Roland RP201 User Manual [nl]

201a
202
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de RP201.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op veilige wijze gebruiken’ en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p.10, p.13) zorgvuldig door. In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat.
Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming
van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
3

Look what you can do with the RP201

Wat u allemaal met de
kunt doen
piano
Verschillende geluiden spelen
De RP201 bevat meer dan driehonderd geluiden die u kunt spelen.
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen
U kunt de aanslaggevoeligheid aanpassen, zodat deze geschikt is voor de sterkte waarmee u speelt.
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen
U kunt de ‘Transpose’ functie gebruiken om de toonhoogte van het toetsenbord te transponeren. U kunt tevens de temperatuur (stemming) veranderen, om Barokmuziek en andere klassieke muziek die van historisch correcte stemmingen gebruikt maakt te spelen
Duetten spelem
U kunt het toetsenbord in een linker- en rechter secties verdelen, en deze bespelen alsof er twee piano’s zijn.
spelen
pagina 21
pagina 21
pagina 22
pagina 36
De metronoom gebruiken
U kunt spelen terwijl u naar een metronoom luistert.
pagina 26
Het geluid verbeteren
Galm aan het geluid toevoegen
U kunt galm (Reverb) toevoegen om de sensatie van het spelen in een concertzaal te simuleren.
4
pagina 22
Songs
afspelen
De interne songs afspelen
De RP201 bevat 65 pianosongs. De titels van de interne songs vindt u in de ‘Lijst van interne songs’.
Gedeeltes apart afspelen
U kunt ervoor kiezen om het gedeelte van de rechterhand, linkerhand of de begeleiding af te spelen terwijl u een ander gedeelte oefent.
pagina
pagina
27
28
Opnemen
Uw Performances opnemen
Het is gemakkelijk om dat wat u speelt op te nemen. Dit soort opnames geven u de mogelijkheid uw progressie te evalueren.
pagina
30
Uw Performances opslaan
Songs die u opneemt kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen.
Handige
De paneelknoppen uitschakelen
U kunt Panel Lock inschakelen, zodat de knoppen buiten werking worden gesteld. Dit is een handige manier om onbedoelde veranderingen in instellingen te voorkomen terwijl u speelt.
functie
pagina
45
pagina
32
5

Introductie

Kenmerken

Pianogeluiden met een rijke resonantie en breed expressief bereik
Dit instrument wordt gekenmerkt door een piano geluidsgenerator die van stereo sampling gebruikmaakt,, zodat het geluid van een hoogwaardige concertvleugel op natuurgetrouwe wijze gereproduceerd wordt, waarbij zelfs de kleinste details, waaronder het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan, zeer realistisch gereproduceerd worden. Met een maximale polyfonie van 128 noten, heeft dit instrument omvangrijke mogelijkheden, zelfs bij uitvoeringen waarbij pedalen veelvuldig worden gebruikt.
Er zijn meer dan driehonderd verschillende geluiden ingebouwd, die behalve uit piano, ook uit een grote reeks andere instrumentgeluiden bestaan. U kunt op het toetsenbord ook drum sets spelen.
Het speelgevoel van een vleugel
Het PHA alpha II klavier biedt een zwaarder speelgevoel in het lage register, dat lichter wordt in het hoge register, net als de authentieke aanslag van een akoestische piano.
De pedaal positie wordt vloeiend gedetecteerd,, zodat u het effect kunt afwisselen door de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt te veranderen. U kunt gebruikmaken van de manier waarop subtiele veranderingen in pedaalgebruik het geluid beïnvloeden.
De veelzijdige functies die u van een digitale piano verwacht
Handige functies die u helpen bij het oefenen, en ingebouwde pianosongs met begeleiding
Een metronoom en interne Preset songs met orkestbegeleiding maken deze elektronische piano tot een uitmuntende keuze voor pianolessen.
Uitvoerings-data opslaan
De data die u met gebruik van de Recorder heeft opgenomen kunnen in het interne geheugen van de RP201 worden opgeslagen.

Over de handleiding

Eerst dient u de ‘Voordat u gaat spelen’ (p.16) sectie van de gebruikershandleiding (dit document) te lezen. Hierin wordt uitgelegd hoe de adapter wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles, van basisbedieningen waarbij de afspeelfuncties van de RP201 worden gebruikt tot meer gevorderde operaties, zoals het gebruik van de RP201 om een song op te nemen, uitgelegd.

