Rosemount 928 draadloze gasmonitor Manuals & Guides [nl]

Page 1
Snelstartgids
00825-0111-4928, Rev AE
December 2019
Rosemount™ 928 draadloze gasmonitor
Geïntegreerde draadloze monitoring van gas
Page 2
Snelstartgids December 2019
Lees deze handleiding voordat u met dit product aan de slag gaat. Zorg dat u voor installatie, gebruik of onderhoud van dit product de inhoud van de handleiding volledig begrijpt. Dit is nodig om de persoonlijke veiligheid en de veiligheid van het systeem te garanderen en zorgt voor een optimale productprestatie.
Lees deze beknopte startgids voordat u met dit product aan de slag gaat.
LET OP
Deze gids bevat informatie over de configuratie en basisinstallatie van de Rosemount 1056. Hij bevat geen instructies voor diagnostiek, onderhoud, service, probleemoplossing, intrinsiek veilige (I.S.) installatie of bestelling. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 928 draadloze gasmonitor voor meer informatie.
De handleiding en deze gids zijn tevens in elektronische vorm beschikbaar op Emerson.com/
Rosemount.
LET OP
Lees dit document voordat u met het product aan de slag gaat. Zorg dat u vooraf aan installatie, gebruik of onderhoud van dit product de inhoud van de handleiding volledig begrijpt. Dit is nodig om de persoonlijke veiligheid en de veiligheid van het systeem te garanderen en zorgt voor een optimale productprestatie. De contactpersonen voor technische bijstand zijn hieronder weergegeven:
Customer Central
Vragen met betrekking tot technische ondersteuning, offertes en bestellingen. Verenigde Staten - 1-800-999-9307 (7:00 uur tot 19:00 uur CST) Azië-Pacific – 65 777 8211 Europa/Midden-Oosten/Afrika – 49 (8153) 9390
North American Response Center
Voor kwesties in verband met apparatuuronderhoud. 1-800-654-7768 (24 uur – inclusief Canada) Neem buiten deze gebieden contact op met uw lokale Emerson-vertegenwoordiger.
WAARSCHUWING
Explosies
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Zorg dat de installatie alleen door daartoe bevoegd personeel wordt verricht. Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke
plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Lees de Productcertificeringen voor beperkingen in verband met veilige installatie. Controleer voordat u een handheld communicatie-instrument aansluit in een explosiegevaarlijke
atmosfeer of de instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet­vonkende veldbedrading.
Controleer of de bedrijfsatmosfeer van de transmitter overeenstemt met de desbetreffende certificeringen voor explosiegevaarlijke omgevingen.
Wanneer een extern instrument aan de discrete uitgang van de Rosemount 1056 wordt gekoppeld in een explosiegevaarlijke omgeving, zorg er dan voor dat het externe instrument geïnstalleerd is volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedrading.
2 Emerson.com/Rosemount
Page 3
December 2019 Snelstartgids
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Elektrische schokken kunnen overlijden of ernstig letsel veroorzaken.
Wees uitermate voorzichtig wanneer u de draden en aansluitklemmen aanraakt. Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning
staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken. Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is uitsluitend
toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit instrument mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit instrument moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg
heeft dat het instrument op ongewenste wijze functioneert. Dit instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen
ten minste 8 in. (20 cm) bedraagt. Vervang de voedingsmodule zo snel mogelijk na het waarschuwingssignaal voor een lege batterij.
Indien dit niet tijdig gebeurt, zal het instrument stoppen met functioneren. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 gigaohm. Om elektrostatische
lading te voorkomen, de antenne niet schoon wrijven of reinigen met oplosmiddelen of een droge doek.
Vervanging van onderdelen kan de intrinsieke veiligheid aantasten.
WAARSCHUWING
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in de faciliteit gebruikte systemen.
Let op!
Nucleaire toepassingen
De in dit document beschreven producten zijn niet bedoeld voor gebruik in nucleaire toepassingen. Gebruik van voor nucleaire toepassingen ongeschikte producten voor toepassingen die hardware of producten met nucleaire kwalificatie vereisen, kan onjuiste meetwaarden opleveren.
Neem voor informatie over Rosemount-producten die geschikt zijn voor nucleaire toepassingen contact op met een vertegenwoordiger van Emerson.
Let op!
Installatieproblemen
De Rosemount 1056 en alle andere draadloze apparatuur mogen pas worden geïnstalleerd nadat de Wireless Gateway is geïnstalleerd en naar behoren functioneert. Houd bij het inschakelen van de draadloze apparatuur de volgorde aan die wordt bepaald door de afstand tot de Wireless Gateway, te beginnen met het instrument dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen.
Snelstartgids 3
Page 4
Snelstartgids December 2019
Let op!
Aandachtspunten in verband met vervoer van draadloze producten
Ook als de cellen ontladen zijn, blijven de batterijen een risico vormen.
Het instrument wordt zonder geïnstalleerde voedingsmodule geleverd. Verwijder de voedingsmodule voordat u de eenheid vervoert.
Elke voedingsmodule bevat twee primaire lithiumbatterijen van formaat "C". Het vervoer van primaire lithiumbatterijen valt onder de regelgeving van het Amerikaanse Department of Transportation en die van de IATA (International Air Transport Association), de ICAO (International Civil Aviation Organization) en het ADR (Europees verdrag inzake het transport over land van gevaarlijke goederen). Het is de verantwoordelijkheid van de transporteur om deze en eventuele andere plaatselijke voorschriften na te leven. Raadpleeg vóór verzending de geldende regels en voorschriften.
De voedingsmodule van de draadloze unit bevat twee primaire lithium-thionylchloridebatterijen van formaat "C". Elke batterij bevat ongeveer 2,5 gram lithium, dus in totaal 5 gram per pakket. Onder normale omstandigheden blijven de batterijmaterialen omsloten en gaan ze geen reacties aan zolang de batterijen en het pakket intact blijven. Wees voorzichtig om thermische, elektrische en mechanische schade te voorkomen. Bescherm de contacten om voortijdige ontlading te voorkomen.
Voedingsmodules moeten worden opgeslagen in een schone en droge omgeving. Voor een maximale levensduur van de batterij mag de opslagtemperatuur niet hoger zijn dan 86 °F (30 °C).
De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan één gigaohm en moet correct worden geïnstalleerd in de behuizing van het draadloze instrument. Tijdens vervoer naar en vanaf het installatiepunt moet het ontstaan van een elektrostatische lading worden voorkomen.
Inhoudsopgave
Overzicht..................................................................................................................................... 5
De sensor installeren.................................................................................................................... 7
Het installeren van de voedingsmodule......................................................................................10
Werkbankconfiguratie............................................................................................................... 12
Begeleide setup..........................................................................................................................15
De sensor kalibreren...................................................................................................................48
Handmatige setup..................................................................................................................... 74
Overwegingen met betrekking tot draadloze instrumenten.......................................................94
Elektrisch................................................................................................................................... 98
De bedrijfsomgeving controleren...............................................................................................99
De transmitter installeren........................................................................................................ 100
De draadloze netwerkcommunicatie controleren.................................................................... 104
Werking controleren................................................................................................................ 110
Elektrische verbindingen voor externe alarminstrumenten...................................................... 113
Productcertificeringen............................................................................................................. 117
Verklaring van overeenstemming............................................................................................ 122
4 Emerson.com/Rosemount
Page 5
December 2019 Snelstartgids

1 Overzicht

De Rosemount™ 1056 draadloze gasmonitor kan worden gebruikt met de Rosemount 628 Series sensormodules. De Rosemount™ 1056 kan worden gebruikt met de Rosemount 928 draadloze gasmonitor.
De sensor kan zonder gereedschap in zijn geheel in de transmitter geplaatst worden. Maak de elektrische aansluitingen nadat de sensormodule geheel aanligt in de transmitterbehuizing.
Opmerking
Gebruik de Rosemount 1056 alleen in combinatie met de Rosemount 928 transmitter.
Let op!
De IP-filter (Ingress Protection - beschermingsgraad) moet geïnstalleerd zijn.
Als de IP-filter niet geïnstalleerd is, kan de sensor in de Rosemount 628 beschadigd raken.
Gebruik de transmitter niet zonder dat de juiste IP-filter in de sensormodule geïnstalleerd is.
Controleer bij installatie van de IP-filter of de pakking van de IP-filter geplaatst is, goed is uitgelijnd en het witte filtermedium niet blokkeert. Zie Figuur 1-1.
Zorg dat u het filtermedium niet aanraakt tijdens het hanteren van de IP­filter.
Controleer of de drie poten helemaal vergrendeld zijn door elke poot van de IP-filter omhoog te duwen.
Zorg dat er geen water in de IP-filter binnendringt. Probeer niet om de IP-filter te reinigen. Spoel de IP-filter niet met water en spuit er geen water op. Dompel de IP-filter niet onder in water.
Snelstartgids 5
Page 6
Snelstartgids December 2019
Figuur 1-1: IP-filter
A. Behuizing IP-filter B. Pakking IP-filter C. Filtermedium
6 Emerson.com/Rosemount
Page 7
December 2019 Snelstartgids

