Roland SH-32 GUIDE BOOK [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
Gefeliciteerd met uw keuze van de Roland Synthesizer SH-32.
Voordat u de apparatuur gebruikt, lees eerst de hoofdstukken “VEILIG GEBRUIK VAN DE APPARATUUR” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (pag. 2; pag. 4) goed door. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over juist gebruik van de apparatuur. Om zeker te zijn dat u voldoende kennis bezit van elke mogelijkheid die uw nieuwe apparatuur te bieden heeft, dient u de Handleiding volledig te lezen. De Handleiding dient u te bewaren en bij de hand te houden voor een juiste uitleg.
De
Low Boost-functie
andere systemen met onvoldoende lage tonen, is in de fabriek op ON gezet. Wanneer u de SH-32 gebruikt met grote speakers of een PA, raden wij u aan deze mogelijkheid uit te schakelen. Gebruik hiervoor de volgende procedure.
1. Terwijl u (2/B) ingedrukt houdt, schakelt u de stroom aan (Power knop).
2. Druk op [VALUE ] om de functie op “ ” te zetten.
3. Schakel het toestel uit en dan weer aan (Power).
Copyright © 2002 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag op enigerlei wijze gereproduceerd worden, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
van de SH-32, dat compensatie biedt voor kleinere speakers en
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
•Voordat u de apparatuur gebruikt, dient u eerst de onder-
staande instructies en de Handleiding te lezen.
........................................................................................................................
002c
• Maak het toestel of de adaptor niet open (of verander het in geen enkel opzicht)
........................................................................................................................
003
• Probeer het toestel niet te repareren of onderdelen te vervangen (behalve wanneer deze Handleiding specifieke instructies geeft om dit te doen). Laat alle service over aan uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde Roland distributeur zoals in de lijst op de “informatie” pagina genoemd is.
........................................................................................................................
004
• Gebruik of bewaar de apparatuur nooit op plaatsen die:
• Blootstaan aan temperatuurverschillen (direct zonlicht in een gesloten voertuig, dichtbij een verwarming, bovenop een verwarming)
• Damp bevatten (badkamers, waskamers, op natte vloeren)
• Vochtig zijn
• Blootstaan aan regen
• Stoffig zijn
• Onderhevig zijn aan sterke niveaus van vibraties
........................................................................................................................
007
• Zorg ervoor dat het toestel op een recht oppervlakte geplaatst wordt zodat het stabiel staat. Plaats het nooit op dingen die kunnen wiebelen of op oneffen oppervlakten.
........................................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008c
• Gebruik alleen de adaptor die bij het toestel geleverd wordt. Zorg er ook voor dat het voltage bij de installatie overeenkomt met de input voltage die weergegeven wordt op de adaptor. Andere adaptors kunnen een andere polariteit gebruiken of zijn ontworpen voor een andere voltage, waardoor hun gebruik kan resulteren in schade, slecht functioneren of elektrische schok.
.......................................................................................................................
009
• Draai of buig de stroomdraad niet buitensporig en plaats er ook geen zware objecten op. Door dit te doen schaadt u het draad, waardoor elementen kunnen beschadigen en kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde draden zijn vuur en schok veroorzakers!
.......................................................................................................................
010
• Dit toestel ofwel alleen of in combinatie met een versterker en koptelefoons of speakers, kan geluiden produceren met zo’n sterkte dat permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Handel niet over een lang tijdsbestek op een hoog volume niveau of op een niveau dat niet comfortabel is. Wanneer u enig gehoorverlies of suizen in de oren ervaart, moet u onmiddellijk stoppen met het gebruiken van het toestel, en een dokter consulteren.
.......................................................................................................................
011
• Laat geen enkel object (ontvlambaar materiaal, munten, pinnetjes); of geen enkele vloeibare stof (water, limonade, etc.) in het toestel vallen.
.......................................................................................................................
2
VOORZICHTIG
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
012c
Zet onmiddellijk de stroom uit, haal de Adapter uit het stopcontact, en ga voor onderhoud naar de winkel, de dichtstbijzijnde Roland distributeur, te vinden op de
Informatie pagina, wanneer:
de Adapter of het netsnoer beschadigd zijn; of
als er objecten in het apparaat gevallen zijn of vloeistof
in het apparaat terechtgekomen is; of
als het apparaat aan regen blootgesteld is geweest (of op een andere manier nat is geworden); of
als het apparaat niet juist schijnt te werken of een duidelijke verandering in uitvoering vertoont.
........................................................................................................................
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind zelf in staat is om de regels, die noodzakelijk zijn voor een veilige werking van het apparaat te kunnen begrijpen.
........................................................................................................................
014
Behoedt het apparaat voor zware klappen. (Laat het niet vallen!).
........................................................................................................................
015
Steek het netsnoer niet in een stopcontact waar een overtollig aantal andere apparaten op aangesloten is. Wees in het bijzonder voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle op het stopcontact van het verlengsnoer aangesloten apparaten gebruikt wordt, mag de maximale stroomvoor­schriften (watt/ampères) van het verlengsnoer nooit overschrijden. Excessief stroomverbruik kan veroorzaken dat de isolatie van het snoer heet wordt en uiteindelijk zal smelten.
........................................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u eerst met uw winkelier, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distri­buteur, waarvan u de gegevens op de “Informatie” pagina vindt, contact op.
........................................................................................................................
101b
Het apparaat en de Adapter moeten op een zodanige manier geplaatst worden, dat hun plaats of positie de juiste mate van ventilatie niet zal belemmeren.
.......................................................................................................................
102d
Als u de Adapter in het stopcontact of in dit apparaat steekt of als u deze verwijdert, houdt u deze alleen bij de stekker of bij de behuizing van de adapter vast.
.......................................................................................................................
103b
Wanneer het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt zal worden, haalt u de Adapter los.
.......................................................................................................................
104
Probeer ervoor te zorgen dat snoeren en kabels niet in elkaar verstrikt raken. Tevens zouden snoeren en kabels op een zodanige wijze geplaatst moeten worden, dat kinderen er niet bij kunnen.
.......................................................................................................................
106
Ga nooit bovenop het apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
.......................................................................................................................
107d
Raak bij het insteken in het stopcontact of in dit apparaat, en het daaruit verwijderen, de stekker van de Adapter, noch de adapter zelf, nooit met natte handen aan.
.......................................................................................................................
108b
Voordat u het apparaat verplaatst, moeten de Adapter en alle snoeren van externe apparaten eerst losgehaald worden.
.......................................................................................................................
109b
Voordat u het apparaat schoonmaakt, moet u eerst de stroom uitzetten en de Adapter uit het stopcontact halen.
.......................................................................................................................
110b
Wanneer u bliksem verwacht op de plaats waar u verblijft, haalt u de Adapter uit het stopcontact.
.......................................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Als toevoeging op de items die genoemd zijn onder “VEILIG GEBRUIK VAN DE APPARATUUR” op pagina 2, leest u ook het volgende:
Gebruik van stroom
Gebruik dit toestel niet op hetzelfde lichtnet tegelijkertijd met een
ander apparaat dat lijn ruis zal genereren (zoals een elektrische motor of variabel licht systeem).
Na lange uren gebruik zal de adaptor warmte afgeven. Dit is
normaal en is niets om u zorgen over te maken. Voordat u dit toestel gaat aansluiten op andere instrumenten,
dient u eerst de stroom van alle onderdelen uit te schakelen. Dit helpt disfunctioneren en/of schade aan de speakers of andere onderdelen voorkomen.
Plaatsing
Dit toestel kan de ontvangst van radio en televisie storen. Gebruik
dit toestel niet in de nabijheid van zulke ontvangers. Draadloze communicatie apparaten zoals mobiele telefoons
veroorzaken ruis wanneer het toestel gebruikt wordt in de omgeving van dit soort apparaten. Dit soort ruis kan voorkomen wanneer men gaat bellen of wordt gebeld of aan het bellen is. Wanneer dit soort problemen zich voordoen, kunt u de draadloze apparatuur het beste naar een grotere afstand van het toestel verplaatsen of uitschakelen.
Om mogelijk defect te voorkomen, gebruik dit toestel niet in een
natte omgeving, zoals een omgeving dat blootstaat aan regen of andere nattigheid.
Onderhoud
Om schoon te maken, gebruik een zachte, droge doek of een die
licht vochtig is. Om hardnekkig vuil weg te halen, gebruik een doek met een milde, niet agressief wasmiddel. Veeg daarna het toestel af met een zachte, droge doek.
Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of welk oplosmiddel
dan ook, om de mogelijkheid van verkleuring of vervorming te voorkomen.
Reparaties en data
Onthoud dat alle data die opgeslagen staan in het geheugen
verloren kunnen gaan, wanneer u het toestel laat repareren. Van belangrijke data hoort altijd een back-up gemaakt te worden door een ander MIDI toestel (sequencer). Tijdens reparaties wordt het verloren gaan van data vermeden. Maar in sommige gevallen (zoals wanneer storing gerelateerd is aan het geheugen zelf of het geheugen is defect), spijt het ons wanneer het niet mogelijk is om de data te bewaren. Roland is niet verantwoordelijk voor het verlies van data.
Backup geheugen
Het toestel bevat een batterij dat het geheugen stroom geeft terwijl
de hoofdschakelaar uit is. Wanneer deze batterij zwak wordt, zal in het display de boodschap zoals beneden getoond wordt verschijnen. Zodra u deze boodschap ziet, vervang de batterij dan zo snel mogelijk door een nieuwe. Dit om verlies van data uit het geheugen te voorkomen. Om een batterij te laten vervangen, neemt u contact op met uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde Roland distributeur zoals in de lijst op de Informatie pagina staat aangegeven.
