Rosemount 644H temperatuurtransmitter met 4–20 mA HART-protocol (revisie 5 en 7) Manuals & Guides [nl]

Snelstartgids
00825-0211-4728, Rev KA
April 2020
Rosemount™ 644 temperatuurtransmitter
met 4-20 mA HART®-protocol (revisie 5 en
7)
Snelstartgids April 2020
Inhoudsopgave
Over deze gids..............................................................................................................................3
Gereedheid van het systeem........................................................................................................ 6
Installatie van de transmitter........................................................................................................7
Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen.....................................................................29
Productcertificeringen............................................................................................................... 30
Verklaring van overeenstemming...............................................................................................50
China RoHS................................................................................................................................ 54
2 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids

1 Over deze gids

Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor installatie van de Rosemount 644 temperatuurtransmitter. Hij bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie, probleemoplossing of installatie. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 644 voor nadere instructies. De handleiding en deze gids zijn tevens in elektronische vorm beschikbaar op Emerson.com/Rosemount.
Veiligheidsberichten
WAARSCHUWING
De in dit document beschreven producten zijn NIET bedoeld voor gebruik in nucleaire toepassingen.
Wanneer een niet voor nucleaire toepassingen geschikt product gebruikt wordt in een toepassing, die een product vereist dat wel voor nucleaire toepassingen geschikt is, kunnen de afgelezen waarden onnauwkeurig zijn.
Neem contact op met een vertegenwoordiger van Emerson voor informatie over Rosemount-producten die geschikt zijn voor nucleaire toepassingen.
Volg de instructies
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan overlijden of ernstig letsel het gevolg zijn.
Zorg dat de installatie alleen door daartoe bevoegd personeel wordt verricht.
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in de faciliteit gebruikte systemen.
Snelstartgids 3
Snelstartgids April 2020
WAARSCHUWING
Explosiegevaar
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van de transmitters in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende lokale, nationale en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg de paragraaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met een veilige installatie.
Verwijder het deksel van de verbindingskop niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er spanning op het circuit staat.
Controleer voordat u een manuele communicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer of de instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedrading.Controleer of de bedrijfsatmosfeer van de transmitter overeenstemt met de desbetreffende certificeringen voor explosiegevaarlijke omgevingen.
Alle deksels van de aansluitkoppen moeten volledig gesloten zijn om aan de vereisten voor explosiebestendigheid te voldoen.
Proceslekken
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Verwijder de beschermbuis niet tijdens bedrijf. Monteer de beschermbuizen en sensoren en draai ze aan voordat u druk
aanlegt op het systeem.
Elektrische schok
Elektrische schokken kunnen overlijden of ernstig letsel veroorzaken.
Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
4 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
Let op!
Doorvoerleiding-/kabelopeningen
Tenzij anders vermeld zijn de kabelgoot-/kabelingangen in de behuizing voorzien van een ½–14 NPT-draad. Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en doorvoerbuizen met een geschikte schroefdraad voor het afsluiten van deze openingen.
Ingangen met de aanduiding "M20" zijn voorzien van een M20 x 1,5­schroefdraad.
Gebruik bij installatie op gevaarlijke locaties in de kabel-/ doorvoerentrees uitsluitend pluggen, wartels of adapters met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
Snelstartgids 5
Snelstartgids April 2020

2 Gereedheid van het systeem

2.1 Controleer of het systeem geschikt is voor de HART­revisie
Controleer als u een op HART gebaseerd systeem voor besturing of middelenbeheer gebruikt eerst of deze systemen met HART kunnen worden gebruikt voordat u de transmitter installeert. Niet alle systemen kunnen communiceren volgens revisie 7 van het HART-protocol. U kunt de transmitter configureren voor HART-revisie 5 of 7.
Zie Schakel over naar een andere HART-revisie voor instructies over het wijzigen van de HART-revisie van de transmitter.

2.2 Controleer of de device driver juist is

Procedure
1. Controleer voor een goede communicatie of de bestanden van de meest recente device driver op uw systemen zijn geïnstalleerd.
2. Download de nieuwste device driver via Emerson.com/Device-Install-
Kits/Device-Install-Kit-Search
Tabel 2-1 bevat de informatie die u nodig hebt om er zeker van te zijn
dat de juiste device-driver-bestanden en documentatie worden gebruikt.
Tabel 2-1: Instrumentrevisies en bestanden
Software­datum
Juni 2012 1.1.1 3 5 8 00809-010
(1) De revisie van de NAMUR-software staat vermeld op het hardwarelabel van het apparaat.
De revisie van de HART-software kan worden afgelezen met een voor HART geschikt communicatie-instrument.
(2) De bestandsnaam van de device driver bevat de instrument- en DD-revisie (bijv. 10_01. Het
HART-protocol) is zo ontworpen dat ook oudere revisies van de device driver kunnen communiceren met nieuwe HART-apparatuur. Om gebruik te kunnen maken van nieuwe functies, moet u de nieuwe device driver downloaden. Voor complete functionaliteit raadt Emerson aan om nieuwe device driver-bestanden te downloaden.
(3) HART-revisie 5 en 7 selecteerbaar, ondersteuning dubbele sensor, gecertificeerde veiligheid,
geavanceerde diagnose (indien besteld), verhoogde nauwkeurigheid en stabiliteit (indien besteld).
6 Rosemount 644
Revisie NAMUR­software
Revisie HART­software
HART Uni­versal-revi-
(1)
sie
7 9
Instrumen-
(2)
trevisie
Document­nummer handlei­ding
0-4728
Wijzigin­gen in de software
Zie een over­zicht van de wijzigingen.
(3)
(3)
voor
April 2020 Snelstartgids

3 Installatie van de transmitter

3.1 De transmitter monteren

Monteer de transmitter op een hoog punt in de leiding om te voorkomen dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt.

3.1.1 In kop gemonteerde transmitter en sensor met DIN-plaat installeren

WAARSCHUWING
Behuizing
De behuizingsdeksels moeten helemaal worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
Procedure
1. Bevestig de beschermbuis in de pijpleiding of in de wand van het procesvat.
2. Monteer de beschermbuis en zorg dat deze vastzit voordat u de procesdruk aanlegt.
3. Controleer de stand van de storingsmodusschakelaar van de transmitter.
4. Monteer de transmitter op de sensor. Druk de transmittermontageschroeven door de sensormontageplaat.
5. Leg de bedrading aan van de transmitter naar de sensor.
6. Steek het geheel van transmitter en sensor in de aansluitkop.
a) Draai de transmittermontageschroeven in de
montageopeningen in de aansluitkop.
b) Bevestig het verlengstuk op de aansluitkop.
c) Steek het geheel in de beschermbuis.
7. Wanneer u een kabelwartel gebruikt, dient u deze correct aan een kabelinvoer in de behuizing te bevestigen.
8. Plaats de draden van de afgeschermde kabel via de kabel-invoer in de aansluitkop.
9. Sluit de draden van de afgeschermde voedingskabel aan op de voedingsaansluitklemmen van de transmitter.
Pas op dat u de sensorbedrading en de sensoraansluitklemmen niet aanraakt.
10. Sluit de kabelwartel aan en draai hem aan.
Snelstartgids 7
Snelstartgids April 2020
11. Installeer het deksel van de aansluitkop en draai het aan.
A. Kap van aansluitkop
B. Aansluitkop
C. Beschermbuis
D. Transmittermontageschroeven
E. Sensor voor integrale montage met losse draden
F. Verlengstuk

