Roland XV-5050 User Manual [nl]

1
2
4
3
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland XV-5050
Voordat u dit apparaat gaat gebruiken, leest u de secties ‘BELANGRIJKE VEILIG­HEIDSINSTRUCTIES’ (p.2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.3-4), en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p.5) zorgvuldig door. In deze secties vindt u belangrijke informatie met betrekking tot de juiste bediening van het apparaat. Daarnaast zou deze handleiding volledig gelezen moeten worden, zodat u een goed idee heeft van alle eigenschappen die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren.
De Demosongs beluisteren
fig.Cover
1. Houdt de [EXIT] knop ingedrukt, en druk op de [ BANK] knop.
Het DEMO PLAY scherm verschijnt in het weergavenvenster.
2. Draai aan de [Value] draaiknop om de song die u wilt horen te kiezen.
Kies ‘CHAIN PLAY’ om alle songs achter elkaar te beluisteren, te beginnen bij de eerste song.
3. Druk op de [ENTER] knop om het afspelen van de demosong te starten.
4. Druk op de [EXIT] knop om de uitvoering te beëindigen, en naar het song selectie scherm
terug te keren.
Druk nogmaals op de [EXIT] knop om het DEMO PLAY scherm te verlaten.
Drukafspraken in deze handleiding
• Met woorden tussen vierkante haakjes worden knoppen, toetsen of een draaiknop op het paneel aangegeven.
• Met (p.**) wordt een referentiepagina aangegeven.
* De uitleg in deze handleiding bevat illustraties, die laten zien wat er precies in het beeldscherm getoond zou
moeten worden. Merk echter op, dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem kan hebben
noodzakelijk met dat wat in de handleiding wordt getoond overeen te komen.
Copyright 2002 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag op enigerlei wijze gereproduceerd
worden, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, 'gevaarlijk voltage' binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de basis voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen , en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat alleen met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
2
WAARSCHUWING
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt..
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt. * Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Zorg dat u onderstaande instructies en de gebruikers­handleiding leest, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
..........................................................................................................
002b
• Open het apparaat niet en pas geen interne modificaties toe. (De enige uitzondering hierop zijn de specifieke instructies in de handleiding, die gevolgd moeten worden om door de gebruiker te installeren opties aan te brengen; zie p.120, 122).
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distri­buteur, ondergebracht op de 'Informatie' pagina.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoor-
beeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur; of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of
natte vloeren hebben; of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig zijn; of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
005
• Dit apparaat zou alleen met een door Roland aanbevolen rek of standaard gebruikt moeten worden.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
006
• Wanneer het apparaat met een door Roland aanbevolen rek of standaard gebruikt wordt, moet het rek of de standaard zorgvuldig geplaatst worden, zodat het waterpas staat, en stabiel zal blijven. Ook als u geen rek of standaard gebruikt, moet u er voor zorgen dat de door u gekozen locatie een regelmatig oppervlak heeft, zodat het apparaat op juiste wijze wordt ondersteund en niet zal wiebelen.
..........................................................................................................
008a
• Het apparaat dient alleen op een type stroomvoor­ziening zoals in de instructies wordt beschreven aange­sloten te worden of zoals op het apparaat zelf wordt aangegeven.
..........................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met koptelefoon of luidsprekers kan geluidsniveaus produ­ceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..........................................................................................................
..........................................................................................................
3
VOORZICHTIG
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel voor een veilige bediening van het apparaat zijn, op te volgen.
..........................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!).
..........................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale kracht die door alle apparaten die u op het stopcontact waar het verlengsnoer zich in bevindt heeft aangesloten, mag nooit de kracht classificatie (watts/ ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
WAARSCHUWING
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distri­buteur. Deze zijn te vinden op de 'Informatie' pagina.
..........................................................................................................
022a
Zet het apparaat altijd uit, en koppel het netsnoer los, voordat u het circuit board (SRX serie; p.14) gaat instal­leren.
..........................................................................................................
023
Speel GEEN CD-ROM disk op een conventionele CD speler af. Het resulterende geluid kan van een niveau zijn dat permanent gehoorsverlies kan veroorzaken. Hierdoor kan schade aan luidsprekers of andere systeemonderdelen ontstaan.
..........................................................................................................
106
Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
104
Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Tevens zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
Ga nooit bovenop dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
107b
Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108a
Voordat u dit apparaat verplaatst, haalt u de stekker uit het stopcontact, en haalt u alle snoeren van externe apparaten los.
..........................................................................................................
109a
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom ui en trekt u de stekker uit het stopcontact (p.14).
..........................................................................................................
110a
Wanneer er in uw omgeving onweer wordt verwacht, haalt u de stekker uit het stopcontact.
..........................................................................................................
115a
Installeer alleen de gespecificeerde circuit board(s) (SRX serie). Verwijder alleen de gespecificeerde schroeven (p.120, p.122).
..........................................................................................................
118
Wanneer u schroeven verwijdert, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat deze geen kans krijgen om de schroeven per ongeluk in te slikken.
..........................................................................................................
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Naast de onderdelen bij 'BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES' en 'HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN' op pagina's 2 en 3, raden wij u aan het volgende lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit waar apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische motor of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van maken.
Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur die grote stroom trans­formatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat; of zet het verder van de storingsbron weg.
Dit apparaat kan de radio of televisie ontvangst verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat bediend worden. Dit soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
Om te voorkomen dat het stuk gaat, gebruikt u dit apparaat niet in een natte omgeving, zoals een gebied dat aan regen of ander vocht heeft bloot gestaan.
Onderhoud
Voor het dagelijks schoonmaken gebruikt u een schone, droge doek of één die enigszins vochtig is. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een in een mild, niet schurend schoonmaakmiddel gedrenkte doek. Daarna veegt u het apparaat goed droog met een zachte, droge doek.
Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid­delen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparaties en data
Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kan gaan wanneer het ter reparatie wordt aangeboden. Een reservekopie van belangrijke data zou altijd op een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) opgeslagen of op papier genoteerd moeten worden (indien mogelijk). Tijdens reparatie wordt met gepaste zorg geprobeerd om dataverlies te voorkomen. Echter, in sommige gevallen (wanneer het aan geheugen gerelateerde circuit zelf niet meer werkt) kan de data tot
onze spijt niet hersteld worden. Roland is niet aansprakelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Stel het beeldscherm niet aan sterk licht bloot (zoals de flits van een camera), dit kan tot storingen leiden.
Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen, als resultaat van een storing of het onjuist bedienen van het apparaat, onherstelbaar verloren kan gaan. Om u zelf tegen het risico van dataverlies te beschermen, raden wij u aan een reservekopie van belangrijke data, die u in het geheugen van dit apparaat heeft opgeslagen, op een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) op te slaan.
Wanneer de inhoud van data die in het geheugen van dit apparaat of op een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) werd opgeslagen éénmaal verloren is gegaan, kan deze helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet aansprakelijk voor dit soort dataverlies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met voldoende voorzichtigheid; dit geldt tevens voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op uit.
Tijdens het aansluiten/loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoeveelheid warmte afgeven.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken ('s nachts in het bijzonder).
Wanneer u het apparaat moet verplaatsen, verpakt u het, indien mogelijk, in de originele doos (inclusief vulsel). Anders zult u een soortgelijke verpakking moeten gebruiken.
