkant reinigen
84 De transfereenheid reinigen
85 Scannereenheid reinigen
85 De cassette onderhouden
85 Opslag van cassettes
85 Verwachte levensduur van de cassette
85 De tonercassette vervangen
86 De beeldeenheid onderhouden
86 Verwachte levensduur van de cassette
87 De beeldeenheid vervangen
88 Te onderhouden onderdelen
PROBLEMEN OPLOSSEN
89
89 Tips om papierstoringen te vermijden
89 Vastgelopen papier verwijderen
90 Papierinvoer- en -uitvoerstoringen
90 Papierstoring bij de roller
Inhoud
Inhoud_15
91 Vastgelopen papier verwijderen
91 In lade 1
92 In de optionele lade
93 In de optionele documentinvoer met hoge capaciteit
95 In de multifunctionele lade
95 In het fusergebied of rondom de tonercassette
95 In het papieruitvoergebied
96 Rond de duplex-eenheid
96 In de stapeleenheid (afwerkeenheid)
98 Verklaring van berichten op het display
101 Andere problemen oplossen
101 Probleem met het aanraakscherm
101 Problemen met papierinvoer
102 Afdrukproblemen
104 Problemen met de afdrukkwaliteit
106 Problemen met kopiëren
107 Problemen met scannen
107 Problemen met faxen
108 Algemene PostScript-problemen
109 Algemene Windows-problemen
109 Algemene Linux-problemen
111 Veel voorkomende Macintosh-problemen
VERBRUIKSARTIKELEN EN ACCESSOIRES BESTELLEN
112
112 Verbruiksartikelen
112 Accessoires
113 Aanschafmogelijkheden
ACCESSOIRES INSTALLEREN
114
114 Voorzorgsmaatregelen die u in acht moet nemen bij de installatie van
accessoires
114 Een DIMM-geheugenmodule installeren
114 Een geheugenmodule installeren
115 Het toegevoegde geheugen in de PS-printereigenschappen activeren
115 De nieteenheid vervangen
116 De faxfunctie inschakelen na het installeren van de faxoptiekit
SPECIFICATIES
117
117 Algemene specificaties
118 Specificaties van de printer
118 Specificaties van het kopieerapparaat
118 Specificaties van de scanner
119 Specificaties voor faxen (optioneel)
VERKLARENDE WOORDENLIJST
120
INDEX
126
Inleiding_16

inleiding

Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden:
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Overzicht van de printer
Overzicht van het bedieningspaneel
Het aanraakscherm en handige knoppen
Uw apparaat vanop de website beheren
Informatie over Status-LED
Menuoverzicht
Meegeleverde software
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
z

Overzicht van de printer

Voorkant

Achterkant

1
DADI-breedtegeleiders voor
documenten
11
Zijklep
2
DADI-klep
12
Multifunctionele lade
3
Steun voor papieruitvoer
13
Voorklep
4
Lade 1
14
Extensie voor
multifunctionele lade
5
Optionele lade
a
15
Multifunctionele lade met
geleiders
6
Onderstel
a
16
Vergrendelingsschakelaar
scanner
7
DADI-invoerlade
17
Glasplaat van de scanner
8
DADI-uitvoerlade
18
Tonercassette
9
Scannerdeksel
19
Beeldeenheid
10
Bedieningspaneel
a.Met het symbool
a
worden optionele apparaten aangeduid.
1
Uitgang voor intern
telefoontoestel (EXT)
a
a.Met het symbool
a
worden optionele apparaten aangeduid.
8
USB-geheugenpoort
2
Uitgang voor intern
telefoontoestel (LINE)
a
9
Stroomschakelaar
3
USB-poort
10
Aansluiting netsnoer
4
Dummy voor FDI (Foreign
Device Interface
a
) 11
Uitvoerlade van
afwerkmodule
(stapel- & nieteenheid)
a
5
XOA port
12
Klep van afwerkeenheid
(stapel- & nieteenheid)
a
6
Netwerkpoort
13
Afwerkeenheid (stapel- &
nieteenheid)
a
7
15-pins aansluiting van
afwerkmodule (stapel- &
nieteenheid)
a
Inleiding_17

Overzicht van het bedieningspaneel

1
Machine Setup
Hiermee gaat u naar de
apparaatinstellingen en de geavanceerde
instellingen. (Zie "Machine Setup" op
pagina 74.")
2
Job Status
Hier worden de actieve taken, taken in de
wachtrij of voltooide taken weergegeven.
3
Status
Hier wordt de status van het apparaat
weergegeven. (Zie "Informatie over
Status-LED" op pagina 20.")
4
Weergavescherm
Hier worden de status van het apparaat
en eventuele aanwijzingen tijdens een
taak weergegeven. U kunt de menu’s
eenvoudig instellen via het
aanraakscherm.
5
Cijfertoetsen
Hiermee kiest u faxnummers en voert u
waarden in voor het aantal exemplaren
van een document of andere opties.
6
Clear
Hiermee verwijdert u tekens uit het
bewerkingsgebied.
7
Redial/Pause
Hiermee kiest u het laatste nummer
opnieuw in stand-bymodus of neemt u
een pauze op in een faxnummer in de
bewerkingsmodus.
8
On Hook Dial
Hiermee opent u de telefoonlijn.
9
Interrupt
Hiermee onderbreekt u een taak die
wordt uitgevoerd, om een urgente
kopieertaak uit te voeren.
10
Clear All
Hiermee zet u de huidige instellingen
terug op de standaardwaarden.
11
Power Saver
Hiermee zet u het apparaat in de
energiebesparingsmodus. (Zie "De
energiebesparingsfunctie gebruiken" op
pagina 29.")
12
Stop
Hiermee onderbreekt u een taak die
wordt uitgevoerd. Er verschijnt een
pop-upvenster op het scherm waarin de
huidige taak wordt weergegeven zodat de
gebruiker deze kan stoppen of
voortzetten.
13
Start
Hiermee start u een taak.
Het kan zijn dat de afbeeldingen in deze gebruikershandleiding
niet geheel overeenkomen met uw apparaat. Dit is afhankelijk van
de opties en het model.
Gebruik alleen uw vingers op het aanraakscherm. U kunt het
scherm beschadigen als u een scherpe pen of iets anders
gebruikt.
Inleiding_18

