Rollei RCP-7325XS User Manual [nl]

FCC-VERKLARING

Dit toestel is in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:

(1)Dit toestel mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en

(2)Dit toestel moet elke ontvangen interferentie aanvaarden, met inbegrip van interferentie die kan resulteren in een ongewenste werking.

Opmerking:

Dit toestel is getest en valt binnen de limieten voor digitale toestellen van Klasse B, volgens Deel 15 van de FCC-regels. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld om een redelijke bescherming te garanderen tegen schadelijke interferentie bij een installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert, maakt gebruik van en kan straling afgeven van radiofrequentie-energie. Indien het toestel niet geïnstalleerd en gebruikt wordt in overeenstemming met de instructies, kan het schadelijke interferentie veroorzaken voor radiocommunicatie.

Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen storingen zullen voorkomen. Als dit apparaat inderdaad schadelijke storing veroorzaakt bij de ontvangst van radioof televisiesignalen, wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en aan te zetten, verdient het aanbeveling een of meer van de volgende maatregelen te nemen om de storing te verhelpen:

Richt de ontvangstantenne anders of verplaats ze

Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger

Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een ander circuit dan het circuit waarop de ontvanger is aangesloten

Raadpleeg de leverancier of een ervaren radioof televisiemonteur

Het gebruik van een afgeschermde kabel is verplicht om te voldoen aan de vereisten voor klasse B apparaten in het Onderdeel B van deel 15 van de FCC-regels. Verander of wijzig het toestel niet, tenzij het zo wordt vermeld in de handleiding. Indien zulke veranderingen of wijzigen zouden moeten worden aangebracht, is het mogelijk dat u wordt gevraagd het toestel uit te schakelen.

DU-1

INFORMATIE OVER DE HANDELSMERKEN

Microsoft® en Windows® zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.

Pentium® is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.

Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.

SDTM is een handelsmerk.

Andere benamingen en producten kunnen handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaren.

LEES DIT EERST

Mededeling:

1.Productontwerp en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden veranderd. Deze omvatten hoofdzakelijk productspecificaties, software, softwarestuurprogramma’s alsmede de handleiding. Deze handleiding vormt algemeen naslagmateriaal voor het product.

2.Het product en de accessoires die bij de camera worden geleverd, kunnen verschillen van datgene wat in deze handleiding wordt beschreven. Dit komt omdat verschillende detailhandelaren vaak enigszins verschillende producten en accessoires produceren om zich aan te passen aan hun markteisen, klantlocaties en geografische voorkeuren. Producten verschillen vaak per leverancier, met name als het gaat om accessoires zoals batterijen, laders, netvoedingen, geheugenkaarten, kabels, draagtassen en taalondersteuning. Soms zal een detailhandelaar een unieke productkleur, uiterlijk en interne geheugencapaciteit specificeren. Neem contact op met uw leverancier voor zowel de precieze productdefiniëring als meegeleverde accessoires.

3.De illustraties in deze handleiding hebben tot doel meer uitleg te geven en kunnen verschillen van het werkelijke ontwerp van uw camera.

4.De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid voor fouten of tekortkomingen in deze handleiding.

DU-2

Veiligheidsaanwijzingen

Lees alle opmerkingen die gemarkeerd zijn met Waarschuwing en Voorzichtig voordat u dit product gebruikt.

WAARSCHUWING

Als er vreemde voorwerpen in de camera zitten, schakel de camera dan UIT en verwijder de batterij en de wisselstroomadapter.

Verder gebruik in deze staat kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Raadpleeg de winkel waar u de camera kocht.

Als de camera gevallen is of beschadigd is, schakel de camera dan UIT en verwijder de batterij en de wisselstroomadapter.

Verder gebruik in deze staat kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Raadpleeg de winkel waar u de camera kocht.

Haal de camera niet uit elkaar, breng geen wijzigingen aan, en probeer de camera niet zelf te repareren.

Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Voor reparaties of interne inspecties doet u een beroep op de winkel waar u de camera kocht.

Gebruik de aangegeven wisselstroomadapter enkel en alleen met het aangegeven voltage.

Gebruik met een ander voltage kan brand of elektrische schokken veroorzaken.

Gebruik de camera niet in de buurt van water.

Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Wees voorzichtig bij regen, sneeuw, op het strand of aan de kust.

Plaats de camera niet op hellende of onstabiele oppervlakken.

Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.

Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.

Door de batterij in te slikken kan vergiftiging optreden. Als de batterij per ongeluk ingeslikt wordt, dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.

Gebruik de camera niet terwijl u wandelt of een wagen of een motorfiets bestuurt.

Hierdoor kunt u vallen of een verkeersongeval krijgen.

Gebruik de camera of adapter niet tijdens onweer.

DU-3

VOORZICHTIG

Let op de polariteit (+ of -) van de contactpunten als u de batterij plaatst.

Als u de polariteit omkeert, kan dit brand en letsel veroorzaken of schade aan de camera toebrengen als de batterij breekt of lekt.

Laat de flitser niet afgaan vlakbij de ogen van iemand.

Dit kan het gezichtsvermogen van de persoon aantasten.

Stel het LCD-controlescherm niet bloot aan schokken.

Hierdoor kan het glas op het scherm beschadigd worden of kan de interne vloeistof lekken. Als de interne vloeistof in uw ogen komt of in contact komt met uw lichaam of uw kleren, spoel dan met koud water. Als de interne vloeistof in uw ogen komt, moet u een arts raadplegen voor een behandeling.

Een fototoestel is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen, klop er niet op en gebruik geen overdreven kracht als u de camera bedient.

Dit kan schade veroorzaken aan de camera.

Gebruik de camera niet in vochtige, dampige, rokerige of stoffige plaatsen.

Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.

Verwijder de batterij niet onmiddellijk na een lange periode van continu gebruik.

De batterij wordt warm tijdens het gebruik. U kunt brandwonden oplopen door een hete batterij aan te raken.

Wikkel de camera niet in stof of dekens.

Er kan dan teveel hitte optreden die de behuizing zodanig kan laten smelten dat er brand ontstaat. Gebruik de camera op een goed geventileerde plaats.

Laat de camera niet achter in ruimtes waar de temperatuur sterk kan stijgen, zoals in een auto.

Dit kan een ongewenst effect hebben op de interne onderdelen, resulterend in brand.

Voordat u de camera verplaatst, koppelt u alle snoeren en kabels los.

Doet u dit niet en raken de snoeren en kabels beschadigd, kan dit resulteren in brand en elektrische schok.

DU-4

Opmerkingen over het gebruik van de batterij

Als u de batterij gebruikt, dient u de Veiligheidsaanwijzingen en de onderstaande opmerkingen aandachtig te lezen en strikt na te leven:

Gebruik alleen de opgegeven accu (3,7V).

Voorkom het gebruik van batterijen in extreem koude omgevingen, omdat lage temperaturen de levensduur van de accu en cameraprestatie verminderen.

Als u de nieuwe oplaadbare batterij gebruikt of als de oplaadbare batterij nog nooit lang is gebruikt (een batterij waarvan de datum is verlopen is een uitzondering), kan dit van invloed zijn op het aantal foto’s dat u kunt maken. Om het beste te halen uit het prestatievermogen en de levensduur van de batterij, raden wij u dan ook aan de batterij voor gebruik minstens één volledige cyclus te laden en te ontladen.

De batterij kan warm aanvoelen na enige tijd van continu gebruik van camera of flitser. Dit is normaal en geen defect.

De camera kan warm aanvoelen na voortdurend continu gebruik. Dit is normaal en geen defect.

Indien het toestel enige tijd niet wordt gebruikt, dient u de batterijen te wissen om lekkage of roesten te voorkomen.

Als de batterij gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, bewaar deze dan als deze leeg is. Als de batterij gedurende lange tijd wordt opgeslagen terwijl deze volledig is opgeladen, kan dit de prestaties doen verslechteren.

Zorg dat de contactpunten van de batterij altijd schoon zijn.

Er bestaat gevaar voor ontploffing als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type batterij.

Gooi batterijen weg volgens de plaatselijke regels.

U wordt aanbevolen de accu minstens 8 uur op te laden voor het eerste gebruik.