Behandeling van CD-ROM's
Vermijdt het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Bescha­digde of vuile CD-ROM's kunnen niet goed gelezen worden. Zorg dat uw disks schoon blijven met een in de winkel verkrijgbare CD schoonmaker.
5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ..................3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................5
Eigenschappen .....................................................................................10
Paneel beschrijvingen..........................................................................11
Voorpaneel ................................................................................................................................................ 11
Achterpaneel ............................................................................................................................................. 12
Voorbereidingen ...................................................................................13
Aansluiten op MIDI apparaten en geluidsapparatuur....................................................................... 13
De stroom aanzetten..................................................................................................................... 14
De stroom uitzetten ...................................................................................................................... 14
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ..............................................................................15
Snelle Start................................... 17
Geluiden afspelen.................................................................................18
Patches afspelen (Phrase Preview)......................................................................................................... 18
De manier, waarop geluiden vooraf bezichtigd worden, instellen ....................................... 18
Een Patch op de XV-5050 spelen vanaf een extern MIDI apparaat (MIDI keyboard).................... 19
Het MIDI keyboard aansluiten ................................................................................................... 19
MIDI kanalen overeen laten komen........................................................................................... 19
Een Patch kiezen....................................................................................................................................... 21
Basisprocedure voor het kiezen van een Patch ........................................................................ 21
Een Bank kiezen ............................................................................................................................ 21
Een Patch per categorie kiezen (Patch Finder) ......................................................................... 21
De toonhoogte van een Patch in octaven instellen (Octave Shift)..................................................... 23
Van Mode veranderen (Patch, Performance of Rhythm Set)............................................................. 23
Meerdere op elkaar gestapelde Patches spelen (Layer)...................................................................... 25
Performance 'PB:001 Dulcimar&Gtr' selecteren ....................................................................... 25
Een Part aan- of uitzetten............................................................................................................. 26
Een nieuwe Patch aan een Part toewijzen ................................................................................. 27
Het MIDI ontvangstkanaal van elk Part veranderen............................................................... 27
Verschillende Patches op verschillende gebieden van het keyboard spelen (Split)....................... 28
Performance 'PB:029 Organ/Lead' selecteren .......................................................................... 28
De notenreeks van elk Part instellen.......................................................................................... 29
Een extern MIDI apparaat gebruiken om Patches te selecteren, en andere instellingen te
veranderen................................................................................................................................................. 30
Patches en Rhythm Sets selecteren............................................................................................. 30
Performances selecteren............................................................................................................... 31
Effecten aan- en uitzetten ....................................................................32
Een lijst maken van uw favoriete Patches..........................................33
Een Patch in de FAVORIETENLIJST registreren................................................................................. 33
Een Patch uit de FAVORIETENLIJST selecteren................................................................................. 34
Aansluiten op een computer................................................................35
Aansluiten met een USB Connector ...................................................................................................... 35
Aansluiten met MIDI Connectors.......................................................................................................... 35
6
Inhoud
Gevorderd gebruik....................... 37
Hoofdstuk 1. Een Patch creëren..........................................................38
Hoe een Patch is opgebouwd ................................................................................................................. 38
Hoe een Tone is opgebouwd.......................................................................................................38
Tips voor het creëren van een Patch...................................................................................................... 38
De Tones die klinken kiezen (Tone On/Off)........................................................................................ 39
Instellingen die voor de gehele Patch gelden (COMMON)............................................................... 39
Meer gevorderde bewerking van Tones ............................................................................................... 43
Tips voor het kiezen van een golfvorm ..................................................................................... 43
Een golfvorm veranderen (WAVE)............................................................................................ 44
De toonhoogte veranderen (PITCH).......................................................................................... 45
De helderheid met een filter veranderen (TVF) ....................................................................... 46
Het volume veranderen (TVA) ................................................................................................... 48
Vibrato of Tremolo toepassen (LFO).......................................................................................... 50
Regelaars gebruiken om de manier waarop geluiden gespeeld worden te
veranderen (CONTROL).............................................................................................................. 51
Effect instellingen aanpassen.................................................................................................................. 53
Door u gecreëerde Patches opslaan....................................................................................................... 53
Instellingen tussen Patches kopiëren (Patch Tone Copy)................................................................... 53
Hoofdstuk 2. Een Rhythm Set creëren................................................54
Hoe percussie instrumenten zijn opgebouwd ..................................................................................... 54
Een MIDI keyboard gebruiken om een percussie instrument voor bewerking te selecteren....... 54
Instellingen die gelden voor de gehele Rhythm Set............................................................................ 55
Individuele Ritme klanken instellen...................................................................................................... 56
Tips voor het kiezen van Ritme klank golfvormen.................................................................. 56
De golfvorm en panning van een ritmeklank wijzigen (WAVE)........................................... 57
De toonhoogte van een ritmeklank wijzigen (PITCH) ............................................................ 58
De helderheid van een geluid met een filter wijzigen (TVF).................................................. 59
Het volume laten veranderen (TVA) ......................................................................................... 61
Andere instellingen (CONTROL)............................................................................................... 61
Effect instellingen ..................................................................................................................................... 62
Door u gecreëerde Rhythm Sets opslaan.............................................................................................. 62
De instellingen van een andere ritmeklank kopiëren (Rhythm Key Copy) .................................... 62
Hoofdstuk 3. Een Performance creëren..............................................63
Hoe een Performance is opgebouwd..................................................................................................... 63
Basismanieren om Performances te gebruiken.................................................................................... 63
Een Part aan- of uitzetten........................................................................................................................ 63
Hoe een Performance instelling aangepast kan worden .................................................................... 63
Instellingen voor een gehele Performance vastleggen (COMMON)................................................ 64
De keyboardreeks instellen ......................................................................................................... 64
Andere instellingen....................................................................................................................... 64
Instellingen voor elk Part ........................................................................................................................ 65
Een Patch of een Rhythm Set van een Part kiezen................................................................... 65
Het volume, de pan, de toonhoogte en polyfonie van een part instellen............................. 65
De attack en release van het geluid van een Part bewerken................................................... 65
De toonhoogte veranderen .......................................................................................................... 66
De manier waarop het geluid van een Part wordt gespeeld veranderen............................. 66
De MIDI instellingen van een Part vastleggen ......................................................................... 67
MIDI informatie van elk Part bevestigen .................................................................................. 67
Effect instellingen aanpassen.................................................................................................................. 68
Door u gecreëerde Performances opslaan ............................................................................................ 68
Instellingen van een Part naar een ander Part kopiëren (Performance Part Copy) ....................... 68
7
Inhoud
Hoofdstuk 4. De XV-5050 effecten gebruiken.....................................69
Effecten aan- en uitzetten........................................................................................................................ 69
Patch/Rhythm Set Mode instellingen................................................................................................... 70
Geluidssignaalschema.................................................................................................................. 70
Instellingsprocedure..................................................................................................................... 71
Performance Mode instellingen ............................................................................................................. 72
