Samsung GT-S3370 User Manual [nl]

* Afhankelijk van de software van de telefoon of uw provider kan de inhoud van deze gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijken van uw telefoon.
* Drukfouten voorbehouden.
Printed in Korea
Code No.:GH68-27748A
www.samsungmobile.com
Dutch. 04/2010. Rev. 1.1
GT-S3370
Over deze gebruiksaanwijzing
Dank u voor de aanschaf van deze mobiele Samsung-telefoon. Deze telefoon biedt hoogwaardige mobiele communicatie en amusement op basis van de uitzonderlijke technologie en hoge normen van Samsung.
Deze gebruiksaanwijzing is samengesteld om u alle functies en mogelijkheden van uw telefoon te leren.
•
Lees deze gebruiksaanwijzing ter waarborging van veilig en correct gebruik zorgvuldig door voordat u de telefoon in gebruik neemt.
De beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd • op de standaardinstellingen van de telefoon.
Bewaar de gebruiksaanwijzing, zodat u deze later kunt
•
raadplegen.
Over deze gebruiksaanwijzing
2
Symbolen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt
Bekijk voordat u begint de symbolen die in deze gebruiksaanwijzing zijn opgenomen:
Waarschuwing—situaties die letsel kunnen veroorzaken bij u of anderen
Let op—situaties die schade aan de telefoon of andere apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking—opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie
Raadpleeg—pagina's met verwante informatie,
bijvoorbeeld:
pag.12 (betekent "zie pagina 12")
Gevolgd door—de volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: druk op Berichten (hiermee wordt aangegeven dat u op Berichten moet drukken, gevolgd door Bericht maken)
Rechte haken—telefoontoetsen, bijvoorbeeld:
[ ]
[
] (staat voor de cameratoets)
Bericht maken
Copyrightgegevens
De rechten op alle technologieën en producten die dit apparaat bevat zijn het eigendom van de betreende eigenaren:
•
Bluetooth® is wereldwijd een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. Bluetooth QD ID: B016433.
Java™ is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc.• Windows Media Player® is een geregistreerd handelsmerk van •
Microsoft Corporation.
Over deze gebruiksaanwijzing
3
Inhoud
De telefoon in elkaar zetten ................... 7
Uitpakken ................................................................... 7
De SIM-kaart of USIM-kaart en de batterij
plaatsen ...................................................................... 7
De batterij opladen .................................................. 9
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel) ....... 11
Een polslus bevestigen (optioneel) .................. 13
Aan de slag ............................................... 14
De telefoon in- en uitschakelen ......................... 14
De telefoon leren kennen ................................... 14
Het aanraakscherm gebruiken .......................... 17
Het aanraakscherm en de toetsen
vergrendelen of ontgrendelen .......................... 18
Inhoud
4
Menu's openen ...................................................... 18
Toepassingen starten en beheren .................... 19
Widgets gebruiken ............................................... 20
De instellingen van de telefoon wijzigen ........ 21
Tekst ingeven ......................................................... 26
Helpteksten weergeven ...................................... 28
Communicatie ......................................... 29
Bellen ....................................................................... 29
Oproepenlijst ......................................................... 32
Berichten ................................................................. 34
IM .............................................................................. 39
Ontspanning ............................................ 40
Camera ..................................................................... 40
Muziek ...................................................................... 42
Muziek zoeken ....................................................... 44
FM-radio .................................................................. 44
Games ...................................................................... 45
Persoonlijke gegevens ........................... 47
Telefoonlijst ............................................................ 47
Agenda .................................................................... 49
Taken ........................................................................ 50
Notities .................................................................... 50
Spraakrecorder ...................................................... 51
Web ........................................................... 52
Internet .................................................................... 52
RSS-lezer .................................................................. 53
Samsung Apps ....................................................... 54
Google ..................................................................... 54