DU-5

INHOUD

7 INLEIDING

7Overzicht

8Pakketinhoud

9 DE CAMERA LEREN KENNEN

9Voorkant

10Achterkant

12 Pictogrammen op het lcd-scherm

14TE BEGINNEN MET

14 Het camerariempje vastmaken

14 De batterij plaatsen en wissen

15 De batterij opladen

16 De SD-geheugenkaart plaatsen enwissen (Optionele accessoire)

17 Datum en tijd instellen

18 De SD-geheugenkaart of intern geheugen formatteren

19 Resolutie en kwaliteit instellen

21FOTOGRAFEERMODUS

21 [ ] Opnamemodus

22 Audiomemo’s opnemen

23 De digitale zoom gebruiken

24 De flitser instellen

25 De focus instellen

26 De zelfontspanner instellen

27 Belichtingscompensatie/ Tegenlichtcorrectie

28 De scènemodus instellen

30 De Panoramamodus instellen

31 [ ] Videomodus

32[ ] AFSPEELMODUS

32 Foto’s bekijken

33 Videoclips afspelen

33 Foto’s/videoclips op een TV weergeven

34 Audiomemo’s toevoegen

34Diashowweergave

35Zoom tijdens afspelen

36Beelden beveiligen

DU-6

38 DPOF-instellingen

40De grootte van een afbeelding aanpassen

41Foto’s wissen

43MENUOPTIES

43 Vastlegmenu (Vastl.)

45 Vastlegmenu (Functie)

47Videomenu (Vastl.)

48Videomenu (Functie)

49Afspeelmenu

50Menu Instellingen (in fotografeermodus)

51Menu Instellingen (in afspeelmodus)

52 O P E E N P I C T B R I D G E C O M P L I A N T I E P R I N T E R AANSLUITEN

54O P G E N O M E N F O T O ’ S E N VIDEO’S OVERDRAGEN

54 De camera op uw computer aansluiten

55 Foto’s en videobestanden d ownloaden

56DE CAMERA ALS PC-CAMERA GEBRUIKEN

56 Het camerastuurprogramma voor pc installeren

57 De camera op uw computer aansluiten

57 Start de betreffende software (bijvoorbeeld Windows NetMeeting)

58B E W E R K I N G S O F T W A R E INSTALLEREN

58 Photo Explorer installeren

58 Photo Express installeren

59 Cool 360 installeren

60CAMERASPECIFICATIES

61PROBLEMEN OPLOSSEN

INLEIDING

Overzicht

Gefeliciteerd met uw aankoop van de nieuwe digitale camera.

Het nemen van digitale foto’s hoge kwaliteit is snel en gemakkelijk met deze moderne, intelligente camera. Deze camera is uitgerust met een 7,0 megapixel CCD en kan beelden maken met een scherpte van maximaal 3072 x 2304 pixels.

Andere goede kenmerken van de digitale camera zijn onder meer:

LCD-scherm -

Met het 2,5" LTPS-TFT kleuren LCD-scherm (230K pixels)

 

kunt u gemakkelijk uw onderwerp in het kader plaatsen

 

om foto’s te maken. Op dit scherm worden ook de

 

gemaakte beelden getoond.

Opnamemedia -

32 MB intern geheugen (ongeveer 27 MB beschikbaar

 

voor het opslaan van foto’s). Als extern geheugen worden

 

SD-geheugenkaarten van 32 MB tot maximaal 1 GB

 

ondersteund.

Optische zoom -

Met de 3x optische zoom lens kunt u teleen

 

groothoekfoto’s nemen.

Digitale zoom -

Met de 4x digitale zoom en 3x optische zoom kan tot 12

 

keer worden uitvergroot; met de 4x afspeelmogelijkheid

 

kunnen geselecteerde gedeeltes van een beeld worden

 

uitvergroot.

Audiomemo -

Een audiomemo kan één keer gedurende 30 seconden

 

opgenomen worden in fotografeermodus onmiddellijk

 

nadat u een foto hebt gemaakt, of in afspeelmodus terwijl

 

u de foto bekijkt.

Miniatuurweergave -

Geeft een reeks van negen foto’s weer op het LCD-

 

scherm om foto’s makkelijker en sneller te kunnen

 

selecteren.

Scènemodus -

Selecteer de scènemodus die het beste overeenkomt met

 

de specifieke omstandigheden en onderwerpen. Hiermee

 

kunt u de foto’s maken die u wenst zonder ingewikkelde

 

instellingen.

