Roland RMP-5 User Manual [it]

Gebruikershandleiding

Lees alvorens dit toestel te gebruiken aandachtig de volgende pagina’s: ‘VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 2; p. 4). Deze pagina’s bevatten belangrijke informatie omtrent de correcte bediening van het toestel. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuwe toestel voldoende beheerst, dient u de handleiding in haar geheel te lezen. Bewaar de handleiding binnen handbereik als een handige referentie.

Voornaamste eigenschappen

54 hoogwaardige klanken, waaronder 14 snaardrums.

De gaasvellen klinken zacht en bieden een natuurlijke feel en respons.

Oefen zoveel u wilt en controleer uw vooruitgang.

Dankzij de batterij kunt u overal oefenen.

Makkelijk leesbaar, groot lcd-scherm.

Metronoom

De bewegende naald en ingebouwde ledjes van de metronoom bieden visuele tempoindicaties.

24 ritmetypes en 24 verschillende maatsoorten, waaronder samengestelde maatsoorten.

22 verschillende patronen, waaronder Samba Kick en Jazz Ride.

Kenmerken van de Rhythm Coach

TIME CHECK: geeft een visuele controle van uw timing in real time.

STROKE BALANCE: controleert zowel uw speeldynamiek als timing.

ACCURACY SCORE: geeft een score aan de nauwkeurigheid van uw timing.

QUIET COUNT: om een perfect tempo te ontwikkelen

AUTO UP/DOWN: om uw uithoudingsvermogen te ontwikkelen

RHYTHMIC NOTES: progressieve veranderingen in ritmische nootwaarden

Uitbreidingsmogelijkheden

Als u optionele basdrumen cimbaalpads op de EXT TRIG-ingang aansluit, kunt u met een eenvoudig drumstel oefenen.

Via MIX IN kunt u met een externe geluidsbron oefenen (cd, md, mp3 enz.)

Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.

VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL

INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN

Over WAARSCHUWING en OPGEPAST

Wordt gebruikt voor instructies die de WAAR- gebruiker wijzen op levensgevaar of

SCHUWING ernstige verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.

Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij

onjuist gebruik van het toestel.

OPGEPAST

* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten die aan het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen, worden toegebracht.

Over de Symbolen

Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.

Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool hier links betekent dat het toestel nooit mag worden gedemonteerd.

Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden uitgetrokken.

NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT

Waarschuwing

Waarschuwing

Lees onderstaande instructies en de handleiding voor u dit toestel gebruikt.

........................................................................................................................

Maak het toestel of de adapter niet open en breng geen

wijzigingen aan.

........................................................................................................................

Probeer het toestel niet zelf te herstellen of vervang geen onderdelen (behalve als deze handleiding specifieke instructies hiertoe geeft). Wend u voor onderhoud steeds tot uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland

Service Center of een erkende Roland-distributeur (zie ‘Informatie’).

........................................................................................................................

Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen die:

• onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, bij een verwarmingsbuis, op een warmtebron);

• vochtig zijn (bv. badkamer, wasruimte, natte vloer);

nat zijn;

blootgesteld zijn aan regen;

stoffig zijn;

blootgesteld zijn aan sterke trillingen.

........................................................................................................................

Dit toestel dient u alleen te gebruiken met een standaard die door Roland wordt aanbevolen (PDS-2).

........................................................................................................................

Als u het toestel met een door Roland aanbevolen standaard gebruikt (PDS-2), moet u de standaard waterpas en op een stabiele plaats opstellen. Als u geen standaard gebruikt, moet u nog altijd zorgen dat u het toestel opstelt op een oppervlak dat waterpas is, dat het toestel voldoende ondersteunt en waarop het toestel

stabiel staat.

........................................................................................................................

Gebruik de juiste adapter (BOSS PSA-serie) en zorg er ook voor dat de netspanning overeenstemt met de ingangsspanning die op de adapter vermeld staat. Sommige adapters gebruiken een verschillende polariteit of zijn voor een andere spanning ontworpen. Het gebruik van dergelijke adapters kan schade, defecten of elektrische schokken veroorzaken.