Synchroniseren ...................................................... 55
ActiveSync ............................................................... 55
Communities .......................................................... 56
Last.fm ..................................................................... 57
Connectiviteit .......................................... 58
Bluetooth ................................................................ 58
Pc-verbindingen .................................................... 60
Inhoud
5
Tools .......................................................... 63
Alarm ........................................................................ 63
Calculator ................................................................ 63
Omrekenen ............................................................. 64
Afbeelding bewerken .......................................... 64
Mijn bestanden ...................................................... 65
Stopwatch ............................................................... 66
Timer ........................................................................ 66
Wereldklok .............................................................. 67
Instellingen .............................................. 68
Het menu Instellingen openen .......................... 68
Telefoonproelen .................................................. 68
Display en verlichting .......................................... 68
Tijd en datum ......................................................... 68
Inhoud
6
Telefoon ................................................................... 69
Slim ontgrendelen ................................................ 69
Touchscreen ........................................................... 69
Toepassingen ......................................................... 69
Beveiliging .............................................................. 70
Netwerktoegang ................................................... 70
Geheugen ............................................................... 71
Instellingen resetten ............................................ 71
Problemen oplossen .............................. 72
Informatie over veiligheid en
gebruik ..................................................... 76
Index ......................................................... 86
De telefoon in elkaar zetten
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende onderdelen bevat:
•
Mobiele telefoon Batterij• Reisadapter (oplader)• Gebruiksaanwijzing•
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde software. Gepirateerde of illegale software kan schade of storingen veroorzaken die niet worden gedekt door de garantie van de fabrikant.
Welke onderdelen bij de telefoon worden geleverd, • is afhankelijk van de software en de accessoires die in uw regio beschikbaar zijn of door uw serviceprovider worden aangeboden.
Bij de plaatselijke Samsung-dealer zijn extra accessoires
•
verkrijgbaar. De meegeleverde accessoires werken het beste met
•
uw telefoon.
De SIM-kaart of USIM-kaart en de batterij plaatsen
Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens opgeslagen, zoals de pincode en optionele diensten. Voor het gebruik van UMTS- of HSDPA­services kunt u een USIM-kaart (Universal Subscriber Identity Module) kopen.
De telefoon in elkaar zetten
7
De SIM-kaart of USIM-kaar t en de batterij plaatsen:
Als de telefoon is ingeschakeld, houdt u de toets voor aan/
1
uit/beëindigen ingedrukt om de telefoon uit te schakelen. Verwijder de achterklep.
2
Wees voorzichtig dat u uw nagels niet beschadigt wanneer u de achterklep verwijdert.
De telefoon in elkaar zetten
8
Plaats de SIM-kaart of USIM-kaart.
3
Zorg dat bij het plaatsen van de SIM-kaart of USIM-• kaart de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht.
Als u geen USIM- of SIM-kaart plaatst, kunt u alleen
•
bepaalde menu's gebruiken en de diensten waarvoor geen netwerk vereist is.
Plaats de batterij.
4
Plaats de achterklep terug.
5
De batterij opladen
U moet de batterij opladen voordat u de telefoon voor de eerste keer gebruikt.
Hiervoor gebruikt u de meegeleverde reisadapter. U kunt de batterij ook opladen door de telefoon met een pc-datakabel op een computer aan te sluiten.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde opladers en kabels. Bij gebruik van niet-goedgekeurde opladers of kabels bestaat het risico dat batterijen ontploen of dat de telefoon schade oploopt.
Als de batterij bijna leeg is, laat de telefoon een waarschuwingstoon horen en wordt er een melding weergegeven. Ook is het batterijsymbool knippert dit. Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer kan worden gebruikt, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. Laad de batterij op als u de telefoon weer wilt gebruiken.
leeg en
De telefoon in elkaar zetten
9
Opladen met de reisadapter
Open het klepje van de multifunctionele aansluiting aan de
1
bovenkant van de telefoon. Steek het smalle uiteinde van de reisadapter in de
2
multifunctionele aansluiting.
