7070 Winchester Circle,
Boulder, CO 80301
T (VS) (800) 522 6277
T (andere landen) (303) 527 5200
F (303) 530 8459
Emerson Process Management
Flow
Neonstraat 1
6718 WX Ede
Nederland
T +31 (0)318 495555
F +31 (0)318 495556
Emerson Process Management
bv
Postbus 212
2280 AE Rijswijk
Nederland
T (31) 70 413 66 66
F (31) 70 390 68 15
E info.nl@emerson.com
www.emersonprocess.nl
Emerson FZE
P.O. Box 17033
Jebel Ali Free Zone
Dubai, Verenigde Arabische Emiraten
Tel +971 4 811 8100
Fax +971 4 886 5465
Emerson Process Management
nv/sa
De Kleetlaan, 4
B-1831 Diegem
België
T (32) 2 716 7711
F (32) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
Emerson Process Management
Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
T (65) 6777 8211
F (65) 6777 0947/65 6777 0743
BELANGRIJKE KENNISGEVING
Dit document bevat elementaire installatie-instructies voor de Rosemount 8732. Het
bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek, onderhoud,
reparatie, probleemoplossing of explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.)
installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 8732 (publicatienummer
00809-0100-4665) voor nadere instructies. De handleiding en deze beknopte
installatiegids zijn op www.rosemount.com ook in digitale vorm beschikbaar.
WAARSCHUWING
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het
gevolg zijn:
De installatie- en onderhoudsinstructies zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door
bevoegd personeel. Voer geen andere onderhoudswerkzaamheden uit dan die welke in
de gebruiksaanwijzing beschreven staan, tenzij u daartoe bevoegd bent. Controleer of de
werkomgeving van de sensor en transmitter overeenkomt met de desbetreffende
goedkeuring van FM, CSA, ATEX of IECEx.
Sluit een Rosemount 8732 niet aan op een sensor die niet van Rosemount is en die zich
in een explosiegevaarlijke atmosfeer bevindt.
2
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
WAARSCHUWING
De sensorbekleding kan bij transport gemakkelijk beschadigd raken. Steek nooit iets door
de sensor heen om hem op te tillen of om als hefboom te gebruiken. Door beschadiging
van de bekleding kan de sensor onbruikbaar worden.
Gebruik om schade aan de uiteinden van de sensorbekleding te voorkomen geen
metalen pakkingen of pakkingen met spiraalvorm. Tref als regelmatig verwijderen
noodzakelijk is voorzorgsmaatregelen ter bescherming van de uiteinden van de
bekleding. Vaak worden ter bescherming korte passtukken aangebracht op de uiteinden
van de sensor.
Correct aanhalen van de flensbouten is essentieel voor een goede werking en lange
levensduur van de sensor. Alle bouten moeten in de juiste volgorde worden aangehaald
tot het gespecificeerde aanhaalmoment. Als u deze aanwijzingen niet opvolgt, kan
ernstige schade aan de bekleding van de sensor ontstaan en moet de sensor misschien
worden vervangen.
WAARSCHUWING
Rosemount 8705 magnetische stroombuisunits die met afwijkende lakopties worden
besteld, kunnen gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading.
Voorkom elektrostatische ontlading door het metergedeelte nooit met een droge doek af
te nemen of met oplosmiddelen schoon te maken.
STAP 1: VÓÓR DE INSTALLATIE
Voordat u de Rosemount 8732 magnetische flowmetertransmitter installeert, moet u een
aantal stappen uitvoeren waardoor het installatieproces vergemakkelijkt wordt:
• Ga na welke opties en configuraties voor u van toepassing zijn
• Stel zo nodig de hardwareschakelaars in
• Neem de mechanische, elektrische en omgevingsvereisten ter harte
Aandachtspunten met betrekking tot mechanische vereisten
De montageplaats voor de Rosemount 8732-transmitter moet genoeg ruimte bieden voor
stevige montage, goede toegang tot de kabelpoorten, volledig openen van de
transmitterdeksels en gemakkelijk aflezen van het displayscherm (zie Afbeelding 1).
Als de Rosemount 8732 afzonderlijk van de sensor wordt gemonteerd, is hij niet
onderworpen aan de beperkingen die eventueel van toepassing zijn op de sensor.
3
Rosemount 8732
Afbeelding 1. Afmetingen Rosemount 8732
190 (7.49)
165 (6.48)
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
LOI-deksel
224
(8.81)
126
(4.97)
76
(3.00)
78
(3.07)
126
(4.97)
1
/2”–14 NPT, CM20 (3 plaatsen)*
1
/2”–14 NPT, (2 plaatsen)*
148
(5.82)
OPMERKING:
* M20- en PG 13.5-verbindingen zijn beschikbaar bij gebruik van kabelwartels met
schroefdraad.
4
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
Aandachtspunten met betrekking tot het milieu
Vermijd voor een maximale levensduur van de transmitter overmatige hitte en trillingen.
Typische probleemgebieden omvatten:
• leidingen met sterke vibratie met integraal gemonteerde transmitters
• installaties in een warm klimaat in direct zonlicht
• buiteninstallaties in een koud klimaat
Op afstand gemonteerde transmitters kunnen in de regelkamer worden geïnstalleerd om de
elektronica te beschermen tegen de omstandigheden, en bieden zo gemakkelijke toegang
voor configuratie en onderhoud.
Zowel de op afstand gemonteerde als de integraal gemonteerde Rosemount 8732transmitter heeft externe voeding nodig; er moet dus een geschikte voedingsbron in de
buurt zijn.
Installatieprocedures
De installatie van de Rosemount 8732 omvat gedetailleerde procedures voor mechanische
en elektrische installatie.
Monteer de transmitter
Op een locatie op afstand kan de transmitter worden gemonteerd op een buis van maximaal
50 mm (2 inch) doorsnee of op een vlakke wand.
Pijpmontage
De transmitter op een pijp monteren:
1. Bevestig de montagebeugel op de pijp met het bevestigingsmateriaal.
2. Bevestig de Rosemount 8732 op de montagebeugel met de montageschroeven.
Hardwarejumpers/-schakelaars
De elektronicaprint van de 8732 PROFIBUS PA heeft twee door de gebruiker in te stellen
hardwareschakelaars. Deze schakelaars hebben geen functionaliteit en moeten in de
standaardposities blijven staan zoals hieronder vermeld:
Activering simulatie: OFF
Transmitterbeveiliging:OFF
Wijziging van de schakelaarstand heeft geen invloed op de functionaliteit van de
elektronica.
Aandachtspunten op het gebied van elektriciteit
Stel voordat u elektrische aansluitingen naar de Rosemount 8732 aanlegt eerst de
plaatselijke en bedrijfsspecifieke normen vast en zorg dat de voeding, doorvoerbuizen en
andere accessoires aan deze normen voldoen.