Het aanraakscherm en handige knoppen

Aanraakscherm

Met het aanraakscherm kan het apparaat op gebruiksvriendelijke wijze
worden bediend. Wanneer u op het home-pictogram ( ) drukt op het
scherm, wordt het hoofdscherm weergegeven.
•: Hiermee opent u de Help. Hier vindt u uitleg over de
verschillende functies.
XOA: het XOA-menu openen. Dit menu werkt alleen als er XOA-
toepassingen zijn geïnstalleerd. Neem voor meer informatie contact
op met de dichtstbijzijnde Samsung-dealer of de winkel waar u uw
apparaat hebt gekocht.
Kopie: Hiermee opent u het menu Kopie.
Fax: Hiermee opent u het menu Fax. (Optioneel)
Scan: Hiermee opent u het menu Scan nr e-mail, Scan nr pc,
Scannen naar server.
Opgeslagen doc.: Hiermee opent u het menu Opgeslagen doc.
(Zie "Opgeslagen documenten controleren" op pagina 84.")
USB: Wanneer USB-geheugen in de USB-geheugenpoort van uw
apparaat wordt geplaatst, wordt het USB-pictogram op het scherm
weergegeven.
Afmelden: Hiermee meldt u de account af die momenteel is
aangemeld.
Tonerinfo: Hiermee geeft u de hoeveelheid gebruikte toner weer.
Helderheid LCD: Hiermee past u de helderheid van het
aanraakscherm aan.
: Om de taal die op het scherm verschijnt te wijzigen.
USB: helpt u bij het verwijderen van USB-geheugenapparaten
uit het apparaat. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm. Dit
pictogram wordt alleen weergegeven als u een USB-
geheugenmodule aansluit.
De knop Machine Setup
Wanneer u op deze knop drukt, kunt u de huidige apparaatinstellingen
controleren of waarden aanpassen. (Zie "Machine Setup" op pagina 74.")
•: Met deze knop kunt u rechtstreeks naar het menu Kopie,
Fax, Scan, Opgeslagen doc. gaan.
Apparaatstatus: Hier wordt de huidige status van het apparaat
weergegeven.
Beheerinstelling: Hiermee kan een beheerder het apparaat
instellen.
Ladebeheer: Geeft de geïnstalleerde laden en hun status weer. U
kunt ook de papierinstellingen voor elke lade wijzigen.
Rapport Gebruikspagina’s: U kunt een rapport afdrukken over het
aantal afdrukken op basis van het papierformaat en de papiersoort.
De knop Job Status
Wanneer u op deze knop drukt, worden de lijsten met actieve taken, taken
in de wachtrij en voltooide taken weergegeven.
Het tabblad Huidige taak: Hier vindt u de lijsten met taken die
worden uitgevoerd en in de wachtrij staan.
Het tabblad Taak voltooid: Hier vindt u de lijst met voltooide taken.
Het tabblad Actief bericht: Hier worden codes weergegeven van
fouten die zijn opgetreden.
nr.: Hier wordt de volgorde van de taken weergegeven. De taak met
nummer 001 wordt momenteel uitgevoerd.
Taaknaam: Hier worden taakgegevens weergegeven zoals de naam
en het type.
Status: Hier wordt de huidige status van elke taak weergegeven.
Gebruiker: Hier wordt de gebruikersnaam weergegeven,
hoofdzakelijk de computernaam.
Type taak: Hier worden details van de actieve taak weergegeven,
zoals het taaktype, het telefoonnummer van de ontvanger en andere
gegevens.
Verwijd.: Hiermee verwijdert u de geselecteerde taak uit de lijst.
All. verw: Hiermee verwijdert u alle taken uit de lijst.
Detail: Hier worden gedetailleerde gegevens weergegeven over de
geselecteerde optie in de lijst Actief bericht.
Sluiten: Hiermee sluit u het taakstatusvenster en schakelt u over
naar de vorige weergave.
De pictogrammen op het scherm, zoals
Fax
, kunnen grijs worden
weergegeven, afhankelijk van de vraag of de optionele kit of bepaalde
programma’s zijn geïnstalleerd op het apparaat.
Druk op de rechterpijl op het scherm als u de weergave wilt
verschuiven en de andere beschikbare pictogrammen wilt weergeven.
Inleiding_19
Knop XOA
Wanneer u op deze knop drukt, kunt u de XOA-toepassingen op het scherm
gebruiken. Voordat u de XOA-toepassingen kunt gebruiken, moet u deze
installeren. Als de knop XOA niet wordt weergegeven, controleert u of het
apparaat over een XOA-licentie beschikt. Neem voor meer informatie
contact op met uw plaatselijke Samsung-verkoper of de winkel waar u het
apparaat hebt gekocht.
De knop Power Saver
Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, bespaart u elektriciteit met de
beschikbare energiebesparingsmodus. Wanneer u op deze knop drukt,
wordt het apparaat in energiebesparingsmodus gezet. (Zie "De
energiebesparingsfunctie gebruiken" op pagina 29.")
Als u gedurende meer dan twee seconden op deze knop drukt, verschijnt er
