Rosemount 8732E magnetisch flowmetersysteem (transmitter en sensor) Manuals & Guides [nl]

Beknopte installatiegids
Start
Stap 1: Vóór de installatie Stap 2: Hantering Stap 3: Montage Stap 4: Installatie
(Sensoren met flens) (Flensloze sensoren)
(Hygiënische sensoren) Stap 5: Aarding Stap 6: Bedrading Stap 7: Basisconfiguratie Productcertificeringen
Einde
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732E magnetische-flowmetersysteem (transmitter en sensor)
Rosemount 8732
www.rosemount.com
Beknopte installatiegids
BELANGRIJKE KENNISGEVING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
© 2014 Rosemount Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder.
Emerson Process Management Rosemount Flow
7070 Winchester Circle, Boulder, CO 80301 Tel. (VS) 1 800 522 6277 Tel. (vanuit andere landen) +1 303 527 5200 Fax +1 303 530 8459
Emerson Process Management Flow
Neonstraat 1 6718 WX Ede Nederland T +31 (0)318 495555 F +31 (0)318 495556
Dit document bevat elementaire installatie-instructies voor de Rosemount® 8732. Het bevat geen instructies over gedetailleerde configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie, probleemoplossing of explosieveilige, brandveilige of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 8732 (publicatienummer 00809-0100-4662) voor nadere instructies. De handleiding en deze beknopte installatiegids zijn op www.rosemount.com ook in digitale vorm beschikbaar.
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn:
De installatie- en onderhoudsinstructies zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door bevoegd personeel. Voer geen andere onderhoudswerkzaamheden uit dan die welke in de gebruiks­aanwijzing beschreven staan, tenzij u daartoe bevoegd bent. Controleer of de werkomge­ving van de sensor en transmitter overeenkomt met de desbetreffende goedkeuring van FM, CSA, ATEX of IECEx.
Sluit een Rosemount 8732 niet aan op een sensor die niet van Rosemount is en die zich in een explosiegevaarlijke atmosfeer bevindt.
Emerson Process Management bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emersonprocess.nl
Emerson FZE
P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone Dubai – Verenigde Arabische Emiraten Tel +971 4 811 8100 Fax +971 4 886 5465
Emerson Process Management nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 0743
Juni 2013
De sensorbekleding kan bij transport gemakkelijk beschadigd raken. St eek nooit iets door de sensor heen om hem op te tillen of om als hefboom te gebruiken. Door beschadiging van de bekleding kan de sensor onbruikbaar worden.
Gebruik om schade aan de uiteinden van de sensorbekleding te voorkomen geen metalen pak­kingen of pakkingen met spiraalvorm. Als regelmatig verwijderen noodzakelijk is, neem dan voorzorgsmaatregelen ter bescherming van de uiteinden van de bekleding. Vaak worden ter bescherming korte passtukken aangebracht op de uiteinden van de sensor.
Correct aanhalen van de flensbouten is essentieel voor een goede werking en lange levensduur van de sensor. Alle bouten moeten in de juiste volgorde worden aangehaald tot het gespecificeerde aanhaalmoment. Als u deze aanwijzingen niet opvolgt, kan ernstige schade aan de bekleding van de sensor ontstaan en moet de sensor misschien worden vervangen.
2
Beknopte installatiegids
WAARSCHUWING
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8705 magnetische stroombuisunits die worden besteld met niet-standaard verfopties kunnen zich elektrostatisch ontladen.
Voorkom elektrostatische ontlading door het metergedeelte nooit met een droge doek af te nemen of met oplosmiddelen schoon te maken.
Rosemount 8732
3
Beknopte installatiegids
148
(5.82)
165 (6.48)
190 (7.49)
LOI-deksel
126
(4.97)
224
(8.81)
76
(3.00)
78
(3.07)
126
(4.97)
1
/2"–14 NPT, (3 plaatsen)*
1
/2"–14 NPT, (2 plaatsen)*
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Juni 2013
STAP 1: VÓÓR DE INSTALLATIE
Voordat u de Rosemount 8732 magnetische flowmetertransmitter installeert, moet u een aantal stappen uitvoeren waardoor het installatieproces vergemakkelijkt wordt:
• Ga na welke opties en configuraties voor u van toepassing zijn
• Stel zo nodig de hardwareschakelaars in
• Neem de mechanische, elektrische en omgevingsvereisten ter harte
Aandachtspunten met betrekking tot mechanische vereisten
De montageplaats voor de Rosemount 8732-transmitter moet genoeg ruimte bieden voor ste­vige montage, goede toegang tot de kabelpoorten, volledig openen van de transmitterdeksels en gemakkelijk aflezen van het LOI-scherm (zie Afbeelding 1).
Als de Rosemount 8732 afzonderlijk van de sensor wordt gemonteerd, is hij niet onderworpen aan de beperkingen die eventueel van toepassing zijn op de sensor.
Afbeelding 1. Afmetingen Rosemount 8732
OPMERKING:
* M20- en PG 13.5-verbindingen zijn beschikbaar bij gebruik van kabelwartels met schroefdraad.
4
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
Aandachtspunten met betrekking tot het milieu
Vermijd voor een maximale levensduur van de transmitter overmatige hitte en trillingen. Typische probleemgebieden:
• leidingen met sterke vibratie met integraal gemonteerde transmitters
• installaties in een warm klimaat in direct zonlicht
• buiteninstallaties in een koud klimaat Op afstand gemonteerde transmitters kunnen in de regelkamer worden geïnstalleerd om de elektronica te beschermen tegen de omstandigheden en bieden zo gemakkelijke toegang voor configuratie en onderhoud.
Zowel de op afstand gemonteerde als de integraal gemonteerde Rosemount 8732-transmitter heeft externe voeding nodig; er moet dus een geschikte voedingsbron in de buurt zijn.
Installatieprocedures
De installatie van de Rosemount 8732 omvat gedetailleerde procedures voor mechanische en elektrische installatie.
Monteer de transmitter
Op een locatie op afstand kan de transmitter worden gemonteerd op een buis van maximaal 50 mm (2 inch) doorsnee of op een vlakke wand.
Pijpmontage
De transmitter op een pijp monteren:
1. Bevestig de montagebeugel op de pijp met het bevestigingsmateriaal.
2. Bevestig de Rosemount 8732 op de montagebeugel met de montageschroeven.
Opties en configuraties vaststellen
De standaardtoepassing van de 8732 werkt met een 4–20 mA-uitgang en regeling van de sensorspoelen en elektroden. Voor andere toepassingen zijn mogelijk een of meer van de volgende configuraties of opties vereist:
• HART-multidropconfiguratie
• Discrete uitgang
• Discrete ingang
• Pulsuitgang Stel vast welke opties en configuraties op uw situatie van toepassing zijn en houd een lijstje bij de hand zodat u er tijdens de installatie- en configuratieprocedures rekening mee kunt houden.
5
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Juni 2013
Hardwarejumpers/-schakelaars
De elektronicaprint van de 8732 is uitgerust met vier door de gebruiker in te stellen hardwareschakelaars. Met deze schakelaars stelt u de storingsalarmmodus, de analoge voeding (intern/extern), de pulsvoeding (intern/extern) en de transmitterbeveiliging in. Bij verzending uit de fabriek zijn deze schakelaars standaard als volgt ingesteld:
Modus storingsalarm: HIGH (HOOG)
Analoge voeding intern/extern
Pulsvoeding intern/extern
(1)
:
INTERNAL (INTERN)
(1)
: EXTERNAL (EXTERN)
Transmitterbeveiliging: OFF (UIT)
(1) Bij elektronica met goedkeuringen voor intrinsieke veiligheid (intrinsiek veilige uitgang) moeten de
analoge en pulsvoeding extern worden geleverd. Deze elektro nica wordt niet geleverd met deze hardwareschakelaars.
De instellingen van de hardwareschakelaars wijzigen
Meestal hoeven de instellingen van de hardwareschakelaars niet gewijzigd te worden. Als de instellingen van de schakelaars wel moeten worden gewijzigd, volgt u de stappen in de handleiding.
Aandachtspunten op het gebied van elektriciteit
Stel voordat u elektrische aansluitingen aanlegt naar de Rosemount 8732 de plaatselijke en bedrijfsspecifieke normen vast en zorg dat u over voeding, doorvoerbuizen en andere accessoires beschikt die aan deze normen voldoen.
Draai de transmitterbehuizing
U kunt de elektronicabehuizing op de sensor draaien in stappen van 90° door de vier montagebouten onder op de behuizing los te draaien en de bouten vervolgens weer aan te brengen. Zorg als de behuizing weer in de oorspronkelijke stand wordt gezet dat het oppervlak schoon is en dat er geen ruimte is tussen de behuizing en de sensor.