Draai de transmitterbehuizing
De elektronicabehuizing kan op de sensor gedraaid worden in stappen van 90° door de vier
montagebouten onder op de behuizing los te draaien en de bouten vervolgens weer aan te
brengen. Zorg als de behuizing weer in de oorspronkelijke stand wordt gezet, dat het
oppervlak schoon is en dat er geen ruimte is tussen de behuizing en de sensor. Vergeet niet
wanneer u de behuizing meer dan 90° draait om de bedrading van de printplaat los te halen
en deze weer te bevestigen nadat de behuizing onder de gewenste hoek goed is vastgezet.
5
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
December 2012
STAP 2: HANTERING
Hanteer alle onderdelen voorzichtig om schade te voorkomen. Transporteer het systeem zo
mogelijk in de oorspronkelijke verpakkingen naar de installatielocatie. Met PTFE beklede
sensoren worden verzonden met einddoppen waardoor ze beschermd zijn tegen
mechanische schade en de gewone vervorming die anders optreedt. Verwijder de
einddoppen pas vlak voor de installatie.
Afbeelding 2. Ondersteuning van de Rosemount 8705-sensor voor hantering
sensoren van ½ tot en met 4 inch
sensoren van 6 inch en groter
STAP 3: MONTAGE
Rechte lengte voor en na de meter
Om te zorgen dat de sensor aan de specificaties blijft voldoen onder uiteenlopende
procesomstandigheden, moet deze worden geïnstalleerd met ten minste vijf rechte
buisdiameters voor en ten minste twee rechte buisdiameters na het elektrodevlak
(zie Afbeelding 3).
Afbeelding 3. Rechte buisdiameters voor en na de meter
5 buisdiameters2 buisdiameters
Flow
Installaties met minder rechte lengte van 0 tot 5 pijpdiameters zijn mogelijk. Bij installaties
met minder rechte lengte zal de prestatie verschuiven. De gemelde flowsnelheden zijn dan
nog steeds sterk reproduceerbaar.
6
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
Flowrichting
De sensor moet zo worden gemonteerd dat de PUNT van de stroomrichtingspijl, afgebeeld
op het identificatielabel van de sensor, in de stroomrichting door de sensor heen wijst.
Sensorlocatie
De sensor moet zo worden geïnstalleerd dat hij tijdens bedrijf altijd volledig gevuld is.
Verticale installatie maakt opwaartse procesvloeistofstroming mogelijk en zorgt dat het
doorsnedeoppervlak altijd gevuld is, ongeacht de flowsnelheid. Horizontale installatie is
alleen geschikt in lage buisgedeelten die normaliter gevuld zijn.
Afbeelding 4. Stand van de sensor
FLOW
FLOW
7
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
De elektroden in de sensor zijn correct georiënteerd als de twee meetelektroden in de
3-uurs- en 9-uurspositie staan of binnen 45° ten opzichte van de loodlijn, zoals rechts van
Afbeelding 5 staat afgebeeld. Vermijd een montagestand waardoor de bovenkant van de
sensor op 90° ten opzichte van de verticale positie staat, zoals links van Afbeelding 5
afgebeeld.
Afbeelding 5. Montagepositie
Fout
Goed
December 2012
8
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
STAP 4: INSTALLATIE
Sensoren met flens
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is
een pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat compatibel is met
de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Metalen pakkingen en pakkingen met
spiraalvorm kunnen de bekleding beschadigen. Aan weerszijden van de aardring is
een pakking vereist. Voor alle andere toepassingen (inclusief sensor met
bekledingsbescherming of een aardelektrode) is slechts één pakking nodig voor
elke eindaansluiting.
Afbeelding 6. Plaatsing van flenspakking
Niet meegeleverde
pakking
Aardring en pakking
optioneel
Flow
Flensbouten
OPMERKING
Draai nooit de bouten aan één kant tegelijk vast. Draai elke kant tegelijkertijd vast.
Bijvoorbeeld:
1. Links aandraaien
2. Rechts aandraaien
3. Links aanhalen
4. Rechts aanhalen
Dus niet eerst vóór de meter aandraaien en meteen aanhalen en vervolgens achter de
meter aandraaien en meteen aanhalen. Als u bij het aanhalen van de bouten niet wisselt
tussen beide kanten, kan de bekleding beschadigd raken.
De aanbevolen momentwaarden per maat sensorlijn en bekledingstype staan vermeld in
Tabel 1 voor ASME B16.5- en Tabel 2 voor EN-flenzen. Raadpleeg de fabrikant als de
flensclassificatie van de sensor in de tabellen ontbreekt. Haal de flensbouten vóór de sensor
aan in de volgorde aangegeven in Afbeelding 7 tot 20% van het aanbevolen
9
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
aanhaalmoment. Herhaal deze procedure aan de kant achter de sensor. Haal bij sensoren
met meer of minder flensbouten de bouten aan in een soortgelijke kruisgewijze volgorde.
Herhaal deze volledige aanhaalreeks tot 40%, 60%, 80% en ten slotte 100% van de
aanbevolen aanhaalmomenten of totdat het lekken tussen de proces- en de sensorflenzen
stopt.
Als het lekken bij het aanbevolen aanhaalmoment nog niet is gestopt, kunnen de bouten in
stappen van 10% verder worden aangehaald totdat de verbindingen niet meer lekken of
totdat het gemeten aanhaalmoment de maximale aanhaalspecificatie van de bouten bereikt.
De bescherming van de bekleding in overweging nemende komt de gebruiker vaak tot een
ander aanhaalmoment waarbij het lekken ophoudt, afhankelijk van de specifieke combinatie
van flenzen, bouten, pakkingen en het bekledingsmateriaal van de sensor.
Controleer op lekkage bij de flenzen nadat u de bouten hebt aangehaald. Als u niet de juiste
aanhaalmethode gebruikt, kan dat tot ernstige schade leiden. De verbindingen van een
sensor moeten 24 uur na de eerste installatie nogmaals worden aangehaald. Na verloop
van tijd kan het bekledingsmateriaal van een sensor vervormd raken door de druk.
