Deze startgids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3300
niveautransmitter. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 3300
niveautransmitter voor nadere instructies. De handleiding en deze
snelstartgids zijn op Emerson.com/Rosemount ook in digitale vorm
beschikbaar.
Snelstartgids3
Page 4
SnelstartgidsMei 2019
WAARSCHUWING
Als u deze installatie- en onderhoudsrichtlijnen niet aanhoudt, kan ernstig of
dodelijk letsel het gevolg zijn.
• Zorg dat alleen bevoegd personeel installatie- of
onderhoudswerkzaamheden verricht.
• Gebruik de apparatuur uitsluitend zoals aangegeven in deze
snelstartgids en in de naslaghandleiding. Als u dit niet doet, zal de
apparatuur mogelijk minder bescherming bieden.
• Verricht geen andere onderhoudswerkzaamheden dan vermeld in deze
handleiding, tenzij u daartoe bevoegd bent.
• Drukvaste naden zijn niet bedoeld om te worden gerepareerd. Neem
contact op met de fabrikant.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• Controleer of de bedrijfsomgeving van de transmitter voldoet aan de van
toepassing zijnde specificaties voor gevaarlijke locaties. Raadpleeg
Productcertificeringen in deze snelstartgids.
• Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de
transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het instrument.
• Controleer voordat u een manuele communicator aansluit in een
explosiegevaarlijke atmosfeer of de instrumenten zijn geïnstalleerd
volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende
veldbedrading.
• Om proceslekken te voorkomen mag u alleen de O-ring gebruiken die
speciaal is ontworpen om af te dichten in combinatie met de
bijbehorende flensadapter.
Elektrische schokken kunnen overlijden of ernstig letsel veroorzaken.
• Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen
onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
• Controleer of de netvoeding naar de transmitter is uitgeschakeld en de
leidingen naar een eventuele andere externe voeding zijn losgemaakt of
niet stroomvoerend zijn terwijl u de transmitter aansluit.
Voor de explosieveilige versies gelden temperatuurbeperkingen. Zie voor
deze limieten de certificaatspecifieke informatie in het hoofdstuk
Productcertificeringen in dit document.
4Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 5
Mei 2019Snelstartgids
WAARSCHUWING
De elektronicabehuizingen zijn apparatuur van categorie 2G of 2D. Sondes
die niet met kunststof zijn bedekt en niet van titanium zijn vervaardigd,
vallen onder categorie 1G of 1D. Sondes die wel met kunststof zijn bedekt en
sondes die van titanium zijn vervaardigd, vallen alle onder categorie 1G.
Sondes met niet-geleidende oppervlakken en van lichte metalen:
• Sondes die bedekt zijn met kunststof en/of met kunststofschoepen,
kunnen een elektrostatische lading opwekken die onder extreme
omstandigheden ontstekingsgevaar kan opleveren. Tref daarom, als de
sonde wordt gebruikt in een explosiegevaarlijke atmosfeer, de juiste
maatregelen om elektrostatische ontlading te voorkomen. Deze sondes
mogen niet in zones met stofclassificatie worden gebruikt.
De volgende sondes bevatten geen kunststof of PTFE-materiaal en
mogen in zones met stofclassificatie worden geplaatst:
Tabel 1-1: Sondes die geen kunststof of PTFE-materiaal bevatten
CodeConstructiemateriaal: Procesaansluiting/sonde
1316L SST (EN 1.4404)
2Legering C-276 (UNS N10276) plaatontwerp bij model met flens
3Legering 400 (UNS N04400) plaatontwerp bij model met flens
5Titanium Gr-1 en Gr-2
9Duplex 2205 (EN 1.4462/UNS S31803) (plaatontwerp bij model
LLegering 625 (UNS N06625)
MLegering 400 (UNS N04400)
HLegering C-276 (UNS N10276)
DDuplex 2205 (EN 1.4462/UNS S31803)
met flens)
Het materiaal van de constructiecode is te vinden op de negende
tekenpositie van de transmittermodelcode (bijvoorbeeld
330xxxxx1xxxxxxxx).
Snelstartgids5
Page 6
Categorie 2G of 2D
Categorie 1G of 1D
Geldende markering:
Sondes volgens tabel 1-1
Categorie 1G
Alle mogelijke sondes
Categorie 2G of 2D
II 1/2 G Ex db [ia Ga] IIC T6…T1 Ga/Gb
II 2 D Ex tb IIIC T85 °C…T135 °C Db
II 1/2 G Ex db [ia Ga] IIC T6…T1 Ga/Gb
II 1/2 D Ex tb [ia Da] IIIC T85 °C…T450 °C Da/Db
SnelstartgidsMei 2019
• Sondes en flenzen met een magnesium- of zirkoniumgehalte van > 7,5
procent mogen niet worden ingezet in een stofexplosiegevaarlijke
omgeving. Neem contact op met uw Emerson-verkoper voor meer
informatie.
