Samsung PL170, PL171 User Manual [nl]

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
PL170/PL171
Inhoud
Basisfuncties
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Instellingen
Aanvullende informatie
Index

Informatie over gezondheid en veiligheid

Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Dit kan brand ontstaan of persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leidden dat batterijen exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de camera aan.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Raadpleeg voor informatie over de Open
Source-licentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf' op de meegeleverde cd-rom.
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 31
Informatie over het maken van foto's, het opnemen van video's en spraakmemo's door een modus te selecteren.
Opname-instellingen 46
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Weergeven en bewerken 68
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit.
Instellingen 93
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Aanvullende informatie 100
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
4
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
Auto
Programma
DUAL IS
Beautyshot
Nacht
Scène
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Bijvoorbeeld:
S a p d b N s v
Beschikbaar in de modi Programma, DUAL IS en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
() Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
Selecteer Opname Fotoformaat (betekent Selecteer Opname en vervolgens Fotoformaat).
* Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
AEB
AF
DIS
DPOF
EV
ISO
OIS
WB
5
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen)
Auto focus (automatische scherpstelling)
Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie)
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
Exposure Value (belichtingswaarde)
International Organization for Standardization
Optical Image Stabilization (optische beeldstabilisatie)
White Balance (witbalans)
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting Overbelicht (te helder)
6

Algemene problemen oplossen

Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp.
Het onderwerp is te donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 50)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 81)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 29)
Gebruik de modus d. (pag. 38)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Draai de modusdraaiknop naar N. (pag. 37)
Schakel de flitser in. (pag. 50)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 33)
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 50)
Pas de belichting aan. (pag. 59)
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 60)
Stel de optie voor lichtmeting in op Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 60)
7

Beknopt overzicht

Foto's van mensen maken
b
modus f 36
Zelfportret f 42
Kinderen f 43
Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te voorkomen of te corrigeren)
Gezichtsdetectie f 55
50
f
's Nachts of in het donker foto's maken
s
modus > Dageraad, Zon onder f 33
N
modus f 37
Flitseropties f 50
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51
Actiefoto's maken
Continu, Bewegingsopname f 63
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51
EV (de belichting aanpassen) f 59
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere achtergronden)
L.meting f 60
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met verschillende belichtingen)
60
f
63
f
Foto's maken van tekst, insecten en bloemen
s
modus > Tekst f 33
Macro f 52
Effecten toepassen op foto's
s
modus > Magisch kader f 34
s
modus > Objectmarkering f 34
Smart filter-effecten f 64
Beeld aanpassen (om Contrast, Scherpte of Kleurverz. aan te passen)
67
f
Bewegingsonscherpte voorkomen
OIS (Optical Image Stabilization) f 28
d
modus f 38
8
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
71
f
Bestanden weergeven als miniaturen
Bestanden op de geheugenkaart verwijderen
f
Foto's als diashow weergeven
Bestanden weergeven op een televisie of HDTV
De camera op een computer aansluiten
Geluid en volume aanpassen
f
De helderheid van het scherm aanpassen
De schermtaal wijzigen f 97
De datum en tijd instellen
f
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
f
73
95
97
110
72
f
75
f
f
86
f
96
f
84