Afbeelding 7. Aandraaivolgorde flensbouten
December 2012
1
8
5
10
4
6
8 bouten
2
3
7
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Tabel 1. Aanbevolen aanhaalmomenten flensbouten voor Rosemount 8705- en 8707-sensoren met grote
signaalsterkte
Bekleding van PTFE/ETFE/PFA
Maatcode Leidingdiameter
00515 mm (0.5 inch)88-01025 mm (1 inch)812-01540 mm (1.5 inch)1325718
02050 mm (2 inch)19171411
02565 mm (2.5 inch)22241716
03080 mm (3 inch)34352323
040100 mm (4 inch)26501732
050125 mm (5 inch)36602535
060150 mm (6 inch)45503037
080200 mm (8 inch)60824255
100250 mm (10 inch)55804070
120300 mm (12 inch)6512555105
140350 mm (14 inch)8511 07095
160400 mm (16 inch)8516065140
180450 mm (18 inch)12017095150
200500 mm (20 inch)11 017590150
240600 mm (24 inch)165280140250
300750 mm (30 inch)195375165350
360900 mm (36 inch)280575245575
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
Rosemount 8732
Bekleding van
polyurethaan/neopreen/linatex/
Klasse 150
(lb-ft)
adipreen
Klasse 300
(lb-ft)
11
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
Tabel 2. Aanhaalmomenten flensbouten en boutbelastingsspecificaties 8705 (EN 1092-1)
Bekleding van PTFE/ETFE
PN 10PN 16PN 25PN 40
Maatcode Leidingdiameter
00515 mm (0.5 inch)10
01025 mm (1 inch)20
01540 mm (1.5 inch)50
02050 mm (2 inch)60
02565 mm (2.5 inch)50
03080 mm (3 inch)50
040100 mm (4 inch)5070
050125 mm (5.0 inch)70100
060150 mm (6 inch)90130
080200 mm (8 inch)13090130170
100250 mm (10 inch)100130190250
120300 mm (12 inch)120170190270
140350 mm (14 inch)160220320410
160400 mm (16 inch)220280410610
180450 mm (18 inch)190340330420
200500 mm (20 inch)230380440520
240600 mm (24 inch)290570590850
(Nm)(Nm)(Nm)(Nm)
December 2012
12
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
Tabel 2.
(vervolg)Aanhaalmomenten flensbouten en boutbelastingsspecificaties 8705(EN 1092-1)
Bekledingen van polyurethaan, linatex, adipreen en neopreen
PN 10PN 16PN 25PN 40
Maatcode Leidingdiameter
01025 mm (1 inch)20
01540 mm (1,5 inch)30
02050 mm (2 inch)40
02565 mm (2,5 inch)35
03080 mm (3 inch)30
040100 mm (4 inch)4050
050125 mm (5,0 inch)5070
060150 mm (6 inch)6090
080200 mm (8 inch)906090110
100250 mm (10 inch)7080130170
120300 mm (12 inch)8011 0130180
140350 mm (14 inch)110150210280
160400 mm (16 inch)150190280410
180450 mm (18 inch)130230220280
200500 mm (20 inch)150260300350
240600 mm (24 inch)200380390560
(Nm)(Nm)(Nm)(Nm)
13
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
December 2012
Flensloze sensoren
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een
pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat verenigbaar is met de
procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Metalen pakkingen en pakkingen met
spiraalvorm kunnen de bekleding beschadigen. Aan weerszijden van de aardring is een
pakking vereist. Zie Afbeelding 8 hieronder.
Afbeelding 8. Plaatsing flensloze pakking
Installatie van afstandhouders
Spacer Installation
Horizontale meters
Horizontal meters
Niet
meegeleverde
pakking
Tapbouten,
moeren en ringen
voor installatie
Uitlijnafstandhouder
Flow
Uitlijning
1. Op leidingen van 40 t/m 200 mm (1.5 t/m 8 inch). Rosemount beveelt installatie van de
meegeleverde uitlijnafstandhouders ten zeerste aan om te verzekeren dat de flensloze
sensor goed tussen de procesflenzen wordt gecentreerd. Voor de sensormaten 4 t/m
25 mm (0.15, 0.30, 0.5 en 1 inch) zijn uitlijnafstandhouders niet nodig.
2. Steek de tapeinden voor de onderkant van de sensor tussen de pijpflenzen en centreer
de uitlijnafstandhouder midden op het tapeind. Zie Afbeelding 8 voor de locaties van de
boutgaten die worden aanbevolen voor de meegeleverde afstandhouders. De
specificaties voor de tapbouten vindt u in Tabel 3.
3. Plaats de sensor tussen de flenzen. Zorg dat de uitlijnafstandhouders goed op de
tapeinden zijn gecentreerd. Schuif voor installaties met verticale flow de O-ring over het
tapeind om de afstandhouder op zijn plaats te houden. Zie Afbeelding 8. Raadpleeg
Tabel 4 om te verzekeren dat de afstandhouders passend zijn voor de flensmaat en
de classificatie van de procesflenzen.
4. Breng de overige tapbouten, ringen en moeren aan.
5. Haal aan tot de momentspecificaties in Tabel 5. Haal de bouten niet te strak aan, anders
raakt de bekleding beschadigd.
Tabel 3. Specificaties tapbouten
Nominale sensorafmetingSpecificaties tapbouten
4-25 mm (0.15-1 inch)316 SST ASTM A193, Grade B8M Class 1 gemonteerde
40–200 mm (1.5–8 inch)CS, ASTM A193, Grade B7 gemonteerde draadtapbouten
draadtapbouten
Verticale meters
Vertical meters
O-ring
O-ring
14
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
OPMERKING
Monteer sensormaten 0,15, 0,30 en 0,5 inch tussen AMSE 1/2 inch-flenzen. Als er bouten
van koolstofstaal worden gebruikt op sensoren van 15 en 25 mm (0.15, 0.30, 0.5 en 1 inch)
in plaats van de vereiste roestvaststalen bouten, zal de meetfunctie van de flowsensor
verslechteren.
Vermeld voor het bestellen van een set uitlijnafstandhouders (met 3 afstandhouders)
onderdeelnummer 08711-3211-xxxx en het bovenstaande dash-nummer.
Rosemount 8732
Classificatie flens(mm)(inch)
15
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
December 2012
Flensbouten
Voor flensloze sensoren zijn tapeinden vereist. Zie Afbeelding 7 voor de aanhaalvolgorde.
Controleer altijd op lekkage bij de flenzen nadat u de flensbouten hebt aangehaald.
De verbindingen van elke sensor moeten 24 uur na de eerste keer aanhalen van de
flensbouten nogmaals worden aangehaald.
Tabel 5. Aanhaalspecificaties Rosemount 8711
MaatcodeLeidingdiameterNmLb-ft
15 F4 mm (0.15 inch)75
30F8 mm (0.30 inch)75
00515 mm (0.5 inch)75
01025 mm (1 inch)1410
01540 mm (1.5 inch)2015
02050 mm (2 inch)3425
03080 mm (3 inch)5440
040100 mm (4 inch)4130
060150 mm (6 inch)6850
080200 mm (8 inch)9570
16
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
Hygiënische sensoren
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een
pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat verenigbaar is met de
procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Er worden pakkingen geleverd voor tussen
de IDF- en de proceskoppelingsfitting (bijvoorbeeld een Tri-Clamp-fitting) op alle
Rosemount 8721 hygiënische sensoren, behalve als de proceskoppelingsfittingen niet zijn
meegeleverd en het enige aansluitingstype een IDF-fitting is.
Uitlijning en bouten
Bij installatie van een magnetisch inductieve meter met hygiënische fittingen moeten de
fabrieksnormen worden gevolgd. Er zijn geen speciale aanhaalmomenten of -methoden
voor de bouten vereist.
Raadpleeg Tabel 6 om te bepalen welke procesaardingsoptie voor een juiste installatie is
vereist. De sensorbehuizing moet op aarde worden aangesloten volgens de landelijke en
plaatselijke elektriciteitsvoorschriften. Als u dit niet doet, zal de apparatuur mogelijk minder
bescherming bieden.
