Samsung ML-2151N, ML-2152W, ML-2150 User Manual [nl]

SAMSUNG LASER PRINTER
Handleiding
ML-2150 Series
Deze handleiding is uitsluitend ter informatie bedoeld. Alle in deze handleiding opgenomen informatie kan zonder aankondiging worden gewijzigd. Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade als gevolg van het gebruik van deze handleiding.
© 2003 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
• ML-2150, ML-2151N, ML-2152W en het Samsung logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
• PCL en PCL 6 zijn handelsmerken van Hewlett-Packard.
• Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corporation.
• IBM en IBM PC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• Apple, AppleTalk, TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Microsoft, Windows, Windows 9x, Windows Me, Windows 2000, Windows NT en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• PostScript 3 is een handelsmerk van Adobe System, Inc.
• UFST® en MicroType™ zijn geregistreerde handelsmerken van de Agfa divisie van Bayer Corp.
• Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken van de betreffende bedrijven of organisaties.
i
I
NHOUD
Chapter 1:
Chapter 2:
NLEIDING
I
Bijzondere eigenschappen ..................................... 1.2
Onderdelen van de printer .................................... 1.5
Voorkant ....................................................... 1.5
Achterkant ..................................................... 1.6
P
RINTER
Uitpakken ........................................................... 2.2
Een geschikte plaats voor de printer kiezen ........ 2.3
Tonercassette plaatsen ......................................... 2.4
Papier laden ........................................................ 2.6
Formaat van het papier in het magazijn wijzigen . 2.8
Printerkabel aansluiten ........................................ 2.10
Lokaal afdrukken ........................................... 2.10
Afdrukken binnen een netwerk ........................ 2.12
De printer aanzetten ........................................... 2.13
Demopagina afdrukken ....................................... 2.14
Displaytaal wijzigen ............................................ 2.14
Printersoftware installeren ................................... 2.15
Eigenschappen van het printerstuurprogramma . 2.16
Printersoftware onder Windows installeren ........ 2.17
USB stuurprogramma voor Windows 98/Me
installeren .................................................... 2.20
INSTALLEREN
Chapter 3:
ii
ITLEG
U
Uitleg van het bedieningspaneel ............................ 3.2
Toetsen ......................................................... 3.3
Menu’s bedieningspaneel ...................................... 3.5
Menu’s bedieningspaneel openen ...................... 3.5
Overzicht menu’s bedieningspaneel ................... 3.6
Menu Information ........................................... 3.7
Menu Paper ................................................... 3.7
Menu Layout ................................................. 3.10
Menu Graphics .............................................. 3.12
Menu Printer ................................................. 3.13
BEDIENINGSPANEEL
Menu Setup .................................................. 3.13
Menu PCL ..................................................... 3.16
Menu PostScript ............................................ 3.17
Menu EPSON ................................................. 3.18
Menu Netwerk ............................................... 3.19
Chapter 4:
A
FDRUKMATERIAAL
Papier en andere afdrukmaterialen kiezen ............... 4.2
Papierformaten en capaciteit ............................ 4.3
Richtlijnen voor papier en speciaal
afdrukmateriaal .............................................. 4.4
Uitvoer kiezen ..................................................... 4.5
Afdrukken via de bovenuitvoer (Voorkant omlaag) 4.5
Afdrukken via de achteruitvoer
(Voorkant omhoog) ......................................... 4.6
Papier laden ........................................................ 4.7
Magazijn 1 en 2 (optie) gebruiken ..................... 4.8
De multi-purpose invoer gebruiken ................... 4.8
Afdrukken via de handinvoer ........................... 4.12