DU-7

Pakketinhoud

Pak uw camera voorzichtig uit en controleer dat u over de volgende elementen beschikt:

Algemene productcomponenten:

Digitale camera

Gebruikershandleiding

Cd-rom met software

Usb-kabel

AV-kabel

Camerariem

Adapter

Mini-USB

Oplaadbare lithium-ion accu

DU-8

DE CAMERA LEREN KENNEN

Voorkant

1

2

3

4

5

6

#

Naam

Omschrijving

 

 

Stelt de belichting van de camera scherp en legt deze vast

1.

Sluitertoets

als de toets half ingedrukt wordt, en maakt de foto als de

 

 

toets volledig ingedrukt wordt.

2.

POWER toets

Met deze toets wordt de camera aanen uitgezet.

3.

Zelfontspanner LED

Knippert groen in Zelfontspannermodus tot de foto gemaakt is.

4.

Flitser

Voorziet in flitserverlichting.

5.

Lens

3x optische zoomlens waarmee u tele-opnamen en

groothoekopnamen kunt maken.

 

 

6.

Microfoon

Neemt audioclips op.

 

 

 

DU-9

Rollei RCP-7325XS User Manual

Achterkant

1

2

3

4

5

 

 

 

6

 

 

 

7

 

 

 

8

 

 

 

9

 

 

 

10

 

 

 

11

 

 

13

12

#

Naam

Omschrijving

 

 

Verstrekt menu-informatie om de camera te bedienen en

1.

LCD-scherm

geeft voorbeelden weer voordat de foto wordt genomen

en nadat de foto is genomen.

 

 

 

Modusschakelaar

Stelt de cameramodus in.

2.

Opnamemodus

Selecteer dit als u foto’s maakt.

Videomodus

Selecteer dit als u videoclips opneemt.

 

 

Afspeelmodus

Om foto’s af te spelen en te wissen.

3.

Weergavetoets

Verandert de informatie die op het lcd-scherm wordt

weergegeven.

 

 

4.

Status-LED

Geeft de huidige status van de camera weer.

5.

Zoom in toets

Zoomt de lens in de telefotopositie.

Zoom uit toets

Zoomt de lens in de groothoekpositie.

 

6.

MENU-toets

Schakelt het OSD-menu aan en uit.

7.

Wistoets

Hiermee kunt u de foto wissen.

8.

Luidspreker

Produceert camerageluiden en speelt opgenomen audio af.

9.

SET /Richtingstoets

Hiermee kunt u door menu’s en foto’s bladeren en uw

keuze maken.

 

 

10.

PC/AV-aansluiting

Hierop kunt u een netstroomadapter (via adapter converter),

een usb-kabel of een A/V-kabel aansluiten op de camera.

 

 

11.

Riemhouder

Bevestiging voor het camerariempje.

12.

Batterij /

Verleent toegang tot de batterij en de sleuf om de geheugenkaart

SD-geheugenkaartklep

te plaatsen of te wissen.

13.

Statiefschroefgat

Om een statief te bevestigen.

DU-10

SET /Richtingstoets

#

Naam

Omschrijving

1.

S toets

Naar boven bladeren.

 

Focustoets

Om de juiste focusinstelling te kiezen.

2.

X toets

Naar rechts bladeren.

 

Flitsertoets

Om de juiste flitserinstelling te kiezen.

3.

T toets

Naar beneden bladeren.

 

Zelfontspannertoets

Om de zelfontspanner aan en uit te zetten en

 

 

de gewenste zelfontspannermodus te

 

 

selecteren.

4.

W toets

Naar links bladeren.

 

Belichtingscompensatie/

Om de belichtingscompensatie / tegenlichtcorrectie

 

Tegenlichtcorrectie toets

aan en uit te zetten.

5.

SET toets

Om de menupagina te openen en de gekozen

instelling te bevestigen.

 

 

DU-11

Pictogrammen op het lcd-scherm

 

 

 

 

Opnamemodus [

]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P

 

 

1.

Zoomstatus

 

 

 

 

 

 

 

2.

Audiomemo

 

 

 

 

 

 

 

3.