Tabel 6. Installatie procesaarding
Opties procesaarding
Type buisAardingsbanden AardingsringenAardelektrode
Geleidende buis
zonder
binnenbekleding
Geleidende buis met
binnenbekleding
Niet-geleidende buis Onvoldoende
Afbeelding 10. Aardingsbanden of aardelektrode in buis met bekleding
Zie Afbeelding 10 Niet vereistNiet vereistZie Afbeelding 11
Afbeelding 11. Aarding met aardingsringen of bekledingsbeschermingen
Aardingsringen of
bekledingsbeschermingen
18
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Afbeelding 12. Aarding met aardingsringen of bekledingsbeschermingen
Aardingsringen of
bekledingsbeschermingen
Afbeelding 13. Aarding met aardelektrode
Rosemount 8732
19
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
December 2012
STAP 6: BEDRADING
In deze paragraaf over bedrading worden de verbindingen tussen de transmitter en de
sensor, het PROFIBUS PA-veldbussegment en de voeding van de transmitter beschreven.
Volg de informatie over doorvoerbuizen, kabelvereisten en loskoppelingsvereisten in de
onderstaande paragrafen.
Kabel- en doorvoerbuisaansluitingen
Zowel de aansluitkast van de sensor als die van de transmitter hebben poorten voor 1/2 inch
NPT-doorvoerbuisaansluitingen; er zijn optioneel tevens CM20- of PG-13,5-aansluitingen
verkrijgbaar. Bij het maken van deze aansluitingen moeten de landelijke of plaatselijke
elektriciteitsvoorschriften of die van de fabriek gevolgd worden. Ongebruikte openingen
moeten worden afgedicht met metalen blindstoppen. Een juiste elektrische installatie is
vereist om meetfouten als gevolg van elektrische ruis en interferentie te voorkomen. Aparte
doorvoerbuizen voor de spoelaandrijvings- en signaalkabels zijn niet vereist, maar wel een
exclusieve doorvoerbuis tussen elke transmitter en sensor. Voor de beste resultaten moet in
een omgeving met veel elektrische ruis afgeschermde kabel worden gebruikt. Verwijder bij
het bewerken van alle draadaansluitingen alleen de isolatie die verwijderd moet worden om
de draad geheel onder de klemaansluiting te laten passen. Als er te veel isolatiemateriaal
wordt verwijderd, kan dat leiden tot ongewenste kortsluiting op de transmitterbehuizing of
andere draadaansluitingen. Voor sensoren met flens die zijn geïnstalleerd in een toepassing
die IP68-bescherming vereist, zijn afgedichte kabelwartels, doorvoerbuizen en
doorvoerpluggen vereist die aan de IP68-specificaties voldoen.
Vereisten t.a.v. de doorvoerbuizen
Tussen de sensor en de op afstand gemonteerde transmitter is een exclusieve
kabeldoorvoer vereist voor de spoelaandrijvings- en signaalkabels. Zie Afbeelding 14.
Het bundelen van kabels in één doorvoerbuis leidt snel tot interferentie en ruisproblemen
in uw systeem. Leg door elke leiding hoogstens één set kabels.
Afbeelding 14. Aanleg leidingen
FoutGoed
voeding
uitgangen
20
voeding
uitgangen
spoelaandrijvingsen elektrodekabels
voeding
uitgangen
voeding
uitgangen
spoelaandrijvingsen elektrodekabels
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
Leg kabel van de juiste doorsnede door de doorvoerbuisaansluitingen van uw
magnetische-magnetisch flowmetersysteem. Leg de voedingskabel van de voedingsbron
naar de transmitter. Leg de kabel van de spoelaandrijving en de signaalkabel tussen de
flowmetersensor en de transmitter.
• De geïnstalleerde signaalbedrading mag niet gelijk oplopen met en niet door dezelfde
kabelgoot lopen als de bedrading voor de wissel- of gelijkstroomvoeding.
• Het instrument moet goed worden geaard op massa of aarde volgens de plaatselijke
elektriciteitsvoorschriften.
• Er moet Rosemount-combinatiekabel met onderdeelnummer 08732-0753-2004 (m) of
08732-0753-1003 (ft) worden gebruikt om te voldoen aan de EMC-vereisten.
Bedrading tussen de transmitter en de sensor
De transmitter kan op de sensor gemonteerd zijn of op afstand worden gemonteerd volgens
de bedradingsinstructies.
Vereisten en gereedmaken van kabels voor installatie op afstand
Voor installaties met de afzonderlijke spoelaandrijvings- en signaalkabels moet de lengte tot
300 meter worden beperkt. Beide kabels moeten precies even lang zijn. Zie Tabel 7.
Voor installaties met de gecombineerde spoelaandrijvings- en signaalkabel moet de lengte
tot 100 meter worden beperkt. Zie Tabel 7.
Bewerk de uiteinden van de spoelaandrijvings- en signaalkabels zoals afgebeeld in
Afbeelding 15. Laat maximaal 2,54 cm (1 inch) onafgeschermde draad blootliggen bij zowel
de spoelaandrijvings- als de signaalkabel. Blootliggende draad moet met gepast
isolatiemateriaal worden omwikkeld. Te lange draden en kabels zonder afscherming kunnen
elektrische ruis veroorzaken, met onstabiele meetresultaten als gevolg.
Afbeelding 15. Detail bewerkte kabel
OPMERKING
Afmetingen zijn aangegeven in millimeter (inch).
Kabelafscherming
26
(1.00)
21
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
Tabel 7. Kabelvereisten
Vermeld bij het bestellen van kabel de lengte als het gewenste aantal. 25 ft = aantal (25)
08732-0753-1003
BeschrijvingLengteOnderdeelnummer
Spoelaandrijvingskabel (14 AWG)
Belden 8720, Alpha 2442 of
vergelijkbaar product
Signaalkabel (20 AWG)
Belden 8762, Alpha 2411 of
vergelijkbaar product
Combinatiekabel
Spoelaandrijvingskabel (18 AWG)
en signaalkabel (20 AWG)
m
ft
m
ft
m
ft
08712-0060-2013
08712-0060-0001
08712-0061-2003
08712-0061-0001
08732-0753-2004
08732-0753-1003
December 2012
WAARSCHUWING
Gevaar van elektrische schokken tussen klem 1 en 2 (40 V a.c.).
Bedrading tussen de transmitter en de sensor aanleggen
Zie Tabel 8 bij gebruik van afzonderlijke kabels voor spoelaandrijving en signaal. Zie Tabel 9
bij gebruik van de combinatiekabel voor spoelaandrijving en signaal. Zie Afbeelding 16 voor
het bedradingsschema voor de transmitter.