Voorzorgsmaatregelen
Onthoud dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als
gevolg van disfunctioneren of verkeerd gebruik. Om u te beschermen tegen het risico van verlies van belangrijke data, raden wij u aan dat u periodiek een backup kopie van belangrijke data in een ander MIDI toestel (een sequencer) maakt.
Jammer genoeg is het onmogelijk om inhoud of data dat verloren
is gegaan opnieuw op te slaan in het geheugen of in een ander toestel (een sequencer). Roland Corporation stelt zich niet verant­woordelijk voor dit soort verlies van data.
Gebruik een redelijke hoeveelheid zorg wanneer u de knoppen, de
schuifknoppen of andere bestuurknoppen bedient; en wanneer u de verbindingskabels gebruikt. Ruwe behandeling kan leiden tot disfunctioneren.
Pak de stekker vast en trek nooit aan de kabel wanneer u de kabels
aansluit of losmaakt. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de elementen binnenin de kabel.
Probeer het volume van het toestel te beperken om storen van uw
buren te voorkomen. U kunt een koptelefoon gebruiken zodat u zich niet druk hoeft te maken om de mensen in uw omgeving (vooral s avonds laat).
Wanneer u het toestel moet transporteren, verplaats het dan in de
doos (inclusief het vulsel) waarin het geleverd is. Anders dient u gelijksoortig verpakkingsmateriaal te gebruiken.
Om de reeks uitdrukkingsmogelijkheden van het geluid uit te
breiden, maakt de SH-32 het mogelijk om instellingen te maken voor een uitgebreidere reeks parameters dan dat een gewone geluidsmodule kan bieden. Wanneer u de filter resonantie verhoogt, feedback creëert of andere parameters tot extreme levels verhoogt, verlaag dan het volume zodat de apparatuur niet overbelast raakt.
Omdat sommige Preset Patches zijn ontworpen met een specifiek
doel, klinken ze het beste wanneer ze gespeeld worden binnen de gepaste marge of met gepaste frases. Zulke geluiden klinken
lelijk wanneer buiten de bedoelde marge gespeeld wordt. Om
zulke distortion te vermijden, stel de parameters voor uw geluid opnieuw in, zodra u het register of frase verandert.
De ontvangst van MIDI boodschappen terwijl de Arpeggiator in
gebruik is.
Intern geeft de SH-32 voorrang aan de geluidsprocessor dat de
Wave Acceleration methode gebruikt. Vanwege de beperkingen van het systeem, kan de vraag om grote
hoeveelheden data voor andere functies dan die gerela­teerd zijn aan de geluidsgenerator sectie (zoals voor de Arpeggiator of bepaalde soorten MIDI boodschappen) zorgen dat de SH-32 niet correct functioneert.
Wanneer een grote hoeveelheid Control Change of Aftertouch
boodschappen worden doorgegeven terwijl de Arpeggiator in gebruik is of wanneer verscheidene stemmen klinken, zal de voortgang van de geluidsgenerator voorrang krijgen. Dit kan resulteren in het niet correct functioneren van de Arpeggiator of dat het tempo wordt niet voortgezet. U moet vooral voorz­ichtig zijn met opeenvolgende stromen van dicht verpakte MIDI boodschappen, die andere apparaten dan de SH-32 soms kunnen verzenden.
“” (Battery Low)
4
Hoe gebruikt u deze handleiding
Deze Handleiding is als volgt ingedeeld.
Snelle Start
Voor degenen die de SH-32 voor het eerst gebruiken, biedt deze
sectie een simpele uitleg over hoe u verschillende functies kunt
gebruiken. Lees alstublieft de Snelle Start en volg de uitleg door de
SH-32 te bedienen. Dit helpt u het belangrijkste van de basis hande-
lingen te begrijpen. Meer gevorderde manieren om de SH-32 te
gebruiken of details van andere handelingen worden uitgelegd in de
Geavanceerd Gebruik sectie.
Geavanceerd Gebruik
De Geavanceerd Gebruik sectie is opgedeeld in negen hoofd-
stukken. Voordat u deze Handleiding leest, dient u eerst de Snelle
Start handleiding door te lezen zodat u bekend bent met de basis-
handelingen van de apparatuur.
Hoofdstuk 1. Een overzicht van de SH-32
Dit hoofdstuk legt uit hoe de SH-32 is ingedeeld, de beschikbare
geheugenlocaties en de verschillen in de instellingen afhankelijk van
de stand. Het is belangrijk dit te lezen zodat u de procedures, die
nodig zijn om de SH-32 te gebruiken, kunt begrijpen.
Hoofdstuk 2. Creëren van uw eigen geluiden
Dit hoofdstuk legt uit hoe de geluiden van de SH-32 zijn samenge-
steld, samen met een beschrijving van hoe de parameters zijn
ingedeeld. Deze informatie is essentieel om eigen geluiden te
creëren.
Hoofdstuk 3. Toepassen van effecten aan het geluid (INS-FX, REV/DELAY)
Dit hoofdstuk legt uit hoe u de SH-32 kunt instellen om de
ingebouwde effecten te kunnen gebruiken. Zorg ervoor dat u dit
leest voordat u effecten toevoegt aan de Patches en Performances.
Hoofdstuk 4. De Rhythm Sets spelen
Dit hoofdstuk legt uit hoe u Rhythm Sets kunt maken en spelen. Lees
dit hoofdstuk wanneer u Rhythm Sets gebruikt.
Hoofdstuk 5. Gebruiken van de Performance Stand
Dit hoofdstuk legt uit hoe u Performances kunt maken en spelen.
Lees dit hoofdstuk wanneer u Performances wilt gebruiken.
gebruiken, hoe u stijlen kunt creëren en andere gerelateerde infor-
matie. Lees dit hoofdstuk wanneer u de arpeggiator wilt gebruiken.
Hoofdstuk 7. Gebruiken van de Chord Memory Functie (CHORD)
Dit hoofdstuk legt uit hoe u de Chord Memory functie kunt instellen
en gebruiken. Lees dit hoofdstuk wanneer u de Chord Memory
functie gebruikt.
Hoofdstuk 8. Gebruiken van de SH-32 met Externe MIDI instrumenten
Dit hoofdstuk biedt een beschrijving van MIDI en legt uit hoe u een
extern MIDI instrument kunt gebruiken, hoe geluiden te veranderen,
instellingen te bewaren op externe instrumenten en hoe u andere
taken kunt uitvoeren.
Hoofdstuk 9. Andere instellingen
Dit hoofdstuk legt uit hoe u de systeemparameters kunt instellen,
deze hebben invloed op de gehele SH-32, als ook de parameter
functies, hoe u de fabrieksinstellingen opnieuw kunt instellen en
andere informatie.
Appendices
Dit hoofdstuk bevat een probleemoplossende sectie als de SH-32 niet
functioneert zoals verwacht. Er is ook een lijst van foutmeldingen
waar u naar kunt kijken wanneer een foutmelding op het display
verschijnt. Dit hoofdstuk bevat bovendien informatie zoals de
Patch/Rhythm Set/Performance lijsten, parameter lijsten en de
MIDI uitvoeringskaart.
Notaties die gebruikt worden in deze Handleiding
Om procedures begrijpelijk te maken wordt het volgende notatie
systeem gebruikt:
Woorden en nummers tussen vierkante haakjes [ ] indiceren
(draai)knoppen op het voorpaneel. [CUTOFF] verwijst naar de
CUTOFF draaiknop en [PREVIEW] verwijst naar de PREVIEW knop.
(p. **) verwijst naar paginas binnen de handleiding.
Hieronder de betekenissen van de symbolen die bij bepaalde
stukken tekst gevoegd zijn:
Dit zijn notities. Zorg dat u ze leest.
Dit zijn refererende memos.
Dit zijn aanwijzingen om de SH-32 te gebruiken.
Hoofdstuk 6. Gebruiken van Arpeggiator (ARPEGGIATOR)
Dit hoofdstuk legt uit hoe u de Arpeggiator kunt instellen en
Deze bieden informatie van gerelateerde paginas.