3.1.2 In kop gemonteerde transmitter met sensor met schroefdraad installeren (twee of drie kabelbuisopeningen)

WAARSCHUWING
Behuizing
De behuizingsdeksels moeten helemaal worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
Procedure
1. Bevestig de beschermbuis in de pijpleiding of in de wand van het procesvat.
2. Monteer de beschermbuizen en zorg dat deze vastzitten voordat u de procesdruk aanlegt.
3. Bevestig de benodigde verlengnippels en adapters op de beschermbuis.
4. Dicht de nippel- en adapterschroefdraad af met siliconentape.
5. Schroef de sensor in de beschermbuis. Installeer afvoerafdichtingen indien vereist voor zware omstandigheden of om te voldoen aan regelgeving.
6. Controleer of de storingsmodusschakelaar van de transmitter in de juiste stand staat.
7. Controleer of de integrale overspanningsbeveiliging (optiecode T1) goed is geïnstalleerd.
a) Controleer of de overspanningsbeveiliging stevig op de
aansluitkast van de transmitter is aangesloten.
8 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
b) Controleer of de voedingsdraden van de
overspanningsbeveiliging goed zijn vastgezet onder de schroeven van de voedingsklemmen van de transmitter.
c) Controleer of de aardgeleider van de
overspanningsbeveiliging is vastgezet op de inwendige aardschroef in de universeelkop.
Opmerking
Voor de overspanningsbeveiliging is een behuizing met een diameter van ten minste 3,5 in. (89 mm) vereist.
8. Trek de sensordraden door de universeelkop en de opening in het midden van de transmitter.
9. Monteer de transmitter in de universeelkop door de transmittermontageschroeven in de montageopeningen van de universeelkop te schroeven.
10. Monteer de transmitter met sensor in de beschermbuis, of monteer ze desgewenst op afstand.
11. Dicht de adapterschroefdraad af met siliconentape.
12. Trek de draden voor veldbedrading door de kabelbuis in de universeelkop. Sluit de sensor- en voedingsdraden aan op de transmitter.
Vermijd contact met andere aansluitklemmen.
13. Installeer het deksel van de universeelkop en draai het aan.
A. Beschermbuis met schroefdraad
B. Sensor met schroefaansluiting
C. Standaardverlengstuk
D. Universele kop (transmitter binnenin)
E. Kabelingang
Snelstartgids 9
A
C
B
D
E
Snelstartgids April 2020

3.1.3 Transmitter voor veldmontage met sensor met schroefdraad installeren

WAARSCHUWING
Behuizing
De behuizingsdeksels moeten helemaal worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
Procedure
1. Bevestig de beschermbuis in de pijpleiding of in de wand van het procesvat. Monteer de beschermbuizen en zet ze goed vast voordat u de procesdruk toepast.
2. Bevestig de benodigde verlengnippels en adapters op de beschermbuis.
3. Dicht de nippel- en adapterschroefdraad af met siliconentape.
4. Schroef de sensor in de beschermbuis. Installeer afvoerafdichtingen indien vereist voor zware omstandigheden of om te voldoen aan regelgeving.
5. Controleer of de storingsmodusschakelaar van de transmitter in de juiste stand staat.
6. Monteer de transmitter met sensor in de beschermbuis, of monteer ze desgewenst op afstand.
7. Dicht de adapterschroefdraad af met siliconentape.
8. Trek de draden voor veldbedrading door de kabelbuis in de behuizing voor veldmontage. Sluit de sensor- en voedingsdraden aan op de transmitter.
Vermijd contact met andere aansluitklemmen.
9. Installeer de deksels van de twee compartimenten en zet ze stevig vast.
A. Beschermbuis met schroefdraad
B. Sensor met schroefaansluiting
C. Standaardverlengstuk
10 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
D. Behuizing voor veldmontage (transmitter binnenin)
E. Kabelingang

3.2 Voedingsbedrading aanleggen en stroom inschakelen

3.2.1 Bedrading tussen de sensor en transmitter aanleggen

Figuur 3-1: Bedradingsschema’s voor Rosemount 644 voor kopmontage
- met enkele en dubbele ingang
Om een RTD met een compensatiekring te kunnen herkennen, moet de
transmitter worden geconfigureerd voor ten minste een driedraads RTD.
Emerson levert vierdraads sensoren voor alle RTD’s met één element.
Gebruik deze RTD’s in driedraadsconfiguraties door de draden die u niet nodig hebt niet aan te sluiten en af te schermen met isolatietape.
Figuur 3-2: Bedradingsschema’s voor Rosemount 644 voor veldmontage – met enkele en dubbele ingang

3.2.2 Sluit de transmittervoeding aan

Voor gebruik van de transmitter is een externe voeding vereist.
Procedure
1. Verwijder het behuizingsdeksel (indien van toepassing).
Snelstartgids 11
Snelstartgids April 2020
2. Sluit de positieve voedingsdraad aan op de “+”-aansluitklem. Sluit de negatieve voedingsdraad aan op de “–”-aansluitklem. Bij gebruik van een overspanningsbeveiliging moeten de voedingsdraden worden aangesloten op de bovenkant van de overspanningsbeveiliging. Raadpleeg het etiket op de overspanningsbeveiliging voor identificatie van de plus- en minpool.
3. Draai de aansluitklemschroeven aan. Wanneer u de sensor- en voedingsdraden vastzet, is het maximale aanhaalmoment 6 in-lb (0,7 N-m).
4. Plaats het deksel terug en draai het aan (indien van toepassing).
WAARSCHUWING
Behuizing
De behuizingsdeksels moeten helemaal worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
5. Leg spanning aan (12–42 VDC).

3.2.3 Belastingsbegrenzing

De vereiste spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter bedraagt 12 tot 42,4 Vdc; de voedingsaansluitingen hebben een nominale belastbaarheid van 42,4 Vdc. Om beschadiging van de transmitter te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de klemspanning tijdens het wijzigen van de configuratieparameters niet tot onder 12,0 Vdc daalt.

3.2.4 Aarden van de transmitter

Voor een goede aarding is het belangrijk dat de afscherming van de instrumentkabel:
kort wordt afgeknipt en wordt geïsoleerd zodat deze niet tegen de
transmitterbehuizing aan komt;
wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door een
aansluitkast wordt geleid;
aan de voedingszijde wordt verbonden met een goed aardpunt.
Opmerking
Gebruik voor een optimaal resultaat afgeschermde kabel met getwiste aders. Gebruik een draad met een koperdoorsnede van 24 AWG of dikker en een lengte van ten hoogste 5000 ft. (1500 m).
Ingangen voor niet-geaarde thermokoppel, mV en RTD/ohm
Elke procesinstallatie heeft specifieke vereisten voor aarding. Gebruik de aardingsopties die ter plaatse voor dit specifieke sensortype worden aanbevolen of begin met aardingsoptie 1 (de meest gebruikelijke).
12 Rosemount 644
A
B
C
DCS
D
April 2020 Snelstartgids
De transmitter aarden: optie 1
Procedure
1. Verbind de afscherming van de sensorbedrading met de transmitterbehuizing.
2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van omliggende objecten die geaard kunnen zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
Snelstartgids 13
A
B
C
D
DCS
Snelstartgids April 2020
De transmitter aarden: optie 2
Procedure
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat de twee afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde.
4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende geaarde objecten.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
Opmerking
Verbind de afschermingen zo met elkaar dat ze elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitter.
14 Rosemount 644
DCS
A
B
C
D
April 2020 Snelstartgids
De transmitter aarden: optie 3
Procedure
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading indien mogelijk bij de sensor.
2. Zorg dat de afscherming van de sensorbedrading en die van de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading.
4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
Snelstartgids 15
DCS
A
B
C
D
Snelstartgids April 2020
Geaarde thermokoppelingangen
De transmitter aarden: optie 4
Procedure
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor.
2. Zorg dat de afscherming van de sensorbedrading en die van de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading.
4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
3.3

Stel de alarmschakelaar in

Stel de alarmschakelaar in voordat u het instrument in werking stelt.
Procedure
1. Stel de kring in op handmatig (indien van toepassing) en ontkoppel de voeding.
2. Verwijder de lcd-display door deze van de transmitter los te koppelen (indien van toepassing).
3. Zet de schakelaar in de gewenste stand. H duidt op "hoog"; L duidt op "laag".
4. Bevestig de lcd-display weer op de transmitter (indien van toepassing).
16 Rosemount 644
A
Rosemount 644 Transmitter
Rosemount 644 Field Mount
April 2020 Snelstartgids
5. Plaats het behuizingsdeksel terug. De deksels moeten geheel worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
6. Schakel de voeding in en stel de kring in op automatische regeling (indien van toepassing).
Figuur 3-3: Plaatsing van de alarmschakelaar
A. Alarmschakelaar
Opmerking
Verwijder wanneer u een lcd-display gebruikt de display door deze los te halen van de bovenkant van het instrument. Zet daarna de schakelaar in de gewenste positie, plaats de lcd-display terug en plaats het behuizingsdeksel terug.
WAARSCHUWING
Behuizing
De behuizingsdeksels moeten helemaal worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.