1. Sluit de spoelaandrijvingskabel aan op klem 1, 2 en 3 (aarde).
2. Sluit de signaalkabel aan op klem 17, 18 en 19.
1118rood
2218groen
3 of aarde3 of aarde18afscherming
171720afscherming
181820zwart
191920wit
22
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Afbeelding 16. Bedradingsschema voor montage op afstand
OPMERKING
Bij gebruik van een door Rosemount geleverde combinatiekabel bevatten de signaaldraden
voor klem 18 en 19 een extra afschermingsdraad. Deze twee afschermingsdraden moeten
op klem 17 op het aansluitklemmenblok van de sensor worden verbonden met de
hoofdafschermingsdraad; in de aansluitkast van de transmitter moeten ze tot op het
isolatiemateriaal worden afgeknipt. Zie Afbeelding 17.
Afbeelding 17. Bedradingsschema combinatiekabel spoel en signaal
SpoelaandrijvingskabelSignaalkabel
Coil Drive Cable
Signal Cable
Rosemount 8732
Transsmiter
TransmitterSensoren
2 groen
2 groen
3 afscherming
3 afscherming
afscherming
17 Shield18 Black19 White1 Red2 Green3 Shield
afscherming
17
17
1 Red2 Green3 Shield17 Shield18 Black19 White
1 rood
Tube
1 rood
18 zwart 19 wit
18 zwart 19 wit
Cut Shield
Afscherming
afknippen
23
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
December 2012
Integraal gemonteerde transmitters
De draadboom voor integraal gemonteerde transmitters wordt in de fabriek geïnstalleerd.
Zie Afbeelding 18. Gebruik geen andere kabels dan die welke zijn meegeleverd door
Emerson Process Management, Rosemount, Inc.
Afbeelding 18. Bedradingsschema voor integrale montage 8732EST
24
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
Bedrading voor aansluiting PROFIBUS PA-veldbus
Communicatie-ingang transmitter
Voor de PROFIBUS PA-veldbuscommunicatie is een voeding vereist van ten minste 9 V d.c.
en ten hoogste 32 V d.c. op de communicatieaansluitingen van de transmitter. Overschrijd
de 32 V d.c.op de communicatieaansluitingen van de transmitter niet. Leg geen
netspanningsvoeding aan op de communicatieaansluitingen van de transmitter. Een
onjuiste voedingsspanning kan de transmitter beschadigen.
Veldbedrading
De voeding voor communicatie van de Profibus PA-veldbus moet onafhankelijk zijn van de
voeding voor de transmitter. Gebruik voor een optimaal resultaat afgeschermde kabel met
getwiste aders. Gebruik voor een optimaal resultaat bij nieuwe toepassingen kabel met
getwiste aders die speciaal ontworpen is voor veldbuscommunicatie. Het aantal
instrumenten op een veldbussegment wordt beperkt door de voedingsspanning, de
kabelweerstand en de hoeveelheid stroom die ieder instrument trekt. Zie Tabel 10 voor
de kabelspecificaties.
Tabel 10. Ideale kabelspecificaties voor veldbusbedrading
TyperingIdeale specificatie
Impedantie100 ohm ± 20% bij 31,25 kHz
Koperdoorsnede0,8 mm2 (18 AWG)
Bedekking door
afscherming
Demping3 dB/km
Capacitatieve
asymmetrie
90%
2 nF/km
25
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
Netspanningsbewaking
Elke veldbusvoeding vereist een netspanningsbewaker om de voedingsuitgang van het
veldbusbedradingssegment te ontkoppelen.
Afbeelding 19. Voedingsaansluitingen
Afsluitweerstanden
Converter, Profibus
DP naar Profibus PA
December 2012
(verbindingslijn)
Regelkamer
* In intrinsiek veilige installaties zullen soms
minder apparaten per intrinsieke-
veiligheidsisolering zijn toegestaan.
(aftaklijn)
Apparaat 1 t/m 11*
(aftaklijn)
26
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Bedradingaansluiting transmitter
Volg de onderstaande stappen voor bedrading van veldbustransmitter model 8732E
PROFIBUS PA:
1. Zorg dat de spanningsstabilisator en de kabel voldoen aan de hierboven onder
“Veldbedrading” vermelde eisen
2. Zorg dat de transmitter niet onder spanning staat
3. Leg de veldbusbedrading door de juiste kabelopening
4. Sluit de ene veldbusdraad aan op klem 1, en de andere veldbusdraad op klem 2. Op de
8732E-veldbustransmitter is de polariteit niet van belang. Zie Afbeelding 20.
Bij bedrading op schroefaansluitklemmen wordt gebruik van kabelschoenen aanbevolen.
Draai de aansluitklemmen aan om te zorgen dat er goed contact is. Beide
transmitterdeksels moeten helemaal gesloten zijn om aan de vereisten voor
explosieveiligheid te voldoen. Verwijder de transmitterdeksels niet in een
explosiegevaarlijke atmosfeer wanneer de transmitter onder spanning staat.
Transmitter 8732E is ontworpen voor een voeding van 90–250 V a.c., 50–60 Hz of 12–42
V d.c. Neem voordat u stroom aansluit op de Rosemount 8732E de volgende normen in
overweging en verzeker u ervan dat u over de juiste voeding, doorvoerbuizen en andere
accessoires beschikt. Bedraad de transmitter volgens de nationale en plaatselijke
voorschriften voor de voedingsspanning. Zie Afbeelding 21.
I = voedingsstroomvereiste (ampère)
V = voedingsspanning (volt)
Vereisten voedingsdraad
Gebruik draad van 12 tot 18 AWG, geschikt voor gebruik bij de verwachte temperaturen van
het apparaat. Gebruik voor aansluitingen bij een omgevingstemperatuur van meer dan
60 °C (140 °F) een draad die gespecificeerd is voor 80 °C (176 °F). Gebruik bij een
omgevingstemperatuur van meer dan 80 °C (176 °F) een draad die gespecificeerd is voor
110 °C (230 °F). Controleer voor met gelijkstroom gevoede transmitters met lange kabels of
er op de polen van de transmitter ten minste 12 V gelijkstroom staat.
Stroomverbrekers
Sluit het instrument aan via een externe onderbreker of een schakelaar. Breng een duidelijk
label aan op de onderbreker of schakelaar en plaats hem in de buurt van de transmitter,
waarbij u de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften volgt.
Installatiecategorie
De installatiecategorie voor de 8732E is (overspannings-) categorie II.
Stroombeveiliging
De voedingsleidingen van de Rosemount 8732E-flowmetertransmitter moeten tegen
overspanning gezekerd worden. De maximale classificaties van stroombeveiligers staan
weergegeven in Tabel 11.
