Roland RP201 User Manual [nl]

201a
202
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de RP201.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op veilige wijze gebruiken’ en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p.10, p.13) zorgvuldig door. In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat.
Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming
van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
3

Look what you can do with the RP201

Wat u allemaal met de
kunt doen
piano
Verschillende geluiden spelen
De RP201 bevat meer dan driehonderd geluiden die u kunt spelen.
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen
U kunt de aanslaggevoeligheid aanpassen, zodat deze geschikt is voor de sterkte waarmee u speelt.
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen
U kunt de ‘Transpose’ functie gebruiken om de toonhoogte van het toetsenbord te transponeren. U kunt tevens de temperatuur (stemming) veranderen, om Barokmuziek en andere klassieke muziek die van historisch correcte stemmingen gebruikt maakt te spelen
Duetten spelem
U kunt het toetsenbord in een linker- en rechter secties verdelen, en deze bespelen alsof er twee piano’s zijn.
spelen
pagina 21
pagina 21
pagina 22
pagina 36
De metronoom gebruiken
U kunt spelen terwijl u naar een metronoom luistert.
pagina 26
Het geluid verbeteren
Galm aan het geluid toevoegen
U kunt galm (Reverb) toevoegen om de sensatie van het spelen in een concertzaal te simuleren.
4
pagina 22
Songs
afspelen
De interne songs afspelen
De RP201 bevat 65 pianosongs. De titels van de interne songs vindt u in de ‘Lijst van interne songs’.
Gedeeltes apart afspelen
U kunt ervoor kiezen om het gedeelte van de rechterhand, linkerhand of de begeleiding af te spelen terwijl u een ander gedeelte oefent.
pagina
pagina
27
28
Opnemen
Uw Performances opnemen
Het is gemakkelijk om dat wat u speelt op te nemen. Dit soort opnames geven u de mogelijkheid uw progressie te evalueren.
pagina
30
Uw Performances opslaan
Songs die u opneemt kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen.
Handige
De paneelknoppen uitschakelen
U kunt Panel Lock inschakelen, zodat de knoppen buiten werking worden gesteld. Dit is een handige manier om onbedoelde veranderingen in instellingen te voorkomen terwijl u speelt.
functie
pagina
45
pagina
32
5

Introductie

Kenmerken

Pianogeluiden met een rijke resonantie en breed expressief bereik
Dit instrument wordt gekenmerkt door een piano geluidsgenerator die van stereo sampling gebruikmaakt,, zodat het geluid van een hoogwaardige concertvleugel op natuurgetrouwe wijze gereproduceerd wordt, waarbij zelfs de kleinste details, waaronder het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan, zeer realistisch gereproduceerd worden. Met een maximale polyfonie van 128 noten, heeft dit instrument omvangrijke mogelijkheden, zelfs bij uitvoeringen waarbij pedalen veelvuldig worden gebruikt.
Er zijn meer dan driehonderd verschillende geluiden ingebouwd, die behalve uit piano, ook uit een grote reeks andere instrumentgeluiden bestaan. U kunt op het toetsenbord ook drum sets spelen.
Het speelgevoel van een vleugel
Het PHA alpha II klavier biedt een zwaarder speelgevoel in het lage register, dat lichter wordt in het hoge register, net als de authentieke aanslag van een akoestische piano.
De pedaal positie wordt vloeiend gedetecteerd,, zodat u het effect kunt afwisselen door de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt te veranderen. U kunt gebruikmaken van de manier waarop subtiele veranderingen in pedaalgebruik het geluid beïnvloeden.
De veelzijdige functies die u van een digitale piano verwacht
Handige functies die u helpen bij het oefenen, en ingebouwde pianosongs met begeleiding
Een metronoom en interne Preset songs met orkestbegeleiding maken deze elektronische piano tot een uitmuntende keuze voor pianolessen.
Uitvoerings-data opslaan
De data die u met gebruik van de Recorder heeft opgenomen kunnen in het interne geheugen van de RP201 worden opgeslagen.

Over de handleiding

Eerst dient u de ‘Voordat u gaat spelen’ (p.16) sectie van de gebruikershandleiding (dit document) te lezen. Hierin wordt uitgelegd hoe de adapter wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet.
In deze gebruikershandleiding wordt alles, van basisbedieningen waarbij de afspeelfuncties van de RP201 worden gebruikt tot meer gevorderde operaties, zoals het gebruik van de RP201 om een song op te nemen, uitgelegd.

Drukafspraken in deze handleiding

Om de operaties zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende afspraken in deze handleiding gebruikt.
• Tekst die tussen vierkante haakjes is geplaatst [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano]-knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen zijn waarschuwingen die u zeker moet lezen.
• De nummers van pagina’s waar u aanvullende, gerelateerde informatie kunt vinden worden zo aangegeven: (p.**).
6

Inhoud

Wat u allemaal met de RP201 kunt doen......................................................4
Introductie.......................................................................................................6
Kenmerken................................................................................................................................................................................... 6
Over de handleiding................................................................................................................................................................. 6
Drukafspraken in deze handleiding...................................................................................................................... 6
Het appparaat op een veillige manier gebruiken..................................... 10
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .................................................................... 13
Benamingen en functies ............................................................................. 14
Voorpaneel.................................................................................................................................................................................14
Achterpaneel.............................................................................................................................................................................15
Onderpaneel (linksvoor) .......................................................................................................................................................15
Voordat u gaat spelen ................................................................................. 16
Voorbereidingen voordat u gaat spelen.........................................................................................................................16
Het pedaalsnoer aansluiten...................................................................................................................................16
De adapter aansluiten..............................................................................................................................................16
De muzieksteun opzetten ......................................................................................................................................17
Het deksel openen/sluiten .....................................................................................................................................17
De stroom aan/uitzetten.......................................................................................................................................................18
Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen.........................................................................................18
De helderheid van het geluid aanpassen .........................................................................................................18
Over de pedalen.......................................................................................................................................................................19
Luisteren door de koptelefoons.........................................................................................................................................20
De koptelefoonhaak gebruiken............................................................................................................................20
Spelen ........................................................................................................... 21
Spelen met een verscheidenheid aan geluiden...........................................................................................................21
De gevoeligheid van het klavier aanpassen (Key Touch) .........................................................................................21
Galm aan geluiden toevoegen (Reverbeffect)..............................................................................................................22
De diepte van het Reverbeffect veranderen....................................................................................................22
De toonsoort van het klavier veranderen (Transpose) ..............................................................................................22
Spelen met twee opgestapelde klanken (Dual Play)..................................................................................................23
De klankvariaties veranderen................................................................................................................................23
Spelen met verschillende klanken in de linker- en rechtergebieden van het klavier (Split Play) ..............24
Afwisselen tussen klankgroepen en klankvariaties.......................................................................................24
Het splitspunt van het klavier veranderen .......................................................................................................25
Spelen met de metronoom..................................................................................................................................................26
Het tempo veranderen ............................................................................................................................................26
De maatsoort veranderen.......................................................................................................................................26
Het volume van de metronoom veranderen...................................................................................................26
Een aftelling laten klinken om de timing nauwkeurig te houden.........................................................................26
7
Inhoud
Songs afspelen............................................................................................. 27
Songs beluisteren....................................................................................................................................................................27
Alle song opeenvolgende afspelen (All Songs Play) ..................................................................................................28
Elk gedeelte apart beluisteren............................................................................................................................................28
Het volume waarop de song wordt afgespeeld veranderen ..................................................................................29
Het tempo van een song veranderen..............................................................................................................................29
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute).......................................................................................29
De toonsoort van de song die wordt afgespeeld veranderen (Playback Transpose).....................................29
Opnemen...................................................................................................... 30
Uw spel op het klavier opnemen.......................................................................................................................................30
Opgenomen uitvoeringen wissen.....................................................................................................................................31
Uw uitvoering opslaan ................................................................................ 32
Songs opslaan...........................................................................................................................................................................32
Een song verwijderen ............................................................................................................................................................32
Alle songs verwijderen ..........................................................................................................................................................33
Verscheidene instellingen .......................................................................... 34
Basisbediening in de Function mode ..............................................................................................................................34
Klavierinstellingen...................................................................................................................................................................35
De volumebalans voor Dual Play veranderen (Dual Balance) ...................................................................35
Specificeren waar de Transpose-functie invloed op zal hebben .............................................................35
De toonhoogte in stappen van octaven veranderen (Octave Shift).......................................................35
Het klavier splitsen voor een uitvoering met twee personen (Twin Piano) .........................................36
Pedaalinstellingen...................................................................................................................................................................37
De manier waarop het demperpedaal wordt toegepast veranderen (Damper Pedal Part)...........37
De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function) ...........................37
Instellingen voor stemming ................................................................................................................................................38
De toonhoogte met andere instrumenten overeen laten komen (Master Tuning)..........................38
De stemming aanpassen (Temperament) ........................................................................................................38
Stretch Tuning ............................................................................................................................................................39
Instellingen voor pianogeluiden........................................................................................................................................40
Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)....40
De resonantie van de snaren produceren wanneer de toetsen worden bespeeld
(String Resonance) ....................................................................................................................................................40
Geluiden spelen wanneer de toetsen worden losgelaten (Key Off Resonance) ................................40
MIDI-instellingen .....................................................................................................................................................................41
Overschakelen naar VIMA TUNES aanbevolen klanken (Recommended Tones)...............................41
Dubbele noten voorkomen wanneer u met een sequencer werkt (Local Control) ..........................41
MIDI-zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel)..............................................................................42
Opgenomen uitvoering data naar een MIDI-apparaat sturen (Composer MIDI Out).......................42
Overige instellingen ...............................................................................................................................................................43
De V-LINK-functie gebruiken (V-LINK)................................................................................................................43
Het zendkanaal voor V-LINK specificeren.........................................................................................................43
De instellingen onthouden(Memory Backup).................................................................................................44
De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten (Factory Reset) ............................................................44
De knoppen uitschakelen (Panel Lock) ...........................................................................................................................45
8
Aansluiten op andere apparaten ............................................................... 46
Aansluiten op geluidsapparatuur......................................................................................................................................46
Versterkte luidsprekers op de RP201 aansluiten............................................................................................46
Geluiden van een geluidsapparaat via de RP201 spelen ............................................................................46
Aansluiten op MIDI-apparaten ...........................................................................................................................................47
Een MIDI-sequencer op de RP201 aansluiten..................................................................................................47
Geluiden van een MIDI-geluidsmodule produceren door de RP201 te bespelen.............................47
Een computer aansluiten......................................................................................................................................................48
Probleemoplossing ..................................................................................... 49
Storingsmeldingen...................................................................................... 51
Klankenlijst .................................................................................................. 52
Lijst van interne songs ................................................................................ 55
Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen ......................... 56
Inhoud
Over de geluidsgenerator van de RP201 ................................................... 56
MIDI Implementatiekaart............................................................................ 57
Specificaties ................................................................................................. 58
Index ............................................................................................................. 60
9

Het appparaat op een veillige manier gebruiken

WAARSCHUWING
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
WAARSCHUWING
002c
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer
• geen interne modificaties uit.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
006
Plaats de speciale pianostandaard (KSC-58) op een
• waterpas oppervlak, zodat deze stabiel zal blijven. Plaats het niet op instabiele of hellende locaties.
..................................................................................................................................
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in
• het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe in deze handleiding specifieke aanwijzingen worden gegeven). Laat al het onderhoud aan uw handelaar, een Roland Service Centrum of erkend Roland distributeur over. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
..................................................................................................................................
004
Het apparaat mag nooit op één van de volgende
• locaties worden geïnstalleerd.
• Locaties die aan temperatuur extremen onder-
hevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop warmte voortbrengende apparatuur) of die
• Vochtig zijn (d.w.z: baden, badkamers, op natte
vloeren), of die
• Aan stoom of rook onderhevig zijn, of die
• Aan zout blootstaan, of die
• Aan regen blootstaan, of die
• Stoffig of zanderig zijn, of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..................................................................................................................................
005
Dit apparaat dient alleen gebruikt te worden met de
• speciaal daarvoor bestemde pianostandaard (KSC-
58), aanbevolen door Roland.
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
008c
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook dient het
• lijn voltage overeen te komen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt aangegeven. Andere adapters kunnen van een andere polariteit gebruikmaken of op een ander voltage zijn ontworpen,, zodat deze tot schade, storingen of elektrische schokken kunnen leiden.
..................................................................................................................................
008e
Gebruik alleen het bij het apparaat behorende
• netsnoer. Het bijbehorende netsnoer mag niet voor een ander apparaat worden gebruikt.
..................................................................................................................................
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er
• geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, en kan kortsluiting of slechte verbindingen ontstaan die mogelijk tot brand of elektrische schokken kunnen leiden.
..................................................................................................................................
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
• een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog volumeniveau, of een niveau dat niet comfortabel is. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
..................................................................................................................................
10
WAARSCHUWING
VOORZICHTING
012b
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..................................................................................................................................
012b
Wanneer één van de volgende situaties zich
• voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, te vinden op de ‘Informatie’ pagina indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is besch-
adigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er vreemde objecten in het apparaat zijn gevallen
of vloeistof op het apparaat is gemorst
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden)
• Het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
duidelijke verandering in werking laat zien.
..................................................................................................................................
013
In huishoudens met kleine kinderen moet een
• volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is alle regels voor het veilig gebruiken van het apparaat op te volgen.
..................................................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken.
• (Laat het niet vallen!).
..................................................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
• stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..................................................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..................................................................................................................................
Het appparaat op een veillige manier gebruiken
101b
Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden dat hun locatie of positie de benodigde ventilatie niet belemmert.
..................................................................................................................................
101c
Dit apparaat (RP201) mag alleen met de speciaal
• daarvoor bestemde pianostandaard (KSC-58) worden gebruikt. Als het met andere standaard wordt gebruikt, kan instabiliteit optreden, hetgeen mogelijk tot verwondingen kan leiden.
..................................................................................................................................
101f
De waarschuwingsopmerkingen in de instructies die
• bij dit product behoren dienen gelezen en opgevolgd te worden. Afhankelijk van de manier waarop uitvoeringen op het klavier worden uitgevoerd, kunt u situaties tegenkomen waarin het apparaat van de standaard valt of de standaard omvalt. Dit kan gebeuren ondanks dat u alle instructies en adviezen in de handleiding van het product heeft opgevolgd. Dit is de reden dat u de standaard elke keer op veiligheid dient te controleren, wanneer deze wordt gebruikt.
..................................................................................................................................
102c
Pak altijd de stekker van het netsnoer vast, wanneer
• dit in een stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken, of losgekoppeld wordt.
..................................................................................................................................
103b
De adapter dient regelmatig ontkoppeld te worden
• en met een droge doek schoongemaakt te worden, om stof en andere ophopingen tussen de pinnen te verwijderen. Tevens dient de stekker uit het stopcontact gehaald te worden als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Een opeenhoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot slechte isolatie leiden, hetgeen brand kan veroorzaken.
..................................................................................................................................
104
Probeer het in de war raken van snoeren te voorkomen. Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van kinderen te blijven.
..................................................................................................................................
106
Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten op.
..................................................................................................................................
107c
Raak de behuizing van de adapter of zijn stekkers nooit met natte handen aan, als u deze in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
..................................................................................................................................
11
Het appparaat op een veillige manier gebruiken
VOORZICHTING
108d: Selection
Wanneer u het instrument moet verplaatsen, neemt u notie van de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen. Tenminste twee personen zijn nodig om het apparaat op veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te worden, en altijd waterpas gehouden te worden. Zorg dat u het stevig vastpakt, om uzelf tegen verwondingen en het instrument tegen beschadigingen te beschermen.
• Controleer of de schroeven waarmee het apparaat
aan de standaard is bevestigd niet los zijn gekomen. Wanneer dit het geval is, zet u deze direct stevig vast.
• Verwijder het netsnoer.
• Verwijder alle kabels van externe apparaten.
• Breng de regulateurs op de standaard omhoog
(p.19).
• Sluit het deksel.
• Verwijder de muziekstandaard.
..................................................................................................................................
109b
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom
• uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p.16).
..................................................................................................................................
110b
Wanneer u onweer in uw omgeving verwacht, haalt u
• de adapter uit het stopcontact.
..................................................................................................................................
116
Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van het
• deksel,, zodat uw vingers niet beklemd raken (p.17). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
..................................................................................................................................
118c
Bewaar de volgende kleine onderdelen die mogelijk
• verwijderd worden buiten het bereik van kleine kinderen, om het per ongeluk inslikken van deze onderdelen te voorkomen.
Verwijderbare onderdelen
• Aardeschroef
• Schroeven voor bevestiging van de muzieksteun
Meegeleverde onderdelen
• Vleugelmoer van koptelefoonhaak
..................................................................................................................................
119
Het gebied tussen de DC In Jack en Output L/Mono Jack op het achterpaneel van dikt apparaat kan een hoge temperatuur bereiken. Pas op dat u zich niet brandt.
..................................................................................................................................
12