Inhoud

Basisfuncties
Uitpakken .................................................................... 13
Onderdelen en knoppen van de camera .................... 14
De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... 16
De batterij opladen en de camera inschakelen .......... 17
De eerste instelling uitvoeren ...................................... 18
Uitleg over de pictogrammen ...................................... 20
Opties of menu's selecteren ....................................... 21
Display en geluid instellen ........................................... 23
Foto's maken ............................................................... 24
Tips om betere foto's te maken .................................. 29
..................................................................... 12
De batterij opladen ..................................................... 17
De camera inschakelen .............................................. 17
De weergave instellen ................................................. 23
Het geluid instellen ..................................................... 23
Het scherm aan de voorzijde inschakelen ..................... 25
Zoomen .................................................................... 26
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ....................... 28
Uitgebreide functies
Opnamemodi ............................................................... 32
Foto's maken met het scherm aan de voorzijde ........ 42
Spraakmemo's opnemen ............................................ 45
9
......................................................... 31
De Smart Auto-modus gebruiken ................................. 32
De Scènemodus gebruiken ......................................... 33
De Magische kadermodus gebruiken ........................... 34
De Objectmarkeringsmodus gebruiken ......................... 34
De Beautyshot-modus gebruiken ................................ 36
De Nachtmodus gebruiken ......................................... 37
De DUAL IS-modus gebruiken ..................................... 38
De Programmamodus gebruiken ................................. 38
De Filmmodus gebruiken ............................................ 39
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken .............. 40
De Zelfportretmodus gebruiken .................................... 42
De Kinderenmodus gebruiken ..................................... 43
De sprongopname-timer gebruiken .............................. 43
Een video maken met het scherm aan de voorzijde ....... 44
Een spraakmemo opnemen ........................................ 45
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ................... 45
Inhoud
Opname-instellingen
........................................................ 46
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ........................ 47
De resolutie selecteren ............................................... 47
Een fotokwaliteit selecteren ......................................... 48
De timer gebruiken ...................................................... 49
Opnamen in het donker maken ................................... 50
Rode ogen voorkomen ............................................... 50
De flitser gebruiken ..................................................... 50
De ISO-waarde aanpassen ......................................... 51
De scherpstelling aanpassen ...................................... 52
Macro gebruiken ........................................................ 52
Autofocus gebruiken ................................................... 52
Meebewegende autofocus gebruiken .......................... 53
Het scherpstelgebied aanpassen ................................. 54
Gezichtsdetectie gebruiken ........................................ 55
Gezichten detecteren ................................................. 55
Een foto van een lachend gezicht maken ..................... 56
Knipperende ogen detecteren ..................................... 56
Slimme gezichtsherkenning gebruiken .......................... 57
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ................... 58
Helderheid en kleur aanpassen ................................... 59
De belichting handmatig aanpassen (EV) ...................... 59
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ............................ 60
De lichtmeetmethode wijzigen ..................................... 60
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ............................. 61
Serieopnamen ............................................................. 63
Effecten toepassen/beelden aanpassen ..................... 64
Smart filter-effecten toepassen .................................... 64
Foto's aanpassen ....................................................... 67
Weergeven en bewerken
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus .. 69
De afspeelmodus starten ............................................ 69
Foto's weergeven ....................................................... 74
Een video afspelen ..................................................... 76
Een spraakmemo afspelen .......................................... 78
Foto's bewerken .......................................................... 79
Het formaat van foto's aanpassen ................................ 79
Een foto draaien ......................................................... 79
Smart filter-effecten toepassen .................................... 80
Foto's aanpassen ....................................................... 81
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................. 82
Bestanden weergeven op een televisie of HDTV ........ 84
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen ................................................................ 86
Bestanden overbrengen met Intelli-studio ..................... 87
Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten
De camera loskoppelen (Windows XP) ......................... 90
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ..... 91
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken ....... 92
10
................................................. 68
................................. 89
Inhoud
Instellingen
........................................................................ 93
Instellingenmenu ......................................................... 94
Het instellingenmenu openen ...................................... 94
Geluid ....................................................................... 95
Instellingen van het scherm aan de voorzijde ................. 95
Display ...................................................................... 96
Instellingen ................................................................. 97
Aanvullende informatie
.................................................. 100
Foutmeldingen ........................................................... 101
Cameraonderhoud .................................................... 102
De camera reinigen .................................................. 102
De camera gebruiken of opbergen ............................. 103
Geheugenkaarten .................................................... 104
De batterij ................................................................ 106
Voordat u contact opneemt met een servicecenter . 110
Cameraspecificaties .................................................. 113
Woordenlijst ............................................................... 117
Index .......................................................................... 122
11