Geluidssignaalschema.................................................................................................................. 72
Instellingsprocedure..................................................................................................................... 73
Multi-effect instellingen .......................................................................................................................... 74
Chorus instellingen .................................................................................................................................. 74
Reverb instellingen................................................................................................................................... 74
Multi-effect parameters ........................................................................................................................... 75
Chorus parameters................................................................................................................................. 102
Reverb parameters ................................................................................................................................. 103
Effect instellingen kopiëren .................................................................................................................. 103
Hoofdstuk 5. Een door u gecreëerd geluid opslaan........................104
Bewerkingen in het interne geheugen van de XV-5050 opslaan (WRITE)..................................... 104
Een Patch opslaan (PATCH WRITE)........................................................................................ 104
Een Rhythm Set opslaan ............................................................................................................ 104
Een Performance opslaan........................................................................................................... 104
Een geluid initialiseren (INIT).............................................................................................................. 105
Het interne geheugen beveiligen (PROTECT) ................................................................................... 105
Geluidsinstellingen verzenden (XFER)............................................................................................... 106
Hoofdstuk 6. Andere instellingen/Status controle...........................107
Algehele instellingen maken ................................................................................................................ 107
Algemene regelaars selecteren ............................................................................................................. 107
De MIDI en USB instellingen vastleggen............................................................................................ 108
Het MIDI kanaal instellen.......................................................................................................... 108
Global instellingen maken......................................................................................................... 108
De ontvangststatus voor elke klank specificeren ................................................................... 108
Twee of meer XV-5050's aansluiten om de polyfonie toe te laten nemen .......................... 108
Aan USB gerelateerde instellingen maken.............................................................................. 109
De manier, waarop geluiden van te voren bekeken worden, instellen.......................................... 109
De Equalizer instellingen maken ......................................................................................................... 109
De algehele stemming van de XV-5050 aanpassen ........................................................................... 110
Master Tune en Master Key Shift ............................................................................................. 110
Scale Tune .................................................................................................................................... 110
De huidige status bevestigen................................................................................................................ 110
De systeem instellingen opslaan .......................................................................................................... 110
Hoofdstuk 7. De XV-5050 als General MIDI geluidsmodule gebruiken .......111
Naar de GM Mode gaan........................................................................................................................ 111
De geluidsgenerator voor General MIDI System Basic instellingen initialiseren ............. 111
Een GM arrangement afspelen.................................................................................................. 111
GM Mode instellingen wijzigen........................................................................................................... 111
Effect instellingen in GM Mode maken (EFFECTS)............................................................... 112
Instellingen voor het ontvangen van MIDI maken (MIDI)................................................... 113
Instellingen voor elk Part maken (PART)................................................................................ 113
Hoofdstuk 8. Voorbeelden van toepassingen met gebruik van de XV-5050 ..... 114
De XV-5050 in realtime besturen, met gebruik van een extern MIDI apparaat............................ 114
Multi-effect instellingen van een extern MIDI apparaat veranderen.................................. 114
Klankinstellingen veranderen................................................................................................... 114
Toepassingen voor Patches................................................................................................................... 115
De LFO cyclus aan het systeem tempo synchroniseren ........................................................ 115
8
Inhoud
Multi-effecten aan het systeem tempo synchroniseren......................................................... 115
De delaytijd van een klank met het systeem tempo overeen laten komen ........................ 116
Een pedaalschakelaar gebruiken om de rotatiesnelheid van het Rotary effect te
veranderen ................................................................................................................................... 116
Frase loops op het systeem tempo afspelen............................................................................ 116
Part instellingen van een extern MIDI apparaat veranderen........................................................... 117
Toepassingen voor Matrix Control...................................................................................................... 118
De TMT regelen met de LFO, en de timing van de klank veranderen ............................... 118
Appendix ...................................119
Het Wave expansie board installeren ...............................................120
Voorzichtig bij het installeren van een Wave expansie board......................................................... 120
Hoe een Wave expansie board geïnstalleerd wordt.......................................................................... 120
Installation de la carte d’extension Wave
(Exclusief voor Wallonië) ...................................................................122
Précautions à prendre lors de linstallation dune carte dexpansion Wave ................................. 122
Installation dune carte dexpansion Wave ........................................................................................ 122
De driver installeren ...........................................................................124
Wat is de USB MIDI driver?...................................................................................................... 124
Windows 98/Me gebruikers................................................................................................................. 125
De uitgangsbestemming voor MIDI data specificeren.......................................................... 127
Windows 2000 gebruikers..................................................................................................................... 128
De uitgangsbestemming voor MIDI data specificeren.......................................................... 131
De USB MIDI driver verwijderen ........................................................................................................ 131
OMS op de Macintosh gebruiken ........................................................................................................ 132
De XV-5050 driver installeren ................................................................................................... 132
OMS instellingen......................................................................................................................... 132
FreeMIDI op de Macintosh gebruiken ................................................................................................ 134
De XV-5050 driver installeren ................................................................................................... 134
FreeMIDI instellingen................................................................................................................. 135
Probleemoplossing.............................................................................136
Storingsmeldingen .............................................................................137
Golfvormlijst........................................................................................138
Patch lijst.............................................................................................141
Rhythm Set lijst...................................................................................147
Performance lijst.................................................................................153
Demosong lijst ....................................................................................153
MIDI Implementatie .............................................................................154
Specificaties........................................................................................177
Index.....................................................................................................178
9
Eigenschappen
64-stemmig polyfoon en 16-stemmig multitimbraal
De XV-5050 is een 16-stemmige multitimbrale geluidsgenerator, die maximaal 64 polyfonische stemmen tegelijkertijd produceert. Het biedt een overvloedige polyfonie, zelfs met Patches die meerdere klanken bevatten.
Creëer verbazingwekkend expressieve klanken
Met Patches die vier stereoklanken bevatten, en instrumenten met vier klanken in Rhythm Sets, kunt u maximaal acht golftypes gebruiken – de XV-5050 brengt u een stap verder dan Roland's vorige generatie modules in de JV serie. U heeft een nauwkeuriger controle, waardoor u weelderiger, expressievere geluiden kunt creëren.
Krachtige interne effecten, inclusief COSM effecten
De interne effecten zijn geheel opnieuw overdacht en verbeterd. De reverb, het meest centrale effect van de XV-5050, lijft de SRV-3030 DSP in, waardoor het instrument zelf in staat is tot goede ruimtelijke scherpte, met een superieur, helder geluid. Daarnaast heeft de XV­5050 Multi-effecten (MFX) met 90 soorten effecten, inclusief RSS en 3D Delay, Slicer, en Formant Filter. De XV-5050 biedt zelfs een verscheidenheid aan combinaties van verschillende effecten, zoals de Guitar Amp Simulator, mogelijk gemaakt door COSM technologie; Guitar Multi, waarmee u de geschikte gitaar, bas, en keyboardge­luiden verkrijgt; Bass Multi en Keyboard Multi. Hiermee kunt u zelfs nog krachtiger geluiden creëren. Verder kunt u in de Performance Mode drie verschillende MFX systemen gebruiken en elke MFX op het geselecteerde Part gebruiken. Daarbovenop is iedere uitgang met een twee-bands EQ uitgerust.
Digitale OUT voor volledige compatibiliteit net digitale systemen
Het uitgangssysteem van de XV-5050 beschikt niet alleen over vier parallelle analoge uitgangen, die tevens als twee stereo paren gebruikt kunnen worden, maar ook S/P-DIF digitale uitgangen (optisch en coax).
Uitgerust met een USB aansluiting
De XV-5050 heeft een USB aansluiting op zijn voorpaneel, zodat de computer gemakkelijk aan te sluiten is.