5
Inhoud
BELANGRIJKE NOTITIES.......................................................................4
Hoe u deze Handleiding dient te gebruiken .........................................5
Gebruikte notaties in deze Handleiding...................................................................................... 5
Belangrijkste Mogelijkheden ...............................................................11
Paneel beschrijvingen ..........................................................................12
Paneel – voorzijde .................................................................................................................................... 12
Paneel – achterzijde.................................................................................................................................. 15
Voorbereidingen ...................................................................................16
Aansluiten externe instrumenten........................................................................................................... 16
Stroom inschakelen .................................................................................................................................. 17
Stroom uitschakelen ..................................................................................................................... 17
Herstellen van de fabrieksinstellingen (Factory Reset) ...................................................................... 17
Demo Songs afluisteren........................................................................................................................... 18
SNELLE START ............................... 19
Produceren van Geluid.........................................................................20
Beginnen .................................................................................................................................................... 20
De afspeelstanden van de SH-32 (PATCH/PERFORMANCE) ............................................. 20
Switchen van Standen .................................................................................................................. 20
Spelen van op zichzelf staande geluiden.............................................................................................. 21
Een geluid spelen met een MIDI Keyboard.......................................................................................... 22
Voorgeprogrammeerde geluiden beluisteren...................................................................................... 23
Gebruik van effecten................................................................................................................................ 24
Een Rhythm Set spelen ............................................................................................................................ 25
Het Geluid veranderen..........................................................................26
Geluiden creëren ...................................................................................................................................... 26
Makkelijke geluidsbewerking ................................................................................................................ 27
1. Een geluidsgolf selecteren (Oscillator)................................................................................... 27
2. Een Oscillator geluidsgolf (FILTER) bewerken .................................................................... 29
3. Veranderingen toevoegen aan het Volume (AMP).............................................................. 31
4. Modulatie toevoegen aan het geluid (LFO) .......................................................................... 32
5. Een effect toevoegen ................................................................................................................. 35
Met Arpeggio spelen (Arpeggiator).....................................................36
De Arpeggiator aan/uit schakelen ........................................................................................................ 36
Het tempo van de Arpeggiator veranderen .........................................................................................38
De Arpeggiator samen met een Ritme Patroon spelen....................................................................... 39
Een akkoord spelen met één vinger (Chord Memory).......................41
Gebruiken van de Chord Memory Functie .......................................................................................... 41
Switchen van Chord Forms .................................................................................................................... 42
6
Inhoud
GEAVANCEERD GEBRUIK............... 43
Hoofdstuk 1. Een overzicht van de SH-32 ..........................................44
Hoe de SH-32 intern is ingedeeld .......................................................................................................... 44
MIDI Aansluitingen...................................................................................................................... 44
Geluidsgenerator........................................................................................................................... 44
Arpeggiator.................................................................................................................................... 44
Bestuurknop................................................................................................................................... 44
Patches, Rhythm Sets en Performances................................................................................................. 45
Patches (A11-D88)......................................................................................................................... 45
Rhythm Sets (r1U, r2U, r3P, r4P) ................................................................................................45
Performances (1-1-8-8).................................................................................................................. 46
Hoe letters en nummeringen op het display weergegeven worden................................................. 46
Over het geheugen ................................................................................................................................... 47
Tijdelijk geheugen......................................................................................................................... 47
Overschrijfbaar geheugen............................................................................................................ 47
Niet-overschrijfbaar geheugen.................................................................................................... 47
Belangrijkste instellingsstations.................................................................................................. 48
Instellingen die veranderen met de SH-32 Stand ................................................................................ 50
Hoofdstuk 2. Creëren van uw eigen geluiden ....................................52
Creëren van geluiden d.m.v. positie van (schuif)knoppen (MANUAL) 52
Preview Function Hold gebruiken om afspelen van geluid te continueren.................................... 52
Vaststellen van de basis geluidsgolf en Pitch (OSC 1& 2).................................................................. 52
Oscillator ON/OFF en Mix Balance (OSC 1, OSC 2, BALANCE) ......................................... 52
Selecteren van de fundamentele geluidsgolf (WAVE, VARIATION)................................... 53
Vaststellen van de Pitch (OCTAVE, PITCH) ............................................................................ 54
Creëren van een voller geluid door componenten een octaaf lager aan het geluid
toe te voegen (SUB OSC).............................................................................................................. 54
De Pitch na verloop van tijd veranderen (PITCH ENV, ENV DEPTH)................................ 54
Het trillingsbereik van een Square Geluidsgolf periodiek veranderen (PWM) .................. 55
Een Metallic Sound creëren (OSC 1X2 RING)- Ring Modulator............................................ 55
Een Assertive Solo Sound creëren (OSC 1X2 SYNC)- Oscillator Sync.................................. 55
De kenmerken van geluiden veranderen (FILTER) ............................................................................ 56
Interne filter typen en functies (TYPE, SLOPE)........................................................................ 56
De cutoff instellen (CUTOFF)...................................................................................................... 57
Gebruik van resonantie om volheid aan het geluid toe te voegen(RESONANCE) ............ 57
Het cutoff na verloop van tijd veranderen (A D S R, ENV DEPTH)..................................... 58
De Filter veranderen volgen de positie van de Keyboard (KEY FOLLOW) ........................ 58
Het volume veranderen (AMP).............................................................................................................. 58
Het volume na verloop van tijd veranderen (A D S R, ENV DEPTH).................................. 58
Verhogen en verlagen van het tempo van verandering in volume volgens de
positie van de keyboard (TIME KEY FOLLOW)...................................................................... 59
Het volume instellen voor elke Patch, Rhythm Set of Performance...................................... 59
Het geluid moduleren (LFO 1 & 2)........................................................................................................ 59
LFO Arrangement en functies.....................................................................................................59
De LFO aan en uit doen, en switchen van geluidsgolven
(LFO 1, LFO 2, FORM) ................................................................................................................. 59
Het tempo van de Modulatie aanpassen (RATE)..................................................................... 60
De Modulatiediepte aanpassen (DESTINATION, DEPTH) ................................................... 60
De Modulatie synchroniseren met het Song Tempo (BPM SYNC,
BEAT/CYCLE) .............................................................................................................................. 61
Andere LFO instellingen (FADE IN, KEY SYNC).................................................................... 61
7
Inhoud
Andere instellingen (instellingen die bewaard kunnen worden in Patches) .................................. 61
Instellingen voor het spelen van Monophonic Sounds (SOLO, LEGATO).......................... 61
Gelaagde geluiden voor voller geluid (UNISON) ................................................................... 62
Toepassen van de Portamento Functie (PORTAMENTO, PORTA TIME)........................... 62
Analoog-achtige Modulatie op de Pitch toepassen (ANALOG FEEL) ................................. 62
De Pan veranderen wanneer u de Stereo Output gebruikt (PAN)........................................ 63
Effect instellingen.......................................................................................................................... 63
Opslaan van gecreëerde geluiden (WRITE) ......................................................................................... 63
Beluisteren van een Patch uit het geheugenstation ................................................................. 63
Hoofdstuk 3. Effecten aan het geluid toevoegen (INS-FX, REV/DELAY) ......64
Over de ingebouwde effecten................................................................................................................. 64
Manieren om de effecten te verbinden (INS> REV SERIES) .................................................. 64
Gebruiken van de Insertion effecten (INS-FX)..................................................................................... 64
De Insertion effecten in- en uitschakelen................................................................................... 64
Selecteren van het Insertion effect type (TYPE)........................................................................ 64
De Insertion effecten instellen..................................................................................................... 65
Reverb/Delay gebruiken (REV/DELAY)............................................................................................. 65
Reverb/Delay in en uit schakelen .............................................................................................. 65
Het Reverb/Delay Type selecteren (TYPE) .............................................................................. 65
Reverb/Delay instellen ................................................................................................................ 66
Effecten in de Performance Stand toepassen........................................................................................ 66
Effect instellingen, die gebruikt worden in een Performance, selecteren (Effect
Source) ............................................................................................................................................ 66
Effect instellingen in de Performance Stand ............................................................................. 67
Hoofdstuk 4. Rhythm Sets spelen.......................................................68
Rhythm Sets selecteren en bespelen van Percussie instrumenten .................................................... 68
Een Rhythm Set bewerken ...................................................................................................................... 68
Instellingen maken voor de gehele Rhythm Set....................................................................... 68
Instellingen maken voor elke Rhythm Tone (Percussie instrument) .................................... 69
Veranderde instellingen opslaan (WRITE)........................................................................................... 70
Hoofdstuk 5. Performance Stand gebruiken ......................................71
Een Performance selecteren en de Patch voor elke Part spelen......................................................... 71
De Patch voor elke Part selecteren (Part Assign Stand) .......................................................... 71
Geluid afspelen in meer dan één Part (Multitimbre) .......................................................................... 71
Gelaagde Patches maken voor een voller geluid (Part Stack Function)........................................... 72
Een Performance bewerken .................................................................................................................... 72
Instellingen die de Gehele Performance treffen ....................................................................... 72
Instellingen in de Parts maken voor elke Patch of Rhythm Set ............................................. 73
