Rollei Compactline 80 User Manual [nl]

Rollei Compactline 80 User Manual

USER GUIDE

FOR GERMAN | ENGLISH | SPANISH | ITALIAN | FRENCH | PORTUGUESE | GREEK | DUTCH | POLISH | RUSSIAN

8 MEGAPIXELS | ROLLEI 3x APOGON ZOOM | 2.5“ COLOUR-TFT-LCD | USB 2.0 FULL SPEED | SD CARD 4 GB, SDHC CARD 8 GB SUPPORT

Voorzorgsmaatregelen

yZorg er voordat u de camera gebruikt voor dat u de veiligheidswaarschuwingen hieronder hebt gelezen en begrepen. Zorg er altijd voor dat de camera correct gebruikt wordt.

yRicht de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere intense lichtbron die u uw ogen kan beschadigen.

yProbeer niet om de behuizing van de camera te openen of de camera op de een of andere manier aan te passen. Interne hoospanningselementen leveren het risico van elektrische schokken op als u deze aanraakt. Onderhoud en reparaties moeten alleen door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd.

yGebruik de flitser niet te dicht bij de ogen van dieren of mensen, met name kleine kinderen. Dit kan schade aan de ogen opleveren. Blijf met name ten minste een meter bij kinderen vandaan als u flitst.

yHoud de camera weg van water en andere vloeistoffen. Gebruik de camera niet met natte handen. Gebruik de camera nooit in regen of sneeuw. Vocht levert het gevaar voor elektrische schokken op.

yHoud de camera en de toebehoren buiten het bereik van kinderen en dieren om ongelukken of schade aan de camera te voorkomen.

yAls u rook ziet of een vreemde geur uit de camera ruikt, moet u direct de voeding uitschakelen. Breng de camera ter reparatie naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde service-center. Probeer nooit om zelf de camera te repareren.

yGebruik alleen de aangeraden voedingstoebehoren. Het gebruik van voedingsbronnen die niet specifiek zijn aangeraden voor deze apparatuur kunnen oververhitting, vervorming van de apparatuur, brand, elektrische schokken of andere gevaren opleveren.

FCC naleving en adviezen

Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderhevig aan de volgende omstandigheden: 1.) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en 2.) dit apparaat moet elke ontvangen interferentie accepteren, waaronder interferentie die een onvoldoende werking veroorzaakt.

Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een randapparaat van Klasse B, in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn ontwikkeld om een redelijke beveiliging te bieden tegen schadelijke storingen in een residentiële installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies, schadelijke storing veroorzaken in radiocommunicatie. Er kan echter geen garantie worden gegeven dat er geen interferentie zal optreden in een specifieke installatie. Als dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt aan radioof televisieontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat in en uit te schakelen, moet de gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:

yWijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.

yVergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.

ySluit de apparatuur aan op een stopcontact in een andere kring dan die waar de ontvanger op is aangesloten.

yRaadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-technicus voor ondersteuning.

Alle wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen nietig verklaren. Als afgeschermde interface-kabels met het product zijn meegeleverd of als specifieke extra componenten of toebehoren elders zijn aangewezen voor gebruik met de installatie van het product, moeten deze worden gebruikt om te voldoen aan de FCC-richtlijnen.

i

Inhoud

VOORZORGSMAATREGELEN

I

AAN DE SLAG

1

DIT MENU GEBRUIKEN

1

UITPAKKEN

2

ONDERDELEN VAN DE CAMERA

3

DE BATTERIJEN PLAATSEN

5

INDICATOR BATTERIJNIVEAU

5

OVER HET TYPE BATTERIJ

5

DE GEHEUGENKAART PLAATSEN

6

OVER CAMERAGEHEUGEN

6

DCF-PTOCOL

6

DE WEERGAVETAAL / DATUM EN TIJD

 

INSTELLEN

7

DE WEERGAVETAAL INSTELLEN

7

DATUM EN TIJD INSTELLEN

7

MET DE LCD-MONITOR WERKEN

9

OPNAME-MODUS

9

AFSPEEL MODUS

10

DE LCD-STATUS WIJZIGEN

11

BASISHANDELINGEN

12

DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN

12

ENERGIESPAARSTAND

12

DE MODUS WIJZIGEN

13

OMSCHAKELEN TUSSEN DE OPNAME-

 