Op enveloppen afdrukken .................................... 4.14
Etiketten afdrukken ............................................ 4.17
Op transparanten afdrukken ................................ 4.19
Afdrukken op voorbedrukt papier .......................... 4.21
Op kaarten of ander afdrukmateriaal met een
afwijkend formaat afdrukken ................................ 4.22
KIEZEN
Chapter 5:
FDRUKTAKEN
A
Een document afdrukken ...................................... 5.2
Een afdruktaak annuleren ................................ 5.5
Help-informatie gebruiken ............................... 5.6
Tabblad Papier .................................................... 5.7
Tonerspaarstand ................................................. 5.9
Dubbelzijdig afdrukken ........................................ 5.11
Meer pagina’s per vel afdrukken ........................... 5.13
Document vergroten of verkleinen ........................ 5.14
Document aan een geselecteerd papierformaat
aanpassen ......................................................... 5.15
Posters afdrukken ............................................... 5.16
Boekje afdrukken ............................................... 5.17
Watermerken afdrukken ...................................... 5.18
Een bestaand watermerk gebruiken ................. 5.18
Een nieuw watermerk maken .......................... 5.19
iii
Een watermerk bewerken ............................... 5.20
Een watermerk verwijderen ............................ 5.20
Overlays afdrukken ............................................. 5.21
Wat is een overlay? ........................................ 5.21
Een nieuwe pagina-overlay maken ................... 5.21
Een pagina-overlay verwijderen ....................... 5.24
Tabblad Grafisch ................................................. 5.25
Uitvoerinstellingen .............................................. 5.28
Chapter 6:
Chapter 7:
P
RINTER
Configuratieblad afdrukken ................................... 6.2
Onderhoud tonercassette ...................................... 6.3
Controleren hoeveel toner nog aanwezig is ......... 6.4
Toner opnieuw verdelen .................................. 6.4
Tonercassette vervangen ................................. 6.6
Printer reinigen ................................................... 6.7
Binnenzijde reinigen ........................................ 6.7
Verbruiksartikelen en te vervangen onderdelen ....... 6.10
P
ROBLEMEN
Checklist voor het oplossen van problemen ............. 7.2
Algemene afdrukproblemen oplossen ..................... 7.3
Vastgelopen papier verwijderen ............................. 7.7
Papier vastgelopen in het invoergedeelte ........... 7.7
Papier vastgelopen bij de tonercassette ............ 7.10
Papier vastgelopen in het uitvoergedeelte ......... 7.12
Papier vastgelopen tijdens dubbelzijdig
afdrukken ..................................................... 7.13
Tips om vastlopen van het papier te voorkomen 7.14
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ............ 7.15
Foutmeldingen oplossen ...................................... 7.20
Algemene Windows problemen ............................. 7.22
Algemene Macintosh problemen ............................ 7.23
Problemen met de Kiezer ................................ 7.23
Problemen tijdens het afdrukken ...................... 7.23
PS foutmeldingen oplossen .................................. 7.24
Algemene Linuxproblemen ................................... 7.25
Algemene DOS problemen ................................... 7.27
ONDERHOUDEN
OPLOSSEN
iv
Appendix A:
E
PRINTER
D
GEBRUIKEN
Software voor de Macintosh installeren ................... A.2
Bureaubladprinter aanmaken ................................ A.4
Bureaubladprinter voor het SPL stuurprogramma
maken .......................................................... A.4
Bureaubladprinter voor het PS stuurprogramma
maken .......................................................... A.4
Document afdrukken ............................................ A.6
Geavanceerde afdrukmogelijkheden ....................... A.8
MET
EEN
ACINTOSH
M
Appendix B:
Appendix C:
Appendix D:
INDOWS
W
STUURPROGRAMMA
PPD bestanden installeren ..................................... B.2
PS stuurprogramma opnieuw installeren