3.4 Configuratie configureren

Controleer na ontvangst van de transmitter de configuratie met behulp van een HART-compatibel configuratie-tool. Zie de referentiehandleiding voor
Snelstartgids 17
de Rosemount 644 voor aanwijzingen over configuratie met AMS Device Manager.
De transmitter communiceert via de veldcommunicator (voor communicatie is een kringweerstand vereist tussen 250 en 1100 ohm). Niet gebruiken als de spanning op de transmitteraansluitklem lager is dan 12 Vdc. Zie de naslaghandleiding van de veldcommunicator voor nadere informatie.
Snelstartgids April 2020

3.4.1 Configuratie met een veldcommunicator verifiëren

Om de configuratie te verifiëren moet u een Rosemount 644 DD (device descriptor) installeren op de veldcommunicator.
De sneltoetsreeksen voor de meest recente DD staan vermeld in Tabel 3-1. Neem voor de sneltoetsreeksen van oudere DD’s contact op met uw plaatselijke contactpersoon van Emerson.
Volg de volgende stappen om vast te stellen of er een upgrade moet worden uitgevoerd.
Procedure
1. Sluit de sensor aan. Zie het bedradingsschema op het bovenste label van het instrument.
2. Sluit de werktafelvoeding aan op de voedingsaansluitingen (“+” of “–”).
3. Sluit een veldcommunicator aan op de kring over een kringweerstand of bij de voedings-/signaalaansluitingen op de transmitter.
Het volgende bericht verschijnt als de communicator een oudere versie van de DD’s bevat:
Device Description Not Installed…The Device Description for manufacturer 0x26 model 0x2618 dev rev 8/9 is not installed on the System Card…see Programming Utility for details on Device Description updates…Do you wish to proceed in forward compatibility mode? (Instrumentbeschrijving niet geïnstalleerd…De instrumentbeschrijving voor fabrikant 0x26 model 0x2618 instr.-rev. 8/9 is niet geïnstalleerd op de systeemkaart…zie programmeringsinstrument voor details over updates van instrumentbeschrijving…Wilt u doorgaan in modus voor voorwaartse compatibiliteit?)
Als dit bericht niet verschijnt, is de meest recente DD geïnstalleerd. Als de nieuwste versie niet beschikbaar is, zal de communicator toch goed communiceren. Wanneer de transmitter echter geconfigureerd is voor gebruik van de geavanceerde transmitterfuncties, zullen er communicatieproblemen optreden en zal een verzoek om de communicator uit te schakelen worden weergegeven. Voer om dit te voorkomen een upgrade uit naar de nieuwste DD, of beantwoord de vraag met NO (NEE), dan krijgt de transmitter weer de generieke standaardfuncties.
18 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
Opmerking
Emerson beveelt aan om de meest recente DD te installeren, zodat u over alle functies kunt beschikken. Ga naar Emerson.com/Field-Communicator voor informatie over het bijwerken van de DD-bibliotheek.
Snelstartgids 19
Snelstartgids April 2020

3.4.2 Gebruikersinterface veldcommunicator

Voor configuratie van dit instrument zijn twee gebruikersinterfaces beschikbaar.
Figuur 3-4 kunnen worden gebruikt voor het configureren en opstarten van
de transmitter.
Figuur 3-4: Device Dashboard van interface veldcommunicator
Tabel 3-1: Sneltoetsreeks voor instrumentrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1
Functie HART 5 HART 7
Alarm Values (alarmwaarden) 2, 2, 5, 6 2, 2, 5, 6
Analog Calibration (analoge kalibratie) 3, 4, 5 3, 4, 5
Analog Output (analoge uitgang) 2, 2, 5, 1 2, 2, 5, 1
Average Temperature Setup (instelling gemiddelde temperatuur)
Burst Mode (burstmodus) 2, 2, 8, 4 2, 2, 8, 4
Comm Status (communicatiestatus) N.v.t 1, 2
Configure additional messages (nog meer berichten configureren)
Configure Hot Backup (hot backup configureren)
D/A Trim (D/A-trim) 3, 4, 4, 1 3, 4, 4, 1
Damping Values (dempingswaarden) 2, 2, 1, 5 2, 2, 1, 6
20 Rosemount 644
2, 2, 3, 3 2, 2, 3, 3
N.v.t 2, 2, 8, 4, 7
2, 2, 4, 1, 3 2, 2, 4, 1, 3
April 2020 Snelstartgids
Tabel 3-1: Sneltoetsreeks voor instrumentrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1 (vervolg)
Functie HART 5 HART 7
Date (datum) 2, 2, 7, 1, 2 2, 2, 7, 1, 3
Display Setup (displayconfiguratie) 2, 1, 4 2, 1, 4
Descriptor (beschrijving) 2, 2, 7, 1, 4 2, 2, 7, 1, 5
Instrumentinformatie 1, 8, 1 1, 8, 1
Differential Temperature Setup (instel­ling verschiltemperatuur)
Drift alert (verloopwaarschuwing) 2, 2, 4, 2 2, 2, 4, 2
Filter 50/60 Hz (filter 50/60 Hz) 2, 2, 7, 4, 1 2, 2, 7, 4, 1
First Good Temperature Setup (instelling eerste goede temperatuur)
Hardware Revision (hardware-revisie) 1, 8, 2, 3 1, 8, 2, 3
HART Lock (HART-vergrendeling) N.v.t 2, 2, 9, 2
Intermittent Sensor Detect (periodieke sensordetectie)
Loop Test (kringtest) 3, 5, 1 3, 5, 1
Instrument lokaliseren N.v.t 3, 4, 6, 2
Lock Status (vergrendelingsstatus) N.v.t 1, 8, 3, 8
LRV (Lower Range Value; minimum meetwaarde)
LSL (Lower Sensor Limit; onderste sen­sorlimiet)
Message (bericht) 2, 2, 7, 1, 3 2, 2, 7, 1, 4
Open Sensor Holdoff (nog geen open sensor)
Percent Range (percentage bereik) 2, 2, 5, 2 2, 2, 5, 2
Sensor 1 Configuration (configuratie sensor 1)
Sensor 2 configuration (configuratie sen­sor 2)
Sensor 1 Serial Number (serienummer sensor 1)
Sensor 2 serial number (serienummer sensor 2)
2, 2, 3, 1 2, 2, 3, 1
2, 2, 3, 2 2, 2, 3, 2
2, 2, 7, 4, 2 2, 2, 7, 4, 2
2, 2, 5, 5, 3 2, 2, 5, 5, 3
2, 2, 1, 7, 2 2, 2, 1, 8, 2
2, 2, 7, 3 2, 2, 7, 3
2, 1, 1 2, 1, 1
2, 1, 1 2, 1, 1
2, 2, 1, 6 2, 2, 1, 7
2, 2, 2, 7 2, 2, 2, 8
Snelstartgids 21
Snelstartgids April 2020
Tabel 3-1: Sneltoetsreeks voor instrumentrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1 (vervolg)
Functie HART 5 HART 7
Sensor 1 Type (type sensor 1) 2, 2, 1, 2 2, 2, 1, 3
Sensor 2 type (type sensor 2) 2, 2, 2, 2 2, 2, 2, 3
Sensor 1 unit (eenheid sensor 1) 2, 2, 1, 4 2, 2, 1, 5
Sensor 2 Unit (eenheid sensor 2) 2, 2, 2, 4 2, 2, 2, 5
Sensor 1 status (status sensor 1) N.v.t 2, 2, 1, 2
Sensor 2 Status (status sensor 2) N.v.t 2, 2, 2, 2
Simulate digital signal (simulatie digitaal signaal)
Software Revision (software-revisie) 1, 8, 2, 4 1, 8, 2, 4
Tag (label) 2, 2, 7, 1, 1 2, 2, 7, 1, 1
Long Tag (lange tag) N.v.t 2, 2, 7, 1, 2
Terminal Temperature (aansluitklem­temperatuur)
URV (Upper Range Value; maximum meetwaarde)
USL (Upper Sensor Limit; bovenste sen­sorlimiet)
Variable Mapping (variabelen-mapping) 2, 2, 8, 5 2, 2, 8, 5
2-wire offset sensor 1 (2-draads offset­sensor 1)
2-wire offset sensor 2 (2-draads offset­sensor 2)
N.v.t 3, 5, 2
2, 2, 7, 1 2, 2, 8, 1
2, 2, 5, 5, 2 2, 2, 5, 5, 2
2, 2, 1, 7, 2 2, 2, 1, 8, 2
2, 2, 1, 9 2, 2, 1, 10
2, 2, 2, 9 2, 2, 2, 10