een venster met het verzoek het apparaat uit te schakelen. Als u Ja, kiest,
wordt het apparaat uitgeschakeld. Deze knop kan ook worden gebruikt om
het apparaat in te schakelen.
De knop Interrupt
Wanneer u op deze knop drukt, wordt het apparaat in de
onderbrekingsmodus gezet zodat een afdruktaak wordt onderbroken voor
een urgente kopieertaak. Wanneer de urgente kopieertaak is voltooid, wordt
de voorgaande afdruktaak voortgezet.
UW APPARAAT VANOP DE WEBSITE BEHEREN
Als het apparaat is aangesloten op een netwerk en u de
TCP/IP-netwerkparameters op de juiste wijze hebt ingesteld, kunt u het
apparaat beheren via Samsung van SyncThru™ Web Service, een
embedded webserver. Gebruik SyncThru™ Web Service om:
De eigenschappen van het apparaat weer te geven en de huidige status
te controleren.
De TCP/IP-parameters te wijzigen en andere netwerkparameters in te
stellen.
De printereigenschappen te wijzigen.
Het apparaat zo in te stellen dat een e-mailbericht wordt verzonden met
de status van het apparaat.
Ondersteuning te krijgen bij het gebruik van het apparaat.
Zo krijgt u toegang tot de SyncThru™ Web Service:
1. Start een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
2. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op Enter of klik op Go.
De ingebouwde website van het apparaat wordt geopend.
3. Klik op Login.
Het aanmeldingsvenster verschijnt.
4. Typ de id en het wachtwoord van de beheerder en klik vervolgens op
Login.
5. Breng de gewenste wijzigingen in de instellingen aan, bijvoorbeeld de
apparaatinstellingen, de netwerkparameters, enzovoort.
Als er een bericht verschijnt waarin wordt gevraagd om ID Verific en
Wachtwoord, heeft de netwerkbeheerder de verificatieoptie ingesteld
in SyncThru Web Service. (Zie "Uw apparaat vanop de website
beheren" op pagina 19.)
STATUS OMSCHRIJVING
Uit Het apparaat staat niet in de
energiebesparingsmodus.
Blauw Aan Het apparaat staat in de lage
energiebesparingsmodus.
Knipperen Het apparaat staat in de
energiebesparingsmodus.
STATUS OMSCHRIJVING
Uit Het apparaat staat niet in de onderbrekingsmodus.
Blauw Aan Het apparaat staat in de onderbrekingsmodus.
De onderbrekingsmodus wordt teruggezet op de standaardwaarde
(uit) wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld of opnieuw wordt
ingesteld.
Typ de id en het wachtwoord van dezelfde beheerder op het
touchscreen.
Als u zich niet met de id en het wachtwoord van de beheerder
aanmeldt, kunt u alleen de gegevens van het apparaat zien.
Inleiding_20
Informatie over Status-LED
Wanneer het probleem optreedt, geeft de Status-LED de status van het
apparaat aan door middel van kleuren.
STATUS OMSCHRIJVING
Uit Het apparaat is offline.
Het apparaat staat in de energiebesparende
modus. Wanneer er gegevens binnenkomen
of een knop wordt ingedrukt, gaat het
apparaat automatisch online.
Groen Knippert Wanneer het lampje langzaam knippert,
ontvangt het apparaat gegevens van de
computer.
Wanneer het lampje snel knippert, is het
apparaat bezig met afdrukken.
Aan
Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Rood Knippert Er is een kleine fout opgetreden en het
apparaat wacht tot de fout is hersteld. Bekijk
het bericht op het display. Als het probleem is
opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
De tonercassette is bijna leeg. Bestel een
nieuwe tonercassette. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de
toner opnieuw te verdelen. (Zie "De
tonercassette vervangen" op pagina 85.")
Aan De levensduur van de beeldeenheid is
verstreken. Verwijder de oude beeldeenheid
en plaats een nieuwe. (Zie "De beeldeenheid
vervangen" op pagina 87.")
De tonercassette is volledig leeg. Verwijder de
oude tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie
"De tonercassette vervangen" op pagina 85.")
Er is papier vastgelopen. (Zie "Vastgelopen
papier verwijderen" op pagina 91.")
De klep is geopend. Sluit de klep.
De papierlade is leeg. Plaats papier in de
lade.
Het apparaat is gestopt als gevolg van een
grote fout. Bekijk het bericht op het display.
(Zie "Verklaring van berichten op het display"
op pagina 98.")
Bekijk het bericht op het weergavescherm en volg de instructies in het
bericht of raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen. Zie
"Problemen oplossen" op pagina 89." Neem contact op met de
serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen.
Inleiding_21

