Samsung SCX-6555N User Manual [nl]

SCX-6555N-serie
Multifunctionele printer
Gebruikershandleiding
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung­product. Voor een nog completere service, kunt u zich registreren bij
www.samsung.com/global/register

De functies van uw nieuwe laser MFP

Gefeliciteerd met de aankoop van dit multifunctionele Samsung-product! Met dit apparaat kunt u afdrukken, kopiëren, scannen en faxen. Met dit apparaat kunt u:
Speciale functies
Bepaalde functies zijn optioneel. Raadpleeg de secties met specificaties. (Zie "Specificaties" op pagina 115.")
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwali te it
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 dpi effectieve uitvoer. Raadpleeg de sectie Software.
Het apparaat drukt papier van A4-formaat af met een snelheid van 53 ppm en papier in Letter-formaat met een snelheid van 55 ppm.
Bij dubbelzijdig afdrukken wordt in A4-formaat en Letter­formaat afgedrukt met een snelheid van respectievelijk 50 apm en 52 apm.
Veel ver schillende soorten afdrukma ter ia al verwerken
De multifunctionele lade biedt plaats aan briefhoofden, enveloppen, etiketten, transparanten, aangepaste afdrukmaterialen, briefkaarten en zwaar papier. De multifunctionele lade kan maximaal 100 vel gewoon papier bevatten.
Lade 1 voor 520 vellen en de optionele lade voor 520 vellen kunnen worden gebruikt voor normaal papier van diverse afmetingen.
De optionele hoge lade voor 2.100 vellen ondersteunt gewoon papier in diverse formaten.
Professionele documenten maken
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien van een watermerk (bijvoorbeeld "Vertrouwelijk"). Raadpleeg de sectie Software.
Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot, en afgedrukt op afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster. Raadpleeg de sectie Software.
U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en gewoon papier met briefhoofd. Raadpleeg de sectie Software.
Tijd en geld besparen
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen.
Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Om papier te besparen, kunt u op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). Raadpleeg de sectie Software.
De capaciteit van uw apparaat uitbreiden
Uw apparaat heeft een extra sleuf om het geheugen uit te breiden. (Zie "Een DIMM-geheugenmodule installeren" op pagina 112.")
Via een netwerkinterface kunt u afdrukken in een netwerk. Uw apparaat wordt geleverd met een ingebouwde 10/100/1000 Base TX-netwerkinterface.
Zoran IPS-emulatie* compatibel met PostScript 3-emulatie* (PS) maakt PS-afdrukken mogelijk.
.
* Zoran IPS Emulation compatibel met PostScript 3
© Copyright 1995-2005, Zoran Corporation. Alle rechten voorbehouden. Zoran, het Zoran-logo, IPS/PS3 en OneImage zijn handelsmerken van Zoran Corporation.
* 136PS3-lettertypen
Bevat UFST en MicroType van Monotype Imaging Inc.
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken met Windows 2000 en Windows XP/ 2003/Vista, evenals met Linux- en Macintosh-systemen.
Het apparaat is voorzien van een USB-interface en een netwerkinterface.
Originelen van diverse formaten kopiëren
U kunt een boekje maken met sequentiële dubbelzijdige documentproductie.
Er zijn speciale functies beschikbaar voor het verwijderen van perforatiegaten, nietjesmarkeringen en krantenachtergronden.
De afdrukkwaliteit en de grootte van de afbeelding kunnen tegelijkertijd worden aangepast en verbeterd.
De originelen scannen en direct verzenden
Snel bestanden scannen en naar meerdere bestemmingen versturen via e-mail, SMB, FTP of netwerkscans.
Eenvoudig e-mailadressen invoeren met het toetsenbord op het aanraakscherm en het gescande origineel direct verzenden.
In kleur scannen en de juiste compressie voor JPEG-, TIFF- en PDF-indeling gebruiken.
Een specifiek tijdstip instellen voor het verzenden van een fax (Optioneel)
U kunt een bepaald tijdstip instellen om een fax te verzenden en u kunt de fax ook naar meerdere opgeslagen bestemmingen verzenden.
Na het verzenden kunnen er faxrapporten worden afgedrukt op basis van uw instellingen.
Gebruik van een USB-flashgeheugen.
U kunt een USB-geheugenapparaat op verschillende manieren met uw apparaat gebruiken.
•U kunt bijvoorbeeld documenten scannen en opslaan op het geheugenapparaat.
•U kunt rechtstreeks afdrukken vanaf het geheugenapparaat.
•U kunt een back-up maken van gegevens en de back-upbestanden terugzetten in het geheugen van dit ap paraat
Functies per model
Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf.
De belangrijkste functies van dit apparaat zijn:
FUNCTIES SCX-6555N
USB 2.0 USB-geheugen DADI (dubbelzijdige automatische document Invoer) Vaste schijf Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base TX bedraad LAN Dubbelzijdig afdrukken FAX
( : aanwezig, O: optioneel, leeg: niet beschikbaar)
O
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informati e met betrekking tot de verschillende procedures die doorlopen worden tijdens het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor het installeren van en het werken met het apparaat.
Bepaalde termen in deze gebruikershandleiding hebben dezelfde betekenis:
Document is synoniem met origineel.
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal. De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt.
CONVENTIE OMSCHRIJVING VOORBEELD
Vet Wordt gebruikt voor teksten op het display of daadwerkelijke afdrukken op het
apparaat.
Opmerking Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde uitleg over een functie of voorziening
van het apparaat.
Start
De datumnotatie kan verschillen van land tot land.
Opgepast Biedt gebruikers informatie ter bescherming van het apparaat tegen mogelijke
> Geeft aan in welke volgorde de gebruiker items moet selecteren of op items moet
Voetnoot Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of over een bepaalde zin. a. pagina’s per minuut (Zie pagina 1 voor meer
informatie)
mechanische schade of defecten.
Kopie > het tabblad Geavanceerd > Klonen
drukken. Het volgende voorbeeld betekent: druk op Kopie in het hoofdscherm, druk op het
tabblad Geavanceerd en druk daarna op Klonen.
Verwijst gebruikers naar een referentiepagina met aanvullende in formatie. (Zie pagina 1 voor meer informatie)
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan.
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online documenten zijn.
Beknopte installatiehandleiding
Online gebruikershandleiding
Hulp bij het printerstuurprogramma
Samsung-website Als u over een internetverbinding beschikt, kunt u hulp, ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie
Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
Stapsgewijze instructies om alle functies van uw apparaat ten volle te benutten, en informatie over het onderhoud van uw apparaat, de oplossing van eventuele problemen en de installatie van toebehoren.
Deze handleiding bevat ook een sectie Software met informatie over de wijze waarop u documenten kunt afdrukken onder verschillende besturingssystemen en de manier waarop u de meegeleverde hulpprogramma’s ge bruikt.
Biedt ondersteunende informatie over de eigenschappen van het printerstuurprogramma en instructies voor het instellen van afdrukinstellingen. Klik op Help in het dialoogvenster printereigenschappen om toegang te krijgen tot het helpscherm van het printerstuurprogramma.
vinden op de website van www.samsungprinter.com
.