Drukafspraken in deze handleiding

Om de operaties zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende afspraken in deze handleiding gebruikt.
• Tekst die tussen vierkante haakjes is geplaatst [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano]-knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen zijn waarschuwingen die u zeker moet lezen.
• De nummers van pagina’s waar u aanvullende, gerelateerde informatie kunt vinden worden zo aangegeven: (p.**).
6

Inhoud

Wat u allemaal met de RP201 kunt doen......................................................4
Introductie.......................................................................................................6
Kenmerken................................................................................................................................................................................... 6
Over de handleiding................................................................................................................................................................. 6
Drukafspraken in deze handleiding...................................................................................................................... 6
Het appparaat op een veillige manier gebruiken..................................... 10
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .................................................................... 13
Benamingen en functies ............................................................................. 14
Voorpaneel.................................................................................................................................................................................14
Achterpaneel.............................................................................................................................................................................15
Onderpaneel (linksvoor) .......................................................................................................................................................15
Voordat u gaat spelen ................................................................................. 16
Voorbereidingen voordat u gaat spelen.........................................................................................................................16
Het pedaalsnoer aansluiten...................................................................................................................................16
De adapter aansluiten..............................................................................................................................................16
De muzieksteun opzetten ......................................................................................................................................17
Het deksel openen/sluiten .....................................................................................................................................17
De stroom aan/uitzetten.......................................................................................................................................................18
Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen.........................................................................................18
De helderheid van het geluid aanpassen .........................................................................................................18
Over de pedalen.......................................................................................................................................................................19
Luisteren door de koptelefoons.........................................................................................................................................20
De koptelefoonhaak gebruiken............................................................................................................................20
Spelen ........................................................................................................... 21
Spelen met een verscheidenheid aan geluiden...........................................................................................................21
De gevoeligheid van het klavier aanpassen (Key Touch) .........................................................................................21
Galm aan geluiden toevoegen (Reverbeffect)..............................................................................................................22
De diepte van het Reverbeffect veranderen....................................................................................................22
De toonsoort van het klavier veranderen (Transpose) ..............................................................................................22
Spelen met twee opgestapelde klanken (Dual Play)..................................................................................................23
De klankvariaties veranderen................................................................................................................................23
Spelen met verschillende klanken in de linker- en rechtergebieden van het klavier (Split Play) ..............24
Afwisselen tussen klankgroepen en klankvariaties.......................................................................................24
Het splitspunt van het klavier veranderen .......................................................................................................25
Spelen met de metronoom..................................................................................................................................................26
Het tempo veranderen ............................................................................................................................................26
De maatsoort veranderen.......................................................................................................................................26
Het volume van de metronoom veranderen...................................................................................................26
Een aftelling laten klinken om de timing nauwkeurig te houden.........................................................................26
7
Inhoud
Songs afspelen............................................................................................. 27
Songs beluisteren....................................................................................................................................................................27
Alle song opeenvolgende afspelen (All Songs Play) ..................................................................................................28
Elk gedeelte apart beluisteren............................................................................................................................................28
Het volume waarop de song wordt afgespeeld veranderen ..................................................................................29
Het tempo van een song veranderen..............................................................................................................................29
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute).......................................................................................29
De toonsoort van de song die wordt afgespeeld veranderen (Playback Transpose).....................................29
Opnemen...................................................................................................... 30
Uw spel op het klavier opnemen.......................................................................................................................................30
Opgenomen uitvoeringen wissen.....................................................................................................................................31
Uw uitvoering opslaan ................................................................................ 32
Songs opslaan...........................................................................................................................................................................32
Een song verwijderen ............................................................................................................................................................32
Alle songs verwijderen ..........................................................................................................................................................33
Verscheidene instellingen .......................................................................... 34
Basisbediening in de Function mode ..............................................................................................................................34
Klavierinstellingen...................................................................................................................................................................35
De volumebalans voor Dual Play veranderen (Dual Balance) ...................................................................35
Specificeren waar de Transpose-functie invloed op zal hebben .............................................................35
De toonhoogte in stappen van octaven veranderen (Octave Shift).......................................................35
Het klavier splitsen voor een uitvoering met twee personen (Twin Piano) .........................................36
Pedaalinstellingen...................................................................................................................................................................37
De manier waarop het demperpedaal wordt toegepast veranderen (Damper Pedal Part)...........37
De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function) ...........................37
Instellingen voor stemming ................................................................................................................................................38
De toonhoogte met andere instrumenten overeen laten komen (Master Tuning)..........................38
De stemming aanpassen (Temperament) ........................................................................................................38
Stretch Tuning ............................................................................................................................................................39
Instellingen voor pianogeluiden........................................................................................................................................40
Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)....40
De resonantie van de snaren produceren wanneer de toetsen worden bespeeld
(String Resonance) ....................................................................................................................................................40
Geluiden spelen wanneer de toetsen worden losgelaten (Key Off Resonance) ................................40
MIDI-instellingen .....................................................................................................................................................................41
Overschakelen naar VIMA TUNES aanbevolen klanken (Recommended Tones)...............................41
Dubbele noten voorkomen wanneer u met een sequencer werkt (Local Control) ..........................41
MIDI-zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel)..............................................................................42
Opgenomen uitvoering data naar een MIDI-apparaat sturen (Composer MIDI Out).......................42
Overige instellingen ...............................................................................................................................................................43
De V-LINK-functie gebruiken (V-LINK)................................................................................................................43
Het zendkanaal voor V-LINK specificeren.........................................................................................................43
De instellingen onthouden(Memory Backup).................................................................................................44
De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten (Factory Reset) ............................................................44
De knoppen uitschakelen (Panel Lock) ...........................................................................................................................45
8
Aansluiten op andere apparaten ............................................................... 46
Aansluiten op geluidsapparatuur......................................................................................................................................46
Versterkte luidsprekers op de RP201 aansluiten............................................................................................46
Geluiden van een geluidsapparaat via de RP201 spelen ............................................................................46
Aansluiten op MIDI-apparaten ...........................................................................................................................................47
Een MIDI-sequencer op de RP201 aansluiten..................................................................................................47
Geluiden van een MIDI-geluidsmodule produceren door de RP201 te bespelen.............................47
Een computer aansluiten......................................................................................................................................................48
Probleemoplossing ..................................................................................... 49
Storingsmeldingen...................................................................................... 51
Klankenlijst .................................................................................................. 52
Lijst van interne songs ................................................................................ 55
Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen ......................... 56
Inhoud
Over de geluidsgenerator van de RP201 ................................................... 56
MIDI Implementatiekaart............................................................................ 57
Specificaties ................................................................................................. 58
Index ............................................................................................................. 60
9