Menuoverzicht

Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Om toegang te krijgen tot deze menu’s, drukt u op
Machine Setup, Job Status, of raakt u de menu’s aan op het weergavescherm. Raadpleeg onderstaand diagram.

Hoofdscherm

Het hoofdscherm wordt weergegeven op het weergavescherm van het bedieningspaneel. Afhankelijk van uw model worden bepaalde menu’s grijs weergegeven.
De knop Machine Setup
Als u op de Machine Setup-knop op het bedieningspaneel drukt, verschijnen er drie menu’s op het scherm. Apparaatstatus toont de levensduur, prijzen, tellers
en rapporten van de verbruiksartikelen op het scherm. Beheerinstelling laat u toe om geavanceerde instellingen in te stellen en de mogelijkheden van uw
apparaat optimaal en op geschikte wijze te benutten. Rapport Gebruikspagina’s kan een rapport afdrukken van het aantal afdrukken afhankelijk van het
papierformaat en -type.
Apparaatstatus
Kopie
Het tabblad Basis
(pagina 39)
Formaat van origineel
Verkleinen/Vergroten
Dubbelzijdig
Uitvoer
Type origineel
Tonersterkte
Papierinvoer
Het tabblad Geavanceerd
(pagina 39)
kopie ID
X-op-1
Poster kopiëren
Klonen
Boekje kopiëren
Boekje
Voorbladen
Transparanten
Het tabblad Afbeelding
(pagina 39)
Rand wissen
Achtergrond wissen
Marge verschuiven
Fax
Het tabblad Basis
(pagina 58)
Adres
Dubbelzijdig
Resolutie
Het tabblad Geavanceerd
(pagina 59)
Formaat van origineel
Uitgesteld verzenden
Prioritair verzenden
Polling
Postvak
Het tabblad Afbeelding
(pagina 59)
Type origineel
Tonersterkte
Achtergrond wissen
Kleurmodus
Scan
Scan nr e-mail
Het tabblad Basis
(pagina 48)
Het tabblad
Geavanceerd
(pagina 48)
Het tabblad
Afbeelding
(pagina 49)
Het tabblad Uitvoer
(pagina 49)
Scan nr pc
Scannen naar server
Het tabblad Basis
(pagina 48)
Het tabblad
Geavanceerd
(pagina 48)
Het tabblad
Afbeelding
(pagina 49)
Het tabblad Uitvoer
(pagina 49)
Opgeslagen doc.
Het tabblad Openbaar
(pagina 84)
Detail
Bewerken
Verwijd.
All. verw
Afdrukk.
Het tabblad Beveiligd
(pagina 84)
Detail
Bewerken
Verwijd.
All. verw
Afdrukk.
USB
USB formatteren
Via USB afdrukken
Naar USB scannen
Het tabblad Basis
Het tabblad
Geavanceerd
Het tabblad Afbeelding
Het tabblad Uitvoer
Het tabblad Levensduur
art.
(Pagina 74)
Tonercassette
Beeldeenheid
Fuserkit
Invoerrolkit
Invoerrolkit - Bypasslade
Documentinvoerrol
BTR-kit
Kit wrijvingskussen
DADI
Het tabblad Apparaatinfo
(Pagina 74)
Apparaatdetails
Klantenondersteunin
g
Serienummer van
apparaat
Hardware Opties
Configuratie
Softwareversies
Ladestatus
Lade
Status
Papierformaat
Papiertype
Afdrukken/Rapport
Systeemrapport
Scanrapport
Faxrapport
Het tabblad Apparaatinfo
(Vervolg)
Gebruikstellers
Totaal aantal
afdrukken
Zwarte afdrukken
Gekopieerde zwarte
afdrukken
Afgedrukte zwarte
afdrukken
Vellen
Gekopieerde vellen
Gekopieerde zwarte
vellen
Afgedrukte vellen
Afgedrukte zwarte
vellen
2-zijdige vellen
Het tabblad Apparaatinfo
(Vervolg)
Gekopieerde 2-zijdige
vellen
Gekopieerde zwarte
2-zijdige vellen
Afgedrukte 2-zijdige
vellen
Afgedrukte zwarte
2-zijdige vellen
Vellen analoge fax
2-zijdige vellen
analoge fax
Faxafbeelding
ontvangen
Verzonden
afbeeldingen analoge
fax
Het tabblad Apparaatinfo
(Vervolg)
Ontvangen
afbeeldingen analoge
fax
Verzonden afb.
Verzonden gescande
afbeeldingen netwerk
Verzonden
afbeeldingen e-mail
Oderhoudsafdrukken
Zwarte
onderhoudsafdrukken
Inleiding_22
Beheerinstelling
Rapport Gebruikspagina’s
Als "Weet u zeker dat u het wilt afdrukken?" op het scherm verschijnt, drukt u op "Ja".
De knop Job Status
In dit menu worden de actieve taken, taken in de wachtrij, voltooide taken en berichten zoals foutberichten weergegeven. (Zie "De knop Job Status" op pagina 18.")
.
Het tabblad Algemeen
(Pagina 75)
Apparaatinfo
Datum & Tijd
Standaardinstellingen
Afmetingen
Timers
Taal
Energiebesparing
Ladebeheer
Luchtdrukaanpassing
Uitvoeroptie
Contentiebeheer
Geluid
Beheer van
verbruiksartikelen
Apparaattest
Overschrijven op
verzoek
In wachtrij plaatsen op
vaste schijf
Beleid inzake
opgeslagen taakbest.
Land
Het tabblad Instelling
(Pagina 77)
Kopieerinstellingen
Fax instellen
Netwerkinstellingen
Verificatie
Optionele service
Het tabblad Afdrukken/
Rapport
(Pagina 81)
Afdrukk.
Accountingrapporten
Rapport
.
Het tabblad Huidige
taak
Detail
Verwijd.
All. verw
Het tabblad Taak
voltooid
Detail
Het tabblad Actief bericht
Detail
Inleiding_23

Meegeleverde software

Installeer de printer- en scannersoftware nadat u de printer hebt
geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. Als u onder Windows of
Macintosh werkt, installeert u de software vanaf de meegeleverde cd. Als u
onder Linux werkt, moet u de software downloaden van de website van
Samsung (www.samsung.com/printer) en installeren.

Eigenschappen van het printerstuurprogramma

De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
selectie van papierrichting, formaat, bron en afdrukmateriaal
Aantal exemplaren
U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken.
De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die
door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.