3.4.3 Callendar-Van-Dusen-constanten invoeren of verifiëren

Controleer de invoer van constanten wanneer er bij deze combinatie van transmitter en sensor gebruik wordt gemaakt van sensor-matching.
Procedure
1. Selecteer vanuit het scherm HOME (startscherm) 2 Configure (configureren), 2 Manual Setup (handmatige configuratie), 1 Sensor.
2. Stel de regelkring in op handmatig en selecteer OK.
3. Selecteer bij de prompt ENTER SENSOR TYPE (voer sensortype in) de optie Cal VanDusen.
22 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
4. Selecteer bij de prompt ENTER SENSOR CONNECTION (voer sensorverbinding in) het juiste aantal draden.
5. Voer wanneer daarom gevraagd wordt de Ro-, Alfa-, Bèta- en Deltawaarden in die vermeld staan op de roestvrijstalen tag die bevestigd is aan de bijbestelde sensor.
6. Zet de regelkring terug op automatische regeling en selecteer OK.
7. U kunt de functie voor transmitter-sensor-matching uitschakelen via het scherm HOME (startscherm): selecteer 2 Configure
(configureren), 2 Manual Setup (handmatige configuratie), 1 Sensor (sensor), 10 Sensor Matching-CVD (sensormatching­CVD).
8. Kies bij de prompt ENTER SENSOR TYPE (voer sensortype in) het juiste sensortype.

3.4.4 Configuratie verifiëren met een Local Operator Interface (LOI, lokale bediening)

De optionele LOI kan worden gebruikt voor het in bedrijf stellen van het instrument. De LOI heeft twee knoppen. Druk op een willekeurige knop om de LOI te activeren.
De functies van de LOI-knoppen staan weergegeven op de onderste hoeken van de display. Zie Tabel 3-2 en Figuur 3-6 voor de werking van de knoppen en informatie over de menu’s.
Figuur 3-5: Local operator interface (LOI) (lokale bediening)
Snelstartgids 23
Snelstartgids April 2020
Tabel 3-2: Werking van de knoppen op de LOI
Knop
Links Nee BLADEREN
Rechts Ja ENTER
Figuur 3-6: LOI-menu

3.4.5 Schakel over naar een andere HART-revisie

Als het configuratie-tool voor het HART-protocol niet kan communiceren met HART-revisie 7, laadt de transmitter een generiek menu met beperkte functies. Met behulp van de volgende procedure wijzigt u vanuit het generieke menu de instelling voor de HART-revisie.
Procedure
Selecteer Manual Setup (handmatige configuratie) Device Information (instrumentinformatie) Identification (identificatie) Message (bericht).
a) Voer in het veld Message (bericht) HART5 in om over te schakelen
naar HART-revisie 5.
24 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
b) Voer in het veld Message (bericht) HART7 in om over te schakelen
naar HART-revisie 7.
Functie Sneltoetsen voor
HART 5
2-wire offset sensor 1 (2-draads
2, 2, 1, 5 2, 2, 1, 6
Sneltoetsen voor HART 7
offset-sensor 1)
2-wire offset sensor 2 (2-draads
2, 2, 2, 5 2, 2, 2, 6
offset-sensor 2)
Alarm Values (alarmwaarden) 2, 2, 5, 6 2, 2, 5, 6
Analog Calibration (analoge kali-
3, 4, 5 3, 4, 5
bratie)
Analog Output (analoge uitgang) 2, 2, 5 2, 2, 5
Average Temperature Setup (in-
2, 2, 3, 3 2, 2, 3, 3
stelling gemiddelde temperatuur)
Burst Mode (burstmodus) N.v.t 2, 2, 8, 4
Comm Status (communicatiesta-
N.v.t 1, 2
tus)
Configure additional messages
N.v.t 2, 2, 8, 7
(nog meer berichten configureren)
Configure Hot Backup (hot backup configureren)
2, 2, 4, 1, 3 2, 2, 4, 1, 3
Date (datum) 2, 2, 7, 1, 2 2, 2, 7, 1, 3
Descriptor (beschrijving) 2, 2, 7, 1, 3 2, 2, 7, 1, 4
Instrumentinformatie 2, 2, 7, 1 2, 2, 7, 1
Differential Temperature Setup
2, 2, 3, 1 2, 2, 3, 1
(instelling verschiltemperatuur)
Filter 50/60 Hz (filter 50/60 Hz) 2, 2, 7, 5, 1 2, 2, 7, 5, 1
Find Device (instrument zoeken) N.v.t 3, 4, 6, 2
First Good Temperature Setup (in-
2, 2, 3, 2 2, 2, 3, 2 stelling eerste goede tempera­tuur)
Hardware Revision (hardware-revi-
1, 8, 2, 3 1, 11, 2, 3 sie)
HART Lock (HART-vergrendeling) N.v.t 2, 2, 9, 2
Intermittent Sensor Detect (perio-
2, 2, 7, 5, 2 2, 2, 7, 5, 2 dieke sensordetectie)
Lock Status (vergrendelingsstatus) N.v.t 1, 11, 3, 7
Snelstartgids 25
Snelstartgids April 2020
Functie Sneltoetsen voor
Long Tag (lange tag) N.v.t 2, 2, 7, 2
Loop Test (kringtest) 3, 5, 1 3, 5, 1
LRV (lower range value; minimum meetwaarde)
Message (bericht) 2, 2, 7, 1, 4 2, 2, 7, 1, 5
Open Sensor Holdoff (nog geen open sensor)
Percent Range (percentage bereik) 2, 2, 5, 4 2, 2, 5, 4
Sensor 1 Configuration (configura­tie sensor 1)
Sensor 1 Serial Number (serienum­mer sensor 1)
Sensor 1 setup (instelling sensor 1) 2, 2, 1 2, 2, 2
Sensor 1 status (status sensor 1) N.v.t 2, 2, 1, 2
Sensor 1 Type (type sensor 1) 2, 2, 1, 2 2, 2, 1, 3
Sensor 1 unit (eenheid sensor 1) 2, 2, 1, 4 2, 2, 1, 5
Sensor 2 configuration (configura­tie sensor 2)
Sensor 2 serial number (serienum­mer sensor 2)
Sensor 2 Setup (instelling sensor 2) 2, 2, 2 2, 2, 2
Sensor 2 Status (status sensor 2) N.v.t 2, 2, 2, 2
Sensor 2 type (type sensor 2) 2, 2, 2, 2 2, 2, 2, 3
Sensor 2 Unit (eenheid sensor 2) 2, 2, 2, 4 2, 2, 2, 5
Sensor Drift Alert (waarschuwing sensorverschuiving)
Simulate Device Variables (instru­mentvariabelen simuleren)
Software Revision (software-revi­sie)
Tag (label) 2, 2, 7, 1, 1 2, 2, 7, 1, 1
Terminal Temperature Units (een­heden aansluitklemtemperatuur)
HART 5
2, 2, 5, 5, 3 2, 2, 5, 5, 3
2, 2, 7, 4 2, 2, 7, 4
2, 2, 1 2, 2, 1
2, 2, 1, 7 2, 2, 1, 8
2, 2, 2 2, 2, 2
2, 2, 2, 7 2, 2, 2, 8
2, 2, 4, 2 2, 2, 4, 2
N.v.t 3, 5, 2
1, 8, 2, 4 1, 11, 2, 4
2, 2, 7, 3 2, 2, 7, 3
Sneltoetsen voor HART 7
26 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
Functie Sneltoetsen voor
URV (upper range value; maxi­mum meetwaarde)
Variable Mapping (variabelen­mapping)
Thermocouple Diagnostic (diagno­se thermokoppel)
Min/Max Tracking (min./max. track)
Rosemount X-well configuration (configuratie van Rosemount X­well)
HART 5
2, 2, 7, 3 2, 2, 7, 3
2, 2, 8, 5 2, 2, 8, 5
2, 1, 7, 1 2, 1, 7, 2
2, 1, 7, 2 2, 1, 7, 2
N.v.t 2, 2, 1, 11
Sneltoetsen voor HART 7

3.5 Een kringtest uitvoeren

Met de opdracht Loop Test (kringtest) controleert u de transmitteruitgang, de integriteit van de kring en de werking van recorders of gelijksoortige instrumenten die in de kring geïnstalleerd zijn.

