Samsung DIGIMAX V700, Digimax V10 User Manual [nl]

Hartelijk dank voor het aanschaffen van een camera van Samsung. Deze handleiding biedt alle informatie die u nodig hebt om de camera te kunnen gebruiken, inclusief het maken van opnamen, het downloaden van afbeeldingen en het gebruiken van de toepassingssoftware. Lees deze handleiding goed door voordat u gaat werken met uw nieuwe camera.
NEDERLANDS
Digimax V10
Gebruiksaanwijzing
Instructies
Gebruik deze camera in de onderstaande volgorde
Sluit de
USB-kabel aan
Installeer het stuurprogramma
voor de camera
Voordat u de camera, via de USB-kabel, aansluit op een PC, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren. Installeer het stuurprogramma voor de camera dat wordt meegeleverd op de cd­rom met toepassingssoftware. (p.110)
Maak een foto. (p.22)
Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de USB­poort van de PC en op de USB-aansluiting van de camera. (p.120)
Controleer of de camera is ingeschakeld. Als de camera is uitgeschakeld, zet u deze aan met de aan/uit-schakelaar. (p.29)
Maak een foto
Controleer of de camera
is ingeschakeld
Controleer
[Removable Disk]
Open Windows Verkenner en zoek naar [Removable Disk]. (p.121)
Als u een kaartlezer gebruikt om de opnamen op de geheugenkaart te kopiëren naar uw pc, kunnen de opnamen beschadigd raken. Als u de opnamen die u hebt gemaakt met de camera wilt overdragen naar uw pc, gebruikt u altijd de meegeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op de pc. Houdt u er rekening mee dat de fabrikant niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor verlies of beschadiging van opnamen op de geheugenkaart bij gebruik van een kaartlezer.
Kennis maken met uw camera 5 Informatie over de pictogrammen 5 Gevaar 6 Waarschuwing 6 Voorzichtig 7 Waarschuwing van FCC 7 Systeemgrafiek 8 Identificatie van functies 10
Voor- en bovenzijde 10 Achterzijde 10 Zijkant/ Knop voor 5 functies 11 Keuzeschijf voor modusselectie 11
Aansluiten op een voedingsbron 14
De wisselstroomadapter gebruiken
15 De batterijen gebruiken 16 De batterij verwijderen 16
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart 17 De geheugenkaart plaatsen 19 De geheugenkaart verwijderen 19 Wanneer u de camera voor het eerst gebruikt 20
Indicator LCD-scherm 21 De opnamemodus starten 22
De modus AUTO gebruiken 22 De modus PROGRAMMA gebruiken 23 De modus Diafragmaprioriteit gebruiken 23 De modus Sluiterprioriteit gebruiken 24 De modus Handinstelling gebruiken 24 De modus MIJNINST gebruiken 25 De modus FILMCLIP gebruiken 25 De modus SCÈNE gebruiken 27 De modus SPRAAKOPNAME gebruiken
27
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen 28
De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen 29
AAN / UIT-knop 29
SLUITER-knop / Draaiknop 29 Zoomknop W/ T 29 Knop Spraakmemo / OMHOOG 32 Knop Macro / Omlaag (Scherpte-instelling)
33 Vergrendeling scherpte-instelling 34 Knop FLITSER / LINKS 34 Knop voor zelfontspanner / Afstandsbediening / Rechts 37 Knop MENU / OK 39 Knop +/- 40 Knop AEL / ASM 43 Knop MF 44 LCD-knop 45 Het LCD-scherm gebruiken om de camera­instellingen te wijzigen 46 Het menu gebruiken 49 Formaat 49 Kwaliteit 50 Lichtmeting 51 Continue opname 52 Scherpte 53 Effect 53 Speciaal Effect 54 Speciaal Effect : Vooraf ingesteld kader voor scherpte-instelling 54 Speciaal Effect : composietopnamen 55 Speciaal Effect : Fotoframe 56 De cameraconfiguratie opslaan / laden (MIJNINST) 57 Scène 58 Framestabilisator voor filmclips 59
Afspeelmodus starten 60
Een stilstaand beeld afspelen 60 Bewegende beelden afspelen 61
Inhoud
GEREED
OPNAME
AFSPELEN
Inhoud
De filmclip opnemen 61 Filmclips bijsnijden 62
Een spraakopname afspelen 63 Indicator LCD-scherm 64 De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen 65
Knop Miniaturen / Vergroting 65 Knop Spraakmemo / OMHOOG 66 Knop voor afspelen en pauzeren / Omlaag
67 Knop LINKS / RECHTS / MENU / OK 68 LCD-knop 68 Wisknop 69 Albumknop (MF-knop) 70 De afspeelfunctie instellen met behulp van het LCD-scherm 73 De diaserie starten 76 Opnamen beveiligen 77 Opnamen verwijderen 78 Afmetingen wijzigen 79 Een opname draaien 80 DPOF 81 DPOF : STANDRD 81 DPOF : INDEX 82 DPOF : AFDRUKFORMAAT 82 PictBridge 83 PictBridge : selectie van opnamen 84 PictBridge : Afdrukinstelling 85 PictBridge : Afdruk 86 PictBridge : AFDRUKKEN DPOF 86 PictBridge : RESET (HERSTELLEN) 87
Menu Setup 88 Bestandsnaam 89 Automatische uitschakeling 90 Taal 91 Een geheugenkaart formatteren 91 Datum, tijd en datumtype instellen 92 De opnametijd afdrukken 92
Geluid 93 Een extern apparaat aansluiten (via USB)
93 Lampje voor automatische scherpte-instelling 94 Helderheid LCD 94 Type video-uitvoer selecteren 95 Snelweergave 96 Initialisatie 96 Het menu MYCAM instellen 97 Beginafbeelding 97 Begingeluid 98 Sluitertoon 98 Belangrijke opmerkingen 99 Waarschuwingsindicator 101 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum 102 Specificaties 105
Opmerkingen met betrekking tot software
107 Systeemvereisten 107 Informatie over de software 108 De toepassingssoftware installeren 110 PC-modus starten 120 Het USB-stuurprogramma verwijderen onder Windows 98SE 123 Verwisselbare schijf 124 De verwisselbare schijf verwijderen 125
Het USB-stuurprogramma installeren op de MAC 126 Het USB-stuurprogramma gebruiken op
de MAC 126 Digimax Viewer 2.1 127 Digimax Reader 128 PhotoImpression gebruiken 130 FAQ (Veelgestelde vragen) 132
SETUP
SOFTWARE
Kennis maken met uw camera
Hartelijk dank voor het aanschaffen van het digitale camera van Samsung.