(Windows 2000/XP) ........................................ B.4
PS stuurprogramma verwijderen ....................... B.5
Instellingen PS stuurprogramma wijzigen ................ B.6
Eigenschappen van de printer openen ............... B.6
E
PRINTER
D
Printerstuurprogramma installeren ......................... C.2
Systeemeisen ................................................. C.2
Printerstuurprogramma installeren .................... C.2
Aansluitmethode van de printer wijzigen ............ C.6
Printerstuurprogramma verwijderen ................. C.7
Configuration Tool gebruiken ................................. C.8
LLPR eigenschappen wijzigen .............................. C.10
FDRUKKEN
A
OST
P
ONDER
VANUIT
CRIPT
S
L
INUX
DOS
GEBRUIKEN
TOEPASSINGEN
Het programma RCP bedieningspaneel voor DOS
gebruikers .......................................................... D.2
Remote Control Panel installeren ........................... D.2
Remote Control Panel verwijderen .................... D.3
Afdrukinstellingen selecteren ................................. D.4
RCP bedieningspaneel openen ......................... D.4
Tabbladen RCP bedieningspaneel ...................... D.5
v
Appendix E:
E
PRINTER
D
BINNEN
EEN
NETWERK
GEBRUIKEN
Over het delen van de printer binnen een netwerk ... E.2
Lokaal gedeelde printer configureren ...................... E.3
Windows 98/Me .............................................. E.3
Windows NT 4.0/2000/XP ................................ E.4
Netwerkprinter configureren .................................. E.5
Via het bedieningspaneel netwerk-parameters
configureren .................................................. E.6
Appendix F:
Appendix G:
RINTERUITBREIDINGEN
P
Voorzorgsmaatregelen bij het installeren van
printeruitbreidingen .............................................. F.2
Geheugen- en PostScript DIMM’s installeren ............. F.3
De geheugen- of PS DIMM verwijderen. .............. F.6
Netwerk- of seriële interfacekaart installeren ............ F.6
Tweede magazijn installeren ............................... F.10
PECIFICATIES
S
Printerspecificaties ............................................... G.2
Papierspecificaties ............................................... G.3
Overzicht ....................................................... G.3
Ondersteunde papierformaten .......................... G.4
Richtlijnen voor gebruik van papier ................... G.5
Papierspecificaties .......................................... G.6
Papieruitvoer capaciteit ................................... G.6
Richtlijnen voor de printeromgeving en het
opslaan van papier .......................................... G.7
Enveloppen .................................................... G.8
Etiketten ..................................................... G.10
Transparanten .............................................. G.10
INSTALLEREN
vi
Veiligheid en milieu
Verklaring inzake veiligheid laser
De printer is in de VS gecertificeerd volgens de eisen van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1 subhoofdstuk J voor Klasse I(1) laser producten en buiten de VS als Klasse I laser product volgens de eisen van IEC 825.
Klasse I laser producten worden als ongevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat personen geen toegang hebben tot laserstralen van een hoger niveau dan Klasse I bij normaal gebruik of onderhoud door de gebruiker of een in de instructies aangegeven servicesituatie.
W
AARSCHUWING
Gebruik of onderhoud de printer nooit wanneer de beschermkap van het laser/ scanner gedeelte is verwijderd. De laserstraal kan naar buiten worden gereflecteerd en uw ogen beschadigen.
de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen, zodat het risico van brand, elektrische schok en persoonlijk letsel zoveel mogelijk wordt verkleind
Bij gebruik van dit product, moeten atijd
.
vii
Veiligheid ozonproductie
T
ijdens normaal gebruik produceert de ML-1750 printerserie ozon. De hoeveelheid ozon is overigens zo gering dat het geen gevaar voor de gebruiker oplevert. Wel raden we u
OZONE
aan om de printer in een goed geventileerde ruimte te installeren.
Als u meer wilt weten over ozon, neem dan gerust contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde Samsung dealer.
Energie besparen