Het aantal Oscillators in elke Part beveiligen (Oscillator Reserve) ....................................... 73
Veranderde instellingen opslaan (WRITE)........................................................................................... 73
Hoofdstuk 6. Arpeggiator gebruiken (ARPEGGIATOR) ....................74
Over Arpeggiator ..................................................................................................................................... 74
Arpeggios spelen..................................................................................................................................... 74
Arpeggiator in en uitschakelen................................................................................................... 74
Het Tempo voor Arpeggio Performances vaststellen.............................................................. 74
Stijlen voor Arpeggio Performances selecteren (STYLE) ........................................................ 74
De relatie tussen Arpeggio Styles en Rhythm Styles............................................................... 75
De Beat en Shuffle veranderen (GRID)...................................................................................... 75
Staccato en Tenuto toepassen (DURATION)............................................................................ 76
Het bereik van de Arpeggio veranderen (RANGE)................................................................. 76
Verhogende/verlagende variaties selecteren (verschillende manieren om geluiden
te bespelen) (MOTIF).................................................................................................................... 76
8
Inhoud
Uw eigen stijlen (Styles) creëren ............................................................................................................ 77
Creëren van stijlen (Styles) door de noten te spelen zoals als uitgevoerd
worden (REALTIME) ................................................................................................................... 77
Creëren van stijlen door één geluid tegelijk te spelen (STEP)................................................ 78
Creëren van stijlen door een externe sequencer te gebruiken................................................ 79
Opslaan van de stijlen die u gemaakt heeft (STORE).............................................................. 79
Arpeggiator in de Performance Stand gebruiken................................................................................ 80
De stijl selecteren........................................................................................................................... 80
Specificeren van de Part dat gebruikt wordt om de Arpeggio te spelen.............................. 80
Arpeggiator Parameter instellingen........................................................................................... 80
Stijlen (Styles) creëren................................................................................................................... 80
Hoofdstuk 7. Gebruiken van de Chord Memory Functie (CHORD) ..81
De Chord Memory Functie ..................................................................................................................... 81
De Chord Memory Functie uitvoeren ................................................................................................... 81
De Chord Memory Functie in en uitschakelen......................................................................... 81
Chord Forms selecteren ............................................................................................................... 81
Uw eigen Chord Forms creëren.................................................................................................. 82
Gebruiken van de Chord Memory Functie in de Performance Stand.............................................. 82
De Chord Form selecteren ........................................................................................................... 82
Specificeren van de Part om de Chord Memory Functie te gebruiken................................. 82
Chord Memory Parameter instellingen ..................................................................................... 83
Chord Forms creëren.................................................................................................................... 83
Hoofdstuk 8. Gebruiken van de SH-32 met externe MIDI instrumenten .......84
Over MIDI ................................................................................................................................................. 84
MIDI aansluitingen....................................................................................................................... 84
MIDI kanalen................................................................................................................................. 84
Het MIDI kanaal instellen (MIDI CH)................................................................................................... 84
Het ontvangstkanaal in Patch Stand zetten .............................................................................. 84
Het ontvangstkanaal voor elke Part instellen........................................................................... 84
De SH-32 bespelen met een externe MIDI Keyboard.......................................................................... 85
Het geluid veranderen met Modulatie (MOD)......................................................................... 85
Vaststellen van de hoeveelheid waarmee de Pitch verandert d.m.v. de
Pitch Bender (P. BEND)................................................................................................................ 86
Het geluid met Aftertouch veranderen (AFTERTOUCH)...................................................... 86
Het geluid veranderen met de kracht die gebruikt wordt om de toetsen te bespelen
(VELOCITY)................................................................................................................................... 87
Selecteren van SH-32 geluiden van een extern MIDI instrument ..................................................... 87
Arpeggiator en de LFO synchroon laten lopen met een extern MIDI instrument 88
SH-32 instellingen opslaan op een externe Sequencer (BULK DUMP)............................................ 88
Opnieuw opslaan van eerder opgeslagen inhoud naar de SH-32 ......................................... 89
Hoofdstuk 9. Andere instellingen........................................................90
Instellingen toegepast op de gehele SH-32 (Systeem instellingen)................................................... 90
Procedure voor de systeem instellingen.................................................................................... 90
Wat de systeem instellingen doen/ Functies van de systeem instellingen.......................... 90
De Low Boost Functie in- en uitschakelen ................................................................................ 92
De te gebruiken status selecteren wanneer de stroom is ingeschakeld ................................ 93
Selecteren van MIDI boodschappen, die gebruikt worden om Paneel Control
Informatie over te brengen .......................................................................................................... 93
Veranderen van het SH-32 Device ID nummer........................................................................ 93
Herstellen van de fabrieksinstellingen (Factory reset) ....................................................................... 94
9
Inhoud
APPENDIX ....................................95
Probleem oplossen...............................................................................96
Lijst van foutmeldingen........................................................................98
Patch Lijst..............................................................................................99
Rhythm Set Lijst..................................................................................100
Performance Lijst................................................................................101
Arpeggio Style Lijst ............................................................................102
Rhythm Style Lijst...............................................................................103
Akkoorden (Chord Form) Lijst...........................................................104
Parameter Lijst ....................................................................................105
Patch Parameters .................................................................................................................................... 105
Rhythm Set Parameters ......................................................................................................................... 106
Performance Parameters ....................................................................................................................... 106
Systeem Parameters ............................................................................................................................... 106
Effecten Lijst .......................................................................................107
Parameters van Insertion effecten........................................................................................................ 107
Reverb/Delay Parameters..................................................................................................................... 107
MIDI Transmit/Receive instellingen Lijst ..........................................115
MIDI Overzichtskaart ..........................................................................116
Specificaties ........................................................................................117
Index.....................................................................................................118
Blanco Kaart........................................................................................121
10
Belangrijkste mogelijkheden
PART 1
PART 2
PART 3
PART 4 / RHYTHM
FILTER AMP
LFO2
OSC 1
SUB OSC
OSC 2
SUB OSC
MIX/ RING/ SYNC
ENV
ENVENV
LFO1
ARPEGGIATOR
(PROGRAMMEERBAAR)
BPM SYNC
PREVIEW /CHORD MEMORY
INS-FX
2 x EFFECTS
REV/DELAY
NAAR ARPEGGIATOR
Rijk, vol synthesizer geluid
Ontwikkeling van de SH-32 betrof een variëteit aan benaderingen
om de synthesizer geluiden grondig te analyseren en een vol,
scherp, helder geluid dat karakteristiek is voor analoge synthesizers
te realiseren.
Om deze geluidskarakteristieken te kwantificeren zijn verscheidene
metingen en blinde testen gedaan op bekende vintage synths,
analoog gemodelleerde synths en soortgelijke toestellen. De resul-
taten van een dergelijk onderzoek vormde de basis voor het
ontwerpen van onze nieuwe Wave Acceleration Sound Generator
(*), die de complete realisatie van de geluidsvariaties en kwaliteiten
van een synthesizer draagt. Dit geeft u de mogelijkheid om
vintage synthesizer geluiden en een grote verscheidenheid aan
andere geluidsgolven te produceren, allemaal met dit ene
instrument.
De SH-32 creëert niet alleen de geluiden die de hedendaagse
muziekscene vraagt, maar biedt ook een gemakkelijke bediening dat
alleen te krijgen is met digitaal apparatuur.
* Dit is een nieuwe benadering van geluid genereren dat de creatie van
een grote verscheidenheid aan geluidsgolven van hoge kwaliteit toelaat,
met verscheidene oscillators, iets dat onmogelijk is met simpele DSP
synthesizers.
Volledige vrijheid om uw eigen unieke geluiden te creëren
Met de architectuur van de SH-32 geluidsgenerator, krijgt u twee
oscillators, een filter, een versterker en twee LFO´s voor elk geluid,
allemaal bestuurd met een analoog synth-achtig raakvlak. De
reusachtige vrijheid in het creëren van geluiden betekent dat u
waarlijk kunt genieten van het creatieproces van geluiden.
Elk van de zeven groepen geluidsgolven, SAW, SQUARE, PULSE,
PWM, TRIANGLE/SINUS, SPECTRUM en NOISE, de basis om
geluiden te creëren, bevatten ook een aantal verschillende geluids-
golven, elk met een ander karakter. Met een totaal van 67 verschil-
lende oscillator geluidsgolven, maakt de SH-32 het mogelijk om
geluiden te maken als geen ander. De SH-32 bevat ook vier Rhythm
Sets (twee Preset en twee User) met TR-909 en andere drumgeluids-
golven. Met 32 oscillators, voorgaande analoge modellen
overstijgend, en vier-gedeelten multitimbral geluid kunt u songs
maken die synth en rhythm combineren, allemaal met slechts één
machine.
En nog meer. De SH-32 omvat ook een verscheidenheid aan handige
mogelijkheden en functies om geluid te maken, inclusief een Subos-
cillator met subsonic stand, Oscillator Sync, een Ring Modulator,
synchronisatie van de LFO met het tempo aangegeven door de TAP
knop en veel meer. Of het nu geluiden zijn van de meest populaire
synthesizers of geluiden die ooit heel moeilijk waren te maken met
de conventionele analoge en DSP synthesizers, u kunt ze nu allemaal
bespelen, want het geluidspotentieel dat u nu onder uw vinger-
toppen heeft is enorm.
Ingebouwde effecten helpen een meer gepolijst geluid te produceren
De SH-32 is voorzien van interne effect processors die zorgen voor
een complete synthesizer module. U kunt effecten van twee
systemen gebruiken: 35 individuele Insertion Effecten, inclusief
distortion, phaser, flanger en andere effecten met 10 verschillende
soorten reverb en delay (loop effects), die het mogelijk maken een
nog grotere verscheidenheid aan geluid te creëren.
Programmeerbare Arpeggiator zorgt voor Power in uw uitvoeringen
De SH-32 bevat een Arpeggiator functie, die het de gebruiker
mogelijk maakt stijlen (Styles) te programmeren. Stijlen kunnen in
steps of real time ingevoerd worden. In de Performance Stand kunt u
arpeggios maken door de synth geluiden, gecombineerd met ritme
patronen uit de TR-909/808 Drumcomputer en andere geluids-
golven, te gebruiken.
Toevoegend hieraan, kunt u gemakkelijk een variëteit aan complexe
akkoorden spelen, zoals gebruikt wordt in Trance of in Techno
muziek. Parallel aan het gebruik van deze mogelijkheid in combi-
natie met de Chord Memory Functie, is het mogelijk voor u om
eerder opgenomen akkoorden uit te voeren door maar op één knop
te drukken.
Paneel ontworpen voor intuïtieve bediening
De SH-32 bevat een intuïtief paneel ontwerp dat u laat concentreren
op het creëren van geluiden. Bijvoorbeeld, de draaiknoppen worden
gebruikt voor de filter en de schuifregelaars voor de envelope; in alle
gevallen wordt de meest gemakkelijke besturing gebruikt.
Verder bevat het paneel dertien knoppen die gebruikt kunnen
worden voor het invoeren van noten, zoals een keyboard. Wanneer u
de Preview Functie gebruikt, kunt u uw geluiden over een reeks aan
noten controleren zonder dat u een MIDI keyboard hoeft aan te
sluiten.
Bovendien is de compacte desktop van de SH-32 zo ontworpen dat u
het altijd bij de hand kunt hebben, klaar om te gebruiken. Gebruik
het met Pcs, werkstations, keyboards, groove gear en andere instal-
laties om het volledige potentieel van deze synthesizer te benutten.