Basisfuncties

Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Onderdelen en knoppen van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera inschakelen
De eerste instelling uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Opties of menu's selecteren
…………………………………… 13
………………………………… 17 De batterij opladen De camera inschakelen
……………………… 17
…………………… 17
……………… 18
…………… 20
……………… 21
… 16
… 14
Display en geluid instellen
De weergave instellen Het geluid instellen
Foto's maken
Het scherm aan de voorzijde inschakelen Zoomen Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………………… 24
……………………………… 25
…………………………………… 26
………………… 23
…………………… 23
……………………… 23
………… 29
… 28

Uitpakken

De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
Camera AC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Gebruiksaanwijzing op cd-rom Snelstartgids
Basisfuncties
Camera-etui HDMI-kabel A/V-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart/
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd.
13
Geheugenkaartadapter

Onderdelen en knoppen van de camera

Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop
Ontspanknop
Flitser
Scherm aan de voorzijde
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
Knop LCD op voorzijde
Microfoon
Luidspreker
AF-hulplampje/Timerlampje
Lens
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
Basisfuncties
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
14
Onderdelen en knoppen van de camera
Statuslampje
Knippert: als de camera een foto of video opslaat, wordt uitgelezen door een computer of printer of het onderwerp onscherp is
Licht op: als de camera verbinding maakt met een computer of heeft scherpgesteld op het onderwerp
Hoofdscherm
Pictogram Beschrijving
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de camera
S
automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert.
Auto: Snel een foto maken met minimale instellingen.
a
Programma: hiermee stelt u zelf opties in voor de foto die u
p
maakt.
DUAL IS: Een foto maken met opties die geschikt zijn om
d
bewegingsonscherpte te voorkomen.
Beautyshot: Een foto van iemand maken met opties om
b
imperfecties in het gezicht te verbergen.
Nacht: Een foto maken met opties voor nachtelijke opnamen.
N
Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde opties
s
voor een specifieke scène.
Film: Een video opnemen.
v
Modusdraaiknop
Basisfuncties
Knop Beschrijving
Naar opties of menu's gaan.
D
c F
t
Gemarkeerde optie of menu bevestigen.
Naar de afspeelmodus gaan.
In de opnamemodus naar opties gaan
In de afspeelmodus bestanden verwijderen
15
Zoomknop
In de opnamemodus: In- en uitzoomen
In de afspeelmodus: Inzoomen op een deel van de foto, bestanden als miniaturen weergeven of het volume aanpassen
De polslus bevestigen
x
y
Basisfuncties Overige functies
De weergaveoptie wijzigen. Omhoog
De macro-optie wijzigen. Omlaag
De flitseroptie wijzigen. Naar links
De timeroptie wijzigen. Naar rechts

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Plaats een
geheugenkaart met
de goudkleurige
contactpunten naar
boven gericht.
Geheugenkaart
Batterijvergrendeling
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf.
Schuif de vergrendeling naar boven om de batterij los te maken.
Plaats de batterij met
het Samsung-logo naar
boven.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
Oplaadbare batterij
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen geheugenkaart is geplaatst.
16

De batterij opladen en de camera inschakelen

De batterij opladen

Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Koppel de USB-kabel aan de AC­adapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op de camera aan.
Indicatielampje
Rood: bezig met opladen
Oranje: fout
Groen: volledig opgeladen
Basisfuncties

De camera inschakelen

Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 18)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
17