2 De sensor installeren

De sensor wordt met behulp van een strak passende afdichting en klemverbindingen op zijn plaats gehouden. De sensor wordt op de transmitter bevestigd met twee borglipjes die in het onderste deel van de behuizing passen, zoals hieronder afgebeeld. De afdichting tussen de transmitterbehuizing en de sensor is zodanig ontworpen dat er een strakke luchtdichte afdichting wordt verkregen als de twee constructies goed op elkaar zijn geïnstalleerd.
Procedure
1. Haal de sensor uit de verpakking.
2. Als u voor de eerste keer een sensor op de transmitter installeert, moet de plastic beschermdop worden verwijderd uit de sensormodulebehuizing onder aan de transmitter.
3. De sensor heeft een montagelip die voorkomt dat de sensor in de transmitterbehuizing kan worden gedrukt als hij niet goed is uitgelijnd. Zorg dat de montagelip goed uitgelijnd is door deze op zijn plaats te draaien voordat u de module in de transmitter installeert.
4. Schuif de sensormodule omhoog in de behuizing van de transmitter tot deze helemaal op zijn plaats zit.
Snelstartgids 7
Page 8
Snelstartgids December 2019
Figuur 2-1: De sensor in de transmitter aanbrengen
A. Behuizing Rosemount 928 transmitter B. Rosemount 628 universele gassensor C. Borglipjes
5. Zorg voor een goede vergrendeling en afdichting door de module omhoog te drukken totdat de twee borglipjes op hun plaats zijn gevallen. Druk de borglipjes van onderen aan nadat ze zijn geplaatst.
6. Wacht tot de transmitter is opgewarmd voordat u verder gaat. Raadpleeg onderstaande tabel voor de maximale opwarmtijd voor de
verschillende soorten gas. Tijdens de opwarmperiode zijn de weergegeven waarden, waarschuwingen en gasconcentraties geen werkelijke meetwaarden: de waarden worden niet verzonden.
Soort gas
Waterstofsulfide (H2S) Een minuut
Zuurstof (O2) Zeven minuten
Koolmonoxide (CO) Een minuut
8 Emerson.com/Rosemount
Maximale opwarmperiode
Page 9
December 2019 Snelstartgids
Volgende stappen
Om de sensor te verwijderen drukt u de borglipjes in en trekt u deze omlaag totdat hij uit behuizing van de transmitter loskomt.
Snelstartgids 9
Page 10
Snelstartgids December 2019

3 Het installeren van de voedingsmodule

Voor de configuratie moet de sensor in een goed werkende transmitter geïnstalleerd zijn. De transmitter wordt gevoed door de Emerson 701 SmartPower™-module - Zwart. Doe het volgende om de module op de transmitter aan te sluiten:
Procedure
1. Verwijder het behuizingsdeksel aan de achterkant.
A. Behuizingsdeksel achterkant
2. Sluit de Emerson 701 SmartPower Module - Zwart aan.
10 Emerson.com/Rosemount
Page 11
December 2019 Snelstartgids
3. Controleer de verbinding op het lcd-display.
4. Plaats het behuizingsdeksel aan de achterkant terug en zet dit helemaal vast.
5. Wacht totdat de transmitter is opgewarmd voordat u verder gaat. Zie Tabel 3-1 voor de maximale opwarmtijd voor de verschillende
soorten gas. Tijdens de opwarmperiode zijn de weergegeven waarden, waarschuwingen en gasconcentraties geen werkelijke meetwaarden: de waarden worden niet verzonden.
Tabel 3-1: Maximale opwarmperioden
Soort gas Maximale opwarmperiode
Waterstofsulfide (H2S) Een minuut
Zuurstof (O2) Zeven minuten
Koolmonoxide (CO) Een minuut
Snelstartgids 11
Page 12
Snelstartgids December 2019

4 Werkbankconfiguratie

Voor de configuratie moet de sensor in een goed werkende transmitter geïnstalleerd zijn. De transmitter ontvangt eventuele HART®-communicatie via een handheld veldcommunicator of van een AMS Wireless Configurator.
Verwijder het deksel op de achterkant van de behuizing om toegang te verkrijgen tot het aansluitklemmenblok en de HART communicatie­aansluitpunten; sluit vervolgens de voedingsmodule aan voor voeding van het instrument tijdens de configuratie.

4.1 Werkbankconfiguratie met een veldcommunicator

Voor HART®-communicatie hebt u een DD (device description, instrumentomschrijving) voor de transmitter nodig.
Zie Begeleide setup voor informatie over het maken van verbinding met de transmitter met behulp van een handheld communicatie-instrument. Ga voor de meest recente DD naar EmersonProcess.com/DeviceFiles en vervolgens naar de Emerson internetpagina voor uw handheld instrument.
Procedure
1. Selecteer op het scherm Home (start) Configure (configureren).
2. Doe nu een van de volgende dingen:
Selecteer op het scherm Configure (configureren) Guided Setup
(begeleide setup) om de aanvankelijke configuratie-instellingen te verifiëren of te wijzigen. Zie Begeleide setup. Raadpleeg de paragrafen over de veldcommunicator voor de diverse configuratietaken.
Selecteer op het scherm Configure (configureren) Manual Setup
(manuele setup) om alle configuratie-instellingen te verifiëren of te wijzigen, inclusief optionele, geavanceerde instellingen. Zie
Handmatige setup.Raadpleeg het onderdeel Handmatige setup in
de naslaghandleiding van de Rosemount 928 draadloze gasmonitor. Raadpleeg de paragrafen over de veldcommunicator voor de diverse configuratietaken.
3. Selecteer als u klaar bent Send (verzenden) om de configuratiewijzigingen te implementeren.
4. Nadat de configuratie is voltooid, haalt u de HART­communicatiedraden los van de COMM-klemmen op het aansluitklemmenblok en plaatst u het deksel terug op de achterkant van de behuizing.
12 Emerson.com/Rosemount
Page 13
December 2019 Snelstartgids

4.2 Werkbankconfiguratie met AMS Wireless Configurator

Met behulp van AMS Wireless Configurator kunt u direct, via een HART®­modem of via een Wireless Gateway, verbinding maken met instrumenten.
Procedure
1. Selecteer in het deelvenster AMS Device Manager het HART-modem.
2. Selecteer in het deelvenster AMS Device Explorer het HART Modem 1.
3. Dubbelklik op het instrumentpictogram in het instrumentvenster.
4. Selecteer Configure (configureren).
5. Doe in het deelvenster Configure (configureren) nu een van de volgende dingen:
Selecteer Guided Setup (begeleide setup) om de aanvankelijke
configuratie-instellingen te verifiëren of te wijzigen. Zie
Begeleide setup. Raadpleeg de paragrafen over AMS Wireless
Configurator voor de diverse configuratietaken.
Selecteer Manual Setup (manuele setup) om alle configuratie-
instellingen te verifiëren of te wijzigen, inclusief optionele, geavanceerde instellingen. Zie Handmatige setup. Raadpleeg het onderdeel Handmatige setup in de naslaghandleiding van de Rosemount 928 draadloze gasmonitor. Raadpleeg de paragrafen
Snelstartgids 13
Page 14
Snelstartgids December 2019
over AMS Wireless Configurator voor de diverse configuratietaken.
6. Selecteer als u klaar bent Send (verzenden) om de configuratiewijzigingen te implementeren.
14 Emerson.com/Rosemount
Page 15
December 2019 Snelstartgids

5 Begeleide setup

De begeleide setup bevat de instellingen voor de basisconfiguratie. De menu's van de Guided Setup (begeleide setup) zijn handig voor de eerste configuratie.
Opmerking
Emerson heeft de configuratieprocedures voor begeleide setup met een veldcommunicator ontwikkeld met behulp van de AMS Trex™ Device Communicator. De menu's zijn identiek aan die op andere veldcommunicators maar worden doorlopen via touchscreens in plaats van sneltoetscombinaties. Raadpleeg de handleiding van uw handheld communicatie-instrument voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Explosies
Maak geen aansluitingen op de COMM-klemmen in een explosiegevaarlijke atmosfeer.
Procedure
1. Verwijder de behuizing aan de achterkant.
2. Sluit de HART®-communicatiedraden aan op de HART-klemmen op de handheld communicator.
3. Sluit de HART-communicatiedraden aan op de COMM-klemmen op het aansluitklemmenblok van de transmitter.
Snelstartgids 15
Page 16
Snelstartgids December 2019
A. COMM-klem + B. COMM-klem -
4. Sluit de HART-communicatiedraden aan op de COMM-klemmen op het aansluitklemmenblok van de transmitter (A en B).
A. COMM-klem + B. COMM-klem -
16 Emerson.com/Rosemount
Page 17
December 2019 Snelstartgids
5. Zet het handheld communicatie-instrument aan. Open zo nodig de HART-toepassing van de veldcommunicator op uw handheld instrument om de HART-communicatie tot stand te brengen.
Raadpleeg de handleiding van uw handheld communicatie­instrument voor meer informatie.
6. Selecteer op het scherm Overview (overzicht) Configure (configureren).
7. Selecteer op het scherm Configure (configureren) de optie Guided Setup (begeleide setup).
Snelstartgids 17
Page 18
Snelstartgids December 2019
Volgende stappen
Zie Basisinstellingen t/m Het configureren van proceswaarschuwingen.