SH-32 Blok diagram (Conceptueel)
fig.SH-32 block
11
Paneelbeschrijvingen
5
6
Paneel – voorzijde
fig.00-02
5 6
1
4
10
1
OSC 1 & 2 (Oscillator 1 & 2) Sectie
Selecteert de geluidsgolven waarop geluiden zijn gebaseerd en stelt
de pitch en andere componenten van het geluid bij. Bovendien kunt
u OSC 1 en OSC 2 combineren om een grote verscheidenheid aan
geluiden te produceren. (pag. 52)
2
7
3
8
9
[INTENSITY]
Verander de instellingswaarden van de Insertion Effects parameters.
De parameters die ingesteld kunnen worden variëren volgens de
geselecteerde Insertion Effects. (pag. 65)
2
FILTER sectie
Verander het type filter dat gebruikt wordt en verander de karakte-
ristieken van het geluid door verschillende veranderingen aan de
uitgang geluidsgolven te maken. (pag. 56)
3
AMP (Versterker) sectie
Verander het geluid door het volume, de output en de mute van de
geluiden te gebruiken. (pag. 58)
4
LFO 1 & 2 (Low Frequency
[INS-FX]
Schakelt de Insertion Effects aan en uit. (pag. 64)
[OUTPUT]
Regelt het volume over het geheel dat uitgang heeft aan de achter-
zijde van het paneel via de OUTPUT aansluiting en PHONES
aansluiting. (pag. 17)
Oscillator 1 & 2) Sectie
Gebruik de LFO 1 en 2 geluidsgolven om cyclische veranderingen in
de pitch, helderheid, volume en andere geluidsaspecten die door de
geluidsgolven van OSC 1 en OSC 2 geproduceerd worden, te
creëren. (pag. 59)
12
Paneelbeschrijvingen
10
7
FX/SYSTEM draaiknop
Selecteert de INS-FX (Insertion Effects) of REV/DELAY
(Reverb/Delay) parameters. (pag. 65, pag. 66)
Wanneer deze is ingesteld op SYSTEM, kunt u de instellingen
veranderen die het gehele gedrag van de SH-32 besturen (systeem
parameters). (pag. 90)
Wanneer u een parameter selecteert waarvan u de instellingen
wilt veranderen, zal de linker indicator knipperen om te laten
zien dat de SH-32 gereed is voor veranderingen in de
instellingen.
8
MIDI instellingsdraaiknop
Selecteert de parameter die ingesteld moet worden wanneer u
geluiden verandert als gevolg van boodschappen (Modulatie, Pitch
Bend, Aftertouch, Velocity) die zijn ontvangen van een extern MIDI
instrument. (pag. 85)
Wanneer u een parameter selecteert waarvan u de instellingen
wilt veranderen, zal de linker indicator knipperen om te laten
zien dat de SH-32 gereed is voor veranderingen in de
instellingen.
[PATCH]/[PERFORM]
Patch: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje uit gaat om de
Patch stand uit te schakelen. (pag. 20)
Perform: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden
om naar de Performance stand te switchen. Wanneer u in de
Performance stand staat, dient u [PERFORM] ingedrukt te houden
en vervolgens op [EXIT] te drukken om naar de Part Assign Stand
over te schakelen. (pag. 20, pag. 71)
[EXIT]
Hier drukt u op om instellingen en andere verscheidene handelingen
op te heffen.
Wanneer u dit bovendien tegelijk met [LEVEL/PAN] gebruikt, kunt
u naar de demo songs luisteren. (pag. 18)
Display
Een variëteit aan informatie, inclusief het aantal geselecteerde geluid
en de waarden van verscheidene parameter instellingen, worden
hier getoond.
[VALUE /]
Deze veranderen de verschillende waarden van de instellingen.
Om de waarde snel te verhogen, houdt [] ingedrukt en druk op
[].
Om de waarde snel te verlagen, houdt [] ingedrukt en druk op [].
9
[ANALOG FEEL]/[INS> REV SERIES]
Analog feel: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat
branden om de hoogte in te stellen waarop de analog-achtige
modulatie op de pitch toegepast dient te worden. (pag. 62)
Ins > Rev Series: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat
branden om de manier waarop de Insertion Effects en de Reverb/
Delay zijn aangesloten, te selecteren. (pag. 64)
[LEGATO]/[PORTA TIME]
Legato: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden
om de Legato functie in en uit te schakelen. (pag. 61)
Porta Time: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat
branden om de tijd in te stellen waarover de pitch dient te
veranderen wanneer u portamento speelt. (pag. 62)
[LEVEL]/[PAN]
Level: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden
om het volume van de Patch of Performance in te stellen. (pag. 59)
Pan: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden om
de panning in te stellen. (pag. 63)
Wanneer u het bovendien tegelijk met [EXIT] gebruikt, kunt u
luisteren naar de demo songs. (pag. 18)
[WRITE (EXEC)]
Deze wordt ingedrukt wanneer u de (WRITE) toon, Arpeggiator en
andere instellingen opslaat of wanneer u verschillende functies
uitvoert (EXEC).
10. [PREVIEW]
Schakelt de Preview functie aan en uit. (pag. 21)
[-OCT], [+ OCT]
Deze verschuiven het register dat gespeeld wordt door de Preview
functie in octaaf eenheden te gebruiken.
[HOLD]
Schakelt de Preview functie Hold aan en Hold uit. (pag. 21)
[MANUAL]
Schakelt de Manual (handmatig) functie aan en uit. (pag. 52)
[BANK]
Dit wordt ingedrukt wanneer toon banks en nummers worden
omgewisseld. (pag. 23)
[CHORD]
Schakelt de Chord Memory Functie aan en uit. (pag. 81)
[SOLO]
Schakelt de Solo functie aan en uit. (pag. 61)
[UNISON]
Schakelt de Unison functie aan en uit. (pag. 62)
13
Paneelbeschrijvingen
[PORTAMENTO]/[LEG. ONLY]
PORTAMENTO: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat
branden, en portamento gaat aan. (pag. 62)
LEG. ONLY: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat
branden om portamento alleen te gebruiken wanneer u legato speelt.
(pag. 62)
[RANGE]/[MOTIF]
RANGE: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden
om het bereik waarin arpeggios gespeeld worden, in octaaf
eenheden in te stellen. (pag. 76)
MOTIF: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden
om de arpeggio variatie die gespeeld gaat worden tijdens arpeggio
uitvoeringen te selecteren. (pag. 76)
[GRID]/[DURATION]
GRID: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden om
de timing die gebruikt gaat worden om arpeggios te laten klinken
tijdens arpeggio uitvoeringen, te selecteren. (pag. 75)
DURATION: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat
branden om de lengte van de noot te selecteren die gebruikt wordt
om arpeggios te spelen tijdens arpeggio uitvoeringen. (pag. 76)
[STYLE]/[STORE]
STYLE: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden
om de basisstijl te selecteren die gebruikt wordt om arpeggios te
spelen. (pag. 74)
STORE: druk op deze knop zodat het indicatorlichtje gaat branden
om de arpeggio stijlen die u gecreëerd heeft op te slaan. (pag. 79)
[TAP (BPM)]
Stelt het tempo (BPM) voor arpeggios in. U kunt het tempo ook
instellen door deze knop op het gewenste ritme in te drukken.
(pag. 74)
De symbolen op het paneel
De volgende symbolen die op het paneel van de SH-32
verschijnen, zijn bedoeld om de verlichte staat van de indicators
weer te geven.
: verlicht
: knippert
: uit
[ON]
Schakelt de arpeggiator aan/uit. (pag. 74)
Houdt [ON] ingedrukt en druk op [(REALTIME)] om arpeggio
stijlen in real time in te voeren. (pag. 77)
Houdt [ON] ingedrukt en druk op [(STEP)] om arpeggio stijlen in
stappen in te voeren. (pag. 78)
[1]-[4/R]/[TIE], [REST], [TO TOP], [BACK]
1-4/r: Selecteert de gedeelten die simultaan gespeeld dienen te
worden in de Performance stand of selecteert het gedeelte waarvan
de instellingen veranderd moeten worden. (pag. 72, pag. 73)
Wanneer u arpeggio stijlen in stappen invoert, voeren deze knoppen
de volgende functies uit. (pag. 78)
TIE: voert een tie (verbinding) in.
REST: voert een rust in.
TO TOP: u keert terug naar de eerste regel.
BACK: verwijdert de laatste noot of rust die u heeft ingevoerd.
[1/A]-[8/R]
Deze wisselt de toon banks en nummers. (pag. 23)
De FX/SYSTEM draaiknop op SYSTEM instellen geeft de
mogelijkheid om parameters te selecteren met instellingen dat de
SH-32 als een geheel betreft (systeem parameters). (pag. 90)
14
Paneel – achterzijde
fig.00-03
Paneelbeschrijvingen
1 2 4 6 7 8
3 5
1. Security Slot ( )
http://www.kensington.com/
2. PHONES aansluiting
Dit is de ingang om de koptelefoon op aan te sluiten (apart
verkocht). (pag. 16)
3. FOOT SWITCH aansluiting
U kunt een voetschakelaar (BOSS FS-5U) of een pedaal schakelaar
(DP-2) op deze ingang aansluiten. U kunt het gebruiken om geluid te
veranderen of te selecteren of om andere besturingen uit te voeren.
