In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Bekende problemen
Beknopt overzicht
User Manual
PL100/PL101
Inhoud
Basisfuncties
Geavanceerde functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Aanvullende informatie
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Waarschuwingen
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in
dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires
van de camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires
kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en t
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen
ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale t
regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, t
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door t
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of t
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, t
vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan
bewegende delen en interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere t
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op t
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik t
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en t
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan
poorten, stekkers en accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, t
sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg
van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan t
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door
extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen
afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen t
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, t
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart
met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera
plaatst.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst t
of verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware t
klappen of druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera t
of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een
dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of t
geheugenkaart.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot
schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de
garantie.
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de t
beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de t
lens met een zachte, schone doek.
Belangrijke gebruiksinformatie
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de
garantie gedekt.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan t
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van t
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als t
u de oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn t
bedoeld.
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en
vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische
schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming
optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is
verdampt, alvorens u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
3
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde t
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.t
Cameraspecificaties of de inhoud van deze t
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u t
het bestand "OpenSourceInfo.pdf" op de meegeleverde
cd-rom.
Basisfuncties 11
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Geavanceerde functies 27
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een
modus te selecteren en hoe u video's of spraakmemo's
opneemt.
Opnameopties 39
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in
de opnamemodus kunt kiezen.
Afspelen/bewerken 55
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter of televisie
aansluit.
Aanvullende informatie 76
Hier vindt u informatie over instellingen en
foutmeldingen, alsmede specificaties en
onderhoudstips.
4
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Beschikbaar in de
modi Programma,
DIS en Film
OpnamemodusPictogram
Smart Auto
Auto
Programma
DIS
Beautyshot
Nacht
Scène
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De s modus ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Voorbeeld:
S
a
p
d
b
N
s
v
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop]
[ ]
(staat voor de ontspanknop)
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
→
Selecteer Opname→Witbalans (dit betekent
selecteer Opname en vervolgens Witbalans)
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
AEB
AF
DIS
DPOF
EV
WB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met verschillende belichtingen)
Auto Focus (autofocus)
Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie)
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
Exposure Value (belichtingswaarde)
White Balance (witbalans)
5
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
tDruk [Ontspanknop]: half in: druk de ontspanknop half in
Druk op [tOntspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half inDruk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerpt: het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrondt: de objecten rondom het onderwerp
Compositiet: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichtingOverbelicht (te helder)
6
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Foto's bevatten stofvlekjes.
Foto's zijn wazig.
Foto's zijn wazig bij
avondopnamen.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op t
Als de foto al is gemaakt, selecteert u t
Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.t
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t43)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed stil
houdt.
Druk [tOntspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 25)
Gebruik de t
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Draai de modusdraaiknop naar t
Schakel de flitser in. (pag. t42)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t43)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.t
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen
de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.t
Selecteert
Stel de flitsoptie in op t
Pas de belichting aan. (pag. t49)
Stel de optie Automatische contrastbalans (tACB) in. (pag. 49)
Stel de lichtmeting in opt
(pag. 50)
d
Tegenl. in de modus s. (pag. 29)
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 42)
-modus. (pag. 32)
Invulflits. (pag. 42)
Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
12
Onderdelen en functies
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u de camera in gebruik neemt.