5.1 Basisinstellingen

5.1.1 Basisinstellingen met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Guided Setup (begeleide setup) Basic Setup (basisinstellingen).
2. Selecteer op het scherm Device Information (instrumentgegevens) een van de volgende opties en configureer naar wens. Ga anders verder naar Stap 3.
18 Emerson.com/Rosemount
Page 19
December 2019 Snelstartgids
Long Tag (lange tag): Voer een identificatiecode voor het
instrument van maximaal 32 tekens in via het virtuele toetsenblok. Het veld Long tag (lange tag) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Tag: Voer een identificatiecode voor het instrument van
maximaal acht hoofdletters en cijfers in via het virtuele toetsenblok. Het veld Tag is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Snelstartgids 19
Page 20
Snelstartgids December 2019
Descriptor (omschrijving): Voer een omschrijving in van het
instrument met een lengte van maximaal 16 letters, cijfers en speciale tekens. Het veld Descriptor (omschrijving) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Message (bericht): Voer een bericht met een lengte van
maximaal 32 letters, cijfers en speciale tekens in. Het veld Message (bericht) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten; het vak kan voor elk gewenst doel worden gebruikt.
20 Emerson.com/Rosemount
Page 21
December 2019 Snelstartgids
3. Selecteer op het scherm Device Information (instrumentgegevens) Next (volgende).
Snelstartgids 21
Page 22
Snelstartgids December 2019
4. Selecteer op het scherm Basic Setup (basisinstellingen) OK om de basisinstellingen te bevestigen.

5.1.2 Basisinstellingen met AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Guided Setup (begeleide setup), in het veld Initial Setup (initiële setup) Basic Setup (basisinstelling).
22 Emerson.com/Rosemount
Page 23
December 2019 Snelstartgids
2. Op het scherm Device Information (instrumentgegevens) kunt u de volgende opties naar wens configureren. Ga anders verder naar
Stap 3.
Long Tag (lange tag): Voer een identificatiecode voor het
instrument van maximaal 32 tekens in via het virtuele toetsenblok. Het veld Long tag (lange tag) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Tag: Voer een identificatiecode voor het instrument van
maximaal acht hoofdletters en cijfers in via het virtuele toetsenblok. Het veld Tag is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Descriptor (omschrijving): Voer een omschrijving van het
instrument met een lengte van maximaal 16 letters, cijfers en speciale tekens in. Het veld Descriptor (omschrijving) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Message (bericht): Voer een bericht met een lengte van
maximaal 32 letters, cijfers en speciale tekens in. Het veld Message (bericht) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten; het vak kan voor elk gewenst doel worden gebruikt.
Snelstartgids 23
Page 24
Snelstartgids December 2019
3. Selecteer op het scherm Basic Setup (basisinstallatie) Next (volgende).
4. Selecteer Finish (voltooien).

5.2 De transmitter verbinden met een draadloos netwerk

Om met de Wireless Gateway en met het hostsysteem te kunnen communiceren, moet u het draadloos netwerk gebruiken om de transmitter te configureren.
Dit proces is het draadloze equivalent van het aansluiten van draden vanaf een transmitter op het hostsysteem. Voer via een veldcommunicator of AMS Wireless Configurator de Network ID (netwerkidentificatiecode) en Join Key (join-sleutel) in overeenkomstig de netwerk-ID en join-sleutel van de Wireless Gateway en van andere instrumenten in het netwerk. Als de netwerk-ID en de join-sleutel niet identiek zijn, kan de transmitter niet met het netwerk communiceren. De netwerk-ID en join-sleutel kunnen worden opgehaald via de Wireless Gateway op de pagina Setup (setup) Network (netwerk) Settings (instellingen) op de webserver.
Opmerking
De tijdsduur voor verbinding van het/de nieuwe instrument(en) met het netwerk is afhankelijk van het aantal te verbinden instrumenten en van het aantal verbonden instrumenten in het huidige netwerk. Eén instrument verbinden met een bestaand netwerk met meerdere instrumenten kan tot vijf minuten in beslag nemen. Het kan tot wel 60 minuten duren om meerdere nieuwe instrumenten te verbinden met een bestaand netwerk.
24 Emerson.com/Rosemount
Page 25
December 2019 Snelstartgids

5.2.1 Het verbinden met een draadloos netwerk met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer in het scherm Guided Setup (begeleide setup) Join to Network (met netwerk verbinden).
2. Gebruik in het scherm Join to Network (met netwerk verbinden) het numerieke toetsenblok om de WirelessHART®-netwerk-ID in te voeren.
De netwerk-ID moet overeenkomen met de netwerk-ID van de Wireless Gateway. Raadpleeg de pagina System Settings
(systeeminstellingen) Network (netwerk) Network Settings (netwerkinstellingen) in de webgebaseerde gebruikersinterface van
de Wireless Gateway voor het vinden van de netwerk-ID.
Snelstartgids 25
Page 26
Snelstartgids December 2019
3. Selecteer OK.
4. Gebruik in het scherm Join Key (join-sleutel) het hexadecimale toetsenblok om het eerste deel van de join-sleutel in te voeren.
De join-sleutel moet overeenkomen met de join-sleutel van de Wireless Gateway. Raadpleeg de pagina System Settings
(systeeminstellingen) Network (netwerk) Network Settings (netwerkinstellingen) in de webgebaseerde gebruikersinterface van
de Wireless Gateway voor het vinden van de join-sleutel.
5. Selecteer OK.
26 Emerson.com/Rosemount
Page 27
December 2019 Snelstartgids
6. Herhaal Stap 4 en Stap 5 voor deel 2 - 4 van de join-sleutel.
7. Herhaal Stap 4 en Stap 5 voor de configuratie van de resterende sleutels om verbinding te maken met de Wireless Gateway.

5.2.2 Het verbinden met een draadloos netwerk via de AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op de tab Guided Setup (Begeleide setup), in het veld Wireless (Draadloos) de optie Join Device to Network (Instrument verbinden
met netwerk).
Snelstartgids 27
Page 28
Snelstartgids December 2019
2. Voer in het venster Join Device to Network (Instrument verbinden met netwerk) de netwerk-ID en de join-sleutel in.
3. Selecteer Next (Volgende).
4. Volg de stappen in de wizard om de netwerkconfiguratie te voltooien.
5.3
28 Emerson.com/Rosemount

Aandachtspunten voor vernieuwingsfrequentie

Evalueer voordat u de draadloze vernieuwingsfrequentie voor uw draadloze instrumenten configureert, de veiligheidskwesties, de omstandigheden en het draadloze netwerk van uw faciliteiten om een vernieuwingsfrequentie te kunnen selecteren die voldoet aan uw behoeften.
Neem wanneer u de vernieuwingsfrequentie kiest de waarschijnlijkheid van vrijgave van toxisch gas, de ernst van mogelijke gasconcentratie die kan worden vrijgegeven en of het instrument zich bevindt in een bewoond gebied mee in uw overwegingen. De standaard vernieuwingsfrequentie is acht seconden en is geschikt voor de meeste toepassingen. U kunt een hogere vernieuwingsfrequentie kiezen indien gewenst. Een lagere vernieuwingsfrequentie verlengt de levensduur van de voedingsmodule van de transmitter en optimaliseert de Wireless Gateway-instrumentcapaciteit.
Neem de snelheid waarmee u geïnformeerd wilt worden over een gevaarlijke situatie met toxisch gas in overweging. Emerson raadt af om enkel te rapporteren bij uitzonderingen voor de Rosemount 928 draadloze gasmonitors of de Emerson Wireless Gateways omwille van het mogelijk omgekeerd effect op de capaciteit van de Wireless Gateway en de
Page 29
December 2019 Snelstartgids
netwerkintegriteit. Selecteer daarom een vernieuwingsfrequentie voor alle draadloze gasmonitors die overeenstemt met de veiligheidsbehoeften van uw faciliteit maar die de capaciteit van de Wireless Gateway of uw draadloos netwerk niet overschrijdt.
Opmerking
De geconfigureerde draadloze vernieuwingsfrequentie heeft geen gevolgen voor de vernieuwingsfrequenties van de lcd-display en van de optionele alarmen (indien geïnstalleerd).

5.3.1 Het configureren van de vernieuwingsfrequentie met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Guided Setup (begeleide setup) Configure Update Rate (vernieuwingsfrequentie configureren).
2. Doe in het scherm Configure Update Rate (vernieuwingsfrequentie configureren) een van de volgende dingen:
a. Selecteer een vernieuwingsfrequentie uit de lijst voor een
vernieuwingsfrequentie tussen 1 en 60 seconden.
b. Selecteer OK.
Snelstartgids 29
Page 30
Snelstartgids December 2019
a. Selecteer 61-3600 seconds (61-3600 seconden) in de lijst
voor vernieuwingsfrequenties die langer dan 60 seconden zijn.
b. Voer een vernieuwingsfrequentie in aantal seconden in.
Bijvoorbeeld 1800 seconden voor 30 minuten.
30 Emerson.com/Rosemount
Page 31
December 2019 Snelstartgids
c. Selecteer OK.
Snelstartgids 31
Page 32
Snelstartgids December 2019
3. Selecteer in het scherm Emerson Wireless Gateway Optimizations
(optimalisaties Wireless Gateway) Yes - Enable Optimizations (Ja - Optimalisaties inschakelen) om de draadloze optimalisaties op te slaan en te gebruiken of selecteer No - Disable Optimizations (Nee ­Optimalisaties uitschakelen) om draadloze optimalisaties te
weigeren.
Opmerking
Wireless Gateway- optimalisaties combineren procesmetingen en diagnostische instrumentberichten van veldinstrumenten naar de Wireless Gateway, wat netwerkbandbreedte bespaart. Als u geen gebruik maakt van optimalisaties, heeft u meer berichtpakketten nodig om dezelfde hoeveelheid informatie te kunnen ontvangen. Emerson raadt aan om Wireless Gateway- optimalisaties in te schakelen tenzij deze niet compatibel zijn met de Wireless Gateway.
4. Selecteer OK.
5. Selecteer op het scherm Configure Update Rate (vernieuwingsfrequentie configureren) OK om de configuratie van de vernieuwingsfrequentie te bevestigen.
32 Emerson.com/Rosemount
Page 33
December 2019 Snelstartgids

