Samsung SCX-4824FN, SCX-4828FN User Manual [nl]

SCX-4x24 Series SCX-4x28 Series
Multifunctionele printer
Gebruikershandleiding
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung-product. Voor een volwaardige service moet u zich registreren op
www.samsung.com/global/register

De functies van uw nieuwe laserproduct

Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Met dit apparaat kunt u:
Speciale functies
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 dpi effectieve uitvoer.
Uw printer drukt papier van A4-formaat af met een snelheid van 24 ppm (SCX-4x24 Series), 28 ppm (SCX-4x28 Series) en papier van letter-formaat met een snelheid van 25 ppm (SCX-4x24 Series), 30 ppm (SCX-4x28 Series).
Verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
In de lade voor handmatige invoer kunnen de volgende papiersoorten worden gebruikt: briefpapier, enveloppen, etiketten, transparanten, afdrukmedia met speciaal formaat, briefkaarten en dikker papier. In de lade voor handmatige invoer past 1 vel papier.
Lade 1 voor 250 vellen en de optionele lade kunnen worden gebruikt voor normaal papier van diverse afmetingen.
Professionele documenten maken
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). Zie Software.
Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt op afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster. Zie Software.
U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en gewoon papier met briefhoofd. Zie Software.
Tijd en geld besparen
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen.
Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Om papier te besparen, kunt u op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). Zie Software.
De capaciteit van uw apparaat uitbreiden
Uw apparaat heeft een extra sleuf om het geheugen uit te breiden. (Pagina 84.)
Zoran IPS Emulation* dat compatibel is met PostScript 3 (PS) maakt PS-afdrukken mogelijk.
* Zoran IPS Emulation compatibel met PostScript 3
© Copyright 1995-2005, Zoran Corporation. Alle rechten voorbehouden. Zoran, het Zoran-logo, IPS/PS3 en OneImage zijn handelsmerken van Zoran Corporation.
* 136 PS3-lettertypen
Bevat UFST en MicroType van Monotype Imaging Inc.
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken met Windows 2000 en Windows XP/ 2003/Vista, evenals met Linux- en Macintosh-systemen.
Het apparaat is voorzien van een USB-interface en een netwerkinterface.
Originelen van diverse formaten kopiëren
Het is mogelijk de originele afbeelding verschillende keren te laten afdrukken op één enkele pagina.
Er zijn speciale functies waarmee u een catalogus- of krantenachtergrond verwijdert.
De afdrukkwaliteit en de grootte van de afbeelding kunnen tegelijkertijd worden aangepast en verbeterd.
De originelen scannen en direct verzenden
In kleur scannen en de juiste compressie voor JPEG-, TIFF- en PDF-indeling gebruiken.
Bestanden snel scannen en verzenden naar verschillende bestemmingen via Netwerkscan.
Een specifiek tijdstip instellen voor het verzenden van een fax
U kunt een bepaald tijdstip instellen om een fax te verzenden en u kunt de fax ook naar meerdere opgeslagen bestemmingen verzenden.
Na het verzenden kunnen er faxrapporten worden afgedrukt op basis van uw instellingen.
Functies per model
Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf.
De belangrijkste functies van dit apparaat zijn:
FUNCTIES SCX-4824FN SCX-4828FN
USB 2.0
USB-geheugeninterface
ADI (automatische documentinvoer)
Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN
Dubbelzijdig afdrukken
FAX
Scannen en e-mailen
PostScript -stuurprogramma
( : aanwezig, O: optioneel, leeg: niet beschikbaar)
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen worden tijdens het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor installatie en gebruik van het apparaat.
Bepaalde termen in deze gebruikershandleiding hebben dezelfde betekenis:
Document is synoniem met origineel.
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal. De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt:
CONVENTIE OMSCHRIJVING VOORBEELD
Vet Wordt gebruikt voor teksten op het display of daadwerkelijke afdrukken op het
Opmerking Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde uitleg over een functie of
Opgepast Biedt gebruikers informatie ter bescherming van het apparaat tegen mogelijke
Voetnoot Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of over een bepaalde zin. a. pagina’s per minuut
(Zie pagina 1 voor meer informatie)
apparaat.
voorziening van het apparaat.
mechanische schade of defecten.
Verwijst gebruikers naar een referentiepagina met aanvullende informatie. (Zie pagina 1 voor meer informatie)
Start
De datumnotatie kan verschillen van land tot land.
Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet aan.
De functies van uw nieuwe laserproduct_3
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online te raadplegen documenten zijn.
Beknopte installatiehandleiding
Online gebruikershandleiding
Hulp bij het printerstuurprogramma
Samsung-website
Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
Stapsgewijze instructies om alle functies van uw apparaat ten volle te benutten, en informatie over het onderhoud van uw apparaat, de oplossing van eventuele problemen en de installatie van toebehoren. Deze handleiding bevat ook een sectie Software met informatie over de wijze waarop u documenten kunt afdrukken onder verschillende besturingssystemen en de manier waarop u de meegeleverde hulpprogramma’s gebruikt.
Biedt ondersteunende informatie over de eigenschappen van het printerstuurprogramma en instructies voor het instellen van afdrukinstellingen. Klik op Help in het dialoogvenster printereigenschappen om toegang te krijgen tot het helpscherm van het printerstuurprogramma.
Als u toegang hebt tot het internet, kunt u help en ondersteuning gebruiken, en printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie downloaden van de Samsung-website, www.samsungprinter.com.