Als u de reisadapter verkeerd aansluit, kan de telefoon ernstig beschadigd raken. Schade veroorzaakt door verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
De telefoon in elkaar zetten
10
Steek de stekker van de reisadapter in een stopcontact.
3
U kunt de telefoon tijdens het opladen van de batterij • blijven gebruiken. Hierdoor kan het echter wel langer duren voordat de batterij volledig is opgeladen.
Tijdens het opladen kan de telefoon warm worden. Dit
•
is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van de telefoon.
Als uw telefoon niet goed werkt, gaat u met de telefoon
•
en de oplader naar een Samsung Service Center.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen (het
4
batterijpictogram beweegt niet meer), koppelt u de reisadapter los van de telefoon en haalt u de stekker uit het stopcontact.
Haal altijd de reisadapter uit de telefoon voordat u de batterij verwijdert. Als u de batterij verwijdert terwijl de reisadapter nog aangesloten is, kan de telefoon beschadigd raken.
Opladen met de pc-datakabel
Controleer voordat u met opladen begint of de computer is ingeschakeld.
Open het klepje van de multifunctionele aansluiting aan de
1
bovenkant van de telefoon. Sluit het ene uiteinde (mini-USB) van de pc-datakabel aan op
2
de multifunctionele aansluiting. Sluit het andere uiteinde aan op de USB-poort van een
3
computer.
Afhankelijk van het gebruikte type pc-datakabel kan het even duren voordat met opladen wordt begonnen.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen (het
4
batterijpictogram beweegt niet meer), koppelt u de pc-datakabel los van de telefoon en vervolgens van de computer.
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel)
Als u extra multimediabestanden wilt opslaan, moet u een geheugenkaart plaatsen. U kunt microSD™- of microSDHC™­geheugenkaarten met een maximumcapaciteit van 16 GB in de telefoon plaatsen (afhankelijk van het type kaart en de kaartfabrikant).
Samsung hanteert erkende industriestandaarden voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet volledig compatibel met uw telefoon. Het gebruik van een incompatibele geheugenkaart kan resulteren in beschadiging van de telefoon of geheugenkaart en kan bovendien gegevens op de kaart aantasten.
Uw telefoon ondersteunt alleen de FAT-• bestandsstructuur voor geheugenkaarten. Als u een geheugenkaart plaatst die met een andere bestandsstructuur is geformatteerd, wordt u gevraagd of u de kaart opnieuw wilt formatteren.
Door veelvuldig wissen van en schrijven naar een
•
geheugenkaart, verkort u de levensduur.
De telefoon in elkaar zetten
11
Verwijder de achterklep.
1
Plaats een geheugenkaart met het etiket naar boven gericht.
2
Plaats de achterklep terug.
3
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of er geen bewerking op de geheugenkaart
1
wordt uitgevoerd. Verwijder de achterklep.
2
Duw voorzichtig op de geheugenkaart zodat deze loskomt
3
uit de telefoon en trek de geheugenkaart uit de sleuf.
De telefoon in elkaar zetten
12
Verwijder een geheugenkaart niet wanneer via de telefoon gegevens worden overgedragen of geopend. Dit kan leiden tot verlies van gegevens en/of beschadiging van de kaart of telefoon.
De geheugenkaart formatteren
Als u de geheugenkaart op een pc formatteert, kan de kaart incompatibel worden met uw telefoon. Formatteer de geheugenkaart alleen in de telefoon.
Door veelvuldig wissen van en schrijven naar een geheugenkaart verkort u de levensduur ervan.
Selecteer in de menustand Instellingen Details geheugenkaart
Vergeet niet een back-up van alle belangrijke gegevens in de telefoon te maken voordat u de geheugenkaart formatteert. De fabrieksgarantie dekt geen schade door verlies van gegevens vanwege iets wat de gebruiker doet.
FormatterenJa.
Geheugen
Een polslus bevestigen (optioneel)
Verwijder de achterklep.
1
Schuif de polslus door het gaatje voor de polslus en haak
2
deze om het kleine uitsteeksel.