Printerstuurprogramma

OS INHOUD
Windows Printerstuurprogramma: Gebruik dit
stuurprogramma om de functies van uw printer ten
volle te benutten.
PPD-bestand (Postscript Printer Driver): Het
PostScript-stuurprogramma is bedoeld voor het
afdrukken van documenten met complexe
lettertypen en afbeeldingen in de PS-taal.
Scannerstuurprogramma: Voor het scannen van
documenten zijn TWAIN- en WIA-
stuurprogramma’s (Windows Image Acquisition)
beschikbaar.
Smart Panel: Dit programma geeft de status van
het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er
een fout optreedt tijdens het afdrukken.
SmarThru Office
a
: Dit is de meegeleverde, op
Windows-gebaseerde software voor uw
multifunctionele apparaat.
Scan- en faxbeheer 2
: Met dit programma kunt u
documenten op uw apparaat scannen en opslaan op
een computer die op een netwerk is aangesloten.
Hulpprogramma Direct afdrukken: Met dit
programma kunt u PDF-bestanden rechtstreeks
afdrukken.
SetIP
: Met dit programma kunt u de T
CP/IP-adressen
van uw apparaat instellen.
a.Voor het bewerken van gescande afbeeldingen met behulp van een
krachtig beeldbewerkingsprogramma en voor het verzenden van
afbeeldingen per e-mail. U kunt ook andere
beeldbewerkingsprogramma’s openen vanuit SmarThru, zoals Adobe
Photoshop. Raadpleeg de Help van het meegeleverde
SmarThru-programma voor meer informatie.
Linux PPD-bestand (Postscript Printer Description):
Voor het bedienen van het apparaat en het
afdrukken van documenten vanaf een
Linux-computer.
SANE: Stuurprogramma voor het scannen van
documenten.
Smart Panel: Dit programma geeft de status van
het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er
een fout optreedt tijdens het afdrukken.
Macintosh PPD-bestand (Postscript Printer Driver): Voor
het bedienen van het apparaat en het afdrukken
van documenten vanaf een Macintosh-computer.
Scannerstuurprogramma:
TWAIN-stuurprogramma voor het scannen van
documenten op uw apparaat.
Smart Panel: Dit programma geeft de status van
het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er
een fout optreedt tijdens het afdrukken.
FUNCTIE
PCL6 POSTSCRIPT
WINDOWS WINDOWS LINUX MACINTOSH
Tonerbesparing OOOO
Optie
printerkwaliteit
OOOO
Poster afdrukken OXXX
Meer pagina’s op
een vel (n op een
vel)
O O O (2, 4) O (2, 4, 6, 9,
16)
Afdruk aan
pagina
aanpassen
OOOO
Afdrukken op
schaal
OOOO
Andere lade voor
eerste pagina
OXXO
Watermerk OXXX
Overlay OXXX
Dubbelzijdig
a
a.Met de duplexfunctie kan het apparaat afdrukken op beide zijden van
het papier.
OOOO
Secu Print OOXO
Gepland
afdrukken
OOXO
Afdrukken met
wachtrij
OOXO
Proefdrukken OOXX
Nieteenheid OOOO
Aan de slag_24

Aan de slag

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De hardware installeren
Het netwerk installeren
Systeemvereisten
De software installeren
Basisinstellingen van het apparaat
Informatie over het toetsenbord

De hardware installeren

Dit deel beschrijft de stappen voor het installeren van de hardware, zoals
toegelicht in de beknopte installatiehandleiding. Lees de beknopte
installatiehandleiding en voer de volgende stappen uit.
1. Kies een stabiele locatie.
Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor
luchtcirculatie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen
van kleppen en papierladen.
Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar
niet in direct zonlicht, vlak bij een warmte- of koudebron of op een
vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een
bureau of tafel.
U kunt probleemloos afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m.
Raadpleeg de hoogte-instellingen voor optimaal afdrukken. Zie
pagina 28 voor meer informatie.
Plaats het apparaat op een vlak, stabiel oppervlak en zorg ervoor dat het
zeker niet meer dan 5 mm schuin staat. Zo vermijdt u dat afdrukkwaliteit
nadelig beïnvloed wordt.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde
artikelen.
3. Verwijder de tape rond het apparaat.
4. Installeer zowel de tonercassette als de beeldeenheid.
5. Plaats papier. (Zie "Papier plaatsen" op pagina 36.")
6. Controleer of alle kabels met het apparaat zijn verbonden.
7. Zet het apparaat aan.

Het netwerk installeren

U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het te kunnen
gebruiken als netwerkprinter. U kunt de basisnetwerkinstellingen instellen
via het aanraakscherm op het apparaat.

Ondersteunde besturingssystemen

De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat
ondersteunt:
Als u het apparaat verplaatst, mag u het niet ondersteboven of op
zijn kant houden. Er kan dan toner vrijkomen binnenin het
apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of
de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Als u het apparaat wilt verplaatsen of lange tijd niet wilt gebruiken,
zet u het aan en wacht u tot het in de gereedmodus staat. Sluit
vervolgens het deksel van de scanner en schakel het apparaat
uit. Open het deksel van de scanner en vergrendel de
scanvergrendeling.
Als u de USB-kabel wilt gebruiken, sluit u de kabel aan tussen een
computer en het apparaat. Raadpleeg vervolgens de sectie Software.
ITEM VEREISTEN
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base-TX
Netwerkbesturingssysteem Novell NetWare 5.x, 6.x (alleen TCP/
IP)
Windows 2000/XP/2003/2008/Vista/7/
Server 2008 R2
Diverse Linux-besturingssystemen
Mac OS 10.3 ~ 10.6
Netwerkprotocollen TCP/IP
Dynamische
adresseringsserver
DHCP, BOOTP
Aan de slag_25