Veiligheidsinformatie

Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen
Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding:
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Volg deze standaardveiligheidsmaatregelen op om de kans op brand, explosies, elektrische schokken of persoon-
LET OP
lijk letsel te voorkomen wanneer u het apparaat gebruikt
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de instructies uitdrukkelijk op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
Deze waarschuwingssymbolen zijn aanwezig om te voorkomen dat u of anderen gewond raken. Volg deze uitdrukkelijk op. Bewaar dit gedeelte nadat u het hebt doorgelezen op een veilige plaats, zodat u het later kunt raadplegen.
1. Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
2. Gebruik altijd uw gezonde verstand bij het gebruik van elektrische apparaten.
3. Volg alle aanwijzingen en waarschuwingen op die zich op het product en in de bijbehorende documentatie bevinden.
4. Als andere gebruiksinstructies deze veiligheidsinstructies lijken tegen te spreken, moet u zich aan deze veiligheidsinstructies
houden. Misschien zijn de andere gebruiksinstructies u niet helemaal duidelijk. Wanneer u er niet uit komt, moet u contact opnemen met uw leverancier of service center.
5. Haal de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact en trek ook de telefoonstekker uit het telefoonstopcontact voordat u het
apparaat reinigt. Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een vochtige doek.
6.
Zet het apparaat niet op een wankel wagentje, onderstel of tafel. Het apparaat kan dan vallen, waardoor het ernstig beschadigd kan raken.
7. Het apparaat mag nooit op of dichtbij een radiator, kachel, airconditioner of ventilatiekanaal worden geplaatst.
8. Zet of leg geen voorwerpen op het netsnoer of de telefoonkabel. Zet het apparaat ook niet op een plaats waar de kabels kunnen
knikken of problemen kunnen ontstaan doordat er mensen over de kabels heen lopen.
9. Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Dit kan de werking verstoren en verhoogt de kans op
brand en elektrische schokken.
10. Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten.
11. Steek nooit vreemde voorwerpen door de openingen in de behuizing van het apparaat. Ze kunnen dan in aanraking komen met een
gevaarlijk hoge spanning, met kans op brand of elektrische schokken. Zorg dat er nooit vloeistoffen op of in het apparaat worden gemorst.
Veiligheidsinformatie_5
12. Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het apparaat naar
een gekwalificeerde onderhoudsmonteur wanneer dit gerepareerd moet worden. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken.
13. In de volgende gevallen koppelt u het apparaat los van het telefoonstopcontact, de pc en het stopcontact, en laat u controle en
reparatie over aan een goed opgeleide onderhoudsmonteur:
als een deel van het netsnoer of de stekker of connector is beschadigd of gerafeld;
als er vloeistof in het apparaat is gemorst;
als het apparaat is blootgesteld aan regen of water;
als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed zijn opgevolgd;
als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar beschadigd is;
als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert.
14. Verander alleen instellingen die in de handleiding worden behandeld. Wijzigen van andere instellingen kan schade tot gevolg
hebben, en een deskundige onderhoudsmonteur kan daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde te maken.
15. Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag. Koppel
het apparaat zo mogelijk los van het telefoonstopcontact en het stopcontact, en sluit het pas weer aan als het onweer voorbij is.
16. Gebruik het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor een veilige werking. Als u een netsnoer met een lengte van meer dan
twee meter gebruikt voor een apparaat dat op 110 V werkt, moet de draaddikte van het netsnoer minstens 16 AWG
17. Gebruik alleen een telefoonsnoer met een doorsnede van 26 AWG of hoger.
18. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
a.AWG: American Wire Gauge
a
zijn.
6_Veiligheidsinformatie
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden blootgesteld aan laserstraling hoger dan klasse I.
Waarschuwing
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal onzichtbaar is, kan ze uw ogen beschadigen.
Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire veiligheidsmaatregelen altijd in acht worden genomen om het risico van brand, elektrische schokken en lichamelijk letsel te beperken:
Ozonveiligheid
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt.
Energie besparen
Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken. Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov.
Veiligheidsinformatie_7
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af.
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet worden aan het einde van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit product moet niet worden gemengd met ander bedrijfsafval voor verwijdering.
Radiofrequentiestraling
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij een specifieke installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door een of meer van de volgende stappen te ondernemen:
Draai of verplaats de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet langer de toestemming heeft om het apparaat te gebruiken.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse B voor radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm inzake interferentie veroorzakende apparaten met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur: « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
8_Veiligheidsinformatie
Verenigde Staten van Amerika
Federal Communications Commission (FCC)
'Intentional emitter' overeenkomstig FCC Deel 15
Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band. Dit deel is alleen van toepassing als dergelijke apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of er draadloze apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen in de Verenigde Staten alleen worden gebruikt als op het systeemlabel een FCC-identificatienummer staat.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin staat dat de afstand tussen het apparaat en het lichaam van de gebruiker, voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (omvat geen uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet meer dan 20 cm van het lichaam worden gebruikt als draadloze apparaten ingeschakeld zijn. Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat (of de draadloze apparaten) dat (die) mogelijk in uw printer ingebouwd is (zijn), ligt ruimschoots onder de door de FCC vastgelegde RF-blootstellingsgrenzen.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met een andere antenne of zender. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door de gebruiker. Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos apparaat wijzigt, verliest u de toestemming om het te gebruiken. Neem voor onderhoud contact op met de fabrikant.
FCC-verklaring voor het gebruik van draadloze lokale netwerken:
Tijdens de installatie en het gebruik van deze combinatie van zender en antenne is het mogelijk dat vlakbij de geïnstalleerde antenne de RF-blootstellingsgrens van 1 mW/cm² wordt overschreden. Daarom moet de gebruiker te allen tijde minstens 20 cm afstand houden van de antenne. Dit apparaat mag niet samen met een andere zender en zendantenne worden opgesteld.
Fax-identificatie
In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn voorzien van een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste pagina:
(1) verzenddatum en -tijd (2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en (3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon). Uw telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in communicatiefaciliteiten, gebruik van apparatuur en procedures wanneer dit redelijkerwijs
noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels en voorschriften (VS: FCC Deel 68). Als van zulke wijzigingen redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze tot gevolg zullen hebben dat bepaalde telefoonrandapparatuur niet meer compatibel is met de communicatiemiddelen van het telefoonbedrijf, of dat wijzigingen of modificaties van deze randapparatuur nodig zijn, of op enige andere wijze daadwerkelijke gevolgen hebben voor het gebruik of de prestaties van de randapparaten, moet de klant hiervan op adequate wijze schriftelijk op de hoogte worden gesteld, zodat de klant de gelegenheid heeft om maatregelen te nemen waardoor de telefoonaansluiting in bedrijf kan blijven.
Veiligheidsinformatie_9
Aansluitfactor (REN, Ringer Equivalence Number)
Afhankelijk van het land van aanschaf kan achter of onder op het apparaat een sticker zitten met de aansluitfactor (VS: Ringer Equivalence Number) en het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number) van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS) moet deze informatie aan het telefoonbedrijf worden verstrekt.
De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de telefoonlijn belast. Hiermee kunt u bepalen hoeveel apparaten u op dezelfde lijn kunt aansluiten voordat deze wordt "overbelast". Als u te veel apparaten op dezelfde lijn aansluit, ontstaan er problemen met zelf bellen en beantwoorden van inkomende oproepen. Een veel voorkomend probleem is dat de apparaten niet meer overgaan. Het totaal van de aansluitfactoren van alle op dezelfde telefoonlijn aangesloten apparaten mag niet meer dan 5 bedragen om zeker te zijn dat het telefoonbedrijf in staat is om de diverse diensten ter beschikking te stellen. In een enkel geval is een totaal van 5 te hoog (afhankelijk van telefoonbedrijf en/ of centrale). Als een aangesloten telefoonapparaaat niet goed werkt, moet u het onmiddellijk loskoppelen van de telefoonlijn aangezien het schade kan toebrengen aan het telefoonnet.
Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit aparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het apparaat aan de normen voldoet) ertoe leiden dat het de gebruiker niet langer is toegestaan om het apparaat te gebruiken. Wanneer randapparatuur schade aan het telefoonnet veroorzaakt, moet het telefoonbedrijf de klant ervan op de hoogte stellen dat de dienst kan worden onderbroken. Wanneer het echter in de praktijk niet mogelijk is om de klant vooraf in te lichten, kan het telefoonbedrijf de dienstverlening eerder onderbreken, onder voorwaarde dat het:
a) de klant zo snel mogelijk inlicht; b) de klant de gelegenheid geeft om het probleem met de randapparatuur op te heffen; c) de klant erop wijst dat deze het recht heeft om een klacht in te dienen bij de Federal Communication Commission volgens de
procedures uiteengezet in "FCC Rules and Regulations Subpart E of Part 68".
Verder moet u het volgende weten:
Het apparaat is niet ontworpen voor aansluiting op een digitale bedrijfscentrale.
Als u het apparaat wilt aansluiten op een telefonlijn waarop ook een computerfax/modem is aangesloten, is het mogelijk dat alle op de lijn aangesloten apparaten problemen ondervinden met verzenden of ontvangen. We raden u aan, behalve een normaal telefoontoestel, geen andere apparaten aan te sluiten op de lijn waar het apparaat op is aangesloten.
Als u zich in een gebied bevindt waar veel onweer voorkomt of regelmatig spanningspieken optreden in het lichtnet, raden we u aan om zowel voor het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren. Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij uw dealer of bij een elektronica speciaalzaak.
Wanneer u een alarmnummer in het apparaat programmeert en/of een alarmnummer draait om te testen of alles goed werkt, bel dan eerst het normale nummer (dus niet het alarmnummer) van de alarmdienst om de dienst van de test op de hoogte te stellen. De dienst kan u dan meteen inlichten over de testprocedure die u kunt volgen.
Dit apparaat mag niet worden aangesloten op een muntautomaat of een lijn die wordt gebruikt voor telefonisch vergaderen.
Dit apparaat heeft een magnetische koppeling voor gehoorapparaten.
U kunt het apparaat veilig op een telefoonnet aansluiten via een standaard modulaire connector, USOC RJ-11C.
10_Veiligheidsinformatie
Stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor UK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht. De 13 ampère stekker is het meest voorkomende type in de UK en kan in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (meest oudere)
gebouwen hebben echter geen normale 13 ampère stopcontacten. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten, moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u ondanks het bovenstaande toch de aangegoten stekker verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak. U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand hem in een passend stopcontact doet, bestaat er groot gevaar voor elektrische schokken.
Belangrijke waarschuwing:
dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
De aders van het netnoer hebben de volgende kleurcodering:
groen en geel: aarde
blauw: neutraal
•bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet gelijk zijn aan die van de stekker. Sluit de groen/gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "E", het aarde-symbool, de kleuren groen/geel of de kleur
groen. Sluit de blauwe draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "N" of de kleur zwart. Sluit de bruine draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "L" of de kleur rood. Ergens in de stroomkring moet een zekering van 13 Ampère zijn aangebracht: in de stekker, in de adapter of in de meterkast.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd. met de volgende toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (laagspanningsrichtlijn). 1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit. 9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.
EC certificering
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake radioapparatuur en telecommunicatie randapparatuur (FAX)
Dit Samsung product is door Samsung gecertificeerd voor aansluiting als individueel randapparaat op analoge openbare netwerken volgens richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN’s en compatibele PBX’s van de Europese landen:
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met Euro QA Lab of Samsung Electronics Co., Ltd. Het product is getest op basis van TBR21. Als hulp bij het gebruik en de toepassing van eindapparatuur die in overeenstemming is met deze
norm, heeft ETSI, het Europees instituut voor telecommunicatienormen, een adviesdocument (EG 201 121) uitgegeven dat opmerkingen en aanvullende vereisten bevat om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals te garanderen. Bij de ontwikkeling is rekening gehouden met de in dit document genoemde adviezen en het product voldoet daar volledig aan.
Veiligheidsinformatie_11
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten)
Dit product is een printer. Mogelijk bevat uw printersysteem, dat bedoeld is voor gebruik thuis of op kantoor, radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen in de Europese Unie of daarmee verbonden regio’s alleen worden
gebruikt als een CE-markering met een registratienummer van , een aangemelde instantie en het waarschuwingssymbool op het systeemlabel staan.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie heeft vastgelegd in de R&TTE-richtlijn.
De volgende Europese landen hebben hun goedkeuring voor gebruik gegeven:
EU Oostenrijk, België, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk (met frequentiebeperkingen),
EER/EVA IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland
Europese landen met beperkingen inzake het gebruik: EU
EER/EVA Geen beperkingen op dit moment.
Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
In Frankrijk is het frequentiebereik beperkt tot 2446,5-2483,5 MHz voor apparaten met een zendvermogen van meer dan 10 mW
12_Veiligheidsinformatie
Wettelijk verplichte verklaringen inzake overeenstemming
Draadloze besturing
Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Het volgende deel is een algemeen overzicht van overwegingen die betrekking hebben op het gebruik van een draadloos apparaat.
Aanvullende beperkingen, waarschuwingen en aandachtspunten voor specifieke landen zijn vermeld in de delen die handelen over een specifiek land of een specifieke groep van landen. De draadloze apparaten in uw systeem mogen alleen worden gebruikt in de landen geïdentificeerd door de "radiogoedkeuringsmerken" (Radio Approval Marks) op het systeemlabel. Als u het draadloze apparaat wilt gebruiken in een land dat niet in de lijst staat, neemt u contact op met uw plaatselijk radiogoedkeuringsbureau voor de vereisten. Draadloze apparaten zijn streng gereglementeerd en mogen mogelijk niet worden gebruikt.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de momenteel bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadloze apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder energie uitstralen dan toegestaan in veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake radiofrequentie, is de fabrikant van oordeel dat het gebruik van deze apparaten veilig is. Ongeacht het vermogen moet erop worden gelet dat menselijk contact tijdens normaal gebruik tot een minimum wordt beperkt.
Als algemene richtlijn geldt dat de afstand tussen het draadloze apparaat en het lichaam van de gebruiker, voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (omvat geen uitstekende delen), doorgaans minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet meer dan 20 cm van het lichaam worden gebruikt als draadloze apparaten aanstaan en uitzenden.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met een andere antenne of zender. Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze apparaten. Hieronder vindt u een aantal voorbeelden van gangbare
beperkingen: Draadloze radiofrequentiecommunicatie kan apparatuur aan boord van vliegtuigen storen. De huidige luchtvaartvoorschriften vereisen dat
draadloze apparaten aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld. IEEE 802.11- (ook bekend als draadloos Ethernet) en Bluetooth­communicatieapparaten zijn voorbeelden van apparaten die gebruikmaken van draadloze communicatie.
In omgevingen waar het risico op storing van andere apparaten of diensten gevaarlijk is of als gevaarlijk wordt beschouwd, is het mogelijk dat het gebruik van een draadloos apparaat wordt beperkt of verboden. Luchthavens, ziekenhuizen en plaatsen met een hoge concentratie aan zuurstof of ontvlambare gassen zijn slechts enkele voorbeelden van waar het gebruik van draadloze apparaten kan worden beperkt of verboden. Als u niet zeker weet of het gebruik van draadloze apparaten toegestaan is op de plaats waar u zich bevindt, vraagt u de plaatselijke bevoegde instantie om goedkeuring voordat u het draadloze apparaat gebruikt of inschakelt.
De beperkingen met betrekking tot het gebruik van draadloze apparaten verschillen van land tot land. Uw systeem is uitgerust met een draadloos apparaat. Daarom dient u, voordat u met uw systeem naar een ander land reist, bij de plaatselijke radiogoedkeuringsautoriteit te informeren of het gebruik van een draadloos apparaat in het land van bestemming onderworpen is aan beperkingen.
Als uw systeem werd geleverd met een ingebouwd draadloos apparaat, mag u dit apparaat niet gebruiken tenzij alle kleppen en afschermingen op hun plaats zitten en het systeem volledig gemonteerd is.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door de gebruiker. Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos apparaat wijzigt, verliest u de toestemming om het te gebruiken. Neem voor onderhoud contact op met de fabrikant.
Gebruik alleen stuurprogramma’s die goedgekeurd zijn voor het land waarin u het apparaat wilt gebruiken. Zie de "Systeemreparatieset" van de fabrikant of vraag meer informatie bij de afdeling "Technische ondersteuning" van de fabrikant.
Veiligheidsinformatie_13
14_Veiligheidsinformatie