........................................................................................................................

Plooi of buig de stroomkabel niet overmatig en plaats er geen zware voorwerpen op. Anders kan de kabel beschadigd raken, wat schade en kortsluiting kan

veroorzaken. Bij beschadigde kabels is er gevaar voor brand of

schokken!

........................................................................................................................

Dit toestel kan, al dan niet in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, mogelijk een geluidsniveau produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u gehoorverlies of suizende oren gewaarwordt, stop dan meteen het gebruik van dit toestel en raadpleeg een

oorspecialist.

........................................................................................................................

Zorg dat er geen voorwerpen (bv. brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank enz.) in het toestel kunnen binnendringen.

........................................................................................................................

Zet het toestel onmiddellijk uit, haal de adapter uit het stopcontact en vraag een nazicht bij uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-distributeur (zie onder ‘Informatie’) indien:

de adapter of de stroomkabel beschadigd zijn;

rook of ongewone geuren vrijkomen;

voorwerpen of vloeistof in het toestel terechtgekomen zijn;

het toestel in de regen heeft gestaan (of op een andere manier nat is geworden);

het toestel niet normaal schijnt te werken of een duidelijke verandering in prestaties vertoont.

In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden tot de kinderen zelf alle essentiële regels voor een veilig gebruik van het toestel kunnen volgen.

........................................................................................................................

Bescherm het toestel tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)

........................................................................................................................

2

Waarschuwing

Vermijd om dit toestel samen met een overdreven aantal andere toestellen op hetzelfde stopcontact aan te sluiten. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren: het totale vermogen van alle toestellen die u op het verlengsnoer aansluit, mag nooit het nominale vermogen (watt/ ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen

opwarmen en zelfs doen doorsmelten.

........................................................................................................................

Voor u dit toestel in het buitenland gebruikt, raadpleegt u best uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-distributeur (u vindt een

lijst onder ‘Informatie’).

........................................................................................................................

Batterijen mogen nooit opgeladen, verhit of gedemonteerd worden, of in vuur of water geworpen worden.

........................................................................................................................

Opgepast

Het toestel en de adapter moeten zo geplaatst worden dat ze goed verlucht kunnen worden.

Gebruik dit toestel alleen met een Roland PDS-2 standaard. Het gebruik van een andere standaard kan

gebrek aan stabiliteit en mogelijke verwondingen veroorzaken.

........................................................................................................................

Neem de adapter altijd uitsluitend bij de stekker of de

doos vast als u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of hem loskoppelt.

........................................................................................................................

Op gezette tijden moet u de adapter loskoppelen en met een droge doek schoonmaken om al het stof en ander vuil van de pinnen te verwijderen. Trek de stekker ook uit het stopcontact als het apparaat voor een langere tijd

niet gebruikt wordt. Als er zich tussen de stekker en het stopcontact stof ophoopt, wordt de isolatie minder betrouwbaar en is er mogelijk brandgevaar.

........................................................................................................................

Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren verstrikt geraken. Houd alle kabels en snoeren ook buiten het bereik van kinderen.

........................................................................................................................

Klim nooit op het toestel en plaats er geen zware voorwerpen op.

........................................................................................................................

Neem de adapter of de stekker nooit met natte handen

vast als u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of hem loskoppelt.

........................................................................................................................

Voor u het toestel verplaatst, dient u de adapter en alle kabels van externe apparaten los te koppelen.

........................................................................................................................

Schakel het toestel uit en haal de adapter uit het stopcontact alvorens het toestel schoon te maken (p. 7, p. 9).

........................................................................................................................

Opgepast

Trek de adapter uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen in uw buurt vermoedt.

........................................................................................................................