Veiligheidsinformatie

Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen
Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding:
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan ei gendommen.
LET OP
Volg deze standaardveiligheidsmaatregelen op om de kans op brand, explosies, elektrische schokken of
LET OP
persoonlijk letsel te voorkomen wanneer u het apparaat gebruikt
NIET proberen. NIET demonteren. NIET aanraken. Volg de instructies uitdrukkelijk op. Haal de stekker uit het stopcontact. Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen. Bel het servicecentrum voor hulp.
Deze waarschuwingssymbolen zijn aanwezig om te voorkomen dat u of anderen gewond raken. Volg deze uitdrukkelijk op. Bewaar dit gedeelte nadat u het hebt doorgelezen op een veil ige plaats, zodat u het later kunt raadplegen.
1.
Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
2.
Gebruik altijd uw gezonde verstand bij het gebruik van elektrische apparaten.
3.
Volg alle aanwijzingen en waarschuwingen op die zich op het product en in de bijbehorende documentatie bevinden.
4.
Als andere gebruiksinstructies deze veiligheidsinstructies lijken tegen te spreken, moet u zich aan deze veiligheidsinstructies houden. Misschien zijn de andere gebruiksinstructies u niet helemaal duidelijk. Wanneer u er niet uit komt, moet u contact opnemen met uw leverancier of service center.
5.
Haal de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact en trek ook de telefoonstekker uit het telefoonstopcontact voordat u het apparaat reinigt. Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een vochtige doek.
6.
Zet het apparaat niet op een wankel wagentje, onderstel of tafel. Het apparaat kan dan vallen, waardoor het ernstig beschadigd kan raken.
7.
Het apparaat mag nooit op of dichtbij een radiator, kachel, airconditioner of ventilatiekanaal worden geplaatst.
8.
Zet of leg geen voorwerpen op het netsnoer of de telefoonkabel. Zet het apparaat ook niet op een plaats waar de kabels kunnen knikken of problemen kunnen ontstaan doordat er mensen over de kabels heen lopen.
9.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Dit kan de werking verstoren en verhoogt de kans op brand en elektrische schokken.
10.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten.
11.
Steek nooit vreemde voorwerpen door de openingen in de behuizing van het apparaat. Ze kunnen dan in aanraking komen met een gevaarlijk hoge spanning, met kans op brand of elektrische schokken. Zorg dat er nooit vloeistoffen op of in het apparaat worden gemorst.
12.
Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het apparaat naar een gekwalificeerde onderhoudsmonteur wanneer dit gerepareerd moet worden. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken.
13.In de volgende gevallen koppelt u het apparaat los van het telefoonstopcontact, de pc en het stopcontact, en laat u controle en
reparatie over aan een goed opgeleide onderhoudsmonteur:
als een deel van het netsnoer of de stekker of connector is beschadigd of gerafeld;
als er vloeistof in het apparaat is gemorst;
als het apparaat is blootgesteld aan regen of water;
als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed zijn opgevolgd;
als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar beschadigd is;
als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert.
14.Verander alleen instellingen die in de handleiding worden behandeld. Wijzigen van andere instellingen kan schade tot gevolg hebben, en een deskundige onderhoudsmonteur kan daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde te maken.
15.Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag. Koppel het apparaat zo mogelijk los van het telefoonstopcontact en het stopcontact, en sluit het pas weer aan als het onweer voorbij is.
16.Gebruik het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor een veilige werking. Als u een netsnoer met een lengte van meer dan twee meter gebruikt voor een apparaat dat op 110 V werkt, moet de draaddikte van het netsnoer minstens 16 AWG
17.Gebruik alleen een telefoonsnoer met een doorsnede van 26 AWG of hoger.
18.BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
19.Dit apparaat kan alleen worden gebruikt in het land waar u het hebt aangekocht. (Als gevolg van sp annings- en
frequentieverschillen, verschillende telecommunicatie-instellingen, enz.)
a. AWG: American Wire Gauge
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden blootgesteld aan laserstraling hoger dan klasse I.
a
zijn.
Waarschuwing
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal onzichtbaar is, kan ze uw ogen beschadigen.
Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire veiligheidsmaatregelen altijd in acht worden genomen om het risico van brand, elektrische schokken en lichamelijk letsel te beperken:
Ozonveiligheid
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt.
Energie besparen
Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken. Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af.
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet worden aan het einde van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondh eid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit product moet niet worden gemengd met ander bedrijfsafval voor verwijdering.
Radiofrequentiestraling
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voo r een digitaal apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCC­voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te biede n tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, ind ien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij een specifieke installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door een of meer van de volgende stappen te ondernemen:
Draai of verplaats de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus. Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de
toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet langer de toestemming heeft om het apparaat te gebruiken.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse B voor radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm inzake interferentie veroorzakende apparaten met de titel 'Digital Apparatus', ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux apparei ls numériqu es de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur : « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
Fax-identificatie
In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn voorzien van een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste pagina:
(1) verzenddatum en -tijd (2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en (3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon). Uw telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in communicatiefacilitei ten, gebruik van apparatuur en procedures wanneer dit redelijkerwijs
noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels en voorschriften (VS: FCC Deel 68). Als van zulke wijzigingen redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze tot gevolg zullen hebben dat bepaalde telefoonrandapparatuur niet meer compatibel is met de communicatiemiddelen van het telefoonbedrijf, of dat wijzigingen of modificaties van deze randapparatuur nodig zijn, of op enige andere wijze daadwerkelijke gevolgen hebben voor het gebruik of de prestaties van de randapparaten, moet de klant hiervan op adequate wijze schriftelijk op de hoogte worden gesteld, zodat de klant de gelegenheid heeft om maatregelen te nemen waardoor de telefoonaansluiting in bedrijf kan blijven.
Aansluitfactor (REN, Ringer Equivalence Number)
Afhankelijk van het land van aanschaf kan achter of onder op het apparaat een sticker zitten met de aansluitfactor (VS: Ringer Equivalence Number) en het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number) van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS) moet deze informatie aan het telefoonbedrijf worden verstrekt.
De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de telefoonlijn belast. Hiermee kunt u bepalen hoeveel apparaten u op dezelfde lijn kunt aansluiten voordat deze wordt “overbelast”. Als u te veel apparaten op dezelfde lijn aansluit, ontstaan er problemen met zelf bellen en beantwoorden van inkomende oproepen. Een veel voorkomend probleem is dat de apparaten niet meer overgaan. Het totaal van de aansluitfactoren van alle op dezelfde telefoonlijn aangesloten apparaten mag niet meer dan 5 bedragen om zeker te zijn dat het telefoonbedrijf in staat is om de diverse diensten ter beschikking te stellen. In een enkel geval is een totaal van 5 te hoog (afhankelijk van telefoonbedrijf en/ of centrale). Als een aangesloten telefoonapparaaat niet goed werkt, moet u het onmiddellijk loskoppelen van de telefoonlijn aangezien het schade kan toebrengen aan het telefoonnet.
Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit aparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het apparaat aan de normen voldoet) ertoe leiden dat het de gebruiker niet langer is toegestaan om het apparaat te gebruiken . Wanneer randapparatuur schade aan het telefoonnet veroorzaakt, moet het telefoonbedrijf de klant ervan op de hoogte stellen dat de dienst kan worden onderbroken. Wanneer het echter in de praktijk niet mogelijk is om de klant vooraf in te lichten, kan het telefoonbedrijf de dienstverlening eerder onderbreken, onder voorwaarde dat het:
a) de klant zo snel mogelijk inlicht; b) de klant de gelegenheid geeft om het probleem met de randapparatuur op te heffen; c) de klant erop wijst dat deze het recht heeft om een klacht in te dienen bij de Federal Communication Commission volgens de
procedures uiteengezet in “FCC Rules and Regulations Subpart E of Part 68”.
Verder moet u het volgende weten:
Het apparaat is niet ontworpen voor aansluiting op een digitale bedrijfscentrale.
Als u het apparaat wilt aansluiten op een telefonlijn waarop ook een computerfax/modem is aangesloten, is het mogelijk dat alle op de lijn aangesloten apparaten problemen ondervinden met verzenden of ontvangen. We raden u aan, behalve een normaal telefoontoestel, geen andere apparaten aan te sluiten op de lijn waar het apparaat op is aangesloten.
Als u zich in een gebied bevindt waar veel onweer voorkomt of regelmatig spanningspieken op treden in het lichtnet, raden we u aan om zowel voor het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren. Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij uw dealer of bij een elektronica speciaalzaak.
Wanneer u een alarmnummer in het apparaat programmeert en/of een alarmnummer draait om te testen of alles goed werkt, bel dan eerst het normale nummer (dus niet het alarmnummer) van de alarmdienst om de dienst van de test op de hoogte te stellen. De dienst kan u dan meteen inlichten over de testprocedure die u kunt volgen.
Dit apparaat mag niet worden aangesloten op een muntautomaat of een lijn die wordt geb ruikt voor telefonisch vergaderen.
Dit apparaat heeft een magnetische koppeling voor gehoorapparaten.
U kunt het apparaat veilig op een telefoonnet aansluiten via een standaard modulaire con nector, USOC RJ-11C.
Stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor UK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht. De 13 ampère stekker is het meest voorkomende type in de UK en kan in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (meest oudere)
gebouwen hebben echter geen normale 13 ampère stopcontacten. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten, moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u ondanks het bovenstaande toch de aangegoten stekker verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak. U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand hem in een passend stopcontact doet, bestaat er groot gevaar
voor elektrische schokken
Belangrijke waarschuwing:
dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
De aders van het netnoer hebben de volgende kleurcodering:
groen en geel: aarde
blauw: neutraal
•bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet gelijk zijn aan die van de stekker. Sluit de groen/gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “E”, het aarde-symbool, de kleuren groen/geel of de kleur
groen. Sluit de blauwe draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “N” of de kleur zwart. Sluit de bruine draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “L” of de kleur rood. Ergens in de stroomkring moet een zekering van 13 Ampère zijn aangebracht: in de stekker, in de adapter of in de meterkast.
.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring van overeenstemming van Samsung Ele ctronics Co., Ltd. met de volge nde toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EG van de Raad betreffende de onderlinge aanpa ssing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (laagspanningsrich tlijn). 1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EG van de Raad (92/31/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit. 9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.
EC certificering
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake radioapparatuur en telecommunicatie randapparatuur (FAX)
Dit Samsung product is door Samsung gecertificeerd voor aansluiting als individueel randapparaat op analoge openbare netwerken volgens richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN's en compatibele PBX's van de Europese landen:
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met Euro QA Lab of Samsung Electronics Co., Ltd. Het product is getest op basis van TBR21. Als hulp bij het gebruik en de toepassing van eindapparatuur die in overeenstemming is met deze
norm, heeft ETSI, het Europees instituut voor telecommunicatienormen, een adviesdocument (EG 201 121) uitgegeven dat opmerkingen en aanvullende vereisten bevat om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals te garanderen. Bij de ontwikkeling is rekening gehouden met de in dit document genoemde adviezen en het product voldoet daar volledig aan.