EN DE AFSPEEL-MODUS

13

DE OPNAME-MODUS KIEZEN

13

DE ASM-MODUS KIEZEN

14

DE MENU'S GEBRUIKEN

15

OPNAME-MENU

15

INSTELMENU

16

DE BEGINSELEN VAN HET

 

OPNEMEN

19

FOTO'S MAKEN

19

ii

WERKEN MET DE Q-MODUS

20

AFBEELDINGSGROOTTE EN KWALITEIT

 

INSTELLEN

21

ZOOMEN

22

FLITSEN

23

MACROFOTOGRAFIE

24

DE ZELFTIMER EN BURST-MODUS

 

GEBRUIKEN

25

DIAFRAGMAVOORKEUR GEBRUIKEN

26

SLUITERVOORKEUR GEBRUIKEN

26

HANDMATIG BELICHTEN

27

VIDEOCLIPS MAKEN

28

HET FILMFORMAAT INSTELLEN

28

GELUIDSCLIPS OPNEMEN

29

GELUIDSOPNAMES AFSPELEN

29

EEN SPRAAKMEMO OPNEMEN

30

EEN SPRAAKMEMO AFSPELEN

30

ANDERE OPNAMEFUNCTIES

31

DE METING INSTELLEN

31

DE WITBALANS INSTELLEN

31

DE ISO-WAARDE INSTELLEN

32

DE BELICHTING INSTELLEN

32

DE AEB INSTELLEN

32

MARKEREN INSTELLEN

32

SCHERPTE INSTELLEN

33

FOTO BEWERKEN INSTELLEN

33

DATUMSTEMPEL INSTELLEN

33

DE STABILISATOR INSTELLEN

34

GEZICHT VOLGEN INSTELLEN

34

FOTOLIJST INSTELLEN

34

AFSPELEN

35

FOTO'S WEERGEVEN

35

VIDEOCLIPS AFSPELEN

35

FOTO'S VERGROTEN EN BIJSNIJDEN

36

ALS MINIATUUR BEKIJKEN

37

DIAVOORSTELLING

37

BESTANDEN VERWIJDEREN

38

EEN ENKEL BESTAND VERWIJDEREN

38

MEERDERE BESTANDEN VERWIJDEREN

39

ALLE BESTANDEN VERWIJDEREN

39

EEN ENKEL BESTAND BESCHERMEN

40

ALLE BESTANDEN BEVEILIGEN

40

MEERDERE BESTANDEN BEVEILIGEN

41

FOTO'S BEWERKEN

42

FOTO'S DRAAIEN

42

DE AFBEELDINGSGROOTTE

 

VERANDEREN

42

DE FOTO MET EFFECTEN VERANDEREN

43

EEN FOTOLIJST TOEVOEGEN

43

BESTANDEN KOPIËREN

44

DE DPOF INSTELLEN

45

EEN STARTBEELD SELECTEREN

46

VERBINDINGEN MAKEN

47

DE CAMERA OP EEN TV AANSLUITEN

47

DE CAMERA OP EEN PC AANSLUITEN

48

DE KAARTLEZER

48

DE CAMERA MET EEN USB-SNOER MET

 

EEN COMPUTER VERBINDEN

48

BIJLAGE

49

OVER DE MAP- EN BESTANDSNAAM

49

MAPPENSTRUCTUUR

49

BESTANDSNAMEN

49

PROBLEMEN OPLOSSEN

50

SPECIFICATIES

51

BESCHIKBARE FUNCTIES

52

iii

Aan de slag

Dit menu gebruiken

Aan de slag

Dit deel bevat informatie die u moet weten voor u deze camera gebruikt.

Basishandelingen

In dit deel worden alle opnamemogelijkheden van deze camera uitgelegd.

De beginselen van het opnemen

In dit deel wordt uitgelegd hoe u foto’s, films en geluidsbestanden maakt.

Andere opnamefuncties

In dit deel worden algemene bewerking bij het vastleggen van beelden uitgelegd.

Afspelen

Dit deel legt het gebruik van afspelen, wissen en de bewerkfuncties van foto’s, films en geluidsbestanden uit.

Verbindingen maken

In dit deel wordt uitgelegd hoe u deze camera op een computer of tv aansluit.

Bijlage

In dit deel worden het oplossen van problemen en de specificatie van de camera besproken.

Hieronder staat de betekenis van de symbolen die in deze handleiding gebruikt worden.

Waarschuwing

Verwijst naar waarschuwingen die u moet lezen voordat u de betreffende functies gebruikt.

Tips Verwijst naar nuttige informatie bij het werken met deze camera.