De eerste instelling uitvoeren

Wanneer het scherm voor de eerste instelling verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren.
Druk op [t] om Language te selecteren en druk op
1
[
t
] of [o].
Druk op [D] of [c] om een taal te selecteren en druk
2
op [
o
].
Druk op [D] of [c] om Tijdzone te selecteren en
3
druk op [
t
] of [o].
Basisfuncties
Druk op [F] of [t] om een tijdzone te selecteren en
4
druk op [
o
].
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [D].
Tijdzone
Londen
Terug
Druk op [D] of [c] om Datum/tijd aanpassen te
5
selecteren en druk op [
Tijdzone
Datum/tijd aanpassen
Datumtype
Terug Instellen
Druk op [F] of [t] om een item te selecteren.
6
18
Zomertijd
JJJJ MM DD
t
] of [o].
Nederlands
Londen
De eerste instelling uitvoeren
Druk op [D] of [c] om de datum en tijd in te stellen
7
en druk vervolgens op [
Druk op [D] of [c] om Datumtype te selecteren en
8
druk op [
t
] of [o].
o
].
Tijdzone Datum/tijd
aanpassen Datumtype
Terug
Druk op [D] of [c] om een datumnotatie in te stellen
9
en druk op [
Druk op [
10
m
Nederlands
Londen
JJJJ/MM/DD MM/DD/JJJJ DD/MM/JJJJ Uit
Instellen
o
].
] om naar de opnamemodus te gaan.
Basisfuncties
19

Uitleg over de pictogrammen

Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
Statuspictogrammen
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Geheugenkaart niet geplaatst (intern geheugen)
Geheugenkaart geplaatst
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk
opgeladen
: leeg (opladen)
Spraakmemo
1
2
3
Pictogram Beschrijving
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Huidige datum en tijd
Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld
2
Optiepictogrammen (aan de rechterkant)
Pictogram Beschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Fotokwaliteit
Framesnelheid
Lichtmeting
Flitser
Timer
Autofocusinstelling
Basisfuncties
20
Pictogram Beschrijving
Gezichtsdetectie
Microfoon gedempt
3
Optiepictogrammen (aan de linkerkant)
Pictogram Beschrijving
Diafragma en sluitertijd
Lange sluitertijd
Belichtingswaarde aangepast
Witbalans
Gezichtstint
Gezichtsretouch
ISO-waarde
Smart filter
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en kleurverzadiging)
Type serieopnamen
Optische beeldstabilisatie (OIS)

Opties of menu's selecteren

U kunt opties selecteren door te drukken op [m] en [D], [c], [F] of [t]. Druk op [o] om te bevestigen.
U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer een optie of menu.
2
Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan.
Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het
3
gemarkeerde menu te bevestigen.
m
].
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk nogmaals op [m] om terug te gaan naar het vorige menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
21
Opties of menu's selecteren
Voorbeeld: Een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus
Draai de modusdraaiknop naar p.
1
Druk op [
m
2
Opname
Geluid Instellingen
Frontdisplay Display
Instellingen
Afsl.
Druk op [D] of [c] om Opname te selecteren en druk
3
op [
t
].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Wijzigen
] of [o].
Basisfuncties
Druk op [D] of [c] om Witbalans te selecteren en
4
druk op [
t
] of [o].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl. Terug
Druk op [F] of [t] om een optie voor witbalans te
5
selecteren.
Daglicht
Verpl.
Druk op [o].
6
22
Terug

Display en geluid instellen

Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.

De weergave instellen

U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus.
Druk meerdere keren op [D] om het type weergave te wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen
Modus
Opname
Afspelen
Beschrijving
Informatie over opnemen verbergen, uitgezonderd basisinstellingen, zoals het beschikbare aantal foto's, de beschikbare opnametijd en het batterijpictogram.
Alle opname-informatie weergeven.
Alle informatie over de huidige foto verbergen.
Informatie weergeven over het huidige bestand, uitgezonderd bestandsinformatie.
Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Basisfuncties

Het geluid instellen

Het geluid instellen dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [
1
Selecteer Geluid Piepjes.
2
Selecteer een optie.
3
Optie
Uit
1/2/3
23
Beschrijving
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
m
].