Inhoud

Inhoud
1 De functies van uw nieuwe laser MFP 3 Meer informatie 4 Veiligheidsinformatie
16 Voorkant 16 Achterkant 18 Aanraakscherm 18 De knop Machine Setup 18 De knop Job Status 18 De knop Power Saver 19 De knop Interrupt 20 Hoofdscherm 21 De knop Job Status 22 Printerstuurprogramma
AAN DE SLAG
23
ORIGINELEN EN AFDRUKMATERIAAL PLAATSEN
30
23 De hardware installeren 23 Het netwerk installeren
23 Ondersteunde besturingssystemen 24 Het netwerkprotocol configureren via het apparaat
24 Systeemvereisten
24 Windows 25 Macintosh 25 Linux
25 De software installeren 26 Basisinstellingen van het apparaat
26 Hoogteaanpassing 26 Het verificatiewachtwoord instellen 27 De datum en tijd instellen 27 De taal op het display wijzigen 27 Time-out van taken instellen 27 De energiebesparingsfunctie gebruiken 27 De standaardlade en het papier instellen 28 De standaardinstellingen wijzigen 28 Werken met het SetIP programma
28 Informatie over het toetsenbord
30 Originelen plaatsen
30 Op de glasplaat van de scanner 30 In de DADI
31 Afdrukmedia selecteren
32 Specificaties van afdrukmateriaal 33 Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund 33 Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
34 Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen 35 Papier plaatsen
35 Papier laden in lade 1, een optionele lade of een optionele
documentinvoer met hoge capaciteit
36 In de multifunctionele lade
37 Papierformaat en -soort instellen
10
KOPIËREN
38
38 Informatie over het scherm Kopiëren
38 Het tabblad Basis 38 Het tabblad Geavanceerd 39 Het tabblad Afbeelding
39 Originelen kopiëren 39 De instellingen per kopie wijzigen
40 Het formaat van de originelen wijzigen 40 Kopieën vergroten of verkleinen 40 Dubbelzijdig kopiëren (Duplex)
41 De kenmerken van het gekopieerde resultaat bepalen (Gesorteerd / 41 Het type origineel selecteren
41 De tonerdichtheid wijzigen
42 Speciale kopieerfuncties gebruiken
42 ID-kaart kopiëren 42 2 of 4 pagina’s per vel kopiëren (N-up) 42 Poster kopiëren 43 Klonen 43 Boeken kopiëren 43 Boekjes kopiëren 44 Voorblad kopiëren 44 Transparanten kopiëren 44 Randen wissen 44 Achtergrondafbeeldingen wissen 45 Marges verschuiven
Geniet)
SCANNEN
46
46 Beginselen van scannen 46 Informatie over het scherm Scan
47 Het tabblad Basis 47 Het tabblad Geavanceerd 48 Het tabblad Afbeelding 48 Het tabblad Uitvoer
48 Originelen scannen en per e-mail verzenden (Scan nr e-mail)
48 Een gescand origineel naar verschillende bestemmingen verzenden als
e-mailbijlage 49 E-mailadressen opslaan 49 E-mailadressen invoeren met het adresboek 50 E-mailadressen invoeren met het toetsenbord
50 Originelen scannen en via Samsung Netwerkscanbeheer verzen den
(NetScan)
50 Scannen via het netwerk voorbereiden 50 Scannen en verzenden via NetScan
50 Scannen via het netwerk
50 Voorbereiden om te scannen via het netwerk
52 Originelen scannen en via SMB/FTP (Scannen naar server) verzenden
52 Scannen naar SMB/FTP voorbereiden 53 Scannen en verzenden naar een SMB-/FTP-server
53 De instellingen van de scanfunctie wijzigen
53 Dubbelzijdig 53 Resolutie 54 Formaat van origineel 54 Type origineel 54 Kleurmodus 54 Tonersterkte 54 Achtergrond wissen 54 Scan naar rand 55 Kwalit. 55 Bestandsindeling 55 Voorinstelling scan
EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN
56
56 Een document afdrukken 56 Een afdruktaak annuleren
11
Inhoud
FAXEN (OPTIONEEL)
57
57 Het faxen voorbereiden 57 Informatie over het faxscherm
57 Het tabblad Basis 58 Het tabblad Geavanceerd 58 Het tabblad Afbeelding
58 Een fax verzenden
58 Faxhoofd instellen 58 Een fax verzenden 59 Handmatig een fax verzenden (On Hook Dial) 59 Automatisch opnieuw zenden 59 Het laatste nummer opnieuw kiezen 59 Uitgestelde faxverzending 60 Een fax verzenden met een hoge prioriteit
60 Een fax ontvangen
60 De ontvangstmodus wijzigen 60 Handmatig ontvangen in de telefoonmodus 60 Automatisch ontvangen in de modus antwoordapparaat/fax 61 Handmatig faxen ontvangen via een intern telefoontoestel 61 Ontvangen in veilige ontvangstmodus 61 Faxen ontvangen in het geheugen
61 De documentinstellingen aanpassen
61 Dubbelzijdig 61 Resolutie 61 Type origineel 62 Tonersterkte 62 Achtergrond wissen 62 Kleurmodus
62 Een faxtelefoonboek instellen
62 Afzonderlijke faxnummers opslaan (Snelkiesnummer) 62 Groepsfaxnummers opslaan (Groepsnummer) 63 Een faxtelefoonboek instellen met SyncThru Web Service
63 De pollingoptie gebruiken
63 Originelen opslaan voor polling 64 Het pollingdocument afdrukken (verwijderen) 64 Een fax opvragen vanaf een ander faxapparaat 64 Een fax opvragen uit een postvak op afstand
64 Een postvak gebruiken
64 Een postvak maken 65 Originelen opslaan in het postvak 65 Een fax verzenden naar een postvak op afstand
66 Een rapport afdrukken na het verzenden van een fax 66 Faxen verzenden tijdens daluren 66 Documenten toevoegen aan een uitgestelde faxtaak 66 Een ontvangen fax doorsturen naar een andere bestemming
66 Een verzonden fax per fax doorsturen naar een andere bestemming 67 Een ontvangen fax per fax doorsturen naar een andere bestemming 67 Een verzonden fax per e-mail doorsturen naar een andere bestemming 67 Een ontvangen fax per e-mail doorsturen naar een andere bestemming
67 De faxtoon voor einde faxontvangst instellen
12
USB-GEHEUGENAPPARAAT GEBRUIKEN
68
68 Over USB-geheugen 68 Informatie over het USB-scherm 68 Een USB-geheugenapparaat aansluiten 69 Scannen naar een USB-geheugenapparaat
69 Scannen
69 Scannen naar USB
69 Het tabblad Basis 69 Het tabblad Geavanceerd 70 Het tabblad Afbeelding
70 Het tabblad Uitvoer
70 De instellingen van de scanfunctie wijzigen
70 Dubbelzijdig 70 Resolutie 70 Formaat van origineel 71 Type origineel 71 Kleurmodus 71 Tonersterkte 71 Achtergrond wissen 71 Scan naar rand 71 Kwalit. 71 Voorinstelling scan 72 Bestandsindeling 72 Best.beleid
72 Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
72 Een document afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
DE STATUS VAN HET APPARAAT EN GEAVANCEERDE
INSTELLINGEN
73
ONDERHOUD
81
73 Machine Setup
73 Het scherm Apparaatstatus 73 Het scherm Beheerinstelling
74 De status van het apparaat controleren 74 Algemene instellingen 76 Kopieerinstellingen 76 Fax instellen 78 Netwerkinstallatie 78 Verificatie 79 Optionele service 79 Een rapport afdrukken
81 Een rapport over het apparaat afdrukken 81 De levensduur van de verbruiksartikelen controleren 81 Het serienummer zoeken 81 Melding verzenden voor het bestellen van een nieuwe beeldeenheid 81 Melding verzenden voor het bijbestellen van toner 82 Opgeslagen documenten controleren 82 Uw apparaat reinigen
82 De buitenkant reinigen 82 Binnenkant reinigen 82 De transfereenheid reinigen 82 Scannereenheid reinigen
83 De cassette onderhouden
83 Opslag van cassettes 83 Verwachte levensduur van de cassette 83 De tonercassette vervangen
84 De beeldeenheid onderhouden
84 Verwachte levensduur van de cassette 84 De beeldeenheid vervangen
86 Te onderhouden onderdelen 86 Uw apparaat vanop de website beheren
86 Om toegang te krijgen tot SyncThru™ Web Service
PROBLEMEN OPLOSSEN
87
87 Tips om papierstoringen te vermijden 87 Vastgelopen papier verwijderen
88 Papierinvoer- en -uitvoerstoringen 88 Papierstoring bij de roller
89 Vastgelopen papier verwijderen
89 In lade 1
13
Inhoud
90 In de optionele lade 91 In de optionele documentinvoer met hoge capaciteit 93 In de multifunctionele lade 93 In het fusergebied of rondom de tonercassette 93 In het papieruitvoergebied 94 Rond de duplex-eenheid 94 In de stapeleenheid (afwerkeenheid)
95 Verklaring van berichten op het display 99 Andere problemen oplossen
99 Probleem met het aanraakscherm 99 Problemen met papierinvoer
100 Afdrukproblemen 101 Problemen met de afdrukkwaliteit 104 Problemen met kopiëren 104 Problemen met scannen 105 Problemen met netwerkscans 105 Problemen met faxen 106 Algemene PostScript-problemen 107 Algemene Windows-problemen 107 Algemene Linux-problemen 109 Veel voorkomende Macintosh-problemen
VERBRUIKSARTIKELEN EN ACCESSOIRES BESTELLEN
110
ACCESSOIRES INSTALLEREN
112
SPECIFICATIES
115
110 Verbruiksartikelen 110 Accessoires 111 Aanschafmogelijkheden
112 Voorzorgsmaatregelen die u in acht moet nemen bij de installatie van
accessoires
112 Een DIMM-geheugenmodule installeren
112 Een geheugenmodule installeren 113 Het toegevoegde geheugen in de PS-printereigenschappen activeren
113 De nieteenheid verv angen 114 De faxfunctie inschakelen na het installeren van de faxoptiekit
115 Algemene specificaties 115 Specificaties van de printer 116 Specificaties van het kopieerapparaat 116 Specificaties van de scanner 116 Specificaties voor faxen (optioneel)
14
VERKLARENDE WOORDENLIJST
118
INDEX
122
CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE
125
15