Lees, voordat u deze camera gaat gebruiken, eerst de gebruikershandleiding zorgvuldig door. Wanneer u service nodig hebt, neemt u de camera en de accessoires die verantwoordelijk zijn voor de storing aan de camera (zoals batterijen, geheugenkaart, enz.) mee naar het geautoriseerde servicecentrum. Controleer voordat u de camera wilt gaan gebruiken (bijvoorbeeld vóór een uitstapje of een belangrijke gebeurtenis) of deze correct werkt om teleurstellingen te voorkomen. Samsung camera accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies of voor enige schade die het gevolg is van storingen aan de camera. Bewaar de handleiding op een veilige plek. Microsoft Windows en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle merk- en productnamen in deze handleiding zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van deze camera die u helpen op een veilige en juiste wijze te werken met deze camera. Hierdoor voorkomt u schade en letsel bij anderen.
Informatie over de pictogrammen
GEVAAR
GEVAAR geeft een dreigend gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot minder ernstig letsel.
Gevaar
Probeer deze camera niet op enigerlei wijze aan te passen. Dit kan namelijk leiden tot brand, letsel, elektrische schokken of ernstige schade aan u of uw camera. Interne inspectie, onderhoud en reparaties dienen te worden uitgevoerd door uw leverancier of door het servicecentrum voor cameras van Samsung. Gebruik dit product niet in de directe nabijheid van brandbare of explosieve gassen, aangezien hierdoor het risico van een explosie toeneemt. Gebruik de camera niet meer als er vloeistof of vreemde voorwerpen in zijn binnengedrongen. Schakel de camera uit en verwijder de stroombron (batterijen of wisselstroomadapter). U moet contact opnemen met uw leverancier of met het servicecentrum voor cameras van Samsung. Ga niet door met het gebruik van de camera omdat dit kan leiden tot brand of elektrische schokken. Stop geen metalen of brandbare voorwerpen in de camera via de toegangspunten, zoals de kaartsleuf of het batterijvak. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Gebruik deze camera niet met natte handen. Dit kan leiden tot elektrische schokken.
Maak geen gebruik van de flitser in de onmiddellijke nabijheid van mensen of dieren. Als de flitser te dicht bij de ogen van het onderwerp afgaat, kan dit leiden tot schade aan de ogen. Richt, bij het maken van foto's, nooit de lens van de camera rechtstreeks op een zeer krachtige lichtbron. Dit kan leiden tot permanente schade aan de camera of tot beschadiging van uw ogen. Houd dit product en de bijbehorende accessoires om veiligheidsredenen buiten het bereik van kinderen of dieren om ongelukken te voorkomen zoals:
Het inslikken van batterijen of kleine camera-accessoires. Neem in het geval van een ongeluk onmiddellijk contact op met een arts.
Er bestaat een kans op letsel door de bewegende onderdelen van de camera. Batterijen en camera kunnen heet worden bij langdurig gebruik.Dit kan leiden tot storingen in de camera. Als dit gebeurt, laat u de camera enkele minuten ongebruikt zodat deze kan afkoelen. Probeer de niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Dit kan leiden tot een explosie. Laat deze camera niet achter op plekken waar de temperatuur extreem kan oplopen, zoals een afgesloten voertuig, direct zonlicht of andere plaatsen waar extreme temperatuurschommelingen optreden. Blootstelling aan extreme temperaturen kan een negatieve invloed hebben op de interne onderdelen van de camera en kan leiden tot brand. Dek de camera of wisselstroomadapter nooit af tijdens het gebruik. Hierdoor kan de temperatuur hoog oplopen, waardoor de camerabehuizing beschadigd kan raken en er brand kan ontstaan. Gebruik de camera en de bijbehorende accessoires altijd in een goed geventileerde ruimte.
Waarschuwing
Voorzichtig
Lekkende, oververhitte of beschadigde batterijen kunnen leiden tot brand of letsel.
Gebruik batterijen die geschikt zijn voor deze camera. Sluit batterijen niet kort, verhit ze niet en gooi ze niet in een open vuur.
