Samsung MV900F User Manual [nl]

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
MV900F
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Instellingen
Bijlagen
Index

Informatie over gezondheid en veiligheid

Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig
gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische
apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel.
2
Vermijd storing van pacemakers.
Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
4
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen
in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken.
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectuele­eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid.
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn
geregistreerde handelsmerken van SD Association.
®
Wi-Fi
, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
U kunt de camera het beste gebruiken in het land
waar u deze hebt aangeschaft.
Gebruik deze camera op een verantwoorde manier
en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Basisfuncties 13
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 37
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 61
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 86
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie (HDTV of 3D-tv) aansluit.
Draadloos netwerk 114
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Instellingen 137
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Bijlagen 144
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
5
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
() Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld:
raak Gezichtsdetectie Normaal aan (betekent aan Gezichtsdetectie en raak vervolgens Normaal aan).
* Voetnoot
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Normale belichting
S
6
Overbelicht (te helder)
S

Algemene problemen oplossen

Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp.
Het onderwerp is te donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 65)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 102)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 35)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
De modus Opname bij weinig licht gebruiken. (pag. 47)
Schakel de flitser in. (pag. 65)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 43)
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 65)
Pas de belichting aan. (pag. 76)
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 77)
Stel de lichtmeting in op Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt. (pag. 77)
7

Beknopt overzicht

Foto's van mensen maken
Zelfportret, modus f 17
Gebarenopname, modus f 46
Beautypalet, modus f 47
Beautyshot, modus f 49
Beeld in beeld, modus f 53
Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of corrigeren)
Gezichtsdetectie f 71
65
f
's Nachts of in het donker foto's maken
Modus Scène > Zon onder, Dageraad f 43
Opname bij weinig licht, modus f 47
Flitseropties f 65
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
67
f
Actiefoto's maken
Serieopnamen f 80
Foto's van tekst, insecten en bloemen maken
Modus Scène > Tekst f 43
Macro f 68
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
67
f
EV (de belichting aanpassen) f 76
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere achtergronden)
L.meting f 77
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met verschillende belichtingen)
77
f
80
f
Foto's van de omgeving maken
Modus Scène > Landschap f 43
Live Panorama, modus f 44
Effecten toepassen op foto's
HDR Plus, modus f 50
Fotofilter, modus f 51
Gesplitste opname, modus f 55
Magisch kader, modus f 56
Mijn Magisch kader, modus f 56
Artistieke pen, modus f 57
Foto in beweging, modus f 58
Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast of Kleurverz. aan te passen)
81
f
8
Effecten toepassen op video's
Filmfilter, modus f 52
Bewegingsonscherpte voorkomen
Optische beeldstabilisatie (OIS) f 34
Bestanden op categorie bekijken in Smart
91
Album
f
Bestanden weergeven als miniaturen f 92
Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen
Foto's als diashow weergeven f 96
Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv)
De camera op een computer aansluiten
f
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Foto's of video's via e-mail verzenden f 126
Geluid en volume aanpassen f 139
De helderheid van het scherm aanpassen
f
De schermtaal wijzigen f 141
De datum en tijd instellen f 141
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
107
139
94
f
104
f
123
f
156
f