(pag. 16, pag. 91)
4. OUTPUT aansluitingen (L (MONO), R)
Deze aansluitingen vormen een uitgang voor het audio signaal die
aangesloten is op het mixer/versterker - systeem in stereo. Voor
mono gebruik de L aansluiting. (pag. 16)
5. MIDI aansluitingen (IN, OUT)
Deze aansluitingen kunnen aangesloten worden op andere MIDI
instrumenten om MIDI boodschappen te ontvangen en over te
brengen. (pag. 16, pag. 84, pag. 92)
6. Snoer Haak
Veranker het bijgevoegde adapter–snoer door de snoer haak te
gebruiken. (pag. 16)
7. DC IN aansluiting
Sluit de bijgeleverde adapter op deze ingang aan. (pag. 16)
8. POWER schakelaar
Deze schakelt de stroom in en uit. (pag. 17)
15
Voorbereidingen
Externe instrumenten aansluiten
De SH-32 bevat geen versterker of speakers. Om geluid te produceren, dient u audio apparatuur zoals een
monitor speaker of een stereo set aan te sluiten of een koptelefoon te gebruiken.
Om slecht functioneren en/of het toebrengen van schade aan de speakers of andere instrumenten te
voorkomen, dient u altijd het volume laag te zetten en de stroom uit te schakelen op alle instrumenten
voordat u apparatuur gaat aansluiten.
1. Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld op alle instrumenten voordat u gaat aansluiten.
2. Sluit de bijgeleverde adaptor aan op de DC IN ingang, en sluit het andere uiteinde aan op een stroom
uitgang.
Om storing van stroom naar uw toestel te voorkomen (de stekker wordt er per ongeluk uitgetrokken), en om
onnodige spanning op de adaptor aansluiting te vermijden, dient u de stroomdraad te verankeren door de
snoerhaak te gebruiken zoals op de illustratie is weergegeven.
3. Sluit de SH-32 aan met externe instumenten, zoals in de tekening aangegeven.
fig.00-04.e
Adapter
Stereo koptelefoon
PCS-31
Mengpaneel etc.
Eindversterker
Gebruik audio kabels om apparatuur aan te sluiten, zoals een versterker of speakers. Gebruik MIDI kabels om een MIDI keyboard aan te sluiten.
Wanneer u een koptelefoon gebruikt, dient u het aan te sluiten op de PHONES ingang. Sluit voetschakelaars of pedalen aan. (pag. 91).
Monitor speakers
(versterkt)
Voetschakelaar (BOSS FS-5U)
of pedaalschakelaar (DP-2)
MIDI OUT
MIDI keyboard
16
Om alle mogelijkheden van de SH-32 te benutten, raden wij u
aan om een stereo versterker/speaker systeem te gebruiken.
Wanneer u een mono systeem gebruikt, dient u het aan te sluiten
op de OUTPUT (uitgang) L (Mono).
Audio kabels, MIDI kabels, koptelefoon, voetschakelaars en
pedalen worden niet bijgeleverd.
Voorbereidingen
3. Schakel de POWER knop van de SH-32 uit.
Herstellen van de fabrieks­instellingen (Factory Reset)
Wanneer u de SH-32 voor het eerst gebruikt, begin dan met het
herstellen van de fabrieksinstellingen om u er van te verzekeren dat
de SH-32 correct functioneert volgens de procedures die in de
handleiding worden beschreven.
Stroom inschakelen
Wanneer de aansluitingen uitgevoerd zijn (pag. 16), schakel dan
de stroom aan op de verscheidene instrumenten in de
weergegeven volgorde. Door de instrumenten in de verkeerde
volgorde in te schakelen, riskeert u slecht functioneren en/of
schade aan de speakers en andere instrumenten.
1. Voordat u de stroom inschakelt, controleer of:
De perifere instrumenten correct zijn aangesloten
De volumeknoppen van de SH-32 en alle aangesloten audio
apparatuur tot de minimale positie zijn gedraaid
2. Schakel de POWER knop aan dat zich aan de achterzijde van
het paneel bevindt.
fig.00-05
Dit toestel is uitgerust met een beschermingcircuit. Er is een
korte interval (een paar seconden) nadat de stroom is
ingeschakeld, vereist voordat het toestel normaal zal
functioneren.
3. Schakel de stroom van de aangesloten audio apparatuur in.
4. Bespeel de SH-32 en verhoog geleidelijk de volume
draaiknoppen van de SH-32 of van de aangesloten audio
apparatuur tot een toepasselijke volumehoogte.
fig.00-06
Wees voorzichtig dat u het volume niet buitensporig verhoogd.
Een hoog volume kan schade toebrengen aan uw versterker/
speaker systeem of kan gehoorproblemen veroorzaken.
Stroom uitschakelen
1. Voordat u de stroom uitschakelt, let op de volgende punten.
Zijn de volumeknoppen van de SH-32 en alle aangesloten audio
apparatuur tot een minimale positie gedraaid?
Zijn de geluiden of andere data, die u gecreëerd heeft,
opgeslagen?
2. Schakel de stroom van de aangesloten audio apparatuur uit.
Het kan zijn dat u al belangrijke data heeft gecreëerd die u wilt
bewaren. Al data gaat verloren wanneer Factory Reset wordt
uitgevoerd. Wanneer u dus data heeft die u wilt bewaren, sla
deze dan op een externe MIDI sequencer of een gelijkwaardig
instrument op (pag. 88).
1. Schakel als eerste de stroom uit door op de POWER knop te
drukken dat zich aan de achterzijde van het paneel bevindt.
2. Terwijl u de [1/A] ingedrukt houdt, schakel de stroom weer
aan.
fig.00-07
[1/A] knippert; “” (Reset) verschijnt in het display zo
lang als u [1/A] ingedrukt houdt.
3. Druk op [VALUE _/_] om “ ” (alle data) te selecteren.
4. Druk op [WRITE (EXEC)].
[WRITE (EXEC)] knippert, en de boodschap “” (Sure?)
knippert in het display om te bevestigen dat u een Factory Reset
wilt uitvoeren.
5. Druk nog een keer op [WRITE (EXEC)] om de Factory Reset
uit te laten voeren. Om de Factory Reset op te heffen, druk
op [EXIT].
Alle Patches, Rhythm Sets, Performances, Arpeggio Styles,
Rhythm Styles, Chord Forms en systeeminstellingen worden
teruggevoerd naar de originele fabrieksinstellingen.
6. Wanneer u de Factory Reset uitgevoerd heeft, schakel de
stroom uit en dan weer aan.
U kunt ook het type data dat u opnieuw wilt opslaan in de
originele fabrieksinstellingen selecteren, wanneer u de Factory
Reset uitvoert met de SH-32 (pag. 94).
17
Voorbereidingen
Demo Songs afluisteren
De SH-32 wordt geleverd met drie van tevoren opgenomen
demonstratie songs.
Het afspelen van deze demo songs wordt Demo Play genoemd.
Begin met het afspelen van de demo songs, en geniet van de
uitstekende klanken en effecten van de SH-32.
No. Song Name Composer Copyright
1 traveler WALL5 2001 © Roland Corporation
2 spank SHIBUICHI ABE
(from PCM)
3 compfusion Ken Suzuki 2001 © Roland Corporation
Alle rechten voorbehouden. Ongeautoriseerd gebruik van dit
materiaal ten behoeve van belangen, anders dan privé of
persoonlijk plezier, is een schending van de toegepaste wetten.
2001 © Roland Corporation
Niet opgeslagen veranderingen van instellingen kunnen
verloren gaan wanneer u Demo Play start. Voer de nodige
procedure uit om zulke data op te slaan voordat u naar de
demo songs luistert. (pag. 63, pag. 70, pag. 73).
1. Druk gelijktijdig op [LEVEL/PAN] en [EXIT].
Dit start het Demo Play.
fig.00-08
2. Druk op [VALUE /] wanneer u de weergegeven song wilt
veranderen.
3. Druk op [EXIT] om de Demo Play te stoppen en terug te
keren naar de normale stand.
Data voor de muziek die gespeeld wordt, zal niet via MIDI OUT
uitgang hebben.
De tweede demo song (spank) is bedoeld om u te introduceren in de
uitgebreide mogelijkheden die de SH-32 te bieden heeft. Let op, dat
deze demo extreme geluiden gebruikt, die radicaal verschillen van
geluiden zoals in gewone demonstratie songs.
18
Snelle start
Snelle start
19
Produceren van geluid
Beginnen
De afspeelstanden van de SH-32 (PATCH/ PERFORMANCE)
SH-32 biedt twee standen, die u de mogelijkheid bieden om degene te kiezen dat het beste past bij wat u in gedachten heeft. U kunt werken met enkele “Patches” (Patch Stand), of vier Patches gebruiken (inclusief een Rhythm Set) om in combinatie met elkaar te spelen (Performance Stand).
Alle procedures die in deze Snelle Start handleiding beschreven staan gaan ervan uit dat u in de Patch stand staat, tenzij anders genoemd. Wees eerst zeker dat de Patch Stand is geselecteerd voordat u de SH-32 bedient.
Switchen van Standen
fig.030
20
1
1
Druk op [PATCH/PERFORM]
Wanneer [PATCH/PERFORM] niet verlicht is, dan zit u in de Patch Stand; wanneer het wel verlicht is, zit u in de Performance Stand.
Druk op de knop om te switchen tussen Patch Stand en Performance Stand.
Spelen van op zichzelf staande geluiden
Produceren van geluid
U kunt de nootinvoer knoppen op het toestel gebruiken om noten te spelen (Preview functie).
fig.001
Snelle start
U kunt de octaafinstellingen
verhogen of verlagen door
[-OCT] of [+OCT] rechts van
[PREVIEW] in te drukken. Elke
keer wanneer u [-OCT]
indrukt, wordt het octaaf
verlaagd. Elke keer wanneer u
[+OCT] indrukt, wordt het
octaaf verhoogd. U kunt het tot
vier octaven in welke richting
dan ook veranderen. U kunt
het huidige octaaf controleren
door middel van het knipperen
van de knop. Om de originele
instellingen opnieuw op te
slaan, druk gelijktijdig op
[-OCT] en [+OCT].