Inleiding

Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden:
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Overzicht van de printer
Overzicht van het bedieningspaneel
Het aanraakscherm en handige knoppen
Informatie over Status-LED
z
Overzicht van de printer
Menuoverzicht
Meegeleverde software
Eigenschappen van het printerstuurprogramma

Voorkant

DADI-uitvoerlade
8
Scannerdeksel
9
Bedieningspaneel
10
Tonercassette
18
Beeldeenheid
19
a.Met het symbool a worden optionele apparaten aangeduid.

Achterkant

Uitgang voor intern
1
telefoontoestel (EXT)
a
USB-geheugenpoort
7
DADI-breedtegeleiders voor
1
documenten DADI-klep
2
Steun voor papieruitvoer
3
Lade 1
4
Optionele lade
5
Onderstel
6
DADI-invoerlade
7
a
a
16 _Inleiding
Zijklep
11
Multifunctionele lade
12
Voorklep
13
Extensie voor
14
multifunctionele lade Multifunctionele lade met
15
geleiders Vergrendelingsschakelaar
16
scanner Glasplaat van de scanner
17
Uitgang voor intern
2
telefoontoestel (LINE)
3 USB-poort 9 Aansluiting netsnoer
a
Netwerkpoort
4
Stroomschakelaar
8
Uitvoerlade van afwerkmodule
10
(stapel- & nieteenheid)
Dummy voor FDI (Foreign
5
Device Interface
a
)
15-pins aansluiting van afwerkmodule (stapel- &
6
nieteenheid)
a
Klep van afwerkeenheid
11
(stapel- & nieteenheid) Afwerkeenheid (stapel- &
nieteenheid)
a
a.Met het symbool a worden optionele apparaten aangeduid.
a
a
Overzicht van het bedieningspaneel
Machine Setup
1
Job Status
2
Status
3
Weergavescherm
4
Cijfertoetsen
5
Clear
6
Redial/Pause
7
On Hook Dial
8
Interrupt
9
Clear All
10
Power Saver
11
Hiermee gaat u naar de apparaatinstellingen en de geavanceerde instellingen. (Zie "Machine Setup" op pagina 73.")
Hier worden de actieve take n, taken in de wachtrij of voltooide taken weergegeven.
Hier wordt de status van het apparaat weergegeven. (Zie "Informatie over Status-LED" op pagina 19.")
Hier worden de status van het apparaat en eventuele aanwijzingen tijdens een taak weergegeven. U kunt de menu’s eenvoudig instellen via het aanraakscherm.
Hiermee kiest u faxnummers en voert u waarden in voor het aantal exemplaren van een document of andere opties.
Hiermee verwijdert u tekens uit het bewerkingsgebied.
Hiermee kiest u het laatste nummer opnieuw in stand-bymodus of neemt u een pauze op in een faxnummer in de bewerkingsmodus.
Hiermee opent u de telefoonlijn. Hiermee onderbreekt u een taak die
wordt uitgevoerd, om een urgente kopieertaak uit te voeren.
Hiermee zet u de huidige instellingen terug op de standaardwaarden.
Hiermee zet u het apparaat in de energiebesparingsmodus. (Zie "De energiebesparingsfunctie gebruiken" op pagina 27.")
Hiermee onderbreekt u een taak die wordt uitgevoerd. Er verschijnt een
12
Stop
pop-upvenster op het scherm waarin de huidige taak wordt weergegeven zodat de gebruiker deze kan stoppen of voortzetten.
13
Start
Hiermee start u een taak.
Het kan zijn dat de afbeeldingen in deze gebruikershandleiding niet geheel overeenkomen met uw apparaat. Dit is afhankelijk van de opties en het model.
Gebruik alleen uw vingers op het aanraakscherm. U kunt het scherm beschadigen als u een scherpe pen of iets anders gebruikt.
Inleiding_17
Het aanraakscherm en handige knoppen

Aanraakscherm

Met het aanraakscherm kan het apparaat op gebruiksvriendelijke wijze worden bediend. Wanneer u op het home-pictogram ( ) drukt op het
scherm, wordt het hoofdscherm weergegeven.
•: Hiermee opent u de Help. Hier vindt u uitleg over de verschillende functies.
Kopie: Hiermee opent u het menu Kopie.
Fax: Hiermee opent u het menu Fax. (Optioneel)
Scan: Hiermee opent u het menu Scan nr e-mail, NetScan, Scannen naar server.
Opgeslagen doc.: Hiermee opent u het menu Opgeslagen doc. (Zie "Opgeslagen documenten controleren" op pagina 82.")
USB: Wanneer USB-geheugen in de USB-geheugenpoort van uw apparaat wordt geplaatst, wordt het USB-pictogram op het scherm weergegeven.
Afmelden: Hiermee meldt u de account af die momenteel is aangemeld.
Tonerinfo: Hiermee geeft u de hoeveelheid gebruikte toner weer.
Helderheid LCD: Hiermee past u de helderheid van het aanraakscherm aan.
: Om de taal die op het scherm verschijnt te wijzigen.
USB: helpt u bij het verwijderen van USB-geheugenapparaten uit het apparaat. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm. Dit pictogram wordt alleen weergegeven als u een USB­geheugenmodule aansluit.
De pictogrammen op het scherm, zoals weergegeven, afhankelijk van de vraag of de optionele kit of bepaalde programma’s zijn geïnstalleerd op het apparaat.
Druk op de rechterpijl op het scherm als u de weergave wilt verschuiven en de andere beschikbare pictogrammen wilt weergeven.