Tabel 11. Stroomlimieten
VoedingsspanningZekeringsspecificatieFabrikant
95–250 V a.c.2 A, snelzekeringBussman AGC2 of vergelijkbaar product
12-42 V d.c.3 A, snelzekeringBussman AGC3 of vergelijkbaar product
28
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Voeding 8732E
Sluit voor wisselspanningsapparatuur (90–250 V a.c., 50–60 Hz) de nulleider aan op
klem 9 (AC N/L2) en sluit de wisselspanninggeleider aan op klem 10 (AC/L1). Sluit voor
gelijkspanningsapparatuur de negatieve draad op aansluitklem 9 (DC –) aan en de positieve
draad op aansluitklem 10 (DC +). Units die werken op een wisselspanningsvoeding van
12–42 V kunnen tot 1 ampère stroom trekken. Zie Afbeelding 22 voor de aansluitingen op
het klemmenblok.
Bij transmitterbehuizingen die met een dekselborgschroef worden geleverd, moet de
schroef correct worden gemonteerd nadat de transmitter is bedraad en opgestart. Volg
deze stappen voor het monteren van de dekselborgschroef:
1. Controleer of de dekselborgschroef helemaal in de behuizing is gedraaid.
2. Plaats het deksel van de transmitterbehuizing en controleer of het deksel dicht tegen de
behuizing aanzit.
3. Draai de borgschroef met een M4-sleutel los totdat hij het transmitterdeksel raakt.
4. Draai de borgschroef nog 1/2 slag linksom om het deksel vast te zetten.
(Opmerking: Door te hard aandraaien kan de schroefdraad beschadigd raken.)
5. Controleer of het deksel niet kan worden verwijderd.
29
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
December 2012
Stap 7: Basisconfiguratie
Snel opstarten
Nadat het magnetisch flowmetersysteem is geïnstalleerd en de communicatie is opgestart,
wordt de configuratie van de transmitter voltooid. De standaard transmitterconfiguratie,
zonder optiecode C1, door de klant gekozen configuratie, wordt geleverd met de volgende
parameters:
Technische eenheden: ft/s
Sensormaat: 3 inch
Kalibratienummer sensor: 100000501000000
Knooppuntadres en identificatienummer aan het apparaat toewijzen
De 8732E magnetische flowmetertransmitter met Profibus PA-veldbus wordt geleverd met
een tijdelijk adres. Om het Node Address (knooppuntadres) en Ident Number
(identificatienummer) te wijzigen, gebruikt u de functies van de Local Operator Interface
(LOI) of een configuratietool. Het gereedschap kan voor de volgende taken worden gebruikt:
• Het adres wijzigen in een door de gebruiker op te geven adres op het netwerk.
• Het identificatienummer wijzigen om te bepalen of het apparaat in Generic (generieke)
modus of Manufacturer Specific (merkspecifieke) modus werkt. Deze instelling is van
invloed op het GSD-bestand dat het hostsysteem vereist.
Flowspecifieke blokconfiguratie
AI-blok
Het functieblok voor de analoge ingang (AI) vormt de voornaamste interface tussen het
meetsysteem en het regel- en/of bewakingssysteem. Voor een correcte configuratie van het
apparaat moet u de volgende parameters controleren en configureren.
1. De eerste parameter is CHANNEL. De parameter CHANNEL (kanaal) bepaalt welke
transducerblokmeting wordt gebruikt door het AI-blok. Op de 8732E magnetische
flowmetertransmitter is dit kanaal altijd ingesteld op Flow. Er is geen andere optie voor
deze variabele.
2. De tweede parameter is het LINEARIZATION TYPE (linearisatietype). Deze parameter
bepaalt de relatie tussen de blokingang en de blokuitgang. Omdat de 8732E
magnetische flowmetertransmitter geen linearisatie vereist, is deze parameter altijd
ingesteld op No Linearization (geen linearisatie). Dat betekent dat het AI-blok alleen
scaling, filtering en limit checking uitvoert op de ingangswaarde.
3. De derde parameter is PV_SCALE. De VOLUME_FLOW_UNITS op het transducerblok
bepalen de meeteenheid van de primaire variabele-ingang en houden direct verband
met de keuze van de waarden voor PV_SCALE UPPER RANGE en LOWER RANGE.
4. De vierde parameter is OUT_SCALE. De uitgang van het AI-block wordt geschaald
volgens het verband tussen PV_SCALE en de waarden voor OUT_SCALE UPPER
RANGE en LOWER RANGE.
5. De vijfde groep parameters betreft de alarmgrenzen. Bij het configureren van de grenzen
voor de waarschuwing voor High en Low en voor het Fault Alarm moet worden gelet op
de waarden voor OUT_SCALE UPPER RANGE en LOWER RANGE om de
besturingslimieten voor de primaire variabele in te stellen.
30
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
Sleufconfiguratie
De 8732E heeft 4 sleuven die moeten worden geconfigureerd. Als een sleuf niet wordt
gebruikt, moet deze als lege sleuf worden geconfigureerd.
Afbeelding 23 toont een voorbeeld van een elementaire sleufconfiguratie voor de Primary
Variable (PV of Flow) en de getotaliseerde flowwaarde.
Afbeelding 23. Basisconfiguratie sleuven
Raadpleeg het GSD-bestand om te zien waarvoor elke sleuf kan worden geconfigureerd.
Afbeelding 24. Menustructuur 8732E PROFIBUS PA LOI
Totalizers
Elementaire
configuratie
Gedetailleerde configuratie
Totalizer 1
Totalizer 2
Totalizer 3
Flow Units
(floweenheden)
Sensor Size
(sensormaat)
Cal Number (kalibratienummer)
Damping
(demping)
Coil Frequency
(spoelfrequentie)
PROFIBUS
AI Block Conf
LOI Config
Trims
8714i
Run 8714i
View Results
Tube Signature
Measurements
Total 3 Value
Total 3 Config
Device Address
(apparaatadres)
Ident Selector
Total 3 Set
Total 3 Mode
Total 3 Units
Total 3 Preset
AI PV Scale
AI Out Scale
Display Timing
Language
Write Lock
Automatische
nulpunts-trim
Values
Re-signature
Recall Values
Coil Resist
Coil Signature
Electrode Res
Total 1 Value
Total 1 Config
Total 2 Value
Total 2 Config
PV Scale URV
Out Scale LRV
PV
Totalizer 1
Totalizer 2
Totalizer 3
Total 1 Set
Total 1 Mode
Total 1 Units
Total 1 Preset
Total 2 Set
Total 2 Mode
Total 2 Units
Total 2 Preset
Out Scale Unit
Out Scale URV
Out Scale LRV
Coil Resist
Coil Signature
Electrode Res
31
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
December 2012
Productcertificeringen
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. – Eden Prairie, Minnesota, VS
Fisher-Rosemount Technologias de Flujo, S.A. de C.V. – Chihuahua, Mexico
Emerson Process Management Flow – Ede, Nederland
Asia Flow Technology Center – Nanjing, China
INFORMATIE OVER EUROPESE RICHTLIJNEN
De EG-verklaring van overeenstemming staat op pagina 39. De meest recente versie vindt
u op www.rosemount.com.
Beveiliging van type n volgens EN50021
• Voor de installatie van externe verbindingen en afsluiting van ongebruikte
toegangsopeningen moeten daartoe geschikte Ex e- of Ex n-kabelwartels en
blindstoppen worden gebruikt die zijn gecertificeerd door een goedgekeurde
certificerende instelling.