6
Beknopte installatiegids
Sensoren van 0,5 t/m 4 inch
Sensoren van 6 inch en groter
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
STAP 2: HANTERING
Hanteer alle onderdelen voorzichtig om schade te voorkomen. Transporteer het systeem zo mogelijk in de oorspronkelijke verpakkingen naar de installatielocatie. Met PTFE beklede senso­ren worden verzonden met einddoppen waardoor ze beschermd zijn tegen mechanische schade en de gewone vervorming die anders optreedt. Verwijder de einddoppen pas vlak voor de installatie.
Afbeelding 2. Ondersteuning van de Rosemount 8705-sensor bij hantering
7
Beknopte installatiegids
5 buisdiameters
2 buisdiameters
Flow
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Juni 2013
STAP 3: MONTAGE
Rechte lengte voor en na de meter
Om te zorgen dat de sensor aan de specificaties blijft voldoen onder uiteenlopende procesom­standigheden, moet hij worden geïnstalleerd met ten minste vijf rechte-buisdiameters voor en ten minste twee rechte buisdiameters na het elektrodevlak (zie Afbeelding 3).
Afbeelding 3. Rechte-buisdiameters voor en na de meter
Er zijn ook installaties met minder rechte pijplengten stroomopwaarts en stroomafwaarts mogelijk. In installaties met minder rechte pijplengten kan de absolute prestatie afwijken. De gemelde flowsnelheden zijn dan nog steeds sterk reproduceerbaar.
Flowrichting
De sensor moet zo worden gemonteerd dat de PUNT van de flowpijl (afgebeeld op de buisadapter van de sensor) in de flow-richting door de sensor heen wijst. Zie Afbeelding 4.
Afbeelding 4. Flow-richtingspijl
8
Beknopte installatiegids
FLOW
FLOW
Fout
Goed
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
Sensorlocatie
De sensor moet worden geïnstalleerd op een plaats waar hij tijdens bedrijf altijd volledig gevuld is. Verticale installatie maakt opwaartse procesvloeistofstroming mogelijk en zorgt dat het doorsnedeoppervlak altijd gevuld is, onafhankelijk van de flowsnelheid. Horizontale installatie is alleen geschikt in lage buisgedeelten die normaliter gevuld zijn.
Afbeelding 5. Stand van de sensor
Stand van de sensor
De elektroden in de sensor staan goed als de twee meetelektroden op de 3- en 9-uurspositie staan, of binnen 45° van verticaal (zie rechterkant Afbeelding 6). Vermijd montagestanden waar­bij de bovenkant van de sensor 90° van verticaal afwijkt (zie linkerkant Afbeelding 6).
Afbeelding 6. Montagepositie
9
Beknopte installatiegids
Niet meegeleverde pakking
Aardring en
pakking optioneel
Flow
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Juni 2013
STAP 4: INSTALLATIE
Sensoren met flens
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat verenigbaar is met de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Metalen pakkingen en pakkingen met spiraalvorm kunnen de bekle­ding beschadigen. Aan weerszijden van de aardring is een pakking vereist. Voor alle andere toe­passingen (inclusief sensor met bekledingsbescherming of een aardelektrode) is slechts één pakking nodig voor elke eindaansluiting.
Afbeelding 7. Plaatsing van flenspakking
Flensbouten
OPMERKING:
Draai nooit de bouten aan één kant tegelijk vast. Draai elke kant tegelijkertijd vast. Bijvoorbeeld:
1. Stroomopwaarts vingervast
2. Stroomafwaarts vingervast
3. Stroomopwaarts aandraaien
4. Stroomafwaarts aandraaien Dus niet eerst vóór de meter vingervast en meteen aanhalen en vervolgens achter de meter vingervast en meteen aanhalen. Als u bij het aanhalen van de bouten niet wisselt tussen beide kanten, kan de bekleding beschadigd raken.
De aanbevolen momentwaarden voor elke maat sensor en elk type bekleding staan in Tabel 1 voor ASME B16.5-flenzen en in Tabel 2 voor EN-flenzen. Raadpleeg de fabrikant als de flensclas­sificatie van de sensor in de tabellen ontbreekt. Haal de flensbouten vóór de sensor aan in de volgorde aangegeven in Afbeelding 8 tot 20% van het aanbevolen aanhaalmoment. Herhaal deze procedure aan de kant achter de sensor. Haal bij sensoren met meer of minder flensbou­ten de bouten aan in een soortgelijke kruisgewijze volgorde. Herhaal deze volledige aanhaal­reeks tot 40%, 60%, 80% en ten slotte 100% van de aanbevolen aanhaalmomenten of totdat het lekken tussen de proces- en de sensorflenzen stopt.
10
Beknopte installatiegids
1
5
3
7
8
4
6
2
8 bouten
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Als het lekken bij het aanbevolen aanhaalmoment nog niet is gestopt, kunnen de bouten in stappen van 10% verder worden aangehaald totdat de verbindingen niet meer lekken of totdat het gemeten aanhaalmoment de maximale aanhaalspecificatie van de bouten bereikt. De bescherming van de bekleding in overweging nemende komt de gebruiker vaak tot een ander aanhaalmoment waarbij het lekken ophoudt, afhankelijk van de specifieke combinatie van flenzen, bouten, pakkingen en het bekledingsmateriaal van de sensor.
Controleer op lekkage bij de flenzen nadat u de bouten hebt aangehaald. Als u niet de juiste aanhaalmethode gebruikt, kan dat tot ernstige schade leiden. De verbindingen van een sensor moeten 24 uur na de eerste installatie nogmaals worden aangehaald. Na verloop van tijd kan het bekledingsmateriaal van een sensor vervormd raken door de druk.
Afbeelding 8. Aandraaivolgorde flensbouten
Rosemount 8732
Tabel 1. Aanbevolen aanhaalmomenten flensbouten voor de Rosemount 8705- en 8707-sensor
met grote signaalsterkte (ASME)
Bekledingen van
Maatcode Leidingmaat
005 15 mm (0.5 inch) 8 8 – 010 25 mm (1 inch) 8 12 – 015 40 mm (1.5 inch) 13 25 7 18 020 50 mm (2 inch) 19 17 14 11 025 65 mm (2.5 inch) 22 24 17 16 030 80 mm (3 inch) 34 35 23 23 040 100 mm (4 inch) 26 50 17 32 050 125 mm (5 inch) 36 60 25 35 060 150 mm (6 inch) 45 50 30 37 080 200 mm (8 inch) 60 82 42 55 100 250 mm (10 inch) 55 80 40 70 120 300 mm (12 inch) 65 125 55 105 140 350 mm (14 inch) 85 110 70 95 160 400 mm (16 inch) 85 160 65 140 180 450 mm (18 inch) 120 170 95 150
PTFE/ETFE/PFA
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
Bekleding van
polyurethaan/neopreen/
linatex/adipreen
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
11
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Tabel 1. Aanbevolen aanhaalmomenten flensbouten voor de Rosemount 8705- en 8707-sensor
met grote signaalsterkte (ASME)
Bekledingen van
Maatcode Leidingmaat
200 500 mm (20 inch) 110 175 90 150 240 600 mm (24 inch) 165 280 140 250 300 750 mm (30 inch) 195 415 165 375 360 900 mm (36 inch) 280 575 245 525
PTFE/ETFE/PFA
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
Tabel 2. Aanhaalmomenten flensbouten en boutbelastingsspecificaties 8705 (EN 1092-1)
Maatcode Leidingmaat
005
010
015
020
025
030
040
050
060
080
100
120
140
160
180
200
240
15 mm
(0.5 inch)
25 mm (1 inch)
40 mm
(1.5 inch)
50 mm (2 inch)
65 mm
(2.5 inch)
80 mm (3 inch)
100 mm
(4 inch)
125 mm
(5.0 inch)
150 mm
(6 inch)
200 mm
(8 inch)
250 mm (10 inch)
300 mm (12 inch)
350 mm (14 inch)
400 mm (16 inch)
450 mm (18 inch)
500 mm (20 inch)
600 mm (24 inch)
PN 10 PN 16 PN 25 PN 40 (Nm) (Nm) (Nm) (Nm)
130 90 130 170
100 130 190 250
120 170 190 270
160 220 320 410
220 280 410 610
190 340 330 420
230 380 440 520
290 570 590 850
Bekleding van PTFE/ETFE/PFA
50 70
70 100
90 130
Bekleding van
polyurethaan/neopreen/
linatex/adipreen
Klasse 150
(lb-ft)
Juni 2013
Klasse 300
(lb-ft)
10
20
50
60
50
50
12
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Tabel 2. (vervolg) Aanhaalmomenten flensbouten en boutbelastingsspecificaties 8705
(EN 1092-1)
Maatcode Leidingmaat
010
015
020
025
030
040
050
060
080
100
120
140
160
180
200
240
25 mm
(1 inch) 40 mm
(1.5 inch)
50 mm (2 inch)
65 mm
(2.5 inch)
80 mm (3 inch)
100 mm
(4 inch)
125 mm
(5.0 inch)
150 mm
(6 inch)
200 mm
(8 inch)
250 mm
(10 inch) 300 mm
(12 inch) 350 mm
(14 inch) 400 mm
(16 inch) 450 mm
(18 inch) 500 mm
(20 inch) 600 mm
(24 inch)
Bekledingen van polyurethaan, linatex, adipreen en neopreen PN 10 PN 16 PN 25 PN 40 (Nm) (Nm) (Nm) (Nm)
40 50
50 70
60 90
90 60 90 110
70 80 130 170
80 110 130 180
110 150 210 280
150 190 280 410
130 230 220 280
150 260 300 350
200 380 390 560
Rosemount 8732
20
30
40
35
30
13
Beknopte installatiegids
Spacer Installation
Horizontal meters
Vertical meters
O-ring
Niet meegeleverde pakking
Tapbouten, moeren en ringen voor installatie
Uitlijnafstandhouder
Flow
Plaatsing van afstandhouders
Horizontale meters Verticale meters
O-ring
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Flensloze sensoren
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat compatibel is met de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Metalen pakkingen en pakkingen met spiraalvorm kunnen de bekleding beschadigen. Aan weerszijden van de aardring is een pakking vereist. Zie Afbeelding 9 hieronder.