De knop Machine Setup

Wanneer u op deze knop drukt, kunt u de huidige apparaatinstellingen controleren of waarden aanpassen. (Zie "Machine Setup" op pagina 73.")
Fax
, kunnen grijs worden
•: Met deze knop kunt u rechtstreeks naar het menu Kopie, Fax, Scan, Opgeslagen doc. gaan.
Apparaatstatus: Hier wordt de huidige status van het apparaat weergegeven.
Beheerinstelling: Hiermee kan een beheerder het apparaat instellen.
Rapport Gebruikspagina’s: U kunt een rapport afdrukken over het aantal afdrukken op basis van het papierformaat en de papiersoort.

De knop Job Status

Wanneer u op deze knop drukt, worden de lijsten met actieve taken, taken in de wachtrij en voltooide taken weergegeven.
Het tabblad Huidige taak: Hier vindt u de lijsten met taken die worden uitgevoerd en in de wachtrij staan.
Het tabblad Taak voltooid: Hier vindt u de lijst met voltooide taken.
Het tabblad Actief bericht: Hier worden codes weergegeven van fouten die zijn opgetreden.
nr.: Hier wordt de volgorde van de taken weergegeven. De taak met nummer 001 wordt momenteel uitgevoerd.
Taaknaam: Hier worden taakgegevens weergegeven zoals de naam en het type.
Status: Hier wordt de huidige status van elke taak weergegeven.
Gebruiker: Hier wordt de gebruikersnaam weergegeven, hoofdzakelijk de computernaam.
Type taak: Hier worden details van de actieve taak weergegeven, zoals het taaktype, het telefoonnummer van de ontvanger en andere gegevens.
Verwijd.: Hiermee verwijdert u de geselecteerde taak uit de lijst.
All. verw: Hiermee verwijdert u alle taken uit de lijst.
Detail: Hier worden gedetailleerde gegevens weergegeven over de geselecteerde optie in de lijst Actief bericht.
Sluiten: Hiermee sluit u het taakstatusvenster en schakelt u over naar de vorige weergave.

De knop Power Saver

Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, bespaart u elek triciteit met de beschikbare energiebesparingsmodus. Wanneer u op deze knop drukt, wordt het apparaat in energiebesparingsmodus gezet. (Zie "De energiebesparingsfunctie gebruiken" op pagina 27.")
Als u gedurende meer dan twee seconden op deze knop drukt, verschijnt er een venster met het verzoek het apparaat uit te schakelen. Als u Ja, kiest, wordt het apparaat uitgeschakeld. Deze knop kan ook worden gebruikt om het apparaat in te schakelen.
18 _Inleiding
STATUS OMSCHRIJVING
Uit Het apparaat staat niet in de
energiebesparingsmodus.
STATUS OMSCHRIJVING
Blauw Aan Het apparaat staat in de lage
energiebesparingsmodus.
Knipperen Het apparaat staat in de
energiebesparingsmodus.

De knop Interrupt

Wanneer u op deze knop drukt, wordt het apparaat in de onderbrekingsmodus gezet zodat een afdruktaak wordt onderbroken voor een urgente kopieertaak. Wanneer de urgente kopieertaak is voltooid, wordt de voorgaande afdruktaak voortgezet.
STATUS OMSCHRIJVING
Uit Het apparaat staat niet in de onderbrekingsmodus. Blauw Aan Het apparaat staat in de onderbrekingsmodus.
De onderbrekingsmodus wordt teruggezet op de standaardwaarde (uit) wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld of opnieuw wordt ingesteld.
Informatie over Status-LED
Wanneer het probleem optreedt, geeft de Status-LED de status van het apparaat aan door middel van kleuren.
STATUS OMSCHRIJVING
Uit Het apparaat is offline.
Het apparaat staat in de energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een knop wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online.
STATUS OMSCHRIJVING
Rood Knippert Er is een kleine fout opgetreden en het
apparaat wacht tot de fout is hersteld. Bekijk het bericht op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
De tonercassette is bijna leeg. Bestel een nieuwe tonercassette. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 83.")
Aan De levensduur van de beeldeenheid is
verstreken. Verwijder de oude beeldeenheid en plaats een nieuwe. (Zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 84.")
De tonercassette is volledig leeg. Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 83.")
Er is papier vastgelopen. (Zie "Vastgelopen papier verwijderen" op pagina 89.")
De klep is geopend. Sluit de klep.
De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade.
Het apparaat is gestopt als gevolg van een grote fout. Bekijk het bericht op het display. (Zie "Verklaring van berichten op het display" op pagina 95.")
Bekijk het bericht op het weergavescherm en volg de instructies in het bericht of raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen. Zie "Problemen oplossen" op pagina 87." Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen.
Groen Knippert Wanneer het lampje langzaam knippert,
ontvangt het apparaat gegevens van de computer.
Wanneer het lampje snel knippert, is het apparaat bezig met afdrukken.
Aan
Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Inleiding_19
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Om toegang te krijgen tot deze menu’s, drukt u op
Machine Setup, Job Status, of raakt u de menu’s aan op het weergavescherm. Raadpleeg onderstaand diagram.

Hoofdscherm

Het hoofdscherm wordt weergegeven op het weergavescherm van het bedieningspaneel. Afhankelijk van uw model worden bepaalde menu’s grijs weergegeven.
.
Kopie
Het tabblad Basis (pagina 38)
Formaat van origineel Verkleinen/Vergroten Dubbelzijdig Uitvoer Type origineel Tonersterkte Papierinvoer
Het tabblad Geavanceerd (pagina 38)
kopie ID X-op-1 Poster kopiëren Klonen Boekje kopiëren Boekje Voorbladen Transparanten
Het tabblad Afbeelding (pagina 39)
Rand wissen Achtergrond wissen Marge verschuiven
Het tabblad Basis (pagina 57)
Adres Dubbelzijdig Resolutie
Het tabblad Geavanceerd (pagina 58)
Formaat van origineel Uitgesteld verzenden Prioritair verzenden Polling Postvak
Het tabblad Afbeelding (pagina 58)
Type origineel Tonersterkte Achtergrond wissen Kleurmodus
Fax
Scan
Scan nr e-mail
Het tabblad Basis (pagina 47) Het tabblad Geavanceerd (pagina 47) Het tabblad Afbeelding (pagina 48) Het tabblad Uitvoer (pagina 48)
NetScan Scannen naar server
Het tabblad Basis (pagina 47) Het tabblad Geavanceerd (pagina 47) Het tabblad Afbeelding (pagina 48) Het tabblad Uitvoer (pagina 48)
Opgeslagen doc.
Het tabblad Openbaar (pagina 82)
Detail Bewerken Verwijd. All. verw Afdrukk.
Het tabblad Beveiligd (pagina 82)
Detail Bewerken Verwijd. All. verw Afdrukk.
USB
USB formatteren Via USB afdrukken Naar USB scannen
Het tabblad Basis Het tabblad
Geavanceerd
Het tabblad Afbeelding Het tabblad Uitvoer
De knop Machine Setup
Als u op de Machine Setup-knop op het bedieningspaneel drukt, verschijnen er drie menu’s op het scherm. Apparaatstatus toont de levensduur, prijzen, tellers en rapporten van de verbruiksartikelen op het scherm. Beheerinstelling laat u toe om geavanceerde instellingen in te stellen en de mogelijkheden van uw apparaat optimaal en op geschikte wijze te benutten. Rapport Gebruikspagina’s kan een rapport afdrukken van het aantal afdrukken afhankelijk van het papierformaat en -type.
Apparaatstatus
Het tabblad Levensduur
art.
(Pagina 73)
Tonercassette Beeldeenheid Fuserkit Invoerrolkit Invoerrolkit - Bypasslade Documentinvoerrol BTR-kit Kit wrijvingskussen
DADI
20 _Inleiding
Het tabblad Apparaatinfo
(Pagina 73)
Apparaatdetails
Klantenondersteunin g Serienummer van apparaat Hardware Opties Configuratie Softwareversies
Ladestatus
Lade Status Papierformaat Papiertype
Afdrukken/Rapport
Systeemrapport Scanrapport Faxrapport
Het tabblad Apparaatinfo
(Vervolg)
Gebruikstellers
Totaal aantal afdrukken Zwarte afdrukken Gekopieerde zwarte afdrukken Afgedrukte zwarte afdrukken Vellen Gekopieerde vellen Gekopieerde zwarte vellen Afgedrukte vellen Afgedrukte zwarte vellen 2-zijdige vellen
Het tabblad Apparaatinfo
(Vervolg)
Gekopieerde 2-zijdige vellen Gekopieerde zwarte 2-zijdige vellen Afgedrukte 2-zijdige vellen Afgedrukte zwarte 2-zijdige vellen Vellen analoge fax 2-zijdige vellen analoge fax Faxafbeelding ontvangen Verzonden afbeeldingen analoge fax
Het tabblad Apparaatinfo
(Vervolg)
Ontvangen afbeeldingen analoge fax Verzonden afb. Verzonden gescande afbeeldingen netwerk Verzonden afbeeldingen e-mail Oderhoudsafdrukken Zwarte onderhoudsafdrukken
Beheerinstelling
.
Het tabblad Algemeen
Het tabblad Instelling
Het tabblad Afdrukken/
Rapport
(Pagina 74)
Apparaatinfo Datum & Tijd Standaardinstellingen Afmetingen Timers
(Pagina 76)
Kopieerinstellingen Fax instellen Netwerkinstellingen Verificatie Optionele service
(Pagina 79)
Afdrukk. Accountingrapporten Rapport
Taal Energiebesparing Ladebeheer Luchtdrukaanpassing Uitvoeroptie Contentiebeheer Geluid Beheer van verbruiksartikelen Apparaattest Overschrijven op verzoek In wachtrij plaatsen op vaste schijf Beleid inzake opgeslagen taakbest. Land
Rapport Gebruikspagina’s
Als "Weet u zeker dat u het wilt afdrukken?" op het scherm verschijnt, drukt u op "Ja".