Sondes en flenzen die lichte metalen bevatten:
• Bij gebruik in installaties van categorie 1/2G moeten sondes en flenzen
die titanium of zirkonium bevatten zodanig worden gemonteerd dat er
geen vonken kunnen ontstaan door impact of wrijving tussen deze
onderdelen en staal.
WAARSCHUWING
Vervanging door niet-goedgekeurde onderdelen of het verrichten van
andere onderhoudswerkzaamheden dan het vervangen van de complete
transmitterkop of sondeconstructie kan de veiligheid in gevaar brengen en is
verboden.
• Onbevoegde wijzigingen aan het product zijn streng verboden, want
hierdoor kunnen de prestaties onbedoeld en op onvoorspelbare wijze
worden gewijzigd en kan de veiligheid in gevaar komen. Onbevoegde
wijzigingen met gevolgen voor de integriteit van lasnaden of flenzen,
zoals het aanbrengen van extra perforaties, tasten de integriteit en
veiligheid van het product aan. Als producten beschadigd zijn of zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van Emerson zijn
gemodificeerd, vervallen de apparatuurclassificaties en -certificeringen.
Verder gebruik van beschadigde of zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming gemodificeerde producten vindt plaats op eigen risico en
kosten van de klant.
6Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 7
Mei 2019Snelstartgids
WAARSCHUWING
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste
configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan
opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk
beveiligingsprogramma en van fundamenteel belang om uw systeem te
beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegde medewerkers om
de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in
de faciliteit gebruikte systemen.
Snelstartgids7
Page 8
$
SnelstartgidsMei 2019
2Monteer de transmitterkop/sonde
2.1Tankverbinding met flens
Voorwaarden
Opmerking
Met PTFE bedekte sondes moeten zorgvuldig worden gehanteerd om
schade aan de coating te voorkomen.
Procedure
1. Plaats een geschikte pakking op de bovenkant van de tankflens.
Opmerking
De pakking mag niet worden gebruikt voor een met PTFE bedekte
sonde met beschermplaat.
A. Met PTFE bedekte sonde met beschermplaat
2. Laat de transmitter en de sonde met de flens in de tank zakken.
8Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 9
60 mm
Mei 2019Snelstartgids
3. Draai de bouten en moeren aan met een aanhaalmoment dat
voldoende is voor de gekozen flens en pakking.
4. Draai de moer waarmee de transmitterkop op de sonde is bevestigd
iets los.
5. Draai de transmitterbehuizing zodat de kabelopeningen/display in de
gewenste richting staan.
Snelstartgids9
Page 10
60 mm
Aanhaalmoment 30 ft-lb (40 Nm)
SnelstartgidsMei 2019
6. Haal de moer aan.
2.2Tankverbinding met schroefdraad
Voorwaarden
Opmerking
Met PTFE bedekte sondes moeten zorgvuldig worden gehanteerd om
schade aan de coating te voorkomen.
Procedure
1.
Plaats bij adapters met BSPP (G) schroefdraad een geschikte pakking
op de bovenkant van de tankflens.
2. Gebruik bij adapters met NPT-schroefdraad antivreetpasta of PTFEtape volgens de ter plaatse geldende procedures.
10Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 11
60 mm
52 mm / 60 mm
Mei 2019Snelstartgids
3. Laat de transmitter en sonde in de tank zakken.
4. Draai de moer waarmee de transmitterkop op de sonde is bevestigd
iets los.
5. Schroef de adapter in de procesverbinding.
Snelstartgids11
Page 12
60 mm
Aanhaalmoment 30 ft-lb (40 Nm)
SnelstartgidsMei 2019
6. Draai de transmitterbehuizing zodat de kabelopeningen/display in de
gewenste richting staan.
7. Haal de moer aan.
12Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 13
Mei 2019Snelstartgids
2.3Tankaansluiting met Tri-Clamp
Voorwaarden
Opmerking
Met PTFE bedekte sondes moeten zorgvuldig worden gehanteerd om
schade aan de coating te voorkomen.
Procedure
1. Plaats een geschikte pakking op de bovenkant van de tankflens.
2. Laat de transmitter en sonde in de tank zakken.
®
3. Draai de klem vast tot het aanbevolen aanhaalmoment (zie de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant).
Snelstartgids13
Page 14
60 mm
60 mm
Aanhaalmoment 30 ft-lb (40 Nm)
SnelstartgidsMei 2019
4. Draai de moer waarmee de transmitterkop op de sonde is bevestigd
iets los.