3.5.1 Een kringtest met een veldcommunicator verrichten

Procedure
1. Sluit een externe ampèremeter aan in serie met de transmitterkring (zodat de stroom naar de transmitter ergens in de kring door de meter loopt).
2. Voer vanaf het Home-scherm (startscherm) de volgende sneltoetsreeks in:
Sneltoetsen gebruikersinterface
3, 5, 1
3. Controleer in de testkring of de feitelijke mA-uitgang van de transmitter en de weergegeven mA-waarde van de HART met elkaar overeenkomen.
Als de waarden niet identiek zijn, is een uitgangssignaal-trim vereist of werkt de meter niet goed.
Nadat de test is voltooid, wordt op de display weer het kringtestscherm weergegeven en kunt u een andere uitgangswaarde kiezen.
4. Selecteer End (beëindigen) en Enter om de kringtest te beëindigen.
Snelstartgids 27
Snelstartgids April 2020

3.5.2 Verricht een kringtest met Device Manager

Procedure
1. Klik met de rechtermuisknop op het instrument en selecteer Service Tools (servicehulpmiddelen).
2. Selecteer Simulate (simuleren) in het navigatiepaneel links.
3. Selecteer op het tabblad Simulate (simuleren) in het groepsvak Analog Output Verification (verificatie analoge uitgang) de toets Perform Loop Test (kringtest uitvoeren).
4. Volg de instructies en selecteer Apply (toepassen) wanneer u klaar bent.

3.5.3 Een kringtest uitvoeren met de LOI

Zie de onderstaande afbeelding om het pad naar de Kringtest te vinden in het menu van de LOI.
Figuur 3-7: De tag configureren met de LOI
28 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
4 Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste
systemen
Raadpleeg voor installaties met veiligheidscertificering de naslaghandleiding van de Rosemount 644. De elektronische versie van deze handleiding is beschikbaar op Emerson.com/Rosemount en tevens verkrijgbaar bij vertegenwoordigers van Emerson.
Snelstartgids 29
Snelstartgids April 2020

5 Productcertificeringen

Rev 4.4

5.1 Informatie over Europese richtlijnen

Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EU-verklaring van overeenstemming. De meest recente revisie van de EU-verklaring van overeenstemming vindt u op Emerson.com/Rosemount.

5.2 Certificering voor normale locaties

De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).

5.3 Noord-Amerika

De Amerikaanse National Electrical Code® (NEC) en de Canadese Electrical Code (CEC) verbieden het gebruik van apparatuur met divisiemarkering in zones of apparatuur met zonemarkering in divisies. De markeringen moeten geschikt zijn voor de omgevingsclassificatie, alsmede de gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is duidelijk vastgelegd in de desbetreffende voorschriften.
5.4

VS

5.4.1 E5 VS explosieveilig, niet-vonkend en stofontstekingsbestendig

Certificaat:
Normen:
Markerin­gen:
1091070
FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3615: 2006, FM-klasse 3616: 2011, ANSI/ISA 60079-0: Ed. 5, UL-norm nr. 50E, CAN/CSA C22.2 nr. 60529-05
XP CL I, DIV 1, GP B, C, D; DIP CL II / III, DIV 1, GP E, F, G; T5 (-50 °C ≤ Ta ≤ +85 °C); Type 4X; IP66; Zie beschrijving I5 voor ‘Niet-vonkend’ markeringen.

5.4.2 I5 VS intrinsieke veiligheid en niet-vonkend

Certificaat:
Normen:
30 Rosemount 644
1091070
FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3610: 2010, FM-klasse 3611: 2004, ANSI/ISA 60079-0: Ed. 5, UL-norm Nr. 60079-11: Ed. 6, UL-norm nr. 50E, CAN/CSA C22.2 nr. 60529-05
April 2020 Snelstartgids
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Als er geen behuizingsoptie is geselecteerd, moet de Rosemount 644 temperatuurtransmitter worden geïnstalleerd in een behuizing met beschermingsgraad IP20 die voldoet aan de eisen van ANSI/ISA 61010-1 en ANSI/ISA 60079-0.
2. Optiecode K5 is alleen van toepassing met een Rosemount­behuizing. K5 is echter niet geldig met behuizingsopties S1, S2, S3 of S4.
3. Er moet een behuizingsoptie worden geselecteerd voor behoud van de classificatie type 4X.
4. De optionele behuizingen van Rosemount 644-transmitter kunnen aluminium bevatten en brengen bij stoten of wrijving een potentieel ontstekingsrisico met zich mee. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en gebruik.
IS CL I/II/III, DIV I, GP A, B, C, D, E, F, G; CL I ZONE 0 AEx ia IIC; NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D

5.5 Canada

5.5.1 I6 Canada intrinsieke veiligheid en divisie 2

Certifi­caat:
Normen:
Markerin­gen:
1091070
CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CSA-norm C22.2 nr. 25-1966, CAN/ CSA-C22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/ CSA-C22.2 nr. 157-92, CSA-norm C22.2 nr. 213-M1987, C22.2 nr. 60529-05, CAN/CSA C22.2 nr. 60079-0:11, CAN/CSA C22.2 nr. 60079-11:14, CAN/CSA-norm Nr. 61010-1-12
[HART] IS CL I GP A, B, C, D T4/T6; CL I, DIV 2, GP A, B, C, D [Fieldbus/PROFIBUS] IS CL I GP A, B, C, D T4; CL I, ZONE 0 IIC;
CL I, DIV 2, GP A, B, C, D

5.5.2 K6 Canada explosieveilig, stofontstekingsbestendig, intrinsieke veiligheid en divisie 2

Certifi­caat:
Normen:
Snelstartgids 31
1091070
CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CSA-norm C22.2 nr. 25-1966, CSA­norm C22.2 nr. 30-M1986, CAN/CSA-C22.2 nr. 94-M91, CSA­norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-C22.2 nr. 157-92, CSA­norm C22.2 nr. 213-M1987, C22.2 nr. 60529-05, CAN/CSA
Snelstartgids April 2020
C22.2 nr. 60079-0:11, CAN/CSA C22.2 nr. 60079-11:14, CAN/ CSA-norm nr. 61010-1-12
Markerin­gen:
CL I/II/III, DIV 1, GP B, C, D, E, F, G Zie beschrijving I6 voor markeringen voor intrinsieke veilig-
heid en divisie 2

5.6 Europa

5.6.1 E1 ATEX drukvast

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 5-1 voor procestemperaturen.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificering Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de uitwendige oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.
FM12ATEX0065X
EN 60079-0: 2012+A11:2013, EN 60079-1: 2014, EN 60529:1991 +A1:2000+A2:2013
II 2 G Ex db IIC T6…T1 Gb, T6 (–50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…
T1 (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)

5.6.2 I1 ATEX intrinsieke veiligheid

Certificaat:
32 Rosemount 644
[HART op kop]: Baseefa12ATEX0101X [Fieldbus/PROFIBUS op kop]: Baseefa03ATEX0499X [HART op rail]: BAS00ATEX1033X
April 2020 Snelstartgids
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 5-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van IEC
60529. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de 500V-test zoals beschreven in artikel 6.3.13 van EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
EN IEC 60079-0: 2018, EN 60079-11: 2012
[HART]: II 1 G Ex ia IIC T6…T4 Ga [Fieldbus/PROFIBUS]: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga

5.6.3 N1 ATEX Type n – met behuizing

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
BAS00ATEX3145
EN 60079-0: 2012+A11: 2013, EN 60079-15: 2010
II 3 G Ex nA IIC T5 Gc (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)

5.6.4 NC ATEX Type n – zonder behuizing

Certifi­caat:
Normen:
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De Rosemount 644 temperatuurtransmitter moet worden
Snelstartgids 33
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: Basee­fa13ATEX0093X
[HART op kop]: Baseefa12ATEX0102U
EN IEC 60079-0: 2018, EN 60079-15: 2010
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: II 3 G Ex nA IIC T5 Gc (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
[HART op kop]: II 3 G Ex nA IIC T6…T5 Gc; T6 (–60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C); T5 (–60 °C ≤ Ta ≤ +85 °C)
geïnstalleerd in een correct gecertificeerde behuizing, met een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC 60529 en EN 60079-15.
Snelstartgids April 2020
2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de 500V-test zoals beschreven in artikel 6.5 van EN 60079-15: 2010. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
34 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids

5.6.5 ND ATEX stof

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificering Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie "N".
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de uitwendige oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode
FM12ATEX0065X
EN 60079-0: 2012+A11:2013, EN 60079-31: 2014, EN 60529:1991 +A1:2000
II 2 D Ex tb IIIC T130 °C Db, (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); IP66
Zie Tabel 5-1 voor procestemperaturen.
5.7

Internationaal

5.7.1 E7 IECEx drukvast

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 5-1 voor procestemperaturen.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
Snelstartgids 35
IECEx FMG 12.0022X
IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-1: 2014
Ex db IIC T6…T1 Gb, T6(–50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…T1(–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Snelstartgids April 2020
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.