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Stroomvoorziening: gebruik van batterijen
Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, magnetronoven of airconditioner), of een apparaat dat een elektrische motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het andere apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat ver­tonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
De adapter zal hitte afgeven als deze gedurende lange tijd in wer­king is. Dit is normaal en geen reden tot ongerustheid.
Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit moeten alle apparaten worden uitgeschakeld, om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen.
Plaatsing
Wanneer het apparaat in de buurt van eindversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieap­paraten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgeslo­ten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extre­men. Laat ook geen verlichting, die normaalgesproken dicht op het apparaat wordt gebruikt (zoals een piano lamp) of sterke spots gedu­rende langere tijd op één plaats op het apparaat schijnen. Door over­matige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende tempera­tuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storin­gen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is ver­dampt.
Laat geen rubber, vinyl of soortgelijke materialen gedurende langere tijd op het apparaat achter. Dit soort objecten kunnen de afwerking doen verkleuren of op andere wijze beschadigen.
Laat geen objecten bovenop het toetsenbord achter. Dit kan de oor­zaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid meer produce­ren.
Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit instrument. Als dit soort materiaal van het instrument verwijderd moet worden, kan de afwer­king beschadigen.
Onderhoud
Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek, of één die licht vochtig is. Probeer het gehele oppervlak gelijkmatig af te nemen, met de nerf van het hout mee. Als u te hard op één plek wrijft kan de afwerking beschadigen.
Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
De pedalen van dit apparaat zijn van koper gemaakt. Koper wordt op den duur donkerder, door het natuurlijke oxidatie­proces. Als het koper dof wordt, gebruikt u een in de winkel verkrijg­baar poetsmiddel voor metalen.
Reparaties en data
Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aange­boden. Een reservekopie van belangrijke data moet altijd in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) worden opgeslagen of op papier genoteerd worden (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het circuit van het geheugen zelf niet meer werkt) spijt het ons dat de data niet meer hersteld kan worden, en Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar
verloren kan gaan door een storing of een onjuiste bediening van het apparaat. Om te voorkomen dat u belangrijke data verliest, advi­seren wij u om regelmatig een reservekopie van belangrijke data, die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen, in een ander MIDI­apparaat (bijv. een sequencer) op te slaan.
Helaas kan de data die in het geheugen van het apparaat of in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) is opgeslagen soms niet meer hersteld worden, nadat deze verloren is gegaan. Roland is niet aansprakelijk voor dit soort data verlies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm en voer er geen hoge druk op uit.
Tijdens normale werking kan er een geringe hoeveelheid ruis van het scherm te horen zijn.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bij­zonder.)
Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo moge­lijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
Behandel de muziekstandaard voorzichtig wanneer deze in gebruik is.
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels met een weerstanden. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat het deksel geopend of gesloten wordt, moet u altijd contro­leren of er geen huisdieren of andere kleine dieren bovenop het instrument zitten (ze moeten in het bijzonder van het toetsenbord en het deksel worden weggehouden). Kleine huisdieren of andere dieren kunnen door het ontwerp van dit instrument binnenin klem komen te zitten. In een dergelijke situatie moet u direct de stroom uitschakelen en het netsnoer uit het stopcontact halen. Dan neemt u contact op met de winkel waar u het instrument heeft gekocht, of met het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
* Roland en zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Add
* XGlite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Yamaha
Corporation.
Add
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent
portfolio dat zich met microprocessor architectuur bezighoudt, ontwikkeld door Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft deze technologie onder licentie van de TPL Group.
13

Benamingen en functies

Voorpaneel

fig.FrontPanrl-01.eps
[Power]-schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.18).
[Volume]-knop
Past het algehele volume van de RP201 aan (p.18). Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee het volume van
de koptelefoon aangepast (p.20).
[Reverb]-knop
Voegt galm toe, gelijk aan de galm die u hoort als u in een concertzaal speelt (p.22).
Door de [Reverb]-knop ingedrukt te houden en op de [Transpose]-knop te drukken, kunt u V-LINK aan/uitzetten (p.43).
[Transpose]-knop
Transponeert het klavier en/of de song (p.22).
Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split]-knop te drukken kunt u de aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen (p.21).
[Split]-knop
Verdeelt het klavier in secties voor de rechterhand en linkerhand,, zodat u in elke sectie een ander geluid kunt spelen (p.24).
[Song]-knop
Hiermee kunt u de song die u wilt afspelen selecteren (p.27). U kunt deze ook indrukken om de huidige maatsoort of tempo-
instelling te controleren (p.26, p.29).
[Metronome]-knop
Zet de metronoom aan/uit (p.26). Hiermee kunt u ook een aftelling laten klinken die wordt gespeeld
voordat de song begint,, zodat u de timing van uw spel met de song overeen kunt laten komen (p.26).
Om naar de Function mode te gaan houdt u de [Song]-knop ingedrukt en drukt u op de [Metronome]-knop (p.34).
[–]-knop
U kunt de voorgaande song selecteren door deze knop in te drukken terwijl het Song Select scherm wordt weergegeven (p.27).
Als u deze knop ingedrukt houdt terwijl een song wordt afgespeeld, zal de song teruggespoeld worden (p.27).
Gebruik deze knop om variaties van het geluid dat u op het klavier speelt te selecteren (p.21).
Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
Als [-] en [+] tegelijk worden ingedrukt, zal de fabrieksinstelling voor de geselecteerde parameter worden opgeroepen.
TONE knoppen
Hier kunt u het geluid (klankgroep) selecteren, dat u hoort als u op het klavier speelt (p.21).
De klankknoppen kunnen ook voor het selecteren van Tracks worden gebruikt,, zodat u uw uitvoering indien gewenst per hand kunt afspelen (p.28). De uitvoering van de rechterhand wordt aan de [Others] (Right) knop toegewezen, de uitvoering van de linkerhand wordt aan de [Strings] (Left) knop toegewezen, en overige uitvoeringen worden aan de [E. Piano] (Accomp) knop toegewezen.
Scherm
Hier wordt het geluidsnummer, songnummer, tempo, de maatsoort, de namen van de functies die u selecteert en de waarde van verscheidene instellingen getoond.
14
[+]-knop
U kunt de volgende song selecteren door deze knop in te drukken terwijl het Song select scherm wordt weergegeven (p.27).
Als u deze knop indrukt terwijl een song wordt afgespeeld, wordt de song vooruitgespoeld (p.27).
Gebruik deze knop om variaties van het geluid dat u op het klavier speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
[ ] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne Preset song of een door u opgenomen song af te spelen of te stoppen (p.27).
Deze knop wordt ook gebruikt om de opname van uw uitvoering te starten (p.30).
[ ] (Rec) knop
Hiermee kunt u uw eigen uitvoering in de RP201 opnemen (p.30).
Benamingen en functies
De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock-functie kunt u alle knoppen buiten werking stellen. Op die manier kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen (p.45).
Om de Panel Lock-functie te activeren houdt u de [ ]-knop enkele seconden ingedrukt. Om de functie te deactiveren houdt u de [ ]-knop opnieuw enkele seconden ingedrukt.

Achterpaneel

fig.RearPanel-01.eps
14 15 16
19
17
18
MIDI In/Out-aansluitingen
U kunt deze op externe MIDI-apparaten aansluiten om uitvoerings­data over te brengen.
Input Jacks (L/Mono, R)
Hier kunt u een geluidsspeler of ander elektronisch muziekinstrument aansluiten, en het aangesloten apparaat via de luidsprekers van de RP201 beluisteren (p.46).
Output Jacks (L/Mono, R)
Hier kunnen externe luidsprekers aangesloten worden, voor reproductie van het geluid van de RP201 (p.46).

Onderpaneel (linksvoor)

fig.BottomPanel-01.eps
Aardingsklem
Voor extra veiligheid kunt u deze schroef met een aardingstaaf of een geaard snoer verbinden (p.16).
DC In Jack (DC ingang)
Sluit hier de meegeleverde adapter aan (p.16).
Pedal aansluiting
Sluit het pedaalsnoer van de speciale standaard hier aan (p.16).
Koptelefoonjacks
Hier kunt u koptelefoons aansluiten. Op de RP201 kunnen twee koptelefoons tegelijk worden aangesloten (p.20).
Koptelefoonhaak
Wanneer de koptelefoons niet gebruikt worden, kunt u deze op de koptelefoonhaak hangen (p.20).
20
21
15

Voordat u gaat spelen

Voorbereidingen voordat u gaat
Steek het netsnoer in een stopcontact.
3.
008c
spelen

Het pedaalsnoer aansluiten

1.
Sluit het pedaalsnoer op de Pedal aansluiting op het achterpaneel van de RP201 aan.
fig.PedalCord.eps

De adapter aansluiten

Steek de pedaalkabel helemaal in de Pedal aansluiting.
Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat is geleverd. Ook moet u controleren of het lijnvoltage overeenkomt met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt getoond. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Daarom kan gebruik daarvan tot beschadigingen, storingen of elektrische schok leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een hinderlijke sensatie ervaren, of waarnemen dat het oppervlak korrelig aanvoelt als u dit apparaat aanraakt. Dit is te wijten aan een oneindig kleine hoeveelheid elektrische lading, die geheel onschuldig is. Echter, als u zich hierover toch zorgen maakt, verbindt u de aardingsklem met een externe aarde. Als het apparaat geaard is, kan een lichte brom optreden, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie. Als u niet zeker bent van de verbindingsmethode neemt u contact op met een Roland Service centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
Plaatsen die ongeschikt zijn voor aansluiting
• Waterleidingen (kan tot schok of elektrocutie leiden)
• Gasleidingen (kan in brand of explosie resulteren)
• Telefoonlijn-aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in het geval van bliksem).
1.
Verbind de meegeleverde adapter en het netsnoer.
fig.ACAdpt01.eps
Adapter
Indicator
932
Plaats de adapter zo, dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar boven wijst en de kant met de tekstinformatie naar beneden wijst. De indicator licht op als de adapter in een stopcontact wordt gestoken.
Afhankelijk van uw regio kan het meegeleverde netsnoer er anders uitzien dan het snoer dat hierboven wordt getoond.
2.
Sluit de adapter op de DC In Jack op het achterpaneel
Netsnoer
Naar stopcontact
aan.
fig.ACAdpt02.eps
Indien nodig gebruikt u de omhulde klem om het
4.
pedaalsnoer en adaptersnoer vast te zetten.
Omhulde klem
Zelfs als snoeren zijn vastgezet, kunnen deze beschadigen of breken als er overmatige kracht op toegepast wordt.
16
Aardingsklem
Trek niet hard aan het snoer en zorg dat er geen spanning op staat. Hierdoor kan het snoer beschadigen of breken.

De muzieksteun opzetten

Indrukken
Bevestig de bijgeleverde muzieksteun als volgt.
Steek de meegeleverde schroeven voor bevestiging van
1.
de muzieksteun in de schroefgaten aan de bovenkant van de RP201, en draai de schroeven lichtjes vast (behoud een ruimte van ongeveer 2-3 mm).
fig.MusicRest01.eps
2.
Plaats de muzieksteun tussen de schroeven en de behuizing van de RP201.
fig.MusicRest02.eps
Voordat u gaat spelen
De muziekhouders gebruiken
U kunt de muziekhouders gebruiken om pagina’s op hun plaats te houden.
Als de muziekhouders niet worden gebruikt, vouwt u deze in.
fig.MusicRest03.eps

Het deksel openen/sluiten

Om het deksel te openen tilt u het met beide handen op, en schuift u het van u af.
Om het deksel te sluiten trekt u het voorzichtig naar u toe, en ver­laagt u het zachtjes nadat het volledig naar u toe is getrokken.
fig.lidopen1.eps
Terwijl u de muzieksteun met één hand ondersteunt, zet
3.
u deze op zijn plaats vast door de schroeven vast te draaien.
Tijdens het bevestigen van de muzieksteun ondersteunt u deze ste­vig met één hand,, zodat de steun niet kan vallen. Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
Om de muzieksteun te verwijderen ondersteunt u deze
4.
met één hand terwijl u de schroeven losdraait.
Nadat de muzieksteun is verwijderd moet u niet vergeten de schroeven opnieuw vast te draaien.
• Behandel de geïnstalleerde muzieksteun voorzichtig.
• Gebruik de daarvoor bestemde schroeven voor het bevestigen van de muzieksteun.
• Voordat de piano wordt verplaatst moet de muzieksteun verwijderd worden, om ongelukken te voorkomen.
• Let op dat u de schroeven waarmee de muzieksteun wordt vastgezet niet verliest, en zorg dat kleine kinderen deze niet per ongeluk inslikken.
Tijdens het openen en sluiten van het deksel moet u oppassen dat uw vingers niet beklemd raken. Als kleine kinderen de piano gaan gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
Als u de piano moet verplaatsen moet het deksel eerst gesloten worden om ongelukken te voorkomen.
17
Voordat u gaat spelen
Min Max

De stroom aan/uitzetten

Nadat de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten.
Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Na het opstarten duurt het daarom enkele seconden voordat het apparaat normaal zal functioneren.
De stroom aanzetten
1.
Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het volume te minimaliseren.
Druk op de [Power]-schakelaar.
2.
Ingedrukt

Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen

Hier ziet u hoe het volume van uw spel op het klavier of het afspeel­volume van een interne song aangepast wordt.
Als koptelefoons zijn aangesloten, gebruikt u de [VOLUME]-knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
Draai aan de [VOLUME]-knop om het algehele volume
1.
aan te passen.
Pas het volume aan terwijl u op het klavier speelt en geluid produ­ceert.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid neemt het volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid neemt het volume af.
fig.VolMinMax-j.eps

De helderheid van het geluid aanpassen

fig.PluMinEpi.eps
AAN
De stroom wordt aangezet, en de [Piano] en [Reverb]-knoppen lich­ten op.
Na een kort moment kunt u geluiden produceren door het klavier te bespelen.
3.
Gebruik de [Volume]-knop om het volume aan te passen.
De stroom uitzetten
Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het
1.
volume te minimaliseren.
2.
Druk op de [Power]-schakelaar.
Het scherm wordt zwart en de stroom wordt uitgezet.
fig.PowerOff-j.eps
Nie ingedrukt
UIT
Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
1.
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-Fnc.eps
Houd de [E. Piano]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-
2.
knoppen om ‘brL’ in het scherm te laten verschijnen.
fig.d-brL.eps
De huidige instelling zal verschijnen als u de [E. Piano]-knop loslaat.
3.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om de helderheid van het geluid aan te passen.
Instelling
-10–0–10
Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
4.
Uitleg
Past het klankkarakter van de RP201 aan. Positieve (+) instellingen maken de klank helderder en negatieve (-) instellingen geven een zachter klankkarakter.
mode te verlaten.
18
Voordat u gaat spelen
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).

Over de pedalen

De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdza­kelijk gebruiken wanneer u piano speelt.
fig.Pedals-j.eps
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demperpedaal
Demperpedaal (rechter pedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken. Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer
doorklinken, zelfs als u uw vingers van het klavier neemt. De lengte van de Sustain verandert op subtiel wijze, afhankelijk van
hoe diep u het pedaal indrukt. Als het demperpedaal op een akoestische piano ingedrukt wordt
gehouden, trillen de snaren van andere noten dan de noten die u daadwerkelijk speelt mee met dat wat u speelt, hetgeen een rijke resonantie produceert.
De RP201 simuleert deze sympathische vibratie (demper resonan­tie).
Als u de pedaalkabel van de RP201 loskoppelt terwijl de stroom aan is, zal het pedaaleffect toegepast blijven worden. U moet de pedaalkabel aansluiten of loskoppelen als de stroom van de RP201 is uitgezet.
Verlaag de regulateur aan de onderkant van het pedaalboard (door deze rond te draaien),, zodat de regulateur de grond raakt. Als u de piano op tapijt heeft geplaatst, verlaagt u de regulateur totdat deze in het tapijt drukt.
fig.5-1.eps
Regulateur
U kunt het geluid van de sympathische vibratie wijzigen. Zie ‘Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)’ (p.40).
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
Dit pedaal laat alleen de noten van toetsen die daadwerkelijk wer­den ingedrukt toen u het pedaal indrukte doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal)
Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken. Als u speelt terwijl het Soft pedaal is ingedrukt, wordt een geluid
geproduceerd dat niet zo sterk is als het geluid dat normaalgespro­ken met gelijke sterkte gespeeld wordt.
Dit is dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische piano.
De zachtheid van de klank kan op subtiele wijze afgewisseld wor­den, met de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
U kunt de functie van de Sostenuto pedaal en het Soft pedaal verwisselen. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function)’ (p.37).
19
Voordat u gaat spelen

Luisteren door de koptelefoons

U kunt koptelefoons gebruiken om van de RP201 te genieten zon­der dat u anderen mensen stoort, bijvoorbeeld laat op de avond.
Aangezien de RP201 twee koptelefoonjacks heeft, kunnen twee per­sonen ook gelijktijdig een koptelefoon gebruiken.
Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kunt u deze op één van de twee koptelefoonjacks aansluiten.
fig.Headphones.eps
Koptelefoon

De koptelefoonhaak gebruiken

Telkens als u de koptelefoon niet gebruikt, kunt u deze op de kopte­lefoonhaak van de RP201 hangen.
De koptelefoonhaak bevestigen
1.
Druk en draai de koptelefoonhaak in het gat linksonder op de RP201 (raadpleeg onderstaand figuur).
2.
Draai aan de vleugelmoer van de koptelefoonhaak om de koptelefoonhaak vast te zetten.
fig.Bottom-hook.eps
Steek de koptelefoon in de koptelefoonjack, links op het
1.
onderpaneel van de RP201.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten zal er geen geluid via de luidsprekers van de RP201 worden uitgestuurd.
2.
Gebruik de [VOLUME]-knop van de RP201 (p.18) om het volume van de koptelefoon aan te passen.
Opletten bij gebruik van een koptelefoon
• Om beschadigingen aan de interne geleiders te voorkomen, vermijdt u een ruwe behandeling. Wanneer een koptelefoon worden gebruikt, houdt u deze bij de plug of aan de oorschelpen vast.
• De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een apparaat al hoog is ingesteld op het moment dat u de koptelefoon aansluit. Minimaliseer het volume voordat u de koptelefoon aansluit.
• Een overmatige invoer zal niet alleen uw gehoor beschadigen, maar kan ook de koptelefoon belasten. Geniet alstublieft op een passend volume van muziek.
• Gebruik een koptelefoon met een stereo Jack.
Vleugelmoer
Koptelefoonhaak
Hang niets anders dan koptelefoons op de koptelefoonhaak. Hierdoor kan het instrument of de haak beschadigen.
20

Spelen

Spelen met een verscheidenheid aan geluiden

De RP201 beschikt over 300 verschillende interne geluiden,, zodat u kunt spelen met geluiden die voor vele verschillende types muziek geschikt zijn.
Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ (klanken) genoemd. De klanken zijn in 4 verschillende groepen verdeeld, en elke groep is aan een andere Tone (klank) knop toegewezen.
De klank ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd als het instrument wordt aangezet.
fig.SoundSelect.eps
1. Druk op een klankknop om een klankgroep te selecteren.
Speel enkele noten op het klavier. U zult de klank die aan klanknummer 1 binnen de geselecteerde
klankgroep is toegewezen horen. In het scherm wordt het nummer van de op dat moment geselec-
teerde klank weergegeven.
fig.d-1.eps
De paneelknoppen uitschakelen
Met gebruik van de Panel Lock-functie kunt u alle knoppen buiten werking stellen.
Op die manier kunnen onbedoelde veranderingen in de instellin­gen tijdens een uitvoering worden voorkomen, Voor details kijkt u bij ‘De knoppen uitschakelen (Panel Lock)’ (p.45).