Afbeelding 9. Plaatsing flensloze pakking
Uitlijning
1. Op leidingmaten van 40 t/m 200 mm (1.5 t/m 8 inch) beveelt Rosemount installatie van de
meegeleverde uitlijnafstandhouders ten zeerste aan om te verzekeren dat de flensloze sensor goed tussen de procesflenzen wordt gecentreerd. Voor de sensormaten 4 t/m 25 mm (0.15, 0.30, 0.5 en 1 inch) zijn uitlijnringen niet nodig.
2. Steek de tapeinden voor de onderkant van de sensor tussen de pijpflenzen en centreer de
uitlijnafstandhouder midden op het tapeind. Zie Afbeelding 9 voor de locaties van de boutgaten die worden aanbevolen voor de meegeleverde afstandhouders. De specificaties voor de tapbouten vindt u in Tabel 3.
3. Plaats de sensor tussen de flenzen. Zorg dat de uitlijnafstandhouders goed op de tapeinden
zijn gecentreerd. Schuif voor installaties met verticale flow de O-ring over het tapeind om de afstandhouder op zijn plaats te houden. Zie Afbeelding 9. Raadpleeg Tabel 4 om te verzekeren dat de afstandhouders passend zijn voor de flensmaat en de classificatie van de procesflenzen.
4. Breng de overige tapbouten, ringen en moeren aan.
5. Haal aan tot de momentspecificaties in Tabel 5. Haal de bouten niet te strak aan, anders
raakt de bekleding beschadigd.
Tabel 3. Specificaties tapbouten
Nominale sensorafmeting Specificaties tapbouten
4–25 mm (0.15–1 inch) 316 SST ASTM A193, Grade B8M Class 1 gemonteerde draadtapbouten
40–200 mm (1.5–8 inch) CS, ASTM A193, Grade B7 gemonteerde draadtapbouten
OPMERKING
Monteer sensormaten 0,15, 0,30 en 0,5 inch tussen AMSE 1/2 inch-flenzen. Als er bouten van koolstofstaal worden gebruikt op sensoren van 15 en 25 mm (0.15, 0.30, 0.5 en 1 inch) in plaats van de vereiste roestvaststalen bouten, zal de meetfunctie van de flowsensor verslechteren.
14
Juni 2013
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
Tabel 4. Tabel Rosemount-uitlijnafstandhouders
Tabel Rosemount uitlijnafstandhouders
Dash-nummer
0A15 40 1.5 JIS 10K-20K 0A20 50 2 JIS 10K-20K 0A30 80 3 JIS 10K 0B15 40 1.5 JIS 40K AA15 40 1.5 ASME – 150 lb. AA20 50 2 ASME – 150 lb. AA30 80 3 ASME – 150 lb. AA40 100 4 ASME – 150 lb. AA60 150 6 ASME – 150 lb. AA80 200 8 ASME – 150 lb. AB15 40 1.5 ASME – 300 lb. AB20 50 2 ASME – 300 lb. AB30 80 3 ASME – 300 lb. AB40 100 4 ASME – 300 lb. AB60 150 6 ASME – 300 lb. AB80 200 8 ASME – 300 lb. AB15 40 1.5 ASME – 300 lb. AB20 50 2 ASME – 300 lb. AB30 80 3 ASME – 300 lb. AB40 100 4 ASME – 300 lb. AB60 150 6 ASME – 300 lb.
AB80 200 8 ASME – 300 lb. DB40 100 4 EN 1092-1 – PN10/16 DB60 150 6 EN 1092-1 – PN10/16 DB80 200 8 EN 1092-1 – PN10/16 DC80 100 8 EN 1092-1 – PN25 DD15 150 1.5 EN 1092-1 – PN10/16/25/40 DD20 50 2 EN 1092-1 – PN10/16/25/40 DD30 80 3 EN 1092-1 – PN10/16/25/40 DD40 100 4 EN 1092-1 – PN25/40 DD60 150 6 EN 1092-1 – PN25/40 DD80 200 8 EN 1092-1 – PN40
RA80 200 8 AS40871-PN16
RC20 50 2 AS40871-PN21/35
RC30 80 3 AS40871-PN21/35
RC40 100 4 AS40871-PN21/35
RC60 150 6 AS40871-PN21/35
RC80 200 8 AS40871-PN21/35
Leidingmaat
(mm) (inch)
Classificatie flens
Vermeld voor het bestellen van een set uitlijnafstandhouders (met 3 afstandhouders) onderdeelnummer 08711-3211-xxxx en het bovenstaande dash-nummer.
15
Beknopte installatiegids
klem (niet meegeleverd)
pakking (niet meegeleverd)
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Juni 2013
Flensbouten
Voor flensloze sensoren zijn tapeinden vereist. Zie Afbeelding 8 voor de aanhaalvolgorde. Controleer altijd op lekkage bij de flenzen nadat u de flensbouten hebt aangehaald. De verbindingen van elke sensor moeten 24 uur na de eerste keer aanhalen van de flensbouten nogmaals worden aangehaald.
Tabel 5. Momentspecificaties Rosemount 8711
Maatcode Leidingmaat Nm Lb-ft
15F 4 mm (0.15 inch) 7 5 30F 8 mm (0.30 inch) 7 5 005 15 mm (0.5 inch) 7 5 010 25 mm (1 inch) 14 10 015 40 mm (1.5 inch) 20 15 020 50 mm (2 inch) 34 25 030 80 mm (3 inch) 54 40 040 100 mm (4 inch) 41 30 060 150 mm (6 inch) 68 50 080 200 mm (8 inch) 95 70
Hygiënische sensoren
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat compatibel is met de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Er worden pakkingen geleverd voor tussen de IDF- en de proceskoppelingsfitting (bijvoorbeeld een Tri-Clamp-fitting) op alle Rosemount 8721 hygiënische sensoren, behalve als de proceskoppelingsfittingen niet zijn meegeleverd en het enige aansluitingstype een IDF-fitting is.
Uitlijning en bouten
Bij installatie van een magnetisch inductieve meter met hygiënische fittingen moeten de fabrieksnormen worden gevolgd. Er zijn geen speciale aanhaalmomenten of -methoden voor de bouten vereist.
Afbeelding 10. Hygiënische installatie Rosemount 8721
16
Beknopte installatiegids
Aardingsringen of
bekledingsbeschermingen
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
STAP 5: AARDING
Raadpleeg Tabel 6 om te bepalen welke procesaardingsoptie voor een juiste installatie is vereist. De sensorbehuizing moet op aarde worden aangesloten volgens de landelijke en plaatselijke elektriciteitsvoorschriften. Als u dit niet doet, zal de apparatuur mogelijk minder bescherming bieden.
Tabel 6. Installatie procesaarding
Opties installatie procesaarding
Referentie-
Type buis Aardingsbanden Aardingsringen
Geleidende buis zonder binnenbekleding
Geleidende buis met binnenbekleding
Niet-geleidende buis Onvoldoende
(1) Voor procesreferentie zijn geen aardingsringen/bekledingsbeschermingen vereist. Het gebruik van
aardingsbanden zoals in afbeelding 12 vo ldoet.