Bij foutief gebruik kunnen batterijen exploderen of lekken en schade of verwondingen veroorzaken. Gelieve de onderstaande instructies voor uw eigen veiligheid te lezen en na te leven (p. 7).

Volg de instructies voor het plaatsen van de batterijen en let op de correcte polariteit.

Verwijder de batterij als het toestel gedurende lange

tijd niet wordt gebruikt.

Als een batterij lek is, gebruik dan een zachte doek of tissue om alle resten uit het batterijvak te verwijderen. Plaats vervolgens een nieuwe batterij. Om huidontsteking te vermijden, zorgt u dat uw handen of huid niet met de batterijvloeistof in aanraking komen. Zorg dat uw ogen in geen geval met de batterijvloeistof in aanraking komen. Als dat toch gebeurt, spoel dan uw ogen met stromend water.

Bewaar batterijen nooit samen met metalen voorwerpen zoals balpennen, halskettingen, haarspelden enz.

........................................................................................................................

Gebruikte batterijen kunt u deponeren volgens de voorschriften die in uw land of regio gelden.

Als u brushes gebruikt, kies dan nylon brushes. Metalen brushes zullen het vel beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn, want de uiteinden van de brushes kunnen in het

gaas terecht komen.

........................................................................................................................

3

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Behalve de punten onder ‘VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL’ op pagina 2–3 moet u ook het volgende lezen en naleven:

Stroomvoorziening en gebruik van batterijen

Sluit dit toestel niet aan op een stopcontact dat al gebruikt wordt door een apparaat met een omvormer (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of airco) of met een motor. Naar gelang van de manier waarop dit elektrische apparaat wordt gebruikt, kan de stroombron storingen of een hoorbare brom veroorzaken. Als het niet haalbaar is om een apart stopcontact te gebruiken, sluit dan een ontstoringsfilter aan tussen dit toestel en het stopcontact.

De adapter zal bij langdurig, ononderbroken gebruik opwarmen. Dat is normaal, dus u hoeft zich geen zorgen te maken.

Het gebruik van een adapter is aanbevolen, aangezien het stroomverbruik van het toestel relatief hoog is. Als u batterijen verkiest, gebruik dan liefst alkalinebatterijen.

Als u batterijen plaatst of vervangt, schakel dan altijd eerst het toestel uit en koppel alle andere aangesloten apparaten los. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.

Bij het toestel wordt een batterij geleverd. De levensduur van deze batterij kan echter beperkt zijn, want ze is vooral bedoeld om het toestel te testen.

Voor u dit toestel op andere apparaten aansluit, moet u alle toestellen uitzetten. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.

Plaatsing

Het gebruik van dit toestel vlak bij versterkers (of andere apparaten met grote stroomtransformators) kan een brom veroorzaken. In dat geval kunt u het toestel anders richten of verder van de bron van interferentie weg plaatsen.

Dit toestel kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik dit toestel niet in de buurt van dergelijke ontvangers.

Er kan storing optreden als apparaten voor draadloze communicatie, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit toestel gebruikt worden. Deze storingen kunnen voorkomen bij een inkomende of uitgaande oproep, of tijdens het gesprek. Als u dit probleem hebt, kunt u de draadloze apparaten verder uit de buurt van het toestel plaatsen of uitschakelen.

Stel het toestel niet aan direct zonlicht bloot, zet het niet naast een warmtebron, laat het niet in een afgesloten voertuig staan of stel het op geen enkele andere manier aan extreme temperaturen bloot. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of verkleuren.

Als het toestel verplaatst wordt naar een plek waar de temperatuur en/of vochtigheid erg verschillend is, kunnen zich druppeltjes (condensatie) in het toestel vormen. Schade of storingen kunnen het gevolg zijn, als u het toestel in deze toestand gebruikt. Laat daarom het toestel een aantal uren staan voor u het gebruikt, tot de condensatie volledig verdampt is.