De gevoeligheid van het klavier aanpassen (Key Touch)

U kunt de aanslaggevoeligheid of respons van de toetsen verande­ren.
De klavieraanslag kan aan de speelsterkte van de persoon die speelt worden aangepast.
fig.KeyTouch.eps
1. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en druk op de
[Split]-knop.
De [Transpose] en [Split]-knoppen knipperen. In het scherm wordt nu de huidige Key Touch-instelling getoond.
2. Gebruik de [-] [+]-knoppen om een geluid uit de
klankgroep te selecteren.
De klank die u geselecteerd heeft, is te horen als u het klavier bespeelt.
De volgende keer dat u deze klankknop selecteert, zult u de hier geselecteerde klank horen.
fig.d-5.eps
Als er gedurende enige tijd geen operatie wordt uitgevoerd, verandert de indicatie in het scherm in het volgende.
Meer over de klank vindt u in de ‘Lijst van klanken’ (p.52).
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid produceren.
Als u een klank heeft geselecteerd waarop het Rotary effect wordt toegepast, zal de snelheid van het Rotary effect veranderen als u de [Others]-knop indrukt.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om de klavieraanslag te
selecteren.
fig.d--M-.eps
Boodschap/ Waarde
Fixed
Super Light
Light
Medium
Heavy
Super Heavy
Omschrijving
Het geluid wordt op een vaststaand volume gespeeld, ongeacht de sterkte waarmee de toetsen worden aangeslagen.
Deze instelling produceert de lichtste klavieraanslag.
U kunt fortissimo (ff) spel bereiken met een minder sterke aanslag dan ‘medium’, dus het klavier voelt lichter aan. Deze instellingen maakt het spelen gemakkelijker, zelfs voor kinderen.
Dit stelt de standaard aanslag in. U kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen. Dit lijkt het meest op de aanslag van een akoestische piano.
U moet de toetsen op het klavier sterker aanslaan dan ‘medium’ om fortissimo (ff) te spelen, dus het klavier voelt zwaarder aan. Dynamische vingerzettingen geven dat wat u speelt nog meer ‘gevoel’.
Deze instelling produceert de zwaarste klavieraanslag.
3. Druk op de [Transpose] of [Split]-knop.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
21
Spelen

Galm aan geluiden toevoegen (Reverbeffect)

Een Reverb effect kan toegepast worden op de noten die u op het klavier speelt.
Met het Reverb effect kan een plezierige galm worden verkregen,, zodat het klinkt alsof u in een concertzaal of soortgelijke ruimte speelt.
fig.Reverb.eps
1. Druk op de [Reverb]-knop, zodat deze verlicht is.
Speel enkele noten op het klavier. Het Reverbeffect wordt op de volledige klank toegepast.
Het Reverbeffect wordt niet toegepast als de Twin Piano is ingeschakeld terwijl de Twin Piano mode ‘2 is geselecteerd.
Het Reverbeffect uitschakelen
1. Druk op de [Reverb]-knop, zodat de verlichting uitdooft.

De toonsoort van het klavier veranderen (Transpose)

Met de ‘Transpose’ functie kunt u een song in een andere toonsoort spelen.
Als u een zanger begeleidt, kunt u de Transpose-functie gebruiken om de toonhoogte naar een toonsoort te verschuiven die geriefelijk is voor de zanger, terwijl u in dezelfde bekende toonsoort (vinger­zetting) blijft spelen.
U kunt deze functie ook gebruiken om de toonsoort van uw spel te transponeren, zonder dat uw vingerzettingen op het klavier veran­deren. Bijvoorbeeld, als de song in een moeilijke toonsoort met tal­loze kruizen ( ) of mollen ( ) staat, kunt u transponeren naar een toonsoort die gemakkelijker te spelen is.
fig.Transp.eps
Op de RP201 kunt u de toonhoogte van alleen het klavier, de toon­hoogte van het klavier en de song of de toonhoogte van alleen de song transponeren (Playback Transpose, p.29) (Transpose mode, p.35).
Vanuit de fabriek is de RP201 zo ingesteld dat de toonhoogte van het klavier en de song samen getransponeerd zullen worden.

De diepte van het Reverbeffect veranderen

U kunt één van de tien diepteniveaus voor het Reverbeffect selecte­ren.
1. Houd de [Reverb]-knop ingedrukt en druk op de [-] of [+]-
knop.
De diepte voor de Reverb verschijnt in het scherm.
fig.d-4.eps
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
U kunt geen aparte Reverb-instellingen voor elke individuele klank maken. Het effect wordt met dezelfde diepte op alle klanken toegepast.
Dit verandert de Reverbdiepte van de song die wordt afgespeeld niet.
1. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en druk op de toets
die met de tonica van de gewenste toonsoort correspondeert.
De waarde van de transpositie-instelling blijft in het scherm getoond worden terwijl de [Transpose]-knop ingedrukt wordt gehouden.
fig.d-0.eps
U kunt deze instelling ook aanpassen door de [Transpose]-
knop ingedrukt te houden en de [-] [+]-knoppen te gebruiken. De beschikbare reeks is –6-0-5 (stappen van halve tonen). Als dit op een andere waarde dan 0 is ingesteld, zal de [Transpose]-
knop oplichten. Als de transpositiewaarde niet ‘0’ is, kunt u de [Transpose]-knop
gebruiken om de Transpose-functie aan of uit te zetten. Als u de [Transpose]-knop loslaat, keert u naar het vorige scherm
terug.
Door de [Transpose]-knop ingedrukt te houden en de [-] en [+]
gelijktijdig in te drukken, kan de instelling op zijn
oorspronkelijke waarde (0) worden teruggezet.
Effecten
Behalve Reverb biedt de RP201 een verscheidenheid aan andere effecten die op het geluid toegepast kunnen worden. Een pas­send effect wordt voor elke klank geselecteerd.
* Bij sommige klanken wordt geen effect toegepast.
22
Als de Tranpose mode (p.35) op het transponeren van alleen
het afspeelgeluid van de song (‘SnG’) is ingesteld, worden de
noten van het klavier niet getransponeerd.
Onthoud dat als het klavier wordt gebruikt om de
transpositiewaarde te veranderen, de instelling onjuist kan zijn
als u een aantal toetsen heeft ingedrukt.
Om te zien of u de correcte transpositiewaarde heeft
gespecificeerd, laat u de [Transpose]-knop los en drukt u deze weer in.
De transpositiewaarde keert naar ‘0’ terug als u de stroom uitzet of een andere song selecteert.
Voorbeeld: een song in de toonsoort E Majeur spelen na transpositie naar C Majeur
Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en druk op de E toets (aange­zien E de tonica is).
Tellend vanaf C als referentiepunt gaat u vier toetsen omhoog, inclusief de zwarte toetsen, om E te bereiken, en aldus verschijnt ‘4’ in het scherm.
fig.Transpose.eps
Als u C E G speelt dan klinkt E G# B

Spelen met twee opgestapelde klanken (Dual Play)

Spelen
U kunt met één toets twee verschillende geluiden spelen. Deze uit­voeringmethode wordt ‘Dual Play’ genoemd.
Bij wijze van voorbeeld gaan we piano- en strijkersklanken opstape­len.
fig.SoundSelect.eps
1. Houd de [Piano]-knop ingedrukt en druk op de [Strings]-
knop.
De indicators van beide knoppen lichten op. Speel enkele noten op het klavier. De pianoklank en de strijkersklank
worden beiden gespeeld. Als twee klankknoppen tegelijkertijd op deze manier worden inge-
drukt, wordt Dual Play geactiveerd. Van de twee geselecteerde klanken wordt de klank voor de knop
aan de linkerkant ‘klank 1’, en de klank voor de knop aan de rechter­kant ‘klank 2’ genoemd.
U kunt Dual Play niet selecteren als u Split Play (p.24) of Twin Piano (p.36) heeft ingeschakeld.
Dual Play uitschakelen
1. Druk op één van de klankknoppen.
Nu hoort u alleen de klank van de knop die u indrukte.
U kunt de toonhoogte van klank 2 met een octaaf per keer
veranderen. Zie ‘De toonhoogte in stappen van een octaaf
veranderen (Octave Shift)’ (p.35).
Als u het demperpedaal indrukt terwijl u Dual uitvoering
gebruikt, wordt het effect op zowel klank 1 als klank 2
toegepast. U kunt deze instelling echter veranderen,, zodat het
demperpedaal alleen op één van de klanken wordt toegepast.
Kijk bij ‘De manier waarop het demperpedaal wordt toegepast
veranderen (Damper pedal Part)’ (p.37).
Afhankelijk van de combinatie van de twee klanken kan het
effect mogelijk niet op klank 2 worden toegepast.

De klankvariaties veranderen

Klank 1 veranderen
Kijk op p.35 om te zien hoe de balans tussen de twee door u geselecteerde klanken wordt ingesteld.
1. Druk op de [-] of [+]-knop.
Klank 2 veranderen
1. Houd de klankknop van klank 2 (de meest rechter van de
verlichte klankknoppen) ingedrukt, en druk op de [-] of [+]-knop.
23
Spelen

Spelen met verschillende klanken in de linker- en rechtergebieden van het klavier (Split Play)

Het spelen terwijl het klavier op een bepaalde toets in een linker- en rechterkant is verdeeld wordt ‘Split Play’ genoemd. Het punt waarop het klavier is verdeeld wordt het ‘splitspunt’ genoemd.
In Split Play kunt u in de linker- en rechterkanten een verschillende klank spelen. Vanuit de fabriek is het splitspunt op ‘F#3’ ingesteld. Het splitspunt behoort tot de linkerkant. Het geluid dat tijdens Split Play aan de rechterkant wordt gespeeld wordt de ‘rechterhand klank’ genoemd, en het geluid dat aan de linkerkant wordt
gespeeld wordt de ‘linkerhand klank’ genoemd.
fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (standaard fabriekswaarde: F#3)
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0 C2 C3 C4 C5 C8B7
Linkerhandklank Rechterhandklank
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe de klank van de [Piano]-knop als onderdeel van een Split uitvoering wordt gespeeld.
fig.SplitRP201.eps
1. Druk op de [Piano]-knop.
Nu is de pianoklank geselecteerd.
2. Druk op de [Split]-knop,, zodat zijn indicator oplicht.
Het klavier wordt in rechter- en linkerkanten verdeeld. De F#3 toets vormt de scheiding tussen de linker- en rechterkanten
van het klavier. De rechterhandsectie van het klavier speelt de pianoklank en de lin-
kerhandsectie speelt de ‘A. Bass+Cymbal’ klank.
Split Play uitschakelen
1. Druk op de [Split]-knop, zodat de verlichting uitdooft.
De klank van de rechterhand wordt nu de klank voor het gehele kla­vier.

Afwisselen tussen klankgroepen en klankvariaties

De rechterhandklank veranderen
1. Druk op de klankknop om een klankgroep te kiezen.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om een klankgroep te
selecteren.
De linkerhandklank veranderen
1. Houd de [Split]-knop ingedrukt en druk op de klankknop
om een klankgroep te kiezen.
2. Houd de [Split]-knop ingerukt en druk op de [-] of [+]-
knop om een variatieklank te selecteren.
U kunt de toonhoogte van de rechterhandklank met één
octaaf tegelijk veranderen. Zie ‘De toonhoogte in stappen van
een octaaf veranderen (Octave Shift)’ (p.35).
24
Als u van Dual Play (p.23) naar Split Play overschakelt, wordt klank 1 die in Dual Play werd gebruikt als de rechterhandklank voor Split Play geselecteerd.

Het splitspunt van het klavier veranderen

U kunt het splitspunt (de toets waarop het klavier wordt gesplitst) veranderen. Het splitspunt kan op elke waarde van B1 tot B6 ingesteld worden. Vanuit de fabriek is dit op ‘F#3’ ingesteld.
fig.SplitPoint-3-e.eps
Splitspunt (standaard fabrieksinstelling: F#3)
C1 B1 B6A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Reeks waarin het splitspunt gespecificeerd kan worden (B1-B6)
1. Houd de [Split]-knop ingedrukt en druk op de toets die u
als het splitspunt wilt instellen.
De toets die u indrukte wordt het splitspunt, en verschijnt in het scherm.
fig.d-C3.eps
Hoe het splitspunt wordt getoond
Wanneer de toets die het splitspunt vormt wordt aangeduid, wordt de nootnaam, gevolgd door een nummer dat het octaaf aangeeft, in het scherm getoond.
fig.d-F-Sharp3.eps
Spelen
De toets die als het splitspunt wordt gebruikt behoort tot de linker­handsectie van het klavier.
Het vorige scherm zal opnieuw verschijnen als u de toets loslaat.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
OctaafNoot
Weergave Nootnaam Weergave Nootnaam
C F
#
C
D A
b
E
E B
F B
#
G
b
A
b
25
Spelen

Spelen met de metronoom

U kunt de metronoom laten klinken terwijl u speelt. De RP201 bevat een veelzijdige metronoomfunctie. U kunt het
volume of de maatsoort van de metronoom veranderen. Terwijl een song wordt afgespeeld, klinkt de metronoom op het
tempo en in de maatsoort van die song.
fig.MetroRP201.eps
2. Druk op de [-] of [+] knop om de maatsoort te selecteren.
Weergave Maatsoort Weergave Maatsoort
2/2 6/4
Alleen zwakke maten zullen klinken.
2/4 3/8
3/4 6/8
4/4 9/8
5/4 12/8
7/4
1. Druk op de [Metronome]-knop, zodat deze verlicht is.
De metronoom is te horen en de op dat moment geselecteerde tempowaarde wordt kort weergegeven.
De [Metronome]-knop knippert rood en groen, in de maat van de op dat moment geselecteerde maatsoort.
Op de sterke maten licht de indicator rood op, en op de zwakke maten licht deze groen op.
De metronoomfunctie stoppen
1. Druk op de [Metronome]-knop.

Het tempo veranderen

1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop totdat de
tempowaarde wordt weergegeven.
fig.SongPlusMin.eps
De [Song]-knop licht op, en in het scherm wordt alleen een nummer getoond. Dit is het tempo.
fig.d-108.eps
Als u uw uitvoering opneemt, zal deze in de geselecteerde
maatsoort worden opgenomen.
Als u een song afspeelt, wordt de maatsoort van de
metronoom op de maatsoort van die song ingesteld.
De maatsoort van de metronoom kan niet veranderd worden
terwijl een song wordt afgespeeld.