Afbeelding 11. Aardingsbanden in geleidende buis met binnenbekleding of referentie-elektrode in beklede buis
Zie Afbeelding 11 Onvoldoende
aarding
aarding
Zie Afbeelding 11
(1)
Zie Afbeelding 12 Zie Afbeelding 11 Zie Afbeelding 12
Zie Afbeelding 13 Niet aanbevolen Zie Afbeelding 13
elektrode
(1)
Niet vereist Zie Afbeelding 14
Bekledings-
beschermingen
Zie Afbeelding 12
(1)
Afbeelding 12. Aarding met aardingsringen of bekled ingsbeschermingen in geleidende buis
17
Beknopte installatiegids
Aardingsringen of bekledingsbeschermingen
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Afbeelding 13. Aarding met aardingsringen of bekledingsbeschermingen in niet-geleidende buis
Afbeelding 14. Aarding met referentie-elektrode in geleidende buis zonder binnenbekleding
Juni 2013
18
Beknopte installatiegids
spoelaandrijvings- en elektrodenkabels
voeding
uitgangen
voeding
uitgangen
spoelaandrijvings- en elektrodenkabels
voeding
uitgangen
voeding
uitgangen
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
STAP 6: BEDRADING
In deze paragraaf over bedrading worden de verbindingen tussen de transmitter en de sensor, de 4–20 mA-kring en de voeding van de transmitter beschreven. Volg de informatie over doorvoerbuizen, kabelvereisten en loskoppelingsvereisten in de onderstaande paragrafen.
Kabel- en doorvoerbuisaansluitingen
Zowel de aansluitkast van de sensor als die van de transmitter hebben poorten voor 1/2-inch NPT-doorvoerbuisaansluitingen; er zijn optioneel tevens CM20- of PG-13.5-aansluitingen ver­krijgbaar. Bij het maken van deze aansluitingen moeten de landelijke of plaatselijke elektrici­teitsvoorschriften of die van de fabriek worden gevolgd. Ongebruikte openingen moeten worden afgedicht met metalen blindstoppen. Een juiste elektrische installatie is vereist om meetfouten als gevolg van elektrische ruis en interferentie te voorkomen. Aparte doorvoerbui­zen voor de spoelaandrijvings- en elektrodenkabels zijn niet vereist, maar wel een exclusieve doorvoerbuis tussen elke transmitter en sensor. Voor de beste resultaten in een omgeving met veel elektrische ruis moet afgeschermde kabel worden gebruikt. Verwijder bij het bewerken van alle draadaansluitingen alleen de isolatie die verwijderd moet worden om de draad geheel onder de klemaansluiting te laten passen. Als er te veel isolatie wordt verwijderd, kan dit leiden tot ongewenste kortsluiting op de transmitterbehuizing of andere draadaansluitingen. Voor sensoren met flens die zijn geïnstalleerd in een toepassing die IP68-bescherming vereist, zijn afgedichte kabelwartels, doorvoerbuizen en doorvoerpluggen vereist die aan de IP68-specifica­ties voldoen.
Doorvoerbuisvereisten
Tussen de sensor en de op afstand gemonteerde transmitter is een exclusieve kabeldoorvoer vereist voor de spoelaandrijvings- en elektrodenkabels. Zie Afbeelding 15. Het bundelen van kabels in één doorvoerbuis leidt snel tot interferentie en ruisproblemen in uw systeem. Leg door elke leiding hoogstens één set kabels.
Afbeelding 15. Aanleg leidingen
Fout Goed
19
Beknopte installatiegids
Kabelafscherming
26 (1.00)
OPMERKING Afmetingen zijn aangegeven in millimeter (inch).
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Juni 2013
Leg de kabel van de juiste doorsnede door de doorvoerbuisaansluitingen van uw magnetische-flowmetersysteem. Leg de voedingskabel van de voedingsbron naar de transmitter. Leg de kabel van de spoelaandrijving en de elektrodenkabel tussen de flowmetersensor en de transmitter.
• De elektrodenkabels mogen niet gelijk oplopen met en niet door dezelfde kabelgoot lopen als de bedrading voor de wissel- of gelijkstroomvoeding.
• Het instrument moet goed geaard zijn volgens de nationale en plaatselijke elektriciteitsvoorschriften.
• De Rosemount-combinatiekabel met onderdeelnummer 08732-0753-2004 (m) of 08732-0753-1003 (ft) moet worden gebruikt om te voldoen aan de EMC-vereisten.
Bedrading tussen de transmitter en de sensor
De transmitter kan op de sensor gemonteerd zijn of op afstand worden gemonteerd volgens de bedradingsinstructies.
Vereisten en gereedmaken van kabels voor installatie op afstand
Voor installaties met de afzonderlijke spoelaandrijvings- en elektrodenkabels moet de lengte tot 300 meter worden beperkt. Beide kabels moeten precies even lang zijn. Zie Tabel 7.
Voor installaties met de gecombineerde spoelaandrijvings- en elektrodenkabel moet de lengte tot 100 meter worden beperkt. Zie Tabel 7.
Bewerk de uiteinden van de spoelaandrijvings- en elektrodenkabels zoals afgebeeld in Afbeelding 16. Laat maximaal 2,54 cm (1 inch) onafgeschermde draad blootliggen bij zowel de spoelaandrijvings- als de elektrodenkabel. Blootliggende draad moet met gepast isolatiemate­riaal worden omwikkeld. Te lange draden en kabels zonder afscherming kunnen elektrische ruis veroorzaken, met onstabiele meetresultaten als gevolg.
Afbeelding 16. Detail bewerkte kabel
20
Beknopte installatiegids
WAARSCHUWING
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
Vermeld bij het bestellen van kabel de lengte als het gewenste aantal. 25 feet = Aantal (25) 08732-0753-1003
Tabel 7. Kabelvereisten
Beschrijving Lengte Onderdeelnummer
Spoelaandrijvingskabel (14 AWG) Belden 8720, Alpha 2442 of vergelijkbaar product
Elektrodenkabel (20 AWG) Belden 8762, Alpha 2411 of vergelijkbaar product
Combinatiekabel Spoelaandrijvingskabel (18 AWG) en elektrodenkabel (20 AWG)
m ft
m ft
m ft
08712-0060-2013 08712-0060-0001
08712-0061-2003 08712-0061-0001
08732-0753-2004 08732-0753-1003
Gevaar van elektrische schokken tussen klem 1 en 2 (40 V a.c.).
De transmitter op de sensor bedraden
Zie Tabel 8 bij gebruik van afzonderlijke kabels voor spoelaandrijving en elektrode. Zie Tabel 9 bij gebruik van de combinatiekabel voor spoelaandrijving en elektrode. Zie Afbeelding 17 voor het bedradingsschema voor de transmitter.
1. Sluit de spoelaandrijvingskabel aan op klem 1, 2 en 3 (aarde).
2. Sluit de elektrodenkabel aan op klem 17, 18 en 19.
Tabel 8. Afzonderlijke spoel- en elektrodenkabel
Aansluitklem transmitter Aansluitklem sensor Koperdoorsnede Kleur draad
1 1 14 doorzichtig 2 2 14 zwart 3 of aarde 3 of aarde 14 afscherming 17 17 20 afscherming 18 18 20 zwart 19 19 20 doorzichtig
Tabel 9. Gecombineerde spoel- en elektrodenkabel
Aansluitklem transmitter Aansluitklem sensor Koperdoorsnede Kleur draad
1 1 18 rood 2 2 18 groen 3 of aarde 3 of aarde 18 afscherming 17 17 20 afscherming 18 18 20 zwart 19 19 20 wit
21
Beknopte installatiegids
Transsmiter
Tube
Coil Drive Cable
1 Red 2 Green 3 Shield 17 Shield 18 Black 19 White
Cut Shield
Signal Cable
17 Shield 18 Black 19 White1 Red 2 Green 3 Shield
Spoelaandrijvingskabel Elektrodenkabel
Afscherming afknippen
Transmitter
17 afscherming 18 zwart 19 wit
17 afscherming 18 zwart 19 wit
1 rood 2 groen 3 afscherming
1 rood 2 groen 3 afscherming
Sensor
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Afbeelding 17. Bedradingsschema’s voor montage op afstand
OPMERKING:
Bij gebruik van een door Rosemount geleverde combinatiekabel b evatten de elektrodendraden voor klem 18 en 19 een extra afschermingsdraad. Deze twee afschermingsdraden moeten op klem 17 op het aansluitklemmenblok van de sensor worden verbonden met de hoofdafscher­mingsdraad; in de aansluitkast van de transmitter moeten ze tot op het isolatiemateriaal wor­den afgeknipt. Zie Afbeelding 18.
Afbeelding 18. Bedradingsschema combinatiekabel spoel en elektrode
Juni 2013
22
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Integraal gemonteerde transmitters
De draadboom voor integraal gemonteerde transmitters wordt in de fabriek geïnstalleerd. Zie Afbeelding 19. Gebruik geen andere kabels dan die welke zijn meegeleverd door Emerson Process Management, Rosemount, Inc.