Het appparaat op een veillige manier gebruiken

WAARSCHUWING
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
WAARSCHUWING
002c
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer
• geen interne modificaties uit.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
006
Plaats de speciale pianostandaard (KSC-58) op een
• waterpas oppervlak, zodat deze stabiel zal blijven. Plaats het niet op instabiele of hellende locaties.
..................................................................................................................................
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in
• het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe in deze handleiding specifieke aanwijzingen worden gegeven). Laat al het onderhoud aan uw handelaar, een Roland Service Centrum of erkend Roland distributeur over. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
..................................................................................................................................
004
Het apparaat mag nooit op één van de volgende
• locaties worden geïnstalleerd.
• Locaties die aan temperatuur extremen onder-
hevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop warmte voortbrengende apparatuur) of die
• Vochtig zijn (d.w.z: baden, badkamers, op natte
vloeren), of die
• Aan stoom of rook onderhevig zijn, of die
• Aan zout blootstaan, of die
• Aan regen blootstaan, of die
• Stoffig of zanderig zijn, of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..................................................................................................................................
005
Dit apparaat dient alleen gebruikt te worden met de
• speciaal daarvoor bestemde pianostandaard (KSC-
58), aanbevolen door Roland.
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
008c
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook dient het
• lijn voltage overeen te komen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt aangegeven. Andere adapters kunnen van een andere polariteit gebruikmaken of op een ander voltage zijn ontworpen,, zodat deze tot schade, storingen of elektrische schokken kunnen leiden.
..................................................................................................................................
008e
Gebruik alleen het bij het apparaat behorende
• netsnoer. Het bijbehorende netsnoer mag niet voor een ander apparaat worden gebruikt.
..................................................................................................................................
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er
• geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, en kan kortsluiting of slechte verbindingen ontstaan die mogelijk tot brand of elektrische schokken kunnen leiden.
..................................................................................................................................
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
• een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog volumeniveau, of een niveau dat niet comfortabel is. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
..................................................................................................................................
10
WAARSCHUWING
VOORZICHTING
012b
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..................................................................................................................................
012b
Wanneer één van de volgende situaties zich
• voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, te vinden op de ‘Informatie’ pagina indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is besch-
adigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er vreemde objecten in het apparaat zijn gevallen
of vloeistof op het apparaat is gemorst
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden)
• Het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
duidelijke verandering in werking laat zien.
..................................................................................................................................
013
In huishoudens met kleine kinderen moet een
• volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is alle regels voor het veilig gebruiken van het apparaat op te volgen.
..................................................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken.
• (Laat het niet vallen!).
..................................................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
• stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..................................................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..................................................................................................................................
Het appparaat op een veillige manier gebruiken
101b
Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden dat hun locatie of positie de benodigde ventilatie niet belemmert.
..................................................................................................................................
101c
Dit apparaat (RP201) mag alleen met de speciaal
• daarvoor bestemde pianostandaard (KSC-58) worden gebruikt. Als het met andere standaard wordt gebruikt, kan instabiliteit optreden, hetgeen mogelijk tot verwondingen kan leiden.
..................................................................................................................................
101f
De waarschuwingsopmerkingen in de instructies die
• bij dit product behoren dienen gelezen en opgevolgd te worden. Afhankelijk van de manier waarop uitvoeringen op het klavier worden uitgevoerd, kunt u situaties tegenkomen waarin het apparaat van de standaard valt of de standaard omvalt. Dit kan gebeuren ondanks dat u alle instructies en adviezen in de handleiding van het product heeft opgevolgd. Dit is de reden dat u de standaard elke keer op veiligheid dient te controleren, wanneer deze wordt gebruikt.
..................................................................................................................................
102c
Pak altijd de stekker van het netsnoer vast, wanneer
• dit in een stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken, of losgekoppeld wordt.
..................................................................................................................................
103b
De adapter dient regelmatig ontkoppeld te worden
• en met een droge doek schoongemaakt te worden, om stof en andere ophopingen tussen de pinnen te verwijderen. Tevens dient de stekker uit het stopcontact gehaald te worden als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Een opeenhoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot slechte isolatie leiden, hetgeen brand kan veroorzaken.
..................................................................................................................................
104
Probeer het in de war raken van snoeren te voorkomen. Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van kinderen te blijven.
..................................................................................................................................
106
Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten op.
..................................................................................................................................
107c
Raak de behuizing van de adapter of zijn stekkers nooit met natte handen aan, als u deze in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
..................................................................................................................................
11
Het appparaat op een veillige manier gebruiken
VOORZICHTING
108d: Selection
Wanneer u het instrument moet verplaatsen, neemt u notie van de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen. Tenminste twee personen zijn nodig om het apparaat op veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te worden, en altijd waterpas gehouden te worden. Zorg dat u het stevig vastpakt, om uzelf tegen verwondingen en het instrument tegen beschadigingen te beschermen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat
aan de standaard is bevestigd niet los zijn gekomen. Wanneer dit het geval is, zet u deze direct stevig vast.
• Verwijder het netsnoer.
• Verwijder alle kabels van externe apparaten.
• Breng de regulateurs op de standaard omhoog
(p.19).
• Sluit het deksel.
• Verwijder de muziekstandaard.
..................................................................................................................................
109b
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom
• uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p.16).
..................................................................................................................................
110b
Wanneer u onweer in uw omgeving verwacht, haalt u
• de adapter uit het stopcontact.
..................................................................................................................................
116
Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van het
• deksel,, zodat uw vingers niet beklemd raken (p.17). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
..................................................................................................................................
118c
Bewaar de volgende kleine onderdelen die mogelijk
• verwijderd worden buiten het bereik van kleine kinderen, om het per ongeluk inslikken van deze onderdelen te voorkomen.
Verwijderbare onderdelen
• Aardeschroef
• Schroeven voor bevestiging van de muzieksteun
Meegeleverde onderdelen
• Vleugelmoer van koptelefoonhaak
..................................................................................................................................
119
Het gebied tussen de DC In Jack en Output L/Mono Jack op het achterpaneel van dikt apparaat kan een hoge temperatuur bereiken. Pas op dat u zich niet brandt.
..................................................................................................................................
12