Inhoud

Basisfuncties
Uitpakken .................................................................... 14
Indeling van de camera ............................................... 15
De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... 19
De batterij opladen en de camera inschakelen .......... 20
De eerste instellingen uitvoeren .................................. 21
Uitleg over de pictogrammen ...................................... 23
Het aanraakscherm gebruiken .................................... 24
Het startscherm gebruiken .......................................... 26
De Helpmodus gebruiken ........................................... 30
Foto's maken ............................................................... 31
Tips om betere foto's te maken .................................. 35
..................................................................... 13
Het scherm gebruiken ................................................ 17
De Smart Link-knop gebruiken .................................... 18
De batterij opladen ..................................................... 20
De camera inschakelen .............................................. 20
Het startscherm openen ............................................. 26
Pictogrammen op het startscherm ............................... 26
Bladeren op het startscherm ....................................... 28
Pictogrammen opnieuw indelen ................................... 29
Achtergrond instellen .................................................. 29
Zoomen .................................................................... 32
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ....................... 34
Uitgebreide functies
Opnamemodi gebruiken .............................................. 38
Effectmodi gebruiken .................................................. 49
9
......................................................... 37
De Smart Auto-modus gebruiken ................................. 38
De Programmamodus gebruiken ................................. 39
De Filmmodus gebruiken ............................................ 41
De Scènemodus gebruiken ......................................... 43
De modus Live Panorama gebruiken ............................ 44
De modus Gebarenopname gebruiken ........................ 46
De modus Opname bij weinig licht gebruiken ................ 47
De modus Beautypalet gebruiken ............................... 47
De Beautyshot-modus gebruiken ................................ 49
De modus HDR Plus gebruiken ................................... 50
De Fotofiltermodus .................................................... 51
De Filmfiltermodus gebruiken ...................................... 52
De modus Beeld in beeld gebruiken ............................ 53
De modus Gesplitste opname gebruiken ...................... 55
De Magische kadermodus gebruiken ........................... 56
De modus Mijn Magisch kader gebruiken ..................... 56
De modus Artistieke pen gebruiken .............................. 57
De modus Foto in beweging gebruiken ........................ 58
De 3D-fotomodus gebruiken ....................................... 59
Inhoud
Opnameopties
.................................................................. 61
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren .................... 62
De resolutie selecteren ............................................... 62
Een beeldkwaliteit selecteren ....................................... 63
De timer gebruiken ...................................................... 64
Opnamen in het donker maken ................................... 65
Rode ogen voorkomen ............................................... 65
De flitser gebruiken ..................................................... 65
De ISO-waarde aanpassen ......................................... 67
De scherpstelling aanpassen ...................................... 68
Macro gebruiken ........................................................ 68
Meebewegende autofocus gebruiken .......................... 69
One Touch-opname gebruiken .................................... 70
Het scherpstelgebied aanpassen ................................. 70
Gezichtsdetectie gebruiken ........................................ 71
Gezichten detecteren ................................................. 71
Een foto van een lachend gezicht maken ..................... 71
Knipperende ogen detecteren ..................................... 72
Slimme gezichtsherkenning gebruiken .......................... 72
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ................... 73
Tips voor gezichten detecteren .................................... 75
10
Helderheid en kleur aanpassen ................................... 76
De belichting handmatig aanpassen (EV) ...................... 76
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ............................ 77
De lichtmeetmethode wijzigen ..................................... 77
Een instelling voor Witbalans selecteren ....................... 78
Serieopnamen ............................................................. 80
Afbeeldingen aanpassen ............................................. 81
Het geluid van de zoom verminderen ......................... 82
Opnameopties voor de spaarstand wijzigen .............. 83
Beschikbare opname-instellingen per
opnamemodus ............................................................ 84
Inhoud
Afspelen/bewerken
........................................................... 86
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ...... 87
De afspeelmodus starten ............................................ 87
Foto's weergeven ....................................................... 94
Een video afspelen ..................................................... 97
Foto's bewerken .......................................................... 99
Het formaat van een foto wijzigen ................................. 99
Een foto draaien ......................................................... 99
Een foto bijsnijden .................................................... 100
Smart filter-effecten toepassen .................................. 100
Foto's aanpassen ..................................................... 101
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ........................... 103
Bestanden weergeven op een televisie
(HDTV of 3D-tv) ......................................................... 104
Bestanden naar een computer overbrengen ............ 107
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ....... 108
............................................................ 107
Programma's op de computer gebruiken ................. 109
iLauncher installeren ................................................. 109
iLauncher gebruiken ................................................. 110
Draadloos netwerk
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren .............................. 115
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone ............................................................... 120
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop .............................................................. 121
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken ................................................................... 123
Foto's of video's via e-mail verzenden ..................... 125
Bestanden verzenden met AllShare Play ................. 128
Automatische back-up gebruiken om foto's of
video's te verzenden ................................................ 131
Foto's uploaden naar een cloudserver ..................... 133
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ............................. 134
11
Over de WOL-functie Wake on LAN ......................... 135
......................................................... 114
Verbinding maken met een WLAN ............................. 115
De aanmeldingsbrowser gebruiken ............................ 117
Tips over netwerkverbinding ...................................... 117
Tekst invoeren .......................................................... 118
Een website openen ................................................. 123
Foto's of video's uploaden ........................................ 123
E-mailinstellingen wijzigen .......................................... 125
Foto's of video's via e-mail verzenden ........................ 126
Foto's uploaden naar de online opslagruimte ............. 128
Foto's of video's weergeven op tv's die AllShare Play ondersteunen
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc
Foto's of video's verzenden naar een pc ..................... 131
.......................................................... 129
................................................. 131
Inhoud
Instellingen
...................................................................... 137
Instellingenmenu ....................................................... 138
Het instellingenmenu openen .................................... 138
Geluid ..................................................................... 139
Display .................................................................... 139
Connectiviteit ........................................................... 140
Algemeen ................................................................ 141
Bijlagen
............................................................................ 144
Foutmeldingen ........................................................... 145
Cameraonderhoud .................................................... 147
De camera reinigen .................................................. 147
De camera gebruiken of opbergen ............................. 148
Geheugenkaarten .................................................... 149
De batterij ................................................................ 152
Voordat u contact opneemt met een
servicecenter ............................................................. 156
Cameraspecificaties .................................................. 159
Woordenlijst ............................................................... 163
Index .......................................................................... 168
12