5.7.2 Intrinsieke veiligheid I7 IECEx

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 5-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van IEC
60529. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de 500V-test zoals beschreven in artikel 6.3.13 van IEC 60079-11:2011. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
[HART op kop]: IECEx BAS 12.0069X [Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: IECEx BAS
07.0053X
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-11: 2011
Ex ia IIC T6…T4 Ga

5.7.3 N7 IECEx-type n – met behuizing

36 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
IECEx BAS 07.0055
IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-15: 2010
Ex nA IIC T5 Gc (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)

5.7.4 NG IECEx Type n – zonder behuizing

Certificaat:
Normen:
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De Rosemount 644 temperatuurtransmitter moet worden
2. Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: IECEx BAS
13.0053X [HART op kop]: IECEx BAS 12.0070U
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-15: 2010
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: Ex nA IIC T5 Gc (– 40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
[HART op kop]: Ex nA IIC T6…T5 Gc; T6 (–60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C); T5 (–60 °C ≤ Ta ≤ +85 °C)
geïnstalleerd in een correct gecertificeerde behuizing, met een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC 60529 en IEC 60079-15.
overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de 500V-test niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.

5.7.5 NK IECEx stof

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 5-1 voor procestemperaturen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
Snelstartgids 37
IECEx FMG 12.0022X
IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-31: 2013
Ex tb IIIC T130 °C Db, (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); IP66
Snelstartgids April 2020
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.

5.8 Brazilië

5.8.1 E2 INMETRO drukvast en stof

Certificaat:
Normen:
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie de productbeschrijving voor informatie over de grenzen aan de omgevings- en procestemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Raadpleeg zo nodig de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden.
UL-BR 13.0535X
ABNT NBR IEC 60079-0:2013, ABNT NBR IEC 60079-1:2016, ABNT NBR IEC 60079-31:2014
Ex db IIC T6…T1 Gb; T6…T1: (–50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…T1: (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex tb IIIC T130 °C; IP66; (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)

5.8.2 Intrinsieke veiligheid I2 INMETRO

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
[Fieldbus]: UL-BR 15.0264X [HART]: UL-BR 14.0670X
ABNT NBR IEC 60079-0:2013, ABNT NBR IEC 60079-11:2013
[Fieldbus]: Ex ia IIC T* Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +** °C) [HART]: Ex ia IIC T* Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +** °C)
Zie Tabel 5-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
38 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het instrument moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
2. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
3. Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de 500V-test zoals gedefinieerd in ABNT NBR IEC 60079-11 niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
4. De beschermingsgraad IP66 tegen indringing van water is alleen beschikbaar bij de Rosemount 644 voor veldmontage; deze wordt gevormd door installatie van de verbeterde temperatuurtransmitter model 644 in een PlantWeb-behuizing die uit twee compartimenten bestaat.

5.9 China

5.9.1 E3 China drukvast

Certificaat:
Normen:
GYJ16.1192X
GB3836.1-2010, GB3836.2-2010, GB12476.1-2013, GB12476.5-2013
Markeringen:
Ex d IIC T6…T1; Ex tD A21 T130 °C; IP66
产品安全使用特定条件
产品防爆合格证后缀“X”代表产品安全使用有特定条件:
1. 涉及隔爆接合面的维修须联系产品制造商。
2. 产品铭牌材质为非金属,使用时须防止产生静电火花,只能用湿布
清理。
3. 产品使用环境温度与温度组别的关系为:
防爆标志
Ex d IIC T6~T1GbT6T1 –50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
Ex Td A21 IP66 T130
温度组别 环境温度
T5T1 –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
N/A –40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
4. 产品外壳设有接地端子,用户在安装使用时应可靠接地。
Snelstartgids 39
Snelstartgids April 2020
5. 现场安装时,电缆引入口须选用国家指定的防爆检验机构按检验认
可、具有 Ex dC, Ex tD A21 IP66 防爆等级的电缆引入装置或堵封 件,冗余电缆引入口须用堵封件有效密封。
6. 用于爆炸性气体环境中,现场安装、使用和维护必须严格遵守断电 后开盖!的警告语。用于爆炸性粉尘环境中,现场安装、使用、和 维护必须严格遵守爆炸性粉尘场所严禁开盖!的警告语。
7. 用于爆炸性粉尘环境中,产品外壳表面须保持清洁,以防粉尘堆 积,单严禁用压缩空气吹扫。
8. 产品的安装、使用和维护应同时遵守产品使用说明书、 GB3836.13-2013“爆炸性环境 13 部分:设备的修理、检修、修
复和改造”、GB3836.15-2000“爆炸性气体环境用电气设备 第 15 部 分:危险场所电气安装(煤矿除外)”、GB3836.16-2006“爆炸性气 体环境用电气设备 第 16 部分:电气装置的检查和维护(煤矿除 外)”和 GB50257-2014“电气装置安装工程爆炸和火灾危险环境电 力装置施工及验收规范”和 GB15577-2007“粉尘防爆安全规程”、 GB12476.2-2010“可燃性粉尘环境用电气设备 第 2 部分 选型和安 装”的有关规定。

5.9.2 I3 China intrinsieke veiligheid

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
GYJ16.1191X
GB3836.1-2010, GB3836.4-2010, GB3836.20-2010
Ex ia IIC T4~T6 Ga
产品安全使用特殊条件
防爆合格证号后缀“X”代表产品安全使用有特定条件:
1. 温度变送器须安装于外壳防护等级不低于国家标准 GB/T4208-2017 规定的 IP20 的壳体中,方可用于爆炸性危险场所,金属壳体须符合 国家标准 GB3836.1-2010 8 条的规定,非金属壳体须符合
GB3836.1-2010 7.4 条的规定。
2. 非金属外壳表面电阻必须小于 1GΩ,轻金属或者锆外壳在安装时必
须防止冲击和摩擦。
3. Transmitter Type FD 时,产品外壳含有轻金属,用于 0 区 时需注意防止由于冲击或摩擦产生的点燃危险。
4. 产品选用瞬态保护端子板(选项代码为 T1)时,此设备不能承受 GB3836.4-2010 标准中第 6.3.12 条规定的 500V 交流有效值试验电
压的介电强度试验。
产品使用注意事项
1. 产品环境温度为: 当 Options 不选择 Enhanced Performance
40 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
输出代码 最大输出功率(W) 温度组别环境温度
A 0.67 T6 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
0.67 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +50 °C
1 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
1 T4 –60 °C ≤ Ta ≤ +80 °C
F W 1.3 T4 –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
5.32 T4 –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
Options 选择 Enhanced Performance
最大输出功率(W 温度组别 环境温度
0.67 T6 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
0.67 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +50 °C
0.80 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
0.80 T4 –60 °C ≤ Ta ≤ +80 °C
2. 参数:
Options 不选择 Enhanced Performance 时 输入端(+ , -)
输出代码
A 30 200 0.67/1 10 0
F W 30 300 1.3 2.1 0
F W(FISCO) 17.5 380 5.32 2.1 0
最高输 入电压
Ui(V)
最大输 入电流
I
i
mA
最大输 入功率
Pi(W)
最大内部等效参数
Ci (nF) Li (mH)
传感器端(1,2,3,4
输出代码
A 13.6 80 0.08 75 0
F,W 13.9 23 0.079 7.7 0
最高输 出电压
Uo (V)
最大输 出电流
Io (mA)
最大输 出功率
Po (W)
最大内部等效参数
Co (nF) Lo (mH)
Options 选择 Enhanced Performance
Snelstartgids 41
Snelstartgids April 2020
输入端(+ , -)
最高输入电压
Ui (V)
30 150 (Ta ≤ +80 °C) 0.67/0.8 3.3 0
最大输入电流
Ii (mA)
170 (Ta ≤ +70 °C)
190 (Ta ≤ +60 °C)
最大输入功 率
Pi (W)
最大内部等效参数
Ci (nF) Li (mH)
传感器端(1,2,3,4
最高输 出 电压
Uo (V)
13.6 80 0.08 IIC 0.816 5.79
最大输 出 电流
Io (mA)
最大输 出 功率
Po (W)
组别 最大内部等效参数
Co (nF) Lo (mH)
IIB 5.196 23.4
IIA 18.596 48.06
注:本案电气参数符合 GB3836.19-2010 FISCO 现场仪表的参数 要求。
3. 该产品必须与已通过防爆认证的关联设备配套共同组成本安防爆系 统方可使用于爆炸性气体环境。其系统接线必须同时遵守本产品和 所配关联设备的使用说明书要求,接线端子不得接错。
4. 用户不得自行更换该产品的零部件,应会同产品制造商共同解决运 行中出现的故障,以杜绝损坏现象的发生。
5. 产品的安装、使用和维护应同时遵守产品使用说明书、 GB3836.13-2013“爆炸性环境 13 部分:设备的修理、检修、修
复和改造”、GB/T3836.15-2017“爆炸性环境 第 15 部分:电气装置 的设计,选型和安装”、GB/T3836.16-2017“爆炸性环境 第 16 部 分:电气装置的检查和维护”、GB/T3836.18-2017“爆炸性环境 第 18 部分:本质安全电气系统”和 GB50257-2014“电气装置安装工程 爆炸和火灾危险环境电力装置施工及验收规范”的有关规定。

