Bedankt voor uw aankoop van dit Samsungproduct. Voor een nog completere service,
kunt u zich registreren bij
www.samsung.com/global/register
de functies van uw nieuwe laserproduct
Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren.
Met dit apparaat kunt u:
SPECIALE FUNCTIES
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
•U kunt alle kleuren afdrukken met behulp van de kleuren
cyaan, magenta, geel en zwart.
•U kunt afdrukken tot een resolutie van 2.400 x 600 dpi.
Zie Software.
•Uw printer drukt papier van A4-formaat af met een snelheid
van maximaal 20 ppm (CLX-6200 Series) of 24 ppm
(CLX-6240 Series) en papier van Letter-formaat met een
snelheid van maximaal 21 ppm (CLX-6200 Series) of
25 ppm (CLX-6240 Series).
Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
•De multifunctionele lade biedt plaats aan briefhoofden,
enveloppen, etiketten, transparanten, aangepaste
afdrukmaterialen, briefkaarten en zwaar papier.
De multifunctionele lade kan maximaal 100 vel gewoon
papier bevatten.
•Lade 1 voor 250 vellen en de optionele lade voor 500 vellen
kunnen worden gebruikt voor normaal papier van diverse
afmetingen.
Professionele documenten maken
•Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien
van een watermerk (bijvoorbeeld "Vertrouwelijk"). Zie
Software.
•Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina
van uw document worden vergroot, en afgedrukt op
afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een
poster. Zie Software.
•U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en
gewoon papier met briefhoofd. Zie Software.
Tijd en geld besparen
•U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier
te besparen.
•Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het
stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het
apparaat niet wordt gebruikt.
•Om papier te besparen, kunt u op beide zijden van het
papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). Zie Software.
De capaciteit van uw apparaat uitbreiden
•Uw apparaat heeft een extra sleuf om het geheugen uit te
breiden. (Pagina 96)
•Zoran IPS Emulation* dat compatibel is met PostScript 3
(PS) maakt PS-afdrukken mogelijk.
•U kunt afdrukken met Windows 2000 en Windows XP/
2003/Vista, evenals met Linux- en Macintosh-systemen.
•Het apparaat is voorzien van een USB-interface en een
netwerkinterface.
Originelen van diverse formaten kopiëren
•Het is mogelijk de afbeelding op het origineel verschillende
keren te laten afdrukken op één enkele pagina.
•Er zijn speciale functies waarmee u een catalogus- of
krantenachtergrond verwijdert.
•De afdrukkwaliteit en de grootte van de afbeelding kunnen
tegelijkertijd worden aangepast en verbeterd.
De originelen scannen en direct verzenden
•In kleur scannen en de juiste compressie voor JPEG-,
TIFF- en PDF-indeling gebruiken.
•Bestanden snel scannen en verzenden naar verschillende
bestemmingen via Netwerkscan.
Een specifiek tijdstip instellen voor het verzenden van
een fax
(CLX-6200FX, CLX-6210FX, CLX-6240FX)
•U kunt een bepaald tijdstip instellen om een fax te
verzenden en u kunt de fax ook naar meerdere opgeslagen
bestemmingen verzenden.
•Na het verzenden kunnen er faxrapporten worden afgedrukt
op basis van uw instellingen.
2_De functies van uw nieuwe laserproduct
FUNCTIES PER MODEL
Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw
bedrijf.
De belangrijkste functies van dit apparaat zijn:
FUNCTIESCLX-6200NDCLX-6200FXCLX-6210FXCLX-6240FX
USB 2.0
USB-geheugeninterface
DADI (dubbelzijdige automatische documentinvoer)
ADI (automatische documentinvoer)
Vaste schijfOO
Netwerkinterface 802.11 b/g draadloos LAN OOO
Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN
Dubbelzijdig afdrukken
FAX
( : aanwezig, O: optioneel, leeg: niet beschikbaar)
INFORMATIE OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie met betrekking tot de verschillende procedures die
doorlopen worden tijdens het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor het installeren
van en het werken met het apparaat.
Bepaalde termen in deze gebruikershandleiding hebben dezelfde betekenis:
•Document is synoniem met origineel.
•Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt:
CONVENTIEBESCHRIJVINGVOORBEELD
VetWordt gebruikt voor teksten op het display of daadwerkelijke afdrukken op het
Opmerking Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde uitleg over een functie of voorziening
OpgepastBiedt gebruikers informatie ter bescherming van het apparaat tegen mogelijke
VoetnootBiedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of over een bepaalde zin. a. pagina’s per minuut
(Zie pagina 1 voor meer
informatie)
apparaat.
van het apparaat.
mechanische schade of defecten.
Verwijst gebruikers naar een referentiepagina met aanvullende informatie.(Zie pagina 1 voor meer informatie)
Start
De datumnotatie kan verschillen
van land tot land.
Raak de groene onderzijde van
de tonercassette niet aan.
De functies van uw nieuwe laserproduct_3
MEER INFORMATIE
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online documenten zijn.
Beknopte
installatiehandleiding
Online
gebruikershandleiding
Hulp bij het
printerstuurprogramma
Samsung-website
Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar
te maken.
Stapsgewijze instructies om alle functies van uw apparaat ten volle te benutten, en informatie over het onderhoud van uw apparaat,
de oplossing van eventuele problemen en de installatie van toebehoren.
Deze handleiding bevat ook Software met informatie over de wijze waarop u documenten kunt afdrukken onder verschillende
besturingssystemen en de wijze waarop u de meegeleverde hulpprogramma’s gebruikt.
Biedt ondersteunende informatie over de eigenschappen van het printerstuurprogramma en instructies voor het instellen van
afdrukinstellingen. Als u de Help-functie bij het printerstuurprogramma wilt openen, klikt u op
printereigenschappen.
Als u over een internetverbinding beschikt, kunt u hulp, ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie
vinden op de website van Samsung,www.samsungprinter.com
.
Help
in het dialoogvenster met
4_De functies van uw nieuwe laserproduct
veiligheidsinformatie
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSSYMBOLEN EN VOORZORGSMAATREGELEN
Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding:
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Volg deze standaardveiligheidsmaatregelen op om de kans op brand, explosies, elektrische schokken of persoonlijk
LET OP
letsel te voorkomen wanneer u het apparaat gebruikt
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de instructies uitdrukkelijk op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
Deze waarschuwingssymbolen zijn aanwezig om te voorkomen dat u of anderen gewond raken. Volg deze uitdrukkelijk op. Bewaar
dit gedeelte nadat u het hebt doorgelezen op een veilige plaats, zodat u het later kunt raadplegen.
1. Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
2. Gebruik altijd uw gezonde verstand bij het gebruik van elektrische apparaten.
3. Volg alle aanwijzingen en waarschuwingen op die zich op het product en in de bijbehorende documentatie bevinden.
4.
Als andere gebruiksinstructies deze veiligheidsinstructies lijken tegen te spreken, moet u zich aan deze veiligheidsinstructies houden.
Misschien zijn de andere gebruiksinstructies u niet helemaal duidelijk. Wanneer u er niet uit komt, moet u contact opnemen met uw
leverancier of service center.
5. Haal de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact en trek ook de telefoonstekker uit het telefoonstopcontact voordat u het
apparaat reinigt. Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een vochtige doek.
6.
Zet het apparaat niet op een wankel wagentje, onderstel of tafel. Het apparaat kan dan vallen, waardoor het ernstig beschadigd kan raken.
7. Het apparaat mag nooit op of dichtbij een radiator, kachel, airconditioner of ventilatiekanaal worden geplaatst.
8. Zet of leg geen voorwerpen op het netsnoer of de telefoonkabel. Zet het apparaat ook niet op een plaats waar de kabels kunnen
knikken of problemen kunnen ontstaan doordat er mensen over de kabels heen lopen.