Onderhoud

Voor een gewone schoonmaakbeurt gebruikt u een zachte, droge doek, eventueel licht bevochtigd met water. Voor hardnekkig vuil gebruikt u een doek met een mild, niet-agressief detergent. Veeg daarna het toestel goed droog met een zachte, droge doek.

Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of eender welk oplosmiddel, om mogelijke verkleuring en/of vervorming te vermijden.

Herstellingen en data

Houd er rekening mee dat de data in het geheugen van het toestel bij een herstelling gewist kunnen worden. Belangrijke data moet u altijd op papier noteren (indien mogelijk). Bij reparaties wordt het nodige gedaan om dataverlies te vermijden. Helaas is het soms onmogelijk om data te herstellen (bv. als de schakelingen van het geheugen zelf defect zijn). Roland Corporation wijst elke verantwoordelijkheid voor dergelijk gegevensverlies af.

Verdere voorzorgen

Onthoud dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan als gevolg van een defect of verkeerd gebruik van het toestel. Om het risico te vermijden dat u belangrijke gegevens zou verliezen, raden we aan dat u die gegevens noteert.

Gegevens die in het geheugen opgeslagen werden, kunnen jammer genoeg niet hersteld worden als ze eenmaal gewist zijn. Roland Corporation wijst elke verantwoordelijkheid voor dergelijk gegevensverlies af.

Let op bij het gebruik van toetsen, schuifknoppen en andere bedieningsorganen, en bij het gebruik van jacks en aansluitingen. Een ruw gebruik kan defecten veroorzaken.

Sla of druk nooit hard op het scherm.

Neem bij het aansluiten en loskoppelen van alle kabels steeds de connector zelf vast — trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen of schade aan interne elementen van de kabel.

Om uw buren niet te storen, probeert u het volume best op een redelijk niveau te houden. U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral later op de avond).

Dit instrument is ontworpen om bij het bespelen zo weinig mogelijk externe geluiden te produceren. Toch kunnen geluidsvibraties sterker door vloeren en muren heen dringen dan verwacht. Let daarom op dat die geluiden uw buren niet storen, vooral als u ’s nachts speelt of een hoofdtelefoon gebruikt.

Als u het toestel gaat vervoeren, verpak het dan indien mogelijk in oorspronkelijke verpakking (inclusief vulling). Anders dient u voor een gelijkaardige verpakking te zorgen.

Gebruik een kabel van Roland om de verbinding te maken. Als u een kabel van een andere producent gebruikt, neem dan de volgende voorzorgen:

Sommige verbindingskabels hebben een weerstand. Gebruik geen kabels met een weerstand om dit toestel aan te sluiten. Bij het gebruik van een dergelijke kabel kan het geluidsniveau erg laag of onhoorbaar zijn. Contacteer de producent van de kabel voor meer informatie over de specificaties van de kabel.

4

Inhoud

VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL ..................................................

2

BELANGRIJKE OPMERKINGEN ............................................................

4

Inhoud ......................................................................................................

5

Bedieningspanelen .................................................................................

6

Voorbereiding..........................................................................................

7

De batterij plaatsen .........................................................................................................................

7

De adapter aansluiten.....................................................................................................................

7

De velspanning aanpassen ............................................................................................................

7

De RMP-5 op de standaard monteren

 

(PDS-2: wordt apart verkocht) ......................................................................................................

8

Het toestel inen uitschakelen..................................................................................................................

9

Het scherm...................................................................................................................................................

9

Oefenen..................................................................................................

10

Klanken aan de pad toewijzen ...............................................................................................................

10

Klankenlijst ....................................................................................................................................

10

Gebruik van de metronoom....................................................................................................................

11

De metronoom instellen...............................................................................................................

11

De metronoom instellen met Tap Tempo..................................................................................

12

‘Rhythm Coach’-modus...........................................................................................................................

13

TIME CHECK ................................................................................................................................

14

ACCURACY SCORE ....................................................................................................................

14

QUIET COUNT .............................................................................................................................

15

AUTO UP/DOWN .......................................................................................................................

