Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount smart manometers. Hij bevat geen instructies
voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, service, probleemoplossing of intrinsiek veilige (intrinsically safe;
I.S.) installatie. Raadpleeg de naslaghandleiding
instructies. De handleiding en deze gids zijn tevens in elektronische vorm beschikbaar op
Emerson.com/Rosemount
Aandachtspunten m.b.t. verzending
Dit apparaat wordt met geïnstalleerde batterij verzonden.
Elk instrument bevat een primaire lithium-thionylchloridebatterij van maat D. Het ver voer van primaire
lithiumbatterijen valt onder de regelgeving van het Amerikaanse Department of Transportation en die van
de IATA (International Air Transport Association), de IC AO (International Civil Aviation Organization) en het
ADR (Europees verdrag inzake het transport over land van gevaarlijke goederen). Het is de
verantwoordelijkheid van de transporteur om deze en eventuele andere plaatselijke voorschriften na te
leven. Raadpleeg voor verzending de geldende regels en voorschriften.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke plaatselijke,
landelijke en internationale normen, voorschrif ten en procedures worden gevolgd.
Zorg ervoor dat het instrument wordt geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige of niet-vonkende
veldprocedures .
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Tijdens vervoer van het instrument moet worden gezorgd dat accumulatie van elektrostatische lading
wordt voorkomen.
Het instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en personen ten minste
20 cm (8 inch) bedraagt.
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Hanteer het apparaat voorzichtig.
Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
De apparatuur mag alleen worden geïnstalleerd door gekwalificeerd personeel.
.
van de Rosemount smart manometer voor nadere
Benodigdheden
Antivastlooppasta of PTFE-tape
(voor verbinding met NPT-draad)
Produc tcertificeri ng (modelcodes hieronder)
Q4: Kalibratiecertificering
QG: Kalibratiecertificering en verificatiecertificering GOST
QP: Kalibratiecertificering en manipulatieveilige
afdichting
Q8: Certificering materiaaltraceerbaarheid conform
EN 102043.1
Q15: Certificering naleving NACE MR0175/ISO 15156 voor
materialen die met vloeistof in aanraking komen
Q25: Certificering naleving NACE MR00103 voor
materialen die met vloeistof in aanraking komen
3
Snelstartgids
Februari 2019
1.0Optioneel: Voedings-/instrumentcontrole
Het instrument is bedoeld als een product dat kant-en-klaar is voor installatie.
Doe het volgende om de batterij van het instrument vóór installatie te testen:
1. Volg de aanwijzingen onder “Schakel het instrument in” op pagina 6.
2. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand OFF (uit) totdat u gereed bent
om het instrument te gebruiken.
2.0Optioneel: Optie voor indicatie van normaal
bereik
Opmerking
De stickers mogen alleen op de wijzerplaat worden aangebracht, dus niet op de binnenof buitenkant van het behuizingsdeksel.
De stickers moeten worden aangebracht op een plaats waar de omgevingstemperatuur
hoger is dan 10 °C.
1. Knip de stickers bij tot de gewenste afmetingen.
2. Verwijder het behuizingsdeksel.
3. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand OFF (uit) en wacht totdat het
ledje stopt met knipperen.
4. Verplaats de naald voorzichtig rechtsom totdat hij naar de rode X wijst.
Opmerking
Wees hierbij voorzichtig, want de elektronicaconstructie is met de naald verbonden.
5. Verwijder al het vuil van de wijzerplaat zodat dit niet onder de sticker
terechtkomt.
6. Trek de witte beschermlaag achterop de sticker los.
7. Laat de sticker langzaam op de gewenste plaats op de wijzerplaat zakken
en strijk hem op zijn plaats glad. Herhaal stap 6 en 7 totdat u de gewenste
indicatielocaties hebt ingesteld.
Opmerking
Verplaatsen van de aangebrachte sticker wordt afgeraden, omdat de hoeveelheid lijm
op de achterkant van de sticker hierdoor afneemt.
8. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand ON (aan).
9. Plaats het behuizingsdeksel terug.
4
Februari 2019
LET OP
!
45°45°
Aanbevolen zone 30°Aanbevolen zone 30°
30°
3.0Installatieprocedure
Stap 1: Dicht de schroefdraadverbinding af en bescherm deze
Stap 2: Installeer het instrument
Snelstartgids
Opmerking
Gebruik de sleutel alleen op de vlakken, niet op de behuizing.
Installatierichting
De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) bevindt zich in de hals
van het instrument, achter de behuizing. Het ontluchtingstraject ligt tussen de
behuizing en de sensor (zie Afbeelding 1).
Houd het ontluchtingstraject vrij van obstructies (inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en smeermiddel)
door het instrument zo te monteren dat het procesmedium kan ontsnappen.
Afbeelding 1. Drukpoort aan lage kant
A
A. Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)
5
Snelstartgids
123
645
8709
A
B
C
Stap 3: Schakel het instrument in
Controleer de werking van het instrument en de batterij.