12
1
Druk op [PREVIEW].
[PREVIEW] wordt rood verlicht en de knoppen die u kunt gebruiken in de preview stand (nootinvoer knoppen) lichten op in de kleur oranje.
2
Druk op welke nootinvoer knop dan ook om een noot te spelen.
U zult de noot horen die bij de ingedrukte knop hoort.fig.002
C# D# F# G# A#
C
D E F G A B C
Om de Preview functie op te heffen, dient u opnieuw op [PREVIEW] te drukken om de knop uit te zetten.
Het volume veranderen
Draai [OUTPUT] om het volume te veranderen.
[OUTPUT]
Wanneer u [HOLD] indrukt
(licht op in rood), kunt u de
noot door laten spelen nadat u
de nootinvoer knop hebt
losgelaten (Hold functie).
Wanneer een noot wordt
gespeeld terwijl de Hold
functie in gebruik is, zal de
nootinvoer knop in amber
oplichten. Om de
vastgehouden noot te stoppen,
dient u opnieuw op de
nootinvoer knop te drukken.
Door [PREVIEW] ingedrukt te
houden en [VALUE /] in
te drukken, kunt u de
snelheidswaarde (000-127)
voor de gespeelde noten met
de nootinvoer knoppen
instellen.
21
Produceren van geluid
Een geluid spelen met een MIDI Keyboard
U kunt de SH-32 geluiden spelen door een MIDI keyboard te gebruiken. U dient dan de MIDI OUT aansluiting van uw keyboard te verbinden met de MIDI IN aansluiting van de SH-32 (pag. 16).
fig.003
Zie “Hoofdstuk 8. Gebruiken
van de SH-32 met externe
MIDI instrumenten” (pag. 84)
voor details over MIDI
instellingen.
Display
1
Stel het kanaal van de MIDI keyboard in.
Stel het MIDI uitzend kanaal van de keyboard op kanaal 1 (gebruik de handleiding die bij uw MIDI keyboard is geleverd).
2
Stel het MIDI kanaal van de SH-32 in.
Stel het MIDI ontvangstkanaal op kanaal 1.
1. Draai de FX/SYSTEM knop op “SYSTEM”.
2. Druk op [6 (MIDI CH)].
[6 (MIDI CH)] knippert, en het MIDI kanaalnummer verschijnt op het display.
3. Druk op [VALUE /] om het MIDI kanaalnummer “1” te
selecteren.
Het MIDI ontvangstkanaal op de SH-32 is ingesteld op kanaal 1.
4. Druk op [EXIT].
3
Speel iets op de MIDI keyboard.
De SH-32 laat de noten horen die op de MIDI keyboard gespeeld zijn.
2
22
Voorgeprogrammeerde geluiden beluisteren
Produceren van geluid
De SH-32 wordt geleverd met 128 verschillende (voorgeprogrammeerde) Preset Patches zodat u onmiddellijk kunt genieten van de mooie geluiden aan uw vingertoppen.
fig.004
12, 3
1
Druk op [BANK].
[BANK] licht op, en [1/A]-[4/D] en [8/R] knipperen.
Display
Snelle start
Zie Patches (A11-D88)
(pag. 45) voor meer
gedetailleerde informatie over
de Patches.
A11 tot B88 zijn User
Patches, C11 tot D88 zijn
Preset Patches. Net van de
fabriek geleverd, zijn de User
Patches hetzelfde als de Preset
Patches.
In stap 1, als alle knoppen van
[1/A] tot [8/R] knipperen
nadat u [BANK] heeft
ingedrukt, dient u op
[PATCH/PERFORM] te
drukken om ze uit te
schakelen, druk vervolgens
weer op [BANK] (Patch Stand
pag. 20).
2
Selecteer een bank.
Druk op [1/A]-[4/D] om een bank te selecteren ( A tot D).
De geselecteerde bank wordt in het display getoond.
fig.005
Bank Patch number
3
Selecteer een Patchnummer.
Druk twee keer op [1/A]- [8/R] om een Patchnummer te selecteren (“11” tot “88”). Druk op de eerst knop om het tweede cijfer van het getal te kunnen veranderen. Druk dan op een andere om het eerste cijfer van het getal te kunnen veranderen. Het geselecteerde Patchnummer wordt getoond in het display.
4
Gebruik de Preview functie (pag. 21) of een MIDI keyboard om
geluiden te spelen.
U zult het geselecteerde geluid horen.
In stap 2 kunt u een Rhythm
Set selecteren door op [8/R] te
drukken (pag.25).
Wanneer een Patchnummer
wordt weergegeven in het
display, kunt u ook op
[VALUE /] drukken om
een voorgeprogrammeerd
geluid te selecteren.
23
Produceren van geluid
Gebruik van effecten
De SH-32 wordt geleverd met twee onafhankelijke effectprocessors; één voorziet van ruimtelijke effecten zoals reverb en delay (Reverb/Delay), terwijl de andere wordt gebruikt voor het invoeren van distortion, phaser, tremolo en verscheidene andere effecten (Insertion Effects). Met één druk op de knop kunt u effecten in- en uitschakelen.
fig.006
1
Zie “Hoofdstuk 3. Effecten
aan het geluid toevoegen
(INS-FX, REV/DELAY) (pag.
64) voor details over effecten.
1
Druk op [INS-FX] of [REV/DELAY].
Wanneer u op [INS-FX] drukt, licht de knop op en de Insertion effecten staan aan.
Wanneer u op [REV/DELAY] drukt, licht de knop op en de Reverb/Delay staat aan.
De Insertion effecten en de Reverb/Delay kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
Hoe schakelt u de effecten uit
Druk op [INS-FX] of op [REV/DELAY] om ze uit te schakelen.
24
U kunt het type, de intensiteit
en andere details instellen
(pag. 34).
Een Rhythm Set spelen
Produceren van geluid
Naast de algemene synthesizer geluiden heeft de SH-32 ook vier Rhythm Sets. Door gebruik te maken van de ingebouwde Arpeggiator (pag. 36, pag. 74), kunt u een reeks van simpele ritmepatronen maken.
fig.007
Snelle start
Zie “Rhythm Sets (r1U, r2U,
r2P, r4P) (pag. 45) voor
details over Rhythm Sets.
13 2
1
Druk op [BANK].
[BANK] licht op, en [1/A]-[4/D], [8/R] knipperen.
2
Druk op [8/R].
U kunt een Rhythm Set selecteren.
3
Druk op [1/A]-[4/D] om een Rhythm Set nummer te selecteren.
Het geselecteerde Rhythm Set nummer wordt weergegeven in het display.
r1U, r2U: User Rhythm Sets (kunt u overschrijven)
r3P, r4P: Preset Rhythm Sets (kunt u niet overschrijven).
4
Gebruik de Preview functie (pag. 21) of een MIDI keyboard om
geluiden te spelen.
U zult de geselecteerde Rhythm Set te horen krijgen.
Display
In stap 1, als alle knoppen van
[1/A] tot [8/R] knipperen
nadat u [BANK] heeft
ingedrukt, dient u op
[PATCH/PERFORM] te
drukken om ze uit te
schakelen, druk vervolgens
weer op [BANK] (Patch Stand
pag. 20).
Als een Rhythm Set in het
scherm staat, kunt u ook op
[VALUE /] drukken om
een Rhythm Set te kiezen.
x
25
Het geluid veranderen
Geluiden creëren
De SH-32 creëert geluiden veelal op dezelfde manier als andere type analoge synthesizers, zoals hieronder te zien is.
fig.008
OSC 1
Filter
Versterker Effecten
Zie “Hoofdstuk 1. Een
overzicht van de SH-32
(pag. 44) voor details over de
structuur van de SH-32.
Oscillators
OSC 2
MIX
FILTER
LFO 1, 2
AMP
past effecten toe
LFO
INS-FX
REV/DELAY
Uitgang
OSC (Oscillators)
Genereren de basis geluidsgolven die door de synthesizer als geluidsbron gebruikt worden (pag. 27).
FILTER
Verandert de kleur van de toon door de harmonische inhoud van de geluidsgolven die door de oscillators gecreëerd worden, te dempen of te stimuleren (pag. 29).
AMP (Versterker)
Produceert veranderingen in de amplitude van het geluid en creëert dynamiek of filtering van het geluid (pag. 31).
LFO (Low Frequency Oscillator)
Een extra, langzame oscillator dat de oscillators, filter en versterker, bestuurt en effecten zoals vibrato creëert (pag. 32).
Effecten
Creëer of voeg verscheidene effecten toe, zoals reverb, delay, flanger, etc. (pag.34).
fig.009
26
OSC (Oscillator) FILTER AMP (Amplifier) LFO
Makkelijke geluidsbewerking
Het geluid veranderen
In dit onderdeel leert u hoe u een geluid kunt creëren door gebruik te maken van de basisfuncties van de SH-32. Wanneer u een geluid creëert, dient u geluiden te spelen door gebruik te maken van de Preview functie (pag. 21) of door een MIDI keyboard te gebruiken.
Om een algemeen beeld te presenteren van wat u dient te doen om geluiden te veranderen, zal deze Snelle Start Handleiding de procedure introduceren door de Preset Patch “D88” te gebruiken. Zorg er dus voor, dat u – voordat u begint – de Preset Patch “D88” (pag. 23) heeft geselecteerd.