Inhoud

InhoudInhoud
2 De functies van uw nieuwe laserproduct 5 Veiligheidsinformatie
INLEIDING
19
AAN DE SLAG
24
19 Overzicht van de printer
19 Voorkant 19 Achterkant
20 Overzicht van het bedieningspaneel 21 Informatie over de Status-LED 22 Menuoverzicht 23 Meegeleverde software 23 Eigenschappen van het printerstuurprogramma
23 Printerstuurprogramma 23 PostScript-stuurprogramma (alleen SCX-4x28 Series)
24 De hardware installeren 24 Systeemvereisten
24 Windows 25 Macintosh 25 Linux
25 Het netwerk installeren
25 Ondersteunde besturingssystemen 26 Netwerkprotocol configureren via het apparaat 26 Werken met het SetIP-programma
27 De software installeren 28 Basisinstellingen van het apparaat
28 Hoogteaanpassing 28 De taal op het display wijzigen 28 Datum en tijd instellen 28 De kloknotatie wijzigen 29 De standaardmodus wijzigen 29 Geluiden instellen 29 Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren 30 Gebruik van de energiebesparende modus 30 Time-out van afdruktaak instellen 30 Het lettertype wijzigen
ORIGINELEN EN AFDRUKMATERIAAL PLAATSEN
31
31 Originelen plaatsen
31 Op de glasplaat van de scanner 31 In de ADI
32 Afdrukmateriaal selecteren
33 Specificaties over afdrukmateriaal 34 Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund 34 Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
35 Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen 36 Papier plaatsen
36 Papier plaatsen in lade 1 of in de optionele lade.
36 Afdrukken op speciale afdrukmaterialen 37 De uitvoersteun aanpassen
37 Papier goed stapelen
38 Papierformaat en -type instellen
Inhoud_15
Inhoud
KOPIËREN
39
SCANNEN
43
39 De papierlade selecteren 39 Kopiëren 39 De instellingen per kopie wijzigen
39 Tonersterkte 39 Oorspr. type 39 Verkleinde of vergrote kopie
40 De standaardkopieerinstellingen wijzigen 40 ID-kaart kopiëren 40 Speciale kopieerfuncties gebruiken
40 Sorteren 41 2 of 4 pagina’s per vel kopiëren 41 Poster kopiëren 41 Klonen 41 Achtergrondafbeeldingen bijwerken
42 Dubbelzijdig afdrukken 42 Time-out voor kopiëren instellen
43 Beginselen van scannen 43 Scannen via het bedieningspaneel
43 Scannen naar toepassingen 44 Scaninformatie instellen in Samsung Scan Manager
44 Scannen via het netwerk
44 Voorbereiden om te scannen via het netwerk 44 Naar e-mail scannen
45 De instellingen voor iedere scanopdracht wijzigen 45 De standaardscaninstellingen wijzigen 45 Een adresboek aanmaken
45 Snelkiesnummers voor e-mail registreren 45 Groepskiesnummers voor e-mailgroepen configureren 46 Adresboekitems gebruiken 46 Een item zoeken in het adresboek 46 Adresboek afdrukken
16_Inhoud
EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN
47
FAXEN
48
47 Een document afdrukken 47 Een afdruktaak annuleren
48 Een fax verzenden
48 Faxhoofd instellen 48 De documentinstellingen aanpassen 49 Een fax automatisch verzenden 49 Een fax handmatig verzenden 49 Een verzending bevestigen 49 Automatisch opnieuw kiezen 49 Het laatste nummer opnieuw kiezen
49 Een fax ontvangen
49 De papierlade selecteren 49 Ontvangstmodus wijzigen 50 Automatisch ontvangen in modus Fax 50 Handmatig ontvangen in de modus Tel 50 Handmatig ontvangen via een intern telefoontoestel 50 Automatisch ontvangen in modus Ant/Fax 50 Faxen ontvangen via de modus DRPD 51 Ontvangen in veilige ontvangstmodus
Inhoud
51 Veilige ontvangstmodus inschakelen 51 Faxen ontvangen in het geheugen
51 Andere manieren om een fax te verzenden
51 Groepsverzenden (een fax naar meerdere bestemmingen verzenden) 51 Een uitgestelde fax verzenden 52 Een fax met hoge prioriteit verzenden 52 Faxen doorsturen
53 Fax instellen
53 De faxinstellingen wijzigen 54 De standaarddocumentinstellingen wijzigen 54 Automatisch een verzendrapport afdrukken 55 Een adresboek aanmaken
USB-FLASHGEHEUGEN GEBRUIKEN (ALLEEN SCX-4X28
SERIES)
57
ONDERHOUD
60
57 Over USB-geheugen 57 Een USB-geheugenapparaat aansluiten 58 Scannen naar een USB-geheugenapparaat
58 Scannen 58 Aangepast scannen naar USB
58 Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
58 Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat
59 Een back-up maken van uw gegevens
59 Een back-up maken van uw gegevens 59 Gegevens terugzetten
59 USB-geheugen beheren
59 Een afbeeldingsbestand verwijderen 59 USB-geheugenapparaat formatteren 59 De USB-geheugenstatus weergeven
60 Rapporten afdrukken
60 Een rapport afdrukken
61 Geheugen wissen 61 Uw apparaat reinigen
61 De buitenkant reinigen 61 Binnenkant reinigen 62 Scannereenheid reinigen
62 De cassette onderhouden
62 Tonercassette bewaren 62 Verwachte levensduur van de cassette 62 Toner herverdelen
63 De tonercassette vervangen
64 Het bericht Toner op wissen
65 Te onderhouden onderdelen
65 Verbruiksartikelen controleren 65 Rubber van de ADI vervangen
66 Uw apparaat vanop de website beheren
66 Zo krijgt u toegang tot SyncThru™ Web Service
66 Het serienummer van het apparaat controleren
PROBLEMEN OPLOSSEN
67
67 Tips om papierstoringen te voorkomen 67 Vastgelopen papier verwijderen
67 Papierstoring in het invoergedeelte 68 Papierstoring aan uitgang 68 Papierstoring bij de roller
68 Vastgelopen papier verwijderen
68 In het papierinvoergedeelte
Inhoud_17
Inhoud
69 In de lade voor handmatige invoer 69 Rond de tonercassette 69 In het papieruitvoergebied 70 Rond de duplex-eenheid 70 In de optionele lade
71 Informatie over berichten op het display 74 Andere problemen oplossen
74 Papierinvoer 74 Afdrukproblemen 76 Problemen met de afdrukkwaliteit 78 Problemen met kopiëren 79 Problemen met scannen 79 Problemen met Samsung Scan Manager 79 Problemen met faxen 80 Veel voorkomende PostScript-problemen (alleen SCX-4x28 Series) 80 Algemene Windows-problemen 81 Algemene Linux-problemen 83 Veel voorkomende Macintosh-problemen
VERBRUIKSARTIKELEN EN ACCESSOIRES BESTELLEN
84
TOEBEHOREN INSTALLEREN
85
SPECIFICATIES
87
VERKLARENDE WOORDENLIJST
90
INDEX
84 Verbruiksartikelen 84 Toebehoren 84 Aanschafmogelijkheden
85 Voorzorgsmaatregelen die u in acht moet nemen bij de installatie van
accessoires
85 Een geheugenmodule upgraden
85 Een geheugenmodule installeren 86 Het toegevoegde geheugen in de PS-printereigenschappen activeren
87 Algemene specificaties 88 Specificaties van de printer 88 Specificaties van de scanner 89 Specificaties van het kopieerapparaat 89 Specificaties van de fax
18_Inhoud
95
CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE
97

Inleiding

Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden:
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Overzicht van de printer
Overzicht van het bedieningspaneel
Informatie over de Status-LED

Overzicht van de printer

Voorkant Achterkant

Menuoverzicht
Meegeleverde software
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Breedtegeleiders voor
1
documenten
Klep van de ADI
2
Bedieningspaneel
3
Steun voor papieruitvoer
4
Voorklep
5
Lade voor handmatige
6
invoer
Lade 1
7
Documentinvoerlade
8
Documentuitvoerlade
9
USB-geheugenpoort
10
Indicator papierniveau
11
Optionele lade 2
12
Tonercassette
13
Papierbreedtegeleiders van de lade voor handmatige
14
invoer
Scannerdeksel
15
Glasplaat van de scanner
16
1 Aansluiting telefoonlijn 6 Greep
Uitgang voor intern
2
telefoontoestel (EXT)
3 USB-poort 8 Achterklep
Netwerkpoort
4
15-pinsaansluiting voor
5
optionele lade
7 Klep moederbord
Aansluiting netsnoer
9
Stroomschakelaar
10
Inleiding_19