D
eze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technieken, die zorgen voor gereduceerd energiegebruik wanneer de printer niet wordt gebruikt. Wanneer de printer gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd.
Het Energy star logo betekent niet dat EPA een bepaald product of een bepaalde dienst aanbeveelt.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Goedkeuringen en certificeringen
D
e CE markering die op dit product is toegepast, symboliseert de conformiteitsverklaring van Samsung Electronics Co., Ltd. ten aanzien van de richtlijnen 93/68/EEC van de Europese Unie op de hierna genoemde data:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEC, benadering van de wetten van de lidstaten met betrekking tot laag voltage apparatuur.
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEC (92/31/EEC), benadering van de wetten van de lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibilteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en telecommunicatie terminal apparatuur en de onderlinge herkenbaarheid van hun conformiteit.
Een volledige verklaring waarin de van toepassing zijnde richtlijnen en standaards waarnaar wordt verwezen zijn vastgelegd, kunt u opvragen bij de lokale vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd.
EC Certificaat
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake Radioapparatuur en Telecommunicatie eindapparatuur (FAX)
Dit Samsung product voldoet aan de richtlijn 1999/5/EC voor enkelvoudige aansluiting van eindapparaten op analoge openbare netwerken. De ontwikkeling van het product is afgestemd op gebruik in combinatie met landelijke openbare
viii
netwerken en compatibele bedrijfstelefooncentrales binnen Europa. Ingeval van problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
Dit product is getest op de normen TBR21 en/of TBR 38. Ter ondersteuning bij het gebruik en de toepassing van eindapparatuur die aan deze norm voldoet, heeft het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) een adviesrapport opgesteld (EG 201 121) met opmerkingen en aanvullende eisen, die de netwerkcompatibiliteit van TBR21 eindapparaten waarborgt. Bij de ontwikkeling is rekening gehouden met de in dit document genoemde adviezen en voldoet daar dan ook volledig aan.
Informatie over Europese Radiogoedkeuring (voor producten die voorzien zijn van door de EU goedgekeurde radioapparatuur)
Dit product betreft een printer voor gebruik thuis of op kantoor, waarin netwerkapparatuur met een laag vermogen die gebruik maakt van radiogolven (draadloze communicatieapparatuur op basis van radiofrequenties) wordt toegepast, die gebruik maakt van de 2.4 GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing indien in uw printer draadloze netwerkapparatuur aanwezig is. Op het etiket van de printer kunt u nagaan of dit bij uw printer het geval is.
De in uw printer aanwezige draadloze apparatuur mag alleen binnen de Europese Unie of daarmee verbonden gebieden worden gebruikt, als het etiket van de printer is voorzien van het CE symbool, een officieel registratienummer en het alarmsymbool.
Het uitgangsvermogen van de draadloze apparatuur die in uw printer kan zijn ingebouwd, blijft onder de RF blootstellingslimieten zoals die door de Europese Commissie via de R&TTE richtlijnen zijn gepubliceerd.
Deze goedkeuring heeft betrekking op de volgende Europese landen:
EU België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk (met
frequentie beperkingen), Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Alsmede: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.
Europese landen waar beperkingen ten aanzien van het gebruik gelden:
EU In Frankrijk is het frequentiebereik voor apparatuur zoals
draadloze communicatieapparatuur met een zendvermogen van meer dan 10 mW beperkt tot 2446.5-2483.5 MHz.
Overige landen: Op dit moment geen beperkingen
ix
Informatie over het voldoen aan de geldende regelgeving
Richtlijnen voor gebruik van draadloze communicatieapparatuur
Het is mogelijk dat in uw printersysteem netwerkapparatuur met een laag vermogen die gebruik maakt van radiogolven (draadloze communicatieapparatuur op basis van radiofrequenties (RF)) wordt toegepast, die gebruik maakt van de 2.4 GHz band. Het volgende gedeelte geeft een algemeen overzicht met aandachtspunten met betrekking tot het gebruik van draadloze apparatuur.