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Stroomvoorziening: gebruik van batterijen
Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, magnetronoven of airconditioner), of een apparaat dat een elektrische motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het andere apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat ver­tonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
De adapter zal hitte afgeven als deze gedurende lange tijd in wer­king is. Dit is normaal en geen reden tot ongerustheid.
Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit moeten alle apparaten worden uitgeschakeld, om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen.
Plaatsing
Wanneer het apparaat in de buurt van eindversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieap­paraten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgeslo­ten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extre­men. Laat ook geen verlichting, die normaalgesproken dicht op het apparaat wordt gebruikt (zoals een piano lamp) of sterke spots gedu­rende langere tijd op één plaats op het apparaat schijnen. Door over­matige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende tempera­tuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storin­gen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is ver­dampt.
Laat geen rubber, vinyl of soortgelijke materialen gedurende langere tijd op het apparaat achter. Dit soort objecten kunnen de afwerking doen verkleuren of op andere wijze beschadigen.
Laat geen objecten bovenop het toetsenbord achter. Dit kan de oor­zaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid meer produce­ren.
Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit instrument. Als dit soort materiaal van het instrument verwijderd moet worden, kan de afwer­king beschadigen.
Onderhoud
Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek, of één die licht vochtig is. Probeer het gehele oppervlak gelijkmatig af te nemen, met de nerf van het hout mee. Als u te hard op één plek wrijft kan de afwerking beschadigen.
Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
De pedalen van dit apparaat zijn van koper gemaakt. Koper wordt op den duur donkerder, door het natuurlijke oxidatie­proces. Als het koper dof wordt, gebruikt u een in de winkel verkrijg­baar poetsmiddel voor metalen.
Reparaties en data
Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aange­boden. Een reservekopie van belangrijke data moet altijd in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) worden opgeslagen of op papier genoteerd worden (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het circuit van het geheugen zelf niet meer werkt) spijt het ons dat de data niet meer hersteld kan worden, en Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar
verloren kan gaan door een storing of een onjuiste bediening van het apparaat. Om te voorkomen dat u belangrijke data verliest, advi­seren wij u om regelmatig een reservekopie van belangrijke data, die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen, in een ander MIDI­apparaat (bijv. een sequencer) op te slaan.
Helaas kan de data die in het geheugen van het apparaat of in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) is opgeslagen soms niet meer hersteld worden, nadat deze verloren is gegaan. Roland is niet aansprakelijk voor dit soort data verlies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm en voer er geen hoge druk op uit.
Tijdens normale werking kan er een geringe hoeveelheid ruis van het scherm te horen zijn.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bij­zonder.)
Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo moge­lijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
Behandel de muziekstandaard voorzichtig wanneer deze in gebruik is.
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels met een weerstanden. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat het deksel geopend of gesloten wordt, moet u altijd contro­leren of er geen huisdieren of andere kleine dieren bovenop het instrument zitten (ze moeten in het bijzonder van het toetsenbord en het deksel worden weggehouden). Kleine huisdieren of andere dieren kunnen door het ontwerp van dit instrument binnenin klem komen te zitten. In een dergelijke situatie moet u direct de stroom uitschakelen en het netsnoer uit het stopcontact halen. Dan neemt u contact op met de winkel waar u het instrument heeft gekocht, of met het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
* Roland en zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Add
* XGlite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Yamaha
Corporation.
Add
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent
portfolio dat zich met microprocessor architectuur bezighoudt, ontwikkeld door Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft deze technologie onder licentie van de TPL Group.
13