9.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Dit kan de werking verstoren en verhoogt de kans op brand
en elektrische schokken.
10. Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten.
11. Steek nooit vreemde voorwerpen door de openingen in de behuizing van het apparaat. Ze kunnen dan in aanraking komen met een
gevaarlijk hoge spanning, met kans op brand of elektrische schokken. Zorg dat er nooit vloeistoffen op of in het apparaat worden
gemorst.
Veiligheidsinformatie_ 5
12.
Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het apparaat naar
een gekwalificeerde onderhoudsmonteur wanneer dit gerepareerd moet worden. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden
blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt
gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken.
13. In de volgende gevallen koppelt u het apparaat los van het telefoonstopcontact, de pc en het stopcontact, en laat u controle
en reparatie over aan een goed opgeleide onderhoudsmonteur:
•als een deel van het netsnoer of de stekker of connector is beschadigd of gerafeld;
•als er vloeistof in het apparaat is gemorst;
•als het apparaat is blootgesteld aan regen of water;
•als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed zijn opgevolgd;
•als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar beschadigd is;
•als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert.
14. Verander alleen instellingen die in de handleiding worden behandeld. Wijzigen van andere instellingen kan schade tot gevolg
hebben, en een deskundige onderhoudsmonteur kan daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde te maken.
15. Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag. Koppel
het apparaat zo mogelijk los van het telefoonstopcontact en het stopcontact, en sluit het pas weer aan als het onweer voorbij is.
16. Gebruik het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor een veilige werking. Als u een netsnoer met een lengte van meer dan
twee meter gebruikt voor een apparaat dat op 110 V werkt, moet de draaddikte van het netsnoer minstens 16 AWG
17. Gebruik alleen een telefoonsnoer met een doorsnede van 26 AWG of hoger.
18. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
19. Dit apparaat kan alleen worden gebruikt in het land waar u het hebt aangekocht. (Als gevolg van spannings- en
frequentieverschillen, verschillende telecommunicatie-instellingen, enz.)
a. AWG: American Wire Guage.
a
zijn.
6 _Veiligheidsinformatie
MILIEU- EN VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1,
subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten
van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden blootgesteld aan laserstraling
hoger dan klasse I.
Waarschuwing
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal onzichtbaar
is, kan ze uw ogen beschadigen.
Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire veiligheidsmaatregelen altijd in acht worden genomen om het risico van brand, elektrische
schokken en lichamelijk letsel te beperken:
OZONVEILIGHEID
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan
het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt.
ENERGIE BESPAREN
Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
Als het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov.
Veiligheidsinformatie_ 7
RECYCLING
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af.
CORRECTE VERWIJDERING VAN DIT PRODUCT
(ELEKTRISCHE & ELEKTRONISCHE AFVALAPPARATUUR)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet
worden aan het einde van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde
afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen
om te vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit
product moet niet worden gemengd met ander bedrijfsafval voor verwijdering.
RADIOFREQUENTIESTRALING
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse A conform artikel 15 van de FCCvoorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat
genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd
en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij een specifieke
installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt
controleren door het apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door een of meer van de volgende stappen
te ondernemen:
•Draai of verplaats de ontvangstantenne.
•Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
•Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze waarop de ontvanger is aangesloten.
•Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van
de toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet langer de toestemming heeft om het apparaat te gebruiken.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse A voor radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm
inzake interferentie veroorzakende apparaten met de titel 'Digital Apparatus', ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans
la norme sur le matériel brouilleur: 'Appareils Numériques', ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
8 _Veiligheidsinformatie
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
Federal Communications Commission (FCC)
'Intentional emitter' overeenkomstig FCC Deel 15
Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band. Dit deel is alleen van toepassing als dergelijke
apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of er draadloze apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen in de Verenigde Staten alleen worden gebruikt als op het systeemlabel
een FCC-identificatienummer staat.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin staat dat de afstand tussen het apparaat en het lichaam van de gebruiker, voor
gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (omvat geen uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet
meer dan 20 cm van het lichaam worden gebruikt als draadloze apparaten ingeschakeld zijn. Het geleverde vermogen van het draadloze
apparaat (of de draadloze apparaten) dat (die) mogelijk in uw printer ingebouwd is (zijn), ligt ruimschoots onder de door de FCC vastgelegde
RF-blootstellingsgrenzen.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met een andere antenne of zender.
Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het
apparaat kan veroorzaken.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door de gebruiker. Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos apparaat
wijzigt, verliest u de toestemming om het te gebruiken. Neem voor onderhoud contact op met de fabrikant.
FCC-verklaring voor het gebruik van draadloze lokale netwerken:
Tijdens de installatie en het gebruik van deze combinatie van zender en antenne is het mogelijk dat vlakbij de geïnstalleerde antenne de RFblootstellingsgrens van 1 mW/cm² wordt overschreden. Daarom moet de gebruiker te allen tijde minstens 20 cm afstand houden van de antenne.
Dit apparaat mag niet samen met een andere zender en zendantenne worden opgesteld.
FAX-IDENTIFICATIE
In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn
voorzien van een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste
pagina:
(1) verzenddatum en -tijd
(2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en
(3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon).
Uw telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in communicatiefaciliteiten, gebruik van apparatuur en procedures wanneer dit redelijkerwijs
noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels en voorschriften (VS: FCC Deel 68). Als van zulke wijzigingen
redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze tot gevolg zullen hebben dat bepaalde telefoonrandapparatuur niet meer compatibel is met
de communicatiemiddelen van het telefoonbedrijf, of dat wijzigingen of modificaties van deze randapparatuur nodig zijn, of op enige andere wijze
daadwerkelijke gevolgen hebben voor het gebruik of de prestaties van de randapparaten, moet de klant hiervan op adequate wijze schriftelijk op
de hoogte worden gesteld, zodat de klant de gelegenheid heeft om maatregelen te nemen waardoor de telefoonaansluiting in bedrijf kan blijven.
Veiligheidsinformatie_ 9
AANSLUITFACTOR (REN, RINGER EQUIVALENCE NUMBER)
Afhankelijk van het land van aanschaf kan achter of onder op het apparaat een sticker zitten met de aansluitfactor (VS: Ringer Equivalence
Number) en het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number) van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS)
moet deze informatie aan het telefoonbedrijf worden verstrekt.
De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de telefoonlijn belast. Hiermee kunt u bepalen hoeveel apparaten u op
dezelfde lijn kunt aansluiten voordat deze wordt “overbelast”. Als u te veel apparaten op dezelfde lijn aansluit, ontstaan er problemen met zelf
bellen en beantwoorden van inkomende oproepen. Een veel voorkomend probleem is dat de apparaten niet meer overgaan. Het totaal van
de aansluitfactoren van alle op dezelfde telefoonlijn aangesloten apparaten mag niet meer dan 5 bedragen om zeker te zijn dat het
telefoonbedrijf in staat is om de diverse diensten ter beschikking te stellen. In een enkel geval is een totaal van 5 te hoog (afhankelijk van
telefoonbedrijf en/of centrale). Als een aangesloten telefoonapparaaat niet goed werkt, moet u het onmiddellijk loskoppelen van de telefoonlijn
aangezien het schade kan toebrengen aan het telefoonnet.
Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit aparaat die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het apparaat aan de normen voldoet) ertoe leiden
dat het de gebruiker niet langer is toegestaan om het apparaat te gebruiken. Wanneer randapparatuur schade aan het telefoonnet
veroorzaakt, moet het telefoonbedrijf de klant ervan op de hoogte stellen dat de dienst kan worden onderbroken. Wanneer het echter
in de praktijk niet mogelijk is om de klant vooraf in te lichten, kan het telefoonbedrijf de dienstverlening eerder onderbreken, onder
voorwaarde dat het:
a) de klant zo snel mogelijk inlicht;
b) de klant de gelegenheid geeft om het probleem met de randapparatuur op te heffen;
c) de klant erop wijst dat deze het recht heeft om een klacht in te dienen bij de Federal Communication Commission volgens de
procedures uiteengezet in “FCC Rules and Regulations Subpart E of Part 68”.
Verder moet u het volgende weten:
•Het apparaat is niet ontworpen voor aansluiting op een digitale bedrijfscentrale.
•Als u het apparaat wilt aansluiten op een telefonlijn waarop ook een computerfax/modem is aangesloten, is het mogelijk dat alle op de lijn
aangesloten apparaten problemen ondervinden met verzenden of ontvangen. We raden u aan, behalve een normaal telefoontoestel, geen
andere apparaten aan te sluiten op de lijn waar het apparaat op is aangesloten.
•Als u zich in een gebied bevindt waar veel onweer voorkomt of regelmatig spanningspieken optreden in het lichtnet, raden we u aan om
zowel voor het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren. Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij
uw dealer of bij een elektronica speciaalzaak.
•Wanneer u een alarmnummer in het apparaat programmeert en/of een alarmnummer draait om te testen of alles goed werkt, bel dan eerst
het normale nummer (dus niet het alarmnummer) van de alarmdienst om de dienst van de test op de hoogte te stellen. De dienst kan u dan
meteen inlichten over de testprocedure die u kunt volgen.
•Dit apparaat mag niet worden aangesloten op een muntautomaat of een lijn die wordt gebruikt voor telefonisch vergaderen.
•Dit apparaat heeft een magnetische koppeling voor gehoorapparaten.
U kunt het apparaat veilig op een telefoonnet aansluiten via een standaard modulaire connector, USOC RJ-11C.
10 _Veiligheidsinformatie
STEKKER VAN HET NETSNOER VERVANGEN (ALLEEN VOOR UK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer
u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet
u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een
nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
De 13 ampère stekker is het meest voorkomende type in de UK en kan in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (meest oudere)
gebouwen hebben echter geen normale 13 ampère stopcontacten. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten, moet u een
geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u ondanks het bovenstaande toch de aangegoten stekker verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak.
U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand hem in een passend stopcontact doet, bestaat er groot gevaar
voor elektrische schokken.
Belangrijke waarschuwing:
dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
De aders van het netnoer hebben de volgende kleurcodering:
•groen en geel: aarde
•blauw: neutraal
•bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet gelijk zijn aan die van de stekker.
Sluit de groen/gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “E”, het aarde-symbool, de kleuren groen/geel of de kleur groen.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “N” of de kleur zwart.
Sluit de bruine draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “L” of de kleur rood.
Ergens in de stroomkring moet een zekering van 13 Ampère zijn aangebracht: in de stekker, in de adapter of in de meterkast.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING (EUROPESE LANDEN)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd. met de volgende
toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten
inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten
inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999:
van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante
richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.
EC certificering
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake radioapparatuur en telecommunicatie randapparatuur (FAX)
Dit Samsung product is door Samsung gecertificeerd voor aansluiting als individueel randapparaat op analoge openbare netwerken volgens
richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN's en compatibele PBX's van de Europese landen:
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met Euro QA Lab of Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op basis van TBR21. Als hulp bij het gebruik en de toepassing van eindapparatuur die in overeenstemming is met deze
norm, heeft ETSI, het Europees instituut voor telecommunicatienormen, een adviesdocument (EG 201 121) uitgegeven dat opmerkingen en
aanvullende vereisten bevat om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals te garanderen. Bij de ontwikkeling is rekening gehouden met
de in dit document genoemde adviezen en het product voldoet daar volledig aan.
Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning
Veiligheidsinformatie_ 11
Europese radiogoedkeuringsinformatie
(voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten)
Dit product is een printer. Mogelijk bevat uw printersysteem, dat bedoeld is voor gebruik thuis of op kantoor, radio LAN type-apparaten met
een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Dit deel is alleen van
toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen in de Europese Unie of daarmee verbonden regio's alleen worden
gebruikt als een CE-markering met een registratienummer van, een aangemelde instantie en het waarschuwingssymbool op het
systeemlabel staan.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots
onder de RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie heeft vastgelegd in de R&TTE-richtlijn.
De volgende Europese landen hebben hun goedkeuring voor gebruik gegeven:
Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie)
die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Het volgende deel is een algemeen overzicht van overwegingen die betrekking hebben op het gebruik
van een draadloos apparaat.
Aanvullende beperkingen, waarschuwingen en aandachtspunten voor specifieke landen zijn vermeld in de delen die handelen over een
specifiek land of een specifieke groep van landen. De draadloze apparaten in uw systeem mogen alleen worden gebruikt in de landen
geïdentificeerd door de "radiogoedkeuringsmerken" (Radio Approval Marks) op het systeemlabel. Als u het draadloze apparaat wilt gebruiken
in een land dat niet in de lijst staat, neemt u contact op met uw plaatselijk radiogoedkeuringsbureau voor de vereisten. Draadloze apparaten
zijn streng gereglementeerd en mogen mogelijk niet worden gebruikt.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots
onder de momenteel bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadloze apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder
energie uitstralen dan toegestaan in veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake radiofrequentie, is de fabrikant van oordeel dat het gebruik
van deze apparaten veilig is. Ongeacht het vermogen moet erop worden gelet dat menselijk contact tijdens normaal gebruik tot een minimum
wordt beperkt.
Als algemene richtlijn geldt dat de afstand tussen het draadloze apparaat en het lichaam van de gebruiker, voor gebruik van een draadloos
apparaat nabij het lichaam (omvat geen uitstekende delen), doorgaans minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet meer dan 20 cm
van het lichaam worden gebruikt als draadloze apparaten aanstaan en uitzenden.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met een andere antenne of zender.
Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze apparaten. Hieronder vindt u een aantal voorbeelden van gangbare
beperkingen:
Draadloze radiofrequentiecommunicatie kan apparatuur aan boord van vliegtuigen storen. De huidige luchtvaartvoorschriften vereisen dat
draadloze apparaten aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld. IEEE 802.11- (ook bekend als draadloos Ethernet) en Bluetoothcommunicatieapparaten zijn voorbeelden van apparaten die gebruikmaken van draadloze communicatie.
In omgevingen waar het risico op storing van andere apparaten of diensten gevaarlijk is of als gevaarlijk wordt beschouwd, is het mogelijk dat het
gebruik van een draadloos apparaat wordt beperkt of verboden. Luchthavens, ziekenhuizen en plaatsen met een hoge concentratie aan zuurstof
of ontvlambare gassen zijn slechts enkele voorbeelden van waar het gebruik van draadloze apparaten kan worden beperkt of verboden. Als
u niet zeker weet of het gebruik van draadloze apparaten toegestaan is op de plaats waar u zich bevindt, vraagt u de plaatselijke bevoegde
instantie om goedkeuring voordat u het draadloze apparaat gebruikt of inschakelt.
De beperkingen met betrekking tot het gebruik van draadloze apparaten verschillen van land tot land. Uw systeem is uitgerust met een draadloos
apparaat. Daarom dient u, voordat u met uw systeem naar een ander land reist, bij de plaatselijke radiogoedkeuringsautoriteit te informeren
of het gebruik van een draadloos apparaat in het land van bestemming onderworpen is aan beperkingen.