Overzicht van het bedieningspaneel

U kunt beide zijden van een document,
1
ID Copy
bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, kopiëren op een enkel vel papier. Zie pagina 40.
Hiermee kunt u rechtstreeks bestanden uit een USB-geheugenapparaat afdrukken wanneer dat
Direct USB
2
Reduce/Enlarge
Display
3
Status
4
Fax Activeert de faxmodus.
5
Copy Activeert de kopieermodus.
6
Scan/Email Activeert de scanmodus.
7
Menu
8
Linker/rechter
9
pijl
OK Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
10
op de USB-geheugenpoort aan de voorzijde van het apparaat is aangesloten. Zie pagina 57. (alleen SCX-4x28 Series)
Hiermee maakt u een kopie kleiner of groter dan het origineel. (alleen SCX-4x24 Series)
Toont de huidige status en houdt u op de hoogte tijdens het gebruik.
Hier wordt de status van het apparaat weergegeven. Zie pagina 21.
Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu’s.
Hiermee bladert u door de beschikbare opties in het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt u de waarden.
Back
11
Cijfertoetsen
12
Address Book
13
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu.
Hiermee kiest u een nummer of voert u alfanumerieke tekens in. Zie pagina 29.
Hiermee kunt u vaak gebruikte faxnummers en e-mailadressen in het geheugen opslaan.
Hiermee kiest u het laatste nummer opnieuw (in
Redial/Pause
14
On Hook Dial Hiermee opent u de telefoonlijn.
15
gereedmodus) of voegt u een pauze in een faxnummer in (in de bewerkingsmodus).
Hiermee onderbreekt u een activiteit die wordt uitgevoerd. Hiermee kunt u in gereedmodus de
16
Stop/Clear
kopieeropties (zoals de helderheid, het type document, het kopieerformaat en het aantal exemplaren) wissen/annuleren.
Start Hiermee start u een taak.
17
Het kan zijn dat de afbeeldingen in deze gebruikershandleiding niet geheel overeenkomen met uw apparaat. Dit is afhankelijk van de opties en het model.
Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt komen.
20_Inleiding

Informatie over de Status-LED

De kleur van de Status-LED geeft de huidige status van het apparaat weer.
STATUS OMSCHRIJVING
Uit Het apparaat is uitgeschakeld.
Groen Knippert • Wanneer het groene lampje traag knippert, is
Aan • Het apparaat is ingeschakeld en klaar voor
Rood Knippert Er is een kleine storing opgetreden en het
Aan • Er is een probleem opgetreden, zoals een
Het apparaat staat in de energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een knop wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online.
het apparaat bezig met het ontvangen van gegevens van de computer.
Als het groene LED snel knippert, is het apparaat bezig met afdrukken.
gebruik.
apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Controleer het bericht op het display en raadpleeg "Informatie over berichten op het display" op pagina 71 om het probleem op te lossen.
De tonercassette is bijna leeg. Een nieuwe tonercassette bestellen, zie "Verbruiksartikelen en accessoires bestellen" op pagina 84. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen. Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 63.
papierstoring, een openstaande klep of geen papier in de lade, waardoor het apparaat niet kan doorgaan met de uitvoering van de taak. Controleer het bericht op het display en ga naar "Informatie over berichten op het display" op pagina 71 om het probleem op te lossen.
De tonercassette is leeg of moet worden vervangen. Zie "Informatie over berichten op het display" op pagina 71.
Controleer altijd het bericht op het display voor het oplossen van het probleem. Aan de hand van de aanwijzingen onder Probleemoplossing kunt u ervoor zorgen dat het apparaat weer naar behoren werkt. Zie "Informatie over berichten op het display" op pagina 71 voor meer informatie.
Inleiding_21

Menuoverzicht

Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Druk op Menu om toegang te krijgen tot deze menu’s. Raadpleeg onderstaand diagram.
Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze menu’s niet van toepassing op uw apparaat.
.
Faxfunctie
Tonersterkte Resolutie Meerdere verz. Uitgest. verz. Prior. verz. Fax Veilige ontv. Pag. toevoegen Taak annuleren
Faxinstel.
Verzending
Aant. kiespog. Opn. kiezen na Kenget. kiezen ECM-modus Transm.rapport TCR voor afb. Kiesmodus
Ontvangst
Ontvangstmodus Opn. na bels.
Faxinstel.
(Vervolg)
Ontv.g. stemp. Startc. ontv. Aut. verklein. Grootte neger. Inst. ong. fax DRPD-modus Dubbelz. afdr.
St.inst. wijz.
Resolutie Tonersterkte
Autom. rapport
Kopieerfunctie
Verkl./vergr. Tonersterkte Oorspr. type Lay-out
Normaal 2 pagina's/vel 4 pagina's/vel ID kopie Poster kopier. Meer op 1 vel
Achtergrondkl.
Netwerk
TCP/IP Ethernet-snel. Instel. wissen Netwerkinform.
Kopieerinstel.
Dubbelz. afdr. St.inst. wijz.
Exemplaren Kopieen sort. Verkl./vergr. Tonersterkte Oorspr. type
Systeeminst.
(Vervolg)
Instel. wissen
Alle instel. Faxinstel. Kopieerinstel. Scaninstel. Systeeminst. Netwerkinstel. Adresboek Verzendrapport Rap. ontv. fax
Scanfunctie
USB-functie
Scanformaat Oorspr. type Resolutie Scankleur Scanindeling
E-mailfunctie
Scanformaat Oorspr. type Resolutie Scankleur
Systeeminst.
(Vervolg)
Rapport
Alle rapporten Configuratie Adresboek Transm.rapport Verzendrapport Rap. ontv. fax Geplande taken Rap. ong. fax. Netwerkinform. Gebr.ver.lijst
Onderhoud
Toner Op wis. Toner op neg. Gebruiksduur Serienummer Papier stapel.
Scaninstel.
St.inst. wijz.
USB-standaard E-mailstand.
Systeeminst.
Apparaatinst.
Apparaat-id Nr. van faxapp. Datum en tijd Klokmodus Taal Standaardmodus Energ.spaarst. Time-out Time-out taak Luchtdrukcorr. Tonerbesparing Inst. import. Inst. export.
Papierinstel.
Papierformaat Type papier Papierinvoer
Geluid/Volume
Toetsgeluid Waarsch.geluid Luidspreker Belsignaal
22_Inleiding

Meegeleverde software

Eigenschappen van het printerstuurprogramma

U moet de printer- en scannersoftware installeren vanaf de meegeleverde cd nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd en op uw computer hebt aangesloten. De cd-rom bevat de volgende software:
CD INHOUD
Cd-rom met printersoft ware
a.Voor het bewerken van gescande afbeeldingen met behulp van een
krachtig beeldbewerkingsprogramma en voor het verzenden van afbeeldingen per e-mail. U kunt ook andere beeldbewerkings­programma’s openen vanuit SmarThru, zoals Adobe Photoshop. Raadpleeg de Help-functie van het meegeleverde SmarThru­programma voor meer informatie.
Windows • Printerstuurprogramma: Gebruik dit
stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te benutten.
PostScript Printer Description-bestand (PPD-bestand): Het PostScript­stuurprogramma is bedoeld voor het afdrukken van documenten met complexe lettertypen en afbeeldingen in de PS-taal. (alleen SCX-4x28 Series)
Scannerstuurprogramma: Voor het scannen van documenten zijn TWAIN- en WIA­stuurprogramma’s (Windows Image Acquisition) beschikbaar.
Smart Panel: Dit programma geeft de status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
SmarThru Office op Windows-gebaseerde software voor uw multifunctionele apparaat.
SetIP: Met dit programma kunt u de TCP/IP-adressen van uw apparaat instellen.
Linux Printerstuurprogramma: Gebruik dit
Macintosh
stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te benutten.
PostScript Printer Description-bestand (PPD-bestand): Voor het bedienen van het apparaat en het afdrukken van documenten vanaf een Linux-computer. (alleen SCX-4x28 Series)
SANE: Stuurprogramma voor het scannen van documenten.
SetIP: Met dit programma kunt u de TCP/IP-adressen van uw apparaat instellen.
Printerstuurprogramma: Gebruik dit stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te benutten.
PostScript Printer Description-bestand (PPD-bestand): Voor het bedienen van het apparaat en het afdrukken van documenten vanaf een Macintosh-computer. (alleen SCX-4x28 Series)
Scannerstuurprogramma: TWAIN­stuurprogramma voor het scannen van documenten op uw apparaat.
SetIP: Met dit programma kunt u de TCP/IP-adressen van uw apparaat instellen.
a
: Dit is de meegeleverde,
De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
Selectie van papierrichting, formaat, bron en afdrukmateriaal
Aantal exemplaren U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.
Een aantal modellen of besturingssystemen ondersteunen (een) bepaalde functie(s) uit de tabel mogelijk niet.