Het volume van de metronoom veranderen

Het volume van de metronoom kan aangepast worden. Hiervoor zijn 11 volumeniveaus beschikbaar. Dit wordt op ‘5’ ingesteld als u de stroom aanzet.
fig.PlusMinMetro.eps
1. Terwijl u de [Metronome]-knop ingedrukt houdt, drukt u
op de [-] of [+]-knop.
Het metronoomvolume wordt in het scherm getoond.
fig.d-5.eps
Als het metronoomvolume op ‘0’ is ingesteld, is het
metronoomgeluid niet hoorbaar.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om het tempo aan te passen.
Overeenkomsten tussen maatsoort en tempoweergave
Maatsoort 2/2 x/4 3/8 6/8, 9/8, 12/8
Tempo-
waarde
=5–250 =10–500 =20–999 =7–333

De maatsoort veranderen

1. Druk de [Song]-knop een aantal malen in, totdat de
maatsoortwaarde wordt getoond.
De maatsoortwaarde is een numerieke indicatie met een punt (‘.’) in het midden.
26

Een aftelling laten klinken om de timing nauwkeurig te houden

Een ‘Count-In’ is een aftelling die klinkt voordat de song begint te spelen. Als u met een song meespeelt, kunt u een aftelling laten klinken om uw eigen spel gemakkelijker met de song te synchroni­seren.
1. Druk op de [ ]-knop terwijl de metronoom te
horen is.
Een aftelling van twee maten klinkt voordat de song wordt gespeeld.

Songs afspelen

De song die
u opneemt
Song uit het
interne geheugen
Interne
Preset song

Songs beluisteren

Hier ziet u hoe de interne songs beluisterd kunnen worden. De RP201 beschikt over 65 pianosongs als interne Preset songs.
fig.PlusMinPlaySong.eps
Een song selecteren
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop, totdat de
indicatie ‘USr’ (of een nummer voorafgegaan door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om de song te selecteren.
fig.d-P05.eps
De song afspelen
Als het volgende in het scherm verschijnt
Als u een song heeft opgenomen, maar deze nog niet heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ knipperend verschijnen als u een song selecteert.
fig.d-dEL.eps
U kunt geen andere song afspelen als het geheugen nog een niet­opgeslagen song bevat.
Als u uw uitvoering wilt verwijderen en de song wilt afspelen, drukt u op de [ ]-knop. Als u de uitvoering niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ]-knop. Als u de opgenomen uitvoering wilt opslaan kijkt u bij ‘Songs opslaan’ (p.32).
Over het Song Select scherm
Het Song select scherm verandert als volgt, elke keer dat u op de [-] of [+]-knop drukt.
fig.SongDisplay.eps
Druk op de [ ]-knop. De geselecteerde song wordt tot het eind gespeeld, en dan stopt
het afspelen. Om het afspelen voor het eind te stoppen drukt u nog een keer op
de [ ]-knop. De volgende keer dat u op de [ ]-knop drukt zal het afspe-
len verdergaan vanaf het punt waarop u bent gestopt.
Vooruitspoelen en terugspoelen
• Druk op de [+]-knop om naar het begin van de volgende song te gaan.
• Druk op de [-]-knop om naar het begin van de op dat moment geselecteerde song te gaan. Als u zich al aan het begin van de song bevindt, zult u naar het begin van de vorige song gaan.
• Als u de [+]-knop ingedrukt houdt terwijl een song wordt gespeeld, zal de song vooruitspoelen. Als u de [-]-knop ingedrukt houdt terwijl de song wordt gespeeld, zal de song terugspoelen. Als u op deze knop drukt, zal het maatnummer enkele seconden worden weergegeven.
Songnummers beginnend met ‘P’ zijn interne songs (p.55). Songnummers beginnend met ‘U’ zijn songs die in het interne
geheugen van de RP201 zijn opgeslagen.
Indicaties als ‘U.**’ zullen niet verschijnen als er geen songs in het interne geheugen zijn opgeslagen.
Zie ‘Lijst van interne songs’ (p.55) voor de namen van de interne songs.
Als er gedurende bepaalde tijd geen operatie wordt uitge­voerd, verandert de indicatie in het scherm in het volgende.
27
Songs afspelen
]

Alle song opeenvolgende afspelen (All Songs Play)

Hier ziet u hoe alle songs in herhaaldelijk opeenvolgend afgespeeld kunnen worden.
fig.PlusMinPlaySong.eps
De uitvoerings-data wordt aan de Track knoppen toegewezen, zoals hieronder wordt getoond.
fig.TrackButtonz.eps
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop, totdat de
indicatie ‘USr’ (of een nummer voorafgegaan door de ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
2. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de song en het
geheugengebied (‘P’ of ‘U’) waar u het afspelen wilt laten beginnen te selecteren.
3. ‘ALL’ wordt in het scherm weergegeven, en de songs
worden opeenvolgend afgespeeld, beginnend bij de geselecteerde song.
Als de laatste song is afgespeeld keert het afspelen naar de eerste song terug, en gaat verder.
fig.d-ALL.eps
De songs binnen het geselecteerde geheugengebied worden opeenvolgend afgespeeld.
4. Om het afspelen te stoppen drukt u op de [ ]-
knop,, zodat zijn indicator wordt uitgezet.
Begeleidings-
gedeelte
De linkerhand uitvoering wordt aan de [Strings] (Left) knop toegewezen, de rechterhand uitvoering wordt aan de [Others] (Right) knop toegewezen en overige uitvoeringen worden aan de [E. Piano] (Accomp) knop toegewezen. ‘Tracks’ zijn gebieden waarin muziekdata wordt bewaard.
Linkerhand-
gedeelte
Rechterhand-
gedeelte
1. Selecteer de song die u wilt spelen (p. 27).
2. Druk op de [ ]-knop om de song af te spelen.
Terwijl u de [ ]-knop ingedrukt houdt, zullen Track knoppen die uitvoerings-data bevatten oplichten.
Sommige songs bevatten geen begeleiding. Als een dergelijke song is geselecteerd, zal de [Accomp (E. Piano)]-knop niet oplichten.
3. Blijf de [ ]-knop ingedrukt houden en selecteer
het gedeelte dat u niet wilt afspelen.
Druk op de [Accomp (E. Piano)], [Left (Strings)] of [Right (Others)]­knop.
De knop die u indrukte wordt uitgeschakeld, en het toegewezen gedeelte (zie hierboven) is niet langer hoorbaar.
Het op deze manier tijdelijk stil maken van een specifiek gedeelte wordt ‘Muting’ genoemd.
Nadat u de [ ]-knop heeft ingedrukt om het afspelen te stoppen, zal het afspelen verdergaan vanaf de locatie waar u bent gestopt als u de [ volgende song zal niet worden afgespeeld. Als u alle songs opnieuw wilt afspelen, houdt u de [Song]-knop ingedrukt en drukt u op de [ ]-knop.
Zie ‘Lijst van interne songs’ (p.55) voor de namen van de interne songs.
] nogmaals indrukt, maar de

Elk gedeelte apart beluisteren

Wanneer interne Preset songs of songs uit het interne geheugen worden afgespeeld, kunt u selecteren welke uitvoeringgedeeltes gespeeld zullen worden.
U kunt ook elke hand apart oefenen terwijl u met de song mee­speelt.
fig.TrackSelectz.eps
28
Als u het rechterhandgedeelte wilt oefenen houdt u de [ te zetten. Als u de song afspeelt, wordt het rechterhandge­deelte niet gespeeld.
Als u het begeleidingsgedeelte dempt (Mute) voordat het afspelen wordt geïnitieerd, kunt u de intro overslaan.
Druk nog een keer op de knop die u bij stap 3 heeft geselec­teerd,, zodat deze verlicht is. Het geluid van deze knop is nu weer hoorbaar.
Mute-instellingen worden geannuleerd als u van song verandert.
] ingedrukt en drukt u op [Right (Others)] om dit uit
Songs afspelen
.

Het volume waarop de song wordt afgespeeld veranderen

Hier ziet u hoe het volume waarop de song wordt afgespeeld veran­derd kan worden.
Als u oefent door met een song mee te spelen, kunt u hiermee de volumebalans tussen uw spel op het klavier en het afspeelgeluid van de song aanpassen.
1. Terwijl u de [ ]-knop ingedrukt houdt, drukt u op
de [-] [+]-knoppen.
Het afspeelvolume van de song wordt weergegeven terwijl u de [ ]-knop ingedrukt houdt.
Het afspeelvolume kan op elke waarde tussen 0 en 10 worden inge­steld.
fig.d-10.eps
Als u de stroom uitzet, keert het afspeelvolume van de song naar ‘10’ terug.
Het tempo van een song
2. Houdt de [Song]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-
knoppen om de instelling te veranderen.
Knop Weergave Uitleg
De in de song opgenomen tempowisselingen
[+] Dot
[–] No dot
fig.d-120.eps
Als u van song verandert keert de Tempo Mute-functie naar de ‘Off’ instelling terug.
worden genegeerd, en de song wordt op een vaststaand tempo afgespeeld.
De song wordt volgens de tempowisselingen die in de song zijn opgenomen afgespeeld.
Verlicht als Tempo Mute is ingeschakeld

De toonsoort van de song die wordt afgespeeld veranderen (Playback Transpose)

Met de ‘Playback Transpose’ functie kunt u de toonsoort van de song die wordt afgespeeld veranderen.
fig.Transp.eps
veranderen
U kunt het tempo waarop de song wordt gespeeld veranderen. Als u één van de interne songs oefent en u het tempo van het
afspeelgeluid verlaagt, kunt u gemakkelijker met een moeilijke song meespelen.
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop totdat de
tempowaarde wordt weergegeven.
De [Song]-knop is verlicht en in het scherm wordt alleen een num­mer getoond. Dit is het tempo.
fig.d-108.eps
2. Gebruik de [-] [+]-knoppen om het tempo te veranderen.

Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute)

Sommige interne Preset songs hebben een tempo dat tijdens de song verandert.
Hier ziet u hoe u deze songs op een vaststaand, niet-veranderend tempo kunt afspelen.
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop totdat de
tempowaarde wordt weergegeven.
De [Song]-knop is verlicht en in het scherm wordt alleen een num­mer getoond. Dit is het tempo.
1. Speel de song die u wilt horen of waarmee u mee wilt
spelen (p.27).
2. Terwijl u de [Transpose]-knop ingedrukt houdt, gebruikt
u de [-] [+]-knoppen om de toonhoogte aan te passen.
De toonhoogte van de song verandert in stappen van halve tonen. De Playback Transpose instelling wordt getoond terwijl u de [Trans-
pose]-knop ingedrukt houdt. De reeks is –6-0-5 (stappen van halve tonen). Als dit op een andere
waarde dan 0 wordt ingesteld, zal de [Transpose]-knop oplichten. U kunt het transpositie-interval ook selecteren door op de [Trans-
pose]-knop te drukken en deze ingedrukt te houden terwijl u de gewenste toets op het klavier van de RP201 indrukt.
Als de transpositiewaarde iets anders dan ‘0’ is, kunt u de [Trans­pose]-knop gebruiken om de Playback Transpose-functie aan of uit te zetten.
Als u de [Transpose]-knop ingedrukt houdt en de [-] en [+]­knoppen tegelijk indrukt, keert de instelling naar zijn oorspron­kelijke waarde (0) terug.
De transpositie-instelling keert naar ‘0’ terug als u een andere song selecteert.
De Playback Transpose-functie zal niet worden toegepast als de Transpose Mode (p.35) op ‘Kbd’ (Keyboard) is ingesteld.
29

Opnemen

Verlicht als er een opgenomen song is
U kunt uw uitvoeringen gemakkelijk opnemen. Nadat u een uitvoering heeft opgenomen kunt u deze afspelen om
te controleren wat en hoe u heeft gespeeld, en melodieën samen met de vooraf opgenomen begeleiding op het klavier spelen. fig.RecordButtonz-i.eps
Als het volgende in het scherm verschijnt
Als u een song heeft opgenomen, maar deze nog niet heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ knipperend verschijnen als u een song selecteert.
fig.d-dEL.eps
U kunt geen andere song afspelen als het geheugen nog een niet-opgeslagen song bevat.
Als het OK is om de song te verwijderen, drukt u op de [ ]-knop. Als u de song niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ]-
knop en slaat u de song in het interne geheugen op (p.32).
De manier waarop de Track knoppen met de opgenomen uitvoering corresponderen
Een uitvoering die met gebruik van de Split Play (p.24) en Twin Piano (p.36) functies is opgenomen, zal als volgt aan de Track knoppen worden toegewezen.
Track knop
[Right (Others)] Rechterhandklank Rechtergebied
[Left (Strings)] Linkerhandklank Linkergebied
Split uitvoering Twin Piano
Opgenomen uitvoering

Uw spel op het klavier opnemen

Uitvoeringsinstellingen
1. Selecteer de klank die gespeeld zal worden (p.21).
Indien nodig laat u de metronoom spelen.
2. Druk op de [Metronome]-knop (p.26).
Terwijl u naar de metronoom luistert, past u het songtempo en de maatsoort naar wens aan (p.26).
3. Druk op de [ ]-knop.
‘USr’ wordt in het scherm getoond, de [ ]-knop is verlicht, de [ opname stand geplaatst.
fig.d-USr.eps
De opname starten
4. Druk op de [ ]-knop of speel op het klavier.
Na een aftelling van twee maten begint de opname. De opname start als u op het klavier speelt (zonder dat de
[ ]-knop wordt ingedrukt). In dit geval wordt een aftelling niet gespeeld.
Als de opname begint zullen de [ ]-knop en de [ ]-knop oplichten.
]-knop knippert en de RP201 wordt in de gereed-voor-
30
Tijdens de aftelling wordt de maat als ‘-2’ en dan ‘1’ in het scherm weergegeven.
De opname stoppen
5. Druk op de [ ]-knop.
De opname wordt beëindigd. U kunt ook op de [ ]-knop drukken om de opname te stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren
6. Als de indicatie ‘Usr.’ niet wordt weergegeven, drukt u
herhaaldelijk op de [Song]-knop totdat deze indicatie verschijnt.
fig.d-USrdotExp-e.eps
7. Druk op de [-]-knop.
Verlicht als er een opgenomen song is
U keert terug naar het begin van de song die u heeft opgenomen.
Opnemen

Opgenomen uitvoeringen wissen

8. Druk op de [ ]-knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
9. Als u op de [ ]-knop drukt terwijl de metronoom
klinkt, wordt er een aftelling van twee maten gespeeld (Count-In) voordat het afspelen van de song begint.
Druk nogmaals op de [ ]-knop om het afspelen te stoppen.
De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering wilt behouden, moet u deze in het interne geheugen opslaan. Zie ‘Songs opslaan’ (p.32).
Als u de uitvoering die u heeft opgenomen niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere song afspelen. U moet de uitvoering wissen (p.31) of opslaan (p.32) voordat een andere song afgespeeld kan worden.
U kunt opgenomen uitvoeringen wissen.
fig.RecordButtonz.eps
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop, totdat de
indicatie ‘USr’ wordt weergegeven.
fig.d-USrdotExp-e.eps
2. Druk op de [+]-knop.
‘dEL’ zal in het scherm beginnen te knipperen.
fig.d-dEL.eps
Als u besluit de song niet te verwijderen, drukt u op de [ ]­knop.
3. Druk op de [ ]-knop.
De opgenomen uitvoering wordt gewist.
Een uitvoering die u heeft opgenomen wordt verwijderd als u de stroom uitzet.
31

Uw uitvoering opslaan

Songs opslaan

Een song die u heeft opgenomen kan in het interne geheugen wor­den opgeslagen.
De songs die u opneemt zullen verloren gaan als u de RP201 simpel­weg uitschakelt voordat deze zijn opgeslagen. Als u een song wilt bewaren, moet deze eerst opgeslagen worden.
5. Druk op de [ ]-knop.
De song zal opgeslagen worden.
fig.d-SAv.eps
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘SAv’ in het scherm knippert.
U kunt maximaal 20 songs opslaan.
fig.SaveButtonz.eps
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-Fnc.eps
2. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en gebruik de [-]
[+]-knoppen om ‘SAv’ in het scherm te laten verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal de volgende boodschap ver­schijnen en de [
fig.d-U01.eps
]-knop knippert.
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.