Ondersteunt General MIDI systeem niveau 2
De XV-5050 voorziet in een mode die met General MIDI Systeem niveau 2 compatibel is, het standaard formaat voor desktop muziek (DTM) systemen. De hogere compatibele General MIDI 2 standaards gaan verder, waar de originele MIDI standaard zijn opgehouden, en bieden verbeterde expressieve bekwaamheden en een nog grotere compatibiliteit. U kunt in de winkel verkrijgbare General MIDI compatibele songdata afspelen.
Grotere uitbreidingsmogelijkheden met het nieuwe formaat Wave expansie boards
De XV-5050 accepteert maximaal twee Wave expansieboards van het nieuwe Roland formaat (SRX serie).
Dit alles biedt u weergaloze kracht bij het creëren van geluiden uit een gigantische hoeveelheid golfvorm data.
De Patch Finder en Phrase Preview functies onder de aandacht
De XV-5050 voorziet in een Patch Finder functie, waarmee u Patches van een gespecificeerd type of uit een bepaalde categorie snel kunt vinden. Druk op de [PHRASE PREVIEW] knop van de XV-5050 om de geselecteerde Patch vooraf te bezichtigen, met een muzikaal geschikte frase.
Een Patch in de FAVORIETENLIJST registreren
U kunt de Patches die u wilt gebruiken op één plaats bewaren, door deze in de Favorieten Lijst te registreren. Met de FAVORIETENLIJST heeft u direct toegang tot uw favoriete Patches of deze zich nu in de XV-5050 zelf, op Wave expansie boards of op geheugenkaarten bevinden. In deze lijst kunt u maximaal 64 Patches registreren.
10
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.FrontPanel
E
G
A
B
C J
A
USB Connector
Gebruik dit om een computer op de XV-5050 aan te sluiten, met gebruik van een USB kabel (p.35).
PHONES jack
Hier wordt een koptelefoon aangesloten (p.13).
[VOLUME] knop (PHRASE PREVIEW)
Past het volume van de A (MIX) OUTPUT jacks en de PHONES jack aan. Het volume van de OUTPUT B jacks kan niet worden aangepast. U kunt op de knop drukken, om de XV-5050 zonder gebruik van externe apparaten te beluisteren. (Phrase Preview; p.18).
B
MIDI MESSAGE indicator
Dit zal oplichten wanneer een MIDI bericht via de MIDI aansluiting ontvangen wordt.
USB MESSAGE indicator
Dit zal oplichten wanneer een MIDI bericht via de USB aansluiting ontvangen wordt.
C
Display
Geeft een verscheidenheid aan informatie over de operatie die wordt uitgevoerd.
D
[VALUE] draaiknop (FAVORIETENLIJST)
Draai aan deze knop om een parameterinstelling of 'waarde' te veranderen. Als u [SHIFT] ingedrukt houdt, terwijl u aan de [VALUE] knop draait, zal de parameterwaarde met grotere toenames veranderen. Druk in de Patch/Rhythm Set Mode op deze draaiknop om een lijst met de verzameling van uw favoriete geluiden weer te geven. (Favorieten Lijst; p.33).
[PATCH FINDER] knop
U kunt een Patch kiezen met gebruik van de Patch Finder (p.21).
E
[PERFORM] knop
Druk op deze knop om naar de Performance Mode te gaan (p.23). Druk deze knop in terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt om naar de
General MIDI 2 Mode te gaan (p.23).
[PATCH] knop
Druk op deze knop om naar de Patch Mode te gaan (p.23). Druk deze knop in terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt om naar de
Rhythm Set Mode te gaan (p.23).
F
HD
I
[EXIT] knop
Druk op deze knop als u naar het PLAY scherm van een mode terug wilt keren of om een operatie te annuleren voordat deze uitgevoerd wordt.
Houdt [EXIT] vast en druk op [_ BANK] om de demosongs van de XV-5050 te beluisteren.
F
[ CURSOR], [CURSOR ] knoppen
Hiermee verplaatst u de cursor (onderstreept).
[SHIFT] knop
Gebruik [SHIFT] in combinatie met andere knoppen. Het ingedrukt houden van deze knop verandert de functies van andere knoppen.
G
[ BANK], [BANK ] knoppen
Met deze knop kiest u de bank (P.21).
[EDIT] knop
Biedt toegang tot relevante instellingen of 'parameters'.
[SYSTEM] knop
Druk hierop om naar de System Mode te gaan. Hiermee kunt u instellingen maken, die op de gehele XV-5050 van
invloed zijn.
[UTILITY] knop
Druk op deze knop om naar de Utility Mode te gaan. Met deze knop kunt u operaties zoals opslaan, kopiëren,
initialiseren, data verzenden, data tegen schrijven beveiligen en operaties voor het herstellen van de fabrieksinstellingen uitvoeren.
H
TONE SWITCH/SELECT [1]-[4] knoppen
(In de Patch/Rhythm Set Mode) Schakelt elke Tone (klank) aan of uit, wanneer [TONE] donker is
(p.39). Kiest een Tone (klank) waarvan u de instellingen kunt veranderen
wanneer [TONE] verlicht is (p.39).
[ PART], [PART ] knoppen
(In de Performance Mode) Kiest een Part waarvan u de instellingen wilt veranderen (p.64).
[INFO] knop
(In de Performance Mode) Druk hierop om de ontvangststatus van de verscheidene types MIDI
berichten voor ieder Part te controleren (p.67).
I
[TONE] knop [ENTER]
Schakelt tussen de functies van de TONE SWITCH/SELECT [1]-[4] knoppen.
11
Paneelbeschrijvingen
Als deze knop donker is, schakelt [1]-[4] elke Tone aan of uit.
Als deze knop verlicht is, kiest [1]-[4] een Tone waarvan u de
instellingen wilt veranderen.
Voltooid een instellingswaarde of voert een operatie uit (ENTER).
Achterpaneel
fig.FrontPanel
K
Achterpaneel
K
Stroomaansluiting
Sluit het bijgeleverde netsnoer hier aan (p.13).
L
MIDI aansluitingen (IN, OUT, THRU)
Deze aansluitingen verbinden de XV-5050 met andere MIDI apparaten, waardoor het verzenden en ontvangen van MIDI berichten mogelijk is (p.19).
IN: deze aansluiting ontvangt berichten van een ander MIDI
apparaat.
OUT: deze aansluiting verzendt berichten naar een ander MIDI
apparaat.
Thru: bij de MIDI IN aansluiting ontvangen MIDI berichten zullen,
zonder dat deze door de XV-5050 veranderd worden, vanaf deze aansluiting opnieuw verstuurd worden.
M
Digital Out aansluitingen
De XV-5050 heeft zowel een optische als een digitale uitgang (in overeenstemming met S/P-DIF).
S/P-DIF: een digitaal interface formaat voor digitale
geluidsapparaten voor de consument.
J
[POWER] schakelaar
Zet de stroom van de XV-5050 aan of uit (p.14).
NO
L
M
P
N
A (MIX) Output Jacks (L (MONO), R)
Deze jacks sturen stereo geluidssignalen (L/R) van de XV-5050 naar een versterker of mengtafel. Voor een mono uitvoer gebruikt u alleen de L. jack (p.13). Deze jacks worden gebruikt wanneer de SYSTEM SETUP Mix/Parallel parameter op MIX staat (p.107).