Aanvullende beperkingen en voorzorgsmaatregelen die voor bepaalde landen gelden zijn vermeld in het gedeelte met informatie over het betreffende land (of groep landen). De draadloze apparatuur in uw systeem mag alleen worden gebruikt in de landen waarvoor volgens het etiket van het systeem goedkeuring is verleend. Als u het systeem wilt gebruiken in een land waar deze goedkeuring niet voor geldt, dient u eerst bij de lokale autoriteiten na te gaan welke vereisten en beperkingen gelden. Voor het gebruik van draadloze apparatuur gelden stringente regels en het gebruik ervan is niet overal toegestaan.
Het uitgangsvermogen van het draadloze apparaat dat in uw printer kan zijn ingebouwd is lager dan de RF blootstellingslimieten die op dit moment bekend zijn. Omdat het draadloze apparaat (dat in uw printer kan zijn ingebouwd) minder energie uitzendt dan volgens de radiofrequentie veiligheidsnormen en aanbevelingen is toegestaan, is de fabrikant van mening dat dit apparaat veilig kan worden gebruikt. Desalniettemin is voorzichtigheid geboden bij het gebruik ervan en moet menselijk contact tijdens het gebruik zoveel mogelijk worden vermeden.
Bij gebruik van een draadloos apparaat in de buurt van het lichaam (met uitzondering van ledematen) geldt als algemene richtlijn dat tussen het apparaat en het lichaam een afstand van tenminste 20 cm moet worden aangehouden. Wanneer de draadloze apparatuur is ingeschakeld, moet het apparaat tenminste 20 cm van het lichaam verwijderd blijven.
Deze zender mag niet in combinatie met een andere antenne of zender worden gebruikt.
In bepaalde omstandigheden gelden beperkingen bij het gebruik van draadloze apparatuur. Hieronder zijn enkele voorbeelden daarvan vermeld:
Bij gebruik van draadloze communicatie via radiogolven kan interferentie optreden met vliegtuigapparatuur. Volgens de huidige luchtvaartvoorschriften moet draadloze apparatuur tijdens het reizen met een vliegtuig worden uitgeschakeld. Voorbeelden van apparaten die gebruik maken van draadloze communicatie zijn 802.11B (ook bekend onder de naam draadloos Ethernet) en Bluetooth.
x
In omgevingen waar het risico van interferentie met andere apparaten schadelijk of mogelijk schadelijk kan zijn, gelden voor het gebruik van draadloze apparatuur vaak beperkingen of een verbod daartoe. Voorbeelden hiervan zijn vliegvelden, ziekenhuizen en plaatsen waar brandbare gassen, vloeistoffen of explosieven zijn opgeslagen. Bevindt u zich op een plaats waarvan u niet zeker weet of er beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van draadloze apparatuur, informeer hier dan naar bij de betreffende autoriteiten voordat u het draadloze
apparaat inschakelt of gebruikt.
De beperkingen die worden gesteld aan het gebruik van draadloze apparatuur verschillen van land tot land. Omdat uw printer over een draadloos apparaat beschikt, dient u wanneer u uw printer in een ander land wilt gebruiken eerst bij de lokale autoriteiten die zich bezighouden met de goedkeuring van het gebruik van dit soort apparatuur na te gaan welke gebruiksbeperkingen in het betreffende land gelden.
Beschikt uw printer over een ingebouwd draadloos apparaat, gebruik het draadloze apparaat dan alleen wanneer alle kleppen en afschermingen op hun plaats zitten en het apparaat volledig is geassembleerd.
Draadloze apparatuur kan niet door de gebruiker worden gerepareerd of onderhouden. Breng op geen enkele manier wijzigingen aan. Modificatie van een draadloos apparaat heeft tot gevolg dat de toestemming tot gebruik ervan vervalt. Neem voor onderhoud of reparatie altijd contact op met de fabrikant of leverancier.
Gebruik alleen stuurprogramma’s die zijn goedgekeurd voor het land waar de printer wordt gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie de System Restoration Kit van de fabrikant of neem contact op met de afdeling Technical Support van de fabrikant.
xi
xii
WAARSCHUWING
•Haal de printer niet uit elkaar. Als u dit wel doet, kunt u een elektrische schok krijgen.
•Als u langdurig veel pagina's afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Zorg ervoor dat u het oppervlak niet aanraakt. Let hierop met name bij kinderen.
xiii
N
OTITIES
xiv
1