Het netwerkprotocol configureren via het apparaat

U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor onderstaande
stappen.
1. Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een RJ-45
Ethernet-kabel.
2. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
3. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
4. Druk op Beheerinstelling.
5. Typ het wachtwoord wanneer het aanmeldingsbericht verschijnt.
Wanneer u het invoergebied voor het wachtwoord aanraakt, verschijnen
er vraagtekens. Voer het wachtwoord in met het numerieke toetsenblok
op het bedieningspaneel. Druk op OK wanneer u het wachtwoord hebt
ingevoerd. (Fabrieksinstelling: 1111)
6. Druk op het tabblad Instelling > Netwerkinstellingen.
7. Selecteer TCP/IP-protocol.
AppleTalk-protocol: Dit protocol wordt algemeen gebruikt in
Macintosh-netwerkomgevingen.
Ethernet-snelheid: U kunt de communicatiesnelheid voor
Ethernet-verbindingen selecteren.
8. Druk op IP-instelling.
9. Selecteer Statisch en vul vervolgens de adresvelden IP-adres,
Subnetmasker en Gateway in. Raak het invoergebied aan en voer de
adressen in met het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel.
10. Druk op OK.
Als u in een niet-statische IP-adresomgeving werkt en een
DHCP-netwerkprotocol moet installeren, surf dan naar
http://developer.apple.com/networking/bonjour/download/, selecteer
het Bonjour-programma dat geschikt is voor het besturingssysteem
voor uw computer en installeer het programma. Via dit programma
kunt u de netwerkparameters automatisch instellen. Volg de
instructies in het installatievenster. Dit programma biedt geen
ondersteuning voor Linux.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u niet weet hoe u het
apparaat moet configureren.
U kunt de netwerkinstellingen ook opgeven via de
netwerkbeheerprogramma’s.
SyncThru™ Web Admin Service
: Een via internet functionerend
afdrukbeheersysteem voor netwerkbeheerders.
SyncThru™ Web
Admin Service
biedt u een efficiënte manier om
netwerkapparaten te beheren en laat toe om vanop afstand
netwerkapparaten te controleren en problemen op te lossen vanaf
iedere plek waar men toegang heeft tot het bedrijfsnetwerk via het
internet. Download dit programma van
http://solution.samsungprinter.com
.
SyncThru™ Web Service: Dit is de ingebouwde webserver van
uw netwerkprinter. Als u zich op de webserver aanmeldt met de id
en het wachtwoord van de beheerder, kunt u het volgende doen:
- netwerkparameters voor het apparaat te configureren, zodat u
een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
- apparaatinstellingen aan te passen.
- e-mailinstellingen aan te passen en een adresboek te
installeren voor scannen naar e-mail.
- serverinstellingen aan te passen en een adresboek te
installeren voor scannen naar FTP- of SMB-servers.
- instellingen voor afdrukken, kopiëren en faxen aan te passen.
SetIP: Hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt
selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor
gebruik met het TCP/IP-protocol. Zie "Werken met het SetIP
programma" op pagina 30.
Aan de slag_26

Systeemvereisten

Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:

Windows

Macintosh

Linux

BESTURINGS-
SYSTEEM
VEREISTEN (AANBEVOLEN)
PROCESSOR RAM
VRIJE
HDD-RUIMTE
Windows 2000
Pentium II 400 MHz
(Pentium III 933
MHz)
64 MB
(128 MB)
600 MB
Windows XP Pentium III 933
MHz (Pentium IV 1
GHz)
128 MB
(256 MB)
1,5 GB
Windows
Server 2003
Pentium III 933
MHz (Pentium IV 1
GHz)
128 MB
(512 MB)
1,25 GB tot
2GB
Windows
Vista
Pentium IV 3 GHz 512 MB
(1.024 MB)
15 GB
Windows
Server 2008
Pentium IV 1 GHz
(Pentium IV 2 GHz)
512 MB
(2048 MB)
10 GB
Windows 7 Pentium IV 1 GHz
32-bit of 64-bit
processor of hoger
1 GB
(2 GB)
16 GB
Ondersteuning voor DirectX 9 en128 MB geheugen
(om Aero mogelijk te maken).
DVD-R/W-station
Windows
Server 2008
R2
Pentium IV 1 GHz
(x86) of 1,4 GHz
(x64) processor (2
GHz of sneller)
512 MB
(2048 MB)
10 GB
Internet Explorer 5.0 of hoger is minimaal vereist voor alle
Windows-besturingssystemen.
Gebruikers kunnen de software installeren als ze
beheerdersrechten hebben.
Dit apparaat is compatibel met Windows Terminal Services.
BESTURIN
GSSYSTEE
M
VEREISTEN (AANBEVOLEN)
PROCESSOR RAM
VRIJE
HDD-
RUIMTE
Mac OS X 10.
4 of lager
•PowerPC G4/
G5
Intel-processor
128 MB voor een
MAC op basis
van PowerPC
(512 MB)
512 MB voor een
MAC op basis
van Intel (1 GB)
1GB
Mac OS X
10.5
867 MHz of
sneller
PowerPC G4/
G5
Intel-processor
512 MB (1 GB) 1 GB
Mac OS X
10.6
Intel-processor 1 GB (2 GB) 1 GB
ITEM VEREISTEN
Besturingssysteem Red Hat 8 ~ 9
Fedora Core 1 ~ 4
Mandrake 9.2 ~ 10.1
SuSE 8.2 ~ 9.2
Processor Pentium IV 1 GHz of hoger
RAM 256 MB of hoger
Vrije HDD-ruimte 1 GB of hoger
Aansluiting USB-interface of netwerkinterface
Software Linux Kernel 2.4 of hoger
Glibc 2.2 of hoger
CUPS
SANE
U moet een swappartitie van 300 MB of meer vastleggen om met
grote gescande afbeeldingen te kunnen werken.
Het Linux-stuurprogramma voor de scanner ondersteunt de
maximale optische resolutie.
Aan de slag_27