15

RHYTHMIC NOTES.....................................................................................................................

16

STROKE BALANCE .....................................................................................................................

16

Geavanceerde functies..................................................................................................................

17

De Timer instellen ....................................................................................................................................

18

De RMP-5 met extra pads gebruiken...................................................

19

Voorbeeldopstellingen.............................................................................................................................

19

Een cimbaalpad aansluiten..........................................................................................................

19

Een basdrumpad aansluiten........................................................................................................

19

Andere pads aansluiten...........................................................................................................................

20

De pads aansluiten........................................................................................................................

20

Gebruik van pads waarmee u rimshots kunt spelen ...............................................................

22

Parameterlijst .................................................................................................................................

23

Appendices............................................................................................

26

De gevoeligheid van de pad regelen .....................................................................................................

26

Fabrieksinstellingen herstellen...............................................................................................................

26

Foutmeldingen..........................................................................................................................................

26

Het vel vervangen ....................................................................................................................................

27

Specificaties ...............................................................................................................................................

28

Voorbeeldoefeningen ...........................................................................

29

INDEX .....................................................................................................

34

5

Roland RMP-5 User Manual

Bedieningspanelen

1

4

2

3

7

8 9

1.Miniluidspreker

Hier weerklinkt alleen het geluid van de metronoom (niet de klanken van de pad).

2.[METRONOME]-toets

Hiermee selecteert u de klanken van de pad en de metronoominstellingen.

Als u de toets ingedrukt houdt, knippert het () tappictogram op het scherm. U kunt dan op de pad slaan om het

metronoomtempo in te stellen (p. 12).

3.[START/STOP]-toets

Start en stopt de metronoom.

4.VOLUME-knop

Regelt het volumeniveau van de OUTPUT-jack.

*Het volume van de miniluidspreker regelt u met CLICK VOLUME (p. 11).

5.[COACH]-toets

Selecteert de ‘Rhythm Coach’-modus.

Als u deze toets ingedrukt houdt, brandt het timerpictogram

() op het scherm en wordt ‘Timer’-modus geactiveerd (p. 18).

6.VALUE [+]/[-]-toets

Met deze toetsen kunt u de waarde van een parameter wijzigen. Om de waarde snel te verhogen, houdt u [+] ingedrukt en drukt u op [-]. Om de waarde snel te verlagen, houdt u [-] ingedrukt en drukt u op [+].

7.BEAT-indicatielampje

Geeft de timing aan in kwartnoten.

Het rode lampje knippert op geaccentueerde tellen.

8.Vel

9.Sensor

10.Stemschroeven

Regel hiermee de spanning van het vel.

5

6

10

Zijpaneel

1 2 3 4 5

1.MIX IN-jack

Om een externe geluidsbron (cd, md enz.) aan te sluiten en mee te spelen.

Regel het volume met de bedieningsorganen op het aangesloten apparaat.

*Gebruik geen omzetter/adapter voor de stekker. Door zijn gewicht kan de stekker tijdens het spelen namelijk uit de jack vallen.

*Als u verbindingskabels met een weerstand gebruikt, kan het volume van de aangesloten apparaten te laag zijn. Als dat het geval is, dient u kabels zonder weerstand gebruiken, zoals die van de Roland PCSserie.

2.EXT TRIG IN-jack

Sluit hier andere pads aan.

Met een optionele PCS-31L-kabel kunt u cimbaalpads en baspads aansluiten. Voor meer details, zie ‘De RMP-5 met extra pads gebruiken’ (p. 19).

3.OUTPUT-jack

Om een hoofdtelefoon, versterker of audiosysteem aan te sluiten.

*De RMP-5 produceert monogeluid.

*Gebruik geen omzetter/adapter voor de stekker. Door zijn gewicht kan de stekker tijdens het spelen namelijk uit de jack vallen.

4.Adapteraansluiting

Sluit hier de (optionele) adapter aan.