1. Draai het deksel linksom los.
2. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand ON (aan) om de
Opmerking
Tijdens de inschakelprocedure wordt het bewegingsbereik van de naald getest en
knippert het lampje oranje.
3. Controleer na het voltooien van de inschakelprocedure of het lampje groen
Opmerking
Het lampje kan verschillende kleuren hebben; zie Afbeelding 1 in “Probleemoplossing”
op pagina 7 voor de statusinformatie van het instrument.
Februari 2019
inschakelprocedure te starten.
knippert.
Stap 4: Maak verbinding met het instrument
A. Veldcommunicator B. HART®-modemC. AMS Configurator
Veldcommunicator
1. Schakel de veldcommunicator in.
2. Selecteer in het Hoofdmenu het HART-symbool.
AMS Configurator
1. Start de AMS Configurator.
2. Selecteer in het menu View (weergave) de optie Device Connection View
(weergave instrumentverbinding).
3. Dubbelklik op het instrument onder de HART-modem.
6
Februari 2019
Stap 5: Compenseer de invloed van de installatiepositie
De instrumenten zijn in de fabriek gekalibreerd. Na installatie wordt deze stap
aanbevolen om eventuele fouten als gevolg van de installatiepositie of statische
druk te elimineren. De instructies voor het gebruik van een veldcommunicator
staan hieronder vermeld.
Opmerking
Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount smart manometer voor het volgende:
Gebruik van de AMS Configurator
Functie voor het trimmen van de sensor op een absolutedrukmeter
1. Ontlucht het instrument.
2. Sluit de veldcommunicator aan.
3. Typ vanaf het HOME-scherm (beginscherm) de HART-sneltoetsreeks.
Sneltoetsen gebruikersinterface
4. Volg de opdrachten om de procedure uit te voeren.
4.0Probleemoplossing
Dit onderdeel bevat informatie over elementaire probleemoplossing. Zie de
naslaghandleiding
Status van het instrument
Het knipperende ledje geeft de status van het apparaat aan, aan de hand van de
kleuren zoals beschreven in Tabel 1.
voor geavanceerde probleemoplossing.
Snelstartgids
2, 1, 1
Tabel 1. Statusbeschrijving
Kleur lampjeStatus van het instrument
GroenInstrument werkt goed
OranjeBatterij is bijna leeg, vervangen wordt aanbevolen
Rood
Geen kleu r
Geen elektriciteit; controleer of de aan-uitschakelaar op aan
Batterij moet ver vangen worden
OF
Storing ins trument
staat
Drukmeting
Als de invloed van de installatiestand nog niet is opgeheven na het uitvoeren van
Stap 5, verricht dan deze alternatieve procedure voor het controleren van de
drukwaarde.
1. Typ vanaf het HOME-scherm (beginscherm) de HART-sneltoetsreeks.
Sneltoetsen gebruikersinterface
2. Volg de opdrachten om de procedure uit te voeren.
2, 2, 1, 1, 1
7
Snelstartgids
5.0Productcertificeringen
Rev.: 2.0
5.1Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de
EU-conformiteitsverklaring. De meest recente revisie van de EU-verklaring
van overeenstemming vindt u op www.Emerson.com/Rosemount
5.2Certificering normale locaties van CSA
Het product is door CSA onderzocht en getest. Daarbij is vastgesteld dat
het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en
brandveiligheidsvereisten. CSA is een in de VS nationaal erkend
onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL)
dat is goedgekeurd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health
Administration (OSHA).
5.3Installatie in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code (NEC) en de Canadese Electrical
Code (CEC) staan het gebruik van apparatuur met divisiemarkering in zones
en apparatuur met zonemarkering in divisies toe. De markeringen moeten
geschikt zijn voor de gebiedsclassificatie, gas- en temperatuurklasse. Deze
informatie is duidelijk vastgelegd in de betreffende codes.
5.4VS
I5 VS Intrinsiek veilig (IS)
Certificaat: [CSA] 70047656
Normen: FM 3600 — 2011, FM 3610 — 2010, UL-norm 50 — elfde editie,
Markeringen: IS CL I, DIV 1, GP A, B, C, D T4;
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De batterij mag niet worden vervangen in een explosiegevaarlijke atmosfeer.
2. Gebruik uitsluitend batterijen met onderdeelnummer 00G45-9000-0001.
3. De oppervlakteweerstand van de behuizing bedraagt meer dan 1 GΩ. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag de behuizing niet worden
schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
4. Vervanging van onderdelen kan de intrinsieke veiligheid aantasten.
UL 61010-1 — derde editie, ANSI/ISA-60079-0 (12.00.01) — 2013,
ANSI/ISA-60079-11 (12.02.01) — 2013, ANSI/IEC 60529 — 2004
klasse 1, zone 0, AEx ia IIC T4 Ga;
≤ T
T4 (—40 °C
indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 00G45-1020;
Type 4X; IP66/67;
≤ +70 °C)
a
Februari 2019
.