5. Draai de transmitterbehuizing zodat de kabelopeningen/display in de
gewenste richting staan.
6. Haal de moer aan.
14Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 15
4X
$
%
4X
Mei 2019Snelstartgids
2.4Beugelmontage
Procedure
1. Monteer de beugel aan de pijp/wand.
Op de pijp:
A. Horizontale pijp
B. Verticale pijp
Aan de wand:
2. Monteer de transmitter met de sonde op de beugel.
Snelstartgids15
Page 16
$
Aanhaalmoment 30 ft-lb (40 Nm)
SnelstartgidsMei 2019
2.5Externe behuizing installeren
Procedure
1. Verwijder de transmitter voorzichtig.
2. Monteer de sonde op de tank.
A. Pakking
3. Monteer de externe verbinding op de sonde.
16Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 17
4X
$
%
3X
Aanhaalmoment 30 ft-lb (40 Nm)
Mei 2019Snelstartgids
4. Monteer de beugel op de pijp.
A. Horizontale pijp
B. Verticale pijp
5. Bevestig de steun van de behuizing.
6. Monteer de transmitterkop.
Snelstartgids17
Page 18
SnelstartgidsMei 2019
3Stel de jumpers en schakelaars in
De schrijfbeveiliging moet na de configuratie worden ingesteld (raadpleeg
Verricht de configuratie).
3.1Het alarm en de schrijfbeveiliging op de printplaat
instellen
Als de jumpers voor alarm en beveiliging niet zijn ingesteld, werkt de
transmitter met de alarminstelling standaard op HIGH (Hoog) en de
beveiliging OFF (Uit).
Procedure
1.
Verwijder het deksel aan de circuitzijde (zie het label dat de
circuitzijde aangeeft).
2. Om de 4–20 mA alarmuitgang op LOW (Laag) in te stellen, zet u de
alarmschakelaar in de stand LOW.
3. Om de beveiliging tegen overschrijven in te schakelen, zet u de
schakelaar ‘write protect’ in de stand ON (Aan).
4. Breng het deksel weer aan en zet het goed vast.
Figuur 3-1: Printplaat
3.2Het alarm en de schrijfbeveiliging op het lcd-display
instellen
Voorwaarden
Om te zorgen dat het lcd-scherm de instellingen van de printplaat negeert,
moet de beveiligingsschakelaar tegen overschrijven op de printplaat in de
stand OFF (Uit) staan en moet de alarmschakelaar op de printplaat in de
stand HIGH (Hoog) staan.
18Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 19
Mei 2019Snelstartgids
Procedure
1. Om de alarmuitgang van 4–20 mA op LOW (Laag) in te stellen, moet
u de jumper tussen de rechter en middelste gatpositie plaatsen.
2. Om de schrijfbeveiligingsfunctie in te schakelen, moet u de jumper
tussen de linker en middelste gatpositie plaatsen – AAN.
Figuur 3-2: Lcd-display
Snelstartgids19
Page 20
A
B
D
C
E
SnelstartgidsMei 2019
4Sluit de bedrading aan en schakel de stroom in
4.1Voeding
Voor HART® bedraagt de ingangsspanning 11–42 V (11–30 V in IStoepassingen, 16–42 V in explosiebestendige/drukvaste toepassingen).
Voor Modbus® bedraagt de ingangsspanning 8–30 V.
4.2Kabelselectie
De transmitter vereist een bedrading met afgeschermde, getwiste
draadparen (18–12 AWG) die geschikt zijn voor de voedingsspanning en
goedgekeurd zijn voor gebruik op explosiegevaarlijke locaties, indien van
toepassing.
4.3Kabel(buis)openingen
De elektronicabehuizing heeft twee ingangen voor ½–14 NPT. Er zijn tevens
optionele M20×1,5- PG 13,5-adapters verkrijgbaar De aansluitingen moeten
volgens de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften of die van de fabriek
worden gemaakt.
Zorg dat ongebruikte poorten goed worden afgesloten om te voorkomen
dat vocht of andere verontreinigingen binnendringen in het contactblokcompartiment van de elektronicabehuizing.
Opmerking
Verwijder alle oranje doppen die eventueel zijn aangebracht. Gebruik de
meegeleverde metalen plug om de ongebruikte poort af te sluiten.