Afbeelding 19. Bedradingsschema voor integrale montage 8732EST
Rosemount 8732
23
Beknopte installatiegids
–4–20 mA
+4–20 mA
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Juni 2013
Aansluiten van het analoge 4–20 mA-signaal
Overwegingen voor bedrading
Gebruik waar mogelijk kabel met afzonderlijk afgeschermde getwiste aders, in uitvoeringen met een of meer paren. Niet-afgeschermde kabels kunnen voor korte afstanden worden gebruikt zolang omgevingsruis en crosstalk de communicatie niet negatief beïnvloeden. De minimale koperdoorsnede bedraagt 0,51 mm (#24 AWG) voor kabellengten van ten hoogste 1500 meter (5,000 ft.) en 0,81 mm (#20 AWG) voor grotere afstanden. De weerstand in de kring mag maximaal 1000 ohm bedragen.
Voeding van de 4–20 mA-uitgang
Bij transmitters met een uitgang die niet intrinsiek veilig is, kan het signaal van de 4–20 mA-uitgang intern of extern worden gevoed. Deze schakelaar staat standaard op Intern en bevindt zich op de voorkant van de printplaat.
Aansluitingen 8732E
Sluit de negatieve d.c.-verbinding (–) aan op klem 1 en de positieve d.c.-verbinding (+) op klem 2. Zie Afbeelding 20.
Afbeelding 20. Bedradingsschema analoog signaal 8732E
Interne voeding
De analoge 4–20 mA-signaalkring wordt gevoed vanaf de transmitter zelf.
Externe voeding
De analoge 4–20 mA-signaalkring wordt gevoed via een externe bron. Voor HART-multidropinstallaties is een externe analoge voedingsbron van 10–30 V d.c. vereist.
OPMERKING:
Bij eventueel gebruik van een HART Field-communicator of -besturingssysteem moeten deze worden aangesloten over minstens 250 ohm weerstand in de kring.
Raadpleeg voor het aansluiten van de overige uitgangsopties (pulsuitgang en/of digitale in-/uitgang) de uitgebreide producthandleiding.
24
Beknopte installatiegids
12
18
24
30
36
42
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
0.9
voedingsspanning (volt)
I = voedingsstroomvereiste (ampère) V = voedingsspanning (volt)
voedingsstroom (ampère)
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
De transmitter voorzien van voedingsspanning
Transmitter 8732E is ontworpen voor een voeding van 90–250 V a.c., 50–60 Hz of 12–42 V d.c. Neem voordat u stroom aansluit op de Rosemount 8732E de volgende normen in overweging en verzeker u ervan dat u over de juiste voeding, doorvoerbuizen en andere accessoires beschikt. Bedraad de transmitter in overeenstemming met landelijke, plaatselijke en op desbetreffende locatie geldende vereisten voor de voedingsspanning. Zie Afbeelding 21.
Afbeelding 21. Stroomvereisten gelijkspanningsvoeding
Vereisten voedingsdraad
Gebruik draad van 12 tot 18 AWG, geschikt voor gebruik bij de verwachte temperaturen van het apparaat. Gebruik voor aansluitingen bij een omgevingstemperatuur van meer dan 60 °C (140 °F) een draad die gespecificeerd is voor 80 °C (176 °F). Gebruik bij een omgevingstemperatuur van meer dan 80 °C (176 °F) een draad die gespecificeerd is voor 110 °C (230 °F). Controleer voor met gelijkstroom gevoede transmitters met lange kabels of er op de polen van de transmitter ten minste 12 V gelijkstroom staat.
Stroomverbrekers
Sluit het instrument aan via een externe onderbreker of een schakelaar. Breng een duidelijk label aan op de onderbreker of schakelaar en plaats hem in de buurt van de transmitter, waarbij u de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften volgt.
Installatiecategorie
De installatiecategorie voor de 8732E is (overspannings-) categorie II.
Stroombeveiliging
De voedingsleidingen van de Rosemount 8732E-flowmetertransmitter moeten tegen overspanning gezekerd worden. De maximumspecificaties van de zekeringen staan vermeld in Tabel 10.
Tabel 10. Overspanningsgrenzen
Voedingsspanning Zekeringsspecificatie Fabrikant
95–250 V a.c. 2 A, snelzekering Bussman AGC2 of vergelijkbaar product
12–42 V d.c. 3 A, snelzekering Bussman AGC3 of vergelijkbaar product
Rosemount 8732
25
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Voeding 8732E
Sluit voor wisselspanningsapparatuur (90–250 V a.c., 50–60 Hz) de nulleider aan op klem 9 (AC N/L2) en sluit de wisselspanninggeleider aan op klem 10 (AC/L1). Sluit voor gelijkspan­ningsapparatuur de negatieve draad aan op klem 9 (DC –) en de positieve draad aan op klem 10 (DC +). Units die werken op een wisselspanningsvoeding van 12–42 V kunnen tot 1 ampère stroom trekken. Zie Afbeelding 22 voor de aansluitingen op het klemmenblok.
Afbeelding 22. Voedingsaansluitingen 8732E-transmitter
Juni 2013
Dekselborgschroef
Bij transmitterbehuizingen die met een dekselborgschroef worden geleverd, moet de schroef correct worden gemonteerd zodra de transmitter is bedraad en opgestart. Volg deze stappen voor het monteren van de dekselborgschroef:
1. Controleer of de dekselborgschroef helemaal in de behuizing is gedraaid.
2. Plaats het deksel van de transmitterbehuizing en controleer of het deksel dicht tegen de behuizing aanzit.
3. Draai de borgschroef met een M4-sleutel los totdat hij het transmitterdeksel raakt.
4. Draai de borgschroef nog (Opmerking: Door te hard aandraaien kan de schroefdraad defect raken.)
5. Controleer of het deksel niet kan worden verwijderd.
1
/2 slag linksom om het deksel vast te zetten.
26
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
STAP 7: BASISCONFIGURATIE
Nadat de magnetische flowmeter is geïnstalleerd en de voeding is aangelegd, moeten de basi­sinstellingen van de transmitter worden geconfigureerd. Deze parameters kunnen worden geconfigureerd met behulp van een plaatselijke gebruiksinterface (LOI) of een HART-communi­catieapparaat. Een tabel met alle parameters vindt u op pagina 28. Beschrijvingen van geavan­ceerdere functies zijn opgenomen in de uitvoerige producthandleiding.
Elementaire configuratie
Tag (label)
Tag (label) is de snelste en doeltreffendste manier om transmitters te identificeren en van elkaar te onderscheiden. Transmitters kunnen worden gelabeld volgens de vereisten van uw toepassing. Het tagnummer kan maximaal acht tekens lang zijn.
Meeteenheid voor flow (PV)
Bij de variabele flow rate units (eenheden van flowsnelheid) stelt u in hoe de flowsnelheid zal worden weergegeven. Kies de meeteenheden die passen bij uw specifieke meetbehoeften.
Leidingmaat
De line size (leidingmaat; sensormaat) moet worden ingesteld op de feitelijke maat van de sensor die is aangesloten op de transmitter. De diameter moet in inches worden opgegeven.
URV (Upper Range Value; maximale meetwaarde)
De upper range value (maximale meetwaarde) (URV) stelt het 20 mA-punt voor de analoge uit­gang in. Deze waarde wordt doorgaans ingesteld op volledige flow. De weergegeven meeteen­heden zullen overeenkomen met de meeteenheden die zijn ingesteld onder de parameter ‘units’ (eenheden). De URV kan worden ingesteld op een waarde van –12 m/s tot 12 m/s (–39.3 ft/s tot 39.3 ft/s). Het verschil tussen de URV en de LRV moet ten minste 0,3 m/s (1 ft/s) zijn.
LRV (Lower Range Value; minimale meetwaarde)
De lower range value (minimale meetwaarde; LRV) bepaalt het 4 mA-punt voor de analoge uitgang. Deze waarde wordt doorgaans ingesteld op nulflow. De weergegeven meeteenheden zullen overeenkomen met de meeteenheden die zijn ingesteld onder de parameter ‘units’ (een­heden). De LRV kan worden ingesteld op een waarde van –12 m/s tot 12 m/s (–39.3 ft/s tot
39.3 ft/s). Het verschil tussen de URV en de LRV moet ten minste 0,3 m/s (1 ft/s) zijn.
Calibration Number (kalibratienummer)
Het calibration number (kalibratienummer) van de sensor is een nummer van 16 cijfers dat bij de flowkalibratie in de Rosemount-fabriek wordt gegenereerd; elke sensor heeft een uniek nummer.