Benamingen en functies

Voorpaneel

fig.FrontPanrl-01.eps
[Power]-schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.18).
[Volume]-knop
Past het algehele volume van de RP201 aan (p.18). Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee het volume van
de koptelefoon aangepast (p.20).
[Reverb]-knop
Voegt galm toe, gelijk aan de galm die u hoort als u in een concertzaal speelt (p.22).
Door de [Reverb]-knop ingedrukt te houden en op de [Transpose]-knop te drukken, kunt u V-LINK aan/uitzetten (p.43).
[Transpose]-knop
Transponeert het klavier en/of de song (p.22).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split]-knop te drukken kunt u de aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen (p.21).
[Split]-knop
Verdeelt het klavier in secties voor de rechterhand en linkerhand,, zodat u in elke sectie een ander geluid kunt spelen (p.24).
[Song]-knop
Hiermee kunt u de song die u wilt afspelen selecteren (p.27). U kunt deze ook indrukken om de huidige maatsoort of tempo-
instelling te controleren (p.26, p.29).
[Metronome]-knop
Zet de metronoom aan/uit (p.26). Hiermee kunt u ook een aftelling laten klinken die wordt gespeeld
voordat de song begint,, zodat u de timing van uw spel met de song overeen kunt laten komen (p.26).
Om naar de Function mode te gaan houdt u de [Song]-knop ingedrukt en drukt u op de [Metronome]-knop (p.34).
[–]-knop
U kunt de voorgaande song selecteren door deze knop in te drukken terwijl het Song Select scherm wordt weergegeven (p.27).
Als u deze knop ingedrukt houdt terwijl een song wordt afgespeeld, zal de song teruggespoeld worden (p.27).
Gebruik deze knop om variaties van het geluid dat u op het klavier speelt te selecteren (p.21).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
Als [-] en [+] tegelijk worden ingedrukt, zal de fabrieksinstelling voor de geselecteerde parameter worden opgeroepen.
TONE knoppen
Hier kunt u het geluid (klankgroep) selecteren, dat u hoort als u op het klavier speelt (p.21).
De klankknoppen kunnen ook voor het selecteren van Tracks worden gebruikt,, zodat u uw uitvoering indien gewenst per hand kunt afspelen (p.28). De uitvoering van de rechterhand wordt aan de [Others] (Right) knop toegewezen, de uitvoering van de linkerhand wordt aan de [Strings] (Left) knop toegewezen, en overige uitvoeringen worden aan de [E. Piano] (Accomp) knop toegewezen.
Scherm
Hier wordt het geluidsnummer, songnummer, tempo, de maatsoort, de namen van de functies die u selecteert en de waarde van verscheidene instellingen getoond.
14
[+]-knop
U kunt de volgende song selecteren door deze knop in te drukken terwijl het Song select scherm wordt weergegeven (p.27).
Als u deze knop indrukt terwijl een song wordt afgespeeld, wordt de song vooruitgespoeld (p.27).
Gebruik deze knop om variaties van het geluid dat u op het klavier speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
[ ] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne Preset song of een door u opgenomen song af te spelen of te stoppen (p.27).
Deze knop wordt ook gebruikt om de opname van uw uitvoering te starten (p.30).
[ ] (Rec) knop
Hiermee kunt u uw eigen uitvoering in de RP201 opnemen (p.30).
Benamingen en functies
De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock-functie kunt u alle knoppen buiten werking stellen. Op die manier kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen (p.45).
Om de Panel Lock-functie te activeren houdt u de [ ]-knop enkele seconden ingedrukt. Om de functie te deactiveren houdt u de [ ]-knop opnieuw enkele seconden ingedrukt.