Figuur 4-1: Elektronicabehuizing
A. Kabelingang: ½–14 NPT
Optionele adapters: M20, PG13,5
B. Radar-elektronica
C. Behuizing met twee compartimenten
D. Procesverbindingen met flens
20Rosemount 3300 niveautransmitter
E. Procesverbindingen met schroefdraad
Page 21
A
B
C
D
G
H
E
F
Mei 2019Snelstartgids
4.4Bedradingsschema
Figuur 4-2: Niet intrinsiek veilige HART®-uitgang en goedkeuringen type
n: niet-vonkende voeding met energiebeperking
A. Rosemount 3300 niveautransmitter
B. Handheld communicator
C. Belastingsweerstand = 250 Ω
D. Voeding
E. HART-modem
F. Pc
G. Maximale spanning: Um = 250 V
H. HART: Un = 42,4 V
Opmerking
Rosemount 3300 niveautransmitters met drukvaste/explosieveilige HARTuitgang hebben een ingebouwde barrière; er is geen externe barrière nodig.
Snelstartgids21
Page 22
A
B
H
G
C
D
E
F
SnelstartgidsMei 2019
Figuur 4-3: Intrinsiek veilige HART-uitgang
A. Rosemount 3300 niveautransmitter
B. Handheld communicator
C. RL= 250 Ω
D. Voeding
E. HART-modem
F. Pc
G. DCS
H. Goedgekeurde IS-barrière
IS-parameters: Ui = 30 V, Ii = 130 mA, Pi = 1 W, Li = Ci = 0
22Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 23
C
FG
B
A
D
EC
H
Mei 2019Snelstartgids
Figuur 4-4: Niet intrinsiek veilige Modbus®-uitgang
A. “A”-leiding
B. “B”-leiding
C. 120 Ω
D. Voeding
E. RS485-bus
F. HART +
G. HART H. Als de eenheid de laatste transmitter op de bus is, vereist dit een
afsluitweerstand van 120 Ω.
Opmerking
Rosemount 3300 niveautransmitters met drukvaste/explosieveilige
Modbus-uitgang hebben een ingebouwde barrière; er is geen externe
barrière nodig.
Snelstartgids23
Page 24
C
B
A
C
B
A
SnelstartgidsMei 2019
4.5Belastingslimieten
Voor HART®-communicatie is een kringweerstand van ten minste 250 Ω
vereist. De maximale kringweerstand wordt bepaald door het
spanningsniveau van de externe voeding, zoals vermeld in de volgende
schema's:
Figuur 4-5: Niet-explosiegevaarlijke locaties en goedkeuringen van type
n: niet-vonkende voeding met energiebeperking
A. Kringweerstand (ohm)
B. Externe voedingsspanning (V d.c.)
C. Werkingsgebied
Figuur 4-6: Intrinsiek veilige installaties
A. Kringweerstand (ohm)
B. Externe voedingsspanning (V d.c.)
C. Werkingsgebied
24Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 25
C
B
A
Mei 2019Snelstartgids
Figuur 4-7: Explosieveilige/drukvaste (Ex d en tb) installaties
A. Kringweerstand (ohm)
B. Externe voedingsspanning (V d.c.)
C. Werkingsgebied
Opmerking
Voor Ex d- en tb-installaties is de grafiek alleen geldig als de HARTbelastingsweerstand zich aan de pluszijde bevindt. Anders wordt de
belastingsweerstand beperkt tot 300 Ω.
4.6Sluit de transmitter aan
Procedure
1. Zorg dat de behuizing is geaard conform de certificeringen voor
explosiegevaarlijke locaties en de plaatselijke en landelijke richtlijnen
voor elektriciteit.
2. Controleer of de voedingsspanning is losgekoppeld
3. Verwijder het deksel aan de terminalzijde (zie het label met de
aanduiding veldaansluitingen).
4. Trek de kabel(s) door de kabelwartel/kabelbuis.
Gebruik bij explosieveilige/drukvaste installaties uitsluitend
kabelwartels of leidingdoorvoeren van een gecertificeerd
explosieveilig of drukvast type (Ex d llC [gas] of Ex t lllC [stof]).
5. Sluit de bedrading aan (zie Bedradingsschema).
6. Gebruik indien van toepassing de meegeleverde metalen plug om
eventuele ongebruikte poorten af te sluiten.
7. Breng het deksel weer aan en zet het vast.
8. Draai de kabelwartel aan.
Snelstartgids25
9. Sluit de voeding aan.
Page 26
SnelstartgidsMei 2019
5Verricht de configuratie
Als de transmitter vooraf is geconfigureerd in de fabriek, is dit hoofdstuk
alleen nodig als de instellingen moeten worden gewijzigd of geverifieerd.
De Rosemount 3300 niveautransmitter kan worden geconfigureerd met een
manuele communicator, met de AMS Device Manager of met Radar
Configuration Tools (radarconfiguratietools, RCT). Als u
radarconfiguratietools gebruikt, is een HART-modem® vereist.
De Help-functie van de RCT is bereikbaar via het menu of door op de toets F1
te drukken.