27
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Tabel 11. Sneltoetsen handheld (HART handheld communicator)
Functie HART-sneltoetsen
Process Variables (procesvariabelen) 1, 1
Primary Variable (primaire variabele; PV) 1, 1, 1 PV Percent of Range (percentagebereik PV) 1, 1, 2 PV Analog Output (analoge uitgang PV) (AO) 1, 1, 3 Totalizer Set-Up (instellingen totaalteller) 1, 1, 4 Totalizer Units (eenheden totaalteller) 1, 1, 4, 1 Gross Total (bruto totaal) 1,1,4,2 Net Total (netto totaal) 1,1,4,3 Reverse Total (totaal omgekeerd) 1,1,4,4 Start Totalizer (totaalteller starten) 1,1,4,5 Stop Totalizer (totaalteller stoppen) 1,1,4,6 Reset Totalizer (totaalteller resetten) 1,1,4,7 Pulse Output (Pulsuitgang) 1,1,5
Basic Setup (elementaire configuratie) 1,3
Tag (label) 1,3,1 Flow Units (floweenheden) 1,3,2 PV Units (eenheden PV) 1,3,2,1 Special Units (speciale eenheden) 1,3,2,2 Volume Unit (volume-eenheid) 1,3,2,2,1 Base Volume Unit (basiseenheid volume) 1,3,2,2,2 Conversion Number (conversienummer) 1,3,2,2,3 Base Time Unit (basiseenheid tijd) 1,3,2,2,4 Flow Rate Unit (eenheid flowsnelheid) 1,3,2,2,5 Line Size (leidingmaat) 1,3,3 PV Upper Range Value (URV) (maximale meetwaarde PV [URV]) 1,3,4 PV Lower Range Value (LRV) (minimale meetwaarde PV [LRV]) 1,3,5 Calibration Number (kalibratienummer) 1,3,6 PV Damping (demping PV) 1,3,7
Review (overzicht) 1,5
Juni 2013
Lokale bediening (LOI)
Druk de pijl DOWN (OMLAAG) twee keer in om de optionele LOI (lokale bediening) te activeren. Navigeer door de menustructuur met de pijlen UP (OMHOOG), DOWN (OMLAAG), LEFT (LINKS) en RIGHT (RECHTS). Zie pagina 29 voor een overzichtskaart van de structuur van het LOI-menu. De display kan worden vergrendeld om ongewenste wijzigingen in de configuratie te voorkomen. De displayvergrendeling kan worden ingeschakeld via een HART-communicatieapparaat of door de pijl UP (OMHOOG) 10 seconden lang ingedrukt te houden. Bij inschakeling van de displayver­grendeling wordt rechtsonder op de display ‘DL’ weergegeven. Houd om de displayvergrendeling (DL) uit te schakelen de pijl UP (OMHOOG) 10 seconden ingedrukt. Zodra de displayvergrende­ling is uitgeschakeld, wordt ‘DL’ niet langer rechtsonder op de display weergegeven.
28
Beknopte installatiegids
Diag Controls
Basic Diag
A dvanced D iag
Variables
Trims
Status
Empty Pipe
Process Noise
G round/W ir ing
Elec Temp
Self Test
AO Loop Test
Pulse Out Test
E mpty P ipe
Elec Temp
G round/W ir ing
Process Noise
8714i
4-20 mA V erif y
Licensing
R un 8714i
V iew Results
Tube Signature
Test C riteria
M easurements
Values
R e-Signature
Recall V alues
Coil Resist
Coil Signature
E lectr ode R es
No Flow
Flowing, Full
E mpty P ipe
Coil Resist
Coil Signature
E lectr ode R es
E mpty P ipe
Elec Temp
L ine N oise
5Hz SN R
37Hz SN R
Signal Power
8714i R esults
D/A Trim
Digital Trim
A uto Zero
Universal Trim
4-20 mA V erif y
View Results
Tag
Flow Units
Line Size
PV UR V
PV L RV
Cal Number
PV Damping
C oi l F requency
Proc Density
PV LSL
PV US L
PV Min Span
Analog
Pulse
DI/DO Config
Totalizer
Reverse Flow
HART
PV UR V
PV L RV
Alarm Type
Test
Pulse Scaling
Pulse W idth
Pulse M ode
Test
DI 1
DO 2
Totalize Units
Total Dis
p
la
y
Burst Mode
B urst C ommand
F l ange T ype
F l ange M atl
E lectr ode T ype
E lectr ode M atl
L iner Material
Software R ev
Final A smbl #
Tag
Description
Message
Device ID
PV Sensor S/N
Flowtube Tag
Revision Num
Materials
Operating M ode
SP Config
C oi l F requenc y
PV Damping
Lo-Flow Cuto
Flow Display
Total Display
L anguage
More Params
Output Config
LOI Config
Si g Processing
Device Info
PV Units
Special Units
Totalize Units
Diagnostics
Basic Setup
Detailed S etup
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Afbeelding 23. Menustructuur voor lokale bediening (LOI) van de Rosemount 8732E
Rosemount 8732
29
Rosemount 8732
Diag Controls
Basic Diag
A dvanced D iag
Variables
Trims
Status
E mpty P ipe
Process Noise
G round/W ir ing
Elec Temp
Self Test
AO Loop Test
Pulse Out Test
E mpty P ipe
Elec Temp
G round/W ir ing
Process Noise
8714i
4-20 mA V erif y
Licensing
R un 8714i
V iew Results
Tube Signature
Test C riteria
M easurements
Values
R e-Signature
Recall V alues
Coil Resist
Coil Signature
E lectr ode R es
No Flow
Flowing, Full
E mpty P ipe
Coil Resist
Coil Signature
E lectr ode R es
E mpty P ipe
Elec Temp
L ine N oise
5Hz SN R
37Hz SN R
Signal Power
8714i R esults
D/A Trim
Digital Trim
A uto Zero
Universal Trim
4-20 mA V erif y
View Results
Tag
Flow Units
Line Size
PV UR V
PV L RV
Cal Number
PV Damping
C oi l F requency
Proc Density
PV LSL
PV US L
PV Min Span
Analog
Pulse
DI/DO Config
Totalizer
Reverse Flow
HART
PV UR V
PV L RV
Alarm Type
Test
Pulse Scaling
Pulse W idth
Pulse M ode
Test
DI 1
DO 2
Totalize Units
Total Dis
p
la
y
Burst Mode
B urst C ommand
F l ange T ype
F l ange M atl
E lectr ode T ype
E lectr ode M atl
L iner Material
Software R ev
Final A smbl #
Tag
Description
Message
Device ID
PV Sensor S/N
Flowtube Tag
Revision Num
Materials
Operating M ode
SP Config
C oi l F requenc y
PV Damping
Lo-Flow Cuto
Flow Display
Total Display
L anguage
More Params
Output Config
LOI Config
Si g Processing
Device Info
PV Units
Special Units
Totalize Units
Functies diagnose
Elementaire diagnose
Geavanceerde
diagnose
Variabelen
Trimfuncties
Status
Label
Floweenheden
Leidingdiameter
Bovengrens PV
Ondergrens PV
Kalibratienummer
Demping PV
Meer parameters
Uitgangs-
configuratie
LOI-config
Signaalverwerking
Instrument-
informatie
PV-eenheden
Speciale
meeteenheden
Eenheden bij
elkaar optellen
Aarde/bedrading
Procesruis
8714i
4–20 mA
verifiëren
Licentieverlening
Spoelfrequentie
Proc.-dichtheid
Ondergrens sensor PVBovengrens sensor PVMin. bandbreedte
PV
Analoog
Puls
DI/DO-config.
Totaalteller
Terugwaartse
flow
HART
D/A-trim
Digitale trim
Automatische
nulstelling
Universele trim
Bovengrens PV
Ondergrens PV
Type alarm
Test
8714i uitvoeren
Uitkomsten
weergeven
Handtekening buis
Testcriteria
Metingen
4–20 mA verifiëren
Uitkomsten
weergeven
Lege meetbuis
Elektr. temp.
Leidingruis
5 Hz SNR
37 Hz SNR
Signaalsterkte
Uitkomsten 8714i
Eenheden bij
elkaar optellen
Weergave totaal
DI 1
DO 2
Label
Beschrijving
Bericht
Apparaat-ID
Serienummer
PV-sensor
Label meetbuis
Revisienummer
Materialen
Type flens
Materiaal flens
Type elektrode
Materiaal
elektrode
Materiaal
bekleding
Rev. software
Nummer
eindconstructie
Waarden
Handtekening
opnieuw
Waarden ophalen
Zelftest
AO-kring testen
Test pulsuitgang
Lege meetbuis
Elektr. temp.
Pulsschaling
Pulsbreedte
Pulsmodus
Test
Burst-modus
Burst-opdracht
Bedrijfsmodus
SP-config.
Spoelfrequentie
Demping PV
Afslag lage flow
Lege meetbuis
Procesruis
Aarde/bedrading
Elektr. temp.