Plaats de achterklep terug.
3
De telefoon in elkaar zetten
13
Aan de slag
De telefoon in- en uitschakelen
De telefoon inschakelen:
Houd de toets voor aan/uit/beëindigen ingedrukt.
1
Geef uw PIN-code in en selecteer 2 OK (indien nodig).
Herhaal stap 1 om de telefoon uit te schakelen.
Volg alle waarschuwingsmededelingen en • aanwijzingen van ocieel personeel op plaatsen waar het gebruik van draadloze apparatuur aan beperkingen onderhevig is, bijvoorbeeld in vliegtuigen en ziekenhuizen.
Als u alleen gebruik wilt maken van de diensten
•
waarvoor geen netwerk vereist is, activeert u het vliegtuigproel.
Aan de slag
14
blz. 22
De telefoon leren kennen
Onderdelen van de telefoon
Luistergedeelte
Volumetoets
Multifunctionele
aansluiting
Beltoets
Microfoon
Aanraakscherm
Terugtoets
Toets voor aan/uit/ beëindigen
Vergrendeltoets
Cameratoets
Cameralens achterzijde
Achterklep
Interne antenne
Toetsen
Toets Functie
Bellen of een oproep aannemen;
Nummerkeuze
Terug
Aan/uit/ beëindigen
Volume
in de standby-stand: recente uitgaande, gemiste en ontvangen oproepen ophalen.
In de menustand: teruggaan naar het vorige niveau; teruggaan naar het hoofdmenu zonder een menu of toepassing af te sluiten (ingedrukt houden).
De telefoon in- of uitschakelen (ingedrukt houden); een oproep beëindigen; in de menustand: teruggaan naar het hoofdmenu of naar de standby-stand.
Het volume van de telefoon regelen; in de standby-stand: ingedrukt houden voor een nepoproep.
Aan de slag
15
Toets Functie
Het aanraakscherm en de toetsen
Vergrendelen
Camera
Symbolen
Welke symbolen op het scherm worden weergegeven, is afhankelijk van de regio en provider.
Symbool Betekenis
Signaalsterkte
GPRS-netwerkverbinding
EDGE-netwerkverbinding
UMTS-netwerkverbinding
Aan de slag
16
vergrendelen; het aanraakscherm en de toetsen ontgrendelen (ingedrukt houden).
In de standby-stand: de camera inschakelen; in de camerastand: een foto of video maken.
Symbool Betekenis
Spraakoproep actief
Video-oproep actief
Functie voor SOS-berichten actief
Surfen op internet
Verbonden met een beveiligde webpagina
Roaming (buiten het gebruikelijke servicegebied)
Doorschakelen van oproepen actief
Verbonden met computer
Bluetooth-headset of -carkit voor handsfree bellen aangesloten
Bluetooth ingeschakeld
Alarm ingeschakeld
Symbool Betekenis
Geheugenkaart geplaatst
Nieuw SMS-bericht
Nieuw MMS-bericht
Nieuw e-mailbericht
Nieuw voicemailbericht
Normaal proel actief
Stil proel actief
Batterijlading
Huidige tijd
Het aanraakscherm gebruiken
Met het aanraakscherm van de telefoon kunt u eenvoudig items selecteren en functies uitvoeren. Dit hoofdstuk leert u werken met het aanraakscherm.
Gebruik geen scherpe hulpmiddelen om krassen op het • aanraakscherm te voorkomen.
Zorg dat het aanraakscherm niet met andere
•
elektrische apparaten in aanraking komt. Door elektrostatische ontladingen kan het aanraakscherm beschadigd raken.
Zorg dat het aanraakscherm niet met water in
•
aanraking komt. Het aanraakscherm kan in vochtige omstandigheden of door water beschadigd raken.
Om het aanraakscherm optimaal te kunnen gebruiken, dient u het beschermende folie te verwijderen voordat u de telefoon gebruikt.