Basisfuncties

Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Indeling van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera inschakelen
De eerste instellingen uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Het aanraakscherm gebruiken
…………………………………… 14
…………………… 15 Het scherm gebruiken De Smart Link-knop gebruiken
………………………………… 20 De batterij opladen De camera inschakelen
…………………… 17
……………………… 20
…………………… 20
…………… 23
…………… 18
………… 21
…………… 24
… 19
Het startscherm gebruiken
Het startscherm openen Pictogrammen op het startscherm Bladeren op het startscherm Pictogrammen opnieuw indelen Achtergrond instellen
De Helpmodus gebruiken
Foto's maken
Zoomen Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………………… 31
…………………………………… 32
……………… 26
………………… 26
……………… 28
………… 29
……………………… 29
………………… 30
………… 35
……… 26
… 34

Uitpakken

De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Camera AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui A/V-kabel
HDMI-kabel Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd.
Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten.
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
Basisfuncties
14

Indeling van de camera

Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Flitser
Interne antenne*
* Vermijd contact
met de interne antenne tijdens het gebruik van het draadloze netwerk.
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Power-knop
Basisfuncties
MicrofoonOntspanknop
AF-hulplampje/Timerlampje
Lens
Luidspreker
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel
15
Indeling van de camera
Smart Link-knop
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten.
Zoomknop
In de opnamemodus: in- en uitzoomen
In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto of bestanden als miniaturen weergeven
Statuslampje
Knippert: wanneer de camera verbinding maakt het WLAN of een foto verzendt, als het beeld onscherp is of als er een probleem is met het opladen van de batterij, wanneer de camera een foto of video opslaat of het geheugen wordt gelezen door een computer
Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld
De polslus bevestigen
Scherm
Startknop
Het startscherm openen
Afspeelknop
Naar de afspeelmodus gaan
Basisfuncties
16
y
x
Indeling van de camera

Het scherm gebruiken

U kunt een zelfportret maken terwijl u uzelf op het scherm bekijkt door het scherm omhoog te klappen en de sluiterknop aan de achterkant van de camera te gebruiken. Het scherm kan 180 omhoog worden geklapt.
180˚
Ontspanknop
Raak het framegebied op het scherm aan.
3
Drie seconden na de scherpstelling, activeert de camera automatisch de ontspanknop.
De modus Zelfportret gebruiken
In de modus Smart Auto en Programma kunt u het scherm omhoog klappen en een zelfportret maken terwijl u uzelf bekijkt op het scherm.
Raak of aan op het startscherm.
1
Klap het scherm omhoog.
2
Basisfuncties
Klap het scherm in als u het niet gebruikt.
Klap het scherm niet meer dan 180 graden omhoog, anders kan het breken.
Gebruik een statief als u de camera niet met uw handen kunt vasthouden en het scherm omhoog is geklapt. Als u dit niet doet, kan de camera worden beschadigd.
17
Indeling van de camera

De Smart Link-knop gebruiken

U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [Smart Link].
Druk op [Smart Link] om de ingestelde Wi-Fi-functie te
activeren. De camera activeert de ingestelde functie. Druk nogmaals op [Smart Link] om terug te gaan naar de vorige modus.
Een optie voor een Smart Link-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op [Smart Link] drukt.
Raak aan op het startscherm.
1
Raak Algemeen Smart Link (Wi-Fi-knop).
2
Selecteer een optie. (pag. 141)
3
Basisfuncties
18

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten
Geheugenkaart
Oplaadbare batterij
omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het Samsung-logo omhoog gericht.
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf.
Schuif de vergrendeling naar boven om de batterij los te maken.
Basisfuncties
19

De batterij opladen en de camera inschakelen

De batterij opladen

Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB­kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB­kabel aan op de AC-adapter.
Statuslampje
Rode lampje brandt: bezig met opladen
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Rode lampje knippert: fout opgetreden
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties

De camera inschakelen

Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 21)
Wanneer u de camera inschakelt, wordt de laatste gebruikte
opnamemodus weergegeven.
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Houd [p] ingedrukt. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [p] ingedrukt te houden totdat het statuslampje knippert, geeft de camera geen enkel geluid.
20

De eerste instellingen uitvoeren

Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren. De standaardtaal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens aanpassen door Language aan te raken.
Raak Tijdzone aan.
1
Raak Thuis en vervolgens z of x aan om een tijdzone
2
te selecteren.
Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en een nieuwe tijdzone selecteren.
Tijdzone
Londen
Raak o aan om op te slaan.
3
Raak Datum/tijd aanpassen aan.
4
Basisfuncties
Raak de pijlen omhoog en omlaag aan om de datum in
5
te stellen.
Datum/tijd aanpassen
Dag JaarMaand
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
21
De eerste instellingen uitvoeren
Raak aan en raak de pijl omhoog of omlaag aan om
6
de tijd in te stellen.
Datum/tijd aanpassen
Uur Min. Zomertijd
Raak aan als u zomertijd wilt instellen.
Raak o aan om op te slaan.
7
Raak o aan om instellingen op te slaan.
8
Raak OK aan in het pop-upvenster.
9
Basisfuncties
22

Uitleg over de pictogrammen

Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
123
1
Instellingenpictogrammen (aanraken)
Symbool Beschrijving
Flitsoptie
Autofocusinstelling
Optie voor type serieopname
m
Opname-instellingen
One Touch-opname-optie*
* Het pictogram wordt alleen in de modus Smart
Auto weergegeven.
2
Statuspictogrammen
Symbool Beschrijving
Huidige opnamemodus**
Huidige datum
Huidige tijd
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Symbool Beschrijving
Timer
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld
Rasterlijnen
** Raak het pictogram aan om een korte
beschrijving van de geselecteerde modus weer te geven.
3
Statuspictogrammen
Symbool Beschrijving
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Geheugenkaart niet geplaatst***
Geheugenkaart geplaatst
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk opgeladen
: leeg (opladen)
: opladen (aangesloten op
de lader)
Basisfuncties
23
Symbool Beschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Framesnelheid
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Sound Alive is ingeschakeld
Belichtingswaarde aangepast
ISO-waarde
Witbalans
Type reeksopnamen
Flitser
Beeld aanpassen
Intelligent zoomen ingeschakeld
Gezichtsdetectie
Autofocus
*** U moet een geheugenkaart plaatsen om foto's
op te slaan.
Druk meerdere keren op het scherm om het type weergave te wijzigen.

Het aanraakscherm gebruiken

Hier vindt u informatie waarmee u het aanraakscherm leert gebruiken. U kunt menu's of opties selecteren door een pictogram op het scherm aan te raken. Het aanraakscherm werkt het beste wanneer u het aanraakt met de punt van uw vinger.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt u het scherm beschadigen.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Smart Auto ScèneProgramma
Live
Gebarenopname Opname bij
Panorama
Film
weinig licht
Beautypalet
Slepen
Raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met uw vinger.
ACB
L.meting
Timer
Snelheid
Beeld aanpassen
Basisfuncties
Vegen
Veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm.
24
Het aanraakscherm gebruiken
Een optie selecteren
Sleep de optielijst omhoog of omlaag tot de gewenste optie
wordt weergegeven. Raak de optie aan.
ACB
L.meting
Timer
Snelheid
Beeld aanpassen
Raak een optie aan die u wilt in- of uitschakelen.
ACB
Uit
Aan
Als u aanraakt, wordt een pop-upvenster weergegeven met informatie over functies en instellingen.
Basisfuncties
Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw invoer mogelijk niet.
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt.
Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het aanraakscherm mogelijk niet correct.
Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct.
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
25

Het startscherm gebruiken

Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een modus of functie selecteren of het instellingenmenu openen.