5.3.2 Het configureren van de vernieuwingsfrequentie met AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer in het scherm Guided Setup (begeleide setup), in het veld Wireless (draadloos) Configure Update Rate (vernieuwingsfrequentie configureren) om de frequentie te configureren waarmee het instrument metingen en diagnostische gegevens rapporteert.
2. Doe in het scherm Configure Update Rate (vernieuwingsfrequentie configureren) een van de volgende dingen:
a. Selecteer een vernieuwingsfrequentie tussen 1 en 60
seconden uit de lijst.
b. Selecteer Next (volgende).
Snelstartgids 33
Page 34
Snelstartgids December 2019
a. Selecteer 61-3600 in de lijst.
b. Voer het aantal seconden voor een
vernieuwingsfrequentie in tussen 61 seconden en 60 minuten. Bijvoorbeeld 1800 seconden voor 30 minuten.
34 Emerson.com/Rosemount
Page 35
December 2019 Snelstartgids
c. Selecteer Next (volgende).
3. Selecteer in het scherm Wireless Gateway Optimizations
(optimalisaties Wireless Gateway) Yes - Enable Optimizations (Ja - Optimalisaties inschakelen) om de draadloze optimalisaties op te slaan en te gebruiken of selecteer No - Disable Optimizations (Nee ­Optimalisaties uitschakelen) om draadloze optimalisaties te
weigeren.
Opmerking
Wireless Gateway- optimalisaties combineren procesmetingen en diagnostische instrumentberichten van veldinstrumenten naar de Wireless Gateway, wat netwerkbandbreedte bespaart. Als u geen gebruik maakt van optimalisaties, heeft u meer berichtpakketten nodig om dezelfde hoeveelheid informatie te kunnen ontvangen. Emerson raadt aan om Wireless Gateway- optimalisaties in te schakelen tenzij deze niet compatibel zijn met de Wireless Gateway.
Snelstartgids 35
Page 36
Snelstartgids December 2019
4. Selecteer Next (volgende).
5. Selecteer Next (volgende) en selecteer daarna Finish (voltooien) om de configuratie van de vernieuwingsfrequentie op te slaan.

5.4 Het configureren van de weergavemodus van het instrument

De weergavemodus van het instrument bepaalt of en hoe vaak het LCD­beeldscherm wordt ingeschakeld om vensters met geselecteerde dynamische variabelen weer te geven. Het uitschakelen van de weergavemodus of het selecteren van een minder frequente weergavemodus verlengt de levensduur van de voedingsmodule.

5.4.1 Het configureren van de weergavemodus van het instrument met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Guided Setup (begeleide setup) Configure Device Display (display instrument configureren).
36 Emerson.com/Rosemount
Page 37
December 2019 Snelstartgids
Snelstartgids 37
Page 38
Snelstartgids December 2019
2. Selecteer op het scherm Device Display Options (opties instrumentdisplay) een van de volgende opties voor de weergavemodus.
Disabled (uitgeschakeld): Het display is uitgeschakeld. Dit is
handig wanneer het display lokaal nooit zal worden bekeken.
On Demand (op aanvraag): Het display is ingeschakeld wanneer
de gasmonitor verbonden is met een handheld communicatie­instrument of wanneer deze een signaal ontvangt van zijn Wireless Gateway.
Periodic (periodiek): Het display is enkel ingeschakeld bij updates
volgens de geconfigureerde vernieuwingsfrequentie.
High Availability (hoge beschikbaarheid): Het display is altijd
ingeschakeld ongeacht de geconfigureerde vernieuwingsfrequentie. Dit is de standaardoptie voor de weergavemodus.
3. Selecteer OK om de geselecteerde opties voor het display van het instrument op te slaan.
Opmerking
Wanneer een handheld communicatie-instrument verbonden is met de transmitter, staat de lcd-display in de modus High Availability (hoge beschikbaarheid). Het selecteren en bevestigen van de opties On Demand (op aanvraag) of Periodic (periodiek) wordt pas na ongeveer vijf minuten nadat het handheld communicatie-instrument werd losgekoppeld van kracht. Het selecteren en weergeven in de modus Disabled (uitgeschakeld) wordt onmiddellijk van kracht.
38 Emerson.com/Rosemount
Page 39
December 2019 Snelstartgids

5.4.2 Het configureren van de weergavemodus van het instrument met AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op de tab Guided Setup (Begeleide setup), in het veld Optional Setup (Optionele setup) de optie Configure Device Display (display instrument configureren).
2. Selecteer een van de volgende opties voor de weergavemodus:
Disabled (uitgeschakeld): Het display is uitgeschakeld. Dit is
handig wanneer het display lokaal nooit zal worden bekeken.
On Demand (op aanvraag): Het display is ingeschakeld wanneer
de gasmonitor verbonden is met een handheld communicatie­instrument of wanneer deze een signaal ontvangt van zijn Wireless Gateway.
Periodic (periodiek): Het display is enkel ingeschakeld bij updates
volgens de geconfigureerde vernieuwingsfrequentie.
High Availability (hoge beschikbaarheid): Het display is altijd
ingeschakeld ongeacht de geconfigureerde vernieuwingsfrequentie. Dit is de standaardoptie voor de weergavemodus.
3. Volg de stappen in de wizard om de weergavemodus van het instrument te configureren.
Snelstartgids 39
Page 40
Snelstartgids December 2019

5.5 Het configureren van proceswaarschuwingen

Met proceswaarschuwingen kunt u het instrument instellen om een HART®­bericht te zenden zodra het geconfigureerde datapunt wordt overschreden. Waarschuwingen blijven actief als de ingestelde punten zijn overschreden en de waarschuwingsmodus ON is. Proceswaarschuwingen worden weergegeven op een handheld communicatie-instrument, op het statusscherm van de AMS Device Manager, op de webinterface van de Wireless Gateway, op hostsystemen waarmee de Wireless Gateway communiceert en in het onderdeel met foutmeldingen op het lcd-display (indien zo geconfigureerd). Schakel proceswaarschuwingen uit wanneer de Rosemount 1056 niet verbonden is met een draadloos netwerk.
De gasconcentratie kan vergrendeld worden. Als u Latch Concentration Alarms (gasconcentratiewaarschuwingen vergrendelen) selecteert, is de waarschuwingsuitgang vergrendeld totdat de waarschuwing handmatig wordt verwijderd. U kunt een vergrendeld gasconcentratie-alarm handmatig resetten door de voedingsmodule te verwijderen en opnieuw te installeren. Raadpleeg de paragraaf De voedingsmodule verwijderen in de
naslaghandleiding voor de Rosemount 928 draadloze gasmonitor en
raadpleeg Het installeren van de voedingsmodule. Vergrendelde alarmen blijven niet vergrendeld na een reset van het instrument of een storing van de voedingsmodule.
U kunt een vergrendeld gasconcentratiealarm resetten met een veldcommunicator of AMS Wireless Configurator. Raadpleeg Het resetten
van vergrendelde alarmen voor informatie over het verwijderen van
vergrendelde lokale alarmen.Ga naar de paragraaf Verwijderen van vergrendelde alarmen in de naslaghandleiding voor informatie over het verwijderen van vergrendelde alarmen. Als u Not Latched (niet vergrendeld) selecteert, wordt het gasconcentratie- alarm automatisch verwijderd zodra het gasconcentratieniveau onder de aangegeven hoge concentratiedrempel daalt.
U kunt vergrendelde alarmen eveneens verwijderen via een alarmreset, door de voedingsmodule te verwijderen en opnieuw te installeren. Zie De
voedingsmodule verwijderen en Het installeren van de voedingsmodule.
Vergrendelde alarmen blijven niet vergrendeld na een reset van het instrument of een storing van de voedingsmodule.
Het wissen van de alarmgeschiedenis verwijdert de procesalarmgeschiedenis voor andere alarmen, maar verwijdert niet de vergrendelde gasconcentratiealarmen. Raadpleeg Het resetten van de
geschiedenis van procesalarmen.Raadpleeg de paragraaf Verwijderen van
procesalarmgeschiedenis in de naslaghandleiding. U kunt de alarmgeschiedenis opvragen voor andere procesalarmen om na te gaan of deze actief waren.
40 Emerson.com/Rosemount
Page 41
December 2019 Snelstartgids

5.5.1 Het configureren van proceswaarschuwingen met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Guided Setup (begeleide setup) Configure Process Alerts (proceswaarschuwingen configureren).
2. Selecteer op het scherm Process Alerts (proceswaarschuwingen) de proceswaarschuwing die geconfigureerd moet worden.
3. Selecteer Mode (modus) op het scherm met de geselecteerde proceswaarschuwing.
Snelstartgids 41
Page 42
Snelstartgids December 2019
4. Selecteer op het scherm Mode (modus) Enabled (ingeschakeld).
5. Selecteer OK.
42 Emerson.com/Rosemount
Page 43
December 2019 Snelstartgids
6. Selecteer Alert Limit (waarschuwingslimiet) op het scherm met de geselecteerde proceswaarschuwing.
7. Gebruik op het scherm Alert Limit (waarschuwingslimiet) het numerieke toetsenblok om een waarschuwingslimiet in te voeren voor de geselecteerde proceswaarschuwing op basis van uw behoeften en de lokale regelgeving.
8. Selecteer OK.
Snelstartgids 43
Page 44
Snelstartgids December 2019
9. Selecteer Next (volgende) op het scherm met de geselecteerde proceswaarschuwing.
10. Selecteer op het scherm
Configure Process Alerts
(proceswaarschuwingen configureren) OK om de configuratie van de
proceswaarschuwingen te bevestigen.
11. Herhaal Stap 2 tot en met Stap 10 zo nodig om bijkomende proceswaarschuwingen te configureren.
12. Nadat de configuratie is voltooid, haalt u de HART
®
communicatiedraden los van de COMM-klemmen op het
44 Emerson.com/Rosemount
Page 45
December 2019 Snelstartgids
aansluitklemmenblok en plaatst u het deksel terug op de achterkant van de behuizing.

