Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3051HT transmitter. Hij bevat geen
instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie of probleemoplossing of voor
explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties.
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke
plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat
op het instrument.
Zorg ervoor dat het instrument wordt geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige of nietvonkende veldbedrading.
Controleer voordat u een manuele communicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer of de
instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende
veldbedrading.
Controleer of de bedrijfsomgeving van de meter voldoet aan de desbetreffende certificeringen voor
explosiegevaarlijke omgevingen.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Voorzichtigheid is geboden tijdens het vervoer van de voedingsmodule om accumulatie van
elektrostatische lading te voorkomen.
Het instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten
minste 8 in. (20 cm) bedraagt.
Proceslekken kunnen leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Hanteer het apparaat voorzichtig.
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van
eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging
bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel
belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de
bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle op de locatie gebruikte
systemen.
Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Zorg dat de installatie alleen door daartoe bevoegd personeel wordt verricht.
Gebruik de sleutel alleen op de vlakke gedeelten, niet op de behuizing.
De batterij kan niet worden vervangen op een gevaarlijke locatie.
2Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
Let op!
Houd het ontluchtingstraject vrij van obstructies, inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en
smeermiddel, door het instrument zo te monteren dat het procesmedium kan ontsnappen.
Door het belemmeren of blokkeren van de atmosferische referentiepoort, zal het apparaat foutieve
drukwaarden afgeven.
Houd het ontluchtingstraject vrij van obstructies, inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en
smeermiddel, door het instrument zo te monteren dat het procesmedium kan ontsnappen.
Absolute drukapparaten worden in de fabriek gekalibreerd. Bijstelling past de positie van de in de
fabriek getypeerde curve aan. De prestaties van het apparaat kunnen afnemen als een bijstelling
verkeerd of met onnauwkeurige instrumenten wordt uitgevoerd.
Personen die producten moeten hanteren die blootgesteld zijn aan een schadelijke stof, kunnen letsel
voorkomen als zij hierover geïnformeerd zijn en het gevaar begrijpen. Het product dat wordt
geretourneerd, vereist dat een kopie van het vereiste veiligheidsinformatieblad (MSDS) voor elke stof
is opgenomen bij de geretourneerde goederen.
Inhoudsopgave
Installatie van de transmitter........................................................................................................5
Plaats de transmitter in de gewenste oriëntatie voordat u deze monteert. De
transmitter mag niet stevig gemonteerd of vastgeklemd zijn terwijl u de
oriëntatie van de transmitter wijzigt.
Oriëntatie van de kabelbuisopening
Bij installatie van een Rosemount 3051HT wordt aangeraden om deze zo te
installeren dat de kabelbuisopening omlaag is gericht of parallel aan de
grond is om deze tijdens reinigingswerkzaamheden zo goed mogelijk af te
kunnen tappen.
Afdichting van de behuizing
Schroefdraadtape (PTFE) of -pasta op mannelijke schroefdraad van
kabelbuizen is vereist om een water- en stofdichte kabelbuisafdichting tot
stand te brengen en om te voldoen aan de eisen van NEMA® type 4X, IP66,
IP68 en IP69K. Vraag de fabriek of andere beschermingsgraden vereist zijn.
Opmerking
Classificatie IP69K is alleen beschikbaar op units met SST-behuizing en
optiecode V9 in de modelreeks.
Draai aansluitwartels met M20-schroefdraad over de volledige schroefdraad
aan, of totdat u mechanische weerstand ondervindt.
Montagerichting inline-verschildruktransmitter
De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de inlineverschildruktransmitter bevindt zich in de hals van de transmitter, achter
een afgeschermde ventilatieopening (zie Figuur 1-1).
Houd het ventilatietraject vrij van obstructies (inclusief maar niet beperkt tot
verf, stof en viskeuze vloeistoffen) door de transmitter zo te monteren dat
het procesmedium kan wegstromen.