Plaats de batterijen in de juiste richting. Verwijder de batterijen wanneer u de camera gedurende langere tijd niet wilt gebruiken. Batterijen kunnen gaan lekken en de onderdelen van de camera onherstelbaar beschadigen. Gebruik de flitser niet terwijl u deze vasthoudt met uw hand of aanraakt met een of ander voorwerp. Raak de flitser na gebruik niet aan. Dit kan leiden tot brandwonden. Vervoer de camera niet als deze is ingeschakeld en u gebruik maakt van de wisselstroomadapter. Schakel de camera na gebruik altijd uit voordat u de adapter uit het stopcontact verwijdert. Controleer vervolgens of alle verbindingssnoeren of kabels naar andere apparaten zijn losgekoppeld voordat u de camera gaat vervoeren. Als u dit niet doet, kunnen de snoeren of kabels beschadigd raken en kunnen er brand of elektrische schokken optreden.
Waarschuwing van FCC
Tests hebben aangetoond dat dit apparaat voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat van Klasse B volgens artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze grenswaarden zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in commerciële installaties. Dit apparaat genereert, absorbeert en straalt RF-energie (Radio Frequentie) uit. Als het apparaat niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan dit leiden tot verstoring van het radioverkeer. Er is echter geen garantie dat er in sommige gevallen geen interferentie zal optreden. Als er toch interferentie optreedt terwijl het apparaat in werking is, probeert u één of meer van de volgende maatregelen.
Wijzig de locatie en richting van uw antenne. Vergroot de afstand tussen de camera en het apparaat waarvan de werking wordt verstoord. Gebruik een andere aansluiting op het desbetreffende apparaat. Neem contact op met een vertegenwoordiger van Samsung of met een radio/TV­installateur.
Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van de FCC-voorschriften. Door wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door de verantwoordelijke conformiteitsinstantie zijn goedgekeurd, kan de gebruiker zijn of haar bevoegdheid voor het gebruik van de apparatuur verliezen.
Systeemgrafiek
Controleer of u over de juiste productonderdelen beschikt voordat u het product gaat gebruiken. Als u de optionele apparatuur wilt aanschaffen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Samsung-dealer of met het lokale Samsung-servicecentrum.
Gebruikershandleiding,
Productgarantie
Draagriem voor
camera
Cd met software
(zie p. 108)
SD-geheugenkaart
(zie p. 17)
DPOF-compatibele
printer (zie p. 81)
Oplaadbare batterij
(SLB-1137)
Batterijlader
(SBC-L3)
CHARGE
Netnoer
Wisselstroomadapter
(SAC-32, 3,3V gelijkstroom, 2,0 A )
< Meegeleverde items >
Opbergtasje
Afstandsbediening
Systeemgrafiek
USB-kabel AV-kabel
PictBridge-
compatibele printer
(zie p. 83)
Computer
(zie p.120)
Extern beeldscherm
Gele kleur - Video
Witte kleur - geluid
(zie p. 95)
Voor Windows
PC met MMX Pentium 233MHz-processor of sneller (XP : Pentium II 300MHz) Windows 98/98SE/2000/ME/XP Minimaal 32MB RAM (XP: 128MB) 140MB vrije ruimte op de vaste schijf USB-poort CD-ROM-station 800x600 pixels, beeldscherm dat 16-bits kleuren ondersteunt (24-bits kleurenbeeldscherm aanbevolen)
Voor Macintosh
Power Mac G3 of hoger Mac OS 9.2 t/m 10.3 Minimaal 64MB RAM 110MB vrije ruimte op de vaste schijf USB-poort CD-ROM-station QuickTime-speler DivX (voor filmclips)
Systeemvereisten
Als u de camera aansluit op een computer, printer of externe monitor, moet u de USB­/AV-kabel gebruiken die is meegeleverd met de camera. Als u dat niet doet, kunnen de externe apparaten de camera niet herkennen.
VOORZICHTIG
[10]
Identificatie van functies
Voor- en bovenzijde
Achterzijde
Draaiknop
Flitser
Lens
Aan/uit-knop Lampje schijf voor
modusselectie
Microfoon
Lampje voor automatische scherpte­instelling, lampje voor zelfontspanner
Keuzeschijf voor
modusselectie
MF-knop
(Albumknop)
Lampje voor automatische
scherpte-instelling (AF - groen)
Oogje voor draagriem
Zoomknop T (Digitale zoom)
Zoomknop W (Miniatuurmodus)
Knop voor modus AFSPELEN
LCD-scherm
Aansluitpunt voor gelijkstroomvoeding
USB-/AV­aansluiting
Sluiterknop
Luidspreker
Knop
AEL / ASM
Knop +/-,
VERWIJDEREN
Lampje voor flitser (rood)
LCD-knop
Knop voor 5 functies
Sensor voor
afstandsbediening
Aansluitpunt voor
statief
Zoeker
[11]
Identificatie van functies
PROGRAMMA
Selecteer deze modus om snel en eenvoudig foto's te maken met minimale gebruikersinteractie.
Als u de automatische programma modus selecteert, worden de optimale instellingen geconfigureerd voor de camera. U kunt nog steeds alle functies configureren, met uitzondering van de iris en de sluitersnelheid.
Modus AUTO
U kunt de gewenste werkmodus selecteren met de keuzeschijf voor modusselectie aan de bovenzijde van de camera. Deze digitale camera beschikt over 8 opnamemodi. Deze worden hieronder aangegeven.