5.5.2 Het configureren van proceswaarschuwingen met AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op de tab Guided Setup (begeleide setup), in het veld Optional Setup (optionele setup) Configure Process Alerts (proceswaarschuwingen configureren).
Het scherm Process Alerts (proceswaarschuwingen) wordt weergegeven.
2. Selecteer in de lijst Mode (modus), in het veld HI-HI Alarm Enabled (ingeschakeld) om de waarschuwing in te schakelen.
Snelstartgids 45
Page 46
Snelstartgids December 2019
3. Voer in het veld Alert Limit (waarschuwingslimiet) een waarschuwingslimiet in voor de geselecteerde proceswaarschuwing op basis van uw behoeften en de lokale regelgeving.
4. Herhaal indien nodig Stap 2 en Stap 3 voor de configuratie van de proceswaarschuwing voor Hoog Alarm.
5. Selecteer Next (volgende).
46 Emerson.com/Rosemount
Page 47
December 2019 Snelstartgids
6. Selecteer Next (volgende) om de configuratie van de proceswaarschuwing te voltooien.
7. Selecteer
Finish (voltooien).
Snelstartgids 47
Page 48
Snelstartgids December 2019

6 De sensor kalibreren

Door de sensor te kalibreren zorgt u dat de analoge, digitale en discrete outputs de door de module gemeten doelgasconcentraties juist weergeven. Hoewel Emerson het instrument in de fabriek heeft gekalibreerd, moet het in de volgende gevallen worden gekalibreerd om een nauwkeurige en juiste werking te verzekeren:
Tijdens installatie.
Ten minste om de 180 dagen gedurende de gehele levensduur van het
instrument.
Bij het vervangen van de sensor.
De Rosemount 628 universele gassensor is een 'intelligente' sensor. Dit betekent dat de eigen kalibratiegegevens in het instrument worden opgeslagen. Hij moet worden verbonden met een transmitter om de kalibratie te verrichten, maar de kalibratie-instellingen worden in de sensor opgeslagen en niet in de transmitter. U kunt de sensor uit een transmitter verwijderen en op een andere transmitter installeren zonder dat dit gevolgen heeft voor de kalibratie.
Let op!
Als u kalibreert in een winderige omgeving (windsnelheid van meer dan vijf mph), gebruik dan een kalibratiekop om de precisie van de kalibratie te garanderen.
Opmerking
Er is geen conventionele kalibratiecup nodig voor kalibratie van de sensor. Sluit de kalibratieleiding (pvc-buis, 3/16-inch ID, 5/16-inch OD) rechtstreeks aan op de aansluiting op de IP-filtereenheid (onderdeelnr. 00628-9000-0001).
6.1
48 Emerson.com/Rosemount

Kalibratie met een veldcommunicator

Opmerking
Emerson heeft de configuratieprocedures voor begeleide setup met een veldcommunicator in deze handleiding ontwikkeld met behulp van de Emerson AMS Trex Device Communicator. De menu's zijn identiek aan die op andere veldcommunicators maar worden doorlopen via touchscreens in plaats van sneltoetscombinaties. Raadpleeg de handleiding van uw handheld communicatie-instrument voor meer informatie.
Page 49
A
B
December 2019 Snelstartgids
WAARSCHUWING
Explosies
Maak geen aansluitingen op de COMM-klemmen in een explosiegevaarlijke atmosfeer.
Procedure
1. Sluit de HART®-communicatiedraden van de HART-klemmen op de veldcommunicator aan op de COMM-klemmen op het aansluitklemmenblok van de transmitter.
A. COMM-klem + B. COMM-klem -
2. Breng de communicatie tussen de transmitter en de veldcommunicator tot stand.
3. Selecteer op het scherm Home de optie Configure (configureren).
Snelstartgids 49
Page 50
Snelstartgids December 2019
4. Selecteer op het scherm Configure (configureren) de optie Guided Setup (begeleide setup).
5. Selecteer op het scherm Guided Setup (begeleide setup) de optie Calibrate Sensor (sensor kalibreren).
50 Emerson.com/Rosemount
Page 51
December 2019 Snelstartgids
6. Selecteer OK om de huidige datum als kalibratiedatum te gebruiken en verder te gaan.
Snelstartgids 51
Page 52
Snelstartgids December 2019
7. Bevestig de waarschuwing. Koppel de meetkring zo nodig los van de automatische regeling.
Opmerking
Bij het kalibreren van een O2 sensor is het meestal niet mogelijk om een werkelijk nulpunt te hanteren voor de onderste grenswaarde; de sensor moet worden gekalibreerd op een bekend lage waarde voor zuurstofpercentage (zoals 15 procent zuurstofgehalte volgens volume) om de sensor op "nul" te kalibreren, zoals beschreven in de verdere kalibratiestappen hieronder.
8. Als u kalibreert voor H2S en CO, stel de sensor dan bloot aan schone lucht om de meting op nul in te stellen. Als u kalibreert voor O2, stel de sensor dan bloot aan een kalibratiegas met een bekend zuurstofpercentage (15 procent zuurstof volgens volume aanbevolen) om dit te gebruiken als nulwaarde voor kalibratie. Als de omgevingslucht sporen van het doelgas of ander gas bevat (zoals koolstofmonoxide uit de uitlaat van motoren) die de nulinstelling van het instrument kunnen bemoeilijken, doet u het volgende:
a) Zorg dat u beschikt over een fles gegarandeerd schone lucht
(H2S en CO) of een fles kalibratiegas met een gegarandeerd zuurstofpercentage (O2) en een kalibratieslang (pvc-slang, 3/16-inch ID, 5/16-inch OD).
52 Emerson.com/Rosemount
Page 53
December 2019 Snelstartgids
b) Installeer een regelaar op de fles met schone lucht of met gas
met bekend zuurstofpercentage.
c) Sluit een stuk kalibratieslang (pvc-slang, 3/16-inch ID, 5/16-
inch OD) vanaf de regelaar op de fles aan op de fitting op de IP-filtereenheid (onderdeelnummer 00628-9000-0001).
d) Laat de schone lucht of het kalibratiegas met het bekende
zuurstofpercentage naar de sensor stromen.
Opmerking
Als u een lange kalibratieslang nodig hebt voor aansluiting op het instrument, houd dan rekening met de vertraging in de responstijd van de sensor wanneer de schone lucht door de hele kalibratieslang stroomt.
e) Doorloop Stap 9 t/m Stap 12.
f) Doorloop Stap 13 t/m Stap 14
Snelstartgids 53
Page 54
Snelstartgids December 2019
g) Zet de schone lucht (of het kalibratiegas met het bekende
zuurstofpercentage) uit zodra de sensor correct op nul is gekalibreerd.
9. Selecteer OK als meetwaarde nul zich gestabiliseerd heeft.
Opmerking
Tijdens de nulinstelling kunnen ook negatieve meetwaarden optreden: dit is normaal.
10. Wacht totdat de veldcommunicator de nulafstelling heeft verricht.
54 Emerson.com/Rosemount
Page 55
December 2019 Snelstartgids
11. Selecteer OK om de nieuwe nulmeting te aanvaarden.
12. Selecteer OK om de nieuwe nul te aanvaarden.
13. Voer op het scherm Calibrate Sensor (sensor kalibreren) een gasconcentratiewaarde in die overeenstemt met de concentratie van het kalibratiegas dat tijdens de kalibratie wordt toegevoerd.
Deze waarde moet tussen 5 ppm en 100 ppm liggen. Gebruik voor zuurstof 20,9 procent zuurstof van schone lucht. Deze
stap kan worden uitgevoerd met omgevingslucht, als er geen sprake is van luchtvervuiling.
Snelstartgids 55
Page 56
Snelstartgids December 2019
14. Selecteer OK.
15. Installeer een regelaar op de bron van het doelgas.
WAARSCHUWING
Toxisch gas
Zorg bij de volgende stap dat de regelaar gesloten is om te voorkomen dat er tijdens de kalibratie doelgas in de atmosfeer ontsnapt.
16. Sluit een kalibratieslang (pvc-slang, 3/16-inch ID, 5/16-inch OD) vanaf de regelaar op de doelgasbron aan op de fitting op de IP­filtereenheid (onderdeelnummer 00628-9000-0001).
56 Emerson.com/Rosemount
Page 57
December 2019 Snelstartgids
17. Laat het doelgas uit de doelgasbron stromen. Emerson raadt een flowsnelheid aan van 1,0 liter per minuut voor
een consistente sensormeting.
Opmerking
Als u een lange slang nodig hebt voor aansluiting op het instrument, houd dan rekening met de vertraging in de responstijd van de sensor wanneer het doelgas door de hele kalibratieslang stroomt.
Op het lcd-display wordt nu een waarde voor de gasconcentratie weergegeven, die geleidelijk stijgt tot het concentratieniveau van het kalibratiegas. De gasconcentratie die op het display van het instrument wordt weergegeven, zal soms niet precies hetzelfde zijn als die op het etiket van de doelgasbron.
Snelstartgids 57
Page 58
Snelstartgids December 2019
18. Wacht totdat de meetwaarde voor de gasconcentratie zich gestabiliseerd heeft.
Zie Figuur 6-1.
Figuur 6-1: Voorbeeld van een kalibratieprofiel
A. Gasconcentratie in ppm B. Tijd (in seconden) C. De meting van de gasconcentratie heeft zich gestabiliseerd
19. Selecteer OK nadat de gemeten gasconcentratie zich op of nabij het concentratieniveau van het doelgas gestabiliseerd heeft.
58 Emerson.com/Rosemount
Page 59
December 2019 Snelstartgids
20. Wacht terwijl de veldcommunicator de kalibratie doorloopt. Als de kalibratie voltooid is, geeft de veldcommunicator de nieuwe, aangepaste meetwaarde weer.
21. Selecteer OK.
Opmerking
Als u de sensor niet kunt kalibreren, controleer dan of de juiste sensor is geïnstalleerd, of het juiste doelgas wordt gebruikt en of de IP-filter niet verstopt of geblokkeerd is. Als een sensor geen nieuwe kalibratie kan aanvaarden, kan dat betekenen dat hij het einde van zijn gebruiksduur heeft bereikt. Vervang de sensor en herhaal deze procedure. Raadpleeg De gassensor vervangen.Raadpleeg de paragraaf Het vervangen van de gassensor in de naslaghandleiding voor de Rosemount 928 draadloze gasmonitor. .
Snelstartgids 59
Page 60
Snelstartgids December 2019
22. Selecteer Accept calibration (kalibratie aanvaarden) en selecteer OK.
De veldcommunicator geeft een Service Reminder (onderhoudsherinnering) weer als er een onderhoudsherinnering is geconfigureerd en ingeschakeld.
23. Selecteer OK om de datum van de onderhoudsherinnering te aanvaarden of een andere datum in te voeren.
Raadpleeg Onderhoudsherinneringen voor verdere informatie.Raadpleeg het onderdeel Onderhoudsherinneringen in de
60 Emerson.com/Rosemount
Page 61
December 2019 Snelstartgids
naslaghandleiding van de Rosemount 928 draadloze gasmonitor
voor meer informatie.
24. Schakel de toevoer van het doelgas bij de regelaar uit.
25. Haal de kalibratieslang los van de regelaar op de bron van het doelgas en van de IP-filter onderop de sensor.