Snelstartgids5
SnelstartgidsFebruari 2020
Figuur 1-1: Inline afgeschermde verschildruktransmitter met drukpoort
aan lage kant
AluminiumGepolijst 316 RVS
A. Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)
Montage met klem
Gebruik bij installatie van de klem de door de pakkingfabrikant aanbevolen
momentwaarden.
Opmerking
Voor een blijvende prestatie wordt afgeraden om een 1,5-in. Tri-Clamp® aan
te halen tot meer dan 50 in-lb bij een drukbereik onder 20 psi.
1.2
6Emerson.com/Rosemount
Instellen van de beveiligingsschakelaar
Met de beveiligingsschakelaar kan configuratie van de transmitter
toegestaan (open hangslot) of voorkomen (gesloten hangslot) worden.
Opmerking
De standaard beveiliging is "uit" (open hangslot).
De beveiligingsschakelaar kan in de software in- of uitgeschakeld worden.
Procedure
1. Beveilig de kring als de transmitter al geïnstalleerd is en koppel de
voeding los.
2. Verwijder het behuizingsdeksel tegenover de veldaansluitingen.
A
B
Februari 2020Snelstartgids
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de
transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het instrument.
3. Zet de beveiligingsschakelaar in de gewenste stand.
4. Breng het deksel van de transmitterbehuizing weer aan.
Haal het deksel aan totdat er geen ruimte meer is tussen het deksel
en de behuizing, om te voldoen aan de voorschriften voor
drukvastheid.
1.3De beveiligings- en simulatieschakelaars
De beveiligings- en simulatieschakelaars bevinden zich op het
elektronicagedeelte.
Figuur 1-2: Transmitterprintplaat
AluminiumGepolijst 316 RVS
A. Simulatieschakelaar
B. Beveiligingsschakelaar
1.4
Snelstartgids7
Sluit de bedrading aan en schakel het apparaat in
Procedure om de bedrading aan te sluiten en de transmitter in te schakelen.
voorwaarden
• Gebruik koperdraad met een doorsnede die groot genoeg is om te
zorgen dat de spanning over de voedingsaansluitingen van de
SnelstartgidsFebruari 2020
transmitter niet daalt tot onder 9 V d.c. Onder normale
bedrijfsomstandigheden wordt een voedingsspanning van ten minste 12
V d.c. aanbevolen. Gebruik van afgeschermde kabel van type A met
getwiste draadparen wordt aanbevolen.
• De voedingsspanning kan variëren, met name onder abnormale
omstandigheden, zoals bij gebruik van accuvoeding.
Procedure
1. Sluit voor voeding van de transmitter de voedingsdraden aan op de
aansluitklemmen die op het label op het klemmenblok staan
aangegeven.
Opmerking
De voedingsaansluitklemmen op de Rosemount 3051 zijn
polariteitsongevoelig, wat inhoudt dat bij het aansluiten op de
voedingsaansluitklemmen de elektrische polariteit van de
voedingsdraden er niet toe doet. Als er polariteitsgevoelige
instrumenten op het segment worden aangesloten, moet de
polariteit van de aansluitklemmen worden aangehouden. Bij
bedrading op schroefaansluitklemmen wordt gebruik van
kabelschoenen aanbevolen.
2. Zorg dat er goed contact is tussen de schroef van het
aansluitklemmenblok en de sluitring. Bij een directe
bedradingsmethode wikkelt u de draad rechtsom om ervoor te
zorgen dat deze op zijn plaats zit wanneer u de
aansluitklemmenblokschroef aandraait. Verdere voeding is niet
nodig.
Opmerking
Het gebruik van een pen of adereindhuls wordt afgeraden, omdat de
aansluiting na verloop van tijd of door trillingen los kan raken.
3. Zorg voor een goede aardverbinding. Het is belangrijk dat de mantel
van de instrumentkabel:
a) kort wordt afgeknipt en wordt geïsoleerd zodat deze niet
tegen de transmitterbehuizing aankomt;
b) wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel
door een aansluitkast wordt geleid;
c) aan de voedingszijde worden verbonden met een goed
aardpunt.