De knop Job Status

In dit menu worden de actieve taken, taken in de wachtrij, voltooide taken en berichten zoals foutberichten weergegeven. (Zie "De knop Job Status" op pagina 18.")
Het tabblad Huidige
taak
Detail
Het tabblad Taak
voltooid
Detail Verwijd. All. verw
.
Het tabblad Actief bericht
Detail
Inleiding_21
Meegeleverde software
U moet de printer- en scannersoftware installeren vanaf de meegeleverde cd nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd en op uw computer hebt aangesloten. Deze cd bevat de volgende software.
a.Voor het bewerken van gescande afbeeldingen met behulp van een
krachtig beeldbewerkingsprogramma en voor het verzenden van afbeeldingen per e-mail. U kunt ook andere beeldbewerkingsprogramma’s openen vanuit SmarThru, zoals Adobe Photoshop. Raadpleeg de Help van het meegeleverde SmarThru-programma voor meer informatie.
Cd INHOUD
Cd met printersoftware
Windows Printerstuurprogramma: Gebruik dit
PPD-bestand (Postscript Printer
Scannerstuurprogramma: Voor het
Smart Panel: Dit programma geeft de
SmarThru Office
Hulpprogramma Direct afdrukken:
Linux PPD-bestand (Postscript Printer
SANE: Stuurprogramma voor het
Smart Panel: Dit programma geeft de
Macintosh • PPD-bestand (Postscript Printer
Scannerstuurprogramma:
Smart Panel: Dit programma geeft de
stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te benutten.
Description): Het PostScript­stuurprogramma is bedoeld voor het afdrukken van documenten met complexe lettertypen en afbeeldingen in de PS-taal.
scannen van documenten zijn TWAIN­en WIA-stuurprogramma’s (Windows Image Acquisition) beschikbaar.
status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
meegeleverde, op Windows­gebaseerde software voor uw multifunctionele apparaat.
Netwerkscan
documenten op uw apparaat scannen en opslaan op een computer die op een netwerk is aangesloten.
Met dit programma kunt u PDF-bestanden rechtstreeks afdrukken.
SetIP
: Met dit programma kunt u de
T
CP/IP-adressen van uw apparaat
instellen.
Description): Voor het bedienen van het apparaat en het afdrukken van documenten vanaf een Linux-computer.
scannen van documenten. status van het apparaat weer en
waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
Description): Voor het bedienen van het apparaat en het afdrukken van documenten vanaf een Macintosh-computer.
TWAIN-stuurprogramma voor het scannen van documenten op uw apparaat.
status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
a
: Dit is de
: Met dit programma kunt u
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
selectie van papierrichting, formaat, bron en afdrukmateriaal
Aantal exemplaren U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.

Printerstuurprogramma

PCL6 POSTSCRIPT
FUNCTIE
WINDOWS WINDOWS LINUX MACINTOSH
Tonerbesparing OOOO Optie
printerkwaliteit Poster afdrukken OXXX Meer pagina’s op
een vel (n op een vel)
Afdruk aan pagina aanpassen
Afdrukken op schaal
Andere lade voor eerste pagina
Watermerk OXXX Overlay OXXX
Dubbelzijdig Secu Print OOXO Gepland
afdrukken Afdrukken met
wachtrij Proefdrukken OOXX Nieteenheid OOOO
a.Met de duplexfunctie kan het apparaat afdrukken op beide zijden van
het papier.
a
OOOO
O O O (2, 4) O (2, 4, 6, 9,
16)
OOOO
OOOO
OXXO
OOOO
OOXO
OOXO
22 _Inleiding

Aan de slag

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De hardware installeren
Het netwerk installeren
Systeemvereisten
De software installeren
Basisinstellingen van het apparaat
Informatie over het toetsenbord

De hardware installeren

Dit deel beschrijft de stappen voor het installeren van de hardware, zoals toegelicht in de beknopte installatiehandleiding. Lees de beknopte installatiehandleiding en voer de volgende stappen uit.
1. Kies een stabiele locatie. Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor
luchtcirculatie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen van kleppen en papierladen. Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet in direct zonlicht, vlak bij een warmte- of koudebron of op een vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een bureau of tafel.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde artikelen.
3. Verwijder de tape rond het apparaat.
4. Installeer zowel de tonercassette als de beeldeenheid.
5. Plaats papier. (Zie "Papier plaatsen" op pagina 35.")
6. Controleer of alle kabels met het apparaat zijn verbonden.
7. Zet het apparaat aan.
Als u het apparaat verplaatst, mag u het niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan dan toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Als u het apparaat wilt verplaatsen of lange tijd niet wilt gebruiken, zet u het aan en wacht u tot het in de gereedmodus staat. Sluit vervolgens het deksel van de scanner en schakel het apparaat uit. Open het deksel van de scanner en vergrendel de scanvergrendeling.

Het netwerk installeren

U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het te kunnen gebruiken als netwerkprinter. U kunt de basisnetwerkinstellingen instellen via het aanraakscherm op het apparaat.
Als u de USB-kabel wilt gebruiken, sluit u de kabel aan tussen een computer en het apparaat. Raadpleeg vervolgens de sectie Software.

Ondersteunde besturingssystemen

De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat ondersteunt:
U kunt probleemloos afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m. Raadpleeg de hoogte-instellingen voor optimaal afdrukken. Zie pagina 26 voor meer informatie. Plaats het apparaat op een vlak, stabiel oppervlak en zorg ervoor dat het zeker niet meer dan 5 mm schuin staat. Zo vermijdt u dat afdrukkwaliteit nadelig beïnvloed wordt.
ITEM VEREISTEN
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base-TX Netwerkbesturingssysteem Novell NetWare 5.x, 6.x
Netwerkprotocollen TCP/IP
Dynamische adresseringsserver
Windows 2000/XP/2003/Vista
Diverse Linux-besturingssystemen
Mac OS 10.3 ~ 10.5
•EtherTalk DHCP, BOOTP
Aan de slag_23
Als u in een niet-statische IP-adresomgeving werkt en een DHCP-netwerkprotocol moet installeren, surf dan naar
http://developer.apple.com/networking/bonjour/download/, selectee r
het Bonjour-programma dat geschikt is voor het besturingssysteem voor uw computer en installeer het programma. Via dit programma kunt u de netwerkparameters automatisch instellen. Volg de instructies in het installatievenster. Dit programma biedt geen ondersteuning voor Linux.