5.POWER-schakelaar

Schakelt het toestel in en uit.

6

Voorbereiding

De batterij plaatsen

1. Druk op het deksel van het batterijvak en schuif het open

 

Batterij-

Batterij

snoertje

(aan de onderkant van het apparaat).

9 V

 

 

 

2. Bevestig het snoertje op de batterij en plaats de batterij in het batterijvak.

*Controleer de polariteit van de batterij (+ en -).

3. Sluit het batterijvak zorgvuldig.

*Zorg dat het snoertje niet tussen het deksel van het batterijvak

geklemd raakt.

Wanneer de batterij vervangen?

Het batterijpictogram ( ) in de rechter benedenhoek van

het scherm begint te knipperen als de batterij bijna leeg is. Het volume van de miniluidspreker daalt en het toestel wordt instabiel als de batterij onvoldoende stroom levert. Vervang de batterij zo snel mogelijk.

*Wij raden alkalinebatterijen aan.

De adapter aansluiten

U kunt de RMP-5 gebruiken met een adapter uit de BOSS PSA-serie (wordt apart verkocht).

 

 

Schakel het toestel uit voor u

 

 

de adapter aansluit.

 

 

Gebruik alleen een adapter uit

 

 

de BOSS PSA-serie. Andere

 

 

adapters kunnen defecten of

 

 

schade aan de RMP-5

De velspanning aanpassen

 

veroorzaken en mogen daarom

 

nooit gebruikt worden.

Voor u de RMP-5 bespeelt, moet u het vel volgens uw eigen

 

 

voorkeur stemmen. Het vel werd voor de levering NIET gestemd.

8

1

Draai de stemschroeven altijd aan in de volgorde die op de

 

 

afbeelding wordt getoond.

3

6

*Als de spanning niet wordt afgesteld, kan het vel beschadigd worden.

* De spanning van het vel kan veranderen na langdurig gebruik. Stel de

5

 

4

 

 

 

spanning in dat geval opnieuw af.

 

2

7

7

Voorbereiding

De RMP-5 op de standaard monteren (PDS-2: wordt apart verkocht)

1.Open eerst het statief zodat de poten minstens 50 cm uit elkaar staan.

2.Bevestig de vleugelschroef en de sluitring zoals op de afbeelding wordt getoond.

3.Bevestig de pad.

Draai de pad tot de schroef er bijna volledig in zit; stop dan en draai de vleugelschroef onderaan op de standaard vast.

*Probeer niet met geweld aan de pad te draaien als de schroef er al helemaal in zit. Anders riskeert u de schroef van de standaard te beschadigen.

4. Regel de hoek van de pad.

50 cm of meer

Ring

Vleugelschroef

Pad bevestigd met schroefmaat M8

Voorzorgsmaatregelen als u het statief dichtvouwt

Als u de poten van de PDS-2 dichtvouwt, moet u opletten dat uw vingers niet in de standaard

geklemd raken.

8

Voorbereiding

Het toestel inen uitschakelen

*Wanneer alles is aangesloten, zet u de toestellen in de opgegeven volgorde aan. Door toestellen in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen.

1.Draai de VOLUME-knop naar het minimumniveau (helemaal naar links).

2.Zet de POWER-schakelaar aan.

*Dit toestel is met een beveiligingscircuit uitgerust. Na het inschakelen duurt het eventjes (enkele seconden) voor het toestel in werking treedt.

3.Terwijl u op het vel slaat, draait u de VOLUME-knop geleidelijk naar rechts om het volume te regelen.

Gebruik van een versterker/audiosysteem

*Om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen, moet u steeds het volume op nul zetten en alle toestellen uitschakelen voor u ze aansluit.

1.Zet het volume op elk toestel van uw systeem op nul.

2.Schakel de RMP-5 in.

3.Zet de aangesloten versterker of het audiosysteem aan en stel het gewenste volume in.