4. Als transiëntenbeveiliging vereist is, raadpleegt u de paragraaf
Bedrading signaalaarding voor aanwijzingen over aarding.
5. Sluit ongebruikte doorvoerbuisopeningen en dicht ze af.
8Emerson.com/Rosemount
DP
A
B
D
E
C
DP
A
B
D
E
C
Februari 2020Snelstartgids
6. Bevestig de transmitterdeksels weer.
a) De deksels mogen alleen met behulp van gereedschap
geopend of verwijderd kunnen worden, om te voldoen aan de
geldende vereisten voor normale locaties.
Voorbeeld
Figuur 1-3: Bedrading
AluminiumGepolijst 316 RVS
A. Afstand zo klein mogelijk houden
B. Afscherming bijknippen en isoleren
C. Aansluitklem aarde (kabelafscher-
ming niet op transmitter aarden)
D. Afscherming isoleren
E. Verbind afscherming weer met aard-
punt van voeding
1.4.1Bedrading signaalaarding
Laat de signaalbedrading niet samen met de voedingsbedrading door een
doorvoerbuis of open kabelgoot of in de buurt van zware elektrische
apparatuur lopen. De buitenkant van de elektronicabehuizing en de
binnenkant van het compartiment voor aansluitingen zijn voorzien van
aardklemmen. Deze aarding wordt gebruikt als er klemmenblokken voor
transiëntenbeveiliging zijn geïnstalleerd, of om aan de plaatselijke
voorschriften te voldoen.
Procedure
1. Verwijder het behuizingsdeksel over de veldaansluitklemmen.
2. Sluit het dradenpaar aan en aard het zoals aangegeven in Figuur 1-3
a) Knip de kabelafscherming zo kort mogelijk af en isoleer deze
van de transmitterbehuizing.
Snelstartgids9
SnelstartgidsFebruari 2020
Opmerking
De kabelafscherming mag NIET op de transmitter worden
geaard; als de kabelafscherming de transmitterbehuizing
raakt, kan dit aardlussen vormen die de communicatie
verstoren.
b) Sluit de kabelafschermingen zonder onderbreking aan op het
aardpunt van het voedingscircuit.
c) Sluit de kabelafschermingen van het gehele segment aan op
één goed aardpunt op het voedingscircuit.
Opmerking
Onjuiste aarding is de meest voorkomende oorzaak van
problemen met de segmentcommunicatie.
3. Plaats het behuizingsdeksel terug. Aanbevolen wordt om de bouten
van het deksel zo ver aan te draaien dat er geen ruimte meer is
tussen het deksel en de behuizing.
4. Sluit ongebruikte doorvoerbuisopeningen en dicht ze af.
Opmerking
De behuizing van gepolijst roestvast staal 316 voor de Rosemount
3051HT heeft alleen binnen in de aansluitklemmenruimte een
aansluitpunt voor de aardverbinding.
10Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
2Basisconfiguratie
2.1Configuratietaken
De transmitter kan worden geconfigureerd via de Local Operator Interface
(LOI) - optiecode M4 of via een Class 2 master (op basis van DD of DTM™). De
twee basisconfiguratietaken voor de PROFIBUS PA-druktransmitter zijn:
Procedure
1. Adres toewijzen
2. Technische eenheden configureren (schaling).
Opmerking
Rosemount 3051 Profibus Profile 3.02-apparaten zijn bij levering
vanuit de fabriek ingesteld in de modus Identification Number
Adaptation (aanpassing identificatienummer). In deze modus kan de
transmitter communiceren met elke Profibus-regelhost met ofwel de
generieke Profile GSD (9700) of de voor Rosemount 3051 specifieke
GSD (4444) geladen op de host; daarom hoeft het
identificatienummer van de transmitter bij het opstarten niet te
worden veranderd.
2.2Adres toewijzen
De Rosemount 3051-druktransmitter wordt geleverd met het tijdelijke adres
126. Dit moet worden veranderd in een unieke waarde tussen 0 en 125 om
communicatie met de host tot stand te brengen. Meestal zijn de adressen
0-2 gereserveerd voor masters of koppelstukken. Om die reden wordt
aanbevolen transmitteradressen tussen 3 en 125 te gebruiken.