5.9.3 N3 China Type n

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
产品安全使用特殊条件
1. 产品温度组别和使用环境温度范围之间的关系为:
42 Rosemount 644
GYJ15.1502
GB3836.1-2010, GB3836.8-2014
Ex nA IIC T5/T6 Gc
April 2020 Snelstartgids
Options 不选择 Enhanced Performance 时:
温度组别 环境温度
T5 –40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
Options 选择 Enhanced Performance 时:
温度组别 环境温度
T6 -60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
T5 -60 °C ≤ Ta ≤ +85 °C
2. 最高工作电压:45Vdc
3. 现场安装时,电缆引入口须选用经国家指定的防爆检验机构检验认
可、具有 Ex e IIC Gb 防爆等级的电缆引入装置或堵封件,冗余电缆 引入口须用封堵件有效密封。电缆引入装置或封堵件的安装使用必 须遵守其使用说明书的要求并保证外壳防护等级达到 IP54(符合
GB/T4208-2017 标准要求)以上。
4. 用户不得自行更换该产品的零部件,应会同产品制造商共同解决运
行中出现的故障,以杜绝损坏现象的发生。
5. 产品的安装、使用和维护应同时遵守产品使用说明书、 GB3836.13-2013“爆炸性环境 13 部分:设备的修理、检修、修
复和改造”、GB/T3836.15-2017“爆炸性环境 第 15 部分:电气装置 的设计、选型和安装”、GB/T3836.16-2017“爆炸性环境 第 16 部 分:电气装置的检查和维护”和 GB50257-2014“电气装置安装工程 爆炸和火灾危险环境电力装置施工及验收规范”的有关规定。
5.10

EAC - Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland

5.10.1 EM Technisch voorschrift douane-unie TR CU 012/2011 (EAC) drukvast

Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 5-1 voor procestemperaturen.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat TR CU 012/2011 voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
3. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
Snelstartgids 43
GOST 31610.0-2014, GOST IEC 60079-1-2011
1Ex d IIC T6…T1 Gb X, T6 (-55 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…T1 (-55 °C ≤ Ta≤ +60 °C);
Snelstartgids April 2020
4. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale code.

5.10.2 IM Technisch voorschrift douane-unie TR CU 012/2011 (EAC) intrinsieke veiligheid

Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 5-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van GOST 14254-96. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 Ω; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als Zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
2. Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de 500V-test zoals gedefinieerd in GOST 31610,11-2014 niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
3. Zie certificaat TR CU 012/2011 voor bereik omgevingstemperatuur.
GOST 31610.0-2014, GOST 31610.11-2014
[HART]: 0Ex ia IIC T6…T4 Ga X; [Fieldbus, FISCO, PROFIBUS PA]: 0Ex ia IIC T4 Ga X

5.10.3 KM Technisch voorschrift douane-unie TR CU 012/2011 (EAC) drukvast, intrinsieke veiligheid en stofontstekingsbestendig

Normen:
Markeringen:
GOST 31610.0-2014, GOST IEC 60079-1-2011, GOST
31610.11-2014, GOST R IEC 60079-31-2010
Ex tb IIIC T130 °C Db X (-55 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); IP66
Zie Tabel 5-1 voor procestemperaturen.
Zie EM voor drukvastheidsmarkeringen en zie IM voor markeringen voor intrinsieke veiligheid.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. Het label moet
44 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
met een vochtige doek met antistatisch middel worden gereinigd om de opslag van elektrostatische lading te voorkomen.
2. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
Zie EM voor specifieke gebruiksvoorwaarden inzake drukvastheid en zie IM voor specifieke gebruiksvoorwaarden inzake intrinsieke veiligheid.

5.11 Japan

5.11.1 E4 Japan drukvast

Certificaat:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
1. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
2. Modellen met lcd-displaydeksel hebben het dekselbeschermd tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
3. Voor modellen 65 en 185 moet de gebruiker ervoor zorgen dat de uitwendige oppervlaktetemperatuur van de apparatuur en de hals van de DIN-uitvoering van d e sonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
4. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken.
5. De gebruikte bedrading moet geschikt zijn voor temperaturen boven 80 °C.
CML 17JPN1316X
Ex d IIC T6...T1 Gb; T6 (-50 °C < Ta < +40 °C); T5…T1 (-50 °C ≤ Ta≤ 60 °C)

5.11.2 I4 Japan intrinsieke veiligheid

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het instrument moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
CML 18JPN2118X
JNIOSH-TR-46-1, JNIOSH-TR-46-6
[Fieldbus] Ex ia IIC T4 Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +60 °C);
2. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
5.12
Snelstartgids 45

Korea

Snelstartgids April 2020

5.12.1 EP Korea drukvast en stofontstekingsbestendig

Certificaat:
Markeringen:
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
Zie certificaat voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
13-KB4BO-0559X
Ex d IIC T6... T1; Ex tb IIIC T130 °C

5.12.2 IP Korea intrinsieke veiligheid

Certificaat:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Zie certificaat voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik.

5.13 Combinaties

K1
K2
K5
K7
KA
KB
KC
KD
KP
Combinatie van E1, I1, N1 en ND
Combinatie van E2 en I2
Combinatie van E5 en I5
Combinatie van E7, I7, N7 en NK
Combinatie van K6, E1 en I1
Combinatie van K5 en K6
Combinatie van I5 en I6
Combinatie van E5, I5, K6, E1 en I1
Combinatie van EP en IP
13-KB4BO-0531X
Ex ia IIC T6…T4

5.14 Verdere certificeringen

5.14.1 SBS Typegoedkeuring American Bureau of Shipping (ABS)

Certificaat:

5.14.2 SBV Typegoedkeuring Bureau Veritas (BV)

Certificaat:
Vereisten:
46 Rosemount 644
26325 BV
Regels van Bureau Veritas voor de classificatie van stalen schepen
16-HS1553094-PDA
April 2020 Snelstartgids
Toepassing:
Klassenotaties: AUT-UMS, AUT-CCS, AUT-PORT en AUT-IMS

5.14.3 SDN Typegoedkeuring Det Norske Veritas (DNV)

Certificaat:
Toepassing:
TAA00000K8
Locatieklassen: Temperatuur: D; luchtvochtigheid: B; trilling: A; EMC: B; behuizing B/IP66: A, C/IP66: RVS

5.14.4 SLL Typegoedkeuring Lloyds Register (LR)

Certificaat:
Toepassing:
11/60002
Voor gebruik in omgevingscategorie ENV1, ENV2, ENV3 en ENV5.