Verwijst naar de referentiepagina.

1

Uitpakken

Camera

USB-snoer

AV-snoer (*)

Zachte tas

Riem

2 x AA-batterijen

CD-ROM voor installatie

Snelstartgids

Acculader (*)

software

 

 

Adaptor (*)

Waarschuwing

yDe feitelijke toebehoren kunnen verschillen.

yItems gemarkeerd met (*) zijn als optionele toebehoren beschikbaar.

yMerk op dat de vorm van de lader afhankelijk is van het gebied waar u de camera hebt gekocht.

ySlinger de camera niet aan de riem rond.

2

Onderdelen van de camera

Vierwegknop

1. Flitser (

pagina 23)

2.Lampje zelfontspanner

3.Microfoon

4.Lens

5. Zoomknop (

pagina 22)

y Miniatuur (

pagina 37)

yWeergave zoom

(

pagina 36)

 

6.

Weergaveknop

 

(

pagina 13)

 

7.

Menuknop (

pagina 15)

8.

Lampje activiteitsmelding

9.

Modusknop (

pagina 13)

10. ASM-knop (

pagina 14)

y

Wisknop (

pagina 38)

11. LCD-monitor (

pagina 9)

12. Flitsknop (

pagina 23)

13. INSTEL/WEERG-knop

(

pagina 11)

 

14. Macroknop (

pagina 24)

3

15.Ring voor riem

16.Sluiterknop

(

pagina 19, 28)

 

17.

Voedingsknop (

pagina 12)

18.

Luidspreker

 

19. USB/AV-terminal

( pagina 18, 48)

20.

Batterijdeksel (

pagina 5)

21.

Statiefmoer

 

4

De batterijen plaatsen

1

2

Open de batterijklep.

ySchuif de batterijklep in de richting van de pijl.

Plaats de batterijen.

yPlaats twee AA-batterijen met de positieve (+) en negatieve (-) polen in de richting die in het batterijvak is aangegeven.

3 Sluit het batterijklepje.

Indicator batterijniveau

In het LCD-venster verschijnt een indicator voor het batterijniveau als de batterijen bijna leeg zijn. De batterijen moeten direct worden vervangen als deze indicator verschijnt.

Waarschuwing

yEr is gevaar voor ontploffing als u een verkeerd type batterij plaatst. Verwijder de gebruikte batterijen volgens de aanwijzingen.

ySchakel de camera uit voordat u batterijen vervangt.

yGeadviseerd wordt om de meegeleverde batterij te gebruiken. Zie Batterijtypen

voor andere compatibele batterijen. (

page 18). Het gebruik van andere

soorten batterijen wordt niet aangeraden.

yVervang alle batterijen tegelijk. Gebruik nooit tegelijk oude en nieuwe batterijen.

yVerwijder batterijen als u deze gedurende langere tijd niet gebruikt.

yNa langdurig gebruik kan de camera warm aanvoelen. Dat is normaal.

Over het type batterij

Zie voor het vervangen van de batterijen het Batterijtype in het instelmenu (

pagina

18).

5

De geheugenkaart plaatsen

U kunt bij deze digitale camera een SD Card gebruiken. De sleuf voor deze kaart bevindt zich onder het batterijklepje naast het batterijvak.

1 Open de batterijklep.

ySchuif de batterijklep in de richting van de pijl.

2 Plaats de kaart.

yPlaats de kaart met het etiket omhoog en de pijl naar binnen wijzend.

Tips

yOm de kaart te verwijderen, drukt u voorzichtig op de rand van de kaart om deze los te maken. Trek de kaart er uit en sluit het batterijvak.

3 Sluit het batterijklepje.

Waarschuwing

yU kunt de kaart beschadigen door deze te verwijderen terwijl de camera nog is ingeschakeld.

yRaak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan.

Over camerageheugen

Deze camera is van intern geheugen voorzien. Als de geheugenkaart niet in de camera is gestoken, worden alle foto's en filmclips in het interne geheugen opgeslagen. Als de geheugenkaart is geplaatst, worden foto's en filmclips op de geheugenkaart opgeslagen.

DCF-ptocol

Het DFC-protocol bepaalt de indeling voor fotobestanden en de mapstructuur op de geheugenkaart. Foto's die met een DCF-camera zijn gemaakt, kunnen bekeken worden op DCF-compatibele camera's van andere fabrikanten.