Resterend batterijvermogen

 

 

 

 

 

 

[

]

Volledig opgeladen batterij

 

 

 

 

 

[

]

Halfvolle batterij

 

 

 

 

 

 

 

[

]

Nagenoeg lege batterij

 

 

 

 

 

[

]

Geheel lege batterij

 

 

 

 

 

4.

Flitsermodus

 

 

 

16. Witbalans

 

[ Leeg ] Automatisch flits

 

 

 

[ Leeg ] Auto

 

[

]

Rode ogen reductie

 

 

 

[

 

]

Kunstlicht

 

[

]

Geforceerde flits

 

 

 

 

 

 

[

 

]

TL1

 

[

]

Flitser uit

 

 

1

 

 

 

[

 

]

TL2

5.

[

]

Histogram

 

 

2

 

 

[

 

]

Daglicht

6.

Focusgebied (als sluitertoets half is

 

[

 

]

Bewolkt

 

ingedrukt)

 

 

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Handmatig

7.

Opnamemodus

 

 

 

 

 

17. Focusmodus

 

[ Leeg ] Enkel

 

 

 

 

 

[ Leeg ] Autofocus

 

[

]

Continu

 

 

 

 

 

[

 

]

Macro

 

[ AEB] AEB

 

 

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Oneindig

8.

Beeldformaat

 

 

 

 

 

 

 

18. Scènemodus

 

[

]

3072 x 2304

 

 

 

 

 

[

P

]

Program AE

 

[

]

2560 x 1920

 

 

 

 

 

[

 

]

Panorama

 

[

]

1600 x 1200

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Portret heer

 

[

]

640 x 480

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Portret dame

9.

Mogelijk aantal opnames

 

 

 

[

 

]

Landschap

10.

Kwaliteit

 

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Sport

 

[

]

Fijn

 

 

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Nachtportret

 

[

]

Standaard

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Nachtscène

 

[

]

Economisch

 

 

[

 

]

Kaarslicht

11. Datum en tijd

 

 

 

[

 

]

Vuurwerk

12. Zelfontspannerpictogram

 

[ TEXT ] Tekst

 

[

10s]

 

10 sec.

 

 

[

 

]

Zonsonderg

 

[

2s ]

 

2 sec.

 

 

[

 

]

Zonsopgang

 

[

10+2s ]

10+2 sec.

 

 

[

 

]

Waterdrup

13. Pictogram van

 

 

[

 

]

Waterstrm

14.

instabiliteitwaarschuwing

 

 

[

 

]

Sepia

[

]

Belichtingscompensatie

 

[

 

]

Monochroom

 

[

]

Tegenlichtcorrectie

 

 

 

 

[

 

]

Sneeuw

15. Meting

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Strand

 

[ Leeg ] Gemiddeld

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Huisdieren

 

[

]

Lichtbundel

 

 

 

 

 

 

[

 

]

Gebr inst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Elke druk op de

toets schakelt één stap in de reeks OSD volledige weergave,

 

 

 

OSD volledig met histogram, OSD weergave uit.

 

 

 

DU-12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Videomodus [ ]

1.[ ] Videomodus

2.Zoomstatus

3.Resterend batterijvermogen

4.Beeldformaat

5.Beschikbare opnametijd/verstreken tijd

6.Kwaliteit

7.Opname-indicator

8.Zelfontspannerpictogram

9.Focuspictogram

10S

07:30

Afspeelmodus [

] –Foto afspelen

 

 

 

 

 

 

 

 

1.

Afspeelmodus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

Bestandsnummer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Mapnummer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

Beveiligingspictgram

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.

Audiomemo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.

DPOF-pictogram

6

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afspeelmodus [

]-Video afspelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.

Videostatusbalk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

2.

Verstreken tijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Bestandsnummer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

Mapnummer

9

 

Total

 

 

 

 

 

 

 

Play

 

 

 

0:10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0:06

 

2

5.

Beveiligingspictgram

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.

Videomodus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.

Afspeelmodus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.

Pictogram voor geluid uit (Als de S toets

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

wordt ingedrukt tijdens het afspelen van de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

video.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100-0011

 

 

9.

Totale opgenomen tijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

7

6

5

 

 

 

4

3

 

 

 

DU-13

TE BEGINNEN MET

Het camerariempje vastmaken

Bevestig het riempje zoals in de afbeelding aangegeven.