Het adres kan worden ingesteld via:
• LOI - zie Tabel 2-1
• De Class 2 master - zie de handleiding van de Class 2 master voor het
instellen van het adres
2.3
Snelstartgids11
Configureer de technische eenheden
Tenzij anders besteld, wordt de Rosemount 3051-druktransmitter geleverd
met de volgende instellingen:
• Meetmodus: Druk
• Technische eenheden: Inch H2O
• Schaling: Geen
SnelstartgidsFebruari 2020
Technische eenheden moeten vóór installatie worden bevestigd of
geconfigureerd. De eenheden kunnen worden ingesteld voor druk-, flow- of
niveaumeting.
De parameters Measurement Type (metingtype), Units (eenheden), Scaling
(schaling) en Low Flow Cutoff (ondergrens bij lage flow; indien van
toepassing) kunnen worden ingesteld via:
• LOI – zie Tabel 2-1
• Class 2 master – zie Tabel 2-2 voor parameterconfiguratie
2.4Configuratietools
Lokale bedieningsinterface (LOI)
Indien besteld kan de LOI worden gebruikt voor de inbedrijfstelling van het
apparaat. Om de LOI te activeren, drukt u op de configuratieknop onder het
bovenste label van de transmitter, of gebruikt u de drukknoppen op het
LCD-scherm. Zie Tabel Tabel 2-1 voor de werking en informatie over de
menu’s. De veiligheidsjumper voorkomt dat wijzigingen worden
aangebracht met de LOI.
Tabel 2-1: Bediening met knoppen LOI
(1)
Knop
HandelingNavigatieTekeninvoerOpslaan?
ScrollenOmlaag bewe-
gen door menucategorieën
Wijzigt teken-
(2)
waarde
Wisselen tussen Opslaan en
Annuleren
EnterMenucategorie
selecteren
(1) Achteruit scrollen ook beschikbaar (scrollen + Enter).
(2) Tekens knipperen als ze kunnen worden gewijzigd.
Teken invoeren en verdergaan
Opslaan
Figuur 2-1: LOI-menu
12Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
2.5Class 2 master
De DD- en DTM-bestanden van de Rosemount 3051 Profibus zijn
beschikbaar via Emerson.com of via uw plaatselijke verkoper. Zie Tabel 2-2
voor de stappen om de transmitter voor drukmeting te configureren. Zie de
naslaghandleiding van de Rosemount 3051 voor configuratie-instructies
voor flow of niveau.
Tabel 2-2: Drukconfiguratie via Class 2 master
StappenHandelingen
Blokken instellen op buiten gebruikZet transducerblok in de modus Out of
Metingtype selecterenStel het type Primary Value (Primaire
Eenheden selecterenStel Engineering Units (Technische een-
Schaling invoerenStel Scale In (Schaal in) in het transducer-
Stel blokken in op Auto (Autom.)Zet transducerblok in modus Auto (Au-
Service (Buiten gebruik)
Zet analoge-ingangsblok in de modus
Out of Service (Buiten gebruik)
waarde) in op Pressure (Druk)
heden) in
Primaire en secundaire eenheden moeten overeenkomen
Configureer technische eenheden onder
analoog uitgangsblok
blok in op 0 - 100
Stel Scale Out (Schaal uit) in het transducerblok in op 0 - 100
Stel PV Scale (PV-schaal) in het analogeingangsblok in op 0 - 100
Stel Out Scale (Schaal uit) in het analogeingangsblok in op 0 - 100
Stel Linearization (Linearisatie) in het
analoge-ingangsblok in op No Linearization (Geen linearisatie)
tom.)
Zet analoge-ingangsblok in modus Autom.
Snelstartgids13
SnelstartgidsFebruari 2020
2.6Hostintegratie
Regelhost (klasse 1)
De Rosemount 3051 gebruikt de status Condensed (gecondenseerd), zoals
aanbevolen in de Profile 3.02-specificatie en in NE 107. Zie de handleiding
voor informatie over bittoewijzing voor de status Condensed.