Ontspanknop
AF-hulplampje/timerlampje
Scherm aan de voorzijde
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of
A/V-kabel
Power-knop
Basisfuncties
13
Microfoon
Knop LCD op voorzijde
Flitser
Lens
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Onderdelen en functies
Statuslampje
Knippertt: Bij opslaan van een foto of
video, uitlezen door een computer of
printer of bij een onscherp onderwerp
Brandtt: Bij aansluiting op een
computer of wanneer de camera is
scherpgesteld
Hoofdscherm
Modusdraaiknop
Pictogram ModusBeschrijving
Smart Auto
S
Auto
a
Programma
p
DIS
d
Beautyshot
b
Nacht
N
Scène
s
Film
v
Een foto maken door de camera een geschikte
modus voor de scène te laten selecteren
Snel een foto maken met minimale instellingen
Een foto maken met instelling van opties
Een foto maken met opties die geschikt zijn om
bewegingsonscherpte te voorkomen
Een foto van iemand nemen met opties om
onvolkomenheden in het gezicht te verbergen
Een foto nemen met opties voor nachtelijke opnamen
Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène
Een video opnemen
Zoomknop
In- en uitzoomen in de opnamemodust
Inzoomen op een deel van een foto of bestanden t
als miniaturen bekijken in de weergavemodus
Volume regelen in de weergavemodust
Luidspreker
KnopBeschrijving
m
Navigatie
o
Afspelen
Functie
Naar opties of menu's
In de opnamemodus
D
Weergaveoptie wijzigen
M
Macro-optie wijzigen
F
Flitseroptie wijzigen
t
Timeroptie wijzigen
Gemarkeerde optie of menu bevestigen
Naar de weergavemodus
Toegang tot opties in de opnamemodust
Bestanden verwijderen in de weergavemodust
1
2
Bij instellen
Omhoog
Omlaag
Naar links
Naar rechts
Basisfuncties
14
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Batterijvergrendeling
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
Zorg dat bij het plaatsen van
de batterij het Samsung-logo
omhoog is gericht.
Basisfuncties
Batterij
Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er
geen geheugenkaart is geplaatst. Geheugenkaarten plaatsen voor het opslaan
van extra foto’s en video’s.
15
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Indicatielampje
Roodt: bezig met opladen
Groent: volledig opgeladen
Basisfuncties
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de t
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 17)
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Als u uw camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
16
De eerste instellingen uitvoeren
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren.
Druk op [
1
POWER].
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u t
de camera voor het eerst inschakelt.
Druk op [2 t
vervolgens op [
] om Language te selecteren en druk
t
] of [o].
BackDST
Druk op [3 D
vervolgens op [
Druk op [
4
] of [M] om een taal te selecteren en druk
o
].
D
] of [M] om Time Zone (Tijdzone) te
selecteren en druk vervolgens op [
F
Druk op [
5
druk vervolgens op [
] of [t] om een tijdzone te selecteren en
o
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [t
].
t
] of [o].
D
].
Basisfuncties
Druk op [6 D
selecteren en druk vervolgens op [
Druk op [
7
Druk op [8 D
] of [M] om Date & Time (Datum/tijd) te
t
F
] of [t] om een onderdeel te selecteren.
Language
Date & Time
Time Zone
yyyy mm dd
/ 01 / 01 10:00 Off
2010
: English
: 10/01/01
: London
SetBack
] of [M] om de datum en tijd of een
] of [o].
datumnotatie te selecteren en druk vervolgens op [
17
o
].
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties.
U kunt opties selecteren door te drukken op [m] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([D], [M], [F], [t]).
U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [1 m
Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of
2
].
menu te scrollen.
Druk op [t
F
] of [t] om naar links of rechts te gaan.
D
Druk op [t
EV
TerugVerpl.
Druk op [3 o
] of [M] om omhoog of omlaag te gaan.
] om de gemarkeerde keuze te bevestigen.
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk op [m] om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk op de [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan.
19
Opties selecteren
Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren
Draai de modusdraaiknop naar 1 p
Druk op [2 m
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Afsl.Wijzigen
Druk op [3 D
druk vervolgens op [
].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Autom. scherpstellen
] of [M] om naar Opname te bladeren en
t
] of [o].
.
Basisfuncties
Druk op [4 D
] of [M] om naar Witbalans te bladeren
en druk vervolgens op [
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Autom. scherpstellen
Afsl.
Druk op [5 F
] of [t] om naar een witbalansoptie te
bladeren.
Daglicht
Terug
Druk op [6 o
].
20
Terug
Verpl.
t
] of [o].
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het displaytype wijzigen
U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus
selecteren.
Druk meerdere keren op [D] om een displaytype te
wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen.
ModusBeschrijving
Alle opname-informatie weergevent
Opname
Afspelen
Opname-informatie verbergen, behalve het aantal t
resterende foto's (of de resterende opnametijd) en
het batterijpictogram
Informatie over de huidige foto weergevent
Informatie over de huidige foto verbergent
Informatie over het huidige bestand weergeven, t
behalve de opname-instellingen en de
opnamedatum
Basisfuncties
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Druk in de opname- of weergavemodus op [1 m
Selecteer
2
Geluid Piepjes een optie.