Een song verwijderen

Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen song uit het interne geheu­gen verwijderd kan worden.
Als u alle songs uit het interne geheugen wilt verwijderen, kijkt u bij ‘Songs verwijderen’ (p.33).
fig.SaveButtonz.eps
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-Fnc.eps
Het nummer dat in het scherm verschijnt verwijst altijd naar het eer­ste lege User-geheugen, en kan verschillen van dat wat in de illu­stratie wordt getoond.
3. Gebruik de [-] [+]-knoppen om het nummer van de
opslagbestemming te selecteren.
Als de stip rechts onder in het scherm verlicht is, is er op dat num­mer al een song opgeslagen.
Selecteer een nummer waarop nog geen song is opgeslagen. Als u een ongewenste song wilt wissen en deze door de nieuw opgesla­gen song wilt vervangen, selecteert u het nummer van de onge­wenste song.
fig.d-SongExist-e.eps
Verlicht als een song is opgeslagen
4. Druk op de [ ]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm getoond en de [ ]-knop en [ ]­knop knipperen.
fig.d-Sur.eps
Als u besluit de song niet op te slaan, drukt u op de [ ]-knop.
2. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en gebruik de [-]
[+]-knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal de volgende boodschap ver­schijnen en de [
fig.d-U01.eps
Het nummer dat in het scherm verschijnt verwijst altijd naar het eer­ste lege User-geheugen, en kan verschillen van dat wat in de illu­stratie wordt getoond.
]-knop knippert.
3. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de song die u wilt
verwijderen te selecteren.
4. Druk op de [ ]-knop.
Het scherm geeft ‘Sur’ aan, en de [ ] en [ ]-knoppen knip­peren.
fig.d-Sur.eps
Als u besluit de song niet te verwijderen drukt u op de [ ]­knop.
32
5. Druk op de [ ]-knop.
De geselecteerde song zal verwijderd worden.
ffig.d-dEL.eps
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘dEL’ in het scherm knippert.
Als u alle songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen verwijdert, wordt ‘non’ in het scherm weergegeven.
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
Uw uitvoering opslaan

Alle songs verwijderen

Hier ziet u hoe alle songs die in het interne geheugen zijn opgesla­gen geheel verwijderd kunnen worden.
Met de hier beschreven procedure worden alle songs die in het geheugen zijn opgeslagen verwijderd. De gewiste data kunnen niet hersteld worden, dus wij adviseren u de inhoud
fig.SaveButtonz.eps
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
fig.d-Fnc.eps
van het geheugen te controleren voordat u verdergaat.
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en gebruik de [-]
[+]-knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten verschijnen.
Als het interne songgeheugen leeg is, kunnen de volgende stappen niet uitgevoerd worden.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal een lijst met alle songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen verschijnen en de [ knop zal knipperen.
3. Druk een aantal malen op de [-]-knop totdat ‘ALL’ in het
scherm wordt getoond.
4. Druk op de [ ]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ ] en [ ]­knoppen knipperen.
fig.d-Sur.eps
Als u besluit om het verwijderen van alle songs te annuleren, drukt u op de [ ]-knop.
]-
5. Druk op de [ ]-knop.
fig.d-dEL.eps
De volledige inhoud van het interne geheugen zal gewist worden en in het scherm zal de ‘non’ boodschap worden getoond.
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘dEL’ in het scherm knippert.
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
33

Verscheidene instellingen

In de Function mode kunt u verscheidene instellingen voor spelen en opnemen maken.

Basisbediening in de Function mode

1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
fig.RP201Function.eps
De [Song]-knop en [Metronome]-knop lichten op. In het scherm wordt ‘Fnc’ getoond, en u bevindt zich in de Function
mode. De [Reverb], [Transpose], [Split], [Piano], [E. Piano], [Strings] en
[Others]-knoppen knipperen.
fig.d-Fnc.eps
2. Druk op één van de knipperende knoppen om de
instelling die u wilt veranderen te selecteren.
In het scherm wordt de naam van de instelling getoond, terwijl u de knop ingedrukt houdt. De waarde van de instelling zal verschijnen als u de knop loslaat.
Knop Functie Pag.
[Split] (& [–] [+])
[Piano] (& [–] [+])
[E.Piano] (& [–] [+])
Dual Balance
Octave Shift
Master Tuning
Temperatuur
Temperatuur toonsoort
Stretch Tuning
Brilliance
Damper resonantie
String resonantie
Key Off resonantie
Demperpedaalgedeelte
p. 35
p. 35
p. 38
p. 38
p. 39
p. 39
p. 18
p. 40
p. 40
p. 40
p. 37
3. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
4. Als u een andere instelling wilt veranderen, selecteert u
de instelling die u wilt veranderen door één van de knoppen die voor stap 2 knipperden in te drukken.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
De indicators van de knoppen keren naar hun vorige status terug.
De instellingen die u verandert zullen naar hun oorspronkelijke staat terugkeren als u de stroom uitzet. Als u wilt dat de veranderingen behouden worden, ook nadat de stroom is uitgezet, voert u de Memory Backup procedure uit (p.44) om de instellingen op te slaan.
Knop Functie Pag.
[Reverb]
[Transpose] (& [–] [+])
Twin Piano mode
p. 36
Een song opslaan
p. 32
Songs verwijderen
p. 32
Transpose mode
p. 35
[Strings] (& [–] [+])
[Overige] (& [–] [+])
Druk enkele seconden op [
]
Middelste pedaalfunctie
p. 37
Linkerpedaalfunctie
p. 37
Memory Backup
p. 44
Local Control
p. 41
MIDI-zendkanaal
p. 42
Composer MIDI Out
p. 42
V-LINK-zendkanaal
p. 43
Aanbevolen klank
p. 41
Factory Reset
p. 44
Panel Lock
p. 45
34

Klavierinstellingen

De volumebalans voor Dual Play veranderen (Dual Balance)

U kunt de volumebalans van klank 1 en klank 2 veranderen.
Verscheidene instellingen
3. Laat de [Tranpose]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Klaviernoten
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ aangegeven, en u bevindt zich in de Func­tion mode.
2. Druk op de [Split]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘dBl’ te selecteren.
3. Laat de [Split]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
De huidige volumebalans wordt getoond.
fig.d-9-3-e.eps
Volume van
klank 1
Volume van
klank 2
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
De volumebalans zal veranderen. Als u naar de oorspronkelijke volumebalans wilt terugkeren, drukt u
de [-] en [+] gelijktijdig in.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
Afspeelgeluid van de song
Klaviernoten en afspeelgeluid van de song
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).

De toonhoogte in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)

U kunt de toonhoogte van klank 2 in Dual Play (p.23) en de linker­handklank in Split Play (p.24) met één octaaf tegelijk veranderen.
Het op deze manier veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
U kunt bijvoorbeeld de toonhoogte van de linkerhandklank verho­gen naar dezelfde toonhoogte als die van de rechterhandklank in Split Play.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Split]-knop en houd deze ingedrukt. Gebruik
dan de [-] of [+]-knop om ‘Oct’ te selecteren.

Specificeren waar de Transpose-functie invloed op zal hebben

Deze instelling specificeert wat de Transpose-functie zal beïnvloe­den.
U kunt de Transpose-functie gebruiken om de toonhoogte van zowel het klavier als de song, de toonhoogte van alleen de song of de toonhoogte van alleen het klavier te veranderen.
Transpose (p.29)Playback Transpose (p.29)
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
In het scherm wordt ‘Fnc’ aangegeven, en u bevindt zich in de Func­tion mode.
2. Druk op de [Transpose]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘trS’ te selecteren.
3. Laat de [Split]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Indicatie
-2–0–2
De reeks van beschikbare toonhoogteverandering reikt van twee octaven hoger tot twee octaven lager.
Elke keer dat de [-]-knop wordt ingedrukt, wordt de toonhoogte een octaaf verlaagd, terwijl elke druk op de [+]-knop de toonhoogte met een octaaf verhoogt.
Om naar de oorspronkelijke toonhoogte terug te keren drukt u de [-] en [+]-knoppen tegelijk in.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
35
Verscheidene instellingen

Het klavier splitsen voor een uitvoering met twee personen (Twin Piano)

U kunt het klavier in linker- en rechtersecties verdelen,, zodat twee mensen binnen dezelfde reeks toonhoogtes kunnen spelen.
Dit betekent dat u het klavier kunt gebruiken alsof er twee aparte piano’s zouden zijn.
Dit biedt bijvoorbeeld een handige manier om één persoon de uit­voering van de andere persoon te laten volgen, om deze te contro­leren. Zie de illustratie onderaan deze pagina.
Als u Twin Piano inschakelt, zal het instrument zich in de volgende staat bevinden.
• Het klavier is in linker- en rechtersecties verdeeld, waarbij de ‘middelste C’ het midden van elke sectie is.
• De linker- en rechtersecties hebben hetzelfde geluid (Grand Piano
1).
• Het rechterpedaal is het demperpedaal voor de rechtersectie, en het linkerpedaal is het demperpedaal voor de linkersectie.
• Als de Split-functie of Dual-functie was ingeschakeld toen u Twin Piano inschakelde, zullen de Split-functie en Dual-functie worden uitgeschakeld.
• Sommige effecten (p.22) zullen uitgezet worden.
U kunt ook besluiten om de linkersectie alleen aan de linker luidspreker en de rechtersectie alleen aan de rechter luidspreker toe te wijzen, wanneer Twin Piano mode op ‘2’ is ingesteld.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Reverb]-knop om ‘tPn’ te selecteren.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
U kunt één van de volgende manieren waarop het geluid te horen zal zijn kiezen.
Instelling Uitleg
Twin Piano mode is uit.
Het geluid is via rechts te horen als u aan de rechterkant van het klavier speelt, en via links als u aan de linkerkant speelt.
Noten die in het rechtergebied worden gespeeld zijn via de rechter luidspreker te horen, en noten die in het linkergebied worden gespeeld zijn via de linker luidspreker te horen.
Deze instelling wordt niet onthouden als u de RP201 uitzet. De volgende keer dat u de RP201 aanzet, keert deze parameter naar de ‘OFF’ instelling terug.
Als u deze parameter op ‘2’ instelt, zal Reverb niet langer worden toegepast.
Bij sommige klanken kan het geluid niet gesplitst worden, zelfs niet als de Twin Piano mode op ‘2’ wordt ingesteld.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
Als u ‘1’ of ‘2’ heeft geselecteerd wordt het volgende in het scherm getoond, om duidelijk te maken dat de Twin Piano mode actief is.
3. Laat de [Reverb]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
fig.TwinPiano.eps
C4 C5 C6 C7 C8C3C2C1
C4 C5 C6C3C4 C5C3 C6
36
Verscheidene instellingen

Pedaalinstellingen

De manier waarop het demperpedaal wordt toegepast veranderen (Damper Pedal Part)

Als u het demperpedaal tijdens Dual Play of Split Play indrukt, wordt het demperpedaaleffect normaalgesproken op beide klanken toe­gepast. U kunt ook de klank waarop het effect toegepast moet wor­den selecteren.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Strings]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘dPr’ te selecteren.
3. Laat de [Strings]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.

De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function)

Als u de stroom aanzet, functioneert het linkerpedaal als het Soft pedaal en het rechterpedaal als het Sostenuto pedaal (p.19).
U kunt de functie van het pedaal aan een verscheidenheid aan andere operaties toewijzen.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Houd de [Strings]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-
knoppen om het pedaal, waarvan u de functie wilt veranderen, te selecteren.
Instelling Uitleg
Middelste pedaal
Linkerpedaal
3. Laat de [Strings]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
Instelling Uitleg
Allen ingeschakeld.
Wordt alleen toegepast op klank 1 (in Dual Play)/ rechterhandklank (in Split Play)
Wordt alleen toegepast op klank 2 (in Dual Play)/ linkerhandklank (in Split Play)
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Stelt de functie op Sostenuto pedaal in.
Sostenuto
Soft
Play/Stop
Layer
Octave
‘Layer’ en ‘Octave’ kunnen niet gelijktijdig voor het middelste en linkerpedaal worden gespecificeerd.
(alleen te selecteren voor het middelste pedaal)
Stelt de functie op Soft pedaal in. (alleen te selecteren voor het linkerpedaal)
Het pedaal heeft dezelfde functie als de [ ]­knop.
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt klank 2 opgestapeld, gebruikt voor Dual Play.
* De Layer-functie kan alleen worden toegepast
wanneer Dual Play wordt gebruikt.
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt een geluid op een octaaf hoger opgestapeld.
* De Octave-functie kan niet worden toegepast
terwijl Twin Piano, Dual Play of Split Play wordt gebruikt.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
37
Verscheidene instellingen
Temperatuur Temperatuur
toonsoort

Instellingen voor stemming

De toonhoogte met andere instrumenten overeen laten komen (Master Tuning)

Als u samen met andere instrumenten speelt en in soortgelijke gevallen, kunt u de standaard toonhoogte met die van een ander instrument overeen laten komen.
De standaard toonhoogte verwijst gewoonlijk naar de toonhoogte van de noot die gespeeld wordt als de middelste A toets wordt ingedrukt. Voor een zuiverder ensemblegeluid, als u samen met één of meer andere instrumenten speelt, zorgt u dat de standaard toon­hoogte van elk instrument op die van de andere instrumenten is afgestemd.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘tun’ te selecteren.
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.

De stemming aanpassen (Temperament)

U kunt klassieke muziek, zoals Barokstukken, met gebruik van hun oorspronkelijke stemming spelen.
De meeste moderne songs worden gecomponeerd en gespeeld in de veronderstelling dat de gelijkzwevende temperatuur wordt gebruikt (de meest gebruikte stemming vandaag de dag), maar toen klassieke muziek werd gecomponeerd, was er een grote varië­teit aan andere stemmingen in gebruik.Door een compositie met zijn oorspronkelijke stemming te spelen, kunt u genieten van de klanken van akkoorden die de componist oorspronkelijk heeft bedoeld.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘tnP’ te selecteren.
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
fig.d-Temperament.eps
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
fig.d-400.eps
De laatste drie cijfers worden in het scherm aangegeven. ‘440.0 Hz’ wordt in bovenstaand figuur aangegeven.
Instellingen
15.3 Hz-40.0 Hz-66.2 Hz (415.3 Hz-440.0 Hz-466.2 Hz)
Vanuit de fabriek is dit op ’40.0 (440.0 Hz)’ ingesteld.
Druk de [-] en [+]-knoppen tegelijk in om naar de fabrieksinstelling (440Hz) terug te keren.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
U kunt uit de acht hieronder beschreven stemmingen kiezen.
Instelling
1 Gelijkzwevend
2 Rein (Majeur)
3 Rein (Mineur)
4 Arabisch
5 Kirnberger
6 Middentoon
Temperatuur Kwaliteiten
In deze stemming is elk octaaf in twaalf gelijke stappen verdeeld. Elk interval produceert ongeveer dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie.
Deze stemming elimineert tweeslachtigheid in kwinten en tertsen. Deze is niet geschikt voor het spelen van melodieën en kan niet getransponeerd worden, maar kan prachtige klanken voortbrengen.
De Reine stemmingen verschillen van Majeur en Mineur toonsoorten. U kunt hetzelfde effect verkrijgen met de Majeur ladder en de Mineur ladder.
Deze stemming is geschikt voor Arabische muziek.
Dit is een verbetering van de Middentoon en Reine stemmingen, die een hoge mate van modulatievrijheid biedt. Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten mogelijk (III).
Deze schaal sluit een compromis met de Reine stemming, en maakt dat transpositie naar andere toonsoorten mogelijk is.
38
Verscheidene instellingen
Instelling
7 Pythagorisch
8 Werckmeister
Temperatuur Kwaliteiten
Deze stemming, uitgedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert dissonantie in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt door tertsinterval­akkoorden geproduceerd, maar melodieën zijn harmonieus.
Deze temperatuur combineert de Middentoon en Pythagorische stemmingen. Uitvoering is mogelijk in alle toonsoorten (eerste techniek, III).
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
De temperatuur toonsoort specificeren
Als u met een andere stemming dan de gelijkzwevende tempera­tuur speelt, moet u de Temperatuur toonsoort van de song die u gaat spelen specificeren. (Dat wil zeggen: de noot die met C corres­pondeert voor een Majeur toonsoort of met A voor en Mineur toon­soort).
Als u een gelijkzwevende temperatuur selecteert, hoeft de Tempe­rament toonsoort niet geselecteerd te worden.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘tnE’ te selecteren.
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
fig.d-Temperament.eps
Als u samen met andere instrumenten speelt, kan er, afhankelijk van de toonsoort, enige verschuiving van de toonhoogte zijn.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).

Stretch Tuning

Piano’s worden over het algemeen zo gestemd dat de lage reeks lager, en de hoge reeks hoger is dan de gelijkzwevende toonhoog­tes. Deze stemmethode is uniek voor de piano, en staat bekend als ‘Stretch Tuning’.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘Str’ te selecteren.
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Deze stemmingscurve breidt de bas en het hoog enigszins uit. Deze is niet geschikt voor solo piano-uitvoeringen.
Dit is de standaard stemmingscurve. Deze is geschikt om tijdens Dual Play (p.23) te gebruiken of wanneer u samen met andere instrumenten speelt.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
Temperatuur Temperatuur
Weergave Toonsoort Weergave Toonsoort
toonsoort
C F
#
C
D A
b
E
E B
F B
#
G
b
A
b
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
39
Verscheidene instellingen

Instellingen voor pianogeluiden

Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)

U kunt het volume van de demperpedaal resonantie veranderen. Als het demperpedaal op een akoestische piano wordt ingedrukt,
zorgt dit dat de noten die u speelt met andere snaren resoneren, hetgeen het geluid een rijke galm geeft en het vetter maakt. Het demperpedaal op de RP201 ontwikkelt deze resonantie (Damper Pedal Resonance) opnieuw wanneer het pedaal wordt ingedrukt.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [E. Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘rES’ te selecteren.
3. Laat de [E. Piano]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Het resonantieniveau neemt af als de waarde wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de
OFF, 1–10
waarde de hoeveelheid resonantie doet toenemen. De String Resonance-functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).