6

De weergavetaal / datum en tijd instellen

Als u de camera voor het eerst gebruikt, moet u een taal kiezen en de datum en tijd instellen voordat u met de camera aan de slag gaat.

De weergavetaal instellen

1

2

Schakel de voeding in en kies het instelmenu ( pagina 16).

Selecteer [ Taal].

yDruk op of om de [Taal] te selecteren en druk op of de knop SET om het submenu te openen.

3 Een taal selecteren.

yDruk op of om een taal te selecteren en druk op of de knop SET om de instelling toe te passen.

4 Druk op de knop MENU om het menu te sluiten.

Datum en tijd instellen

1

2

Schakel de voeding in en kies het instelmenu ( pagina 16).

Selecteer [ Datum & Tijd].

yDruk op of om de [Datum & Tijd] te selecteren en druk op

of de knop SET om het submenu te openen.

3

Stel de datum en tijd in.

yDruk op en om de waarde te wijzigen. Druk op of om de

aanwijzer naar de volgende instelling te verplaatsen.

Tips

yDoor of ingedrukt te houden, verandert u de waarde continu.

y Instelling datumstempel (

pagina 33).

7

4

De instelling toepassen.

yDruk na het aanpassen van de instellingen op de knop SET of MENU om ze toe te passen.

Waarschuwing

yAls de batterijen langer dan 48 uur verwijderd zijn, moet u de datum en tijd opnieuw instellen.

8

Met de LCD-monitor werken

Gebruik de LCD-monitor om het beeld in te stellen, instellingen aan te passen en foto's te bekijken. De volgende indicatoren kunnen op de LCD-monitor verschijnen tijdens het opnemen of het weergeven van beelden.

OPNAME-modus

1

Opnamemodus (

pagina 12)

13

Witbalans (

pagina 31)

 

2

Flitser (

pagina 23)

 

14

Sluitersnelheid (

pagina 19)

3

Macro (

pagina 24)

 

15

Schudwaarschuwing (

pagina 19)

4

Zelfontspanner / Burst (

pagina 25)

16

Diafragmawaarde (

pagina 19)

5

Zoomindicator (

pagina 22)

17

Gezichtsvolg. (

pagina 34 )

6

Resterend aantal opnamen

 

18

Belichting (

pagina 32)

 

7

Batterij (

pagina 5)

 

19

Scherpstelgebied (

pagina 19)

8

Opslagmedia

 

 

20

Datumstempel (

pagina 33)

9

Stabilisator

 

 

21

Batterij (

pagina 32)

 

10

Meting (

pagina 31)

 

22

Scherpte (

pagina 33)

 

11

ISO (

pagina 32)

 

23

Kwaliteit (

pagina 21)

 

12

Histogram

 

 

24

Resolutie (

pagina 21)

 

9

AFSPEEL modus

1

Afspeelmodus (

pagina 12)

7

2

Beschermen (

pagina 40)

8

3

Spraakmemo (

pagina 30)

9

4

Bestandsnummer / totaal

10

5

Batterij (

pagina 5)

11

6

Opslagmedia

 

12

Opname-info (

pagina 11)

Histogram

 

 

 

Opnamedatum en -tijd:

 

Besturing spraakmemo (

pagina 30)

DPOF (

pagina 45)

 

Resolutie (

 

pagina 21)

 

Waarschuwing

yHet is mogelijk dat sommige informatie niet correct wordt weergegeven als u beelden weergeeft welke met een andere camera zijn gemaakt.

10

De LCD-status wijzigen

Druk op de knop SET/DISP om de LCD status te wijzigen zoals hieronder weergegeven:

Opnamemodus

(A) OSD aan

(B) Volledig OSD

(C) Richtlijn

(D) OSD uit

Tips

yGebruik de "Richtlijn" om de foto vooraf gemakkelijk in te stellen.

AFSPEEL modus

(A) OSD aan

(B) Volledig OSD

(D) OSD uit

Waarschuwing

yOnder de volgende omstandigheden kunt u de LCD-status niet wijzigen:

Handmatig belichten

Filmclips of geluidsbestanden vastleggen

Filmclips of geluidsbestanden afspelen

De diavoorstelling afspelen

Als miniatuur bekijken

Een foto bijsnijden

11

Basishandelingen

De voeding inen uitschakelen

1 Druk op de POWER-knop (n) om de camera in de OPNAME-modus in te schakelen.

yDe camera schakelt in, de lens komt naar buiten en de LED wordt groen.