Het netwerkprotocol configureren via het apparaat

U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor onderstaande stappen.
1. Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een RJ-45 Ethernet-kabel.
2. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
3. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
4. Druk op Beheerinstelling.
5. Typ het wachtwoord wanneer het aanmeldingsbericht verschijnt.
Wanneer u het invoergebied voor het wachtwoord aanraakt, verschijnen er vraagtekens. Voer het wachtwoord in met het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel. Druk op OK wanneer u het wachtwoord hebt ingevoerd. (Fabrieksinstelling: 1111)
6. Druk op het tabblad Instelling > Netwerkinstellingen.
7. Selecteer TCP/IP-protocol.
AppleTalk-protocol: Dit protocol wordt algemeen gebruikt in
Macintosh-netwerkomgevingen.
Ethernet-snelheid: U kunt de communicatiesnelheid voor
Ethernet-verbindingen selecteren.
8. Druk op IP-instelling.
9. Selecteer Statisch en vul vervolgens de adresvelden IP-adres, Subnetmasker en Gateway in. Raak het invoergebied aan en voer de
adressen in met het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel.
U kunt de netwerkinstellingen ook opgeven via de netwerkbeheerprogramma’s.
SyncThru™ Web Admin Service
afdrukbeheersysteem voor netwerkbeheerders.
Admin Service
netwerkapparaten te beheren en laat toe om vanop afstand netwerkapparaten te controleren en problemen op te lossen vanaf iedere plek waar men toegang heeft tot het bedrijfsnetwerk via het internet. Download dit programma van
http://solution.samsungprinter.com
SyncThru™ Web Service: Een in de netwerkafdrukserver geïntegreerde webserver om:
- netwerkparameters voor het apparaat te configureren, zodat u
een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
- apparaatinstellingen aan te passen.
- e-mailinstellingen aan te passen en een adresboek te
installeren voor scannen naar e-mail.
- serverinstellingen aan te passen en een adresboek te
installeren voor scannen naar FTP- of SMB-servers.
- instellingen voor afdrukken, kopiëren en faxen aan te passen.
SetIP: Hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol. Zie "Werken met het SetIP programma" op pagina 28.
biedt u een efficiënte manier om
: Een via internet functionerend
SyncThru™ Web
.

Systeemvereisten

Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:

Windows

VEREISTEN (AANBEVOLEN)
BESTURINGS-
SYSTEEM
PROCESSOR RAM
VRIJE
HDD-RUIMTE
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u niet weet hoe u het apparaat moet configureren.
10.Druk op OK.
24 _Aan de slag
Windows 2000 Pentium II
Windows XP Pentium III
Windows 2003 Server
Windows Vista
Internet Explorer 5.0 of hoger is minimaal vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
400 MHz (Pentium III 933 MHz)
933 MHz (Pentium IV 1GHz)
Pentium III 933 MHz (Pentium IV 1GHz)
Pentium IV 3 GHz 512 MB
64 MB (128 MB)
128 MB (256 MB)
128 MB (512 MB)
(1024 MB)
600 MB
1,5 GB
1,25 GB tot 2 GB
15 GB

Macintosh

De software installeren

VEREISTEN (AANBEVOLEN)
BESTURIN
GSSYSTEE
M
Mac OS X 10. 4 of lager
Mac OS X
10.5
PROCESSOR RAM
PowerPC G4/ G5
Intel-processor
867 MHz of sneller PowerPC G4/ G5
Intel-processor
128 MB voor een MAC op basis van PowerPC (512 MB)
512 MB voor een MAC op basis van Intel (1 GB)
512 MB (1 GB) 1 GB

Linux

ITEM VEREISTEN
Besturingssysteem Red Hat 8 ~ 9
Fedora Core 1 ~ 4 Mandrake 9.2 ~ 10.1 SuSE 8.2 ~ 9.2
Processor Pentium IV 1 GHz of hoger
VRIJE
HDD-
RUIMTE
1GB
U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke programma’s.
De volgende procedure dient te worden gevolgd wanneer het apparaat als een netwerkapparaat wordt gebruikt. Als u een apparaat wilt verbinden door middel van een USB-kabel, raadpleegt u de sectie Software.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem Windows XP. De procedure die u moet volgen en het pop­upvenster dat verschijnt tijdens de installatie, kunnen verschill en afhankelijk van het besturingssysteem, de printerfunctie of de interface die wordt gebruikt. (Raadpleeg de sectie Software.)
1. Controleer of de netwerkinstellingen voor het apparaat zijn voltooid. (Zie "Het netwerk installeren" op pagina 23.") Sluit alle toepassingen op de computer voordat u begint met de installatie.
2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster weergegeven. Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK. Als u Windows Vista gebruikt, klikt u op Start > Alle programma's > Accessoires > Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe. Als het venster Automatisch afspelen verschijnt in Windows Vista, klikt u op Uitvoeren Setup.exe in het veld Programma installeren of
uitvoeren en klikt u op Doorgaan in het venster Gebruikersaccountbeheer.
3. Klik op Volgende.
RAM 256 MB of hoger Vrije HDD-ruimte 1 GB of hoger Aansluiting USB-interface of netwerkinterface Software Linux Kernel 2.4 of hoger
Glibc 2.2 of hoger CUPS SANE
U moet een swappartitie van 300 MB of meer vastleggen om met grote gescande afbeeldingen te kunnen werken.
Het Linux-stuurprogramma voor de scanner ondersteunt de maximale optische resolutie.
Het bovenstaande venster kan er enigszins anders uitzien als u het stuurprogramma opnieuw installeert.
Aan de slag_25
4. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik vervolgens op Volgende.
5. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende.
Als uw apparaat niet naar behoren werkt na de in stallatie, installeert u het printerstuurprogramma best opnieuw. Raadpleeg de sectie Software.
Tijdens de installatie van het printerstuurprogramma detecteert het installatieprogramma de locatiegegevens van het besturingssysteem en wordt het standaardpapierformaat voor het apparaat ingesteld. Als u een andere Windows-locatie gebruikt, moet u het papierformaat aanpassen aan het papier dat u standaard gebruikt. Ga naar de printereigenschappen om het papierformaat te wijzigen nadat de installatie is voltooid.

Basisinstellingen van het apparaat

Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg de volgende sectie om waarden in te stellen of te wijzigen.

Hoogteaanpassing

De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte waarop het apparaat zich boven zeeniveau bevindt. Aan de hand van de volgende informatie kunt u uw apparaat instellen op een optimale afdrukkwaliteit.
Voordat u de hoogte-instelling bepaalt, moet u controleren op welke hoogte het apparaat wordt gebruikt.
Als uw apparaat niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen. om uw apparaat aan het netwerk toe te voegen. Als u het apparaat aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor het apparaat invoeren. Om het IP-adres of het MAC-adres van uw apparaat te controleren, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af. (Zie "Een rapport afdrukken" op pagina 79.")
Selecteer Gedeelde printer (UNC) om een gedeelde netwerkprinter (UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop Bladeren.
Als u niet zeker bent van het IP-adres, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of druk de netwerkgegevens af. (Zie "Een rapport afdrukken" op pagina 79.")
6. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-apparaat, zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen. Als u dit wilt, schakel dan het desbetreffende selectievakje in en klik op Voltooien.
1 Normaal 2 Hoogte 1
0
1. Typ het IP-adres van uw apparaat in het URL-veld van een webbrowservenster en klik op Ga naar om de website van het apparaat te openen.
2. Klik op Machine Settings.
3. Klik op Altitude Adj.
4. Selecteer de gewenste hoogte-instelling.
5. Klik op Apply.
3 Hoogte 2 4 Hoogte 3

Het verificatiewachtwoord instellen

Als u het apparaat wilt instellen of de instellingen wilt wijzigen, moet u zich aanmelden. Voer de volgende stappen uit als u het wachtwoord wilt wijzigen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord wanneer het aanmeldingsbericht verschijnt.
Wanneer u het invoergebied voor het wachtwoord aanraakt, verschijnen er vraagtekens. Voer het wachtwoord daarna in met het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel. Druk vervolgens op OK. (Fabrieksinstelling: 1111)
4. Druk op het tabblad Instelling > Verificatie.
26 _Aan de slag
5. Druk op
6. Voer het oude en nieuwe wachtwoord in en bevestig het nieuwe
wachtwoord.
7. Druk op OK.
Wachtwoord van beheerder wijzigen
.