Achterpaneel

fig.RearPanel-01.eps
14 15 16
19
17
18
MIDI In/Out-aansluitingen
U kunt deze op externe MIDI-apparaten aansluiten om uitvoerings­data over te brengen.
Input Jacks (L/Mono, R)
Hier kunt u een geluidsspeler of ander elektronisch muziekinstrument aansluiten, en het aangesloten apparaat via de luidsprekers van de RP201 beluisteren (p.46).
Output Jacks (L/Mono, R)
Hier kunnen externe luidsprekers aangesloten worden, voor reproductie van het geluid van de RP201 (p.46).

Onderpaneel (linksvoor)

fig.BottomPanel-01.eps
Aardingsklem
Voor extra veiligheid kunt u deze schroef met een aardingstaaf of een geaard snoer verbinden (p.16).
DC In Jack (DC ingang)
Sluit hier de meegeleverde adapter aan (p.16).
Pedal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de speciale standaard hier aan (p.16).
Koptelefoonjacks
Hier kunt u koptelefoons aansluiten. Op de RP201 kunnen twee koptelefoons tegelijk worden aangesloten (p.20).
Koptelefoonhaak
Wanneer de koptelefoons niet gebruikt worden, kunt u deze op de koptelefoonhaak hangen (p.20).
20
21
15

Voordat u gaat spelen

Voorbereidingen voordat u gaat
Steek het netsnoer in een stopcontact.
3.
008c
spelen

Het pedaalsnoer aansluiten

1.
Sluit het pedaalsnoer op de Pedal aansluiting op het achterpaneel van de RP201 aan.
fig.PedalCord.eps

De adapter aansluiten

Steek de pedaalkabel helemaal in de Pedal aansluiting.
Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat is geleverd. Ook moet u controleren of het lijnvoltage overeenkomt met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt getoond. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Daarom kan gebruik daarvan tot beschadigingen, storingen of elektrische schok leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een hinderlijke sensatie ervaren, of waarnemen dat het oppervlak korrelig aanvoelt als u dit apparaat aanraakt. Dit is te wijten aan een oneindig kleine hoeveelheid elektrische lading, die geheel onschuldig is. Echter, als u zich hierover toch zorgen maakt, verbindt u de aardingsklem met een externe aarde. Als het apparaat geaard is, kan een lichte brom optreden, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie. Als u niet zeker bent van de verbindingsmethode neemt u contact op met een Roland Service centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
Plaatsen die ongeschikt zijn voor aansluiting
• Waterleidingen (kan tot schok of elektrocutie leiden)
• Gasleidingen (kan in brand of explosie resulteren)
• Telefoonlijn-aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in het geval van bliksem).
1.
Verbind de meegeleverde adapter en het netsnoer.
fig.ACAdpt01.eps
Adapter
Indicator
932
Plaats de adapter zo, dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar boven wijst en de kant met de tekstinformatie naar beneden wijst. De indicator licht op als de adapter in een stopcontact wordt gestoken.
Afhankelijk van uw regio kan het meegeleverde netsnoer er anders uitzien dan het snoer dat hierboven wordt getoond.
2.
Sluit de adapter op de DC In Jack op het achterpaneel
Netsnoer
Naar stopcontact
aan.
fig.ACAdpt02.eps
Indien nodig gebruikt u de omhulde klem om het
4.
pedaalsnoer en adaptersnoer vast te zetten.
Omhulde klem
Zelfs als snoeren zijn vastgezet, kunnen deze beschadigen of breken als er overmatige kracht op toegepast wordt.
16
Aardingsklem
Trek niet hard aan het snoer en zorg dat er geen spanning op staat. Hierdoor kan het snoer beschadigen of breken.