Foto's maken

Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt maken in de Auto-modus.
Draai de modusdraaiknop naar a.
1
Plaats het onderwerp in het kader.
2
Basisfuncties
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
4
maken.
Zie pagina 29 voor tips om betere foto's te maken.
24
Foto's maken

Het scherm aan de voorzijde inschakelen

Het scherm aan de voorzijde helpt u bij het maken van zelfportretten of foto's van kinderen of springende mensen. Met de Kinderenmodus kunt u een korte animatie afspelen op het scherm aan de voorzijde om de aandacht van een kind te trekken. (pag. 43)
Druk in de opnamemodus op de knop LCD op voorzijde.
1
Selecteer een opnameoptie.
2
Zelfportret
Basisfuncties
Pictogram
Beschrijving
Frontdisplay aan: Het scherm aan de voorzijde inschakelen.
Zelfportret: Uzelf op het scherm aan de voorzijde bekijken wanneer u een zelfportret maakt. (pag. 42)
Kinderen: Een korte animatie op het scherm aan de voorzijde afspelen om de aandacht van kinderen te trekken. (pag. 43)
Sprongopname: Een visueel teken op het scherm aan de voorzijde weergeven, zodat springende mensen hun sprong op het juiste moment kunnen uitvoeren. (pag. 43)
Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan de voorzijde actief. (pag. 49)
Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt, kunt u mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet duidelijk zien.
Wanneer u diashows of filmpjes afspeelt, wordt het scherm aan de voorzijde mogelijk niet geactiveerd, zelfs niet als u op de knop LCD drukt.
Zelfportret wordt automatisch geselecteerd als u niet binnen 3 seconden een optie selecteert.
U kunt de camera zodanig instellen dat deze in de Zelfportret- of Kinderenmodus automatisch een foto maakt wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. (pag. 95)
25
Foto's maken

Zoomen

U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan optisch en digitaal 5X inzoomen en heeft tevens een intelligente zoomfunctie voor 2X inzoomen. De intelligente en digitale zoomfunctie kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
Zoomverhouding
Uitzoomen
De beschikbare zoomverhouding voor video's verschilt van de zoomverhouding voor foto's.
Inzoomen
Basisfuncties
Digitale zoom
aps
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25 keer inzoomen als u zowel de optische als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met de het Smart filter­effect of de Tracking AF-optie.
Als u een foto maakt met digitale zoom, kan de fotokwaliteit minder worden.
26
Foto's maken
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt.
Zoomindicator
De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar met het intelligente filtereffect of de optie Tracking AF.
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch uitgeschakeld.
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder kwaliteitsverlies dan bij digitaal zoomen. De fotokwaliteit kan echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
Saps
Fotoresolutie als intelligent
zoomen in ingeschakeld
Optisch bereik
Bereik intelligent zoomen
Basisfuncties
Intelligent zoomen instellen
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer Opname Intelli-zoom.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
27
Beschrijving
Uit: De intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: De intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
m
].
Foto's maken

Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)

apbNsv
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken.
Vóór correctie Na correctie
Druk in de opnamemodus op [
1
Selecteer Opname of Film OIS.
2
Selecteer een optie.
3
Pictogram
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
m
].
Basisfuncties
OIS werkt in de volgende omstandigheden mogelijk niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen
- wanneer u digitale zoom gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer u een lagere sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor nachtopnamen)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS­functie bij gebruik van een statief uit.
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
28

Tips om betere foto's te maken

De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De camera past de scherpstellingen en belichting automatisch aan.
De camera stelt de diafragmawaarde en sluitersnelheid automatisch in.
Scherpstelkader
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken als het scherpstelkader groen is.
Pas de compositie aan en druk de [Ontspanknop] nogmaals half in als het scherpstelkader rood is.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte voorkomen
Stel de OIS-optie (Optical Image Stabilization) in om de bewegingsonscherpte te reduceren. (pag. 28)
Selecteer de modus d om de bewegingsonscherpte optisch en digitaal te reduceren. (pag. 38)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet is ingesteld op Langz sync of Uit. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 50)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51)
29
Loading...
+ 96 hidden pages