* In de fabrieksinstelling leidt de XV-5050 de uitvoer van alle PRESET
Patches naar deze jacks.
O
B OUTPUT Jacks (L, R)
Deze jacks sturen stereo geluidssignalen (L/R) van de XV-5050 naar een versterker of mengtafel (p.13).
P
INDIVIDUAL 1-6 OUTPUT Jacks
Deze jacks sturen mono geluidssignalen van de XV-5050 naar een versterker of mengtafel uit (p.13).
12
Voorbereidingen
MIDI apparaten en geluidsapparatuur aansluiten
De XV-5050 is niet met een interne versterker of luidsprekers uitgerust. Om het geluid te kunnen horen, dient u deze op een keyboardversterker of geluidssysteem aan te sluiten of kunt u koptelefoons aansluiten. Raadpleeg dit schema wanneer u de XV-5050 op externe apparaten wilt aansluiten:
fig.Connection_e
Naar stopcontact
MIDI IN
Stereo koptelefoon
Maak aansluitingen naar de A (MIX) OUTPUT jacks
MIDI OUT
Extern MIDI apparaat
(MIDI keyboard, Sequencer, enz.)
Hoofdversterker
Mengtafel, enz.
Luidspreker
(met ingebouwde versterker)
Stereo installatie, enz.
1. Voordat er aansluitingen gemaakt worden, zorg dat de stroom van alle
apparaten uitgezet is.
2. Sluit het bij de XV-5050 geleverde netsnoer op het apparaat aan, en
steek het in het stopcontact.
3. Sluit MIDI- en geluidskabels aan, volgens de aanwijzingen in het
diagram. Wanneer u een koptelefoon aansluit, steekt u de plug in de PHONES jack.
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal dicht, en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat de aansluitingen gemaakt worden.
13
Voorbereidingen
De stroom aan/uit zetten
De stroom aan/uit zetten
* Wanneer de aansluitingen gemaakt zijn (p.13), zet u de stroom van uw verscheidene
apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Wanneer de apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten.
1. Voordat u de stroom aanzet, controleert u het volgende:
Zijn alle apparaten op correcte wijze aangesloten?
Zijn de volumeniveaus van de XV-5050 en de versterker of mengtafel
(indien aangesloten) op de laagste instellingen gezet?
2. Druk op de [POWER] knop van de XV-5050 om de stroom aan te
zetten.
3. Zet de stroom van aangesloten externe apparaten aan.
De stroom uitzetten
1. Voordat u de stroom uitzet, controleert u het volgende:
Zijn de volumeniveaus van de XV-5050 en versterker of mengtafel (indien aangesloten) op de laagste instelling gezet?
Heeft u data, inclusief data voor geluiden die u creëerde, opgeslagen? (p.104).
2. Zet de stroom van de aangesloten externe apparaten uit.
3. Druk op de [POWER] knop van de XV-5050 om de stroom uit te zetten.
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na opstarten zal het een korte tijd duren (enkele seconden) voordat het apparaat normaal zal werken.
14
De fabrieksinstellingen herstellen
b
(Factory Reset)
Om u ervan te verzekeren dat de XV-5050 tijdens het eerste gebruik correct werkt, volgens de procedures die u in de gebruikershandleiding vindt, dienen de instellingen naar de beginstatus, zoals deze in de fabriek waren ingesteld, teruggezet te worden.
fig.Reset
Voorbereidingen
1
32
4, 5
1. Druk op [UTILITY] zodat de indicator oplicht.
Het UTILITY venster verschijnt in het beeldscherm.
fig.05-02
2. Druk enige malen op [ CURSOR] zodat de cursor zich links boven in
het beeldscherm zal bevinden.
3. Draai aan [VALUE] totdat 'FACTORY RESET' gekozen kan worden.
fig.ResetScreen
4. Druk op [ENTER].
Het bevestigingsbericht 'Are You Sure?' verschijnt in het beeldscherm.
fig.Sure
Wanneer door u gecreëerde
elangrijke data in het geheugen is opgeslagen, zal deze door het uitvoeren van deze operatie verloren gaan. Als er data is die u wilt behouden, slaat u deze op een in de winkel verkrijgbare geheugenkaart of op een extern MIDI apparaat op.
* Om te annuleren, druk op [EXIT]
5. Druk op [ENTER] om de fabrieksinstellingen te herstellen.
Het beeldscherm zal naar het PLAY venster terugkeren.
* Wanneer het volgende verschijnt, draait u aan [VALUE], zodat de weergegeven ON in OFF
verandert. Nadat u op [ENTER] heeft gedrukt om de beveiliging uit te zetten, drukt u nogmaals op [ENTER] om de instellingen op te slaan.
fig.05-01
Meer informatie over schrijfbeveiliging (Write Protect) vindt u op pagina
105.
15
MEMO
16
SNELLE START
Snelle start
17
Geluiden afspelen
De XV-5050 wordt geleverd met een rijk palet aan ingebouwde geluiden, die 'Patches' genoemd worden. Laten we wat Patches in de Patch Mode beluisteren.
Patches afspelen (Phrase Preview)
Zelfs wanneer er geen MIDI keyboard of sequencer is aangesloten, kunt u met de XV-5050 geluiden beluisteren, met gebruik van een aantal geprepareerde frases die perfect bij elke Patch passen (categorie).
fig.0-01
3
1. Druk op [PATCH] zodat de indicator oplicht.
Het PATCH PLAY venster verschijnt in het scherm.
fig.00-01
2
1
2. Draai aan [VALUE] om een Patch te kiezen.
3. Druk [VOLUME] in, en houdt deze ingedrukt.
De Patch speelt als [VOLUME] wordt losgelaten.
De manier, waarop geluiden vooraf bezichtigd worden, instellen
U kunt een Patch op drie manieren vooraf bezichtigen: 'PHRASE' (de Patch speelt een frase), 'CHORD' (de Patch speelt een akkoord) of 'SINGLE' (de Patch speelt een serie noten).
fig.0-02
3, 5, 782
4, 6
1
1. Druk op [SYSTEM] zodat de indicator oplicht.
2. Druk een aantal malen op [ CURSOR] om de cursor naar de
parametergroep op de bovenste regel van het beeldscherm te verplaatsen.
3. Draai aan [VALUE] en kies 'PREVIEW'.
18
4. Druk op [CURSOR ] om de cursor naar de parameter links onder in
het beeldscherm te verplaatsen.
Geluiden afspelen
5. Draai aan [VALUE] om de parameter die u in wilt stellen te kiezen.
6. Druk op [CURSOR ] om de cursor naar de waarde rechts onder in
het beeldscherm te verplaatsen.
7. Draai aan [VALUE] om de gewenste instelling te selecteren.
8. Druk op [EXIT] om naar het PATCH PLAY scherm terug te keren.
Parameter Waarde Beschrijving PREVIEW
Mode SINGLE, CHORD,
PHRASE
Key Note 1–4 C-1–G9 Specificeert de vier noten die klinken
Velocity Note 1–4 0–127 Specificeert de vier noten die klinken
SINGLE: de door Key Note 1-4 gespecificeerde noten klinken één voor één. CHORD: de door Key Note 1-4 gespecificeerde noten klinken samen als een akkoord. PHRASE: de aan het Patch type/cate- gorie verbonden Phrase speelt.
tijdens een 'preview', wanneer 'SIN­GLE' of 'CHORD' bij Mode is gekozen.
tijdens een 'preview', wanneer 'SIN­GLE' of 'CHORD' bij Mode is gekozen.