6.2 Kalibratie met AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Guided Setup (begeleide setup), in het veld Initial Setup (initiële setup) Calibrate Sensor (sensor kalibreren).
Snelstartgids 61
Page 62
Snelstartgids December 2019
2. Selecteer op het scherm Calibrate Sensor (sensor kalibreren) de optie Next (volgende) om de huidige datum als kalibratiedatum te gebruiken en verder te gaan.
3. Selecteer op het scherm Warning (waarschuwing) de optie Next (volgende).
62 Emerson.com/Rosemount
Page 63
December 2019 Snelstartgids
4. Als u kalibreert voor H2S en CO, stel de sensor dan bloot aan schone lucht om de meting op nul in te stellen. Als u kalibreert voor O2, stel de sensor dan bloot aan een kalibratiegas met een bekend zuurstofpercentage (15 procent zuurstof volgens volume aanbevolen) om dit te gebruik als de nulwaarde voor kalibratie. Als de omgevingslucht sporen van het doelgas of ander gas bevat (zoals koolstofmonoxide uit de uitlaat van motoren) die de nulinstelling van het instrument kunnen bemoeilijken, doet u het volgende:
a) Zorg dat u beschikt over een fles gegarandeerd schone lucht
(H2S en CO) of een fles kalibratiegas met een gegarandeerd zuurstofpercentage (O2) en een kalibratieslang (pvc-slang, 3/16-inch ID, 5/16-inch OD).
b) Installeer een regelaar op de fles met schone lucht of met gas
met bekend zuurstofpercentage.
Snelstartgids 63
Page 64
Snelstartgids December 2019
c) Sluit een kalibratieslang (pvc-slang, 3/16-inch OD, 5/16-inch
OD) vanaf de regelaar op de fles aan op de IP-filter aan de onderkant van de sensor.
d) Laat de schone lucht of het kalibratiegas met het bekende
zuurstofpercentage naar de sensor stromen.
Opmerking
Als u een lange kalibratieslang nodig hebt voor aansluiting op het instrument, houd dan rekening met de vertraging in de responstijd van de sensor wanneer de schone lucht door de hele kalibratieslang stroomt.
e) Verricht Stap 5 t/m Stap 7.
f) Zet de schone lucht of het kalibratiegas met het bekende
zuurstofpercentage uit zodra de sensor correct op nul is gekalibreerd.
64 Emerson.com/Rosemount
Page 65
December 2019 Snelstartgids
5. Selecteer Next (volgende) als de meetwaarde nul zich gestabiliseerd heeft.
6. Selecteer Next (volgende).
7. Selecteer Accept New Zero (nieuwe nulinstelling accepteren).
Snelstartgids 65
Page 66
Snelstartgids December 2019
8. Selecteer Next (volgende).
9. Vul in het scherm Calibrate Sensor (sensor kalibreren) een waarde in voor de gasconcentratie.
66 Emerson.com/Rosemount
Page 67
December 2019 Snelstartgids
10. Voer op het scherm Calibrate Sensor (sensor kalibreren) een gasconcentratiewaarde in die overeenstemt met de concentratie van het kalibratiegas dat tijdens de kalibratie wordt toegevoerd.
Deze waarde moet tussen 5 ppm en 100 ppm liggen.
11. Selecteer Next (volgende).
WAARSCHUWING
Toxisch gas
De regelaar zal tijdens de kalibratie mogelijk gas aflaten naar de buitenlucht.
Controleer voordat u verder gaat met de volgende stap of de regelaar gesloten is.
Snelstartgids 67
Page 68
Snelstartgids December 2019
12. Installeer een regelaar op de bron van het doelgas.
13. Sluit een stuk kalibratieleiding (pvc-slang, 3/16-inch ID, 5/16-inch OD) vanaf de regelaar aan op de doelgasbron op de IP-filterinlaat onderop de sensor.
68 Emerson.com/Rosemount
Page 69
December 2019 Snelstartgids
14. Laat het doelgas uit de doelgasbron stromen. Emerson raadt een flowsnelheid aan van 1,0 liter per minuut voor
een consistente sensormeting.
Opmerking
Als u een lange kalibratieslang nodig hebt voor aansluiting op het instrument, houd dan rekening met de vertraging in de responstijd van de sensor wanneer het doelgas door de hele kalibratieslang stroomt.
Op het instrumentdisplay wordt nu een waarde voor de gasconcentratie weergegeven, die geleidelijk stijgt tot het concentratieniveau van het kalibratiegas. De gasconcentratie die op het display van het instrument wordt weergeven, zal soms niet precies hetzelfde zijn als die op het etiket van de doelgasbron.
Snelstartgids 69
Page 70
Snelstartgids December 2019
15. Wacht totdat de meetwaarde voor de gasconcentratie zich gestabiliseerd heeft.
Zie Figuur 6-2.
Figuur 6-2: Voorbeeld van een kalibratieprofiel
A. Gasconcentratie in ppm B. Tijd (in seconden) C. De meting van de gasconcentratie heeft zich gestabiliseerd
70 Emerson.com/Rosemount
Page 71
December 2019 Snelstartgids
16. Selecteer Next (volgende) nadat de gemeten gasconcentratie zich op of bij het concentratieniveau van het doelgas gestabiliseerd heeft.
17. Wacht terwijl de AMS Wireless Configurator de kalibratie verricht. Als de kalibratie voltooid is, wordt de nieuwe, aangepaste meetwaarde weergegeven.
18. Selecteer Next (volgende).
Snelstartgids 71
Page 72
Snelstartgids December 2019
19. Selecteer Accept calibration (kalibratie aanvaarden).
20. Selecteer Next (volgende). Het scherm Service Reminder (onderhoudsherinnering) wordt weergegeven als er een onderhoudsherinnering geconfigureerd en ingeschakeld is.
72 Emerson.com/Rosemount
Page 73
December 2019 Snelstartgids
21. Selecteer Next (volgende) om de datum van de onderhoudsherinnering te aanvaarden of een andere datum in te voeren.
Raadpleeg Onderhoudsherinneringen voor verdere informatie.Raadpleeg het onderdeel Onderhoudsherinneringen in de
naslaghandleiding van de Rosemount 928 draadloze gasmonitor
voor meer informatie.
22. Sluit de doelgastoevoer bij de regelaar nadat de gemeten gasconcentratie zich op of bij het concentratieniveau van het doelgas gestabiliseerd heeft.
23. Schakel de toevoer van het doelgas bij de regelaar uit.
24. Haal de kalibratieslang los van de regelaar op de bron van het doelgas en van de IP-filter onderop de sensor.
Snelstartgids 73
Page 74
Snelstartgids December 2019

