In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
PL170/PL171
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Instellingen
Aanvullende informatie
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Dit kan brand ontstaan of persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leidden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op
de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen
en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig
verlies van gegevens.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
• microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
• HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende
eigenaars.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven
toestemming te hergebruiken of verspreiden.
• Raadpleeg voor informatie over de Open
Source-licentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf'
op de meegeleverde cd-rom.
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 31
Informatie over het maken van foto's, het opnemen
van video's en spraakmemo's door een modus te
selecteren.
Opname-instellingen 46
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in
de opnamemodus.
Weergeven en bewerken 68
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of
HDTV aansluit.
Instellingen 93
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Aanvullende informatie 100
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoud.
4
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
Auto
Programma
DUAL IS
Beautyshot
Nacht
Scène
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Bijvoorbeeld:
S
a
p
d
b
N
s
v
Beschikbaar in de
modi Programma,
DUAL IS en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
PictogramFunctie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
()Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
Selecteer OpnameFotoformaat (betekent
Selecteer Opname en vervolgens Fotoformaat).
*Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
AfkortingBetekenis
ACB
AEB
AF
DIS
DPOF
EV
ISO
OIS
WB
5
Auto Contrast Balance
(automatische contrastverbetering)
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met verschillende belichtingen)
Auto focus (automatische scherpstelling)
Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie)
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half inDruk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd,
diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichtingOverbelicht (te helder)
6
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
•
Stel de flitseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 50)
•
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 81)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
•
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp.
(pag. 29)
•
Gebruik de modus d. (pag. 38)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de
camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
•
Draai de modusdraaiknop naar N. (pag. 37)
•
Schakel de flitser in. (pag. 50)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 33)
•
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 50)
•
Pas de belichting aan. (pag. 59)
•
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 60)
•
Stel de optie voor lichtmeting in op Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader
staat. (pag. 60)
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• b
modus f 36
•
Zelfportret f 42
•
Kinderen f 43
•
Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te
voorkomen of te corrigeren)
•
Gezichtsdetectie f 55
50
f
's Nachts of in het donker foto's
maken
• s
modus > Dageraad, Zon onder f 33
• N
modus f 37
•
Flitseropties f 50
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51
Actiefoto's maken
•
Continu, Bewegingsopname f 63
De belichting aanpassen (helderheid)
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51
•
EV (de belichting aanpassen) f 59
•
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere
achtergronden)
•
L.meting f 60
•
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met
verschillende belichtingen)
60
f
63
f
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
• s
modus > Tekst f 33
•
Macro f 52
Effecten toepassen op foto's
• s
modus > Magisch kader f 34
• s
modus > Objectmarkering f 34
•
Smart filter-effecten f 64
•
Beeld aanpassen (om Contrast, Scherpte of Kleurverz.
aan te passen)
Index .......................................................................... 122
11
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Onderdelen en knoppen van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera
inschakelen
De eerste instelling uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Opties of menu's selecteren
…………………………………… 13
………………………………… 17
De batterij opladen
De camera inschakelen
……………………… 17
…………………… 17
……………… 18
…………… 20
……………… 21
… 16
… 14
Display en geluid instellen
De weergave instellen
Het geluid instellen
Foto's maken
Het scherm aan de voorzijde
inschakelen
Zoomen
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………………… 24
……………………………… 25
…………………………………… 26
………………… 23
…………………… 23
……………………… 23
………… 29
… 28
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
CameraAC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterijPolslus
Gebruiksaanwijzing op cd-romSnelstartgids
Basisfuncties
Camera-etuiHDMI-kabelA/V-kabel
BatterijopladerGeheugenkaart/
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
13
Geheugenkaartadapter
Onderdelen en knoppen van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop
Ontspanknop
Flitser
Scherm aan de voorzijde
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
Knop LCD op voorzijde
Microfoon
Luidspreker
AF-hulplampje/Timerlampje
Lens
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
Basisfuncties
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
14
Onderdelen en knoppen van de camera
Statuslampje
•
Knippert: als de camera een foto
of video opslaat, wordt uitgelezen
door een computer of printer of het
onderwerp onscherp is
•
Licht op: als de camera verbinding
maakt met een computer of heeft
scherpgesteld op het onderwerp
Hoofdscherm
Pictogram Beschrijving
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de camera
S
automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert.
Auto: Snel een foto maken met minimale instellingen.
a
Programma: hiermee stelt u zelf opties in voor de foto die u
p
maakt.
DUAL IS: Een foto maken met opties die geschikt zijn om
d
bewegingsonscherpte te voorkomen.
Beautyshot: Een foto van iemand maken met opties om
b
imperfecties in het gezicht te verbergen.
Nacht: Een foto maken met opties voor nachtelijke opnamen.
N
Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde opties
s
voor een specifieke scène.
Film: Een video opnemen.
v
Modusdraaiknop
Basisfuncties
KnopBeschrijving
Naar opties of menu's gaan.