Spoelweerstand
Spoelhandtekening
Elektroderes.
Geen flow
Flow, volledig
Lege meetbuis
Spoelweerstand
Spoelhandtekening
Elektroderes.
Weergave flow
Weergave
totaal
Taal
Diagnose
Elementaire
configuratie
Gedetail-
leerde
configuratie
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Juni 2013
30
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
Productcertificeringen
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. – Eden Prairie, Minnesota, VS Fisher-Rosemount Technologias de Flujo, S.A. de C.V. – Chihuahua, Mexico Emerson Process Management Flow – Ede, Nederland Asia Flow Technology Center – Nanjing, China
INFORMATIE OVER EUROPESE RICHTLIJNEN
De EG-verklaring van overeenstemming staat op pagina 38. De meest recente versie vindt u op www.rosemount.com.
Beveiliging van type n volgens EN50021
• Openingen in het apparaat moeten worden afgesloten met daartoe geschikte EEx e- of EEx n-gecertificeerde metalen kabelwartels en metalen afsluitpluggen of met daartoe geschikte, door ATEX goedgekeurde kabelwartels en afsluitpluggen van klasse IP66, goedgekeurd door een in de EU erkende certificerende instelling.
CE-markering
Voldoet aan EN 61326-1: 2006
Voor Rosemount 8732E-transmitters:
Voldoet aan de essentiële vereisten met betrekking tot veiligheid en gezondheid: EN 60079-0: 2006 EN 60079-1: 2007 EN 60079-7: 2007 EN 60079-11: 2007 EN 60079-26: 2004 EN 60079-27: 2006 EN 50281-1-1: 1998 + A1
Internationale certificaten
Rosemount Inc. voldoet aan de volgende IEC-vereisten.
C-Tick-markering
Voor Rosemount 8732E-transmitters:
IEC 60079-0: 2004 IEC 60079-1: 2007-04 IEC 60079-11: 2006 IEC 60079-26: 2004 IEC 60079-7: 2006-07 IEC 61241-0: 2004 IEC 61241-1: 2004
OPMERKING
Voor 8732E-transmitters met een LOI (lokale bediening) ligt de benedengrens voor de omgevingstemperatuur op –20 °C.
31
Rosemount 8732
Certificeringen Noord-Amerika
Factory Mutual (FM)
N0 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2
Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen (T4 bij 60 °C: –50 °C Ta +60 °C) Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1 Groep E, F en G (T5 bij 60 °C) Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X
N5 Niet vonkend voor klasse I, divisie 2,
Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen (T4 bij 60 °C: –50 °C Ta +60 °C) Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1 Groep E, F en G (T5 bij 60 °C) Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X Vereist sensors met N5-goedkeuring
E5 Explosieveilig voor klasse I, divisie 1
Groep C en D (T6 bij 60 °C) Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1 Groep E, F en G (T5 bij 60 °C), Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2 Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen (T4 bij 60 °C: –50 °C Ta +60 °C) Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Juni 2013
Canadian Standards Association (CSA)
N0 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2
Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen (T4 bij 60 °C: –50 °C Ta +60 °C) Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1 Groep E, F en G (T4 bij 60 °C) Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X
Europese certificeringen E1 ATEX drukvast
Certificaat nr: KEMA 07ATEX0073 X
II 2G Ex de IIC T6 of II 2G Ex de [ia] IIC T6
zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
0575
32
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
ED ATEX drukvast
Certificaat nr: KEMA 07ATEX0073 X
II 2G Ex de IIB T6 of II 2G Ex de [ia] IIB T6
zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
0575
ND ATEX stof
Certificaat nr: KEMA 07ATEX0073 X
II 1D Ex tD A20 IP66 T100 °C of
met intrinsiek veilige uitgangen
II G [Ex ia] IIC zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
IP 66
0575
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (KEMA 07ATEX0073X):
Neem contact op met Rosemount Inc. voor gegevens over de afmetingen van drukvaste verbindingen. De eigenschapsklasse van de beveiligingsschroeven waarmee de meetbuis of aansluitkast op de transmitter wordt bevestigd, is SST A2-70.
Rosemount 8732
Installatie-instructies:
De kabel en kabelinvoerelementen en afdichtingen moeten van een gecertificeerd drukvast type zijn, geschikt voor de gebruiksomstandigheden en juist geïnstalleerd. Bij gebruik van de doorvoerbuis moet een gecertificeerde stopkast worden aangebracht direct op de ingang van de behuizing.
N1 ATEX type n
Certificaat nr: Baseefa 07ATEX0203X
II 3G Ex nA nL IIC T4 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 42 V d.c.
max
IP 66
0575
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
De apparatuur kan de 500V-isolatietest niet doorstaan die is vereist volgens artikel 6.8.1 van EN 60079-15:2005. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat.
33
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Rosemount 8732
Internationale certificeringen
IECEx
E7 IECEx drukvast
Certificaat nr: KEM 07.0038X Ex IIC of Ex de [ia] IIC T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
EF IECEx drukvast
Certificaat nr: KEM 07.0038X Ex de IIB of Ex de [ia] IIB T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
NF IECEx stof
Certificaat nr: KEM 07.0038X Ex tD A20 IP66 T 100 °C zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (KEM 07.0038X):
Neem contact op met Rosemount Inc. voor gegevens over de afmetingen van drukvaste verbindingen. De eigenschapsklasse van de beveiligingsschroeven waarmee de meetbuis of aansluitkast op de transmitter wordt bevestigd, is SST A2-70.
Juni 2013
Installatie-instructies:
De kabel en kabelinvoerelementen en afdichtingen moeten van een gecertificeerd drukvast type of type met vergrote beveiliging zijn, geschikt voor de gebruiksomstandig­heden en juist geïnstalleerd. Bij gebruik van de doorvoerbuis moet een gecertificeerde stopkast worden aangebracht direct op de ingang van de behuizing.
N7 IECEx type n
Certificaat nr: IECEx BAS 07.0062X Ex nA nL IIC T4 met FISCO/FNICO-uitgang Ex nA nL [ia] IIC T4 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 42 V d.c.
max
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
De apparatuur kan de 500V-isolatietest niet doorstaan die is vereist volgens artikel 6.8.1 van EN 60079-15:2005. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat.
34
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
InMetro – Brazilië
E2 InMetro drukvast
Certificaat nr: NCC 12.1177 X Ex de IIC T6 Gb IP66 of Ex de [ia IIC Ga] IIC T6 Gb IP66 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
EB InMetro drukvast
Certificaat nr: NCC 12.1177 X Ex de IIB T6 Gb IP66 of Ex de [ia IIC Ga] IIB T6 Gb IP66 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
Als de apparatuur onderhoud nodig heeft, dient u contact op te nemen met de firma Emerson Process Management Brazil voor informatie over drukvaste afdichtingen. Integrale montage van de 8732E-flowtransmitter met een 8711- of 8705-sensor is alleen toegestaan voor processen met een maximale omgevingstemperatuur van 60 °C. Voor processen met een omgevingstemperatuur van meer dan 60 °C moet de 8732E-flowtransmitter op afstand worden gemonteerd.
Rosemount 8732
Technische eigenschappen:
Elektrische voeding: 250 V, 1 A, 40 VA of 42 V, 1 A, 20 W (maximaal) Transmitterversie Ex de: Circuit met uitgang van 4–20 mA: 30 V, 30 mA, 900 mW (maximaal) Transmitter met intrinsiek veilige, actieve circuits (versie Ex de [ia]): Circuit met uitgang van 4–20 mA – beschermingstype Ex ia IIC: Uo = 23,1 V, Io = 179,8 mA, Po = 1,03 W, Co = 137 nF, Lo = 600 μH Pulscircuit – beschermingstype Ex ia IIC: Uo = 23,1 V, Io = 12,7 mA, Po = 73,1 mW, Co = 135,6 nF, Lo = 198 mH Transmitter met intrinsiek veilige passieve circuits (versie Ex de [ia]): Circuit met uitgang van 4–20 mA – beschermingstype Ex ia IIC, uitsluitend voor aansluiting op als intrinsiek veilig gecertificeerd circuit: Ui = 30 V, Ii = 300 mA, Pi = 1 W, Ci = 924 pF, Li = 0 μH Uo = 13,2 V, Co = 1 μF Pulscircuit – beschermingstype Ex ia IIC, uitsluitend voor aansluiting op als intrinsiek veilig gecertificeerd circuit: Ui = 30 V, Ii = 100 mA, Pi = 1 W, Ci = 4,4 nF, Li = 1,3 mH Uo = 13,02 V, Io = 2,08 mA, Po = 6,7 mW, Co = 1 μF, Lo = 1 H Vanuit veiligheidsoogpunt kunnen de circuits als geaard worden beschouwd. De intrinsiek veilige circuits met uitgang van 4–20 mA of pulsuitgang zijn niet galvanisch van elkaar geïsoleerd.