5.3Configuratie met de wizard
De Rosemount 3300 niveautransmitter kan worden geconfigureerd met
behulp van de installatie-wizard voor gedetailleerde begeleiding.
Procedure
1. Zorg dat de balk Tools (Extra) open is (de balk Project is aangevinkt
in de weergave). Selecteer vervolgens het pictogram Wizard of
selecteer de menuoptie View (Weergave)→Wizard.
2. Selecteer de knop Start en volg de instructies op.
5.4Configuratie met behulp van de instellingsfunctie
Als u al vertrouwd bent met de configuratieprocedure of instellingen wilt
wijzigen, kunt u de instellingsfunctie gebruiken.
Procedure
1. Zorg dat de balk Tools (Extra) open is (de balk Project is aangevinkt
in de weergave). Selecteer vervolgens het pictogram Setup of
selecteer de menuoptie View (Weergave)→Setup (Instelling).
2. Selecteer het gewenste tabblad:
• Info (informatie over het apparaat)
• Basics (Basis)
• Output (Uitgang)
• Tank config (Tankconfiguratie)
• Volume (specificatie van tankgeometrie voor
volumeberekeningen)
• LCD (displaypaneel instellingen)
• Signal Quality Metrics (Meetwaarden voor signaalkwaliteit) (voor
activering/deactivering en weergave van meetwaarden voor
signaalkwaliteit, beschikbaar met de optie DA1)
3. Om de in de transmitter geconfigureerde parameters in het
dialoogvenster te laden, klikt u op de knop Receive Page (Paginaontvangen).
4. Voor het laden van parameterwijzigingen naar de transmitter, klikt u
op de knop Send Page (Pagina zenden).
Snelstartgids27
Page 28
SnelstartgidsMei 2019
5.4.1Instelling – elementaire configuratie
Eenheden
De lengte-, volume- en temperatuureenheden kunnen worden ingesteld.
Voor meet- en configuratiegegevens worden deze eenheden gebruikt.
5.4.2Instelling – uitgang
Bereikwaarden
De onderste bereikwaarde = 4 mA waarde
De bovenste bereikwaarde = 20 mA waarde
Het 4–20 mA-bereik mag niet de bovenste of onderste overgangszone
omvatten.
(1)
Variabele toewijzing
Beschikbare meetparameters voor Rosemount 3301: Level (Niveau),
Distance to Level (Afstand tot niveau), Total Volume (Totaalvolume). Voor
geheel ondergedompelde sonde: Interface Level (Interfaceniveau) en
Interface Distance (Interface-afstand).
Beschikbare meetparameters voor Rosemount 3302: Level (Niveau),
Distance to level (Afstand tot niveau), Total Volume (Totaalvolume),
Interface Level (Interfaceniveau), Interface Distance (Interface-afstand) en
Upper Product Layer Thickness (Dikte bovenste productlaag).
In het veld Primary Variable (Primaire variabele) wordt de meetparameter
ingevoerd voor het analoge signaal.
(1)
Zie de naslaghandleiding van de Rosemount 3300 niveautransmitter.
28Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 29
Mei 2019Snelstartgids
Er kunnen meer variabelen worden toegekend indien er een
supergeponeerd digitaal HART®-signaal of HART Tri-loop™ wordt gebruikt.
Modbus-instellingen
®
Indien de transmitter is uitgerust met de Modbus-optie, kunnen de
communicatieparameters worden ingesteld.
Snelstartgids29
Page 30
SnelstartgidsMei 2019
5.4.3Instelling – Tankconfiguratie
Geometrie
Zie de afbeelding van de tank in het venster.
• Stel de Reference Gauge Height (Referentiemeting voor hoogte) in
• Stel de Upper Null Zone (Bovenste nulzone) in (indien nodig)
• Stel het Mounting Type (Montagetype) in
• Stel Diameter in als het Mounting Type (Montagetype) Nozzle
(Tankopening) is of Pipe/Chamber (Buis/kamer) is)
• Stel Nozzle Height (Hoogte tankopening) in als Mounting Type
(Montagetype) Nozzle (Tankopening) is)
Sonde
• Stel Probe Type (Sondetype) in (deze parameter is vooraf geconfigureerd
in de fabriek).
• Stel Probe Length (Sondelengte) in (deze parameter is vooraf
geconfigureerd in de fabriek. De sondelengte dient te worden gewijzigd
indien de sonde ter plekke wordt ingekort.)