D
c
F
t
Gemarkeerde optie of menu bevestigen.
Naar de afspeelmodus gaan.
•
In de opnamemodus naar opties gaan
•
In de afspeelmodus bestanden verwijderen
15
Zoomknop
•
In de opnamemodus: In- en uitzoomen
•
In de afspeelmodus: Inzoomen op een
deel van de foto, bestanden als miniaturen
weergeven of het volume aanpassen
De polslus bevestigen
x
y
BasisfunctiesOverige functies
De weergaveoptie wijzigen.Omhoog
De macro-optie wijzigen.Omlaag
De flitseroptie wijzigen.Naar links
De timeroptie wijzigen.Naar rechts
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Plaats een
geheugenkaart met
de goudkleurige
contactpunten naar
boven gericht.
Geheugenkaart
Batterijvergrendeling
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Schuif de vergrendeling
naar boven om de batterij
los te maken.
Plaats de batterij met
het Samsung-logo naar
boven.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
Oplaadbare batterij
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
16
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Koppel de USB-kabel aan de ACadapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het
indicatielampje op de camera aan.
Indicatielampje
•
Rood: bezig met opladen
•
Oranje: fout
•
Groen: volledig opgeladen
Basisfuncties
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 18)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
17
De eerste instelling uitvoeren
Wanneer het scherm voor de eerste instelling verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te
configureren.
Druk op [t] om Language te selecteren en druk op
1
[
t
] of [o].
Druk op [D] of [c] om een taal te selecteren en druk
2
op [
o
].
Druk op [D] of [c] om Tijdzone te selecteren en
3
druk op [
t
] of [o].
Basisfuncties
Druk op [F] of [t] om een tijdzone te selecteren en
4
druk op [
o
].
•
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [D].
Tijdzone
Londen
Terug
Druk op [D] of [c] om Datum/tijd aanpassen te
5
selecteren en druk op [
Tijdzone
Datum/tijd aanpassen
Datumtype
TerugInstellen
Druk op [F] of [t] om een item te selecteren.
6
18
Zomertijd
JJJJ MM DD
t
] of [o].
Nederlands
Londen
De eerste instelling uitvoeren
Druk op [D] of [c] om de datum en tijd in te stellen
7
en druk vervolgens op [
Druk op [D] of [c] om Datumtype te selecteren en
8
druk op [
t
] of [o].
o
].
Tijdzone
Datum/tijd
aanpassen
Datumtype
Terug
Druk op [D] of [c] om een datumnotatie in te stellen
9
en druk op [
Druk op [
10
m
Nederlands
Londen
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Uit
Instellen
o
].
] om naar de opnamemodus te gaan.
Basisfuncties
19
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
Statuspictogrammen
PictogramBeschrijving
Opnamemodus
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Geheugenkaart niet geplaatst
(intern geheugen)
Geheugenkaart geplaatst
•
: volledig opgeladen
•
: gedeeltelijk
opgeladen
•
: leeg (opladen)
Spraakmemo
1
2
3
PictogramBeschrijving
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Huidige datum en tijd
Fotoresolutie als de
intelligente zoomfunctie is
ingeschakeld
2
Optiepictogrammen (aan de rechterkant)
Pictogram Beschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Fotokwaliteit
Framesnelheid
Lichtmeting
Flitser
Timer
Autofocusinstelling
Basisfuncties
20
Pictogram Beschrijving
Gezichtsdetectie
Microfoon gedempt
3
Optiepictogrammen (aan de linkerkant)
Pictogram Beschrijving
Diafragma en sluitertijd
Lange sluitertijd
Belichtingswaarde aangepast
Witbalans
Gezichtstint
Gezichtsretouch
ISO-waarde
Smart filter
Beeldaanpassing (contrast,
scherpte en kleurverzadiging)
Type serieopnamen
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Opties of menu's selecteren
U kunt opties selecteren door te drukken op [m] en [D], [c], [F] of [t]. Druk op [o] om te bevestigen.
U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer een optie of menu.
2
•
Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan.
•
Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het
3
gemarkeerde menu te bevestigen.
m
].
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk nogmaals op [m] om terug te gaan naar het vorige
menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
21
Opties of menu's selecteren
Voorbeeld: Een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus
Draai de modusdraaiknop naar p.
1
Druk op [
m
2
Opname
Geluid
Instellingen
Frontdisplay
Display
Instellingen
Afsl.
Druk op [D] of [c] om Opname te selecteren en druk
3
op [
t
].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Wijzigen
] of [o].
Basisfuncties
Druk op [D] of [c] om Witbalans te selecteren en
4
druk op [
t
] of [o].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl.Terug
Druk op [F] of [t] om een optie voor witbalans te
5
selecteren.
Daglicht
Verpl.
Druk op [o].
6
22
Terug
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
De weergave instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of
afspeelmodus.