Zijkant/ Knop voor 5 functies
Keuzeschijf voor modusselectie
Sleuf voor geheugenkaart
Afdekklepje Batterijvakje
Knop
FLITSER
/ LINKS
Knop
MENU/ OK
Knop MACRO/ OMLAAG
Knop Afspelen & Pauzeren
Knop ZELFONTSPANNER / RECHTS
Knop Spraakopname/
Spraakmemo/ OMHOOG
Batterijvak
Batterijhouder
[12]
Identificatie van functies
Stel, afhankelijk van de helderheid van het object, de diafragmawaarde voor automatische belichting in met behulp van de automatische instelling voor de sluitersnelheid van de camera.
A-opnamemodus (Diafragmaprioriteit)
Stel, afhankelijk van de helderheid van het object, de sluitersnelheid voor automatische belichting in met behulp van de automatische diafragma-instelling van de camera.
S-opnamemodus (Sluiterprioriteit)
De gebruiker kan zowel de diafragmawaarde als de sluitersnelheid handmatig instellen.
M-opnamemodus (Handmatige instelling)
Met deze modus kunnen gebruikers veelgebruikte opname­instellingen opslaan voor later gebruik.
Modus MijnINST
Er kunnen nu bewegende beelden worden opgenomen zolang de beschikbare geheugencapaciteit dat toelaat.
- Afmeting : 640X480, 320X240, 160X128 (door gebruiker te selecteren)
- Bestandstype voor bewegende beelden : *.AVI (MPEG-4)
Modus FILMCLIP
Gebruik dit menu om op eenvoudige wijze de optimale instellingen te configureren voor een reeks verschillende opnamesituaties. Dit zijn onder andere NACHT, PORTRET, KINDEREN, LANDSCHAP, CLOSE-UP, TEKST, ZONONDER, DAGERAAD, TGENLICHT, VUURWERK en STRND&SNE.
SCÈNE-modus
[13]
Identificatie van functies
Lampje voor zelfontspanner (Op basis van zelfontspanner van 10 seconden. Zie p. 37)
MODUS Pictogram
Pictogram
MODUS
SCENE
AUTO
PROGRAMMA
MijnINST
SPRAAKOPNAME
Nacht
FILMCLIP
AFSPELEN
Kinderen
Landschap
Close-up Zononder Dageraad Tegnlicht Vuurwerk
Strnd&Sne
Lampje voor automatische scherpte-instelling
Lampje schijf voor modusselectie
Lampje voor flitser
Moduspictogrammen
D-prioriteit
Portret
Tekst
S-prioriteit
HANDINSTELLING
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
- De eerste 8 seconden knippert het lampje éénmaal per seconde.
- Gedurende de laatste 2 seconden knippert het lampje éénmaal per 0,25 seconde.
Rood
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
Opnamemodus (druk lichtjes op de sluiterknop): Niet scherpgesteld. PC-modus: Bezig met verzenden van gegevens
Opnamemodus (druk lichtjes op de sluiterknop): Scherpgesteld
Aan
Groen
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
Flitser tijdens het opladen Flitser gereed
AAN
Rood
Kleur Status Camerastatus
AAN
HET LCD-scherm wordt uitgeschakeld met de LCD-knop. PC-modus: Als de USB-kabel is aangesloten.
Groen
[14]
Aansluiten op een voedingsbron
Belangrijke informatie over het gebruik van batterijen.
Schakel, als u de camera niet gebruikt, altijd de stroom uit. Probeer de niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Dit kan leiden tot een explosie. Verwijder de batterijen als de camera gedurende lange tijd niet wordt gebruikt. Batterijen verliezen vermogen met het verstrijken van de tijd en kunnen gaan lekken als u ze in de camera laat zitten. Lage temperaturen (beneden 0°C) kunnen de prestaties van de batterijen nadelig beïnvloeden en kunnen de levensduur van de batterijen bekorten. De batterijen herstellen zich gewoonlijk bij normale temperaturen. Bij langdurig gebruik van de camera kan de behuizing warm worden. Dit is volstrekt normaal. Als de camera zich in de PC-modus bevindt, een diashow afspeelt, een spraakopname weergeeft of een filmclip afspeelt, wordt u geadviseerd een wisselstroomadapter te gebruiken.
INFORMATIE
De camera kan op twee manieren van stroom worden voorzien. U kunt batterijen of een wisselstroomadapter (100V ~ 250V) (gelijkstroom 3.3V / 2.0A) gebruiken.
Wij adviseren u oplaadbare batterijen (SLB-1137) te gebruiken.
[15]
Aansluiten op een voedingsbron
Schakel altijd de stroom uit voordat u de wisselstroomadapter uit het stopcontact verwijdert Net als bij alle apparaten die worden aangesloten op de netvoeding, is de veiligheid van groot belang. Zorg ervoor dat de camera en de adapter niet in contact komen met water of met metalen voorwerpen. Zorg ervoor dat u een correct type wisselstroomadapter (3,3V, 2,0A) gebruikt voor de camera. Als u dit niet doet, kan dat uw garantie ongeldig maken.
GEVAAR
Als u toegang tot een netvoeding hebt, kunt u de camera gedurende lange tijd gebruiken met behulp van een wisselstroomadapter(SAC-32, 3,3V gelijkstroom, 2,0 A). Sluit de adapter aan op de ingangsbus van de camera ( DC IN 3.3V ). Verwijder de batterijen uit de camera als u een wisselstroomadapter gebruikt.
De wisselstroomadapter gebruiken (SAC-32, 3,3V gelijkstroom, 2,0 A, optioneel)
[16]
Aansluiten op een voedingsbron
De batterijen gebruiken
Batterijstatus
Indicator voor batterijstatus
De batterijen zijn
volledig opgeladen
Nieuwe batterijen
voorbereiden
De batterijen zijn bijna leeg.