De datum en tijd instellen

Wanneer u de datum en tijd instelt, worden deze gebruikt voor uitgesteld faxen en uitgesteld afdrukken en worden deze ook op rapporten afgedrukt. Als deze gegevens onjuist zijn, moet u deze wijzigen.
Als de stroomtoevoer naar het apparaat wordt onderbroken, moet u de datum en tijd opnieuw instellen zodra de stroomtoevoer weer is hersteld.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het verificatiewachtwoord instellen" op pagina 26.")
4. Druk op het tabblad Algemeen > Datum & Tijd > Datum & Tijd.
5. Selecteer de datum en tijd met de pijl naar links en naar rechts. U kunt
ook het invoergebied aanraken en het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel gebruiken.
6. Druk op OK. Druk op Datumnotatie en Tijdnotatie als u de datum- en tijdnotatie
wilt wijzigen.

De taal op het display wijzigen

Voer de volgende stappen uit om de taal op het display te wijzigen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het verificatiewachtwoord instellen" op pagina 26.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op de pijl omlaag om naar het volgende scherm te gaan en druk op
Taal.
6. Selecteer de gewenste taal.
7. Druk op OK.

Time-out van taken instellen

Als er gedurende een bepaalde periode geen gegevens worden ontvangen, wordt een taak afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat op gegevens wacht.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het verificatiewachtwoord instellen" op pagina 26.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op Timers.
6. Selecteer Time-out van systeem.
U kunt de optie Time-out wachtrij instell en op meer dan een uur.
7. Selecteer Aan.
8. Selecteer een tijdsduur met de pijl naar links en naar rechts.
9. Druk op OK.

De energiebesparingsfunctie gebruiken

Het apparaat beschikt over energiebesparingsfuncties.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het verificatiewachtwoord instellen" op pagina 26.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op de pijl omlaag om naar het volgende scherm te gaan en druk op Energiebesparing.
6. Selecteer de gewenste optie en tijd.
Energiebesparing Scannen: Hiermee wordt de scannerlamp onder
de glasplaat uitgeschakeld.
Laag energieverbruik: Hiermee wordt de temperatuur van de
fusereenheid onder 100 °C gehouden en worden de ventilatoren in het apparaat uitgeschakeld, behalve een hoofdventilator voor de fusereenheid.
Energiebesparing: Hiermee worden alle ventilatoren na een
bepaalde tijd uitgeschakeld, ook de ventilator voor de fusereenheid.
7. Druk op OK.

De standaardlade en het papier instellen

U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor uw afdruktaken. (Zie "Algemene instellingen" op pagina 74.")
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het verificatiewachtwoord instellen" op pagina 26.")
4. Druk op het tabblad Algemeen.
5. Druk op de pijl omlaag om naar het volgende scherm te gaan en druk op Ladebeheer.
6. Selecteer een lade en de bijbehorende opties, zoals het papierformaat
en de papiersoort.
Aan de slag_27
7. Druk op OK. Als de optionele lade niet is geïnstalleerd, worden de opties voor deze
lade grijs weergegeven op het scherm.

De standaardinstellingen wijzigen

U kunt de standaardwaarden voor kopiëren, faxen, e-mailen, scannen en het papier allemaal tegelijk in st el l en .
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling.
3. Typ het wachtwoord met het numerieke toetsenblok wanneer het
aanmeldingsbericht verschijnt en druk op OK. (Zie "Het verificatiewachtwoord instellen" op pagina 26.")
4. Druk op het tabblad Algemeen > Standaardinstellingen >
Standaardoptie.
5. Druk op de functie die u wilt wijzigen en wijzig de instellingen.
Het programma installeren
1. Plaats de cd met stuurprogramma’s die bij het apparaat werd geleverd.
Wanneer de stuurprogramma-cd automatisch wordt uitgevoerd, sluit u het venster.
2. Start Windows Verkenner en open station X. (X staat voor de letter die aan het cd-romstation is toegewezen.)
3. Dubbelklik op Toepassing > SetIP.
4. Open de map van de taal die u van plan bent te gebruiken.
5. Dubbelklik op Setup.exe om dit programma te installeren.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm en voltooi de installatie.
Het programma starten
1. Druk het netwerkinformatierapport van het apparaat af. Hierin wordt het
MAC-adres van uw apparaat vermeld. (Zie "Een rapport afdrukken" op pagina 79.)
2. In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma's > Samsung Network Printer Utilities > SetIP.
3. Klik in het SetIP-venster op om het TCP/IP-configuratievenster te
openen.
4. Voer het MAC-adres, IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway van de netwerkkaart in en klik vervolgens op Toepassen.
Voer het MAC-adres in zonder dubbele punt (:).
5. Klik op OK. Het apparaat drukt nu de netwerkgegevens van het apparaat af. Bevestig of alle instellingen correct zijn.
6. Klik op Afsluiten om het programma SetIP af te sluiten.
Als u bijvoorbeeld de standaardinstelling voor helderheid & tonerdichtheid voor een kopieertaak wilt wijzigen, drukt u op Kopie >
Tonersterkte en past u de helderheid & tonerdichtheid aan.
6. Druk op OK.

Werken met het SetIP programma

Dit programma wordt gebruikt om IP-adressen van netwerkapparaten in te stellen met het MAC-adres dat het hardwareserienummer van de netwerkprinterkaart of interface is. Het wordt met name door netwerkbeheerders gebruikt om de IP-adressen van meerdere netwerkapparaten tegelijk in te stellen.
De volgende procedure is gebaseerd op Windows XP. Zie de sectie Software als u het besturingssysteem Macintosh of Linux gebruikt.
U kunt het SetIP-programma alleen gebruiken als het apparaat is aangesloten op een netwerk.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem Windows XP.
Als u in een niet-statische IP-adresomgeving werkt en een DHCP­netwerkprotocol moet installeren, surf dan naar http://
developer.apple.com/networking/bonjour/download/, selecteer het
Bonjour-programma voor Windows dat geschikt is voor het besturingssysteem voor uw computer en installeer het programma. Via dit programma kunt u de netwerkparameter automatisch instellen. Volg de instructies in het installatievenster. Dit programma biedt geen ondersteuning voor Linux.

Informatie over het toetsenbord

U kunt alfabetische tekens, cijfers of speciale symbolen invoeren met het toetsenbord op het aanraakscherm. Dit toetsenbord is speciaal ingedeeld zoals een normaal toetsenbord om het gebruiksgemak te vergroten. Wanneer u het invoergebied aanraakt waar u tekens moet invoeren, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Op het toetsenbord worden standaard kleine letters weergegeven.
Links/rechts
1
Backspace
2
Del.
3
Wissen
4
Invoergebied
5
Hiermee verplaatst u de cursor tussen tekens in het invoergebied.
Hiermee verwijdert u het teken links naast de cursor.
Hiermee verwijdert u het teken rechts naast de cursor.
Hiermee verwijdert u alle tekens uit het invoergebied.
Typ letters op deze lijn.
28 _Aan de slag
Verschuiv.
6
Symbolen
7
Spatie
8
OK
9
Annul.
10
Hiermee schakelt u tussen kleine letters en hoofdletters.
Hiermee schakelt u tussen alfanumerieke tekens en symbolen.
Hiermee voert u een spatie in tussen tekens. Hiermee slaat u het ingevoerde resultaat op en
sluit u het invoergebied. Hiermee annuleert u het ingevoerde resultaat en
sluit u het invoergebied.
Als u een e-mailadres invoert, verschijnt het toetsenbord voor e­mailberichten. Nadat u het adres hebt ingevoerd, drukt u op OK om het ingevoerde adres te activeren. Druk op de pijltoets aan de zijkant om te navigeren tussen Van, Aan, CC, BCC, Onderwerp, Bericht in deze volgorde.
Aan de slag_29
Loading...
+ 148 hidden pages