Als uw systeem werd geleverd met een ingebouwd draadloos apparaat, mag u dit apparaat niet gebruiken tenzij alle kleppen en afschermingen
op hun plaats zitten en het systeem volledig gemonteerd is.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door de gebruiker. Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos apparaat
wijzigt, verliest u de toestemming om het te gebruiken. Neem voor onderhoud contact op met de fabrikant.
Gebruik alleen stuurprogramma's die goedgekeurd zijn voor het land waarin u het apparaat wilt gebruiken. Zie de "Systeemreparatieset" van
de fabrikant of vraag meer informatie bij de afdeling "Technische ondersteuning" van de fabrikant.
Veiligheidsinformatie_ 13
14 _Veiligheidsinformatie
inhoud
2 De functies van uw nieuwe laserproduct
5 Veiligheidsinformatie
23 Informatie over de Status-LED
23 De status van de tonercassette bevestigen
24 Menu-overzicht
25 Meegeleverde software
25 Functies van de printerstuurprogramma’s
26 De hardware installeren
26 Een testpagina afdrukken
26 Het netwerk installeren
26Ondersteunde netwerkomgevingen
27Netwerkprotocol configureren via het apparaat
27Werken met het SetIP-programma
27 Systeemvereisten
27Windows
28Macintosh
28Linux
28 De software installeren
30 Basisinstellingen van het apparaat
30Hoogte-instelling
30De taal op het display wijzigen
30Datum en tijd instellen
30De kloknotatie wijzigen
30De standaardmodus wijzigen
31Geluiden instellen
31Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren
31Gebruik van de energiebesparende modi
32Time-out van afdruktaak instellen
32Automatisch doorgaan
32Netwerkaccounting
32Het lettertype wijzigen
ORIGINELEN EN AFDRUKMATERIAAL PLAATSEN
33
33 Originelen plaatsen
33Op de glasplaat van de scanner
33In de DADI (of ADI)
34 Afdrukmateriaal selecteren
35Specificaties van afdrukmateriaal
36Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund
36Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
37 Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen
38 Papier plaatsen
38Papier plaatsen in lade 1 of in de optionele lade
38Papier plaatsen in de multifunctionele lade
39 De uitvoersteun instellen
39Voor papier van Letter-formaat
15_inhoud
inhoud
39Voor papier van A4- of Legal-formaat
40 Papierformaat en -type instellen
KOPIËREN
41
SCANNEN
46
41 De papierlade selecteren
41 Kopiëren
41 De instellingen per kopie wijzigen
41Tonerdichtheid
41Type origineel
41Verkleinde of vergrote kopie
42 De instellingen voor het scanformaat wijzigen
42 De standaardkopieerinstellingen wijzigen
42 ID-kaart kopiëren
42 Speciale kopieerfuncties gebruiken
42Sorteren
422 of 4 pagina’s per vel kopiëren
43Poster kopiëren
43Klonen
43Achtergrond afbeeldingen wissen
43Boeken kopiëren
44Marge verschuiven
44Rand wissen
44Verbeterde kopieën met grijstinten
44 Dubbelzijdig afdrukken
45 Time-out voor kopiëren instellen
46 Basisinformatie over scannen
46 Scannen via het bedieningspaneel
46Scaninformatie instellen in Samsung Scanbeheer.
46Scannen naar toepassingen
47 Scannen via het netwerk
47Voorbereiden om te scannen via het netwerk
49Naar e-mail scannen
49Naar een FTP-server scannen
49Naar een SMB-server scannen
49 De instellingen voor iedere scanopdracht wijzigen
50 De standaardscaninstellingen wijzigen
50 Automatisch scanbevestigingsrapport afdrukken
50 Een adresboek aanmaken
50Snelkiesnummers voor e-mail registreren
50Groepskiesnummers voor e-mailgroepen configureren
50Globale e-mailadressen ophalen van de LDAP-server
50Adresboekitems gebruiken
51Een item zoeken in het adresboek
51Adresboek afdrukken
51 Dubbelzijdig scannen
16_inhoud
EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN
52
52 Een document afdrukken
52 Een afdruktaak annuleren
inhoud
FAXEN
53
53 Een fax verzenden
53Faxhoofd instellen
53De documentinstellingen aanpassen
54Een fax automatisch verzenden
54Een fax handmatig verzenden
54Een verzending bevestigen
54Automatisch opnieuw kiezen
54Het laatste nummer opnieuw kiezen
54Faxen dubbelzijdig verzenden
54 Een fax ontvangen
54De papierlade selecteren
54Ontvangstmodus wijzigen
55Automatisch ontvangen in modus Fax
55Handmatig ontvangen in de modus Tel
55Handmatig ontvangen via een intern telefoontoestel
55Automatisch ontvangen in modus Ant/Fax
55Faxen ontvangen via de modus DRPD
56Ontvangen in veilige ontvangstmodus
56Veilige ontvangstmodus inschakelen
56Faxen ontvangen in het geheugen
56 Andere manieren om een fax te verzenden
56Groepsverzenden (een fax naar meerdere bestemmingen verzenden)
56Een uitgestelde fax verzenden
57Een fax met hoge prioriteit verzenden
57Faxen doorsturen
68Verwachte levensduur van de cassette
68Toner herverdelen
69 De tonercassette vervangen
71Het bericht Toner op wissen
71 De transportriem vervangen
72 Te onderhouden onderdelen
72Verbruiksartikelen controleren
73Het rubberen matje van de DADI (of ADI) vervangen
73 Het apparaat beheren via de website
73Zo krijgt u toegang tot SyncThru™ Web Service
74 Het serienummer van het apparaat controleren
PROBLEMEN OPLOSSEN
75
VERBRUIKSARTIKELEN EN TOEBEHOREN BESTELLEN
96
75 Tips om papierstoringen te vermijden
75 Vastgelopen papier verwijderden
75Papierstoring in het invoergedeelte
76Papierstoring aan uitgang
76Papierstoring bij de roller
77 Vastgelopen papier verwijderen
77In het papierinvoergedeelte
78In de multifunctionele lade
79Rond de fixeereenheid
80In het papierinvoergedeelte
81In de optionele lade
82 Informatie over berichten op het display
86 Andere problemen oplossen
86Papierinvoer
87Afdrukproblemen
88Problemen met de afdrukkwaliteit
90Problemen met kopiëren
91Problemen met scannen
91Problemen met faxen
92Veelvoorkomende PostScript -problemen
93Veel voorkomende Windows -problemen
93Algemene Linux-problemen
95Veel voorkomende Macintosh-problemen
98 Voorzorgsmaatregelen die u in acht moet nemen bij de installatie van
accessoires
98 Een geheugenmodule upgraden
98Een geheugenmodule installeren
99Het toegevoegde geheugen in de PS-printereigenschappen activeren
99 Een draadloze -netwerkinterfacekaart gebruiken
99Een draadloze -netwerkinterfacekaart installeren
100Configuratie van de basisinstellingen van het netwerk
100Verificatietype selecteren
101Codering instellen
101De standaardwaarden voor afdrukken in een draadloos netwerk her-
stellen
101 De vaste schijf gebruiken
101De vaste schijf installeren
102De vaste schijf instellen in de printereigenschappen
102Afdrukken met een optionele vaste schijf
105 Algemene specificaties
106 Specificaties van de printer
107 Specificaties van de scanner
107 Specificaties van het kopieerapparaat
107 Specificaties van de fax
inhoud_19
inleiding
Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van
het apparaat zich bevinden:
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•Overzicht van de printer
•Overzicht van het bedieningspaneel
•Informatie over de Status-LED
•De status van de tonercassette bevestigen
OVERZICHT VAN DE PRINTER
•Menu-overzicht
•Meegeleverde software
•Functies van de printerstuurprogramma’s
Voorkant
Breedtegeleiders voor
1
documenten
a
DADI
2
Bedieningspaneel
3
Steun voor papieruitvoer
4
Voorklep
5
Handgreep op de voorklep
6
Handgreep voor
7
multifunctionele lade
Multifunctionele lade
8
USB-geheugenpoort
12
Indicator papierniveau
13
Optionele lade 2
14
Multifunctionele lade met
15
geleiders
Tonercassette
16
Transportriem
17
Scannerdeksel
18
Vergrendelingsschakelaar
19
scanner
Lade 1
9
Documentinvoerlade
10
Documentuitvoerlade
11
20
21
Glasplaat
Scanner
a. CLX-6200FX is voorzien van de ADI-functie, terwijl CLX-6200ND,
CLX-6210FX en CLX-6240FX de functie Dubbelzijdig ADI hebben.