5.5Canada
I6 Canada intrinsiek veilig (IS)
Certificaat: [CSA] 70047656
Normen: CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CAN/CSA C22.2 nr. 94-M1991 (R2011),
8
CAN/CSA-60079-0-11, CAN/CSA-60079-11-14,
CSA-norm C22.2 nr. 60529-05, CAN/CSA-C22.2 nr. 61010-1-12
Februari 2019
Markeringen: Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C, D T4;
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De batterij mag niet worden vervangen in een explosiegevaarlijke atmosfeer.
Ne pas remplacer les accumulateurs si une atmosphère explosive peut être présente.
2. Gebruik uitsluitend batterijen met onderdeelnummer 00G45-9000-0001.
Utiliser uniquement des accumulateurs 00G45-9000-0001.
3. De oppervlakteweerstand van de behuizing bedraagt meer dan 1 GΩ. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag de behuizing niet worden
schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
La résistivité de surface du boÎtier est supérieure à un gigaohm. Pour éviter
l’accumulation de charge électrostatique, ne pas frotter ou nettoyer avec des
produits solvants ou un chiffon sec.
4. Vervanging van onderdelen kan de intrinsieke veiligheid aantasten.
La substitution de composants peut compromettre la sécurité intrinsèque.
5.6Europa
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat: Baseefa16ATEX0005X
Normen: EN 60079-0: 2012 + A11: 2013, EN 60079-11: 2012
Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga, T4 (—40 °C
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kunststof behuizing kan een potentieel risico van elektrostatische ontsteking
opleveren en mag niet met een droge doek worden afgewreven of gereinigd.
2. De gemeten elektrische capaciteit tussen de behuizing van het instrument en de
metalen inline sensormodule is 4,7 pF. Hiermee hoeft alleen rekening te worden
gehouden als de smart manometer wordt opgenomen in een systeem met een
ongeaarde procesverbinding.
3. De batterij mag niet worden vervangen in een explosiegevaarlijke atmosfeer.
4. De batterij mag alleen worden vervangen door Rosemount-onderdeel
nr. 00G45-9000-0001.
Snelstartgids
Ex ia IIC T4 Ga
T4 (—50 °C
indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 00G45-1020;
Type 4X; IP66/67;
≤ Ta ≤ +70 °C)
≤ Ta ≤ +70 °C)
IP66/67;
5.7Internationaal
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat: IECEx BAS 16.0012X
Normen: IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011
Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga, T4 (—40 °C
IP66/67;
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kunststof behuizing kan een potentieel risico van elektrostatische ontsteking
opleveren en mag niet met een droge doek worden afgewreven of gereinigd.
2. De gemeten elektrische capaciteit tussen de behuizing van het instrument en de
metalen inline sensormodule is 4,7 pF. Hiermee hoeft alleen rekening te worden
gehouden als de smart manometer wordt opgenomen in een systeem met een
ongeaarde procesverbinding.
3. De batterij mag niet worden vervangen in een explosiegevaarlijke atmosfeer.
4. De batterij mag alleen worden vervangen door Rosemount-onderdeel
nr. 00G45-9000-0001.
≤ T
≤ +70 °C)
a
9
Snelstartgids
Afbeelding 2. Verklaring van overeenstemming
Februari 2019
10
Februari 2019
Snelstartgids
11
Snelstartgids
Februari 2019
12
Februari 2019
Snelstartgids
13
Snelstartgids
Februari 2019
14
Februari 2019
Snelstartgids
15
Snelstartgids
ᴹ
China RoHS
㇑㇑᧗⢙䍘䎵䗷ᴰབྷ⎃ᓖ䲀٬Ⲵ䜘Ԧරࡇ㺘
Rosemount SPG
List of Rosemount SPG Parts with China RoHS Concentration above MCVs
䜘Ԧ〠
Part Name
ᴹᇣ⢙䍘䍘
/ Hazardous Substances
Lead
(Pb)
Mercury
(Hg)
Cadmium
(Cd)
Hexavalent
Chromium
(Cr +6)
Polybrominated
biphenyls
(PBB)
㚄㤟䟊
Polybrominated
diphenyl ethers
(PBDE)
⭥ᆀ㓴Ԧ
Electronics
Assembly
XO OOO O
༣փ㓴Ԧ
Housing
Assembly
OO OOO O
Րᝏಘ㓴Ԧ
Sensor
Assembly
XO OOO O
⭥⊐㓴Ԧ
Battery
Assembly
XO OOO O
ᵜ㺘Ṭ㌫ᦞ
SJ/T11364
Ⲵ㿴ᇊ㘼ࡦ
This table is proposed in accordance with the provision of SJ/T11364.
O:
Ѫ䈕䜘ԦⲴᡰᴹ൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿൷վҾ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
O: Indicate that said hazardous substance in all of the homogeneous materials for this part is below the limit requirement of
GB/T 26572.
X:
Ѫ൘䈕䜘Ԧᡰ֯⭘Ⲵᡰᴹ൷䍘ᶀᯉ䟼ˈ㠣ቁᴹа㊫൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿儈Ҿ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
X: Indicate that said hazardous substance contained in at least one of the homogeneous materials used for this part is above
the limit requirement of GB/T 26572.