De software installeren

U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software
bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke
programma’s.
1. Controleer of de netwerkinstellingen voor het apparaat zijn voltooid.
(Zie "Het netwerk installeren" op pagina 24.") Sluit alle toepassingen op
de computer voordat u begint met de installatie.
2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de
computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster
weergegeven.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het
cd-romstation, en klik op OK.
Als u Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2, gebruikt,
klikt u op Start > Alle programma's > Accessoires > Uitvoeren en typt
u X:\Setup.exe.
Als het venster Automatisch afspelen verschijnt in Windows Vista,
Windows 7 en Windows Server 2008 R2, klikt u op Uitvoeren
Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en klikt u
op Doorgaan in het venster Gebruikersaccountbeheer.
3. Klik op Volgende.
Het bovenstaande venster kan er enigszins anders uitzien als u het
stuurprogramma opnieuw installeert.
4. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik
vervolgens op Volgende.
5. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer
in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende.
Als u op de knop Advanced klikt, kunt u een printer zoeken op de
SNMP Community name. De standaardnaam is "public".
Als uw apparaat niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken om de
lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen. om uw
apparaat aan het netwerk toe te voegen. Als u het apparaat aan het
netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor
het apparaat invoeren.
Om het IP-adres of het MAC-adres van uw apparaat te controleren,
drukt u een netwerkconfiguratiepagina af. (Zie "Een rapport
afdrukken" op pagina 81.")
Selecteer Gedeelde printer (UNC) om een gedeelde netwerkprinter
(UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of
zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop Bladeren.
6. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of
u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker
van een Samsung-apparaat, zodat Samsung u hierover informatie kan
toesturen. Als u dit wilt, schakel dan het desbetreffende selectievakje in
en klik op Voltooien.
De volgende procedure dient te worden gevolgd wanneer het
apparaat als een netwerkapparaat wordt gebruikt. Als u een
apparaat wilt verbinden door middel van een USB-kabel,
raadpleegt u de sectie Software.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem
Windows XP. De procedure die u moet volgen en het pop-
upvenster dat verschijnt tijdens de installatie, kunnen verschillen
afhankelijk van het besturingssysteem, de printerfunctie of de
interface die wordt gebruikt. (Raadpleeg de sectie Software.)
Als u niet zeker bent van het IP-adres, neem dan contact op met
uw netwerkbeheerder of druk de netwerkgegevens af. (Zie "Een
rapport afdrukken" op pagina 81.")
Aan de slag_28

Basisinstellingen van het apparaat

Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven. Raadpleeg de volgende sectie om waarden in te stellen
of te wijzigen.

Hoogteaanpassing

De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte waarop het apparaat zich boven zeeniveau bevindt.
Aan de hand van de volgende informatie kunt u uw apparaat instellen op
een optimale afdrukkwaliteit.
Voordat u de hoogte-instelling bepaalt, moet u controleren op welke hoogte
het apparaat wordt gebruikt.
1. Typ het IP-adres van uw apparaat in het URL-veld van een
webbrowservenster en klik op Ga naar om de website van het apparaat
te openen.
2. Klik op Machine Settings.
3. Klik op Altitude Adj.
4. Selecteer de gewenste hoogte-instelling.
5. Klik op Apply.

Het verificatiewachtwoord instellen

Als u het apparaat wilt instellen of de instellingen wilt wijzigen, moet u zich
aanmelden. Voer de volgende stappen uit als u het wachtwoord wilt
wijzigen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord wanneer het aanmeldingsbericht verschijnt.
Wanneer u het invoergebied voor het wachtwoord aanraakt, verschijnen
er vraagtekens. Voer het wachtwoord daarna in met het numerieke
toetsenblok op het bedieningspaneel. Druk vervolgens op OK.
(Fabrieksinstelling: 1111)
4. Druk op het tabblad Instelling > Verificatie.
5. Druk op
Wachtwoord van beheerder wijzigen
.
6. Voer het oude en nieuwe wachtwoord in en bevestig het nieuwe
wachtwoord.
7. Druk op OK.

De datum en tijd instellen

Wanneer u de datum en tijd instelt, worden deze gebruikt voor uitgesteld
faxen en uitgesteld afdrukken en worden deze ook op rapporten afgedrukt.
Als deze gegevens onjuist zijn, moet u deze wijzigen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.")
4. Druk op het tabblad Algemeen > Datum & Tijd > Datum & Tijd.
5. Selecteer de datum en tijd met de pijl naar links en naar rechts. U kunt
ook het invoergebied aanraken en het numerieke toetsenblok op het
bedieningspaneel gebruiken.
6. Druk op OK.

De taal op het display wijzigen

Voer de volgende stappen uit om de taal op het display te wijzigen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op de pijl omlaag om naar het volgende scherm te gaan en druk op
Taal.
6. Selecteer de gewenste taal.
7. Druk op OK.
Als uw apparaat niet naar behoren werkt na de installatie,
installeert u het printerstuurprogramma best opnieuw.
Raadpleeg de sectie Software.
Tijdens de installatie van het printerstuurprogramma detecteert
het installatieprogramma de locatiegegevens van het
besturingssysteem en wordt het standaardpapierformaat voor
het apparaat ingesteld. Als u een andere Windows-locatie
gebruikt, moet u het papierformaat aanpassen aan het papier
dat u standaard gebruikt. Ga naar de printereigenschappen om
het papierformaat te wijzigen nadat de installatie is voltooid.
1 Normaal
2 Hoogte 1
3 Hoogte 2
4 Hoogte 3
0
Als de stroomtoevoer naar het apparaat wordt onderbroken, moet u de
datum en tijd opnieuw instellen zodra de stroomtoevoer weer is
hersteld.
Druk op Datumnotatie en Tijdnotatie als u de datum- en tijdnotatie
wilt wijzigen.
Aan de slag_29

Time-out van taken instellen

Als er gedurende een bepaalde periode geen gegevens worden ontvangen,
wordt een taak afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat op
gegevens wacht.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op Timers.
6. Selecteer Time-out van systeem.
U kunt de optie Time-out wachtrij instellen op meer dan een uur.
7. Selecteer Aan.
8. Selecteer een tijdsduur met de pijl naar links en naar rechts.
9. Druk op OK.