CE-markering
Voldoet aan EN 61326-1: 2006
Voor Rosemount 8732E-transmitters:
Voldoet aan de essentiële vereisten met betrekking tot veiligheid en gezondheid:
EN 60079-0: 2006
EN 60079-1: 2007
EN 60079-7: 2007
EN 60079-11: 2007
EN 60079-15: 2005
EN 61241-0: 2004
EN 61241-1: 2006
Internationale certificaten
C-Tick-markering
Rosemount Inc. voldoet aan de volgende IEC-vereisten.
Voor de 8732E-transmitter met een LOI (lokale bediening) ligt de onderste
omgevingstemperatuurlimiet op –20 °C.
OPMERKING
Voor intrinsiek veilige (IS) uitgangen op de 8732E moet uitgangsoptiecode F worden
geselecteerd.
IS-uitgangen voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C, D. Temp.-code – T4 bij 60 °C
IS-uitgangen voor Ex de [ia] IIB of IIC T6
Certificeringen Noord-Amerika
FM-goedkeuringen
N0 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2
Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen
(T4 bij 60 °C: –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1
Groep E, F en G (T5 bij 60 °C)
Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X
N5 Niet vonkend voor klasse I, divisie 2,
Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen
(T4 bij 60 °C: –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1
Groep E, F en G (T5 bij 60 °C)
Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X
Vereist sensoren met N5-goedkeuring
Rosemount 8732
E5 Explosieveilig voor klasse I, divisie 1
Groep C en D (T6 bij 60 °C)
Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1
Groep E, F en G (T5 bij 60 °C),
Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2
Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen
(T4 bij 60 °C: –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X
Canadian Standards Association (CSA)
N0 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2
Groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen
(T4 bij 60 °C: –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Stofontstekingsbestendig klasse II/III, divisie 1
Groep E, F en G (T4 bij 60 °C)
Explosiegevaarlijke omgeving; behuizing type 4X
33
Rosemount 8732
Europese certificeringen
E1ATEX drukvast
Certificaat nr: KEMA 07ATEX0073 X
II 2G Ex de IIC T6 of
II 2G Ex de [ia] IIC T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
V
max
0575
ED ATEX drukvast
Certificaat nr.: KEMA 07ATEX0073 X II 2G
Ex de IIB of Ex de [ia] IIB T6 (–50°C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
0575
ND ATEX stof
Certificaat nr: KEMA 07ATEX0073 X
II 1D Ex tD A20 IP66 T100 °C of
met intrinsiek veilige uitgangen
II G [Ex ia] IIC
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
IP 66
0575
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (KEMA 07ATEX0073 X):
Neem contact op met Rosemount Inc. voor gegevens over de afmetingen van drukvaste
verbindingen. De eigenschapsklasse van de beveiligingsschroeven waarmee de
meetbuis of aansluitkast op de transmitter wordt bevestigd, is SST A2-70 of SST A4-70.
Installatie-instructies:
De kabel en kabelinvoerelementen en afdichtingen moeten van een gecertificeerd
drukvast type of type met vergrote beveiliging zijn, geschikt voor de
gebruiksomstandigheden en juist geïnstalleerd. Bij gebruik van de doorvoerbuis moet
een gecertificeerde stoppenkast worden aangebracht direct op de ingang van
de behuizing.
34
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
N1ATEX type n
Certificaat nr: Baseefa 07ATEX0203X
II 3G Ex nA nL IIC T4
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
= 42 V d.c.
V
max
IP 66
0575
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
Het apparaat kan de 500V-isolatietest die vereist is volgens bepaling 6.8.1 van
EN 60079-15:2005 niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij
installatie van het apparaat.
Internationale certificeringen
IECEx
E7IECEx drukvast
Certificaat nr: KEM 07.0038X
Ex IIC of Ex de [ia] IIC T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
Rosemount 8732
EFIECEx drukvast
Certificaat nr: KEM 07.0038X
Ex de IIB of Ex de [ia] IIB T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
NFIECEx stof
Certificaat nr: KEM 07.0038X
Ex tD A20 IP66 T 100 °C
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (KEM 07.0038X):
Neem contact op met Rosemount Inc. voor gegevens over de afmetingen van drukvaste
verbindingen. De eigenschapsklasse van de beveiligingsschroeven waarmee de
meetbuis of aansluitkast op de transmitter wordt bevestigd, is SST A2-70 of SST A4-70.
35
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
Rosemount 8732
Installatie-instructies:
De kabel en kabelinvoerelementen en afdichtingen moeten van een gecertificeerd
drukvast type of type met vergrote beveiliging zijn, geschikt voor de
gebruiksomstandigheden en juist geïnstalleerd. Bij gebruik van de doorvoerbuis moet
een gecertificeerde stoppenkast worden aangebracht direct op de ingang van de
behuizing.
N7IECEx type n
Certificaat nr: IECEx BAS 07.0062X
Ex nA nL IIC T4
met FISCO/FNICO-uitgang
Ex nA nL [ia] IIC T4
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
= 42 V d.c.
V
max
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x)
Het apparaat kan de 500V-isolatietest die vereist is volgens bepaling 6.8.1 van IEC
60079-15:2005 niet doorstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie
van het apparaat.
NEPSI – China
E3NEPSI drukvast
Certificaat nr: GYJ071438X
Ex de IIC T6 of Ex de [ia] IIC T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
December 2012
EPNEPSI drukvast
Certificaat nr: GYJ071438X
Ex de IIB T6 of Ex de [ia] IIB T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
InMetro – Brazilië
E2InMetro drukvast
Certificaat nr: NCC 12.1177 X
Ex de IIC T6 Gb IP66 of
Ex de [ia IIC Ga] IIC T6 Gb IP66
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
36
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
EB InMetro drukvast
Certificaat nr: NCC 12.1177 X
Ex de IIB T6 Gb IP66 of
Ex de [ia IIC Ga] IIB T6 Gb IP66
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
V
max
KOSHA – Korea
E9KOSHA drukvast
Certificaat nr: 2008-2094-Q1X
Ex de IIC of Ex de [ia] IIC T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
EK KOSHA drukvast
Certificaat nr: 2008-2094-Q1X
Ex de IIB of Ex de [ia] IIB T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
V
= 250 V a.c. of 42 V d.c.
max
Rosemount 8732
GOST – Rusland
E8GOST drukvast
Ex de IIC T6 of Ex de [ia] IIC T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
met LOI (–20 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
IP67
EM GOST drukvast
Ex de IIB T6 of Ex de [ia] IIB T6
zonder LOI (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
(1) De CE-markering is standaard voor de Rosemount 8705, 8711 en 8721.
(2) Uitsluitend leverbaar in leidingmaten tot en met 200 mm (8 inch).