Eerst dient u een geluidsgolf te selecteren voor de geluidsbron.
1. Een geluidsgolf selecteren (oscillator)
Op deze manier creëert u geluidsgolven voor de geluidsbron van de synthesizer.
De SH-32 is voorzien van 2 oscillators, die onafhankelijk of gemixed gebruikt kunnen worden.
fig.010
12
Snelle start
Wanneer u een
voorgeprogrammeerd geluid
selecteert (pag. 23), kan het zijn
dat de positie van de
(schuif)knoppen niet
corresponderen met de
parameters (d.w.z. de
(schuif)knoppen passen niet bij
het geluid). Drukt u echter op
[MANUAL] (lichtje brandt),
dan zal de huidig
geselecteerde parameter
ingesteld worden op de
waarden die de
(schuif)knoppen aangeven.
Voor details zie Creëren van
geluiden d.m.v. positie van
(schuif)knoppen (pag. 52).
54 3
1
Druk op [OSC 1] of op [OSC 2] om de oscillator te selecteren,
waarmee u wilt werken.
De knop, waar u op gedrukt heeft, gaat knipperen om aan te geven dat veranderingen gemaakt kunnen worden. Wanneer de knop verlicht is, geeft het aan dat de oscillator aan staat (wanneer het uitstaat, brandt er geen lichtje).
fig.012
knippert knippert verlicht knippert
Osc 2 uit / OSC 1 aan
U kunt OSC 1 parameters besturen.
OSC 2 aan / OSC 1 uit
U kunt OSC 2 parameters besturen.
OSC 2 aan / OSC 1 aan
U kunt de parameters van de OSC waarvan de knop knippert besturen.
Zie Vaststellen van de basis
geluidsgolf en pitch (OSC 1&
2) (pag. 52) voor details over
de oscillator.
Het oscillator regel paneel
bestuurt OSC 1 en OSC 2.
Wanneer u OSC 2 selecteert na
OSC 1 ingesteld te hebben, kan
het zijn dat de waarden van de
instellingen niet overeen
komen met de posities van de
paneelbestuurknoppen. Dit
gebeurt omdat zelfs nadat u de
andere OSC heeft geselecteerd,
de regelknoppen dezelfde
positie behouden. Wees
voorzichtig met de positie van
de regelknoppen wanneer u
bezig bent met verschillende
instellingen van de OSC 1 en
OSC 2.
27
Het geluid veranderen
b
2
Druk op [WAVE] om een geluidsgolf groep te selecteren.
Het indicatorlampje voor de huidig geselecteerde geluidsgolf brandt. Om een van de volgende geluidsgolven te selecteren, zorg dan dat de twee indicatorlampjes boven de geluidsgolf branden.
fig.011
De geselecteerde geluidsgolf
Enkele voorbeelden van geluidsgolfgroepen.
Saw Tooth geluidsgolf groep
Deze geluidsgolfgroep bevat een fundamentele sinus geluidsgolf met zijn integrale harmonieën, op een vastgesteld patroon. Dit geeft een scherpe en heldere toon.
Elke groep geluidsgolven heeft
verschillende patronen, die u
kunt selecteren door op
[VARIATION] te drukken
(pag. 53).
De geselecteerde geluidsgolf
Zie “Vaststellen van de basis
geluidsgolf en toonhoogte
(OSC 1& 2)” (pag. 52) voor
details over geluidsgolven.
Square geluidsgolf groep
Deze geluidsgolfgroep bevat een fundamentele sinus geluidsgolf met vreemd genummerde harmonieën op een vastgestelde patroon.
Triangle geluidsgolf groep
Deze geluidsgolf groep bevat twee typen sinus geluidsgolven en heeft geen sterke harmonieën.
Luister mee met het geluid, terwijl u de gewenste geluidsgolfgroep kiest.
3
Verschuif de [PITCH COARSE] en de [PITCH FINE] om de toonhoogte
van het geluid in te stellen.
Verschuif [PITCH COARSE] om de toonhoogte op grote schaal te veranderen. Verschuif [PITCH FINE] om de toonhoogte fijn af te stellen.
4
Verschuif [ENV DEPTH] en [PITCH ENV] om de toonhoogte na verloop
van tijd te veranderen.
Verschuif [ENV DEPTH] om de diepte van de pitch envelope aan te passen.
Verschuif [PITCH ENV/A] om de gewenste tijd in te stellen waarmee de toonhoogte oploopt tot het maximum. Verschuif [PITCH ENV/D] om de gewenste tijd in te stellen waarmee de toonhoogte zakt van het maximum naar zijn originele stand. Beide oscillators gebruiken [PITCH ENV A/D].
U kunt het octaaf gemakkelijk
hoger of lager stellen door op
[OCTAVE] te drukken (een
octaaf hoger of lager) (pag. 54).
Door [SUB OCS] (pag. 54) te
gebruiken, kunt u ook
gedeelten een octaaf lager
toevoegen om een dieper
asgeluid te creëren.
5
Gebruik [BALANCE] om de balans tussen oscillator 1 en 2 aan te
passen.
Wanneer [OSC 1] en [OSC 2] zijn verlicht en het equivalent knippert (wanneer beide niet uit staan), dient u de balans tussen de twee in te stellen.
Met bovenstaande is de geluidsgolf, waarop uw geluid gebaseerd wordt, gereed. Vervolgens zullen we een geluid verfijnen door een filter op de geluidsgolf toe te passen.
28
U kun ook de oscillator 1
geluidsgolf synchroniseren
met de oscillator 2 hoogte (pag.
55).
Het geluid veranderen
2. Een Oscillator geluidsgolf (FILTER) bewerken
De filter verandert de kleur van de toon door de harmonieën van de geluidsgolven die door de oscillators gecreëerd worden, af te zwakken of op te peppen.
fig.013
213
See Zie “De kenmerken van
geluiden veranderen
(FILTER) (pag. 56) voor
details over de Filter.
Snelle start
4
1
Druk op [TYPE] om een filtertype te selecteren.
Het indicatorlampje van de geselecteerde filter gaat branden. Om een filtertype van de laagste rij te selecteren, zorg dan dat de twee indicatorlampjes boven de naam gaan branden.
fig.014
The selected filter
The selected filter
LPF (Low Pass Filter)
Laat lagere frequenties passeren en blokkeert hoge frequenties. Met deze filter kunt u scherpe geluiden afzwakken.
BPF (Band Pass Filter)
Laat specifieke frequenties passeren en blokkeert andere hoge en lage frequenties. Met deze filter kunt u de gemiddelde frequenties versterken.
HPF (High Pass Filter)
Laat hoge frequenties passeren en blokkeert lage frequenties. Met deze filter kunt u de hoge geluidsdelen bewaren, terwijl de lagere geluidsdelen verwijderd worden.
PKG (Peaking Filter)
Stimuleert de frequenties dichtbij de cutoff frequentie. U kunt een wah effect creëren door een constante verandering aan de cutoff frequenties met de LFO toe te voegen (pag. 32).
Zie Interne filter typen en
functies (TYPE, SLOPE)
(pag. 56) voor details over
filtertypen.
29
Het geluid veranderen
b
2
Draai [CUTOFF] om de frequentie in te stellen waarmee u wilt filteren.
Hier stelt u het Cutoff Punt van de filter die u in stap 1 heeft geselecteerd vast. Draai de knop met de klok mee om het Cutoff Punt te verhogen en draai het tegen de klok in om het te verlagen.
3
Draai [RESONANCE] om de frequentie tot dichtbij het Cutoff Punt, die
in stap 2 is ingesteld, te vergroten.
Hoe meer u de knop met de klok mee draait, hoe meer het geluid een uniek karakter krijgt.
4
Gebruik de Envelope schuifknoppen en [ENV DEPTH] om het filter
effect volgens het tijdsverloop in te stellen.
Schuif [ENV DEPTH] om de diepte van het filter effect in te stellen (naar + of -), en de Envelope schuifknoppen om de tijdskenmerken in te stellen.
fig.015
Alle hoorbare frequenties
kunnen verwijderd worden
indien u [CUTOFF] te ver
draait. Het kan zijn dat u dan
geen geluid hoort.
U kunt ook een speciaal effect
creëren door de [CUTOFF] en
[RESONANCE] knoppen,die u
in stap 2 en 3 heeft gebruikt, te
edienen terwijl u speelt.
Attack tijd schuifknop
Decay tijd schuifknop
[A]: Attack Tijd
Stelt de gewenste tijd in waarbinnen het effect van de filter zijn hoogtepunt bereikt. Deze tijdsduur wordt groter naarmate u de schuifknop verhoogd.
[D]: Decay Tijd
Stelt de gewenste tijd vast voor de overgang van het hoogtepunt naar het sustain level. Wanneer het sustain level op zijn maximum zit, dan heeft dit geen effect.
[S]: Sustain level
Stelt het niveau vast, dat aangehouden dient te worden, nadat het hoogtepunt is bereikt. Terwijl u op een nootinvoer knop blijft drukken (of een toets van een MIDI keyboard) zal het op dit niveau gehouden worden.
[R]: Release tijd
Stelt de tijd in, voordat de originele cutoff waarde terugkeert, en nadat u uw vinger van een nootinvoer knop heeft gehaald (of van een toets van een MIDI keyboard).
Laten we vervolgens volume gerelateerde instellingen maken.
Sustain level schuifknop
Release tijd schuifknop
U kunt het cutoff punt van de
filter ook veranderen door
middel van de toetsen van de
nootinvoer knoppen of van de
MIDI keyboard (KEY
FOLLOW) (pag. 58).
30
Loading...
+ 93 hidden pages