Snelle start
Een Patch op de XV-5050 spelen vanaf een extern MIDI apparaat (MIDI Keyboard)
De XV-5050 produceert geluid in reactie op MIDI berichten, die van een extern MIDI apparaat, zoals een MIDI keyboard of sequencer, ontvangen worden.
Probeer uw MIDI keyboard aan te sluiten, en speel geluiden op de XV-5050.
Het MIDI keyboard aansluiten
Sluit het MIDI keyboard aan, zoals hieronder getoond wordt:
fig.0-03.e
XV-5050
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI keyboard
MIDI kanalen overeen laten komen
Om de XV-5050 op door een extern MIDI apparaat verzonden MIDI data te laten reageren, moeten beide apparaten op hetzelfde MIDI kanaal of kanalen worden ingesteld. Laten we beide apparaten hier, in de Patch Mode, zo instellen dat zij MIDI kanaal 1 gebruiken.
Door uitvoering van een Factory Reset wordt het ontvangstkanaal van de XV-5050 in Patch Mode op '1' gezet.
19
Geluiden afspelen
fig.0-04
10
2
3
5, 7, 9
1.
Zet het zendkanaal van het MIDI keyboard op '1'.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het keyboard voor instructies.
6, 8
4
2. Druk op [PATCH], zodat de indicator oplicht.
* Als u de XV-5050 voor de eerste maal gebruikt – of als u net een Factory Reset heeft
uitgevoerd – kunt u de volgende stappen overslaan, en de XV-5050 nu meteen vanaf uw keyboard spelen.
3. Druk op [SYSTEM], zodat de indicator oplicht.
4. Druk enige malen op [ CURSOR] zodat de cursor naar de bovenste
regel van het beeldscherm wordt verplaatst.
fig.00-02
5. Draai aan [VALUE] en kies 'MIDI'.
fig.00-04
6. Druk op [CURSOR ] zodat de cursor zich links onder in het
beeldscherm zal bevinden.
7. Draai aan [VALUE] en kies 'Patch Rx Channel'.
fig.00-05
8. Druk op [CURSOR ], zodat de cursor zich rechts onder in het
beeldscherm zal bevinden.
9. Draai aan [VALUE] en kies '1'.
fig.00-06
10. Druk op [EXIT] om naar het PATCH PLAY scherm terug te keren.
Bespeel het MIDI keyboard om de op dat moment geselecteerde XV-5050 Patch te beluisteren.
U kunt [SHIFT] ingedrukt houden en op [PATCH] drukken om naar de Rhythm Set mode te gaan, en percussiegeluiden vanaf uw MIDI keyboard te spelen. Om naar het PATCH PLAY scherm terug te keren, drukt u op [PATCH].
20
Een Patch kiezen
fig.0-07
Basisprocedure voor het kiezen van een Patch
fig.0-05.e
In het PATCH PLAY scherm draait u aan [VALUE] om de gewenste Patch te kiezen. Terwijl u aan [VALUE] draait, drukt u op de [VALUE] knop om de waardes met grotere stappen te vergroten. U kunt ook [SHIFT] ingedrukt houden als u de waardes met grotere stappen verandert.
Een Bank kiezen
fig.0-06
Geluiden afspelen
Snelle start
Druk op [ BANK]/[BANK ] in de Patch Mode om een nieuwe Bank te selecteren.
Door het indrukken van [BANK ] verandert de Bank zoals hieronder getoond wordt. US (User) -> PA (Preset A) -> PB (Preset B) -> -> GM (General MIDI) -> XA
(Expansie A) -> XB (Expansie B)
Door het indrukken van [ XB (Expansie B) -> XA (Expansie A) -> GM (General MIDI) -> PH (Preset H) -> PG
(Preset G) -> -> US (User)
BANK] verandert de bank als volgt:
Een Patch per categorie kiezen (Patch Finder)
Met de 'Patch Finder' van de XV-5050 kunt u elke Patch snel vinden.
12, 5
4
1. Druk op [PATCH] zodat de indicator oplicht.
2. Druk op [PATCH FINDER] zodat de indicator oplicht.
De huidige categorie verschijnt rechts boven in het beeldscherm.
fig.0-08
3
U kunt XA of XP niet selecteren, tenzij een Wave Expansie Board in de overeenkomstige gleuf geïnstalleerd is.
3. Druk op [ CURSOR]/[CURSOR ] om de gewenste categorie te
selecteren.
21
Geluiden afspelen
4. Draai aan [VALUE] om een Patch uit de op dat moment geselecteerde
categorie te kiezen.
5. Druk op [PATCH FINDER] om zijn indicator uit te zetten.
* Als u bij Stap 3 op [VALUE] drukt, zal het CATEGORY SELECT scherm verschijnen.
fig.00-07
In het CATEGORY SELECT scherm draait u aan [VALUE] om een categorie te kiezen, en drukt u vervolgens op [VALUE] of [ENTER] om uw keuze te bevestigen. Om de gewenste Patch te vinden, voert u stappen 4 en 5 hierboven uit.
De volgende categorieën kunt u selecteren:
Categorie groep
Piano PNO AC.PIANO Acoustic Piano
Keys&Organ KEY KEYBOARDS Other Keyboards (Clav, Harpsichord, etc.)
Guitar AGT AC.GUITAR Acoustic Guitar
Bass BS BASS Acoustic and Electric Bass
Orchestral STR STRINGS Strings
Brass BRS AC.BRASS Acoustic Brass
Synth HLD HARD LEAD Hard Synth Lead
Pad BPD BRIGHT PAD Bright Pad Synth
Ethnic PLK PLUCKED Plucked (Harp, etc.)
Rhythm&SFX PRC PERCUSSION Percussion
Beeld­scherm
NO ASSIGN No assign
EP EL.PIANO Electric Piano
BEL BELL Bell, Bell Pad MLT MALLET Mallet ORG ORGAN Electric and Church Organ ACD ACCORDION Accordion HRM HARMONICA Harmonica, Blues Harp
EGT EL.GUITAR Electric Guitar DGT DIST.GUITAR Distortion Guitar
SBS SYNTH BASS Synth Bass
ORC ORCHESTRA Orchestra Ensemble HIT HIT&STAB Orchestra Hit, Hit WND WIND Winds (Oboe, Clarinet, etc.) FLT FLUTE Flute, Piccolo
SBR SYNTH BRASS Synth Brass SAX SAX Sax
SLD SOFT LEAD Soft Synth Lead TEK TECHNO SYNTH Techno Synth PLS PULSATING Pulsating Synth FX SYNTH FX Synth FX (Noise, etc.) SYN OTHER SYNTH Poly Synth
SPD SOFT PAD Soft Pad Synth VOX VOX Vox, Choir
ETH ETHNIC Other Ethnic FRT FRETTED Fretted Inst (Mandolin, etc.)
SFX SOUND FX Sound FX BTS BEAT&GROOVE Beat and Groove DRM DRUMS Drum Set CMB COMBINATION Other Patches which use Split and Layer
Categorie Inhoud
22
De toonhoogte van een Patch in stappen van een octaaf instellen (Octave Shift)
Geluiden afspelen
In de Patch Mode kunt u de toon hoogte van een gehele Patch gemakkelijk veranderen.