35
Rosemount 8732
NEPSI – China
E3 NEPSI drukvast
Certificaat nr: GYJ071438X Ex de IIC T6 of Ex de [ia] IIC T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
EP NEPSI drukvast
Certificaat nr: GYJ071438X Ex de IIB T6 of Ex de [ia] IIB T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
KOSHA – Korea
E9 KOSHA drukvast
Certificaat nr: 2008-2094-Q1X Ex de IIC of Ex de [ia] IIC T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
EK KOSHA drukvast
Certificaat nr: 2008-2094-Q1X Ex de IIB of Ex de [ia] IIB T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Juni 2013
GOST – Rusland
E8 GOST drukvast
Ex de IIC T6 of Ex de [ia] IIC T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) IP67
EM GOST drukvast
Ex de IIB T6 of Ex de [ia] IIB T6 zonder LOI (–50 °C Ta +60 °C) met LOI (–20 °C Ta +60 °C) IP67
36
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
Informatie sensorgoedkeuring
Tabel 12. Sensoroptiecodes
Goedkeu-
ringscodes
NA • N0
ND
N1 • N5 • N7 • NF • E1 • E2 • E3
(2)
E5
E8 • E9 • EB • EK • EM • EP • KD
(1) De CE-markering is standaard voor de Rosemount 8705, 8711 en 8721. Er zijn geen certificeringen voor
een explosiegevaarlijke omgeving beschikbaar voor de Rosemount 570TM.
(2) Uitsluitend leverbaar in leidingmaten tot en met 200 mm (8 inch).
(1)
Rosemount
8705-sensor
Voor
Voor
vloeistoffen
niet-ontvlambare
vloeistoffen
ontvlambare
Rosemount
8707-sensor
Voor
vloeistoffen
niet-ontvlambare
Voor
vloeistoffen
ontvlambare
Rosemount
8711-sensor
Voor
vloeistoffen
niet-ontvlambare
Voor
Rosemount
8721 Sensoren
vloeistoffen
ontvlambare
Voor
vloeistoffen
niet-ontvlambare
37
Beknopte installatiegids
EC Declaration of Conformity
No: RFD 1068 Rev. E
FILE ID: 8732E CE Marking Page
1 of 3
8732E_RFD1068E.DOC
We,
Rosemount Inc. 12001 Technology Drive Eden Prairie, MN 55344-3695 USA
declare under our sole responsibility that the product(s),
Model 8732E Magnetic Flowmeter Transmitter
manufactured by,
Rosemount Inc. 12001 Technology Drive and 8200 Market Boulevard Eden Prairie, MN 55344-3695 Chanhassen, MN 55317-9687 USA USA
to which this declaration relates, is in conformity with the provisions of the European Community Directives, including the latest amendments, as shown in the attached schedule.
Assumption of conformity is based on the application of harmonized or applicable technical standards and, when applicable or required, a European Community notified body certification, as shown in the attached schedule.
Mark J Fleigle
Vice President Technology and New Products
January 21, 2010
(date of issue)
(name - printed)
(function name - printed)
(signature)
Rosemount 8732
Afbeelding 24. Verklaring van overeenstemming
00825-0111-4662, Rev CD
Juni 2013
38
Beknopte installatiegids
Schedule
EC Declaration of Conformity RFD 1068 Rev. E
FILE ID: 8732E CE Marking Page 2 of 3 8732E_RFD1068E.DOC
EMC Directive (2004/108/EC)
All Models
EN 61326-1: 2006
LVD Directive (2006/95/EC)
All Models
EN 61010-1: 2001
ATEX Directive (94/9/EC)
Model 8732E Magnetic Flowmeter Transmitter
KEMA 07ATEX0073 X – Flameproof, with Increased Safety Terminal(s), Intrinsically Safe Output(s), Dust
Equipment Group II, Category 2 G: Ex d IIB/IIC T6 Ex de IIB/IIC T6 Ex e IIB/IIC (Junctionbox)
Equipment Group II, Category 2 (1) G: Ex de [ia] IIB/IIC T6 (Transmitter)
Equipment Group II, Category (1) G [Ex ia] IIC
Equipment Group II, Category 1 D: Ex tD A20 IP66 T100 ºC
EN 60079-0: 2006 EN 60079-1: 2007 EN 60079-7: 2007 EN 60079-11: 2007
EN 60079-26: 2004 EN 60079-27: 2006 EN 61241-0: 2006 EN 61241-1: 2004
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
39
Rosemount 8732
Schedule
EC Declaration of Conformity RFD 1068 Rev. E
FILE ID: 8732E CE Marking Page 3 of 3 8732E_RFD1068E.DOC
BASEEF07ATEX0203X – Type n, Intrinsically Safe Output
Equipment Group II, Category 3 G Ex nA nL IIC T4
Equipment Group II, Category 3(1) G Ex nA nL [ia] IIC T4
EN 60079-0: 2006 EN 60079-15: 2005 EN 60079-11: 2007
ATEX Notified Bodies for EC Type Examination Certificate
KEMA [Notified Body Number: 0344]
Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem P.O. Box 5185, 6802 ED Arnhem The Netherlands Postbank 6794687
Baseefa [Notified Body Number: 1180]
Rockhead Business Park, Staden Lane
Buxton, Derbyshire SK17 9RZ
United Kingdom
ATEX Notified Body for Quality Assurance
Det Norske Veritas (DNV) [Notified Body Number: 0575]
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Norway
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Juni 2013
40
Beknopte installatiegids
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RFD 1068 v. E
Documentnaam: 8732E CE Marking Pagina
1 van 3
8732E_RFD1068E_dut.doc
Wij,
Rosemount Inc. 12001 Technology Drive Eden Prairie, MN 55344-3695 VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product/de producten,
Rosemount 8732E magnetische-flowmetertransmitter
vervaardigd door,
Rosemount Inc. 12001 Technology Drive
en
8200 Market Boulevard Eden Prairie, MN 55344-3695 Chanhassen, MN 55317-9687 VS
VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is/zijn met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in bijgevoegd schema.
Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde of toepasselijke normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, welke vermeld staan in onderstaand schema.
januari 21, 2010
Mark J Fleigle
(datum van uitgave) (naam  in blokletters)
Vice President technologie en nieuwe producten
(functie  in blokletters)
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
41
Rosemount 8732
Schema
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1068 v. E
Documentnaam: 8732E CE Marking Pagina
2 van 3
8732E_RFD1068E_dut.doc
EMC-richtlijn (2004/108/EG)
Alle modellen
EN 61326-1: 2006
LVD-richtlijn (2006/95/EG)
Alle modellen
EN 61010-1: 2001
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Rosemount 8732E magnetische-flowmetertransmitter
KEMA 07ATEX0073 X  Drukvast, met aansluitklem(men) met verhoogde bescherming, intrinsiek veilige uitgang(en), stof
Apparatuurgroep II, categorie 2 G: Ex d IIB/IIC T6 Ex de IIB/IIC T6 Ex e IIB/IIC (aansluitkast)
Apparatuurgroep II, categorie 2 (1) G: Ex de [ia] IIB/IIC T6 (transmitter)
Apparatuurgroep II, categorie (1) G [Ex ia] IIC
Apparatuurgroep II, categorie 1 D: Ex tD A20 IP66 T100 ºC
EN 60079-0: 2006 EN 60079-1: 2007 EN 60079-7: 2007 EN 60079-11: 2007
EN 60079-26: 2004 EN 60079-27: 2006 EN 61241-0: 2006 EN 61241-1: 2004
42
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Juni 2013
Beknopte installatiegids
Schema
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1068 v. E
Documentnaam: 8732E CE Marking Pagina
3 van 3
8732E_RFD1068E_dut.doc
BASEEF07ATEX0203X  Type n, intrinsiek veilige uitgang
Apparatuurgroep II, categorie 3 G Ex nA nL IIC T4
Apparatuurgroep II, categorie 3(1) G Ex nA nL [ia] IIC T4
EN 60079-0: 2006 EN 60079-15: 2005 EN 60079-11: 2007
Aangemelde instanties voor ATEX-onderzoekscertificaat, type EG
KEMA [nr. aangemelde instantie: 0344]
Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem
Postbus 5185, 6802 ED Arnhem Nederland Postbank 6794687
Baseefa [nr. aangemelde instantie: 1180]
Rockhead Business Park, Staden Lane
Buxton, Derbyshire SK17 9RZ
Verenigd Koninkrijk
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborg
Det Norske Veritas (DNV) [nr. aangemelde instantie: 0575]
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Noorwegen
00825-0111-4662, Rev CD Juni 2013
Rosemount 8732
43
Rosemount 8732
Beknopte installatiegids
00825-0111-4662, Rev CD
Juni 2013
44
Loading...