Aan de slag
17
U gebruikt de volgende technieken om het aanraakscherm te bedienen:
•
Tikken: tik eenmaal met uw vinger om een menu, optie of toepassing te selecteren of starten.
Dubbeltikken: tik tweemaal snel achtereen met uw vinger
•
om tijdens het bekijken van foto's of webpagina's in of uit te zoomen.
Slepen: tik op een item met uw vinger, houd het aangeraakt, • en verschuif uw vinger om het item te verplaatsen.
Bladeren: tik met uw vinger en sleep omhoog, omlaag, naar
•
links of naar rechts om items in lijsten te verplaatsen.
Het aanraakscherm wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u de telefoon een bepaalde tijd niet gebruikt. Druk op een willekeurige toets om het scherm weer in te schakelen.
Aan de slag
18
Het aanraakscherm en de toetsen vergrendelen of ontgrendelen
U kunt het aanraakscherm en de toetsen vergrendelen, zodat er niets gebeurt als u er per ongeluk op drukt.
Druk op de vergrendeltoets om de vergrendeling te activeren. Houd de vergrendeltoets ingedrukt om de vergrendeling op te heen. U kunt ook op de vergrendeltoets drukken en het vergrendelingssymbool aangeraakt houden.
Het is ook mogelijk zo in te stellen dat het aanraakscherm en de toetsen automatisch worden vergrendeld wanneer u de telefoon een bepaalde tijd niet hebt gebruikt. Selecteer in de menustand
Instellingen vergrendelen.
Touchscreen Aan onder Automatisch
Menu's openen
De menu's van de telefoon openen:
Selecteer in de standby-stand
1
te gaan. Blader naar links of naar rechts naar een hoofdmenuscherm.
2
Menu om naar de menustand
Selecteer een menu of toepassing.
3
Druk op de terugtoets om een niveau omhoog te gaan; druk
4
op de toets voor aan/uit/beëindigen om het menu of de toepassing te sluiten en naar de standby-stand terug te gaan.
Toepassingen organiseren in de menustand
U kunt de toepassingen in de menustand reorganiseren door deze naar gelang uw voorkeuren en behoeften in een andere volgorde te plaatsen of in categorieën te groeperen.
Selecteer in de standby-stand
1
te gaan.
Wijzigen in de linkerbovenhoek van het scherm.
Selecteer
2
Sleep een toepassingssymbool naar de gewenste locatie.
3
U kunt het symbool van een toepassing ook verplaatsen naar een ander hoofdmenuscherm.
Opslaan of Klaar.
Selecteer
4
Selecteer Resetten om de hoofdmenuschermen te initialiseren.
Menu om naar de menustand
Toepassingen starten en beheren
Meerdere toepassingen starten
U kunt met de telefoon met meerdere toepassingen tegelijk werken.
Om meerdere toepassingen te starten, houdt u de toets Terug ingedrukt en selecteert u de toepassing die u wilt starten.
Wanneer Google Maps of Instant Messenger op de achtergrond wordt uitgevoerd, worden mogelijk extra kosten in rekening gebracht voor het maken van een gegevensverbinding.
Taakbeheer gebruiken
U kunt meerdere toepassingen beheren met Taak beheer. Als u Taakbeheer wilt starten, selecteert u in de menustand
Taakbeheer. De lijst met actieve toepassingen wordt weergegeven.
Selecteer Lijstweergave of 3D-weergave om de weergavemodus te wijzigen.
Aan de slag
19
U beheert actieve toepassingen als volgt:
•
Selecteer een toepassing in de lijst met actieve toepassingen als u hiernaar wilt overschakelen.
Selecteer
• om een toepassing te sluiten.
Selecteer
• Alles afsluiten om alle toepassingen te sluiten.
Widgets gebruiken
Widgets zijn kleine toepassingen die handige functies en informatie verschaen op het standby-scherm.
Bij sommige widgets wordt er verbinding met • webservices gemaakt. Als u een dergelijke webwidget gebruikt, worden er mogelijk extra kosten in rekening gebracht.