De energiebesparingsfunctie gebruiken

Het apparaat beschikt over energiebesparingsfuncties.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op de pijl omlaag om naar het volgende scherm te gaan en druk op
Energiebesparing.
6. Selecteer de gewenste optie en tijd.
Energiebesparing Scannen: Hiermee wordt de scannerlamp onder
de glasplaat uitgeschakeld.
Laag energieverbruik: Hiermee wordt de temperatuur van de
fusereenheid onder 100 °C gehouden en worden de ventilatoren in
het apparaat uitgeschakeld, behalve een hoofdventilator voor de
fusereenheid.
Energiebesparing: Hiermee worden alle ventilatoren na een
bepaalde tijd uitgeschakeld, ook de ventilator voor de fusereenheid.
7. Druk op OK.

De standaardlade en het papier instellen

U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor
uw afdruktaken. (Zie "Algemene instellingen" op pagina 75.")
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op de pijl omlaag om naar het volgende scherm te gaan en druk op
Ladebeheer.
6. Selecteer een lade en de bijbehorende opties, zoals het papierformaat
en de papiersoort.
7. Druk op OK.

De standaardinstellingen wijzigen

U kunt de standaardwaarden voor kopiëren, faxen, e-mailen, scannen en
het papier allemaal tegelijk instellen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.")
4. Druk op het tabblad Algemeen > Standaardinstellingen >
Standaardoptie.
5. Druk op de functie die u wilt wijzigen en wijzig de instellingen.
Als u bijvoorbeeld de standaardinstelling voor helderheid &
tonerdichtheid voor een kopieertaak wilt wijzigen, drukt u op Kopie >
Tonersterkte en past u de helderheid & tonerdichtheid aan.
6. Druk op OK.
Als de optionele lade niet is geïnstalleerd, worden de opties voor deze
lade grijs weergegeven op het scherm.
Aan de slag_30

Werken met het SetIP programma

Dit programma wordt gebruikt om IP-adressen van netwerkapparaten in te
stellen met het MAC-adres dat het hardwareserienummer van de
netwerkprinterkaart of interface is. Het wordt met name door
netwerkbeheerders gebruikt om de IP-adressen van meerdere
netwerkapparaten tegelijk in te stellen.
De volgende procedure is gebaseerd op Windows XP. Zie de sectie
Software als u het besturingssysteem Macintosh of Linux gebruikt.
Het programma installeren
1. Plaats de cd met stuurprogramma’s die bij het apparaat werd geleverd.
Wanneer de stuurprogramma-cd automatisch wordt uitgevoerd, sluit u
het venster.
2. Start Windows Verkenner en open station X. (X staat voor de letter die
aan het cd-romstation is toegewezen.)
3. Dubbelklik op Toepassing > SetIP.
4. Open de map van de taal die u van plan bent te gebruiken.
5. Dubbelklik op Setup.exe om dit programma te installeren.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm en voltooi de installatie.
Het programma starten
1. Druk het netwerkinformatierapport van het apparaat af. Hierin wordt het
MAC-adres van uw apparaat vermeld. (Zie "Een rapport afdrukken" op
pagina 81.)
2. In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma's >
Samsung Network Printer Utilities > SetIP.
3. Klik in het SetIP-venster op om het TCP/IP-configuratievenster te
openen.
4. Voer het MAC-adres, IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway
van de netwerkkaart in en klik vervolgens op Toepassen.
5. Klik op OK. Het apparaat drukt nu de netwerkgegevens van het
apparaat af. Bevestig of alle instellingen correct zijn.
6. Klik op Afsluiten om het programma SetIP af te sluiten.

Informatie over het toetsenbord

U kunt alfabetische tekens, cijfers of speciale symbolen invoeren met het
toetsenbord op het aanraakscherm. Dit toetsenbord is speciaal ingedeeld
zoals een normaal toetsenbord om het gebruiksgemak te vergroten.
Wanneer u het invoergebied aanraakt waar u tekens moet invoeren,
verschijnt het toetsenbord op het scherm. Op het toetsenbord worden
standaard kleine letters weergegeven.
U kunt het SetIP-programma alleen gebruiken als het apparaat is
aangesloten op een netwerk.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem
Windows XP.
Als u in een niet-statische IP-adresomgeving werkt en een DHCP-
netwerkprotocol moet installeren, surf dan naar http://
developer.apple.com/networking/bonjour/download/, selecteer het
Bonjour-programma voor Windows dat geschikt is voor het
besturingssysteem voor uw computer en installeer het programma.
Via dit programma kunt u de netwerkparameter automatisch
instellen. Volg de instructies in het installatievenster. Dit
programma biedt geen ondersteuning voor Linux.
Voer het MAC-adres in zonder dubbele punt (:).
1
Links/rechts
Hiermee verplaatst u de cursor tussen tekens in
het invoergebied.
2
Backspace
Hiermee verwijdert u het teken links naast de
cursor.
3
Del.
Hiermee verwijdert u het teken rechts naast de
cursor.
4
Wissen
Hiermee verwijdert u alle tekens uit het
invoergebied.
5
Invoergebied
Typ letters op deze lijn.
6
Verschuiv.
Hiermee schakelt u tussen kleine letters en
hoofdletters.
7
Symbolen
Hiermee schakelt u tussen alfanumerieke tekens
en symbolen.
8
Spatie
Hiermee voert u een spatie in tussen tekens.
9
OK
Hiermee slaat u het ingevoerde resultaat op en
sluit u het invoergebied.
10
Annul.
Hiermee annuleert u het ingevoerde resultaat en
sluit u het invoergebied.
Als u een e-mailadres invoert, verschijnt het toetsenbord voor e-
mailberichten. Nadat u het adres hebt ingevoerd, drukt u op OK om
het ingevoerde adres te activeren. Druk op de pijltoets aan de zijkant
om te navigeren tussen Van, Aan, CC, BCC, Onderwerp, Bericht in
deze volgorde.
Loading...
+ 150 hidden pages