De muzieksteun opzetten

Indrukken
Bevestig de bijgeleverde muzieksteun als volgt.
Steek de meegeleverde schroeven voor bevestiging van
1.
de muzieksteun in de schroefgaten aan de bovenkant van de RP201, en draai de schroeven lichtjes vast (behoud een ruimte van ongeveer 2-3 mm).
fig.MusicRest01.eps
2.
Plaats de muzieksteun tussen de schroeven en de behuizing van de RP201.
fig.MusicRest02.eps
Voordat u gaat spelen
De muziekhouders gebruiken
U kunt de muziekhouders gebruiken om pagina’s op hun plaats te houden.
Als de muziekhouders niet worden gebruikt, vouwt u deze in.
fig.MusicRest03.eps

Het deksel openen/sluiten

Om het deksel te openen tilt u het met beide handen op, en schuift u het van u af.
Om het deksel te sluiten trekt u het voorzichtig naar u toe, en ver­laagt u het zachtjes nadat het volledig naar u toe is getrokken.
fig.lidopen1.eps
Terwijl u de muzieksteun met één hand ondersteunt, zet
3.
u deze op zijn plaats vast door de schroeven vast te draaien.
Tijdens het bevestigen van de muzieksteun ondersteunt u deze ste­vig met één hand,, zodat de steun niet kan vallen. Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
Om de muzieksteun te verwijderen ondersteunt u deze
4.
met één hand terwijl u de schroeven losdraait.
Nadat de muzieksteun is verwijderd moet u niet vergeten de schroeven opnieuw vast te draaien.
• Behandel de geïnstalleerde muzieksteun voorzichtig.
• Gebruik de daarvoor bestemde schroeven voor het bevestigen van de muzieksteun.
• Voordat de piano wordt verplaatst moet de muzieksteun verwijderd worden, om ongelukken te voorkomen.
• Let op dat u de schroeven waarmee de muzieksteun wordt vastgezet niet verliest, en zorg dat kleine kinderen deze niet per ongeluk inslikken.
Tijdens het openen en sluiten van het deksel moet u oppassen dat uw vingers niet beklemd raken. Als kleine kinderen de piano gaan gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
Als u de piano moet verplaatsen moet het deksel eerst gesloten worden om ongelukken te voorkomen.
17
Voordat u gaat spelen
Min Max

De stroom aan/uitzetten

Nadat de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten.
Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Na het opstarten duurt het daarom enkele seconden voordat het apparaat normaal zal functioneren.
De stroom aanzetten
1.
Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het volume te minimaliseren.
Druk op de [Power]-schakelaar.
2.
Ingedrukt

Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen

Hier ziet u hoe het volume van uw spel op het klavier of het afspeel­volume van een interne song aangepast wordt.
Als koptelefoons zijn aangesloten, gebruikt u de [VOLUME]-knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
Draai aan de [VOLUME]-knop om het algehele volume
1.
aan te passen.
Pas het volume aan terwijl u op het klavier speelt en geluid produ­ceert.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid neemt het volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid neemt het volume af.
fig.VolMinMax-j.eps

De helderheid van het geluid aanpassen

fig.PluMinEpi.eps
AAN
De stroom wordt aangezet, en de [Piano] en [Reverb]-knoppen lich­ten op.
Na een kort moment kunt u geluiden produceren door het klavier te bespelen.
3.
Gebruik de [Volume]-knop om het volume aan te passen.
De stroom uitzetten
Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het
1.
volume te minimaliseren.
2.
Druk op de [Power]-schakelaar.
Het scherm wordt zwart en de stroom wordt uitgezet.
fig.PowerOff-j.eps
Nie ingedrukt
UIT
Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
1.
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-Fnc.eps
Houd de [E. Piano]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-
2.
knoppen om ‘brL’ in het scherm te laten verschijnen.
fig.d-brL.eps
De huidige instelling zal verschijnen als u de [E. Piano]-knop loslaat.
3.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om de helderheid van het geluid aan te passen.
Instelling
-10–0–10
Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
4.
Uitleg
Past het klankkarakter van de RP201 aan. Positieve (+) instellingen maken de klank helderder en negatieve (-) instellingen geven een zachter klankkarakter.
mode te verlaten.
18
Voordat u gaat spelen
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).