Druk op de PLAYBACK-knop (o) om de camera in de PLAYBACK-modus in te schakelen.

yDe camera wordt ingeschakeld en een foto verschijnt op de LCD-onitor (p).

2 Druk nogmaals op de POWER-knop (n) om de camera uit te schakelen.

yDe camera wordt uitgeschakeld, de lens gaat naar binnen en de LED dooft.

Tips

yU kunt de camera inschakelen zonder het starten werkgeluid door de POWER- (n) of de PLAYBACK- (o) knop langer dan 1,5 seconden in te drukken.

y Schakelen tussen de OPNAME en de PLAYBACK modus ( pagina 12).

Energiespaarstand

Om de batterij te sparen, schakelt de LCD-monitor automatisch uit 1 minuut nadat de laatste actie is ondernomen (fabrieksinstelling). Druk op een andere dan de power-knop om de LCD-monitor in te schakelen. U kunt de spaarinstelling wijzigen in het instelmenu ( pagina 17).

Nadat de spaarfunctie 1 minuut actief is geweest, wordt de voeding volledig uitgeschakeld. Druk op de POWER- (n) of de PLAYBACK- (o) knop om de voeding weer in te schakelen.

Onder de volgende omstandigheden wordt de spaarfunctie niet actief.

yFilmclips of geluidsbestanden vastleggen

yFilmclips of geluidsbestanden afspelen

yDe diavoorstelling afspelen

yBij het aansluiten van de camera op een computer of printer met het USB-snoer.

12

De modus wijzigen

U kunt beeld en geluid opnemen in de OPNAME-modus. En de AFSPEEL-modus gebruiken om beelden op de LCD-monitor weer te geven, te wissen of bewerken.

Omschakelen tussen de OPNAMEen de AFSPEEL-modus

Druk in de OPNAME-modus op de

PLAYBACK-knop (n) om naar de

AFSPEEL-modus te gaan.

Druk in de AFSPEEL-modus op de PLAYBACK- (n) of de MODE-(o) knop om naar de OPNAME-modus te gaan.

De OPNAME-modus kiezen

1

Zet de camera in de

 

OPNAME-modus ( pagina 13).

2

Open het moduspalet.

yDruk op de MODE–knop (o) om het scene moduspalet te openen.

3 Selecteer een modus.

yGebruik de vierwegsbesturing om de gewenste modus te kiezen en druk op de SET-knop om de instelling te bevestigen.

Beeldscherm

Titel

Beschrijving

 

Programma

De camera past de instellingen aan de omstandigheden aan.

 

 

 

 

Film

Voor het vastleggen van filmclips.

 

 

 

 

Stemopname

Voor het vastleggen van audio.

 

 

 

 

Q-modus

Hiermee kunnen beginners gemakkelijk foto's maken.

 

 

 

13

 

 

 

Beeldscherm

Titel

Beschrijving

 

Verticaal

De achtergrond vervagen om de nadruk op het onderwerp te

 

leggen.

 

 

 

 

 

 

Horizontaal

Gebruikt voor brede landschapopnames.

 

 

 

 

Zonsondergang

De rode tint benadrukken bij het opnemen van

 

zonsondergangen.

 

 

 

 

 

 

Verlichting

Een van achteren verlicht onderwerp fotograferen door de

 

meting te wijzigen.

 

 

 

 

 

 

Lach opnemen

De mooiste glimlachen vastleggen.

 

 

 

 

Kinderen

Een foto van bewegende kinderen maken.

 

 

 

 

Nachtscène

Het onderwerp fotograferen terwijl de achtergrond donker

 

blijft.

 

 

 

 

 

 

Vuurwerk

Lage sluitersnelheid om ontploffend vuurwerk vast te leggen.

 

 

 

 

Sneeuw

Gebruikt voor stranden sneeuwscènes.

 

 

 

 

Voedsel

Een hogere verzadiging laat voedsel er smakelijker uitzien.

 

 

 

 

Gebouw

De randen van het onderwerp verscherpen.

 

 

 

 

Tekst

Het zwart-witcontrast versterken.

 

 

 

De ASM-modus kiezen

1

2

Zet de camera in de OPNAME-modus ( pagina 13).

yU kunt niet naar de ASM-modus gaan vanuit de filmof stemOPNAMEmodus.

De ASM-modus starten.

yDruk op de ASM-knop (n) om te schakelen tussen diafragmavoorkeur, sluitervoorkeur of handmatige belichting.

y Zie voor details (

pagina 26).

14

Loading...
+ 44 hidden pages