Elke keer dat u [ stappen van één octaaf. U kunt de toonhoogte van een Patch tot ongeveer drie octaven aanpassen.
fig.0-09
CURSOR]/[CURSOR ] indrukt, verandert de toonhoogte met
Van Mode veranderen (Patch, Performance of Rhythm Set)
Naast de Patch Mode heeft de XV-5050 drie andere modes: Performance Mode, Rhythm Set Mode en GM2 Mode.
PERFORM (Performance Mode)
Kies deze mode wanneer u de XV-5050 als multitimbrale geluidsmodule gebruikt of bij het veranderen van Performance instellingen.
Wanneer u op [PERFORM] drukt, zal zijn indicator oplichten en zult u naar de Performance Mode gaan.
Snelle start
PATCH (Patch Mode)
Kies deze mode wanneer u een individuele Patch vanaf een keyboard speelt of bij het veranderen van Patch instellingen.
Wanneer u op [PATCH] drukt, zal zijn indicator oplichten en gaat u naar de Patch Mode.
RHYTHM (Rhythm Set Mode)
Kies deze mode als u Rhythm Sets vanaf een keyboard speelt of bij het veranderen van Rhythm Set instellingen. XV-5050 Rhythm Sets kunnen in ieder Part in een Performance gebruikt worden. U kunt tevens de gewenste multi-effecten voor een Rhythm Set selecteren. Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [PATCH] drukt, zal de [PATCH] indicator knipperen en gaat u naar de Rhythm Set Mode.
GM (General MIDI 2 Mode)
Kies deze mode wanneer u de XV-5050 als een General MIDI 2 compatibele geluidsmodule gebruikt.
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en [PERFORM] indrukt, zal de [PERFORM] indicator knipperen en gaat u naar de General MIDI 2 Mode.
General MIDI is een serie aanbevelingen waarmee de MIDI mogelijkheden van geluidsmodules gestandaardiseerd worden. Geluidsmodules en muziekbestanden
die trouw zijn aan de General MIDI standaard, dragen het General MIDI logo ( ). Muziekbestanden die het General MIDI logo dragen, kunnen met gebruik van elke General MIDI geluidsmodule worden afgespeeld, met wezenlijk dezelfde muzikale
23
Geluiden afspelen
resultaten.
De verhoogde compatibele General MIDI 2 ( ) gaan verder waar General MIDI ophoudt, en biedt verbeterde expressieve mogelijkheden met een nog grotere compatibiliteit.
Zaken die niet onder de originele General MIDI standaard vallen – zoals de manier waarop geluiden bewerkt worden, en hoe effecten behandelt zouden moeten worden – worden in General MIDI 2 nauwkeurig gedefinieerd. Bovendien zijn de beschikbare geluiden uitgebreid. Met General MIDI 2 meegaande geluidsmodules zijn in staat tot het betrouwbaar afspelen van muziekbestanden, die het General MIDI of het General MIDI 2 logo dragen. In sommige gevallen wordt aan de conventionele vorm van General MIDI, welke niet over de nieuwe verbeteringen beschikt, gerefereerd als 'General MIDI 1' om deze van General MIDI 2 te onderscheiden.
Wat is een Performance?
Met Performances kunt u maximaal zestien aparte Patches en Rhythm Sets combineren om ingewikkelde, rijke ensemble structuren te produceren. Met andere woorden, met een Performance kunt u zestien aparte geluiden met één enkele XV­5050 produceren. Een geluidsmodule die tegelijkertijd meerder geluiden kan produceren – zoals de XV-5050 – wordt een 'multi-timbrale' geluidsmodule genoemd.
Wat is een Rhythm Set?
Een Rhythm Set is een groep van percussie instrument geluiden. Aangezien deze geluiden niet expliciet voor het uitvoeren van melodieën gebruikt worden, is het niet nodig om deze op verschillende toonhoogtes over het keyboard te spelen. Het is echter belangrijk, dat u in staat bent om een aantal percussie instrumenten tegelijkertijd te spelen. Met een Rhythm Set kunt u verschillende percussie geluiden spelen, door het indrukken van verschillende toetsen op uw keyboard.
24
Meerdere opgestapelde Patches spelen (Layer)
Geluiden afspelen
De verzamelde toewijzingen van Patches of Rhythm Sets aan de zestien Parts van de XV-5050 worden als een 'Performance' gezien.
Performance
Part 16
Part11
Patch/
Rhythm set
Part 10
Patch/
Rhythm set
Part 9
Part 1
Patch/
Rhythm set
De verzamelde toewijzingen van Patches of Rhythm Sets aan de zestien Parts van de XV-5050 worden als een 'Performance' gezien.
U kunt een aantal Parts op hetzelfde MIDI ontvangstkanaal instellen, zodat hun Patches op hetzelfde moment klinken. Dit type performance wordt een Layer genoemd.
Laten we deze techniek eens uitproberen met gebruik van Performance 'PB:001 Dulcimar&Gtr', waarbij twee gestapelde Patches gespeeld worden.
Snelle start
Performance 'PB:001 Dulcimar&Gtr' selecteren
fig.0-10
2
1
1. Druk op [PERFORM], zodat de indicator oplicht.
2. Gebruik [BANK ] en [VALUE] om 'PB:001 Dulcimar&Gtr' te kiezen.
Stel het MIDI keyboard af op 1 en speel. Omdat de patcher voor deel 1 en 2 gestapeld zijn, hoort u ze samen.
2
25
Geluiden afspelen
Een Part aan- of uitzetten
Laten we proberen om de Parts die in een Performance gebruikt worden, aan en uit te zetten.
In Performance PB:001 Dulcimar&Gtr zijn Parts 1, 2, en 10 aangezet. Laten we proberen om Part 2 aan en uit te zetten.
fig.0-11
1
3, 5, 892
Eerst zorgt u dat Performance 'PB:001 Dulcimar&Gtr' geselecteerd is.
4, 7
6
1. Druk op [EDIT], zodat de indicator oplicht.
2. Druk een aantal malen op [ CURSOR] om de cursor naar de
bovenste regel van het beeldscherm te verplaatsen.
3. Draai aan [VALUE] en kies 'MIDI'.
fig.00-08
4. Druk op [CURSOR ] om de cursor links onder in het beeldscherm te
plaatsen.
5. Draai aan [VALUE] en selecteer 'Rx Switch'.
6. Druk op [ PART]/[PART ] om Part 2 te kiezen.
fig.00-09
7. Druk op [CURSOR ] om de cursor rechts onder in het beeldscherm
te plaatsen.
8. Draai aan [VALUE] om 'OFF' of 'ON' te kiezen.
9. Druk op [EXIT] om naar het PERFORM PLAY scherm terug te keren.
26
Een nieuwe Patch aan een Part toewijzen
Hier wordt uitgelegd hoe Patch, die aan een Part in een Performance is toegewezen, veranderd kan worden. We zullen de Patch die aan Part 2 van Performance 'PA:001 Seq:Template' is toegewezen, in 'PB:018 Slap Bass 1' veranderen.
In het PERFORM PLAY scherm kiest u Performance 'PA:001 Seq:Template'.