Druk meerdere keren op [D] om het type weergave te
wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen
Modus
Opname
Afspelen
Beschrijving
•
Informatie over opnemen verbergen, uitgezonderd
basisinstellingen, zoals het beschikbare aantal
foto's, de beschikbare opnametijd en het
batterijpictogram.
•
Alle opname-informatie weergeven.
•
Alle informatie over de huidige foto verbergen.
•
Informatie weergeven over het huidige bestand,
uitgezonderd bestandsinformatie.
•
Alle informatie over het huidige bestand
weergeven.
Basisfuncties
Het geluid instellen
Het geluid instellen dat de camera maakt wanneer u functies
uitvoert.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [
1
Selecteer GeluidPiepjes.
2
Selecteer een optie.
3
Optie
Uit
1/2/3
23
Beschrijving
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
m
].
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt maken in de Auto-modus.
Draai de modusdraaiknop naar a.
1
Plaats het onderwerp in het kader.
2
Basisfuncties
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in
beeld is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
4
maken.
Zie pagina 29 voor tips om betere foto's te maken.
24
Foto's maken
Het scherm aan de voorzijde inschakelen
Het scherm aan de voorzijde helpt u bij het maken van
zelfportretten of foto's van kinderen of springende mensen.
Met de Kinderenmodus kunt u een korte animatie afspelen op
het scherm aan de voorzijde om de aandacht van een kind te
trekken. (pag. 43)
Druk in de opnamemodus op de knop LCD op voorzijde.
1
Selecteer een opnameoptie.
2
Zelfportret
Basisfuncties
Pictogram
Beschrijving
Frontdisplay aan: Het scherm aan de voorzijde
inschakelen.
Zelfportret: Uzelf op het scherm aan de voorzijde
bekijken wanneer u een zelfportret maakt. (pag. 42)
Kinderen: Een korte animatie op het scherm aan
de voorzijde afspelen om de aandacht van kinderen
te trekken. (pag. 43)
Sprongopname: Een visueel teken op het scherm
aan de voorzijde weergeven, zodat springende
mensen hun sprong op het juiste moment kunnen
uitvoeren. (pag. 43)
•
Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan
de voorzijde actief. (pag. 49)
•
Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt,
kunt u mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet
duidelijk zien.
•
Wanneer u diashows of filmpjes afspeelt, wordt het scherm aan de
voorzijde mogelijk niet geactiveerd, zelfs niet als u op de knop LCD
drukt.
•
Zelfportret wordt automatisch geselecteerd als u niet binnen 3
seconden een optie selecteert.
•
U kunt de camera zodanig instellen dat deze in de Zelfportret- of
Kinderenmodus automatisch een foto maakt wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd. (pag. 95)
25
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan
optisch en digitaal 5X inzoomen en heeft tevens een intelligente
zoomfunctie voor 2X inzoomen. De intelligente en digitale
zoomfunctie kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
Zoomverhouding
Uitzoomen
De beschikbare zoomverhouding voor video's verschilt van de
zoomverhouding voor foto's.
Inzoomen
Basisfuncties
Digitale zoom
aps
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25 keer inzoomen
als u zowel de optische als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
•
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met de het Smart filtereffect of de Tracking AF-optie.
•
Als u een foto maakt met digitale zoom, kan de fotokwaliteit minder
worden.
26
Foto's maken
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen
bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De
resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding
als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer
inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie
gebruikt.
Zoomindicator
•
De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar met het intelligente
filtereffect of de optie Tracking AF.
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de
4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt
terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente
zoomfunctie automatisch uitgeschakeld.
•
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan bij digitaal zoomen. De fotokwaliteit kan echter wel
minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
Saps
Fotoresolutie als intelligent
zoomen in ingeschakeld
Optisch bereik
Bereik intelligent zoomen
Basisfuncties
Intelligent zoomen instellen
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer OpnameIntelli-zoom.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
27
Beschrijving
Uit: De intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: De intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
m
].
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
apbNsv
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctieNa correctie
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer Opname of FilmOIS.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
m
].
Basisfuncties
•
OIS werkt in de volgende omstandigheden mogelijk niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te
volgen
- wanneer u digitale zoom gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer u een lagere sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
•
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OISfunctie bij gebruik van een statief uit.
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
28
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch
aan.
De camera stelt de diafragmawaarde
en sluitersnelheid automatisch in.
Scherpstelkader
•
Druk de [Ontspanknop] volledig
in om een foto te maken als het
scherpstelkader groen is.
•
Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het scherpstelkader rood is.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte voorkomen
•
Stel de OIS-optie (Optical Image Stabilization)
in om de bewegingsonscherpte te reduceren.
(pag. 28)
•
Selecteer de modus d om de
bewegingsonscherpte optisch en digitaal te
reduceren. (pag. 38)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet is ingesteld op
Langz sync of Uit. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
•
Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 50)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
29
Loading...
+ 96 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.