INLEIDING

Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe printer!
In dit hoofdstuk vindt u informatie over:
• Bijzondere eigenschappen
• Onderdelen van de printer
Bijzondere eigenschappen
Uw nieuwe printer beschikt over een aantal bijzondere eigenschappen, waardoor u mooiere afdrukken kunt maken, wat u een voorsprong geeft op uw concurrenten. U kunt:
Afdrukken met een uitstekende kwaliteit en hoge snelheid
U kunt afdrukken maken met 1200 dots per inch (dpi). Zie
pagina 5.25.
• Uw printer drukt
formaat en 20 pagina’s per minuut op A4 formaat af
21 pagina’s per minuut op Letter
.
Flexibiliteit in papierkeuze
Multi-purpose invoer
het invoeren van briefpapier, enveloppen, etiketten, transparanten, papier met afwijkende formaten, kaarten en zwaar papier.
Standaard magazijn voor 500 vel
optie verkrijgbaar (Magazijn 2) waarin u
afmetingen kunt laden
• Twee uitvoerbakken:
(voorkant omlaag) omhoog)
Rechte papierbaan
achteruitvoer.
.
voor 100 vel, die geschikt is voor
(Magazijn 1) en als
extra magazijn voor nog eens 500 vel
papier van diverse types en
.
U kunt kiezen voor de bovenuitvoer
of
de achteruitvoer (voorkant
vanaf de multi-purpose invoer naar de
Geef uw documenten een professionele uitstraling
8
9
Desgewenst kunt u aan uw documenten een Watermerk toevoegen, bijvoorbeeld “Vertrouwelijk” of “Concept”. Zie
pagina 5.18.
1.2
I
NLEIDING
Boekjes afdrukken
pagina’s zo afdrukken dat u er een boekje mee kunt samenstellen. Na het afdrukken vouwt u de pagina’s en niet u ze aan elkaar.
Posters
afbeeldingen van iedere pagina van uw document vergroot, en verdeeld over meerdere vellen papier afgedrukt. Nadat u het document hebt afgedrukt, knipt u eventueel de witte randen eraf en plakt u de vellen aan elkaar, zodat een poster ontstaat.
afdrukken. Daarbij worden de tekst en
. U kunt op eenvoudige wijze de
Bespaar tijd en geld
Door de Tonerspaarstand te selecteren, gebruikt de printer minder toner. Zie
Desgewenst kunt u op papier besparen door
van het papier af te drukken ( Zie pagina 5.11.
U kunt ook op papier besparen door meer pagina’s op één vel af te drukken. Zie
• Met behulp van een overlay kunt u de tekst en lay-out van formulieren of uw briefhoofd overnemen. Zie “Overlays afdrukken” op pagina 5.21.
pagina 5.9.
pagina 5.13.
op beide zijden
dubbelzijdig afdrukken
).
1
• Deze printer bespaart automatisch op door automatisch over te schakelen op de energiezuinige stand als de printer niet wordt gebruikt.
Deze printer voldoet aan de Energy Star richtlijnen voor
efficiënt energiegebruik.
stroomgebruik
Printercapaciteit uitbreiden
• Deze printer beschikt over een geheugen van 16 MB, wat u eventueel kunt uitbreiden tot
• Als optie is de verkrijgbaar, zodat u ook PostScript kunt afdrukken.
De ML-2151N en ML-2152W worden standaard met de
PostScript 3 Emulatie geleverd.
• Daarnaast is als optie een verkrijgbaar, waarmee u de printer via een seriële kabel op uw computer kunt aansluiten.
• Met behulp van de een netwerk opnemen. De netwerkkaart is als optie verkrijgbaar voor de ML-2150.
• De ML-2151N en ML-2152W worden geleverd met een ingebouwde netwerkkaart (10/100 Base TX). De ML-2152W beschikt over een draadloze netwerkinterface.
PostScript 3 Emulatie
netwerk interface
144 MB
seriële interface
.
* (PS) DIMM
kunt u de printer in
kaart
* PostScript 3 Emulatie
IPS-PRINT_Printer language Emulation© Copyright 1995-2003, Oak Technology, Inc., Alle rechten voorbehouden.
* 136 PS3 lettertypen
Inclusief UFST en MicroType van Agfa Monotype Corporation.
I
NLEIDING
1.3
Geschikt voor verschillende omgevingen
U kunt afdrukken onder Windows 95/98/Me/NT 4.0 en
2000/XP
Uw printer is compatibel met Linux
De printer wordt standaard geleverd met een parallelle- en een USB interface.
.
en
Macintosh
.
U kunt ook een netwerk interface gebruiken.
De ML-2151N en ML-2152W worden geleverd met een ingebouwde netwerkkaart (10/100 Base TX). De ML-2152W beschikt over een draadloze netwerkinterface
. Voor de ML-2150 is als
optie een netwerkkaart verkrijgbaar.
Mogelijkheden van de printer
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de functies die door uw printer ondersteund worden.
(S: Standaard, O: Optie)
Functie ML-2150 ML-2151N ML-2152W
IEEE 1284 S S S
USB 2.0 S S S
Netwerk interface O S S
Draadloos netwerk O O S
1.4
I
NLEIDING
PostScript emulatie O S S
Seriële interface O O O
Bovenklep
Tonercassette