Plaats nieuwe batterijen.
Op het LCD-scherm worden 3 indicatoren voor de batterijstatus weergegeven.
De batterij verwijderen
1. Schakel de camera uit. Open het klepje voor het batterijvak en schuif de batterijhouder aan de kant. De batterij wordt vrijgegeven.
2. Verwijder de batterij en sluit het klepje voor het batterijvak.
:
Als de camera niet wordt ingeschakeld nadat u batterijen hebt geplaatst, controleert u of de batterijen correct zijn geïnstalleerd (plus- en minpool).
1. Open het afdekklepje voor het batterijvak door het in de richting van de pijl te duwen.
2. Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
3. Sluit het afdekklepje van het batterijvak door ertegen te duwen totdat het vastklikt.
Oefen geen kracht uit op het klepje van het batterijvak als dit openstaat. Dit kan ertoe leiden dat het batterijvak vervormd raakt of wordt beschadigd.
INFORMATIE
[17]
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
Formatteer de geheugenkaart (zie p. 91). Als u een nieuw aangeschafte kaart voor het eerst gebruikt, bevat deze gegevens die niet kunnen worden herkend door de camera of opnamen die zijn gemaakt met een andere camera. Zet de camera uit als u de geheugenkaart gaat plaatsen of verwijderen. Naarmate de geheugenkaart vaker wordt gebruikt, nemen de prestaties uiteindelijk af. Als dit gebeurt, moet u een nieuwe geheugenkaart aanschaffen. Slijtage van de geheugenkaart valt niet onder de garantie van Samsung. De geheugenkaart is een elektronisch precisie-instrument. Buig de geheugenkaart niet om, laat deze niet vallen en stel deze niet bloot aan zware druk. Berg de geheugenkaart niet op in een omgeving met krachtige elektronische of magnetische velden (bijvoorbeeld in de buurt van luidsprekers of TV-toestellen). Gebruik deze kaart niet en berg deze niet op in een omgeving waarin sprake is van grote temperatuurschommelingen. Zorg ervoor dat de geheugenkaart niet vuil wordt en dat deze niet in contact komt met vloeistoffen van enigerlei aard. Als dit toch gebeurt, maakt u de geheugenkaart schoon met een zachte doek. Bewaar de geheugenkaart in de bijbehorende opberghoes als u de kaart niet gebruikt. Tijdens en na perioden van langdurig gebruik, kan de geheugenkaart warm aanvoelen. Dit is volstrekt normaal. Gebruik geen geheugenkaart die al is gebruikt in een andere digitale camera. Als u de geheugenkaart wilt gebruiken in deze camera, formatteert u de kaart eerst met behulp van deze camera.
Gebruik geen geheugenkaart die is geformatteerd door een andere digitale camera of geheugenkaartlezer.
Onderhoud uitvoeren op de geheugenkaart
De gegevens op de geheugenkaart beschermen
Als het volgende aan de hand is, bestaat de kans dat de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken:
- Als de geheugenkaart op onjuiste wijze wordt gebruikt.
- Als de stroom wordt uitgeschakeld of de geheugenkaart wordt verwijderd tijdens het opnemen, verwijderen (formatteren) of lezen.
Samsung kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van gegevens. Het is raadzaam belangrijke gegevens op een ander, reservemedium op te slaan, zoals diskettes, vaste schijven, CD, enz. Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is : Als u de sluiterknop half indrukt bij het maken van een opname, wordt het bericht [KAART VOL!] weergegeven en werkt de camera niet. U kunt de hoeveelheid beschikbaar geheugen in de camera optimaliseren door de geheugenkaart te vervangen of door overbodige opnames te verwijderen van de geheugenkaart.
[18]
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
Verwijder de geheugenkaart niet als het lampje voor automatische scherpte-instelling (groen) brandt, omdat anders de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
INFORMATIE
[ SD-geheugenkaart (Secure Digital) ]
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Label
Kaartpennen
TIFF
SUPERHOOG
HOOG
NORMAAL
30 FPS 15FPS 3072X2304 1 9 15 23 - ­2816X2112 1 10 18 26 - ­2592X1944 1 11 21 33 - ­2272X1704 2 14 26 40 - ­2048X1536 3 17 33 50 - ­1600X1200 4 30 51 60 - -
1024X768 11 60 106 129 - -
640X480 22 121 165 202 - ­640X480 - - - -
Ongeveer 2MIN Ongeveer 4MIN
320X240 - - - -
Ongeveer 4MIN Ongeveer 7MIN
160X128 - - - -
Ongeveer 8MIN Ongeveer 15MIN
Stilstaa
nd
beeld
Formaat van opgenomen beeld
Filmclip
De camera is voor geschikt SD-geheugenkaarten en Multi Media Cards (MMC). Raadpleeg de bijgesloten handleiding voor gebruik van de MMC (Multi Media Card).
Bij gebruik van een 32MB SD-geheugenkaart, beschikt u volgens de specificaties over de volgende opnamecapaciteit. (Deze getallen dienen als indicatie voor de verwachte capaciteit.) Deze getallen zijn schattingen omdat de beeldcapaciteit kan worden beïnvloed door variabelen zoals het onderwerp.