1. Druk op [PERFORM] en [PATCH], zodat hun indicators oplichten.
De aan het huidige Part toegewezen Patch verschijnt.
fig.00-10
2. Druk op [ PART]/[PART ] en kies Part 2.
fig.00-11
3. Draai aan [VALUE] en kies '018 Slap Bass 1'.
Geluiden afspelen
Snelle start
De Phrase Preview is ook beschikbaar in de Performance Mode. De Patch op het huidige Part zal klinken.
4. Druk op [PERFORM] om naar het PERFORM PLAY scherm terug te
keren.
Het MIDI ontvangstkanaal van elk Part veranderen
In het PERFORM PLAY scherm kiest u de Performance die u wilt gebruiken.
1. Druk op [EDIT] zodat de indicator daarvan oplicht.
2. Druk een aantal malen op [ CURSOR] om de cursor naar de
bovenste regel van het beeldscherm te verplaatsen.
3. Draai aan [VALUE] en kies 'MIDI'.
4. Druk op [CURSOR ] om de cursor links onder in het scherm te
plaatsen.
5. Draai aan [VALUE] om 'Rx Channel' te kiezen.
6. Druk op [ PART]/[PART ] en kies het Part dat u wilt instellen.
fig.00-12
7. Druk op [CURSOR ] om de cursor rechts onder in het scherm te
plaatsen.
8. Draai aan [VALUE] om het gewenste MIDI kanaal te kiezen.
9. Druk op [EXIT] om naar het PERFORM PLAY scherm terug te keren.
U kunt meerdere Parts – en hun Patches – tegelijkertijd spelen, door deze op hetzelfde MIDI ontvangstkanaal te zetten.
27
Geluiden afspelen
Verschillende Patches op verschillende gebieden van het keyboard spelen (Split)
Binnen een Performance kunt u het keyboard in aparte reeksen verdelen, en aan elke reeks een andere Patch toewijzen. Dit kan gedaan worden door hetzelfde MIDI ontvangstkanaal voor meerdere Parts te selecteren, en vervolgens de toonhoogtereeks, waarover elk Part speelt, te veranderen. Dit type keyboardinstelling wordt een Split genoemd.
Een split is zoals een Layer (opstapeling), waarin de toonhoogte reeksen van een Part elkaar niet overlappen (Meerdere gestapelde Patches spelen).
Laten we een split creëren met gebruik van Performance 'PB:029 Organ/Lead'.
Performance 'PB:029 Organ/Lead'
fig.0-12
2
1
2
1. Druk op [PERFORM], zodat zijn indicator oplicht.
2. Gebruik [BANK ] en [VALUE] voor het kiezen van 'PB:029 Organ/
Lead'.
Bespeel uw MIDI keyboard (MIDI ontvangstkanaal = 1). In deze Performance zijn de notenreeks instellingen van Part 2 en Part 3 als volgt: Part 2: C4-G9 Part 3: C-1-B3
28
De Notenreeks van elk Part instellen
Laten we nu de instellingen zo veranderen, dat Part 2 in de reeks C5-G9 klinkt, en Part in de reeks C-1-B4.
fig.0-13
14
Geluiden afspelen
Snelle start
1
3, 5, 8 10, 13
Eerst zorgt u dat Performance 'PB:029 Organ/Lead' gekozen is.
2
4, 7
9
12
6
11
1. Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
2. Druk een aantal malen op [ CURSOR] om de cursor naar de
bovenste regel van het beeldscherm te verplaatsen.
3. Draai aan [VALUE] en kies 'COMMON'.
4. Druk op [CURSOR ] om de cursor links onder in het beeldscherm te
plaatsen.
5. Draai aan [VALUE] om 'Key Range Lower' te kiezen.
6. Druk op [ PART]/[PART ] om Part 2 te kiezen.
7. Druk op [CURSOR ] om de cursor rechts onder in het beeldscherm
te plaatsen.
8. Draai aan [VALUE] en kies 'C5'.
9. Druk op [ CURSOR] om de cursor links onder in het beeldscherm te
plaatsen.
10. Draai aan [VALUE] en kies 'Key Range Upper'.
11. Druk op [PART ] om Part 3 te kiezen.
12. Druk op [CURSOR ] om de cursor rechts onder in het beeldscherm
te plaatsen.
13. Draai aan [VALUE] en kies 'B4'.
14. Druk op [EXIT] om naar het PERFORM PLAY scherm terug te keren.
Bespeel uw MIDI keyboard, en merk op hoe de reeksen van de Parts veranderd zijn.
29
Geluiden afspelen
Een extern MIDI apparaat gebruiken om Patches te selecteren en andere instellingen te veranderen
Selecteer Patches en Rhythm Sets
U kunt Patches – inclusief de Patches in elk Part van een Performance – en Rhythm Sets op de XV-5050 via MIDI Part veranderen.
In dit voorbeeld zullen we, nadat het zendkanaal voor het externe MIDI apparaat, en het ontvangstkanaal van de XV-5050 (Patch Rx Channel) op '1' zijn ingesteld, een MIDI bericht vanaf het externe MIDI apparaat verzenden om de XV-5050 Patch 'PB:018 Slap Bass 1' te selecteren.
1. Gebruik een MIDI kabel om de MIDI OUT aansluiting op het externe
MIDI apparaat met de MIDI IN aansluiting van de XV-5050 te verbinden.
Door een Factory Reset wordt het ontvangstkanaal in de Patch Mode op MIDI kanaal 1 gezet.
2. Druk op [PATCH], zodat zijn indicator oplicht.
3. Stel het kanaal dat door het externe MIDI apparaat voor verzending
gebruikt wordt, en het ontvangstkanaal van de XV-5050 op hetzelfde MIDI kanaal in (zie p.19).
* Door een Factory Reset wordt het ontvangstkanaal in de Patch Mode op MIDI kanaal 1 gezet.
4. Verzendt een Bank Select MSB (Control Nummer 0) waarde van ' 87'
naar de XV-5050.
* Als u een Rhythm Set wilt selecteren, verzendt u een waarde van ' 86'.
5. Vervolgens verzendt u een Bank Select LSB (Control Nummer 32)
waarde van ' 65'.
6. Verzendt een Program Change met een waarde van ' 18'.
De Patch naam die in het scherm verschijnt, verandert in 'PB:018 Slap Bass 1'.
* Iedere Patch of Rhythm Set heeft een corresponderend Bank Select nummer en Program
nummer, zoals hieronder wordt getoond:
Patches Bank Select nummer Program Bank nummer MSB LSB
US (User) 001–128 87 00 001–128 PA (Preset A) 001–128 87 64 001–128 PB (Preset B) 001–128 87 65 001–128 PC (Preset C) 001–128 87 66 001–128 PD (Preset D) 001–128 87 67 001–128 PE (Preset E) 001–128 87 68 001–128 PF (Preset F) 001–128 87 69 001–128 PG (Preset G) 001–128 87 32 001–128 PH (Preset H) 001–128 87 39 001–128 GM (GM2) 001–256 121 0– 001–128 XA (Expansion A) 001– 93 0– 001– XB (Expansion B) 001– 93 0– 001–
nummer
De getallen voor XA en XB zullen anders zijn, afhankelijk van het geïnstalleerde Wave Expansie Board. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de SRX.
30
Loading...
+ 153 hidden pages