Geluiden spelen wanneer de toetsen worden losgelaten (Key Off Resonance)

U kunt het ‘Key Off’ geluid spelen (het subtiele geluid dat geprodu­ceerd wordt als de toetsen worden losgelaten), dat verkregen wordt als een akoestische piano wordt bespeeld.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Het resonantievolume neemt af als de waarde wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de
OFF, 1–10
waarde het volume van de demper resonantie doet toenemen. De Damper Resonance functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).

De resonantie van de snaren produceren wanneer de toetsen worden bespeeld (String Resonance)

Als u de toetsen van een akoestische piano bespeelt, resoneren de snaren die al gespeeld zijn ook. De functie die dit effect reprodu­ceert wordt ‘String Resonance’ genoemd.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [E. Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘rOF’ te selecteren.
3. Laat de [E. Piano]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Het volume van het Key Off geluid neemt toe als de waarde wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de
OFF, 1–10
waarde het volume van het Key Off geluid doet toenemen. De Key Off Resonance-functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
2. Druk op de [E. Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘rSt’ te selecteren.
3. Laat de [E. Piano]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
40
Verscheidene instellingen
(1)
MIDI
MIDI
MIDI
MIDI
(2)
IN
IN
OUT
OUT
Sequencer
Geheugen
Geluids­generator
Elke gespeelde noot is twee keer te horen
Soft Thru On
Local On

MIDI-instellingen

Hier kunt u verscheidene aan MIDI gerelateerde instellingen voor de RP201 maken.
Meer over MIDI vindt u bij ‘Aansluiten op MIDI-apparaten’ (p.47).

Overschakelen naar VIMA TUNES aanbevolen klanken (Recommended Tones)

U kunt de MIDI In-aansluiting van de RP201 met de MIDI OUT-aan­sluiting op de interface van de computer verbinden, en apart ver­krijgbare CD-ROMs afspelen die voor de VIMA (VIMA TUNES) zijn gecreëerd. Hiervoor is de ‘VIMA TUNES PLAYER’ software vereist, die gratis op de Roland website verkregen kan worden:
http://www.roland.com/products/en/
* Bezoek alstublieft de RP201 productpagina vanuit de alfabetische
index, en open dan de ‘Download’ pagina.
Songs op VIMA CD-ROMs (VIMA TUNES) zijn met ‘aanbevolen klan­ken’ geprogrammeerd, die voor elke song geschikt zijn.
Als u een song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert, wor­den aanbevolen klanken aan de [E. Piano], [Strings] en [Others]­knoppen van de RP201 toegewezen, en deze drie klankknoppen zul­len knipperen.
Als u op een knipperende klankknop drukt, wordt de aanbevolen klank geselecteerd,, zodat u de geselecteerde song kunt spelen met een geluid dat bij die song past als deze wordt afgespeeld.
U kunt de RP201 zo instellen dat de aanbevolen klanken automa­tisch worden toegewezen, of niet worden toegewezen.

Dubbele noten voorkomen wanneer u met een sequencer werkt (Local Control)

Als u een MIDI-sequencer heeft aangesloten, stelt u deze parameter op Local Off in.
Omdat de Thru-functie van de sequencer normaalgesproken inge­schakeld is, zullen noten die op het klavier worden gespeeld of door de recorder worden afgespeeld via de twee routes (1) en (2), die in de illustratie worden getoond, naar de geluidsgenerator worden gestuurd. Daardoor kunnen noten twee keer klinken of op onna­tuurlijke wijze worden afgekapt. Om dit te voorkomen wordt ‘Local Off’ gebruikt om de route in (1) los te koppelen.
fig.LocalControl.eps
Local On:
Het klavier en de Recorder zijn met de interne geluidsgenerator ver­bonden.
fig.LocalOn.eps
Geluid wordt overgebracht
Geluidsgenerator
Local On
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Houd de [Others]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-
knoppen om ‘rtn’ in het scherm te laten verschijnen.
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Als u een song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert, worden aanbevolen klanken automatisch aan de [E. Piano], [Strings] en [Others] klankknoppen van de RP201 toegewezen.
De aanbevolen klanken worden niet gebruikt, en alleen de interne klanken van de RP201 kunnen
Vanuit de fabriek is dit op ‘On’ ingesteld.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
geselecteerd worden.
Local Off:
Het klavier en de Recorder zijn niet met de interne geluidsgenerator verbonden. Er wordt geen geluid door het klavier geproduceerd wanneer dit wordt bespeeld.
fig.LocalOff.eps
Er wordt geen geluid geproduceerd
Geluidsgenerator
Local Off
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘L.Ct’ te selecteren.
41
Verscheidene instellingen
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Local Control is op ON ingesteld. Het klavier en de Recorder zijn met de interne geluidsgenerator verbonden.
Local Control is op OFF ingesteld. Het klavier en de Recorder zijn niet met de interne geluidsgenerator verbonden. Als het klavier wordt bespeeld of een song wordt afgespeeld, zal er geen geluid worden geproduceerd.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.

MIDI-zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel)

Deze instelling specificeert de MIDI-kanalen via welke de RP201 ver­zendt.
MIDI gebruikt zestien ‘MIDI-kanalen’, genummerd 1 tot 16. Door MIDI-apparaten aan te sluiten en de geschikte MIDI-kanalen voor elk apparaat te specificeren, kunt u geluiden spelen of selecteren vanaf deze apparaten.
De RP201 ontvangt alle zestien kanalen (1-16).
Opgenomen uitvoering data naar een MIDI­apparaat sturen (Composer MIDI Out)
Wanneer Composer MIDI Out op ‘On’ staat, kunt u uitvoering data die met de RP201 is opgenomen naar een aangesloten MIDI-appa­raat of een computer sturen.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Out’ te selecteren.
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instelling Uitleg
Uitvoerings-data wordt verzonden.
Uitvoerings-data wordt niet verzonden.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Ch’ te selecteren.
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Instellingen (kanaal)
OFF, 1–16
Op ‘Off’ ingesteld zal de data die beschrijft wat u op het klavier speelt niet worden verzonden.
Voor details over het aansluiten van MIDI-apparaten vindt u bij ‘Aansluiten op MIDI-apparaten’ (p.47).
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
42

Overige instellingen

Verscheidene instellingen

De V-LINK-functie gebruiken (V-LINK)

Als de RP201 op een V-LINK-compatibel beeldapparaat wordt aan­gesloten, kunt u de afbeeldingen met de RP201 besturen.
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen zet u het volume altijd helemaal laag, en de stroom van alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt.
V-LINK
V-LINK ( ) is een functie waarmee muziek en afbeeldingen samen uitgevoerd kunnen worden. Met gebruik van MIDI om twee of meer V-LINK-compatibele apparaten te verbinden, kunt u op eenvoudige wijze genieten van een brede reeks visuele effecten die met de expressieve elementen van een muziekuitvoe­ring zijn verbonden.
V-LINK gebruiken
1. Houd de [Reverb]-knop ingedrukt en druk op de
[Transpose]-knop.
In het scherm wordt ‘_._._.’ aangegeven en V-LINK wordt ingescha­keld. Om V-LINK uit te schakelen houdt u de [Reverb]-knop opnieuw ingedrukt en drukt u op de [Transpose]-knop.
Als V-LINK aan is, zijn de balken onder in het scherm verlicht.
fig.d-VLinkOn.eps

Het zendkanaal voor V-LINK specificeren

Hier ziet u hoe het kanaal waarop boodschappen voor het besturen van video worden verzonden wordt gespecificeerd.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-Fnc.eps
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘vLn’ te selecteren.
fig.d-vLn.eps
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om het gewenste MIDI-kanaal
in te stellen.
.
Instellingen (V-LINK zendkanaal)
1–16
U kunt de beelden besturen met gebruik van de twaalf toetsen aan de linkerkant van het klavier.
fig.V-LINK-Keyboard.eps
C1 D1 E1 F1 G1A0
B0
A0–G#1
Terwijl V-LINK is ingeschakeld, wordt er geen geluid geproduceerd als u één van de twaalf toetsen aan de linkerkant van het klavier indrukt.
2. Om V-LINK uit te schakelen houdt u de [Reverb]-knop
opnieuw ingedrukt en drukt u op de [Transpose]-knop.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
43
Verscheidene instellingen

De instellingen onthouden (Memory Backup)

Normaalgesproken keren de instellingen van de verscheidene varia­ties naar hun standaard waardes terug als de stroom wordt uitge­schakeld. U kunt echter specificeren dat de verscheidene instellin­gen onthouden worden, ook nadat de stroom is uitgeschakeld.
Deze functie wordt ‘Memory Backup’ genoemd.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
fig.d-Fnc.eps
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘buP’ te selecteren.
fig.d-buP.eps
3. Als u de [Others]-knop loslaat, zal de [ ]-knop
knipperen.

De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten (Factory Reset)

De instellingen die u in de Function mode heeft veranderd, kunnen opnieuw op de fabrieksinstellingen worden ingesteld. Deze opera­tie wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
Voer deze operatie uit als u de instellingen, die met gebruik van Memory Backup zijn opgeslagen, naar hun oorspronkelijke status wilt terugbrengen.
Wanneer ‘Factory Reset’ wordt uitgevoerd, worden alle instellingen die u tot op dat moment heeft opgeslagen gewist, en in de fabrieksstatus teruggezet.
Met het uitvoeren van deze operatie worden de songs in het interne geheugen niet gewist. Als u alle songs uit het interne geheugen van de RP201 wilt wissen, raadpleeg dan ‘Alle songs verwijderen (p.33).
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Fct’ te selecteren.
fig.d-Fct.eps
4. Druk op de [ ]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ ]-knop en [ ]-knop knipperen.
fig.d-Sur.eps
Als u besluit de instellingen niet op te slaan, drukt u op de [ ]-knop.
5. Om de instellingen op te slaan drukt u op de [ ]-knop.
De ‘buP’ boodschap knippert in het scherm.
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘buP’ in het scherm knippert.
Nadat de Memory Backup is voltooid, wordt ‘Fnc’ in het scherm getoond.
fig.d-Fnc.eps
Voor details over de instellingen die met de Memory backup operatie worden opgeslagen, kijkt u bij ‘Parameters die in Memory backup worden opgeslagen’ (p.56).
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
3. Als u de [Others]-knop loslaat, zal de [ ]-knop
knipperen.
4. Druk op de [ ]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ ]-knop en [ ]-knop knipperen.
fig.d-Sur.eps
Als u besluit de Factory Reset niet uit te voeren, drukt u op de [
]-knop.
5. Om de Factory Reset uit te voeren drukt u op de [ ]-
knop.
De ‘Fct’ boodschap knippert in het scherm.
Zet nooit de stroom uit terwijl de ‘Fct’ boodschap in het scherm knippert.
Nadat de Factory Reset is voltooid, zal de volgende weergave ver­schijnen.
fig.d-End.eps
44
6. Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het
volume te minimaliseren.
7. Zet de stroom uit, en dan weer aan.

De knoppen uitschakelen (Panel Lock)

Als de Panel Lock-functie geactiveerd wordt, zullen alle knoppen worden vergrendeld en niet meer functioneren. U kunt dit gebrui­ken om te voorkomen dat een kind de instellingen verandert, door onbedoeld op knoppen te drukken.
1. Houd de [ ]-knop enkele seconden ingedrukt.
Panel Lock wordt geactiveerd. Alle knoppen worden uitgeschakeld. Het volgende scherm verschijnt wanneer Panel Lock van kracht is.
fig.d----.eps
Als u Panel Lock activeert terwijl een song wordt gespeeld, zal het afspelen van de song stoppen.
U kunt Panel Lock niet activeren wanneer u zich in de Function mode bevindt of tijdens het opnemen van een song.
Verscheidene instellingen
De Panel Lock-functie opheffen
Houd de [ ]-knop opnieuw enkele seconden ingedrukt.
Panel Lock wordt opgeheven als u de stroom uitzet.
45

Aansluiten op andere apparaten

Aansluiten op geluidsapparatuur

Als u de RP201 op actieve luidsprekers of op een geluidssysteem dat lijningangen heeft aansluit, kunt u het geluid van de RP201 via de actieve luidsprekers of het geluidssysteem beluisteren.
Als u een digitale geluidsspeler of ander afspeelapparaat op de RP201 aansluit, kunt u zijn geluid via de RP201 beluisteren. Gebruik Jack-geluidskabels (apart verkrijgbaar) om aansluitingen te maken.
926a
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume van apparatuur die op de ingangsjacks is aangesloten laag zijn. Als dit
gebeurt, gebruik dan aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
* Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag en schakelt u alle apparaten
uit voordat aansluitingen worden gemaakt.

Versterkte luidsprekers op de RP201 aansluiten

fig.RP201Audio1-e.eps
Uitgangsjacks
Ingang (Line In)
1. Zet het volume van de RP201 en het apparaat dat u gaat
aansluiten helemaal laag.
2. Zet de RP201 en de aangesloten actieve luidsprekers uit.
3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4. Zet de RP201 aan.
5. Zet de aangesloten actieve luidsprekers aan.
6. Pas het volumeniveau op de RP201 en de aangesloten
luidsprekers aan.
Als u het klavier van de RP201 bespeelt, wordt het geluid via de aan­gesloten actieve luidsprekers gespeeld.
De stroom uitzetten
Versterkte luidsprekers,
geluidssysteem, enz.

Geluiden van een geluidsapparaat via de RP201 spelen

fig.RP201Audio2-e.eps
Ingangsjacks
Draagbare muziekspeler, enz.
Uitgang (Line Out)
1. Zet het volume van de RP201 en het geluidsapparaat dat
u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de RP201 en het aangesloten geluidsapparaat uit.
3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4. Zet het aangesloten geluidsapparaat aan.
5. Zet de RP201 aan.
6. Pas het volumeniveau op de RP201 en het aangesloten
geluidsapparaat aan.
De geluiden van het aangesloten geluidsapparaat worden door de RP201 gespeeld.
Het volume kan met gebruik van de regelingen van het geluidsapparaat worden aangepast.
1. Zet het volume van de RP201 en de luidsprekers die u
gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de aangesloten actieve luisprekers uit.
3. Zet de RP201 uit.
46
De stroom uitzetten
1. Draai het volume van de RP201 en het aangesloten
geluidsapparaat helemaal laag.
2. Zet de RP201 uit.
3. Zet het aangesloten geluidsapparaat uit.
Aansluiten op andere apparaten
MIDI IN
MIDI-geluidsmodule
MIDI-kabel
MIDI Out-
aansluiting

Aansluiten op MIDI-apparaten

Door een extern MIDI-apparaat aan te sluiten en uitvoeringsdata uit te wisselen, kunt u het ene apparaat vanaf het andere bedienen. U kunt bijvoorbeeld geluid vanaf het andere instrument uitsturen of op het andere instrument van geluiden veranderen.
Wat is MIDI?
MIDI, een afkorting van ‘Musical Instrument Digital Interface’, werd ontwikkeld als een universele standaard voor het uitwisselen van uitvoeringsdata tussen elektronische muziekinstrumenten en computers.
De RP201 is uitgerust met MIDI-aansluitingen,, zodat uitvoeringsdata met externe apparaten kan worden uitgewisseld. Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om de RP201 op een extern apparaat aan te sluiten, voor een nog grotere veelzijdigheid.
* Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag en schakelt u alle apparaten uit
voordat aansluitingen worden gemaakt.