Welke widgets beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw
•
regio of serviceprovider.
Aan de slag
20
De widgetwerkbalk openen
De widgetwerkbalk openen en widgets activeren:
Selecteer in de standby-stand de pijl linksonder in het
1
scherm om de widgetwerkbalk te openen. Blader omhoog of omlaag op de widgetwerkbalk om de
2
gewenste widget te vinden. Sleep de widget naar het standby-scherm of selecteer de
3
widget om deze op het standby-scherm te activeren. Als u de widget weer op de widgetwerkbalk wilt
terugplaatsen, sleept u deze naar de gewenste positie op de widgetwerkbalk.
U kunt elk paneel van het standby-scherm inrichten met uw favoriete widgets. Blader naar een paneel links of rechts en plaats widgets op de gewenste schermpositie.
Widgets weergeven of wijzigen
U kunt widgetnamen weergeven of selecteren welke widgets u aan de widgetwerkbalk wilt toevoegen.
Open de widgetwerkbalk en selecteer
1
De gemarkeerde widgets zijn beschikbaar op de widgetwerkbalk.
Selecteer de widgets die u aan de widgetwerkbalk wilt
2
toevoegen.
Opslaan.
Selecteer
3
Nieuwe widgets downloaden
Open de widgetwerkbalk en selecteer .
1
Selecteer een optie om naar widgets te zoeken.
2
U kunt ook een trefwoord in het invoerveld ingeven en selecteren.
.
Blader door de lijst met widgets en selecteer de widget die u
3
wilt downloaden. Wanneer de widget is gedownload, wordt deze automatisch
aan de widgetwerkbalk toegevoegd.
Als de widgetwerkbalk vol is, worden gedownloade widgets niet automatisch aan de widgetwerkbalk toegevoegd. In dat geval moet u enkele widgets van de werkbalk verwijderen en de nieuwe widgets handmatig toevoegen.
De instellingen van de telefoon wijzigen
Haal meer uit uw telefoon door deze aan uw voorkeuren aan te passen.
De huidige tijd en datum instellen
Selecteer in de menustand 1 Instellingen → Tijd en datum. Selecteer de optie voor het bijwerken van de tijdzone en
2
geef een tijdzone op.
Aan de slag
21
Stel de tijd- en datumnotatie in en geef de huidige tijd en
3
datum in.
Opslaan.
Selecteer
4
Het volume van de toetstonen aanpassen
Druk in de standby-stand de volumetoets omhoog of omlaag.
De trillingsintensiteit van het
aanraakscherm wijzigen
U kunt de intensiteit van de feedbacktrilling voor het tikken op het scherm aanpassen.
Selecteer in de menustand
1
Feedback trilsignaal. Sleep de schuifregelaar naar de gewenste trillingsintensiteit.
2
Selecteer 3 Opslaan.
Overschakelen naar het stille proel
Selecteer in de standby-stand Toetsenbord en houd aangeraakt om het geluid van de telefoon uit of in te schakelen.
Aan de slag
22
Instellingen → Telefoon →
Een geluidsproel instellen
U kunt de geluiden van de telefoon wijzigen door het huidige geluidsproel aan te passen of naar een ander geluidsproel over te schakelen. Een proel instellen:
Selecteer in de menustand
1
Telefoonproelen. Selecteer
2
Pas de geluidsopties voor inkomende oproepen en berichten
3
en andere telefoonactiviteiten aan.
Selecteer
4
Als u naar een ander proel wilt overschakelen, selecteert u dat proel in de lijst.
naast het gebruikte geluidsproel.
Welke geluidsopties beschikbaar zijn, is afhankelijk van het geselecteerde proel.
Opslaan.
Instellingen →
Een achtergrond selecteren voor het
standby-scherm
U kunt voor elk paneel van het standby-scherm een afzonderlijke achtergrond selecteren.