• Stel Probe Angle (Sondehoek) in
• Als de Remote Housing (Externe behuizing) wordt gemonteerd, stel dan
de lengte van de Remote Housing (Externe behuizing) in (instelling niet
beschikbaar in DD/DTM™)
30Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 31
Mei 2019Snelstartgids
Diverse instellingen
• Stel de waarde Vapor Dielectric (Damp diëlektrisch) in (indien nodig)
• Stel de waarde Upper Product Dielectric (Hoogste diëlektrische waarde
product) in (alleen interface-meetwaarden)
5.5Aanvullende configuratie voor fijnafstelling van de
prestaties
Voor fijnafstelling van de prestaties van de transmitter is het raadzaam om
de functie Trim Near Zone (Trimmen omliggende gebied) uit te voeren
nadat de configuratie is voltooid.
Zie voor nadere informatie over het trimmen van het omliggende gedeelte
de naslaghandleiding van de Rosemount 3300 niveautransmitter.
Snelstartgids31
Page 32
A
B
SnelstartgidsMei 2019
6Omgevingsvoorwaarden
6.1Grenswaarden omgevingstemperatuur (bij gebruik in
explosiegevaarlijke atmosfeer):
Explosiebestendige/drukvaste versie: -58 °F (-50 °C) ≤
Intrinsiek veilige versie: -58 °F (-50 °C) ≤
Per land kunnen de specificaties verschillen, raadpleeg
Productcertificeringen.
≤ +158 °F (+70 °C)
ta
6.2Restricties met betrekking tot procestemperatuur
Als de Rosemount 3300 wordt geïnstalleerd in toepassingen met hoge
temperaturen, moet rekening worden gehouden met de maximale
omgevingstemperatuur. De isolatie van de tank mag niet hoger zijn dan 4 in
(10 cm).
Figuur 6-1 toont het verband tussen de maximale omgevingstemperatuur
en de procestemperatuur.
Figuur 6-1: Omgevingstemperatuur versus procestemperatuur
≤ +167 °F (+75 °C)
ta
6.3
32Rosemount 3300 niveautransmitter
A. Omgevingstemperatuur °F (°C)
B. Procestemperatuur °F (°C)
Druklimieten
Zie de naslaghandleiding van de Rosemount 3300 niveautransmitter voor de
druklimieten.
Page 33
Mei 2019Snelstartgids
7Productcertificeringen
Rev 3.7
7.1Informatie over Europese richtlijnen
De EU-verklaring van overeenstemming voor alle op dit product
toepasselijke Europese richtlijnen vindt u op EU-verklaring van
overeenstemming. De meest recente versie is beschikbaar op
Emerson.com/Rosemount.
7.2Certificering voor normale locaties
De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest,
waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire
elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS
nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing
laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational
Safety and Health Administration (OSHA).
7.3Apparatuur installeren in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code® (NEC) en de Canadese Electrical
Code (CEC) staan toe dat apparatuur met divisiemarkering wordt gebruikt in
zones en dat apparatuur met zonemarkering wordt gebruikt in divisies.ones
and Zone marked equipment in Divisions. De markeringen moeten geschikt
zijn voor de omgevingsclassificatie, gas- en temperatuurklasse. Deze
informatie is duidelijk vastgelegd in de betreffende voorschriften.
1. Potentieel gevaar van elektrostatische lading – De behuizing bevat
niet-metallisch materiaal. Om het risico van elektrostatische vonken
te voorkomen mag het kunststof oppervlak alleen met een vochtige
doek worden afgenomen.
XP CL I, DIV 1, GP B, C, D; DIP CLII/III, DIV 1, GP E, F, G; T5
Ta=85°C; Type 4X/IP66
Page 34
SnelstartgidsMei 2019
2. WAARSCHUWING – De behuizing van het instrument bevat
aluminium en wordt geacht ontstekingsgevaar op te leveren bij
stoten of wrijving. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en
gebruik.
IS CL I, DIV 1, GP A, B, C, D, E, F, G volgens controletekening 9150077-944; IS (entiteit) CL I, zone 0, AEx IA IIC T4
volgens controletekening 9150077-944, NI CL I, DIV 2,
GP A, B, C, D, T4a Ta=70 °C; geschikt voor gebruik in CL
II/III DIV 2, GP A, B, C, D, T4a Ta=70 °C; type 4X/IP66
Specifieke voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Potentieel gevaar van elektrostatische lading – De behuizing bevat
niet-metallisch materiaal. Om het risico van elektrostatische vonken
te voorkomen mag het kunststof oppervlak alleen met een vochtige
doek worden afgenomen.
2. WAARSCHUWING – De behuizing van het instrument bevat
aluminium en wordt geacht ontstekingsgevaar op te leveren bij
stoten of wrijving. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en
gebruik.
CL I, DIV 1, GP A, B, C, D, T4 zie installatietekening
9150077-945; niet-vonkend klasse III, DIV 1, Haz-loc CL I
DIV 2, GP A, B, C, D, maximale omgevingstemperatuur
+70 °C, T4, type 4X/IP66, maximale bedrijfsdruk 5000
psi, dubbele afdichting.