OptieBeschrijving
Uit
1/2/3
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
21
].
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Automodus eenvoudig en snel foto's te maken.
Draai de modusdraaiknop naar 1 a
Kadreer het onderwerp.
2
.
Basisfuncties
Druk [3 Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld t
is.
Druk [4 Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 25 voor tips om betere foto's te maken.
22
Foto's maken
Het scherm aan de voorzijde inschakelen
Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van
zelfportretten en foto’s van kinderen. U kunt het scherm aan de
voorzijde ook gebruiken in de Dubbelportretmodus. (pag. 35)
Druk op de knop [LCD op voorzijde] om het scherm aan de
voorzijde in te schakelen.
Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan t
de voorzijde actief. (pag. 41)
Als u het scherm aan de voorzijde inschakelt, worden wellicht niet t
de pictogrammen op het hoofdscherm weergegeven en gaat de
verlichting van het hoofdscherm mogelijk uit.
Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt, t
kunt u mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet
duidelijk zien.
Basisfuncties
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
3X optische zoom en 3X digitale zoom. Door beide te gebruiken,
kunt u tot 9 keer inzoomen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Zoomverhouding
InzoomenUitzoomen
23
Foto's maken
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de t
modi S, d, b, s (in bepaalde scènes), N en v en in
combinatie met Gezichtsdetectie.
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat t
een foto is opgeslagen.
Basisfuncties
24
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
Druk op [•Ontspanknop] om een
foto te maken als het kader groen is.
Pas het kader aan en druk. •
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het kader rood is.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte voorkomen
Selecteer de modus d om
bewegingsonscherpte digitaal te verminderen.
(pag. 32)
Als H wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel de flitser in op •Invulflits. (pag. 42)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. •43)
25
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond -
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
-
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
het onderwerp glanst -
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën -
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld -
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken.
Wanneer u foto's maakt bij weinig lichtt
Schakel de flitser in.
(pag. 42)
Wanneer onderwerpen snel bewegent
Gebruik de functie
Continu of Bew.
detectie. (pag. 52)
Basisfuncties
26
Geavanceerde functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te
selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt.
Opnamemodi
De Smart Auto-modus gebruiken
De Scènemodus gebruiken
De kadergids gebruiken
De Nachtmodus gebruiken
De Beautyshot-modus gebruiken
De DIS-modus gebruiken
De Programmamodus gebruiken
Een video opnemen
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de
voorzijde
De Zelfportretmodus gebruiken
De Dubbelportretmodus gebruiken
De Kinderenmodus gebruiken
Een video maken met behulp van het scherm aan de
voorzijde
Spraakmemo's opnemen
Een spraakmemo opnemen
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
…………………………………………… 28
……………………… 28
…………………………… 29
………………………………… 30
…………………………… 30
……………………… 31
……………………………… 32
……………………… 33
…………………………………… 33
………………………………………………… 35
………………………… 35
…………………… 36
………………………… 36
………………………………………………… 37
……………………………… 38
…………………………… 38
…………… 38
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen
die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als
u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse
scènes.
Draai de modusdraaiknop naar 1 S
Kadreer het onderwerp.
2
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
.
Geavanceerde functies
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in
het donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
28
Opnamemodi
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk [
3
Druk [4 Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Als de camera geen scènemodus herkent, wordt t
en worden de standaardinstellingen gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de t
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
Zelfs als u een statief gebruikt, wordt de modus t
herkend, afhankelijk van de bewegingen van het onderwerp.
R
weergegeven
mogelijk niet
De Scènemodus gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
Draai de modusdraaiknop naar 1 s
Selecteer een scène.
2
Portret
Deze modus is geschikt om portretfoto's
te maken
.
4
Geavanceerde functies
Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [t
selecteert u Scène een scène.
Voor de Kadergidsmodus, zie “tDe kadergids gebruiken" op
pagina 30.
Voor de Nachtmodus, zie “tDe Nachtmodus gebruiken ” op
pagina 30.
m
] en
Kadreer het onderwerp en druk [3 Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
29
Loading...
+ 70 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.