Printerstuurprogramma

FUNCTIE WINDOWS LINUX MACINTOSH
Optie printerkwaliteit OO O
Poster afdrukken OX X
Meerdere pagina’s per vel (N-up)
Afdruk aan pagina aanpassen
Afdrukken op schaal OX O
Andere lade voor eerste pagina
Watermerk OX X
Overlay OX X
Dubbelzijdig OX O
OO (2, 4) O
OX O
OX O

PostScript-stuurprogramma (alleen SCX-4x28 Series)

FUNCTIE WINDOWS LINUX MACINTOSH
Optie printerkwaliteit OO O
Poster afdrukken XX X
Meerdere pagina’s per vel (N-up)
Afdruk aan pagina aanpassen
Afdrukken op schaal OX O
Andere lade voor eerste pagina
Watermerk XX X
Overlay XX X
Dubbelzijdig OX O
O O (2, 4) O
OX O
XX O
Inleiding_23

Aan de slag

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De hardware installeren
Systeemvereisten
Het netwerk installeren
De software installeren
Basisinstellingen van het apparaat

De hardware installeren

In deze sectie worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor het installeren van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de Beknopte installatiehandleiding. Lees de Beknopte installatiehandleiding door en voer de volgende stappen uit.
1. Kies een stabiele locatie.
Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen van kleppen en papierladen. Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet in direct zonlicht, vlak bij een warmte- of koudebron of op een vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een bureau of tafel.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle meegeleverde
artikelen.
3. Verwijder de tape rond het apparaat.
4. Plaats de tonercassette.
5. Plaats papier. (Zie "Papier plaatsen" op pagina 36.)
6. Controleer of alle kabels op het apparaat zijn aangesloten.
7. Zet het apparaat aan.
Als u het apparaat verplaatst, mag u het niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan dan toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of waardoor de afdrukkwaliteit kan verslechteren.

Systeemvereisten

Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:

Windows

Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
VEREISTEN (AANBEVOLEN)
BESTURINGS-
SYSTEEM
Windows 2000
PROCESSOR RAM
Pentium II 400 MHz (Pentium III 933 MHz)
64 MB (128 MB)
VRIJE
HDD-RUIMTE
600 MB
U kunt afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m. Raadpleeg de hoogte­instelling om uw afdrukken te optimaliseren. Zie "Hoogteaanpassing" op pagina 28 voor meer informatie.
Plaats het apparaat op een vlak, stabiel oppervlak en zorg ervoor dat het zeker niet meer dan 2 mm schuin staat. Zo vermijdt u dat afdrukkwaliteit nadelig beïnvloed wordt.
24_Aan de slag
Windows XP Pentium III 933 MHz
Windows 2003 Server
Windows Vista Pentium IV 3 GHz 512 MB
Internet Explorer 5.0 of hoger is minimaal vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
(Pentium IV 1 GHz)
Pentium III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB)
128 MB (512 MB)
(1.024 MB)
1,5 GB
1,25 GB tot 2GB
15 GB

Macintosh

Het netwerk installeren

VEREISTEN (AANBEVOLEN)
BESTURING S-SYSTEEM
Mac OS X
10.3 ~ 10.4
Mac OS X 10.5 •Intel-
PROCESSOR RAM
•Intel­processor
Power PC G4/G5
processor
•867MHz of sneller PowerPC G4/G5
128 MB voor een MAC op basis van PowerPC (512 MB)
512 MB voor een MAC op basis van Intel (1 GB)
512 MB (1 GB) 1 GB

Linux

ONDERDEEL VEREISTEN
Besturingssysteem RedHat 8.0, 9.0 (32bit)
RedHat Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64bit) Fedora Core 1~7 (32/64bit) Mandrake 9.2 (32bit), 10.0, 10.1 (32/64bit) Mandriva 2005, 2006, 2007 (32/64bit) SuSE Linux 8.2, 9.0, 9.1 (32bit) SuSE Linux 9.2, 9.3, 10.0, 10.1 10.2 (32/64bit) SuSe Linux Enterprise Desktop 9, 10 (32/64bit) Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04 (32/64bit) Debian 3.1, 4.0 (32/64bit)
VRIJE
HDD-RU
IMTE
1 GB
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het te kunnen gebruiken als netwerkprinter. U kunt de basisnetwerkinstellingen opgeven via het bedieningspaneel van het apparaat.

Ondersteunde besturingssystemen

De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat ondersteunt:
ONDERDEEL VEREISTEN
Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base-TX Netwerkbesturingssysteem Windows 2000/XP/2003/Vista
Diverse Linux-besturingssystemen
Mac OS 10.3 ~ 10.5
Netwerkprotocollen •TCP/IP
Standard TCP/IP
•LPR
IPP/HTTP
•Bonjour
DHCP
BOOTP
Als u het DHCP-netwerkprotocol wilt instellen, downloadt u van de webpagina http://developer.apple.com/networking/bonjour/download/ het Bonjour-programma dat geschikt is voor het besturingssysteem van uw computer en installeert u het programma. Via dit programma kunt u de netwerkparameters automatisch instellen. Volg de instructies in het installatievenster. Dit programma biedt geen ondersteuning voor Linux.
PROCESSOR Pentium IV 2.4 GHz (IntelCore2)
RAM 512 MB (1.024 MB)
Vrije HDD-ruimte 1GB (2GB)
U moet een swappartitie van 300 MB of meer vastleggen om met grote gescande afbeeldingen te kunnen werken.
Het Linux-stuurprogramma voor de scanner ondersteunt de maximale optische resolutie.
Aan de slag_25

Netwerkprotocol configureren via het apparaat

U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor onderstaande stappen.
1. Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een RJ-45
Ethernet-kabel.
2. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
3. Druk op Menu op het bedieningspaneel tot u op de onderste regel van het display Netwerk ziet verschijnen.
4. Druk op OK om toegang te krijgen tot het menu.
5. Druk op de pijltoetsen tot TCP/IP verschijnt.
6. Druk op OK.
7. Druk op de pijltoetsen tot Statisch verschijnt.
8. Druk op OK.
9. Druk op de pijltoetsen tot IP-adres verschijnt.
10. Druk op OK.
Voer een byte in tussen 0 en 255 met behulp van de cijfertoetsen en druk op de pijltoetsen om van byte naar byte te gaan. Herhaal dit tot u het adres volledig hebt ingevuld (van byte 1 tot en met byte 4).
11. Wanneer u klaar bent, drukt u op OK. Herhaal stap 9 en 10 voor de configuratie van de andere
TCP/IP-parameters: subnetmasker en gateway-adres.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u niet weet hoe u het apparaat moet configureren.
U kunt de netwerkinstellingen ook opgeven via de netwerkbeheerprogramma’s.
SyncThru™ Web Admin Service
• afdrukbeheersysteem voor netwerkbeheerders.
Admin Service
efficiënte manier beheren, vanop afstand netwerkapparaten controleren en problemen oplossen vanaf iedere plek waar u internettoegang hebt tot het bedrijfsnetwerk. U kunt dit programma downloaden van http://solution.samsungprinter.com
SyncThru™ Web Service
• geïntegreerde webserver om:
- Netwerkparameters voor het apparaat te configureren, zodat u
een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
- Apparaatinstellingen aan te passen.
SetIP
: Hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol. Zie "Werken met het SetIP­programma" op pagina 26.
: hiermee kunt u netwerkapparaten op een
: Een webgebaseerd
SyncThru™ Web
.
: Een in de netwerkafdrukserver