(1)
Voor ontvlambare
vloeistoffen
Voor
niet-ont-
vlambare
vloeistoffen
Voor ontvlambare
vloeistoffen
Voor
niet-ont-
vlambare
vloeistoffen
Voor ontvlambare
vloeistoffen
Rosemount
8721-
sensoren
Voor
niet-ontvlam-
bare vloei-
stoffen
38
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Afbeelding 25. Verklaring van overeenstemming
EC Declaration of Conformity
No: RFD 1068 Rev. E
We,
Rosemount Inc.
12001 Technology Drive
Eden Prairie, MN 55344-3695
USA
declare under our sole responsibility that the product(s),
Model 8732E Magnetic Flowmeter Transmitter
manufactured by,
Rosemount Inc.
12001 Technology Drive and 8200 Market Boulevard
Eden Prairie, MN 55344-3695 Chanhassen, MN 55317-9687
USA USA
to which this declaration relates, is in conformity with the provisions of the European
Community Directives, including the latest amendments, as shown in the attached schedule.
Assumption of conformity is based on the application of harmonized or applicable technical
standards and, when applicable or required, a European Community notified body certification,
as shown in the attached schedule.
Rosemount 8732
January 21, 2010
(date of issue)
FILE ID: 8732E CE Marking Page
(signature)
Mark J Fleigle
(name - printed)
Vice President Technology and New Products
(function name - printed)
1 of 3
8732E_RFD1068E.DOC
39
Rosemount 8732
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
EC Declaration of Conformity RFD 1068 Rev. E
EMC Directive (2004/108/EC)
All Models
EN 61326-1: 2006
LVD Directive (2006/95/EC)
All Models
EN 61010-1: 2001
ATEX Directive (94/9/EC)
Model 8732E Magnetic Flowmeter Transmitter
KEMA 07ATEX0073 X – Flameproof, with Increased Safety Terminal(s),
Intrinsically Safe Output(s), Dust
Equipment Group II, Category 2 G:
Ex d IIB/IIC T6
Ex de IIB/IIC T6
Ex e IIB/IIC (Junctionbox)
Equipment Group II, Category 2 (1) G:
Ex de [ia] IIB/IIC T6 (Transmitter)
Equipment Group II, Category (1) G
[Ex ia] IIC
Equipment Group II, Category 1 D:
Ex tD A20 IP66 T100 ºC
EN 60079-0: 2006
EN 60079-1: 2007
EN 60079-7: 2007
EN 60079-11: 2007
Schedule
EN 60079-26: 2004
EN 60079-27: 2006
EN 61241-0: 2006
EN 61241-1: 2004
FILE ID: 8732E CE Marking Page
40
2 of 3
8732E_RFD1068E.DOC
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
EC Declaration of Conformity RFD 1068 Rev. E
Schedule
BASEEF07ATEX0203X – Type n, Intrinsically Safe Output
Equipment Group II, Category 3 G
Ex nA nL IIC T4
Equipment Group II, Category 3(1) G
Ex nA nL [ia] IIC T4
EN 60079-0: 2006
EN 60079-15: 2005
EN 60079-11: 2007
ATEX Notified Bodies for EC Type Examination Certificate
KEMA [Notified Body Number: 0344]
P.O. Box 5185, 6802 ED Arnhem
The Netherlands
Postbank 6794687
ATEX Notified Body for Quality Assurance
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Norway
Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem
Baseefa [Notified Body Number: 1180]
Rockhead Business Park, Staden Lane
Buxton, Derbyshire SK17 9RZ
United Kingdom
Det Norske Veritas (DNV) [Notified Body Number: 0575]
FILE ID: 8732E CE Marking Page
3 of 3
8732E_RFD1068E.DOC
41
Rosemount 8732
EG-verklaring van overeenstemming
Wij,
Rosemount Inc.
12001 Technology Drive
Eden Prairie, MN 55344-3695
VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product/de producten,
Rosemount 8732E magnetische flowmetertransmitter
vervaardigd door,
Rosemount Inc.
12001 Technology Drive
Eden Prairie, MN 55344-3695Chanhassen, MN 55317-9687
VS VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is/zijn met de bepalingen in de
richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen,
welke staan vermeld in bijgevoegd schema.
Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde of
toepasselijke normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde
instantie in de Europese Gemeenschap, welke vermeld staan in onderstaand schema.
Nr.: RFD 1068 v. E
en
8200 Market Boulevard
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
januari 21, 2010 Mark J Fleigle
(datum van uitgave) (naam – in blokletters)
(functie – in blokletters)
Documentnaam: 8732E CE Marking Pagina
42
Vice President technologie en nieuwe producten
1 van 3
8732E_RFD1068E_dut.doc
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1068 v. E
Schema
EMC-richtlijn (2004/108/EG)
Alle modellen
EN 61326-1: 2006
LVD-richtlijn (2006/95/EG)
Alle modellen
EN 61010-1: 2001
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Rosemount 8732E magnetische flowmetertransmitter
KEMA 07ATEX0073 X – Drukvast, met aansluitklem(men) met verhoogde
bescherming, intrinsiek veilige uitgang(en), stof
Apparatuurgroep II, categorie 2 G:
Ex d IIB/IIC T6
Ex de IIB/IIC T6
Ex e IIB/IIC (aansluitkast)
Apparatuurgroep II, categorie 2 (1) G:
Ex de [ia] IIB/IIC T6 (transmitter)
Apparatuurgroep II, categorie (1) G
[Ex ia] IIC
Apparatuurgroep II, categorie 1 D:
Ex tD A20 IP66 T100 ºC
EN 60079-0: 2006
EN 60079-1: 2007
EN 60079-7: 2007
EN 60079-11: 2007
EN 60079-26: 2004
EN 60079-27: 2006
EN 61241-0: 2006
EN 61241-1: 2004
Documentnaam: 8732E CE Marking Pagina
2 van 3
8732E_RFD1068E_dut.doc
43
Rosemount 8732
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1068 v. E
Schema
BASEEF07ATEX0203X – Type n, intrinsiek veilige uitgang
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA nL IIC T4
Apparatuurgroep II, categorie 3(1) G
Ex nA nL [ia] IIC T4
EN 60079-0: 2006
EN 60079-15: 2005
EN 60079-11: 2007
Aangemelde instanties voor ATEX-onderzoekscertificaat, type EG
KEMA [nr. aangemelde instantie: 0344]
Postbus 5185, 6802 ED Arnhem
Nederland
Postbank 6794687
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborg
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Noorwegen
Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem
Baseefa [nr. aangemelde instantie: 1180]
Rockhead Business Park, Staden Lane
Buxton, Derbyshire SK17 9RZ
Verenigd Koninkrijk
Det Norske Veritas (DNV) [nr. aangemelde instantie: 0575]
Documentnaam: 8732E CE Marking Pagina
44
3 van 3
8732E_RFD1068E_dut.doc
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
Rosemount 8732
45
Rosemount 8732
AANTEKENINGEN
Beknopte installatiegids
00825-0111-4665, Rev AB
December 2012
46
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.