Een MIDI-sequencer op de RP201 aansluiten

fig.MIDI1-e2.eps
MIDI Out/In-
aansluitingen
MIDI-kabel
MIDI-sequencer
De Roland MT serie aansluitend
fig.MIDI1-e.eps
MIDI Out-
aansluiting

Geluiden van een MIDI-geluidsmodule produceren door de RP201 te bespelen

fig.RP201MIDI2-e.eps
De aansluiting maken
1. Draai het volume van de RP201 en het MIDI-apparaat dat
u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de RP201 en het MIDI-apparaat dat u gaat aansluiten
uit.
MIDI-kabel
MIDI IN
3. Gebruik MIDI-kabels (apart verkrijgbaar) om de MIDI-
aansluitingen met elkaar te verbinden.
4. Zet de RP201 en het aangesloten apparaat aan.
5. Pas het volumeniveau op de RP201 en het aangesloten
apparaat aan.
6. Zonodig moet het MIDI-zendkanaal ook ingesteld
worden (p.42).
Roland MT serie
Wanneer de RP201 op een MIDI-sequencer is aangesloten, stelt u deze op ‘Local Off’ in. Zie ‘Dubbele noten voorkomen wanneer u met een sequencer werkt (Local Control)’ (p.41).
47
Aansluiten op andere apparaten

Een computer aansluiten

U kunt een USB MIDI-interface kabel (apart verkrijgbaar) gebruiken om de RP201 op een computer aan te sluiten.
Als u een computer aansluit waarop sequencer software is geïnstal­leerd, kunt u dit instrument de muziek die door de sequencer wordt verzonden laten spelen, en kunt u songs die op dit instrument zijn opgenomen op de computer opslaan.
Aansluitingsvoorbeelden
* Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te
voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag, en schakelt u alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt.
* Om verbindingen met de computer te maken moet ‘MIDI-Driver’
software op de computer worden geïnstalleerd. Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de MIDI-interface.
Gebruik een USB MIDI-interface kabel om de USB-aansluiting van de computer met de MIDI-aansluitingen van de RP201 te verbinden.
fig.RP201comp.e.eps
MIDI Out/In­aansluitingen
USB-aansluiting van de computer
USB MIDI-interface
Computer
48

Probleemoplossing

Wanneer u een probleem vermoedt, lees dit dan eerst.
Symptoom Oorzaak/Actie Pagina
Stroom gaat niet aan Is de adapter op juiste wijze aangesloten? p. 16
Is het pedaal op juiste wijze aangesloten? Steek de kabel stevig in de pedaal-aansluiting.
Als u de pedaalkabel uit de RP201 verwijdert terwijl de stroom aan is, kan het pedaal effect ‘blijven hangen’ in de On positie. U moet de RP201 eerst uitzetten voordat de pedaalkabel wordt aangesloten of losgekoppeld.
Als u de functie van het soft pedaal of sostenuto pedaal heeft veranderd, zullen deze pedalen niet als het soft pedaal of sostenuto
Pedaal werkt niet of ‘zit vast’
Een ‘brom’ is vanaf externe apparaten te horen
Het apparaat dat op de ingangsjacks is aangesloten heeft onvoldoende volume
Geen geluid
Geen geluid
Geen geluid als een song wordt gespeeld
Geen geluid van de noten uiterst links op het klavier
Geen geluid (als een MIDI-apparaat is aangesloten)
Niet alle noten die u speelt zijn hoorbaar
Noten klinken niet zoals het hoort
Toonhoogte van het klavier of de song is onjuist
Geluiden zijn tweemaal te horen als het klavier wordt bespeeld
Het verkeerde instrument wordt geselecteerd als de [Strings], [Voices] of [Others]-knop wordt ingedrukt
Het effect wordt niet toegepast
pedaal functioneren.
Heeft u de manier waarop het pedaaleffect wordt toegepast veranderd? Het pedaal wordt alleen op de rechterklank toegepast als u het rechter pedaal aan de rechterkant heeft toegewezen, of alleen aan de klinkerklank als u het aan de linkerkant heeft toegewezen.
Is Twin Piano ingeschakeld? Als Twin Piano is ingeschakeld, wordt het rechter pedaal alleen op de rechterhandsectie van het klavier toegepast, en het linker pedaal alleen op de linkerhandsectie van het klavier toegepast.
Zijn de externe apparaten op meer dan één stopcontact aangesloten? Als u externe apparaten aansluit, moeten deze op hetzelfde stopcontact worden aangesloten.
Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat? Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
Kan het zijn dat het volume van de RP201 of van de aangesloten apparatuur laag is ingesteld?
Is er een koptelefoon aangesloten? Is er een plug in de koptelefoonjack gestoken? De luidsprekers produceren geen geluid wanneer een koptelefoon of een plug in de koptelefoonjacks is gestoken.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als een song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als een song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
Kan het volume van de song op ‘0’ zijn ingesteld? p. 29
Is V-LINK ingeschakeld? Als V-LINK aan is, worden de laagste twaalf noten van het toetsenbord gebruikt voor besturing van het beeld, en produceren geen geluid.
Zijn alle apparaten aangezet?
Zijn de MIDI-kabels correct aangesloten? p. 47
Komen de MIDI-kanalen van de RP201 en die van het aangesloten apparaat overeen? p. 42
De maximale gelijktijdige polyfonie is 128 noten. Als u Dual Play gebruikt, als u met een song meespeelt of als u het demperpedaal veelvuldig gebruikt, kan de uitvoerings-data de beschikbare polyfonie overschrijden, waardoor sommige noten kunnen uitvallen.
Heeft u Transpose-instellingen gemaakt?
Is de Master Tune-instelling correct? p. 38
Is de instelling voor de temperatuur (stemming) correct? p. 38
Staat de RP201 in de Dual Play mode? p. 23
Als de RP201 op een externe sequencer is aangesloten, zet de Local Control dan op Off. Anders moet de Soft Thru optie van de sequencer worden uitgeschakeld.
De klankknoppen [E. Piano], [Strings] en [Others] werken ook als knoppen waarmee “aanbevolen geluiden’ worden geselecteerd. Als de RP201 in de fabrieksinstellingen op een computer waarop ‘VIMA TUNES PLAYER’ draait wordt aangesloten, en een song die voor de VIMA (VIMA TUNES) is geproduceerd wordt geselecteerd, zullen de geluiden die geschikt zijn voor de betreffende song automatisch aan de [E. Piano], [Strings], en [Others]-knoppen worden toegewezen. Op die manier kunt u ‘aanbevolen’ geluiden selecteren door één van deze knoppen in te drukken. U kunt ook instellingen maken, zodat ‘aanbevolen’ geluiden niet automatisch worden toegewezen.
Als de Dual uitvoering of Split uitvoering wordt gebruikt, en verschillende effecten voor de twee geselecteerde klanken zijn gespecificeerd, zal het effect niet op klank 2 worden toegepast (als Dual uitvoering wordt gebruikt) of het linkerhandgeluid (als Split uitvoering wordt gebruikt).
p. 16
p. 37
p. 37
p. 36
p. 18
p. 46, p. 47
p. 20
p. 41
p. 41
p. 43
p. 22 p. 29
p. 41
p. 41
49
Probleemoplossing
Symptoom Oorzaak/Actie Pagina
Weerkaatsing blijft, zelfs als het Reverb­effect wordt opgeheven
Het geluid van de hoge noten verandert plotseling vanaf een bepaalde toets
Een hoog klinkend geluid is hoorbaar
Lage noten klinken verkeerd of zijn brommerig
Song wordt niet juist afgespeeld
Song wil niet spelen
Alleen het geluid van een bepaald instrument in een song wordt niet gespeeld
De opgenomen uitvoering is verdwenen
Het pianogeluid van de RP201 simuleert op natuurgetrouwe wijze de diepte en de resonantie van een akoestische piano, waardoor het kan lijken alsof er galm is, zelfs als het Reverb-effect is opgeheven. * Door de Key Off Resonance (p.40) te verlagen kan dit verbeteren.
Op een akoestische piano blijven ongeveer anderhalf octaaf aan noten aan de rechterkant van het klavier klinken, ongeacht het demperpedaal. Deze noten hebben ook een iets ander klankkarakter. De RP201 simuleert deze eigenschap van akoestische piano’s op getrouwe wijze. Op de RP201 verandert de reeks waarop het demperpedaal niet van invloed is, afhankelijk van de Transpose­instelling.
Als dit via de koptelefoon te horen is:
Pianogeluiden die een helder en knisperend geluid hebben, bevatten aanzienlijk veel hoge frequentiecomponenten die kunnen klinken alsof een toegevoegd metaalachtig gerinkel is toegevoegd. Dit komt doordat de eigenschappen van een echte piano op zeer getrouwe wijze gereproduceerd worden, en duidt niet op een storing. Dit gerinkel is sterker aanwezig als er veel Reverb-effect wordt toegepast, dus dit kan mogelijk geminimaliseerd worden door de hoeveelheid Reverb te verminderen.
Als dit niet via de koptelefoon te horen is:
Er is mogelijk een andere reden (zoals resonantie binnen het apparaat zelf). Raadpleeg een handelaar of een Roland Service Centrum bij u in de buurt.
Als het volume op de maximaal wordt ingesteld kan het geluid vervormen, afhankelijk van de manier waarop u speelt. Als dit gebeurt, verlaag dan het volume.
Als u dit Niet via de koptelefoon hoort:
Door op een hoog volume te spelen, kunnen de luidsprekers of objecten in de buurt van de RP201 resoneren. Fluorescerende verlichting of glazen deuren kunnen ook meetrillen. Dit komt vaker voor bij lage noten en hoge volumes. U kunt de volgende maatregelen treffen om resonantie tot een minimum te beperken.
• Plaats de luidsprekers op 10 tot 15 cm afstand van muren of andere oppervlakken.
• Stel het volume laag in.
• Neem meer afstand van objecten die resoneren.
Als dit via de koptelefoon te horen is:
Er kan een andere oorzaak aan ten grondslag liggen. Neem contact op met een handelaar of een Roland Service Centrum bij u in de buurt.
Wordt de indicatie ‘dEL’ in het scherm weergegeven? Interne songs kunnen niet gespeeld worden als u een uitvoering heeft opgenomen en die nog niet heeft opgeslagen. Verwijder of sla deze uitvoerings-data op, en dan kunt u de song afspelen.
Is een track gedempt (Mute)? Tracks die op Mute zijn ingesteld worden niet afgespeeld. Houd de [ ] -knop ingedrukt en druk op [E. Piano], [Strings] en/of [Others] (de indicator moet oplichten).
Uw opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom van de RP201 uitzet of een song selecteert. De uitvoering die verloren is gegaan, kan op geen enkele manier worden hersteld. Voordat u de stroom uitzet moet u de opgenomen uitvoering in het interne geheugen opslaan.
p. 18
p. 27
p. 28
p. 32
50

Storingsmeldingen

Indicatie Betekenis
Er is niet voldoende vrij geheugen in de opslagbestemming. Verwijder onnodige bestanden (p.32) en probeer het opnieuw.
Het interne geheugen van de RP201 is vol.
De RP201 kan de overmatige hoeveelheid MIDI-data die van het externe MIDI-apparaat wordt verzonden niet verwerken. Reduceer de hoeveelheid MIDI-data die naar de RP201 wordt gezonden.
Een MIDI-kabel is ontkoppeld. Sluit deze stevig en zorgvuldig aan.
Een storing in MIDI-overdracht is opgetreden. Controleer de MIDI-kabel en het aangesloten MIDI-apparaat.
Er kan een probleem zijn met het systeem. Herhaal de procedure vanaf het begin. Als dit probleem niet is verholpen nadat u het enige malen heeft geprobeerd, neemt u contact op met een Roland Service Centrum.
De Panel Lock-functie is ingeschakeld (p.45).
De Twin Piano-functie is ingeschakeld (p.36).
Als u een uitvoering opneemt, en een song selecteert voordat u de opname heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ knipperend in het scherm verschijnen (p.27).
51

Klankenlijst

[Piano] knop
Nr. Naam
1 Grand Piano1
2 Piano + Str.
3 Harpsichord
4 Grand Piano2
5 Piano+Choir
6 Honky-tonk
[E. Piano] knop
Nr. Naam
1 Pop E.Piano
2 FM E.Piano
3 Vibraphone
4 Celesta
5 '60s E.Piano
6 Clav.
7 Morning Lite
[Strings] knop
Nr. Naam
1 Rich Strings
2 OrchestraStr
3 Harp
4 Violin
5 Flute
6 PizzicatoStr
7 DecayStrings (*)
* Klanken die met een (*) worden
aangegeven zijn geschikt om samen (gestapeld) met een pianoklank gespeeld te worden.
[Others] knop
Nr. Naam
Organ
1 ChurchOrgan1
2 ChurchOrgan2
3 Combo Jz.Org
4 Ballad Organ
5 Nason flt 8'
6 Mellow Bars
7 Light Organ
8 Lower Organ
Voice
9 Aerial Choir
10 Jazz Scat
11 Soft Pad
12 Female Aahs
13 Male Aahs
14 Thum Voice
15 Decay Choir (*)
16 Dcy ChoirPad (*)
* Klanken die met een (*) worden
aangegeven zijn geschikt om samen (gestapeld) met een pianoklank gespeeld te worden.
Guitar
17 Nylon-str.Gt
18 Steel-str.Gt
19 AcousticBass
20 A.Bass+Cymbl
21 FingeredBass
GM2
22 STANDARD Set
23 ROOM Set
24 POWER Set
25 ELEC.Set
26 ANALOG Set
27 JAZZ Set
28 BRUSH Set
29 ORCH.Set
30 SFX Set
31 Piano 1
32 Piano 1w
33 Piano 1d
34 Piano 2
35 Piano 2w
36 Piano 3
Nr. Naam
37 Piano 3w
38 Honky-tonk
39 Honky-tonk w
40 E.Piano 1
41 Detuned EP 1
42 Vintage EP
43 '60s E.Piano
44 E.Piano 2
45 Detuned EP 2
46 St.FM EP
47 EP Legend
48 EP Phase
49 Harpsichord
50 Coupled Hps.
51 Harpsi.w
52 Harpsi.o
53 Clav.
54 Pulse Clav.
55 Celesta
56 Glockenspiel
57 Music Box
58 Vibraphone
59 Vibraphone w
60 Marimba
61 Marimba w
62 Xylophone
63 TubularBells
64 Church Bell
65 Carillon
66 Santur
67 Organ 1
68 TremoloOrgan
69 '60s Organ
70 Organ 2
71 Perc.Organ 1
72 Chorus Organ
73 Perc.Organ 2
74 Rock Organ
75 Church Org.1
76 Church Org.2
77 Church Org.3
78 Reed Organ
79 Puff Organ
80 Accordion 1
81 Accordion 2
82 Harmonica
52
Klankenlijst
Nr. Naam
83 Bandoneon
84 Nylon-str.Gt
85 Ukulele
86 Nylon Gt o
87 Nylon Gt 2
88 Steel-str.Gt
89 12-str.Gt
90 Mandolin
91 Steel+Body
92 Jazz Guitar
93 Hawaiian Gt
94 Clean Guitar
95 Chorus Gt 1
96 Mid Tone Gt
97 Muted Guitar
98 Funk Guitar1
99 Funk Guitar2
100 Chorus Gt 2
101 Overdrive Gt
102 Guitar Pinch
103 DistortionGt
104 Gt Feedback1
105 Dist.Rtm Gt
106 Gt Harmonics
107 Gt Feedback2
108 AcousticBass
109 FingeredBass
110 Finger Slap
111 Picked Bass
112 FretlessBass
113 Slap Bass 1
114 Slap Bass 2
115 Synth Bass 1
116 WarmSyn.Bass
117 Synth Bass 3
118 Clav.Bass
119 Hammer
120 Synth Bass 2
121 Synth Bass 4
122 RubberSyn.Bs
123 Attack Pulse
124 Violin
125 Slow Violin
126 Viola
127 Cello
128 Contrabass
Nr. Naam
129 Tremolo Str.
130 PizzicatoStr
131 Harp
132 Yang Qin
133 Timpani
134 Strings
135 Orchestra
136 '60s Strings
137 Slow Strings
138 Syn.Strings1
139 Syn.Strings3
140 Syn.Strings2
141 Choir 1
142 Choir 2
143 Voice
144 Humming
145 Synth Voice
146 Analog Voice
147 OrchestraHit
148 Bass Hit
149 6th Hit
150 Euro Hit
151 Trumpet
152 Dark Trumpet
153 Trombone 1
154 Trombone 2
155 Bright Tb
156 Tuba
157 MuteTrumpet1
158 MuteTrumpet2
159 French Horn1
160 French Horn2
161 Brass 1
162 Brass 2
163 Synth Brass1
164 Synth Brass3
165 AnalogBrass1
166 Jump Brass
167 Synth Brass2
168 Synth Brass4
169 AnalogBrass2
170 Soprano Sax
171 Alto Sax
172 Tenor Sax
173 Baritone Sax
174 Oboe
Nr. Naam
175 English Horn
176 Bassoon
177 Clarinet
178 Piccolo
179 Flute
180 Recorder
181 Pan Flute
182 Bottle Blow
183 Shakuhachi
184 Whistle
185 Ocarina
186 Square Lead1
187 Square Lead2
188 Sine Lead
189 Saw Lead 1
190 Saw Lead 2
191 Doctor Solo
192 Natural Lead
193 SequencedSaw
194 Syn.Calliope
195 Chiffer Lead
196 Charang
197 Wire Lead
198 Solo Vox
199 5th Saw Lead
200 Bass+Lead
201 Delayed Lead
202 Fantasia
203 Warm Pad
204 Sine Pad
205 Polysynth
206 Space Voice
207 Itopia
208 Bowed Glass
209 Metallic Pad
210 Halo Pad
211 Sweep Pad
212 Ice Rain
213 Soundtrack
214 Crystal
215 Synth Mallet
216 Atmosphere
217 Brightness
218 Goblins
219 Echo Drops
220 Echo Bell
53
Klankenlijst
Nr. Naam
221 Echo Pan
222 Star Theme
223 Sitar 1
224 Sitar 2
225 Banjo
226 Shamisen
227 Koto
228 Taisho Koto
229 Kalimba
230 Bagpipe
231 Fiddle
232 Shanai
233 Tinkle Bell
234 Agogo
235 Steel Drums
236 Woodblock
237 Castanets
238 Taiko
239 Concert BD
240 Melodic Tom1
241 Melodic Tom2
242 Synth Drum
243 TR-808 Tom
244 Elec.Perc.
245 Reverse Cym.
246 Gt FretNoise
247 Gt Cut Noise
248 BsStringSlap
249 Breath Noise
250 Fl.Key Click
251 Seashore
252 Rain
253 Thunder
254 Wind
255 Stream
256 Bubble
257 Bird 1
258 Dog
259 Horse Gallop
260 Bird 2
261 Telephone 1
262 Telephone 2
263 DoorCreaking
264 Door
265 Scratch
266 Wind Chimes
Nr. Naam
267 Helicopter
268 Car Engine
269 Car Stop
270 Car Pass
271 Car Crash
272 Siren
273 Train
274 Jetplane
275 Starship
276 Burst Noise
277 Applause
278 Laughing
279 Screaming
280 Punch
281 Heart Beat
282 Footsteps
283 Gun Shot
284 Machine Gun
285 Laser Gun
286 Explosion
* Als u in de klankgroep ‘Others’ de [-] of [+]-
knop ingedrukt houdt om doorlopend van klank te veranderen, zullen de klanken niet meer veranderen op nummer 22 en nummer 31. Om het volgende geluid te selecteren moet u de [-] of [+]-knop loslaten, en dan weer indrukken.
54