Onderdelen van de printer

Voorkant

Bovenuitvoer (Voorkant omlaag)
Uitvoersteun
Bedieningspaneel
(zie pagina 3.2)
1
Multi-purpose
invoer
Magazijn 1
(geschikt voor
500 vel papier)
Optie: magazijn 2
(geschikt voor 500
vel papier)
Indicator
papierniveau
Klep moederbord
(geeft toegang tot het moederbord wanneer u een printeruitbreiding wilt installeren)
I
NLEIDING
1.5

Achterkant

Aan-/uit schakelaar
Aansluiting antenne
draadloos netwerk
(ML-2150, ML-2151N: optie
ML-2152W: standaard)
Netwerkpoort
ML-2151N, ML-2152W: standaard)
(ML-2150: optie
USB poort
Parallelle poort
Aansluiting kabel
magazijn 2 (optie)
Achteruitvoer (Voorkant omhoog)
Aansluiting netsnoer
* Bovenstaande illustratie heeft betrekking op de ML-2152W.
1.6
I
NLEIDING
2

PRINTER INSTALLEREN

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u uw printer kunt installeren.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
• Uitpakken
• Tonercassette plaatsen
• Papier laden
• Printerkabel aansluiten
• De printer aanzetten
• Demopagina afdrukken
• Displaytaal wijzigen
• Printersoftware installeren

Uitpakken

1
Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn:
Tonercassette Netsnoer
CD-ROM
O
PMERKINGEN
• Mist u een onderdeel, neem hierover dan direct contact op met uw leverancier.
De onderdelen kunnen van land tot land verschillen.
• De cd-rom bevat het stuurprogramma van de printer, de handleiding en het programma Acrobat Reader van Adobe.
2
Verwijder zorgvuldig al het verpakkingstape van de printer.
:
Installatiehandleiding
2.2
P
RINTER INSTALLEREN
3
Trek het papiermagazijn uit de printer. Verwijder het verpakkingstape van het magazijn.

Een geschikte plaats voor de printer kiezen

Kies voor de printer een vlakke, stabiele ondergrond met voldoende ruimte voor de luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u de kleppen en laden gemakkelijk kunt openen. De printer moet in een ruimte staan die voldoende geventileerd is. Plaats de printer niet in direct zonlicht of vlakbij een warmte- of koudebron zoals een kachel, CV-radiator, airco of luchtverfrisser. Plaats de printer niet op de rand van een bureau of tafel.
Vrije ruimte
Voorkant
(voldoende ruimte voor het openen van de magazijnen)
Achterkant
(voldoende ruimte voor het openen van de achteruitvoer)
Rechts: 1 Links:
(voldoende ventilatieruimte)
: 48,26 cm
: 32 cm
0 cm
10 cm
2
P
RINTER INSTALLEREN
2.3