Op de regelhost moet het juiste GSD-bestand zijn geladen - Rosemount
3051-specifiek (rmt4444.gsd) of generiek voor Profile 3.02 (pa139700.gsd).
Deze bestanden kunt u vinden op Emerson.com of Profibus.com.
Configuratiehost (klasse 2)
In de configuratiehost moet het juiste DD- of DTM-bestand zijn
geïnstalleerd. Deze bestanden kunt u vinden op Emerson.com.
14Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
3Productcertificeringen
Rev. 1.6
3.1Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EUconformiteitsverklaring. De meest recente revisie van de EU-verklaring van
overeenstemming vindt u op Emerson.com.
3.2Certificering voor normale locaties
De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest door
een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (NRTL) dat is
geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health
Administration (OSHA). Daarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan
de fundamentele brandveiligheidseisen en de elektrische en mechanische
vereisten.
HoogteVervuilingsgraad
Max 5000 m4 (metalen behuizing)
2 (niet-metalen behuizing)
3.3Apparatuur installeren in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code® (NEC) en de Canadese Electrical
Code (CEC) staan toe dat apparatuur met divisiemarkering wordt gebruikt in
zones en dat apparatuur met zonemarkering wordt gebruikt in divisies. De
markeringen moeten geschikt zijn voor de gebiedsclassificatie, gas- en
temperatuurklasse. Deze informatie is duidelijk vastgelegd in de betreffende
codes.
IS CL I, DIV 1, GP A, B, C, D indien aangesloten volgens Rosemount-tekening 03031-1024, CL I ZONE 0 AEx ia IIC T4; NI CL
1, DIV 2, GP A, B, C, D T5; T4 (–20 °C ≤ Ta ≤ +70 °C) [HART];
T4(–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C) [Fieldbus]; type 4x
SnelstartgidsFebruari 2020
3.5Canada
I6 intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
3.6Europa
I1 Atex intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Tabel 3-1: Ingangsparameters
ParameterHARTFieldbus/PROFI-
Spanning U
Stroom I
Vermogen P
Elektrische capaciteit C
Zelfinductie Li0 mH0 mH
1053834
ANSI/ISA 12.27.01-2003, CSA-norm C22.2 Nr. 142-M1987,
CSA-norm C22.2. Nr.157-92, CSA-norm C22.2 Nr. 213 - M1987
Intrinsiek veilig klasse I, divisie 1, groepen A, B, C, D indien aangesloten volgens Rosemount-tekening 03031-1024, temperatuurcode T4; geschikt voor klasse I, zone 0; type 4X; in fabriek afgedicht; enkele afdichting (zie tekening 03031-1053)
BAS97ATEX1089X
EN 60079-0:2012 + A11:2013, EN 60079-11:2012
HART: II 1 G Ex ia IIC T5/T4 Ga, T5(–20 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T4(–
20 °C ≤ Ta ≤ +70 °C) Fieldbus: II 1 G Ex ia IIC Ga T4(–20 °C ≤ T
≤ +60 °C)
BUS
30 V30 V
i
i
i
200 mA300 mA
0,9 W1,3 W
i
0,012 µF0 µF
a
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het apparaat kan de volgens bepaling 6.3.12 van EN60079-11:2012
vereiste 500 V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij
installatie van het apparaat rekening worden gehouden.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en
is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0
16Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt
blootgesteld aan stoten of schuring.
3.7Internationaal
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
IEC 60079-0:2011, IEC 60079-11:2011
HART: Ex ia IIC T5/T4 Ga, T5(–20 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T4(–20 °C ≤
Ta ≤ +70 °C) Fieldbus: Ex ia IIC T4 (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
IECEx BAS 09.0076X
Tabel 3-2:
ParameterPROFIBUS
Spanning U
Stroom I
i
Vermogen P
Elektrische capaciteit C
Zelfinductie Li0 mH
i
30 V
i
300 mA
1,3 W
i
0 µF
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het apparaat kan de volgens bepaling 6.3.12 van EN60079-11:2012
vereiste 500 V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij
installatie van het apparaat rekening worden gehouden.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en
is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0
moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt
blootgesteld aan stoten of schuring.