Zie pagina 51.
Achterkant
USB-poort
1
Netwerkpoort
2
15-pins aansluiting voor
3
optionele lade
4
Aansluiting telefoonlijn
Uitgang voor intern
5
telefoontoestel (EXT)
Greep
6
a
a
a. Alleen bij de CLX-6200FX, CLX-6210FX, CLX-6240FX.
b. Interface voor externe apparaten van Samsung en derden (alleen
CLX-6240FX).
Stroomschakelaar
7
Aansluiting netsnoer
8
Interface voor externe
9
apparaten
Klep moederbord
10
Achterklep
11
Kabelbinder
12
b
20 _Inleiding
OVERZICHT VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Alleen CLX-6200FX, CLX-6210FX, CLX-6240FX
Snelknoppen
1
Shift
2
Address Book
3
Resolution
4
Hiermee kunt u vaak gekozen faxnummers opslaan
en ze met enkele toetsaanslagen oproepen.
Hiermee kunt u de snelknoppen verplaatsen om
toegang te krijgen tot de nummers 16 tot en met 30.
Hiermee kunt u vaak gebruikte faxnummers en
e-mailadressen in het geheugen opslaan.
Hiermee kunt u de resolutie van het document
voor de huidige faxtaak aanpassen.
Hiermee kiest u het laatste nummer opnieuw
Redial/Pause
5
FaxActiveert de faxmodus.
6
CopyActiveert de kopieermodus.
7
Scan/EmailActiveert de scanmodus.
8
Display
9
(in de gereedmodus) of voegt u een pauze in een
faxnummer in (in de bewerkingsmodus).
Toont de huidige status en houdt u op de hoogte
tijdens het gebruik.
De tonerkleuren onder het LCD-scherm
Tonerkleuren
10
corresponderen met de berichten op het display.
Zie Status-LED met berichten over de
tonercassettes op pagina 23.
Menu
11
Linker/
12
rechter pijl
OKHiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
13
Back
14
Status
15
Hiermee opent u de menumodus en bladert u door
de beschikbare menu’s.
Hiermee bladert u door de beschikbare opties in
het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt
u de waarden.
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende
menu.
Hier wordt de status van het apparaat
weergegeven. Zie pagina 23.
Hiermee kunt u de helderheid van het document
16
Darkness
voor de huidige kopieertaak aanpassen.
Zie "Tonerdichtheid" op pagina 41.
Hiermee kunt u het documenttype selecteren voor
Original Type
17
de huidige kopieertaak. Zie "Type origineel" op
pagina 41.
U kunt beide zijden van een document, bijvoorbeeld
18
19
20
ID Copy
Reduce/
Enlarge
Duplex
een identiteitsbewijs, kopiëren op een enkel vel
papier. Zie pagina 42.
Hiermee maakt u een kopie kleiner of groter dan
het origineel.
Hiermee kunt u documenten aan beide zijden
bedrukken.
Hiermee kunt u rechtstreeks bestanden uit een
21
USB Print
USB-geheugenapparaat afdrukken wanneer dat
op de USB-geheugenpoort aan de voorzijde van
het apparaat is aangesloten. Zie pagina 62.
Cijfertoetsen
22
On Hook DialHiermee opent u de telefoonlijn.
23
Hiermee kiest u een nummer of voert u
alfanumerieke tekens in. Zie pagina 31.
Hiermee onderbreekt u een taak die wordt
uitgevoerd. Hiermee kunt u in de gereedmodus
Stop/Clear
24
de kopieeropties (zoals de helderheid, het type
document, het kopieerformaat en het aantal
exemplaren) wissen/annuleren.
Color StartStart een taak in de kleurmodus.
25
Black StartStart een taak in de zwart-witmodus.
26
•Het kan zijn dat de afbeeldingen in deze gebruikershandleiding
niet geheel overeenkomen met uw apparaat. Dit is afhankelijk van
de opties en het model.
•Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt, kan het oppervlak
van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat u het oppervlak niet
aanraakt en zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt komen.
Inleiding_21
Alleen CLX-6200ND
Copy
1
Scan/EmailActiveert de scanmodus.
2
Display
3
Activeert de kopieermodus.
Toont de huidige status en houdt u op de hoogte
tijdens het gebruik.
De tonerkleuren onder het LCD-scherm
Tonerkleuren
4
corresponderen met de berichten op het display.
Zie Status-LED met berichten over
de tonercassettes op pagina 23.
Menu
5
Linker/
6
rechter pijl
OKHiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
7
Back
8
Status
9
Hiermee opent u de menumodus en bladert
u door de beschikbare menu’s.
Hiermee bladert u door de beschikbare opties in
het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt
u de waarden.
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende
menu.
Hier wordt de status van het apparaat
weergegeven. Zie pagina 23.
Hiermee kunt u de helderheid van het document
Darkness
10
Original Type
11
voor de huidige kopieertaak aanpassen. Zie
pagina 41.
Hiermee kunt u het documenttype selecteren
voor de huidige kopieertaak. Zie pagina 41.
U kunt beide zijden van een document,
ID Copy
12
Reduce/Enlarge
13
Duplex
14
bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, kopiëren
op een enkel vel papier. Zie pagina 42.
Hiermee maakt u een kopie kleiner of groter dan
het origineel.
Hiermee kunt u documenten aan beide zijden
bedrukken. Zie pagina 42.
Hiermee kunt u rechtstreeks bestanden uit een
15
USB Print
USB-geheugenapparaat afdrukken wanneer dat
op de USB-geheugenpoort aan de voorzijde van
het apparaat is aangesloten. Zie pagina 62.
Address Book
16
Hiermee kunt u opgeslagen e-mailadressen
zoeken.
Cijfertoetsen
17
Hiermee kiest u een nummer of voert u
alfanumerieke tekens in.
Hiermee onderbreekt u een taak die wordt
uitgevoerd. In de gereedmodus kunt u hiermee
Stop/Clear
18
de kopieeropties (zoals de resolutie, het type
document, het kopieerformaat en het aantal
exemplaren) wissen/annuleren.
Color StartStart een taak in de kleurmodus.
19
Black StartStart een taak in de zwart-witmodus.
20
•Het kan zijn dat de afbeeldingen in deze gebruikershandleiding
niet geheel overeenkomen met uw apparaat. Dit is afhankelijk van
de opties en het model.
•Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt, kan het oppervlak
van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat u het oppervlak niet
aanraakt en zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt komen.
22 _Inleiding
INFORMATIE OVER DE STATUS-LED
De kleur van de Status-LED geeft de huidige status van het apparaat weer.
STATUSBESCHRIJVING
Uit•Het apparaat is uitgeschakeld.