Tonercassette plaatsen

1
Open de bovenklep door deze bij het handvat op te lichten.
2
Haal de tonercassette uit de verpakking.
Gebruik hiervoor geen mes of ander scherp voorwerp. Daardoor kan de drum of de cassette beschadigd raken.
3
Kijk waar aan het uiteinde van de tonercassette het afsluittape zit. Trek dit tape voorzichtig in zijn geheel uit de cassette en gooi het weg.
NB
:
• Dit afsluittape is langer dan 55 cm als u het er op de juiste wijze uitgetrokken hebt.
U moet de tape recht van de inktcassette trekken om deze te verwijderen. Let op dat de tape niet breekt. Als dat gebeurt, kunt u de inktcassette niet meer gebruiken.
2.4
P
RINTER INSTALLEREN
4
Schud de cassette voorzichtig van links naar rechts, zodat de toner evenredig over de cassette wordt verdeeld.
L
ET OP:
• Stel de tonercassette niet langer dan enkele minuten aan daglicht bloot. Is het nodig de cassette langer aan daglicht bloot te stellen, dek de cassette dan met wat papier af.
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg dit dan af met een droge doek en was het in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de kleding.
5
Kijk waar zich in de printer de twee bevestigingspunten voor de cassette bevinden.
2
6
Pak de cassette vast en schuif hem in de printer tot hij op zijn plaats klikt.
P
RINTER INSTALLEREN
2.5
7
Sluit de bovenklep. Controleer of de klep goed dicht zit.
NB: Bij het afdrukken van een tekstdocument met 5% dekking, kunt u met een standaard tonercassette ongeveer 8.000 pagina’s afdrukken (4.000 pagina’s met de meegeleverde tonercassette).

Papier laden

In het magazijn kunt u ongeveer 500 vel papier laden.
1
Trek het magazijn uit de printer.
2.6
P
RINTER INSTALLEREN
2
Bereid een stapel papier voor door dit wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van.
3
Leg het papier met de te bedrukken kant naar omlaag gericht in het magazijn.
2
U kunt ook papier gebruiken waarop al eerder is afgedrukt. In dat geval legt u het papier met de bedrukte zijde omhoog in het magazijn, waarbij de hoek die niet omgekruld is aan de bovenkant zit. Als zich bij het invoeren problemen voordoen, draait u het papier 180 graden.
Controleer of het papier in alle hoeken vlak ligt
P
RINTER INSTALLEREN
2.7
4
Controleer of het papier niet boven de maximummarkering links in het magazijn uitkomt. Teveel papier in het magazijn kan ertoe leiden dat het papier vastloopt.
NB: Wilt u een ander formaat gebruiken, kijk dan bij “Formaat van het papier in het magazijn wijzigen” op de volgende pagina.
5
Schuif het magazijn terug in de printer.
2.8

Formaat van het papier in het magazijn wijzigen

Als u extra lang papier in het magazijn laadt, moet u de papiergeleiders aan de papierlengte aanpassen.
1
P
RINTER INSTALLEREN
Duw de achterplaat van het magazijn geheel naar buiten, zodat het magazijn langer wordt.
2
Druk het palletje op de lengtegeleider in en stel deze in op het gewenste papierformaat, zoals onderin het magazijn is aangegeven.
3
Druk het palletje van de breedtegeleider in en stel deze in op het gewenste papierformaat, zoals onderin het magazijn is aangegeven.
2
O
PMERKINGEN
• Zorg ervoor dat de breedtegeleider niet zo dicht tegen het afdrukmateriaal aan komt te liggen dat dit bol komt te staan.
• Als u de breedtegeleider niet instelt, kan het papier vastlopen.
:
P
RINTER INSTALLEREN
2.9
Loading...
+ 203 hidden pages