7.6Europa
7.6.1E1 ATEX drukvast
Certificaat
Normen
Markeringen
Omgevingstemperatuurbereik
KEMA 01ATEX2220X
EN 60079-0:2012 + A11:2013, EN 60079-1:2014, EN
60079-11:2012, EN 60079-26:2015, EN 60079-31:2014
II 1/2 G Ex db [ia Ga] IIC T6...T1
II 1/2 D Ex tb [ia Da] IIIC T85 °C...T450 °C Da/Db
II 2 D Ex tb IIIC T85 °C...T135 °C Db
-50 °C tot +75 °C
-40 °C tot +75 °C met procestemperatuurbereik -196 °C
tot -50 °C.
Specifieke voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Bij gebruik van de transmitter met sondes met plastic bedekking in
een atmosfeer met explosieve gassen, moeten
voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de kans op ontsteking
als gevolg van elektrostatische ladingen op de sonde te voorkomen.
2. Bij gebruik van de transmitter in een stofexplosiegevaarlijke
atmosfeer moet de transmitter zo worden geïnstalleerd dat het risico
vanwege de elektrostatische ontladingen en zich voortplantende
corona als gevolg van een snelle stofstroom op het etiket wordt
vermeden.
Snelstartgids35
Page 36
SnelstartgidsMei 2019
3. EN 60079-0, lid 8.3 bepaalt dat voor lichtmetaalhoudende sondes en
flenzen het risico van ontsteking als gevolg van stoten of wrijving
moet worden vermeden indien deze worden gebruikt als apparatuur
van categorie 1/2 G.
1. Het apparaat kan de in EN60079-11 omschreven 500V-test niet
weerstaan. Hiermee moet bij elke installatie rekening worden
gehouden.
2. De behuizing is vervaardigd van een aluminiumlegering en is
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet
echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan
stoten of schuring.
BAS02ATEX1163X
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-11:2012
II 1G Ex ia IIC T4 Ga (-50°C ≤ Ta ≤ +70°C)
Maximale procestemperatuur
Maximale omgevingstemperatuur
3. De sondes kunnen kunststofmaterialen groter dan 4 cm² bevatten of
zijn voorzien van een kunststofcoating, en dit kan een elektrostatisch
risico vormen als erover wordt gewreven of als ze in een snel
bewegende luchtstroom worden geplaatst.
4. De sondes bevatten mogelijk lichte legeringen die een risico vormen
als gevolg van door wrijving veroorzaakte ontsteking. Let erop dat ze
tijdens gebruik of installatie worden behoed voor fysieke stoten.
Entiteitsparameters HART 30 V130 mA1 W0 nF0 mH
36Rosemount 3300 niveautransmitter
U
i
I
i
P
i
C
i
L
i
Page 37
Mei 2019Snelstartgids
7.6.3N1 ATEX type N: niet-vonkend/intrinsieke veiligheid
Certificaat
Normen
Markeringen
Specifieke voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het apparaat kan de in EN 60079-11 en EN 60079-15 omschreven
500V-test niet weerstaan. Hiermee moet bij elke installatie rekening
worden gehouden.
2. De sondes kunnen kunststofmaterialen groter dan 20 cm² bevatten
of zijn voorzien van een kunststofcoating, en dit kan een
elektrostatisch risico vormen als erover wordt gewreven of als ze in
een snel bewegende luchtstroom worden geplaatst.
3. Voor de kabelingang moet een geschikte, voor de apparatuur
gecertificeerde kabelwartel worden gebruikt die zorgt voor
trekontlasting. Eventuele niet-gebruikte openingen in de apparatuur
moeten worden afgestopt om een beschermingsgraad van ten
minste IP66 in stand te houden.
7.7Internationaal
7.7.1E7 IECEx drukvast
Certificaat
Normen
Markeringen
Omgevingstemperatuurbereik
BAS12ATEX0089X
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-11:2012, EN
60079-15:2010
Ex ic nA IIC T4 Gc (-50°C ≤ Ta ≤ +70°C) Un = 42,4 V
Ex db [ia Ga] IIC T6…T1 Ga/Gb
Ex tb [ia Da] IIIC T85 °C…T450 °C Da/Db
Ex tb IIIC T85 °C…T135 °C Db
-50 °C tot +75 °C
-40 °C tot +75 °C met procestemperatuurbereik -196 °C
tot -50 °C.
Specifieke voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Bij gebruik van de transmitter met sondes met plastic bedekking in
een atmosfeer met explosieve gassen, moeten
voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de kans op ontsteking
als gevolg van elektrostatische ladingen op de sonde te voorkomen.