De batterij plaatsen en wissen

We raden u ten stelligste aan de gespecificeerde herlaadbare lithium-ion batterij (3,7 V) te gebruiken om het maximum te halen uit de functies van deze camera. Laad de batterij voordat u de camera gebruikt. Controleer of de voeding van de digitale camera uitstaat voordat de batterijen worden geplaatst of verwijderd.

De batterij plaatsen

1.Open het klepje over de batterij/SDgeheugenkaart.

2.Plaats de batterij in de juiste richting, zoals aangegeven.

Kantel de batterijvergrendeling in de richting van de pijl en plaats de batterij zo dat het label naar de achterkant van de camera is gericht. Plaats dan de batterij.

3.Sluit het klepje van de batterijbehuizing/SDgeheugenkaart.

De batterij verwijderen

Open het klepje over de batterij/SD-geheugenkaart en maak de batterijvergrendeling los. Als de batterij een klein beetje uit het vak komt, trekt u de rest voorzichtig verder uit.

DU-14

De batterij opladen

Gebruik de optionele netstroomadapter om de accu te laden of om de camera van stroom te voorzien. Controleer of de camera uitstaat voordat u de accu plaatst om aan de slag

te gaan.

 

1.

Sluit het ene eind van de adapter converter aan

 

 

op het andere eind van de netstroomadapter.

3

 

 

 

De camera moet worden uitgeschakeld als

2

 

 

 

de accu wordt

1

 

opgeladen.

 

 

2.

Steek het andere eind van de adapter converter

 

 

in de PC/AV-aansluiting op de camera.

 

3.

S t e e k h e t a n d e r e u i t e i n d e v a n d e

 

 

netstroomadapter in een stopcontact.

 

De LED brandt groen als de accu wordt opgeladen en gaat uit als het opladen klaar is. De LED brandt rood als tijdens het opladen iets fout is gegaan of als geen accu in de camera zit.

Het wordt aanbevolen om de batterij volledig te ontladen voordat u het weer oplaadt.

De laadtijd varieert naar gelang de omgevingstemperatuur en de status van de batterij.

Deze camera moet gebruikt worden met de gespecificeerde netstroomadapter. Schade veroorzaakt door het gebruik van een onjuiste adapter wordt niet door de garantie gedekt.

Zorg altijd dat de camera uitstaat voordat de accu wordt verwijderd.

De accu kan warm aanvoelen als ze pas opgeladen is of onmiddellijk na gebruik. Dit is normaal en geen defect.

Als de camera in koude omgevingen wordt gebruikt, kunt u zowel de camera als de batterij warm houden door deze tussen de opnamen in een binnenzak warm te houden.

Als u de batterijklep opent zonder de batterij te verwijderen, dan zal de batterijvoeding niet ontkoppeld worden.

Als u de accu verwijdert, moet u ze opnieuw binnen 2 uur plaatsen om te garanderen dat u de datum en het uur niet opnieuw moet instellen.

Als u de accu oplaadt, plaats de camera dan niet op een plek met hoge temperaturen, zoals onder een deken, in de zon, enz.

DU-15

De SD-geheugenkaart plaatsen en wissen (Optionele accessoire)

De camera wordt geleverd met een intern geheugen van ongeveer 32MB (27 MB beschikbaar voor foto-opslag), waarmee u zowel foto’s als videoclips in uw camera op kunt slaan. U kunt echter ook de geheugencapaciteit uitbreiden met een SDgeheugenkaart, zodat u meer bestanden op kunt slaan.

De SD-geheugenkaart plaatsen

1.Open het klepje over de batterij/SDgeheugenkaart.

2.Plaats de SD-geheugenkaart in de juiste richting, zoals getoond wordt.

Houd de SD-geheugenkaart vast met de voorkant van de SD-geheugenkaart

(gedrukte pijl) naar de achterkant van de camera, en plaats de kaart dan zo ver mogelijk in de sleuf.

3.Sluit het klepje van de batterijbehuizing/SDgeheugenkaart.

De SD-geheugenkaart wissen

Open het klepje van de batterij/SD-kaart. Als u voorzichtig op de rand van de SDgeheugenkaart drukt, wordt de kaart uitgeworpen.