•Het apparaat staat in de energiebesparende
modus. Wanneer er gegevens binnenkomen
of een knop wordt ingedrukt, gaat het apparaat
automatisch online.
DE STATUS VAN DE TONERCASSETTE
BEVESTIGEN
De status van de tonercassettes wordt aangegeven door de Status-LED
en het LCD-display. Als de tonercassette bijna leeg is of moet worden
vervangen, licht de Status-LED rood op en wordt het bericht op het display
weergegeven. Met de pijl wordt aangegeven op welke tonerkleur het bericht
betrekking heeft of welke cassette eventueel vervangen moet worden.
Voorbeeld:
GroenKnippert
Aan•Het apparaat is ingeschakeld en klaar voor
RoodKnippert• Er is een kleine storing opgetreden en het
Aan
•Wanneer het lampje langzaam knippert, ontvangt
het apparaat gegevens van de computer.
•Wanneer het lampje snel knippert, is het
apparaat bezig met afdrukken.
gebruik.
apparaat wacht tot het probleem is verholpen.
Controleer het bericht op het display en
raadpleeg "Informatie over berichten op het
display" op pagina 82 om het probleem op te
lossen.
•De tonercassette is bijna leeg. Bestel een
nieuwe tonercassette, zie "Verbruiksartikelen en
toebehoren bestellen" op pagina 96. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner
opnieuw te verdelen. Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 69.
•Er heeft zich een probleem voorgedaan waardoor
het apparaat de taak niet kan voltooien (bijv. een
papierstoring, een geopende klep of geen papier
in de lade). Controleer het bericht op het display
en raadpleeg "Informatie over berichten op het
display" op pagina 82 om het probleem op te
lossen.
•De tonercassette is leeg of moet worden
vervangen. Zie "Informatie over berichten op het
display" op pagina 82.
In het bovenstaande voorbeeld wordt de status van de kleur in de
tonercassette door middel van pijltjes aangegeven. Controleer het bericht
op het display om te achterhalen wat het probleem is en hoe u dit kunt
oplossen. Zie pagina 82 voor gedetailleerde informatie over foutmeldingen.
Controleer altijd het bericht op het display voor het oplossen van het
probleem. Aan de hand van de aanwijzingen onder Probleemoplossing
kunt u ervoor zorgen dat het apparaat weer naar behoren werkt.
Zie "Informatie over berichten op het display" op pagina 82 voor meer
informatie.
Inleiding_23
MENU-OVERZICHT
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Druk op Menu om toegang te krijgen tot deze menu’s.
Raadpleeg onderstaand diagram.
Afhankelijk van de opties en het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze menu’s niet van
toepassing op uw apparaat.
Exemplaren
Verkl./vergr.
Tonersterkte
Oorspr. type
Systeeminst.
(Vervolg)
Rapport
Alle rapporten
Configuratie
Info verb.art.
Adresboek
Transm.rapport
Verzendrapport
Rap. ontv. fax
Geplande taken
Rap. ong. fax.
Netwerkinform.
NetScan-rapp.
Gebr.ver.lijst
PCL-lettertyp.
PS3-let.lijst
Opgesl. taak
Taak voltooid
Logb. net.ver.
Onderhoud
Gebruiksduur
Kleur
Serienummer
Scanfunctie
USB-geheugen
Scanformaat
Oorspr. type
Resolutie
Scankleur
Scanindeling
E-mail
Scanformaat
Oorspr. type
Resolutie
Scankleur
Systeeminst.
Apparaatinst.
Apparaat-id
Nr. van faxap.
Datum en tijd
Klokmodus
Menu Formulier
Form. select.
Taal
Standaardmodus
Energ.spaarst.
En.sprst. scan
Time-out
Time-out taak
Luchtdrukcorr.
Aut. doorgaan
Netw.acc.beh.
Inst. import.
Inst. export.
Papierinstel.
Papierformaat
Type papier
Papierinvoer
Geluid/Volume
Toetsgeluid
Waarsch.geluid
Luidspreker
Belsignaal
Scanfunctie
(Vervolg)
FTP
Scanformaat
Oorspr. type
Resolutie
Scankleur
SMB
Scanformaat
Oorspr. type
Resolutie
Scankleur
Scaninstel.
St.inst. wijz.
USB-geheugen
E-mail
FTP
SMB
Transm.rapport
24 _Inleiding
MEEGELEVERDE SOFTWARE
U moet de printer- en scannersoftware installeren vanaf de meegeleverde
cd nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd en op uw computer hebt
aangesloten. De cd bevat de volgende software.
Cd
Cd met
printersoftware
Cd met
printersoftware
a. Voor het bewerken van gescande afbeeldingen met behulp van een
krachtig beeldbewerkingsprogramma en voor het verzenden van
afbeeldingen per e-mail. U kunt ook andere
beeldbewerkingsprogramma’s openen vanuit SmarThru, zoals Adobe
Photoshop. Raadpleeg de Help-functie van het meegeleverde
SmarThru-programma voor meer informatie.
Windows•
Linux•
Macintosh•
Printerstuurprogramma
stuurprogramma om de functies van uw
printer ten volle te benutten.
•
PostScript Printer Description (PPD)bestand
bedoeld voor het afdrukken van
documenten met complexe lettertypen
en afbeeldingen in de PS-taal.
•
Scannerstuurprogramma
scannen van documenten zijn TWAIN- en
WIA-stuurprogramma’s (Windows Image
Acquisition) beschikbaar.
•
Smart Panel
de status van het apparaat weer en
waarschuwt u wanneer er een fout optreedt
tijdens het afdrukken.
•
SmarThru Officea: dit is de meegeleverde,
op Windows-gebaseerde software voor
uw multifunctionele apparaat.
•
Hulpprogramma Direct afdrukken
met dit programma kunt u PDF-bestanden
rechtstreeks afdrukken.
•
SetIP
adressen van uw apparaat instellen.
PostScript Printer Description (PPD)bestand
apparaat en het afdrukken van documenten
vanaf een Linux-computer.
•
SANE
van documenten.
•
Smart Panel
de status van het apparaat weer en
waarschuwt u wanneer er een fout optreedt
tijdens het afdrukken.
Printerstuurprogramma
stuurprogramma om de functies van uw
printer ten volle te benutten.
•
PostScript Printer Description (PPD)bestand
apparaat en het afdrukken van documenten
vanaf een Macintosh-computer.
•
Scannerstuurprogramma
stuurprogramma voor het scannen van
documenten op uw apparaat.
•
Smart Panel
de status van het apparaat weer en
waarschuwt u wanneer er een fout optreedt
tijdens het afdrukken.
INHOUD
: gebruik dit
: het PostScript-stuurprogramma is
: voor het
: dit programma geeft
:
: met dit programma kunt u de T
: voor het bedienen van het
: stuurprogramma voor het scannen
: dit programma geeft
: gebruik dit
: voor het bedienen van het
: TWAIN-
: dit programma geeft
CP/IP-
FUNCTIES VAN
DE PRINTERSTUURPROGRAMMA’S
De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
•Selectie van papierrichting, formaat, bron en afdrukmateriaal
•Aantal exemplaren
U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken.
De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die
door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.
Printerstuurprogramma
FUNCTIEWINDOWSLINUXMACINTOSH
KleurmodusOO O
Optie printerkwaliteitOO O
Poster afdrukkenOX X
Meerdere pagina’s per vel
(N-up)
Afdruk aan pagina
aanpassen
Afdrukken op schaalOX O
Andere lade voor eerste
pagina
WatermerkOX X
OverlayOX X
DubbelzijdigOX O
a. Deze functie wordt alleen ondersteund door MAC OS X 10.4~10.5.