Snelstartgids37
Page 38
SnelstartgidsMei 2019
2. Bij gebruik van de transmitter in een stofexplosiegevaarlijke
atmosfeer moet de transmitter zo worden geïnstalleerd dat het risico
vanwege elektrostatische ontladingen en zich voortplantende
corona als gevolg van een snelle stofstroom op het etiket wordt
vermeden.
3. IEC 60079-0, lid 8.3 bepaalt dat voor lichtmetaalhoudende sondes en
flenzen het risico van ontsteking als gevolg van stoten of wrijving
moet worden vermeden indien deze worden gebruikt als EPL Ga/Gbapparatuur.
1. Het apparaat kan de in EN60079-11 omschreven 500V-test niet
weerstaan. Hiermee moet bij elke installatie rekening worden
gehouden.
2. De behuizing is vervaardigd van een aluminiumlegering en is
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet
echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan
stoten of schuring.
IECEx BAS 12.0062X
IEC 60079-0:2011, IEC 60079-11:2011
Ex ia IIC T4 Ga (-50°C ≤ Ta ≤ +70 °C)
Maximale procestemperatuur
Maximale omgevingstemperatuur
3. De sondes kunnen kunststofmaterialen groter dan 4 cm² bevatten of
zijn voorzien van een kunststofcoating, en dit kan een elektrostatisch
risico vormen als erover wordt gewreven of als ze in een snel
bewegende luchtstroom worden geplaatst.
38Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 39
Mei 2019Snelstartgids
4. De sondes bevatten mogelijk lichte legeringen die een risico vormen
als gevolg van door wrijving veroorzaakte ontsteking. Let erop dat ze
tijdens gebruik of installatie worden behoed voor fysieke stoten.
U
Entiteitsparameters30 V130 mA1 W0 nF0 mH
i
I
i
P
i
7.7.3N7 IECEx type N: niet-vonkend/intrinsieke veiligheid
Certificaat
Normen
Markeringen
Specifieke voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het apparaat kan de in EN 60079-11 en EN 60079-15 omschreven
500V-test niet weerstaan. Hiermee moet bij elke installatie rekening
worden gehouden.
2. De sondes kunnen kunststofmaterialen groter dan 20 cm² bevatten
of zijn voorzien van een kunststofcoating, en dit kan een
elektrostatisch risico vormen als erover wordt gewreven of als ze in
een snel bewegende luchtstroom worden geplaatst.
3. Voor de kabelingang moet een geschikte, voor de apparatuur
gecertificeerde kabelwartel worden gebruikt die zorgt voor
trekontlasting. Eventuele niet-gebruikte openingen in de apparatuur
moeten worden afgestopt om een beschermingsgraad van ten
minste IP66 in stand te houden.
1. Voor afdichtingselementen mag geen adapter worden gebruikt.
2. Er mag maar één adapter worden gebruikt per elke afzonderlijke
kabelingang op de bijbehorende apparatuur.
44Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 45
Mei 2019Snelstartgids
3. Het is de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker om ervoor te
zorgen dat de beschermingsgraad bij de interface van de apparatuur
en het afdichtingselement/adapter gehandhaafd blijft.
4. De geschiktheid inzake temperatuur van de apparatuur dient te
worden bepaald tijdens het eindgebruik, met correct
geclassificeerde apparatuur.
Snelstartgids45
Page 46
SnelstartgidsMei 2019
7.18Installatietekeningen
Figuur 7-1: 9150077-944 – Systeemcontroletekening
46Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 47
Mei 2019Snelstartgids
Figuur 7-2: 9150077-945 – Installatietekening
Snelstartgids47
Page 48
SnelstartgidsMei 2019
7.19EU-verklaring van overeenstemming
Figuur 7-3: EU-verklaring van overeenstemming
48Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 49
Mei 2019Snelstartgids
Snelstartgids49
Page 50
SnelstartgidsMei 2019
50Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 51
Mei 2019Snelstartgids
Snelstartgids51
Page 52
SnelstartgidsMei 2019
52Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 53
Mei 2019Snelstartgids
Snelstartgids53
Page 54
SnelstartgidsMei 2019
54Rosemount 3300 niveautransmitter
Page 55
Mei 2019Snelstartgids
Snelstartgids55
Page 56
Internationaal hoofdkantoor
Emerson Automation Solutions
6021 Innovation Blvd.
Shakopee, MN 55379, VS
De verkoopvoorwaarden van Emerson zijn op
verzoek verkrijgbaar. Het Emerson-logo is een
handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric
Co. Rosemount is een merk van een van de
bedrijven van de Emerson-groep. Alle overige
merken zijn eigendom van de betreffende
merkhouders.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.