Om te vermijden dat waardevolle gegevens per ongeluk worden gewist

van een SD-geheugenkaart, kunt u het lipje voor schrijfbeveiliging (aan de zijkant van de SD-geheugenkaart) op “LOCK” schuiven.

Voor het opslaan, bewerken of wissen van gegevens op een SD-geheugenkaart dient u het lipje van de schrijfbeveiliging weer te ontsluiten.

U dient de SD-geheugenkaart te formatteren alvorens deze in deze camera te gebruiken.

DU-16

Datum en tijd instellen

De datum en tijd moeten ingesteld worden wanneer:

De camera voor de eerste keer wordt aangezet.

U de camera aanzet nadat er lange tijd geen batterij in de camera zat.

Als de datumen tijdinformatie niet verschijnt op het LCD-controlescherm, volg dan deze stappen om de correcte datum en het uur in te stellen.

1.Stel de modusschakelaar in op [ ] of [ ].

2.Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup] met de X toets.

3.Selecteer [Date/Time] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.

Het instellingscherm Datum/uur wordt weergegeven.

4.Selecteer het instellingsveld met de W / X toetsen en pas de waarden voor datum en tijd aan met de S / T toetsen.

De datum en het uur worden ingesteld in de volgorde jaar-maand-dag-uur-minuut.

De tijd wordt weergegeven in 24uursindeling.

5.Nadat u bevestigd hebt dat alle instellingen correct zijn, drukt u op de SET toets.

SET:Adj.

Capture

 

Date/Time

 

2006 / 01 / 01

20 :

00

 

SET:Enter

DU-17

De SD-geheugenkaart of intern geheugen formatteren

Dit hulpprogramma formatteert het interne geheugen (of geheugenkaart) en wist alle opgeslagen beelden en gegevens.

1. Stel de modusschakelaar in op [ ].

2.Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup] met de X toets.

3.Selecteer [Format] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.

4.Selecteer [Execute] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.

Om het formatteren te annuleren, selecteert u [Cancel] en drukt u op de SET toets.

Play

 

MENU:Exit

SET:Adj.

Format

SET:Enter

Plaats geen SD-geheugenkaart in de camera om het interne geheugen te formatteren. Anders formatteert u de SD-geheugenkaart.

Door de SD-geheugenkaart te formatteren, worden de beschermde beelden ook gewist. Alle andere gegevens worden ook gewist. Voordat u tot het formatteren van de kaart overgaat, controleert u of u de opgeslagen beelden niet meer nodig heeft.

Formatteren is onomkeerbaar en gegevens kunnen later niet meer hersteld worden.

Een SD-geheugenkaart met een bestaand probleem kan niet op de juiste wijze worden geformatteerd.

DU-18

Resolutie en kwaliteit instellen

De resolutieen kwaliteitsinstellingen bepalen de beeldpuntgrootte (afmeting), de bestandsgrootte en de compressiefactor voor uw beelden. Deze instellingen beïnvloeden het aantal afbeeldingen dat kan worden opgeslagen. Naarmate u de camera leert kennen, wordt aanbevolen iedere kwaliteitsen beeldscherpte instelling te proberen, zodat u het effect die deze instellingen op uw beelden heeft in kunt schatten.

Foto’s met een hogere beeldscherpte en een hogere kwaliteit leveren een beter fotografisch resultaat op, maar vormen grotere bestanden. Daarom zullen weinig afbeeldingen veel geheugenruimte in beslag nemen.

Er worden hoge resolutieen kwaliteitsinstellingen aanbevolen voor afdrukken of situaties waarbij de kleinste details belangrijk zijn. Lagere resolutie/kwaliteitsbeelden nemen minder geheugen in en zijn geschikt voor het delen van foto’s via e-mail, in een rapport of op een webpagina.

Om resolutie of beeldkwaliteit aan te passen, volgt u onderstaande stappen:

1.Stel de modusschakelaar in op [ ] of [ ].

2.Druk op de MENU toets.

Het menu [Capture] wordt weergegeven.

3.Selecteer [Size] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.

4.Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets.

5.Selecteer [Quality] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.

6.Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets.

7.Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.

Capture

 

 

MENU:Exit

SET:Adj.

[

] Modus

Capture

 

MENU:Exit SET:Adj.

[

] Modus

DU-19

Loading...
+ 44 hidden pages