5.15 Tabellen met technische gegevens

Tabel 5-1: Grenswaarden procestemperatuur
Alleen sen­sor (geen transmitter geïnstal­leerd)
Elke verleng­de lengte
Tabel 5-2: Grenswaarden procestemperatuur zonder lcd-displaydeksel
Procestemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4 T3 T2 T1 T130 °C
85 °C (185 °F)
100 °C (212 °F)
135 °C (275 °F)
200 °C (392 °F)
300 °C (572 °F)
450 °C (842 °F)
130 °C (266 °F)
Transmitter Procestemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4 T3 T2 T1 T130 °C
Geen ver­lengstuk
3 inch ver­lengstuk
Verlengstuk van 6 inch
Verlengstuk van 9 inch
131 °F (55 °C)
131 °F (55 °C)
140 °F (60 °C)
149 °F (65 °C)
158 °F (70 °C)
158 °F (70 °C)
158 °F (70 °C)
167 °F (75 °C)
212 °F (100 °C)
230 °F (110 °C)
248 °F (120 °C)
266 °F (130 °C)
338 °F (170 °C)
374 °F (190 °C)
392 °F (200 °C)
392 °F (200 °C)
536 °F (280 °C)
572 °F (300 °C)
572 °F (300 °C)
572 °F (300 °C)
824 °F (440 °C)
842 °F (450 °C)
842 °F (450 °C)
842 °F (450 °C)
212 °F (100 °C)
230 °F (110 °C)
230 °F (110 °C)
248 °F (120 °C)
Door te voldoen aan beperking van de procestemperatuur tot Tabel 5-3 wordt voorkomen dat de bedrijfstemperatuurbeperkingen van de lcd­afdekking worden overschreden. Procestemperaturen mogen de grenswaarden overschrijden die zijn gedefinieerd in Tabel 5-3 als is
Snelstartgids 47
Snelstartgids April 2020
gecontroleerd dat de temperatuur van het lcd-deksel de bedrijfstemperaturen niet overschrijdt zoals gespecificeerd in Tabel 5-4 en dat de procestemperaturen niet hoger zijn dan zoals gespecificeerd in Tabel
5-2.
Tabel 5-3: Grenswaarden procestemperatuur met lcd-displaydeksel
Transmitter met lcd-dis­playdeksel
Geen verleng­stuk
3 inch verleng­stuk
Verlengstuk van 6 inch
Verlengstuk van 9 inch
Procestemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4...T1 T130 °C
131 °F (55 °C) 158 °F (70 °C) 203 °F (95 °C) 203 °F (95 °C)
131 °F (55 °C) 158 °F (70 °C) 212 °F (100 °C) 212 °F (100 °C)
140 °F (60 °C) 158 °F (70 °C) 212 °F (100 °C) 212 °F (100 °C)
149 °F (65 °C) 167 °F (75 °C) 230 °F (110 °C) 110 °C (230 °F)
Tabel 5-4: Grenswaarden servicetemperatuur
Transmitter met lcd-dis­playdeksel
Geen verleng­stuk
Bedrijfstemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4...T1 T130 °C
149 °F (65 °C) 167 °F (75 °C) 203 °F (95 °C) 203 °F (95 °C)
Tabel 5-5: Eenheidsparameters
Fieldbus/PROFIBUS
[FISCO]
Ui (V) 30 [17,5] 30 30
Ii (mA) 300 [380] 200 150 voor Ta ≤ 80 °C
HART HART (verbeterd)
170 voor Ta ≤ 70 °C 190 voor Ta ≤60 °C
48 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
Tabel 5-5: Eenheidsparameters (vervolg)
Fieldbus/PROFIBUS
HART HART (verbeterd)
[FISCO]
Pi (W) 1,3 bij T4 (–50 °C ≤ T
≤ +60 °C) [5,32 bij T4 (–50 °C ≤
Ta ≤ +60 °C)]
0,67 bij T6 (–60 °C ≤ T
a
≤ +40 °C) 0,67 bij T5 (–60 °C ≤ T
≤ +50 °C) 1,0 bij T5 (–60 °C ≤ T
≤ +40 °C) 1,0 bij T4 (–60 °C ≤ T
≤ +80 °C)
0,67 bij T6 (–60 °C ≤ T
a
≤ +40 °C) 0,67 bij T5 (–60 °C ≤ T
a
≤ +50 °C) 0,80 bij T5 (–60 °C ≤ T
a
≤ +40 °C) 0,80 bij T4 (–60 °C ≤ T
a
≤ +80 °C)
Ci (nF) 2,1 10 3,3
Li (mH) 0 0 0
a
a
a
a
Snelstartgids 49
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
Wij,
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product
Rosemount™ 644 Temperatuurtransmitter
gefabriceerd door
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Unie, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
Aanname van overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Unie, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
(handtekening) (functie)
(naam)
Chris LaPoint 1-april-2019
Vice President of Global Quality
(datum van uitgi fte)
Pagina 1 van 4
Snelstartgids April 2020

6 Verklaring van overeenstemming

50 Rosemount 644
Pagina 2 van 4
EMC Richtlijn (2014/30/EU)
Geharmoniseerde normen: EN 61326-1:2013, EN 61326-2-3: 2013
ATEX Richtlijn (2014/34/EU)
Rosemount 644 verbeterde temperatuurtransmitters voor kop-/veldmontage (Analoog/HART-uitgang)
Baseefa12ATEX0101X – Intrinsieke veiligheid Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 G
Ex ia IIC T6…T4 Ga
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-11:2012
Baseefa12ATEX0102U – Type n Certificaat, optie zonder behuizing
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T6…T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-15:2010
Rosemount 644 In kop gemonteerde temperatuurtransmitter (Fieldbus-uitgang)
Baseefa03ATEX0499X – Intrinsieke veiligheid Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 G
Ex ia IIC T4 Ga
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-11:2012
Baseefa13ATEX0093X – Type n Certificaat, optie zonder behuizing
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-15:2010
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
April 2020 Snelstartgids
Snelstartgids 51
Rosemount 644 temperatuurtransmitter voor kop-/veldmontage (alle uitgangsprotocollen)
FM12ATEX0065X – Drukvast Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 2 G
Ex db IIC T6…T1 Gb
Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-1:2014
FM12ATEX0065X – Stof Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 2 D
Ex tb IIIC T130 °C Db
Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-31:2014
BAS00ATEX3145 – Type n Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013; EN 60079-15:2010
Rosemount 644R temperatuurtransmitters voor railmontage (HART-uitgang)
BAS00ATEX1033X – Intrinsieke veiligheid Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 G
Ex ia IIC T6…T4 Ga
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-11:2012
Baseefa13ATEX0093X – Type n Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-15:2010
ROHS Richtlijn (2011/65/EU)
644 HART kopmontage
Geharmoniseerde normen: EN 50581:2012
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
Pagina 3 van 4
Snelstartgids April 2020
52 Rosemount 644
ATEX aangemelde instanties
FM Approvals Europe Limited [Nummer aangemelde instantie: 2809]
One Georges Quay Plaza Dublin, Ireland. D02 E440
SGS FIMCO OY [Nummer aangemelde ins tantie: 0598] P.O. Box 30 (Särkiniementie 3) 00211 HELSINKI Finland
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborging
SGS FIMCO OY [Nummer aangemelde ins tantie: 0598]
P.O. Box 30 (Särkiniementie 3) 00211 HELSINKI Finland
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
Pagina 4 van 4
April 2020 Snelstartgids
Snelstartgids 53
Snelstartgids April 2020

7 China RoHS

54 Rosemount 644
April 2020 Snelstartgids
Snelstartgids 55
Emerson Automation Solutions
6021 Innovation Blvd. Shakopee, MN 55379, VS
+1 800 999 9307 of +1 952 906 8888 +1 952 949 7001 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
*00825-0211-4728*
Snelstartgids
00825-0211-4728, Rev. KA
April 2020
Regionaal kantoor Europa
Emerson Automation Solutions Europe GmbH Neuhofstrasse 19a Postfach 1046 CH 6340 Baar Zwitserland
+41 (0) 41 768 6111 +41 (0) 41 768 6300 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Azië/Pacific
Emerson Automation Solutions 1 Pandan Crescent Singapore 128461
+65 6777 8211 +65 6777 0947 Enquiries@AP.Emerson.com
Emerson Automation Solutions bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland
(31) 70 413 66 66 (31) 70 390 68 15 info.nl@emerson.com
www.emersonprocess.nl
Linkedin.com/company/Emerson-
Automation-Solutions
Twitter.com/Rosemount_News
Facebook.com/Rosemount
Youtube.com/user/
RosemountMeasurement
Regionaal kantoor Midden-Oosten en Afrika
Emerson Automation Solutions Emerson FZE P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, Verenigde Arabische Emiraten
+971 4 8118100 +971 4 8865465 RFQ.RMTMEA@Emerson.com
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België
(32) 2 716 77 11 (32) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
©
2020 Emerson. Alle rechten voorbehouden.
De verkoopvoorwaarden van Emerson zijn op verzoek verkrijgbaar. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. Rosemount is een merk van een van de bedrijven van de Emerson-groep. Alle overige merken zijn eigendom van de betreffende merkhouders.
Loading...