Werken met het SetIP-programma

Dit programma wordt gebruikt om IP-adressen van netwerkapparaten in te stellen met het MAC-adres dat het hardwareserienummer van de netwerkprinterkaart of interface is. Het wordt voornamelijk door netwerkbeheerders gebruikt om de IP-adressen van meerdere netwerkapparaten tegelijk in te stellen.
U kunt het SetIP-programma alleen maar gebruiken als uw apparaat op een netwerk is aangesloten.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem Windows XP.
Als u in een niet-statische IP-adresomgeving werkt en een DHCP-netwerkprotocol moet installeren, surf dan naar
http://developer.apple.com/networking/bonjour/download/
selecteer het Bonjour-programma voor Windows dat geschikt is voor het besturingssysteem voor uw computer en installeer het programma. Via dit programma kunt u de netwerkparameter automatisch instellen. Volg de instructies in het installatievenster. Dit programma biedt geen ondersteuning voor Linux.
Het programma installeren
1. Plaats de cd met stuurprogramma’s die bij het apparaat werd geleverd.
Wanneer de stuurprogramma-cd automatisch wordt uitgevoerd, sluit u het venster.
2. Start Windows Verkenner en open station X. (X staat voor de letter die
aan het cd-romstation is toegewezen.)
3. Dubbelklik op Toepassing > (of ) > SetIP.
4. Open de map van de gewenste taal.
5. Dubbelklik op Setup.exe om dit programma te installeren.
6. Volg de aanwijzingen in het venster om de installatie te voltooien.
Het programma starten
1. Druk het rapport af met netwerkgegevens dat onder meer het MAC-
adres van uw apparaat bevat. Zie "Rapporten afdrukken" op pagina 60.
2. Selecteer in het Windows-menu Start Alle programma’s > Samsung Network Printer Utilities > SetIP > SetIP.
3. Klik op in het venster SetIP om het dialoogvenster
TCP/IP-instellingen te openen.
4. Voer het MAC-adres, IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway van de netwerkkaart in en klik vervolgens op Toepassen.
Voer het MAC-adres in zonder dubbele punt (:).
5. Als op OK klikt, drukt het apparaat de netwerkgegevens af. Bevestig of alle instellingen juist zijn.
6. Klik op Afsluiten om het programma SetIP af te sluiten.
,
26_Aan de slag

De software installeren

U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke programma’s.
De volgende procedure dient te worden gevolgd wanneer het apparaat als een netwerkapparaat wordt gebruikt. Als u een apparaat wilt verbinden door middel van een USB-kabel, raadpleegt u Software.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem Windows XP. De te volgen procedure en het pop-upvenster dat tijdens de installatie verschijnt, kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem, de printerfunctie of de gebruikte interface.
1. Controleer of de netwerkinstellingen voor het apparaat zijn voltooid. (Zie
"Het netwerk installeren" op pagina 25.) Sluit alle toepassingen op uw computer af voordat u met de installatie begint.
2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de
computer. De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster weergegeven. Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK. Als u Windows Vista gebruikt, klikt u op Start > Alle programma’s > Accessoires > Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe. Als het venster Automatisch afspelen verschijnt in Windows Vista, klikt u op Uitvoeren Setup.exe in het veld Programma installeren of
uitvoeren en klikt u op Doorgaan in het venster Gebruikersaccountbeheer.
3. Klik op Volgende.
4. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik vervolgens op Volgende.
5. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer
in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende.
Selecteer indiend nodig een taal in de keuzelijst.
Als uw apparaat niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken om de
lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen. om uw apparaat aan het netwerk toe te voegen. Als u het apparaat aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor het apparaat invoeren. Om het IP-adres of MAC-adres van uw apparaat te controleren, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af. (Zie "Rapporten afdrukken" op pagina 60.)
Selecteer Gedeelde printer (UNC) om een gedeelde netwerkprinter
(UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop Bladeren.
Als u niet zeker bent van het IP-adres, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of druk de netwerkgegevens af. (Zie "Rapporten afdrukken" op pagina 60.)
Aan de slag_27
6. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of
u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-apparaat, zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen. Schakel indien gewenst het desbetreffende selectievakje in en klik op Voltooien.
Als uw apparaat na de installatie niet naar behoren werkt, probeer dan het printerstuurprogramma opnieuw te installeren. Zie Software.
Tijdens de installatie van het printerstuurprogramma detecteert het installatieprogramma de locatiegegevens van het besturingssysteem en wordt het standaardpapierformaat voor het apparaat ingesteld. Als u een andere Windows-locatie gebruikt, moet u het papierformaat aanpassen aan het papier dat u standaard gebruikt. Ga naar de printereigenschappen om het papierformaat te wijzigen nadat de installatie is voltooid.

Basisinstellingen van het apparaat

Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg de volgende sectie om waarden in te stellen of te wijzigen.

Hoogteaanpassing

De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk die afhankelijk is van de hoogte waarop het apparaat zich boven zeeniveau bevindt. Aan de hand van de volgende informatie kunt u uw apparaat instellen op een optimale afdrukkwaliteit.
Voordat u de hoogte-instelling bepaalt, moet u controleren op welke hoogte het apparaat wordt gebruikt.
1 Normaal 2 Hoog 1 3 Hoog 2
0
1. Controleer of u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd met
behulp van de bijgeleverde cd met printersoftware.
2. Dubbelklik op het pictogram Smart Panel in de taakbalk van Windows
(of in het systeemvak van Linux). U kunt ook op Smart Panel in de statusbalk van Mac OS X klikken.
3. Klik op Instelling printer.
4. Klik op Instelling > Luchtdrukaanpassing. Selecteer de juiste waarde
in de keuzelijst en klik op Toepassen.
Als uw apparaat is aangesloten op een netwerk, verschijnt het scherm SyncThru Web Service automatisch. Klik op Machine Settings > Setup (of Machine Setup)> Altitude adj. Selecteer de juiste hoogte-instelling en klik op Toepassen.
4 Hoog 3

De taal op het display wijzigen

Volg onderstaande stappen om de taal op het display te wijzigen:
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK als Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Taal verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste taal verschijnt en druk vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.

Datum en tijd instellen

De huidige datum en tijd worden weergegeven op het display wanneer het apparaat ingeschakeld is en klaar is voor gebruik. Op al uw faxberichten worden de datum en tijd afgedrukt.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK als Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Datum en tijd verschijnt en druk op OK.
4. Voer de juiste tijd en datum in met behulp van de cijfertoetsen.
Maand = 01 tot 12 Maand = 01 tot 31 Jaar = vereist vier cijfers Uur = 01 tot 12 (12-uursnotatie)
Minuut = 00 t/m 59
5. Om VM of NM te selecteren voor de 12-uursnotatie, drukt u op de knop
00 t/m 23 (24-uursnotatie)
De datumnotatie kan verschillen van land tot land.
U kunt ook de pijltoetsen gebruiken om de cursor onder het nummer te plaatsen dat u wilt corrigeren. Daarna kunt u een nieuw nummer invoeren.
*of # of een andere cijfertoets.
Als de cursor niet onder de AM- of PM-indicator staat, kunt u de cursor onmiddellijk naar de indicator verplaatsen door op de knop drukken.
U kunt de klok ook instellen op de 24-uursnotatie (voorbeeld: 01:00 PM wordt dan weergegeven als 13:00). Raadpleeg de volgende sectie voor meer informatie.
6. Druk op OK om datum en tijd op te slaan. Als u een verkeerd nummer hebt ingevoerd, verschijnt er Buiten bereik en gaat het apparaat niet door met de volgende stap. Voer in dat geval het juiste nummer in.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
*of # te

De kloknotatie wijzigen

U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK als Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Klokmodus verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen om de andere modus te selecteren en druk op OK.
5. Druk op
Stop/Clear
om terug te keren naar gereedmodus.
28_Aan de slag

De standaardmodus wijzigen

Uw apparaat werd vooraf ingesteld op faxmodus. U kunt voor de standaardmodus schakelen tussen faxmodus en kopieermodus.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK als Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Standaardmodus verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot de standaardmodus verschijnt en druk vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.