PostScript-stuurprogramma
FUNCTIEWINDOWSLINUXMACINTOSH
KleurmodusOO O
Optie printerkwaliteitOO O
Poster afdrukkenXX X
Meerdere pagina’s per vel
(N-up)
Afdruk aan pagina
aanpassen
Afdrukken op schaalOX O
Andere lade voor eerste
pagina
WatermerkXX X
OverlayXX X
DubbelzijdigOX O
a. Deze functie wordt alleen ondersteund door MAC OS X 10.4~10.5.
OO (2, 4)O
OX
OX O
OO (2, 4)O
OX
XX O
a
O
a
O
Inleiding_25
aan de slag
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•De hardware installeren
•Een testpagina afdrukken
•Het netwerk installeren
•Systeemvereisten
•De software installeren
•Basisinstellingen van het apparaat
DE HARDWARE INSTALLEREN
In deze sectie worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor het
installeren van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de beknopte installatiehandleiding. Lees de beknopte installatiehandleiding door en voer
de volgende stappen uit.
1. Kies een stabiele locatie.
Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie.
Zorg dat u kleppen en papierladen gemakkelijk kunt openen.
Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet
in direct zonlicht, vlakbij een warmte- of koudebron of op een vochtige
plek. Plaats het apparaat niet vlakbij de rand van een bureau of tafel.
3. Verwijder de tape en houd het apparaat daarbij goed vast.
4. Plaats een tonercassette.
5. Plaats papier. (Zie "Papier plaatsen" op pagina 38.)
6. Controleer of alle kabels op de juiste wijze zijn aangesloten op het
apparaat.
7. Zet het apparaat aan.
Als u het apparaat verplaatst, mag u het niet ondersteboven of op
zijn kant houden. Er kan dan toner vrijkomen binnenin het apparaat
waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of
de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
EEN TESTPAGINA AFDRUKKEN
Om te controleren of het apparaat juist werkt, kunt u een testpagina
afdrukken.
Een testpagina afdrukken:
Houd de knop OK ongeveer 2 seconden ingedrukt in de gereedmodus.
HET NETWERK INSTALLEREN
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het te kunnen
gebruiken als netwerkprinter. U kunt de basisnetwerkinstellingen opgeven
via het bedieningspaneel van het apparaat.
Ondersteunde netwerkomgevingen
De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat
ondersteunt:
U kunt probleemloos afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m.
Raadpleeg Hoogte instellen om het printen te optimaliseren. Zie
"Hoogte-instelling" op pagina 30 voor meer informatie.
Plaats het apparaat op een plat en stabiel oppervlak en laat het niet meer
dan 2 mm overhellen. Dit kan de afdrukkwaliteit mogelijk beïnvloeden.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer of alle onderdelen zijn
meegeleverd.
26 _Aan de slag
ITEMVEREISTEN
Netwerkinterface•Ethernet 10/100 Base-TX
•IEEE 802.11 b/g draadloos LAN (optioneel)
Netwerkbesturingssysteem
Netwerkprotocollen•TCP/IP op Windows
Als u een DHCP-netwerkprotocol wilt opzetten, gaat u naar http://
developer.apple.com/networking/bonjour/download/, selecteert het
benodigde Bonjour for Windows-programma voor uw
besturingssysteem en installeert het programma. Met dit programma
stelt u de netwerkparameters automatisch in. Volg de instructies in het
installatievenster. Dit programma biedt geen ondersteuning voor
Linux.
•Windows 2000/XP/2003/Vista
•Diverse Linux-besturingssystemen
•Mac OS X 10.3 ~ 10.5
•IPP
•SNMP
•DHCP
•BOOTP
Netwerkprotocol configureren via het apparaat
U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor onderstaande
stappen.
1. Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een RJ-45
Ethernet-kabel.
2. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
3. Druk op Menu op het bedieningspaneel tot u op de onderste regel van het display Netwerk ziet verschijnen.
4. Druk op OK om toegang te krijgen tot het menu.
5. Druk op de pijltoetsen tot TCP/IP verschijnt.
6. Druk op OK.
7. Druk op de pijltoetsen tot Statisch verschijnt.
8. Druk op OK.
9. Druk op de pijltoetsen tot IP-adres verschijnt.
10. Druk op OK.
Voer met de cijfertoetsen een byte tussen 0 en 255 in en druk op pijllinks/rechts om tussen de bytes te schakelen.
Herhaal dit tot u het adres volledig hebt ingevuld (van byte 1 tot en met
byte 4).
11. Wanneer u klaar bent, drukt u op OK.
Herhaal stap 9 en 10 voor de configuratie van de andere TCP/IPparameters: subnetmasker en gateway-adres.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u niet weet hoe u het
apparaat moet configureren.
U kunt de netwerkinstellingen ook opgeven via de
netwerkbeheerprogramma’s.
•
SyncThru™ Web Admin Service
afdrukbeheersysteem voor netwerkbeheerders. Met
Web Admin Service
efficiënte manier beheren en kunt u netwerkapparaten op afstand
controleren en problemen oplossen vanaf elke locatie die toegang
heeft tot het bedrijfsintranet. U kunt dit programma downloaden
vanaf http://solution.samsungprinter.com
•
SyncThru™ Web Service
geïntegreerde webserver om:
- netwerkparameters voor het apparaat te configureren, zodat
u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
- apparaatinstellingen aan te passen.
•
SetIP
: hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt
selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor
gebruik met het TCP/IP-protocol.
kunt u de netwerkapparatuur op een
: een via internet functionerend
SyncThru™
.
: een in de netwerkafdrukserver
Werken met het SetIP-programma
Dit programma wordt gebruikt voor het instellen van een netwerk-IP met
behulp van het MAC-adres; het hardwareserienummer van de
netwerkprinterkaart of -interface. Het is met name bestemd voor de
netwerkbeheerder. Deze kan hiermee de verschillende netwerk-IP’s op
dezelfde tijd instellen.
6. Volg de aanwijzingen in het venster om de installatie te voltooien.
Het programma starten
1. Ga naar het menu Start van Windows en selecteer Programma’s >
Samsung Network Printer Utilities > SetIP.
2. Selecteer de naam van uw printer en klik op.
Als de naam van uw printer niet wordt weergegeven, klikt u op
om de lijst te vernieuwen.
3. Voer het MAC-adres, IP-adres, subnetmasker en standaardgateway van
de netwerkkaart in en klik vervolgens op Toepassen.
Als u het MAC-adres van de netwerkkaart niet weet, kunt u het
netwerkinformatierapport van het apparaat afdrukken.
(Zie "Rapporten afdrukken" op pagina 65.)
4. Klik op OK om de instellingen te bevestigen.
5. Klik op Afsluiten om het programma SetIP af te sluiten.
SYSTEEMVEREISTEN
Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:
Windows
Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
VEREISTEN (AANBEVOLEN)
BESTURINGS
-SYSTEEM
Windows 2000Pentium II 400 MHz
Windows XPPentium III 933 MHz
Windows 2003
Server
Windows VistaPentium IV 3 GHz512 MB
•Internet Explorer 5.0 of hoger is minimaal vereist voor alle
Windows-besturingssystemen.
•Gebruikers kunnen de software installeren als ze
beheerdersrechten hebben.
PROCESSORRAM
(Pentium III 933 MHz)
(Pentium IV 1 GHz)
Pentium III 933 MHz
(Pentium IV 1 GHz)
64 MB
(128 MB)
128 MB
(256 MB)
128 MB
(512 MB)
(1.024 MB)
VRIJE HDD-
RUIMTE
600 MB
1,5 GB
1,25 GB tot
2GB
15 GB
Het programma installeren
1. Plaats de cd met het stuurprogramma dat bij uw apparaat is geleverd.
Wanneer de stuurprogramma-cd automatisch wordt uitgevoerd, sluit u
het venster.