Het toestel uitschakelen

Voor u de apparaten uitschakelt, zet u het volume van elk apparaat op nul. Vervolgens zet u de

apparaten in omgekeerde volgorde weer uit.

Het scherm

Maatsoort

Tel

Triggerpictogram

Verschijnt als u op de pad slaat.

Time Check (p.13)

Tempo/Waarde

Ritmetype

Metronoomwijzer

Timerpictogram

Geeft aan hoeveel tijd is verstreken (p.18)

Tappictogram

Knippert als u tap temp instelt (p.12)

Batterijpictogram

Knippert als de batterij bijna leeg is

EXT1, EXT2

Verschijnt als u op de pad slaat die op EXT TRIG IN is aangesloten

9

Oefenen

Klanken aan de pad toewijzen

Met deze instellingen kunt u allerlei verschillende klanken spelen.

1. Druk meermaals op de [METRONOME]-toets om ‘ ’ (PAD SOUND) te selecteren.

2. Druk op de toets [+] of [-] om een klank te selecteren.

Klankenlijst

Scherm

Klanknaam

 

Scherm

Klanknaam

 

Scherm

Klanknaam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sn1

Snare 1 Vintage

 

EH2

Elec. Hi-Hat Open

 

tr2

Triangle Mute

 

Sn2

Snare 2 Brass

 

EH3

Elec. Hi-Hat Close/Open

 

tr3

Triangle Mute/Open

 

Sn3

Snare 3 Bright

 

rd1

Ride Cymbal Bow

 

Cb1

Cowbell Open

 

Sn4

Snare 4 Funk

 

rd2

Ride Cymbal Bow/Bell

 

Cb2

Cowbell Mute

 

Sn5

Snare 5 Piccolo

 

SPL

Splash

 

Cb3

Cowbell Mute/Open

 

Sn6

Snare 6 Marching

 

t01

Tom Hi

 

tbr

Tambourine

 

Pbd

Practice Board

 

t02

Tom Lo

 

Sha

Shaker

 

ES1

Elec. Snare 1

 

tb1

Timbale Hi

 

bL1

Wood Block Hi

 

ES2

Elec. Snare 2

 

tb2

Timbale Lo

 

bL2

Wood Block Lo

 

K01

Kick 1 Rock

*3

tb3

Timbale Paila

 

bL3

Wood Block Lo/Hi

 

K02

Kick 2 Hard

*3

Sd1

Surdo Open

 

CLA

Claves

 

K03

Kick 3 Jazz

*3

Sd2

Surdo Mute

 

CrS

Snare Cross Stick

*1

EK1

Elec. Kick 1

*3

Sd3

Surdo Mute/Open

*2

S6r

Snare 6 Marching Rim

*1

EK2

Elec. Kick 2

*3

CAI

Caixa

 

Sh1

Snare 1 head sound only

*1

HH1

Hi-Hat Close

 

AG1

Agogo Hi

 

Sh2

Snare 2 head sound only

*1

HH2

Hi-Hat Open

 

AG2

Agogo Lo

 

Sh3

Snare 3 head sound only

*1

HH3

Hi-Hat Close/Open

 

AG3

Agogo Lo/Hi

 

Sh4

Snare 4 head sound only

*1

EH1

Elec. Hi-Hat Close

 

tr1

Triangle Open

 

Sh5

Snare 5 head sound only

*1

*1 Deze klanken kunt u gebruiken als u op de RMP-5 een pad aansluit waarop u rimshots kunt spelen (p. 22).

*2 De ‘open’ klank verkrijgt u door met een stok op de pad te slaan en de ‘mute’ klank door met de palm van uw hand op de pad te slaan. *3 Basdrumklanken. Gebruik deze klanken als u een KD-8/85/120 op de RMP-5 hebt aangesloten.

Zo kunt u uw beide handen en voet oefenen met de baspad en de RMP-5 (p. 19).

10

Oefenen

Gebruik van de metronoom

De metronoom start en stopt afwisselend telkens als u op de [START/STOP]-toets drukt.