De SD-geheugenkaart heeft een schakelaar voor schrijfbeveiliging waarmee u kunt voorkomen dat beeldbestanden worden verwijderd of dat de kaart wordt geformatteerd. Als u de schakelaar naar de onderkant van de SD-geheugenkaart toeschuift, zijn de gegevens beveiligd. Als u de schakelaar naar de bovenkant van de SD­geheugenkaart toeschuift, wordt de beveiliging opgeheven. Schuif de schakelaar naar de bovenkant van de SD-geheugenkaart voordat u een opname gaat maken
[19]
De geheugenkaart plaatsen
1. Zet de camera uit en trek het klepje voor het batterijvak in de richting van de pijl om de batterijvak te openen.
2. Zorg dat de voorkant van de geheugenkaart in de richting van de voorkant van de camera (lens) en de kaartpinnen in de richting van de achterkant van de camera (LCD-scherm) wijzen en druk de geheugenkaart vervolgens in de kaartsleuf totdat u een klik hoort.
3. Sluit het klepje van het batterijvak door erop te drukken totdat u een klik hoort. Als de geheugenkaart niet soepel naar binnen schuift, mag u geen extra kracht gebruiken om de kaart te plaatsen. Controleer de plaatsingsrichting en breng de kaart vervolgens op de juiste wijze aan. Breng de geheugenkaart niet in de verkeerde richting in. Als u dit wel doet, kan de sleuf voor de geheugenkaart beschadigd raken.
1. Schakel de stroom uit met behulp van de aan/uit-knop. Open het afdekklepje voor het batterijvak en druk op de geheugenkaart zoals in de afbeelding wordt aangegeven. Laat de kaart vervolgens los.
2. Verwijder de geheugenkaart en sluit het klepje voor het
batterijvak.
De geheugenkaart verwijderen
Als de camera is ingeschakeld, wordt deze weer uitgeschakeld als u de geheugenkaart plaatst of verwijdert.
INFORMATIE
[20]
Wanneer u de camera voor het eerst gebruikt
Als de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, wordt een menu voor het instellen van datum, tijd en taal weergegeven op het LCD-scherm. Dit menu wordt niet meer weergegeven nadat u de datum, tijd en taal hebt ingesteld. Stel de datum, tijd en taal in voordat u deze camera gaat gebruiken.
Datum, tijd en datumtype instellen
1. Selecteer het menu [D & Time] door op de knop OMHOOG/OMLAAG en vervolgens op de knop RECHTS te drukken.
2. Selecteer het gewenste submenu door op de knop OMHOOG, OMLAAG, LINKS of RECHTS te drukken en druk op de knop OK. Knop RECHTS : Hiermee selecteert u
JAAR/MAAND/DAG/UUR/MINUUT / DATUMTYPE
Knop LINKS : Hiermee verplaatst u de cursor naar het hoofdmenu [D & Time] als de
cursor bij het eerste item voor de instelling van datum en tijd staat. In alle andere gevallen wordt de cursor naar links verschoven.
Knop OMHOOG of OMLAAG : hiermee verandert u de waarde van elke optie.
U kunt kiezen uit 18 talen. Deze worden hieronder aangegeven: Engels, Koreaans, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Japans, Russisch, Portugees, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Thais, Bahasa (Maleis/Indonesisch) en Arabisch. Zelfs als de camera opnieuw wordt gestart, blijft de taalinstelling gehandhaafd.
INFORMATIE
De taal instellen
1. Selecteer het menu [Language] door op de knop OMHOOG/OMLAAG en vervolgens op de knop RECHTS te drukken.
2. Selecteer het gewenste submenu door op de richtingknop OMHOOG of OMLAAG en vervolgens op OK te drukken.
Setup
D & Time 05/01/01
Language English
Move: Change:
 
Setup
D & Time 05/01/01
Language English
Move: Change:
 
[21]
Indicator LCD-scherm
[Beeld & volledige info]
Het LCD-scherm geeft informatie weer over de opnamefuncties en -selecties.
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
1 Batterij p.16
3 Opnametype p.52 4 Flitser p.34 5 Zelfontspanner p.37 6 Spraakmemo p.32 7 Macro p.33 8 Lichtmeting p.51 9 AEL p.43
10
Handmatige/Continue automatische scherpstelling
p.44 11 Scherpte p.53 12
Kader voor automatische scherpte-instelling
13
Waarschuwing bij bewegen van camera
p.28 14 Datum/Tijd 2005/01/01 01:00 PM
Opnamemodus2
p.11~12
[22]
Indicator LCD-scherm
De opnamemodus starten
De modus AUTO ( ) gebruiken
1. Plaats de batterijen(p.16). Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
2. Plaats de geheugenkaart (p.19).
3. Sluit het klepje voor het batterijvak.
4. Druk op de aan/uit-knop om de camera in te schakelen. (Als de datum en tijd die worden weergegeven op het LCD-scherm onjuist zijn, stelt u deze opnieuw in voordat u een opname gaat maken.)
5. Selecteer de modus AUTO door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
7. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
[Modus AUTO]
Als het kader voor automatische scherptestelling rood wordt wanneer u de sluiterknop halverwege indrukt, betekent dit dat u niet kan scherpstellen op het onderwerp. In dat geval is de camera niet in staat een scherpe opname van een tafereel te maken.