Het startscherm openen

Druk in de opname- of afspeelmodus op [h]. Druk nogmaals op [h] om naar de vorige modus terug te keren.
Smart Auto ScèneProgramma
Live
Gebarenopname Opname bij
Panorama
Nr. Beschrijving
Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven.
1
Sleep of veeg uw vinger over het scherm om naar een andere pagina te gaan.
2
Het nummer van de huidige pagina. ( )
Film
weinig licht
1
Beautypalet
2
Basisfuncties

Pictogrammen op het startscherm

Symbool Beschrijving
Smart Auto: een foto maken met een Scènemodus die automatisch door de camera is geselecteerd. (pag. 38)
Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt aangepast. (pag. 39)
Film: een video opnemen. (pag. 41)
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène. (pag. 43)
Live Panorama: een serie foto's maken en deze combineren om een panoramisch beeld te maken. (pag. 44)
Gebarenopname: foto's maken via handgebaren. (pag. 46)
Opname bij weinig licht: in omstandigheden met weinig licht zonder flitser meerdere foto's maken. De camera combineert deze foto's tot een heldere afbeelding die scherper is en minder beeldruis bevat. (pag. 47)
Beautypalet: een portretfoto maken en vervolgens verschillende beauty-effecten toepassen om het portret te verfraaien. (pag. 47)
26
Het startscherm gebruiken
Symbool Beschrijving
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een smartphone. (pag. 120)
Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone weergeven van een afbeelding op uw camera. (pag. 121)
Delen op sociale netwerken: foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden. (pag. 123)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. (pag. 125)
AllShare Play: foto's uploaden naar de online AllShare Play-opslagruimte of bestanden weergeven op een breedbeeld-tv. (pag. 128)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (pag. 131)
Cloud: foto's uploaden naar een cloudserver. (pag. 133)
Beautyshot: een portretfoto maken met opties voor het
verbergen van onvolkomenheden in het gezicht. (pag. 49)
HDR Plus: met het effect HDR Plus (High Dynamic Range) kunt u foto's vastleggen met een groter bereik van kleurtinten. (pag. 50)
Basisfuncties
Symbool Beschrijving
Fotofilter: een foto maken met verschillende filtereffecten. (pag. 51)
Filmfilter: een video opnemen met verschillende filtereffecten. (pag. 52)
Beeld in beeld: een achtergrondfoto vastleggen en een kleinere foto of video op de voorgrond invoegen. (pag. 53)
Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen. (pag. 55)
Magisch kader: een foto maken met verschillende kadereffecten. (pag. 56)
Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte verschijnt. (pag. 56)
Artistieke pen: een foto maken en vervolgens een video bekijken waarin wordt uitgelegd hoe u een filtereffect kunt toepassen. (pag. 57)
Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken. (pag. 58)
3D-foto: een foto met 3D-effecten maken voor een 3D-tv. (pag. 59)
27
Het startscherm gebruiken
Symbool Beschrijving
Album: bestanden op categorie weergeven in Smart Album. (pag. 91)
Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten. (pag. 99)
Achtergronden: een afbeelding selecteren die u wilt instellen als achtergrond van het startscherm. (pag. 29)
Help: de Help weergeven en leren hoe u de camera kunt gebruiken. (pag. 30)
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (pag. 138)
Basisfuncties

Bladeren op het startscherm

Draai op het startscherm de [Zoomknop] naar links om alle pagina's van het startscherm weer te geven. Raak een pagina aan om deze op het volledige scherm weer te geven.
28
Het startscherm gebruiken

Pictogrammen opnieuw indelen

U kunt de pictogrammen op het startscherm opnieuw indelen in elke gewenste volgorde.
Raak een pictogram aan en blijf dit aanraken.
1
Smart Auto ScèneProgramma
Live
Gebarenopname Opname bij
Panorama
Sleep het pictogram naar een nieuwe locatie.
2
Sleep een pictogram naar de linker- of rechterzijde van het scherm als u het pictogram naar een andere pagina wilt verplaatsen. Als u het pictogram op een nieuwe locatie plaatst, schuiven de andere pictogrammen aan de kant.
Smart Auto ScèneProgramma Film
Film
weinig licht
Opname bij
weinig licht
Beautypalet
Beautypalet
Basisfuncties

Achtergrond instellen

U kunt een afbeelding selecteren die u wilt instellen als achtergrond van het startscherm.
Raak aan op het startscherm.
1
Selecteer een optie.
2
Symbool Beschrijving
Selecteer de gewenste achtergrond in de standaardgalerie.
Stel een foto die u hebt gemaakt, in als achtergrond.
U kunt een opgegeven gebied instellen als achtergrond.
Selecteer de gewenste achtergrond en raak o aan.
3
U kunt de foto die u bekijkt, ook instellen als achtergrond door in de afspeelmodus m Achtergrond instellen o aan te raken.
29
Loading...
+ 143 hidden pages