7 Handmatige setup

De handmatige setup omvat alle beschikbare configuratie-instellingen. Hiermee kunt u specifieke instellingen wijzigen die geconfigureerd werden tijdens de eerste setup zonder gebruik te maken van de menu's uit de Guided Setup (begeleide setup). U kunt dit eveneens gebruiken voor het configureren van geavanceerde optionele instellingen.
Opmerking
Emerson heeft de configuratieprocedures voor de handmatige setup met een veldcommunicator in deze handleiding ontwikkeld met behulp van de Emerson AMS Trex Device Communicator. De menu's zijn identiek aan die op andere veldcommunicators maar worden doorlopen via touchscreens in plaats van sneltoetscombinaties. Raadpleeg de handleiding van uw handheld communicatie-instrument voor meer informatie.
74 Emerson.com/Rosemount
Page 75
December 2019 Snelstartgids
Procedure
1. Sluit de HART®-communicatiedraden aan op de HART-klemmen op de handheld communicator.
A. COMM-klem + B. COMM-klem -
WAARSCHUWING
Explosies
Maak geen aansluitingen op de COMM-klemmen in een explosiegevaarlijke atmosfeer.
2. Sluit de HART-communicatiedraden aan op de COMM-klemmen op het aansluitklemmenblok.
3. Zet het handheld communicatie-instrument aan. Open zo nodig de HART-veldcommunicator op uw handheld instrument om de HART­communicatie tot stand te brengen.
Raadpleeg de handleiding van uw handheld communicatie­instrument voor meer informatie.
Snelstartgids 75
Page 76
Snelstartgids December 2019
4. Selecteer op het scherm Overview (overzicht) Configure (configureren).
5. Selecteer op het scherm Configure (configureren) Manual Setup (handmatige setup).
Volgende stappen
Doorloop Configuratie van weergaveopties, Het configureren van
beveiligingsinstellingen en Het configureren van instrumentgegevens indien
nodig.
76 Emerson.com/Rosemount
Page 77
December 2019 Snelstartgids

7.1 Configuratie van weergaveopties

De primaire variabele (gasconcentratie) wordt standaard op het LCD-display weergegeven.
Om de weergave van bijkomende dynamische variabele items te configureren, doet u het volgende:

7.1.1 Het configureren van weergaveopties met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Manual Setup (manuele setup) Display
(weergave).
Snelstartgids 77
Page 78
Snelstartgids December 2019
2. Selecteer op het scherm Display (weergave) Display Options
(weergaveopties).
78 Emerson.com/Rosemount
Page 79
December 2019 Snelstartgids
3. Selecteer een of meerdere weergaveopties om de primaire variabele (gasconcentratie) afwisselend weer te geven:
Concentration (concentratie)
Percent of Range (percentage van bereik)
Sensor Temp (temperatuur gassensormodule)
Electronics Temp (elektronicatemperatuur)
Supply Voltage (voedingsspanning)
4. Selecteer On (aan).
Snelstartgids 79
Page 80
Snelstartgids December 2019
5. Selecteer OK.
6. Herhaal Stap 3 t/m Stap 5 voor bijkomende weergaveopties.
7. Selecteer op het scherm Display Options (weergaveopties) Send (verzenden).
80 Emerson.com/Rosemount
Page 81
December 2019 Snelstartgids
8. Doe op het scherm Send (verzenden) een of meer van de volgende dingen:
Selecteer Display Options (weergaveopties) om de
geselecteerde weergaveopties opnieuw te bekijken.
Selecteer Cancel (annuleren) om terug te keren naar het scherm
Display Options (weergaveopties). Niet-bevestigde displaywijzigingen blijven behouden.
Selecteer Discard (negeren) om terug te keren naar het scherm
Display Options (weergaveopties) en daarmee de niet-bevestigde wijzigingen te verwijderen. Selecteer OK om te bevestigen of Cancel (annuleren) om terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer Send (verzenden) om de gewijzigde displayopties naar
het instrument te verzenden.
9. Selecteer Back (Terug) om terug te keren naar het scherm Manual
Setup (handmatige setup).
Snelstartgids 81
Page 82
Snelstartgids December 2019

7.1.2 Het configureren van weergaveopties met AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op de pagina Manual Setup (manuele setup) de tab Display (weergave).
2. Selecteer op de tab Display (weergave) een of meerdere weergaveopties om afwisselend weer te geven met de primaire variabele (gasconcentraties).
Concentration (concentratie)
Percent of Range (percentage van bereik)
Sensor Temperatuur (temperatuur gassensormodule)
Electronics Temperature (elektronicatemperatuur)
Supply Voltage (voedingsspanning)
3. Selecteer Send (verzenden).
82 Emerson.com/Rosemount
Page 83
December 2019 Snelstartgids
4. Selecteer in het dialoogvenster Confirm Device Configuration Change (bevestig wijziging instrumentconfiguratie) een reden voor de wijziging in de lijst Service Reason (onderhoudsreden). Selecteer Details indien u bijkomende informatie wilt bekijken.
5. Selecteer Yes (ja).

7.2 Het configureren van beveiligingsinstellingen

U kunt beveiligingsinstellingen configureren om het instrument te beveiligen tegen configuratiewijzigingen door onbevoegden.
Snelstartgids 83
Page 84
Snelstartgids December 2019

7.2.1 Het configureren van beveiligingsinstellingen met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Manual Setup (handmatige setup) Security (beveiliging).
2. Configureer de volgende beveiligingsinstellingen zoals gewenst.
Write Protect (schrijfbeveiliging): Als u No (nee) selecteert (de
standaardoptie), kunt u de configuratie-instellingen van het instrument bekijken en bewerken. Als u Yes (ja) selecteert, kunt
84 Emerson.com/Rosemount
Page 85
December 2019 Snelstartgids
u de configuratie-instellingen van het instrument bekijken maar niet bewerken.
Lock Device (instrument vergrendelen): Als u Unlock
(ontgrendelen) selecteert, kunt u het instrument met om het even welke host raadplegen om de configuratie-instellingen te bekijken en te bewerken. Als u Lock (vergrendelen) selecteert (de standaardoptie), kunt u het instrument pas raadplegen om de configuratie-instellingen te bekijken en te bewerken nadat een host het instrument ontgrendelt. Volg de volgende stappen om deze optie te wijzigen:
a. Selecteer op het scherm Security (beveiliging) Lock/Unlock
(vergrendelen/ontgrendelen).
b. Selecteer op het scherm Select HART Lock option (HART-
vergrendelingsoptie selecteren) Lock (vergrendelen) of Unlock (ontgrendelen) om de instelling te wijzigen.
c. Selecteer OK.
Op het scherm Security (beveiliging) toont het veld Device is Locked (instrument is vergrendeld) On (aan) wanneer het instrument is vergrendeld en Off (uit) wanneer het instrument is ontgrendeld.
Over the Air Upgrade (draadloze upgrade): Als u Unlock
(ontgrendelen) selecteert (de standaardoptie), kunt u de radiofrequentie van de transmitter met over-the-air­programmering upgraden. Als u Lock (vergrendelen) selecteert,
Snelstartgids 85
Page 86
Snelstartgids December 2019
laat de transmitter geen over-the-air upgrades van radiofrequentie toe.

7.2.2 Het configureren van beveiligingsinstellingen via de AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op de pagina Manual Setup (handmatige setup) het scherm Security (beveiliging).
2. Configureer, indien nodig, de volgende beveiligingsinstellingen:
Write Protect (schrijfbeveiliging): Als u No (nee) selecteert (de
standaardoptie), kunt u de configuratie-instellingen van het instrument bekijken en bewerken. Als u Yes (ja) selecteert, kunt u de configuratie-instellingen van het instrument niet bekijken en bewerken.
Radio Upgrade (upgrade van radiofrequentie): Als u Unlock
(ontgrendelen) selecteert (de standaardoptie), kunt u de radiofrequentie van de transmitter met over-the-air­programmering upgraden. Als u Lock (vergrendelen) selecteert, kunt u de radiofrequentie niet over-the-air upgraden.
Lock Device (instrument vergrendelen): Als u Unlock
(ontgrendelen) selecteert (de standaardoptie), kunt u het instrument met om het even welke host raadplegen om de configuratie-instellingen te bekijken en te bewerken. Als u Lock (vergrendelen) selecteert, kunt u het instrument niet raadplegen om de configuratie-instellingen te bekijken en te bewerken
86 Emerson.com/Rosemount
Page 87
December 2019 Snelstartgids
voordat een host het instrument ontgrendelt. Volg de volgende stappen om deze optie te wijzigen:
a. Selecteer Lock/Unlock (vergrendelen/ontgrendelen).
b. Selecteer in het scherm HART Lock (HART-vergrendeling)
Lock (vergrendelen) of Unlock (ontgrendelen) om de instelling te wijzigen.
c. Selecteer Finish (voltooien).
In het veld HART Lock (HART-vergrendeling) is het selectievak Device is Locked (instrument is vergrendeld) geselecteerd wanneer het instrument is vergrendeld.
3. Selecteer Send (verzenden) om de configuratie van het instrument te updaten wanneer u alle wijzigingen hebt doorgevoerd.
Snelstartgids 87
Page 88
Snelstartgids December 2019