INFORMATIE
15 Belichtingscorrectie p.42 16 Witbalans p.41 17 ISO p.41 18 RGB RGB p.40 19 Beeldkwaliteit p.50 20 Beeldformaat p.49
Aantal resterende fotos 16
Resterende opnametijd (bewegende beelden/spraakopname)
00:01:30/ 01:00:00
22 Optische/digitale zoombalk
21
3072, 2816, 2592, 2272, 2048, 1600, 1024, 640
[23]
De opnamemodus starten
De modus PROGRAMMA ( ) gebruiken Als u de automatische modus selecteert, worden de optimale instellingen geconfigureerd voor de camera. U kunt nog steeds alle functies configureren, met uitzondering van de diafragmawaarde en de sluitersnelheid. Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus PROGRAMMA door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Druk op de menuknop om geavanceerde functies te configureren, zoals beeldformaat (p.49), kwaliteit (p.50), lichtmeting (p.51), continue opname (p.52), beeldeffecten (p.53) en speciale effecten (p.54).
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
[PROGRAMMA]
[Diafragmaprioriteit]
De modus Diafragmaprioriteit ( ) gebruiken Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus Diafragmaprioriteit door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Selecteer de gewenste diafragmawaarde door de draaiknop te bedienen.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
* Bij kleinere diafragmawaarden wordt het onderwerp
scherp weergegeven, maar is de achtergrond wazig. Bij grotere diafragmawaarden worden zowel het onderwerp als de achtergrond scherp weergegeven.
[24]
De opnamemodus starten
De modus Sluiterprioriteit ( ) gebruiken
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus Sluiterprioriteit door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Selecteer de gewenste sluitersnelheid door de draaiknop te bedienen.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om de opname te maken. * Bij hoge sluitersnelheden kan een stilstaand beeld
worden gemaakt van een bewegend voorwerp zodat het lijkt alsof het voorwerp niet beweegt. Bij lage sluitersnelheden kan een bewegend voorwerp worden weergegeven met een 'actief' effect.
[Sluiterprioriteit]
De modus Handinstelling ( ) gebruiken
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus Handinstelling door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Druk op de knop ASM om de sluitersnelheid of diafragmawaarde te selecteren. Selecteer vervolgensde gewenste snelheid of waarde door de draaiknop te bedienen.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
[Handmatige modus]
[25]
De opnamemodus starten
De modus MIJNINST ( ) gebruiken Met deze modus kunnen gebruikers veelgebruikte opname­instellingen opslaan voor later gebruik. Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus MIJNINST door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Druk op de menuknop.
7. Gebruik de knop Links of Rechts om het tabblad [Load Myset] te selecteren. Gebruik de knop Omhoog of Omlaag om het gewenste nummer voor MIJNINST te selecteren.
8. Druk op de knop OK om de cameraconfiguratie te laden die is opgeslagen onder het nummer voor MIJNINST en sluit het menuscherm.
9. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
10. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
Zie pagina 57 voor gedetailleerde informatie over de MIJNINST-opnamemodus en –menu's.
[Modus MIJNINST]
De modus FILMCLIP ( ) gebruiken Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus FILMCLIP door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Het pictogram voor de modus FILMCLIP en de beschikbare opnametijd worden weergegeven op het LCD-scherm.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm. Druk op de sluiterknop om filmclips op te nemen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u de sluiterknop loslaat, worden nog steeds filmclip opgenomen.
*Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de
sluiterknop.
* Beeldformaat en bestandstype worden hieronder aangegeven.
- Afmeting : 640x480, 320x240, 160x128 (Selecteerbaar)
- Bestandstype : *.AVI (MPEG-4)
[Modus FILMCLIP]
STANDBY
[26]
De opnamemodus starten
Pauzeren tijdens het opnemen van een filmclip (voor continu opnemen) Met deze camera kunt u tijdelijk stoppen bij ongewenste scènes tijdens het opnemen van een filmclip. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes opnemen in een filmclip zonder meerdere filmclips te hoeven maken.
Continu opnemen gebruiken Stappen 1 t/m 6 zijn gelijk aan die voor de modus FILMCLIP.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm. Druk op de sluiterknop om filmclips op te nemen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u de sluiterknop loslaat, gaat het opnemen van de filmclips nog steeds door.
8. Druk op de pauzeknop ( ) om het opnemen tijdelijk te onderbreken.
9. Druk nogmaals op de pauzeknop ( ) om het opnemen te hervatten.
10. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop.
00:00:04
640
[Continu opnemen van een filmclip]
STOP:SHUTTER
[27]
De opnamemodus starten
De modus SCÈNE ( ) gebruiken Gebruik dit menu om op eenvoudige wijze de optimale instellingen te configureren voor een reeks verschillende opnamesituaties. Dit zijn onder andere NACHT, PORTRET, KINDEREN, LANDSCHAP, CLOSE-UP, TEKST, ZONONDER, DAGERAAD, TEGENLICHT, VUURWERK en STRAND en SNEEUW. Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus SCÈNE door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Druk op de menuknop en selecteer het menu [SCÈNE] door op de knop Links of Rechts te drukken.
7. Selecteer het gewenste submenu [SCÈNE] door op de knop OMHOOG of OMLAAG en vervolgens op OK te drukken. Zie pagina 58 voor gedetailleerde beschrijvingen van elk scherm.
8. Het pictogram voor de huidige scène wordt in de linkerbovenhoek van het LCD-scherm weergegeven.
9. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
10. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
[SCENE-modus]
De modus SPRAAKOPNAME ( ) gebruiken
1. Selecteer de modus SPRAAKOPNAME door 2 keer op de knop voor spraakopname te drukken. (Druk in de modus voor filmclips éénmaal op de knop voor spraakopname om de modus SPRAAKOPNAME te selecteren)
2. Druk op de sluiterknop om een spraakopname te maken.
- Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een spraakopname gemaakt zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat (maximaal: 1 uur). De opnametijd wordt weergegeven op het LCD­scherm. Als u de sluiterknop loslaat, gaat het maken van de spraakopname gewoon door.
- Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop.
- Bestandstype : *.WAV
* 40 cm tussen u en de camera (microfoon) is de beste afstand voor het maken van
geluidsopnamen.
[SPRAAKOPNAME]
START:SHUTTER
[28]
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt. Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor de flitser te bevestigen. Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en camera­instellingen. Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser inschakelen. Opname met tegenlichtcorrectie : Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet
tegen de zon in fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn vanwege het tegenlicht. Als u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u de instelling [TEGNLICHT] in de scènemodus (zie pagina 58), steunflits (zie pagina 36), spotmeting (zie pagina 51), of
belichtingscorrectie (zie pagina 42). Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van een foto. Aangezien wat u ziet door de zoeker enigszins kan afwijken van de uiteindelijke foto wanneer u deze neemt van een afstand van minder dan 1,5m, wordt geadviseerd gebruik te maken van het LCD-scherm bij het maken van de compositie. Als u veelvuldig gebruik maakt van de LCD-scherm, raken de batterijen snel leeg. U wordt geadviseerd het LCD-scherm uit te schakelen en zo veel mogelijk gebruik te maken van de optische zoeker om de batterijen te sparen. Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp (zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
[ Lichtjes op de sluiterknop drukken ]
[ De sluiterknop indrukken ]
[29]
De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen
U kunt de functies in de opnamemodus (AUTO, PROGRAMMA, DIAFRAGMAPRIORITEIT, SLUITERPRIORITEIT, HANDMATIG, SPRAAKOPNAME, FILMCLIP en NACHTOPNAME) instellen met behulp van de cameraknoppen.
Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de camera. Als de camera gedurende de ingestelde tijd niet wordt gebruikt, wordt automatisch de stroom uitgeschakeld om de batterijen te sparen. Raadpleeg pagina 90 voor meer informatie over de functie voor automatisch uitschakelen. Als u de aan/uit-knop langer dan 3 seconden ingedrukt houdt, worden de functie voor het begingeluid en de geluidsfunctie uitgeschakeld.
AAN/UIT-knop
Gebruikt voor het maken van opnamen (beelden of spraak) in de OPNAMEMODUS. In de modus FILMCLIP Als de sluiterknop volledig wordt ingedrukt, wordt het opnemen van bewegende beelden gestart. Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een filmclip opgenomen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop. In de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD) Als u de sluiterknop halverwege indrukt, wordt de automatische scherpte-instelling geactiveerd en wordt de instelling van de flitser gecontroleerd. Als u de sluiterknop volledig indrukt, wordt de foto gemaakt en worden de afbeeldingsgegevens opgeslagen. Als u het opnemen van een spraakmemo selecteert, wordt begonnen met opnemen zodra het opslaan van de beeldgegevens is voltooid. Draaiknop Stel de scherpstellingsafstand in met de optie voor handmatige scherpstelling (zie pagina 44). Stel de diafragma waarde en de sluitersnelheid in in de ASM mode ( zie pagina 43)
SLUITER-knop / Draaiknop
Als het menu niet wordt weergegeven, werkt de knop als knop voor OPTISCHE ZOOM of DIGITALE ZOOM.
Zoomknop W/ T
[30]
Zoomknop W/ T
Deze camera heeft een functie voor 3X optisch en 10X digitaal zoomen. Als u beide gebruikt, hebt u de beschikking over een zoomfactor van 30X.
TELE-zoom
Optical TELE-zoom : Druk op de zoomknop T. Hiermee kunt u inzoomen op het
onderwerp waardoor dit dichterbij lijkt.
Digitale TELE-zoom : Als de maximale optische zoomfactor (3X) is ingeschakeld, kunt u
de digitale zoomsoftware activeren door op de zoomknop T te drukken. Als u de zoomknop T loslaat, blijft de op dat moment gekozen instelling voor de digitale zoomfunctie actief. Als de maximale digitale zoomfactor (10X) is ingeschakeld, heeft het indrukken van de zoomknop T geen effect.
[WIDE-zoom] [TELE-zoom]
[Digitale zoom 5,0X]
Druk op de
zoomknop T.
Druk op de
zoomknop T.
WIDE-zoom
Optische zoom WIDE
: Op de zoomknop W drukken. Hiermee kunt u uitzoomen op het
onderwerp waardoor dit verderaf lijkt. Als u continu op de knop W drukt, wordt de camera ingesteld op de minimale zoominstelling. De afstand tussen camera en onderwerp lijkt dan het grootst.
Digitale zoom WIDE : Als de digitale zoomfunctie actief is, kunt u de digitale zoomfactor
stapsgewijs verkleinen door op de zoomknop W te drukken. Als u de zoomknop W loslaat, wordt de digitale zoomfunctie uitgeschakeld. Als u op de zoomknop W drukt, wordt eerst de digitale en vervolgens de optische zoomfactor verkleind totdat de minimale instelling is bereikt.
[TELE-zoom]
[Optische zoom 2X]
[WIDE-zoom]
Druk op de
zoomknop W.
Druk op de
zoomknop W.
[Digitale zoom 5,0X]
[TELE-zoom] [WIDE-zoom]
Druk op de
zoomknop W.
Druk op de
zoomknop W.
Optische zoomfunctie
Digitale zoomfunctie
Loading...
+ 106 hidden pages