De metronoom instellen

U kunt het tempo, de maatsoort, het ritme, de klank en het volume van de metronoom instellen.

1.Druk meermaals op de [METRONOME]-toets om de gewenste parameter te selecteren.

De cijfers links op het scherm geven de parameters weer die u wijzigt.

Parameter Waarde

TEMPO 20–300

CLICK SOUND

C01:

Traditional Metronome

C09:

Finger Snap

(Metronoom-

C02:

Simple Electric

C10:

Hi-Hat Close

klank)

C03:

Electric Beep

C11:

Hi-Hat Pedal

 

C04:

Cowbell

C12:

Ride Cymbal

 

C05:

Claves

C13:

Triangle

 

C06:

Sticks

C14:

Agogo

 

C07:

Voice Count

C15:

Tambourine

 

C08:

Hand Clap

Ptn *

 

*Als u ‘Ptn’ selecteert, kunt u de patronen P01-P22 voor de RHYTHMparameter selecteren. Dankzij Ptn kunt u gemakkelijk een metronoom als achtergrond tijdens uw oefensessie gebruiken.

RHYTHM

Als u C01-C15 voor CLICK SOUND hebt geselecteerd:

(Ritmetype)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

,

,

,

,

,

 

,

,

,

,

,

,

,

 

,

 

,

 

,

,

 

,

,

 

,

,

3-2 son clave (

 

 

 

 

 

),

 

 

 

 

2-3 son clave (

 

 

 

 

 

),

 

 

 

 

3-2 rumba clave (

 

 

 

 

),

 

 

 

 

2-3 rumba clave (

 

 

 

 

)

 

 

 

 

Als u Ptn voor CLICK SOUND hebt geselecteerd:

 

P01:

Triangle 16th *

P12:

Simple Surdo

 

P02:

Agogo 16th *

P13: Wood Block & Shaker

 

P03: Drum Simple 8 Beat

P14:

Agogo Triplet *

 

P04: Drum Simple 16 Beat

P15: 2-3 Son Clave *

 

P05:

Drum Shuffle

P16: 3-2 Rumba Clave *

 

P06:

Drum Disco

P17: Hi-Hat Open Close 1

 

P07:

Jazz Legato Hi-Hat

P18: Hi-Hat Open Close 2

 

P08:

Jazz Legato Ride

P19: Hi-Hat Open Close 3

 

P09:

Jazz Count Hi-Hat

P20: Hi-Hat Open Close 4

 

P10:

Samba Kick

P21: Hi-Hat Open Close 5

 

P11:

Samba Surdo

P22:

Rock Fill

 

Patronen met een asterisk (*) kunt u creëren met een combinatie van

 

CLICK SOUND en RHYTHM.

 

 

BEAT

0–9, 2+3, 3+2, 3+4, 4+3, 4+5, 5+4, 5+6, 6+5, 6+7, 7+6, 7+8, 8+7, 8+9, 9+8

 

 

 

 

CLICK VOLUME

0 (uit)–15 (max.)

 

 

(Volume van

 

 

 

 

de metronoom)

 

 

 

 

2.Druk op de toets [+] of [-] om de waarde van elke parameter te wijzigen.

3.Druk op de [START/STOP]-toets om de metronoom in en uit te schakelen.

Regel de instellingen terwijl de metronoom is ingeschakeld om het effect te horen.

Houd de [METRONOME]- toets ingedrukt en druk op de toets [-] om uw selectie in de omgekeerde volgorde te maken.

CLICK SOUND

Een biep weerklinkt als u niets op de OUTPUT-jack hebt aangesloten. U kunt kiezen tussen biepgeluid 1–2.

CLICK VOLUME

Regelt het volume van het metronoomgeluid dat u hoort als u niets op de OUTPUT-jack hebt aangesloten. Selecteer 0–3 voor het volume van de biep.

11

Loading...
+ 25 hidden pages