Blader in de standby-stand naar links of rechts naar een
1
paneel van het standby-scherm. Selecteer in de menustand
2
verlichting Scroll naar links of rechts naar een foto.
3
Selecteer Afbeeldingen om een foto in de fotomap te selecteren.
Selecteer
4
Achtergrond.
Instellen.
Instellingen → Display en
De helderheid van het scherm aanpassen
Als het scherm op een hoog helderheidsniveau is ingesteld, raakt de batterij van de telefoon sneller leeg.
Selecteer in de menustand
1
verlichting Sleep de schuifregelaar naar het gewenste
2
helderheidsniveau. Selecteer
3
Het aanraakscherm kalibreren
U kunt het scherm van de telefoon kalibreren zodat uw invoer beter wordt herkend.
Selecteer in de menustand
1
Kalibratie. Tik op het doel op het scherm tot de kalibratie is voltooid.
2
Selecteer 3 Ja.
Helderheid.
Opslaan.
Instellingen → Display en
Instellingen → Telefoon →
Aan de slag
23
Het aanraakscherm ontgrendelen met
gebaren
Met de functie Slim ontgrendelen kunt u het aanraakscherm ontgrendelen door een bepaald teken op het vergrendelde aanraakscherm te tekenen. Een gebaar voor ontgrendeling instellen:
Selecteer in de menustand
1
ontgrendelen.
Aan onder Gebaar voor ontgrendelen.
Selecteer
2
Selecteer een ontgrendelingsoptie.
3
Het is mogelijk om alleen de telefoon te ontgrendelen, de telefoon te ontgrendelen en een snelkiesnummer te bellen, of te ontgrendelen en een toepassing te starten.
Ga naar stap 5 als u ervoor kiest alleen de telefoon te ontgrendelen.
Selecteer een snelkiesnummer om te bellen of een
4
toepassing om te starten. Selecteer een gebaar voor de functie Slim ontgrendelen.
5
Selecteer Taal wijzigen om een taal voor gebaren te selecteren.
Aan de slag
24
Instellingen Slim
Druk op de terugtoets. Ga naar stap 7 als u ervoor kiest alleen
6
de telefoon te ontgrendelen.
Opslaan.
Selecteer
7
Als u het aanraakscherm wilt ontgrendelen, drukt u op een willekeurige toets en tekent u het gebaar dat correspondeert met de gewenste ontgrendelingsfunctie.
De telefoon blokkeren
U kunt de telefoon blokkeren door het telefoonwachtwoord te activeren.
Selecteer in de menustand
1 2 3
4
Aan onder Telefoonblokkering.
Selecteer Geef een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en
selecteer OK. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in en selecteer
nogmaals OK.
De eerste keer dat u een menu wilt openen waarvoor een wachtwoord geldt, wordt u gevraagd een wachtwoord in te stellen en te bevestigen.
Instellingen Beveiliging.
Als telefoonblokkering is ingeschakeld, moet u het wachtwoord ingeven telkens wanneer u de telefoon inschakelt.
Als u uw wachtwoord vergeet, moet u de • telefoonblokkering laten opheen bij een Samsung Service Center.
Samsung is niet verantwoordelijk voor verlies van
•
wachtwoorden of privégegevens of andere schade die door illegale software wordt veroorzaakt.
De SIM-kaart of USIM-kaart blokkeren
U kunt de telefoon blokkeren door de PIN-code te activeren die u bij de SIM-kaart of USIM-kaart hebt gek regen.
Selecteer in de menustand
1 2 3
Als PIN-blokkering is ingeschakeld, moet u de PIN-code ingeven telkens wanneer u de telefoon inschakelt.
Aan onder PIN-blokkering.
Selecteer Geef de PIN-code van uw SIM-kaart of USIM-kaar t in en
selecteer OK.
Instellingen Beveiliging.
Als u te vaak een onjuiste PIN-code invoert, blijft de • USIM- of SIM-kaart geblokkeerd. In dat geval moet u een PUK-code (PIN Unlock Key) ingeven om de blokkering van de kaart op te heen.