Over de pedalen

De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdza­kelijk gebruiken wanneer u piano speelt.
fig.Pedals-j.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demperpedaal
Demperpedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken. Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer
doorklinken, zelfs als u uw vingers van het klavier neemt. De lengte van de Sustain verandert op subtiel wijze, afhankelijk van
hoe diep u het pedaal indrukt. Als het demperpedaal op een akoestische piano ingedrukt wordt
gehouden, trillen de snaren van andere noten dan de noten die u daadwerkelijk speelt mee met dat wat u speelt, hetgeen een rijke resonantie produceert.
De RP201 simuleert deze sympathische vibratie (demper resonan­tie).
Als u de pedaalkabel van de RP201 loskoppelt terwijl de stroom aan is, zal het pedaaleffect toegepast blijven worden. U moet de pedaalkabel aansluiten of loskoppelen als de stroom van de RP201 is uitgezet.
Verlaag de regulateur aan de onderkant van het pedaalboard (door deze rond te draaien),, zodat de regulateur de grond raakt. Als u de piano op tapijt heeft geplaatst, verlaagt u de regulateur totdat deze in het tapijt drukt.
fig.5-1.eps
Regulateur
U kunt het geluid van de sympathische vibratie wijzigen. Zie ‘Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)’ (p.40).
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
Dit pedaal laat alleen de noten van toetsen die daadwerkelijk wer­den ingedrukt toen u het pedaal indrukte doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken. Als u speelt terwijl het Soft pedaal is ingedrukt, wordt een geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als het geluid dat normaalgespro­ken met gelijke sterkte gespeeld wordt.
Dit is dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan op subtiele wijze afgewisseld wor­den, met de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
U kunt de functie van de Sostenuto pedaal en het Soft pedaal verwisselen. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function)’ (p.37).
19
Voordat u gaat spelen

Luisteren door de koptelefoons

U kunt koptelefoons gebruiken om van de RP201 te genieten zon­der dat u anderen mensen stoort, bijvoorbeeld laat op de avond.
Aangezien de RP201 twee koptelefoonjacks heeft, kunnen twee per­sonen ook gelijktijdig een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kunt u deze op één van de twee koptelefoonjacks aansluiten.
fig.Headphones.eps
Koptelefoon

De koptelefoonhaak gebruiken

Telkens als u de koptelefoon niet gebruikt, kunt u deze op de kopte­lefoonhaak van de RP201 hangen.
De koptelefoonhaak bevestigen
1.
Druk en draai de koptelefoonhaak in het gat linksonder op de RP201 (raadpleeg onderstaand figuur).
2.
Draai aan de vleugelmoer van de koptelefoonhaak om de koptelefoonhaak vast te zetten.
fig.Bottom-hook.eps
Steek de koptelefoon in de koptelefoonjack, links op het
1.
onderpaneel van de RP201.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten zal er geen geluid via de luidsprekers van de RP201 worden uitgestuurd.
2.
Gebruik de [VOLUME]-knop van de RP201 (p.18) om het volume van de koptelefoon aan te passen.
Opletten bij gebruik van een koptelefoon
• Om beschadigingen aan de interne geleiders te voorkomen, vermijdt u een ruwe behandeling. Wanneer een koptelefoon worden gebruikt, houdt u deze bij de plug of aan de oorschelpen vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een apparaat al hoog is ingesteld op het moment dat u de koptelefoon aansluit. Minimaliseer het volume voordat u de koptelefoon aansluit.
• Een overmatige invoer zal niet alleen uw gehoor beschadigen, maar kan ook de koptelefoon belasten. Geniet alstublieft op een passend volume van muziek.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo Jack.
Vleugelmoer
Koptelefoonhaak
Hang niets anders dan koptelefoons op de koptelefoonhaak. Hierdoor kan het instrument of de haak beschadigen.
20
Loading...
+ 42 hidden pages