Lijst van interne songs

Nr. Song naam Componist
1 La Fille aux Cheveux de Lin Claude Achille Debussy
2 La Campanella Franz Liszt
3 Trio Grande (*) John Maul
4 Scherzo No.2 Fryderyk Franciszek Chopin
5 Sonate No.15 Wolfgang Amadeus Mozart
6 Liebesträume 3 Franz Liszt
7 Étude, op.10-3 Fryderyk Franciszek Chopin
8 Je te veux Erik Satie
9 Valse, op.64-1 Fryderyk Franciszek Chopin
10 Golliwog’s Cakewalk Claude Achille Debussy
11 Fantaisie-Impromptu Fryderyk Franciszek Chopin
12 Arabesque 1 Claude Achille Debussy
13 An der schönen, blauen Donau Johann Strauss, Sohn
14 Auf Flügeln des Gesanges Felix Mendelsshon
15 Mazurka No.5 Fryderyk Franciszek Chopin
16 Gymnopédie 1 Erik Satie
17 Étude, op.25-1 Fryderyk Franciszek Chopin
18 Clair de Lune Claude Achille Debussy
19 Étude, op.10-5 Fryderyk Franciszek Chopin
20 Dr. Gradus ad Parnassum Claude Achille Debussy
21 Grande Valse Brillante Fryderyk Franciszek Chopin
22 La prière d’une Vierge Tekla Badarzewska
23 Course en Troïka Peter Ilyich Tchaikovsky
24 To The Spring Edvard Hagerup Grieg
25 Valse, op.64-2 Fryderyk Franciszek Chopin
26 Radetzky Marsch Johann Baptist Strauss
27 Träumerei Robert Alexander Schumann
28 Moments Musicaux 3 Franz Peter Schubert
29 Prélude, op.28-15 Fryderyk Franciszek Chopin
30 Harmonious Blacksmith Georg Friedrich Händel
31 Ungarische Tänze 5 Johannes Brahms
32 Türkischer Marsch Ludwig van Beethoven
33 Nocturne No.2 Fryderyk Franciszek Chopin
34 Frühlingslied Felix Mendelsshon
35 Präludium Johann Sebastian Bach
36 Jägerlied Felix Mendelsshon
37 Menuet Antique Maurice Ravel
38 Für Elise Ludwig van Beethoven
39 Türkischer Marsch Wolfgang Amadeus Mozart
40 Ständchen Franz Peter Schubert
41 Humoreske
42 Blumenlied Gustav Lange
43 Alpenglöckchen Theodor Oesten
44 Menuett G dur Ludwig van Beethoven
45 Venezianisches Gondellied Felix Mendelsshon
46 Alpenabendröte Theodor Oesten
Nr. Song naam Componist
47 Farewell to the Piano Ludwig van Beethoven
48 Brautchor Wilhelm Richard Wagner
49 Battle of Waterloo Wilma Anderson-Gilman
50 Wiener Marsch Carl Czerny
51 Le Coucou Louis Claude Daquin
52 Menuett G dur Johann Sebastian Bach
53 Spinnerlied Albert Ellmenreich
54 Gavotte François Joseph Gossec
55 Heidenröslein Gustav Lange
56 Zigeuner Tanz Heinrich Lichner
57 La Cinquantaine Gabriel Marie
58 Csikos Post Hermann Necke
59 Dolly’s Dreaming Awakening Theodor Oesten
60 La Violette Louis Streabbog
61 Fröhlicher Landmann Robert Alexander Schumann
62 Sonatine op.36-1 Muzio Clementi
63 Sonatine op.20-1 Friedrich Kuhlau
64 Sonatine No.5 Ludwig van Beethoven
65 Fly Free (*) John Maul
* Songs met een asterisk (*) zijn originele songs, gecomponeerd voor de
Roland Corporation. Het auteursrecht op deze songs is in eigendom van de Roland Corporation.
* Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal
voor andere doeleinden dan strikt persoonlijke is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
55

Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen

Instellingen Pagina
Key Touch p. 21
Brilliance p. 18
Reverb (On/Off, Depth) p. 22
Dual Balance p. 35
Split Point p. 25
Transpose Mode p. 35
Damper Pedal Part p. 37
Master Tuning p. 38
Temperament (Temperament, Temperament Key) p. 38, p. 39
Stretch Tuning p. 39
Damper Resonance p. 40
String Resonance p. 40
Key Off Resonance p. 40

Over de geluidsgenerator van de RP201

General MIDI
De General MIDI is een serie aanbevelingen die tot doel heeft een manier te bieden om de beperkingen van merkgebonden ontwerpen te ontstijgen, en de MIDI-mogelijkheden van geluidsgenererende apparaten te standaardiseren. Geluidsgenererende apparaten en muziekbestanden die aan de General MIDI-standaard voldoen, dragen het General MIDI- logo. Muziekbestanden met het General MIDI-logo kunnen op elk General MIDI- geluidsge­nererend apparaat worden afgespeeld, waarbij op ieder apparaat vrijwel dezelfde muzikale uitvoering wordt geproduceerd.
General MIDI 2
De opwaarts compatibele General MIDI 2-aanbevelingen gaan verder waar de originele General MIDI ophield, en bieden verbeterde expressieve mogelijkheden en een nog grotere compatibiliteit. Zaken die niet door de originele General MIDI-aanbevelingen werden ondervangen, zoals de manier waarop geluiden worden bewerkt, en hoe effecten behandeld dienen te worden, zijn nu nauwkeurig gedefinieerd. Bovendien zijn de beschikbare geluiden uitgebreid. General MIDI 2-geluidsgeneratoren kunnen muziekbestanden die het General MIDI of General MIDI 2-logo dragen op betrouwbare wijze afspelen.
In sommige gevallen wordt de conventionele vorm van General MIDI, welke de nieuwe verbeteringen niet bevat, ‘General MIDI 1’ genoemd, ter onder­scheiding van General MIDI 2.
GS Format
Het GS-formaat is de serie specificaties van Roland voor standaardisering van de uitvoering van geluidsgenererende apparaten. Naast ondersteuning voor alles dat door General MIDI is gedefinieerd, biedt het uitermate compatibele GS-formaat een groter aantal geluiden, de geluiden kunnen bewerkt worden en vele details voor een brede reeks extra mogelijkheden, waaronder effecten als Reverb en Chorus. Ontworpen met de toekomst in gedachten, kan het GS- formaat nieuwe geluiden direct onderbrengen en nieuwe hardware mogelijkheden ondersteunen wanneer deze gereed zijn. Omdat dit opwaarts compatibel is met General MIDI, kan het GS-formaat van Roland GM scores op betrouwbare wijze afspelen, evenals het uitvoeren van GS-muziekbestanden (muziekbestanden die met het GS-formaat in gedachten zijn gecreëerd).
XGlite
XG is een geluidsgenerator formaat van YAMAHA Corporation, dat de manieren waarop stemmen worden uitgebreid of bewerkt, en de structuur en het type van effecten definieert, ter aanvulling op de General MIDI 1-specificatie. XGlite is een vereenvoudigde versie van het XG-geluidsgeneratie­formaat. U kunt XG- muziekbestanden met gebruik van een XGlite geluidsgenerator afspelen. U moet echter onthouden dat sommige muziekbe­standen anders worden afgespeeld in vergelijking met de originele bestanden, door het gereduceerde aantal regelingsparameters en effecten.
56

MIDI Implementatiekaart

DIGITAL PIANO Model RP201
MIDI Implementatiekaart
MIDI Implementatiekaart
Versie : 1.00
Basic Channel
Mode
Note Number :
Velocity
After Touch
Pitch Bend
Control Change
Functie...
Default Changed
Default Messages Altered
True Voice
Note ON Note OFF
Key’s Ch’s
100, 101
0, 32
6, 38
10 11 64 65 66 67 84 91 93
98, 99
1
16
1
Mode 3 x
**************
15–113
**************
O O
x x
x
O
1
x
5
x x
7
x x O O x O O x O x x x
Verzonden Herkend Opmerkingen
1–16 1–16
Mode 3 Mode 3, 4 (M=1)
* 2
0–127 0–127
O O
O O
*1 *1
O
O O O O O O O O O O O O O (Reverb) O (Chorus) O O
*1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1
*1 *1
Bank select Modulation Portamento time Data entry Volume Panpot Expression Hold 1 Portamento Sostenuto Soft Portamento control Effect1 depth Effect3 depth NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB
Prog Change
: True #
System Exclusive
System Common
System Real Time
Aux Message
: Song Pos : Song Sel : Tune
: Clock : Commands
: All sound off :
Reset all controllers : Local Control : All Notes OFF : Active Sense : Reset
Notes
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY
0–127
**************
O
x x x
O O
x x x x O x
O 0–127
O
x x x
x x
O (120, 126, 127) O O O (123–125) O x
* 1 O x is selectable by Sys Ex. * 2 Recognized as M=1 even if M1.
Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO
Program number 1–128
O : Ja X : Nee
57

Specificaties

RP201: Digital Piano
<Keyboard>
Keyboard 88 toetsen PHA αII (Progressieve hameractie αII)
Aanslaggevoeligheid Aanslaggevoeligheid: 5 niveaus / vaststaande aanslaggevoeligheid
Keyboard Mode Whole
Dual (aanpasbare volumebalans) Split (aanpasbaar splitspunt) Twin Piano
<Geluidsgenerator> 88 toetsen stereo multi-sampled pianogeluid, voldoet aan GM2/GS/XGlite
Max. polyfonie 128 stemmen
Klanken 306 klanken (inclusief 8 drumsets, SFX set)
Temperatuur 8 types, selecteerbare temperatuur toonsoort
Stretch Tuning Aan/uit
Master Tuning 415.3-466.2 Hz (aanpasbaar met toenames van 0.1 Hz)
Transpositie Transpose: -6-+5 (in halve tonen)
Playback Transpose: -6-+5 (in halve tonen)
Effecten Reverb (Off/1-10)
String Resonance (alleen voor pianoklanken, Off, 1-10) Damper Resonance (alleen voor pianoklanken, Off/1-10) Key Off Resonance (alleen voor pianoklanken, Off/1-10)
<Recorder>
Tracks 1 track
Songs Recordersectie: 1 song
Intern geheugen: max. 20 songs
Nootopslag Ongeveer 30.000 noten
Regeling Song select, Play/Stop, Rec, vorige/terugspoelen, volgende/vooruitspoelen, Track Mute, Tempo, Tempo Mute, All
Song Play, Count-In, Song Volume
Tempo Kwartnoot = 10 tot 500
Resolutie 120 tikken per kwartnoot
Metronoom Maatsoort: 2/2, 0/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8, 9/8, 12/8
Volume: 0–10
<Intern geheugen>
Songs Max. 20 songs
Songs opslaan Standaard MIDI-bestanden (Formaat 0)
<Overigen>
Interne songs 65 songs
Nominaal vermogen 12 W x 2
Luidsprekers 12 cm x 2
Scherm 7 segmenten, 3 tekens LED
Regeling Volume
Pedaal Demper (in staat tot doorlopende detectie)
Overige functies Panel Lock, V-LINK
Aansluitingen DC In Jack
Soft (in staat tot doorlopende detectie, toewijsbare functie), Sostenuto (toewijsbare functie)
Pedaalaansluiting Input jacks (L/Mono, R) Output jacks (L, Mono, R) MIDI-aansluitingen (In, Out) Phones Jack (stereo x 2)
58
Stroomverbruik 24 W
Afmetingen (inclusief speciale standaard)
Gewicht (inclusief speciale standaard)
Accessoires Gebruikershandleiding
962a
In het kader van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen.
1.397 (B) x 424 (D) x 992 (H) mm (met geïnstalleerde muzieksteun)
1.397 (B) x 424 (D) x 834 (H) mm (zonder muzieksteun)
43 kg
Adapter Netsnoer (voor aansluiting van adapter) Koptelefoonhaak Muzieksteun Bevestigingsschroeven voor muzieksteun
Specificaties
59

Index

Symbolen
[+]-knop........................................................................ 14
[-]-knop ......................................................................... 14
A
Aanbevolen klank ..................................................... 41
Aanslaggevoeligheid van klavier ........................ 21
Aansluiten
Adapter.................................................................... 16
Geluidsapparatuur............................................... 46
Computer................................................................ 48
MIDI-apparaat........................................................ 47
Pedaalsnoer............................................................ 16
Adapter .........................................................................16
Afspelen........................................................................ 27
All Song Play .......................................................... 28
Elk gedeelte............................................................ 28
Tempo ......................................................................29
Volume..................................................................... 29
Arabisch........................................................................ 38
B
Brilliance .......................................................................18
BuP.................................................................................. 44
C
Center Pedal functie................................................. 37
Center/Left pedaalfunctie...................................... 37
Composer MIDI Out.................................................. 42
Computer.............................................................. 41, 48
Count-In........................................................................ 26
D
Damper Pedal Part.................................................... 37
Damper/Center/Left Pedal Part ........................... 37
Demperpedaal ............................................. 19, 37, 40
Demper resonantie............................................ 19, 40
DC In Jack..................................................................... 15
Dual Balance ............................................................... 35
E
Een song opslaan ......................................................32
Een song selecteren .................................................27
F
Factory Reset............................................................... 44
Function mode........................................................... 34
G
Gelijkzwevend............................................................ 38
GM2................................................................................ 56
GS.................................................................................... 56
K
Koptelefoonhaak................................................ 15, 20
Koptelefoon................................................................. 20
Koptelefoon Jack....................................................... 20
I
Input Jack..................................................................... 14
Instellingen.................................................................. 34
Klavier....................................................................... 35
MIDI........................................................................... 41
Pedaal....................................................................... 37
Onthouden..............................................................44
Stemmen..................................................................38
K
Key Off Resonance.....................................................40
Key Touch .....................................................................21
Kirnberger.....................................................................38
Klavierinstellingen.....................................................35
L
Left Pedal functie .......................................................37
Linkerpedaal ................................................................19
Local Control................................................................41
M
Maatsoort......................................................................26
Master Tuning .............................................................38
Memory Backup...................................................44, 56
Metronoom..................................................................26
[Metronome]-knop....................................................14
Metronoom volume..................................................26
Middelste pedaal........................................................19
Middentoon.................................................................38
MIDI................................................................... 41-42, 47
MIDI In/Out-aansluiting...........................................15
MIDI-zendkanaal ........................................................42
O
Octave Shift..................................................................35
Omhulde klem ............................................................16
Output Jack..................................................................15
P
Panel Lock.....................................................................45
Pedaal.............................................................................19
Pedal Jack .....................................................................16
Playback Transpose...................................................29
Power On ......................................................................18
[Power]-schakelaar.............................................14, 18
Probleemoplossing ...................................................49
[ ] knop ..........................................................14
Pythagorisch................................................................38
R
Regulateur ....................................................................19
Reine stemming .........................................................38
[ ] knop ...................................................................14
Resonantie....................................................................40
[Reverb]-knop..............................................................14
Rechterpedaal.............................................................19
S
SnG..................................................................................22
Soft pedaal ...................................................................19
[Song]-knop .................................................................14
Songs verwijderen.....................................................32
Sostenuto pedaal.......................................................19
Specificaties .................................................................58
[Split]-knop...................................................................14
Split Play........................................................................24
Splitspunt......................................................................25
Standaard toonhoogte ............................................38
Stemmen.......................................................................38
Stretch Tuning.............................................................39
String Resonance .......................................................40
Systeeminstellingen..................................................34
T
Temperatuur................................................................38
Temperatuur toonsoort...........................................39
Tempo............................................................................ 29
Tempo Mute................................................................ 29
TONE knoppen ...........................................................14
Tonica.............................................................................39
Transponeren................................................ 22, 29, 35
[Transpose]-knop....................................................... 14
Transpose mode ........................................................35
Twin Piano.................................................................... 36
V
VIMA TUNES................................................................. 41
VIMA TUNES PLAYER ................................................41
V-LINK.............................................................................43
Volume
Algeheel...................................................................18
Koptelefoon............................................................ 20
Song ..........................................................................29
[Volume]-knop.............................................. 14, 18, 20
W
Werckmeister ..............................................................38
X
XGlite.............................................................................. 56
Z
Zendkanaal
MIDI ...........................................................................42
V-LINK .......................................................................43
60
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMCD 2004/108/EC.
Voor EU-Landen
Voor EU-Landen
Loading...