Geluiden instellen

U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen:
Toetsgeluid: Schakelt het geluid van de toetsen aan of uit. Wanneer deze optie Aan ingedrukt.
Waarsch.geluid: Schakelt het alarmsignaal aan of uit. Wanneer deze optie Aan staat, verzending of ontvangst van een fax.
Luidspreker: Schakelt weergave van geluiden van de telefoonlijn via de luidspreker (bijv. een kiestoon of een faxsignaal) aan of uit. Als deze optie ingesteld is op Communicatie blijft de luidspreker ingeschakled tot het andere apparaat reageert.
U kunt het volume regelen met behulp van On Hook Dial.
Belsignaal: Stelt het volume van de beltoon in. Het beltoonvolume kunt u instellen op Uit, Laag, Midden en Hoog.
staat, klinkt er een toon telkens als er een toets wordt
klinkt er een alarmsignaal als er een fout optreedt of na
Luidspreker, beltoon, toetsgeluid en alarmsignaal
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het
display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op de pijltoetsen tot Geluid/Volume verschijnt en druk op OK.
3. Druk op de pijltoetsen tot de geluidsoptie verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4.
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste status of het gewenste volume voor het geselecteerde geluid verschijnt en druk vervolgens op OK.
5. Herhaal indien nodig stap 3 tot en met 5 om andere geluiden in te
stellen.
6. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
Luidsprekervolume
1. Druk op On Hook Dial. U hoort een kiestoon uit de luidspreker.
2. Druk op de pijltoetsen tot u het gewenste volume hebt.
3. Druk op Stop/Clear om de wijziging op te slaan en terug te keren
naar gereedmodus.
U kunt het volume van de luidspreker alleen wijzigen als de telefoonlijn is aangesloten.

Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren

U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij de installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam van uw bedrijf en uw faxnummer invoeren. Als u faxnummers of e-mailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijbehorende namen invoeren.
Alfanumerieke tekens invoeren
1. Als u gevraagd wordt om een letter in te voeren, zoekt u de toets met
het gewenste teken. Druk een aantal keren op deze toets tot het gewenste teken op het display verschijnt. Om bijvoorbeeld de letter O in te voeren, drukt u op 6, de toets met opschrift MNO. Elke keer dat u op 6 drukt, verschijnt op het display een andere letter, M, N, O, m, n, o en tot slot 6. U kunt ook speciale tekens invoeren (spatie, plusteken, enz.). Raadpleeg onderstaande sectie voor meer informatie.
2. Als u nog meer letters wilt invoeren, herhaalt u stap 1.
Als op dezelfde knop de volgende letter staat, verplaatst u de cursor door op de rechter pijltoets te drukken en vervolgens op de knop met de gewenste letter. De cursor gaat naar rechts en het volgende teken verschijnt op het display. U kunt een spatie invoeren door op de rechterpijltoets te drukken.
3. Na het invoeren van de letters drukt u op OK.
Letters en cijfers op het toetsenblok
TOETS TOEGEWEZEN CIJFERS, LETTERS OF TEKENS
1 @ / . ‘ 1
2 ABCabc2
3 DEFdef3
4 GHIghi4
5 JKLjkl5
6 MNOmno6
7 PQRSpqrs7
8 TUVtuv8
9 WXYZwxyz9
0 & + - , 0
Cijfers of namen corrigeren
Als u zich bij het invoeren van een nummer of naam hebt vergist, drukt u op de linker pijltoets om het laatste cijfer of teken te wissen. Voer vervolgens het juiste cijfer of teken in.
Een pauze invoegen
Bij sommige telefooncentrales moet u eerst een toegangscode (bijvoorbeeld een 9) intoetsen en vervolgens wachten tot u een tweede kiestoon hoort. In dergelijke gevallen moet u in het telefoonnummer een pauze invoegen. U kunt een pauze invoegen bij het instellen van snelknoppen of snelkiesnummers.
Om een pauze in te voegen, drukt u op Redial/Pause tijdens het invoeren van het telefoonnummer. Een "-" verschijnt op het display op de overeenkomstige locatie.
Aan de slag_29

Gebruik van de energiebesparende modus

Tonerspaarstand
In de tonerspaarstand beperkt het apparaat de hoeveelheid toner per afgedrukte pagina. Zo gaat uw tonercassette langer mee dan in normale modus. Dit gaat evenwel ten koste van de afdrukkwaliteit.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het
display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op linker/rechterpijl totdat Tonerbesparing verschijnt en druk
op OK.
4. Druk op linker/rechterpijl totdat de gewenste tijdinstelling verschijnt
en druk vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
Energiebesparende modus
Als u de energiebesparende modus inschakelt, verbruikt het apparaat minder energie wanneer het niet wordt gebruikt. U kunt deze modus inschakelen en aangeven hoe lang het apparaat na afloop van een afdrukopdracht moet wachten voordat de energiebesparende modus wordt geactiveerd.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het
display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK als Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Energ.spaarst. verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste tijdsinstelling verschijnt en
druk vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
7. Selecteer het gewenste lettertype in de lijst Tekenreeks.
8. Klik op Toepassen.
Hieronder vindt u de lettertypelijst voor de respectieve talen.
Russisch: CP866, ISO 8859/5 Latin Cyrillic
Hebreeuws: Hebrew 15Q, Hebrew-8, Hebrew-7 (alleen voor Israël)
Grieks: ISO 8859/7 Latin Greek, PC-8 Latin/Greek
Arabisch & Farsi: HP Arabic-8, Windows Arabic, Code Page 864, Farsi, ISO 8859/6 Latin Arabic
OCR: OCR-A, OCR-B

Time-out van afdruktaak instellen

U kunt instellen hoe lang één afdruktaak actief is voordat er moet worden afgedrukt. Het apparaat verwerkt inkomende gegevens als één taak als deze binnen de opgegeven tijd binnenkomen. Als er een fout optreedt bij het verwerken van gegevens die afkomstig zijn van de computer en de gegevensstroom wordt onderbroken, dan wacht het apparaat gedurende de opgegeven duur en annuleert het de afdruktaken indien de gegevensstroom niet opnieuw op gang komt.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK als Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Time-out taak verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste tijdsinstelling verschijnt en druk vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.

Het lettertype wijzigen

Het apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw regio of land wordt gebruikt.
Als u het lettertype wilt wijzigen of als u het lettertype wilt instellen in een speciale omgeving (bijv. onder DOS), kunt u de lettertype-instelling als volgt wijzigen:
1. Controleer of u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd vanaf de meegeleverde cd-rom met software.
2. Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram op de taakbalk van Windows.
3. Klik op Instelling printer.
4. Klik op Emulatie.
5. Bevestig of PCL is geselecteerd in Emulatie-instelling.
6. Klik op Instelling.
30_Aan de slag
Loading...
+ 119 hidden pages