Als u een onjuiste PUK-code voor de SIM-kaart of USIM-
•
kaart invoert, moet u de blokkering van de kaar t bij de serviceprovider laten opheen.
De functie Mobiel opsporen activeren
Wanneer iemand een andere SIM-kaart of USIM-kaart in de telefoon plaatst, stuurt de functie Mobiel opsporen het nummer automatisch naar opgegeven ontvangers, zodat u de telefoon kunt opsporen.
Selecteer in de menustand
1
Mobiel opsporen. Geef uw wachtwoord in en selecteer
2 3 4
5
Aan om Mobiel opsporen in te schakelen.
Selecteer Selecteer het adresveld om de lijst met ontvangers te
openen.
Tik voor ontvanger.
Selecteer
Instellingen → Beveiliging →
OK.
Aan de slag
25
Toets een telefoonnummer in inclusief de landcode (met
6
en selecteer Gereed.
Opslaan wanneer u de ontvangers hebt ingesteld.
Selecteer
7
Selecteer het invoerveld voor de afzender.
8
Geef de naam van de afzender in en selecteer 9 Gereed.
Opslaan →OK.
Selecteer
10
Tekst ingeven
U kunt tekst ingeven door tekens te selecteren op het virtuele toetsenblok of door met de hand op het scherm te schrijven.
De tekstinvoermethode wijzigen
Als u op het tekstinvoerveld tikt, verschijnt standaard het invoerpaneel met het virtuele toetsenblok.
De beschikbare tekstinvoermethoden kunnen per land verschillen.
• en
Als u de tekstinvoermethode wilt wijzigen, selecteert u selecteert u een invoermethode.
Aan de slag
26
+)
Als u naar de ABC- of T9-stand wilt overschakelen, selecteert u • T9 op het virtuele toetsenblok. Wanneer de T9-stand actief is, gaat de stip naast de knop T9 aan.
Selecteer • Abc om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of om naar de cijferstand te schakelen.
• om uw invoer te wissen.
Selecteer Selecteer
• om een spatie in te voegen.
Als u van invoertaal wilt wisselen, selecteert u de knop Taal
•
onder aan het scherm.
Tekst ingeven met invoermethoden
Wijzig de tekstinvoermethode.
1
Invoermethode Functie
Toetsenblok Selecteer tekens op het toetsenblok.
Schr. voll. sch
Schrijfvak 1/ Schrijfvak 2
Schrijf op een willekeurige plek op het scherm.
Schrijf in de invoervakken. Als Schrijfvak 1 actief is, kunt u cijfers en symbolen ingeven in het vak ?1.
Wijzig de tekstinvoerstand.
2
Geef tekst in door de gewenste virtuele toetsen te selecteren
3
of op het scherm te schrijven.
Wanneer u tekst invoert met het toetsenblok, kunt u de volgende standen gebruiken:
Stand Functie
ABC
T9
Selecteer een toepasselijke virtuele toets totdat het gewenste teken wordt weergegeven.
Selecteer de toepasselijke virtuele toetsen 1. om een heel woord in te voeren.
Als het woord juist wordt weergegeven, 2. selecteert u voegen. Als het juiste woord niet wordt weergegeven, selecteert u een alternatief in de lijst die verschijnt of selecteert u
om een spatie in te
U kunt het woord toevoegen aan het woordenboek van T9 door Woord toevoegen te selecteren onder aan de lijst met alternatieve woorden.
Stand Functie
Selecteer een toepasselijke virtuele toets om
Cijfer
Symbool
.
een cijfer in te voeren.
U kunt cijfers ingeven door in de ABC- of T9-stand een virtuele toets aangeraakt te houden.
of om naar de gewenste
Selecteer 1. symboolset te bladeren.
Selecteer een toepasselijke virtuele toets om 2. een symbool in te voeren.
Aan de slag
27
Loading...
+ 63 hidden pages