2. Start Windows Verkenner en open station X. (X staat voor uw cd-rom-
station.)
3. Dubbelklik op Application > SetIP.
4. Open de gewenste taalmap.
5. Dubbelklik op Setup.exe om dit programma te installeren.
•128 MB voor
een MAC op
basis van
PowerPC
(512 MB)
•512 MB voor
een MAC op
basis van Intel
(1 GB)
512 MB (1 GB)1 GB
VRIJE
HDD-
RUIMTE
1 GB
DE SOFTWARE INSTALLEREN
U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software
bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke
programma’s.
•De volgende procedure is van belang wanneer u het apparaat wilt
gebruiken als netwerkapparaat. Als u een apparaat wilt verbinden
met een USB-kabel, raadpleeg dan de Software.
•De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem
Windows XP. De procedure die u moet volgen en het popupvenster dat verschijnt tijdens de installatie, kunnen verschillen
afhankelijk van het besturingssysteem, de printerfunctie of
de interface die wordt gebruikt.
1. Sluit de netwerkkabel aan op uw apparaat.
2. Controleer of de netwerkinstellingen voor het apparaat zijn voltooid.
(Zie "Het netwerk installeren" op pagina 26.) Sluit alle toepassingen
op de computer voordat u begint met de installatie.
3. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de
computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster
weergegeven.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op
Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u “X” vervangt door de letter van
het cd-romstation, en klik op OK.
Als u Windows Vista gebruikt, klikt u op Start > Alle programma's >
Bureau-accessories > Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe.
4. Klik op Volgende.
ProcessorPentium IV 2.4 GHz (IntelCore2)
RAM512 MB (1024 MB)
Vrije schijfruimte1GB (1GB)
SoftwareLinux Kernel 2.4 of hoger
Glibc 2.2 of hoger
CUPS
•U moet een swappartitie van 300 MB of meer vastleggen om
met grote gescande afbeeldingen te kunnen werken.
•Het Linux-stuurprogramma voor de scanner ondersteunt
de maximale optische resolutie.
28 _Aan de slag
•Het bovenstaande venster kan er enigszins anders uitzien als u het
stuurprogramma opnieuw installeert.
5. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik
vervolgens op Volgende.
6. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer
in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende.
7. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of
u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker
van een Samsung-apparaat, zodat Samsung u hierover informatie kan
toesturen. Als u dit wilt, schakel dan het desbetreffende selectievakje in
en klik op Voltooien.
•Als uw apparaat na de installatie niet naar behoren werkt,
probeer dan het printerstuurprogramma opnieuw te installeren.
Zie Software.
•Tijdens de installatie van het printerstuurprogramma detecteert
het installatieprogramma de taalversie van het
besturingssysteem en wordt het standaardpapierformaat voor
het apparaat ingesteld. Als u een andere taalversie van
Windows gebruikt, moet het papierformaat van het apparaat
worden gewijzigd in het papierformaat dat meestal wordt
gebruikt. Ga naar de printereigenschappen om het
papierformaat te wijzigen nadat de installatie is voltooid.
•Als uw apparaat niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken om
de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen om
uw apparaat aan het netwerk toe te voegen. Als u het apparaat aan
het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres
voor het apparaat invoeren.
Om het IP-adres of het MAC-adres van uw apparaat te controleren,
drukt u een netwerkconfiguratiepagina af. (Zie "Rapporten
afdrukken" op pagina 65.)
•Selecteer Gedeelde printer (UNC) om een gedeelde netwerkprinter
(UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of
zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop Bladeren.
Als u niet zeker bent van het IP-adres neem dan contact op met
uw netwerkbeheerder of druk de netwerkgegevens af.
(Zie "Rapporten afdrukken" op pagina 65.)
Aan de slag_29
BASISINSTELLINGEN VAN HET APPARAAT
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven. Raadpleeg de volgende sectie om waarden in te stellen
of te wijzigen.
Hoogte-instelling
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte waarop het apparaat zich boven zeeniveau bevindt.
Aan de hand van de volgende informatie kunt u uw apparaat instellen op
een optimale afdrukkwaliteit.
Voordat u de hoogte-instelling bepaalt, moet u controleren op welke hoogte
het apparaat wordt gebruikt.
1 Normaal
2 Hoog 3
3 Hoog 2
0
1. Controleer of u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd met
behulp van de bijgeleverde cd met printersoftware.
2. Dubbelklik op het pictogram Smart Panel in de taakbalk van Windows
(of in het systeemvak van Linux).
U kunt ook op Smart Panel in de statusbalk van Mac OS X klikken.
3. Klik op Instelling printer.
4. Klik op Instelling > Luchtdrukaanpassing. Selecteer de juiste waarde
in de keuzelijst en klik op Apply.
Als uw apparaat is aangesloten op een netwerk, verschijnt het
scherm SyncThru Web Service automatisch. Klik op Machine Settings > Setup (of Machine Setup) > Altitude. Selecteer
de juiste hoogte-instelling en klik op Apply.
De taal op het display wijzigen
Volg onderstaande stappen om de taal op het display te wijzigen:
1. Druk op Menu tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Taal verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste taal verschijnt en druk vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus.
4 Hoog 3
Datum en tijd instellen
De huidige datum en tijd worden weergegeven op het display wanneer
het apparaat ingeschakeld is en klaar is voor gebruik. Bij de CLX-6200FX,
CLX-6210FX, CLX-6240FX worden de datum en tijd afgedrukt op al uw
faxberichten.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Datum en tijd verschijnt en druk op OK.
4. Voer de juiste tijd en datum in met behulp van de cijfertoetsen.
Maand = 01 t/m 12
Dag = 01 t/m 31
Jaar = vier cijfers vereist
Uur = 01 t/m 12 (12-uursnotatie)
00 t/m 23 (24-uursnotatie)
Minuut = 00 t/m 59
De datumnotatie kan verschillen van land tot land.
U kunt ook de pijltoetsen gebruiken om de cursor onder het nummer te
plaatsen dat u wilt corrigeren. Daarna kunt u een nieuw nummer invoeren.
5. Om VM of NM te selecteren voor de 12-uursnotatie, drukt u op de knop *
of # of een willekeurige cijfertoets.
Als de cursor niet onder de AM- of PM-indicator staat, kunt u de cursor
onmiddellijk naar de indicator verplaatsen door op de knop * of # te
drukken.
U kunt de klok ook instellen op de 24-uursnotatie (voorbeeld: 01:00 PM
wordt dan weergegeven als 13:00). Raadpleeg de volgende sectie voor
meer informatie.
6. Druk op OK om datum en tijd op te slaan.
Als u een verkeerd nummer hebt ingevoerd, verschijnt er Buiten bereik
en gaat het apparaat niet door met de volgende stap. Voer in dat geval
het juiste nummer in.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus.
De kloknotatie wijzigen
U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven in
de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Klokmodus verschijnt en druk op OK.
4.
Druk op de pijltoetsen om de andere modus te selecteren en druk op OK.
5. Druk op
Stop/Clear
om terug te keren naar de gereedmodus.
De standaardmodus wijzigen
Uw apparaat werd vooraf ingesteld op faxmodus. U kunt de standaardmodus
afwisselen tussen faxmodus en kopieermodus (alleen CLX-6200FX,
CLX-6210FX, CLX-6240FX).
1. Druk op Menu tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijltoetsen tot Standaardmodus verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot de standaardmodus verschijnt en druk vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus.
30 _Aan de slag
Loading...
+ 138 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.