HART: Ex ia IIC T5/T4 Ga, T5(–20 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T4(–20
°C ≤ Ta ≤ +70 °C) Fieldbus: Ex ia IIC T4 Ga (–20 °C ≤ Ta ≤ +60
°C)
Snelstartgids17
SnelstartgidsFebruari 2020
HARTPROFIBUS
Spanning U
Stroom I
i
Vermogen P
Elektrische capaciteit C
i
Zelfinductie L
30 V30 V
i
200 mA300 mA
0,9 W1,3 W
i
0,012 µF0 µF
0 mH0 mH
i
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Als het apparaat is uitgerust met een optionele
overspanningsbeveiliging van 90 V, kan het de volgens ABNT NBR IRC
60079-11 vereiste 500 V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet
rekening worden gehouden bij installatie van de apparatuur.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; bij apparatuur
die EPL Ga vereist moet echter worden opgelet dat de behuizing niet
wordt blootgesteld aan stoten of schuring.
3.9Verdere certificeringen
®
3-A
Alle Rosemount 3051HT-transmitters met de volgende aansluitingen
hebben 3-A-goedkeuring en zijn als zodanig gelabeld.
T32: 1 ½-in. Tri Clamp
T42: 2-in. Tri Clamp
Raadpleeg bij selectie van procesaansluiting B11 de besteltabel voor de
Rosemount 1199 scheidingsmembraanafdichting PDS (00813-0100-4016)
om te zien of 3-A-certificatie hiervoor beschikbaar is.
Selecteer optiecode QA voor een nalevingscertificaat conform 3-A.
EHEDG
Alle Rosemount 3051HT-transmitters met de volgende aansluitingen
hebben EHEDG-goedkeuring en zijn als zodanig gelabeld.
T32: 1 ½-in. Tri Clamp
T42: 2-in. Tri Clamp
Raadpleeg bij selectie van procesaansluiting B11 de besteltabel voor de
Rosemount 1199 scheidingsmembraanafdichting PDS (00813-0100-4016)
om te zien of EHEDG-certificatie hiervoor beschikbaar is.
Selecteer optiecode QE voor een nalevingscertificaat conform EHEDG.
18Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
Zorg ervoor dat de voor installatie geselecteerde pakking goedgekeurd is
voor zowel toepassings- als EHEDG-certificatievereisten.
ASME-BPE
Alle Rosemount 3051HT-transmitters met optie F2 en de volgende
aansluitingen zijn ontworpen op basis van de ASME-BPE SF4-normen
(1)
:
T32: 1 ½-in. Tri Clamp
T42: 2-in. Tri Clamp
Er is tevens een zelfgecertificeerd nalevingscertificaat conform ASME-BPE
verkrijgbaar (optie QB).
(1)
Volgens clausule SD-2.4.4.2 (m); de geschiktheid van geverfde aluminium
behuizingen wordt door de eindgebruiker vastgesteld.
Snelstartgids19
SnelstartgidsFebruari 2020
Figuur 3-1: Verklaring van overeenstemming Rosemount 3051HT
20Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
Figuur 3-2: Verklaring van overeenstemming Rosemount 3051HT
Snelstartgids21
SnelstartgidsFebruari 2020
Figuur 3-3: Verklaring van overeenstemming Rosemount 3051HT
22Emerson.com/Rosemount
Februari 2020Snelstartgids
China RoHS
Snelstartgids23
Latin America Regional Office
Emerson Automation Solutions
1300 Concord Terrace, Suite 400
Sunrise, FL 33323, USA
Emerson Terms and Conditions of Sale are
available upon request. The Emerson logo is a
trademark and service mark of Emerson Electric
Co. Rosemount is a mark of one of the Emerson
family of companies. All other marks are the
property of their respective owners.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.