7.3 Het configureren van instrumentgegevens

7.3.1 Het configureren van instrumentgegevens met een veldcommunicator

Procedure
1. Selecteer op het scherm Manual Setup (handmatige setup) Device Information (instrumentgegevens).
2. Selecteer op het scherm Device Information (instrumentgegevens) een van de volgende opties en configureer naar wens.
Long Tag (lange tag): Voer een identificatiecode voor het
instrument van maximaal 32 tekens in via het virtuele toetsenblok. Het veld Long tag (lange tag) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
88 Emerson.com/Rosemount
Page 89
December 2019 Snelstartgids
Tag: Voer een identificatiecode voor het instrument van
maximaal acht hoofdletters en cijfers in via het virtuele toetsenblok. Het veld Tag is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Descriptor (omschrijving): Voer een omschrijving in van het
instrument met een lengte van maximaal 16 letters, cijfers en speciale tekens. Het veld Descriptor (omschrijving) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Message (bericht): Voer een bericht met een lengte van
maximaal 32 letters, cijfers en speciale tekens in. Het veld Message (bericht) is standaard leeg en wordt niet weergegeven
Snelstartgids 89
Page 90
Snelstartgids December 2019
als het leeg wordt gelaten; het vak kan voor elk gewenst doel worden gebruikt.
Date (datum): Voer een datum in de indeling mm/dd/jjjj in via het
virtuele toetsenblok. De datum kan voor elk gewenst doel gebruikt worden, zoals het registreren van de datum van de meest recente kalibratie.
90 Emerson.com/Rosemount
Page 91
December 2019 Snelstartgids
3. Selecteer Send (verzenden) wanneer u alle wijzigingen hebt doorgevoerd.
4. Doe op het scherm
Send (verzenden) het volgende:
Selecteer Cancel (annuleren) om terug te keren naar het scherm
Device Information (instrumentgegevens). Niet-bevestigde wijzigingen blijven behouden.
Selecteer Discard (negeren) om terug te keren naar het scherm
Device Information (instrumentgegevens) en daarmee de niet­bevestigde wijzigingen te verwijderen. Selecteer OK om te bevestigen of Cancel (annuleren) om terug te keren naar het vorige scherm.
Snelstartgids 91
Page 92
Snelstartgids December 2019
Selecteer Send (verzenden) om de gewijzigde displayopties naar
het instrument te verzenden.
5. Selecteer Setup (handmatige setup).
Back (Terug) om terug te keren naar het scherm Manual

7.3.2 Het configureren van instrumentgegevens met AMS Wireless Configurator

Procedure
1. Selecteer op de pagina Manual Setup (manuele setup) het scherm Device Information (instrumentgegevens).
92 Emerson.com/Rosemount
Page 93
December 2019 Snelstartgids
2. Voer naargelang nodig de volgende gegevens in:
Long Tag (lange tag): Voer een identificatiecode voor het
instrument van maximaal 32 tekens in. Het veld Long tag (lange tag) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Tag: Voer een identificatiecode voor het instrument van
maximaal acht hoofdletters en cijfers in. Het veld Tag is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Descriptor (omschrijving): Voer een omschrijving van het
instrument met een lengte van maximaal 16 letters in. Het veld Descriptor (omschrijving) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten.
Message (bericht): Voer een tekst van maximaal 32 letters in. Het
veld Message (bericht) is standaard leeg en wordt niet weergegeven als het leeg wordt gelaten; het vak kan voor elk gewenst doel worden gebruikt.
Date (datum): Voer een datum in de indeling mm/dd/jjjj in. De
datum kan voor elk gewenst doel gebruikt worden, zoals het registreren van de datum van de meest recente kalibratie.
3. Selecteer Send (verzenden) om de configuratie van het instrument te updaten wanneer u alle wijzigingen heeft doorgevoerd.
Snelstartgids 93
Page 94
Snelstartgids December 2019
8 Overwegingen met betrekking tot draadloze
instrumenten

8.1 Volgorde bij voeding aansluiten

De transmitter en alle andere draadloze apparatuur mogen pas worden geïnstalleerd nadat de Wireless Gateway is geïnstalleerd en deze goed werkt. Installeer de Emerson 701 SmartPower™ Module - Black in de transmitter om het instrument van voeding te voorzien. Houd bij het inschakelen van de draadloze instrumenten de volgorde aan die wordt bepaald door de afstand tot de gateway, te beginnen met het instrument dat het dichtst in de buurt staat. Dit maakt het opzetten van het netwerk eenvoudiger en sneller. Schakel Active Advertising (actief melden) in op de gateway, zodat nieuwe instrumenten sneller verbinding maken met het netwerk. Raadpleeg de naslaghandleiding van uw Wireless Gateway voor nadere informatie.

8.2 Stand van de antenne

Plaats de antenne rechtop in verticale richting en, indien de toepassing dit vereist, laat ongeveer een meter ruimte tussen de antenne en een grote structuur, een gebouw of geleidend oppervlak zodat een duidelijke communicatie met andere instrumenten mogelijk is.
94 Emerson.com/Rosemount
Page 95
December 2019 Snelstartgids
Figuur 8-1: Stand van de antenne

8.3 Kabelbuisingangen

Zorg na installatie dat elke kabelbuisopening wordt afgedicht met een kabelbuisplug met een geschikt schroefdraadafdichtmiddel of wordt voorzien van een leidingfitting of kabeldoorvoer met een geschikt schroefdraadafdichtmiddel.
Snelstartgids 95
Page 96
Snelstartgids December 2019
Figuur 8-2: Kabelbuisopeningen
A. Kabelbuisingangen
8.4
96 Emerson.com/Rosemount

Het kiezen van een locatie en positie voor de installatie

Houd bij het kiezen van een locatie en positie voor de installatie rekening met de toegankelijkheid naar de transmitter, voor een gemakkelijke vervanging van de voedingsmodule en de sensor. Voor de beste prestatie moet de antenne verticaal geplaatst worden, met ruimte tussen de objecten in een parallel metalen vlak, zoals een pijp of een metalen kader, want de pijpen of het kader kunnen de prestatie van de antenne negatief beïnvloeden.
De Rosemount 1056 is een gasmonitor op basis van diffusie. Dit betekent dat het doelgas in contact moet komen met de elektrochemische sensor voordat het instrument een signaal zal registreren. Elk doelgas heeft een unieke dichtheid en gedraagt zich anders naargelang de dichtheid van de omgevingsatmosfeer. Waterstofsulfide wordt bijvoorbeeld beschouwd als een gas dat zwaarder is dan zuurstof en heeft de neiging zich te begeven naar laaggelegen gebieden wanneer het wordt vrijgegeven in de lucht.
Installeer alle transmitters met de sensormodule naar beneden gericht. Installeer instrumenten met sensoren voor gassen zwaarder dan zuurstof
Page 97
December 2019 Snelstartgids
dichtbij de begane grond, idealiter tussen 12-inch (30,5 cm) boven de grond en de ademzone van een medewerker (3 - 6 ft. [0,9 - 1,8 m] boven de begane grond).
Snelstartgids 97
Page 98
Snelstartgids December 2019

9 Elektrisch

9.1 Het hanteren van de voedingsmodule

De Rosemount 1056 heeft een eigen voeding. De meegeleverde Emerson 701 SmartPower Module-Black bevat twee primaire lithium­thionylchloridebatterijen van formaat "C". Elke batterij bevat ongeveer 0,1 oz. (2,5 gram) lithium, dus in totaal 0,2 oz. (5 gram) per pakket. Onder normale omstandigheden blijven de batterijmaterialen omsloten en vertonen ze geen reacties zolang de batterijen en de voedingsmodule worden onderhouden. Wees voorzichtig om thermische, elektrische en mechanische schade te voorkomen. Bescherm de contacten om voortijdige ontlading te voorkomen.
Let op!
Schade aan apparatuur
De voedingsmodule kan beschadigd raken als deze valt vanaf een hoogte van meer dan 20 ft. (6 m).
Wees voorzichtig bij het hanteren van de voedingsmodule.

9.2 Het maken van elektrische verbindingen (uitsluitend Rosemount 928XSS01 en 928XUT01)

Maak elektrische verbindingen via de kabelinvoer aan de zijkant van de aansluitkop. Zorg voor voldoende vrije ruimte voor het verwijderen van de afdekking.
Zie Kabelbuisingangen
98 Emerson.com/Rosemount
Page 99
December 2019 Snelstartgids

10 De bedrijfsomgeving controleren

Controleer of de bedrijfsomgeving van de transmitter en de sensor overeenstemt met de desbetreffende certificeringen voor explosiegevaarlijke omgevingen.
Tabel 10-1: Richtlijnen voor temperatuur
Bedrijfslimiet Opslaglimiet transmitter Aanbevelingen voor sen-
-40 tot 140 °F
-40 tot 60 °C
-40 tot 185 °F
-40 tot 85 °C
soropslag
34 tot 45 °F 1 tot 7 °C
Opmerking
De elektrochemische cellen in de sensor hebben een beperkte levensduur. Bewaar de sensormodules op een koele plaats die niet extreem vochtig of droog is. Bij langdurige bewaring van de sensormodules kan de bruikbare levensduur afnemen.Bij bewaring van de sensormodules voor periodes langer dan drie maanden kan de bruikbare levensduur afnemen.
Snelstartgids 99
Page 100
Snelstartgids December 2019

11 De transmitter installeren

De transmitter is ontworpen om gebruikt te worden met een B4 universele montagebeugel. Deze gebogen roestvaststalen beugel bevat een U-bout en bevestigingsmiddelen om de transmitter te monteren op een leiding of mast van 2-inch (50,8 mm). De B4-beugel wordt rechtstreeks op de transmitter bevestigd. De B4-beugel kan eveneens bij andere montage­opstellingen worden gebruikt, zoals bij het monteren van de transmitter op een wand of een paneel.

11.1 Leidingmontage

Benodigdheden
Montagekit (onderdeelnummer 03151-9270-0004)
Een 2-inch (50,8 mm) U-bout
Een B4 montagebeugel
Twee 5/16-18 x 1¼-inch bouten
Twee sluitringen
Een ¼-inch steeksleutel en verstelbare moersleutel
100 Emerson.com/Rosemount
Loading...