• Probeer het toestel niet zelf te herstellen of vervang geen
onderdelen (behalve als deze handleiding specifieke
instructies hiertoe geeft). Wend u voor onderhoud
steeds tot uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland
Service Center of een erkende Roland-distributeur (zie
‘Informatie’).
• Als u het toestel met een door Roland aanbevolen
standaard gebruikt (PDS-2), moet u de standaard
waterpas en op een stabiele plaats opstellen. Als u geen
standaard gebruikt, moet u nog altijd zorgen dat u het
toestel opstelt op een oppervlak dat waterpas is, dat het
toestel voldoende ondersteunt en waarop het toestel
stabiel staat.
• Gebruik de juiste adapter (BOSS PSA-serie) en zorg er
ook voor dat de netspanning overeenstemt met de
ingangsspanning die op de adapter vermeld staat.
Sommige adapters gebruiken een verschillende
polariteit of zijn voor een andere spanning ontworpen.
Het gebruik van dergelijke adapters kan schade,
defecten of elektrische schokken veroorzaken.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het
symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die
nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening
in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool
hier links betekent dat het toestel nooit mag worden
gedemonteerd.
Het●-symbool maakt de gebruiker attent op zaken die
moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan
wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links
betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden
uitgetrokken.
009
• Plooi of buig de stroomkabel niet overmatig en plaats er
geen zware voorwerpen op. Anders kan de kabel
beschadigd raken, wat schade en kortsluiting kan
veroorzaken. Bij beschadigde kabels is er gevaar voor brand of
schokken!
• Dit toestel kan, al dan niet in combinatie met een
versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers,
mogelijk een geluidsniveau produceren dat permanente
gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig
gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau.
Als u gehoorverlies of suizende oren gewaarwordt, stop
dan meteen het gebruik van dit toestel en raadpleeg een
oorspecialist.
• Zorg dat er geen voorwerpen (bv. brandbare materialen,
muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank
enz.) in het toestel kunnen binnendringen.
• Zet het toestel onmiddellijk uit, haal de adapter uit het
stopcontact en vraag een nazicht bij uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende
Roland-distributeur (zie onder ‘Informatie’) indien:
• de adapter of de stroomkabel beschadigd zijn;
• rook of ongewone geuren vrijkomen;
• voorwerpen of vloeistof in het toestel terechtge-
komen zijn;
• het toestel in de regen heeft gestaan (of op een andere
manier nat is geworden);
• het toestel niet normaal schijnt te werken of een
duidelijke verandering in prestaties vertoont.
013
• In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene
toezicht houden tot de kinderen zelf alle essentiële
regels voor een veilig gebruik van het toestel kunnen
volgen.
• Vermijd om dit toestel samen met een overdreven aantal
andere toestellen op hetzelfde stopcontact aan te sluiten.
Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren: het totale
vermogen van alle toestellen die u op het verlengsnoer
aansluit, mag nooit het nominale vermogen (watt/
ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een
overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen
opwarmen en zelfs doen doorsmelten.
• Voor u dit toestel in het buitenland gebruikt, raadpleegt
u best uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service
Center of een erkende Roland-distributeur (u vindt een
lijst onder ‘Informatie’).
• Het toestel en de adapter moeten zo geplaatst worden
dat ze goed verlucht kunnen worden.
101c
• Gebruik dit toestel alleen met een Roland PDS-2
standaard. Het gebruik van een andere standaard kan
gebrek aan stabiliteit en mogelijke verwondingen
veroorzaken.
• Op gezette tijden moet u de adapter loskoppelen en met
een droge doek schoonmaken om al het stof en ander
vuil van de pinnen te verwijderen. Trek de stekker ook
uit het stopcontact als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt wordt. Als er zich tussen de stekker en het
stopcontact stof ophoopt, wordt de isolatie minder
betrouwbaar en is er mogelijk brandgevaar.
• Bij foutief gebruik kunnen batterijen exploderen of
lekken en schade of verwondingen veroorzaken.
Gelieve de onderstaande instructies voor uw eigen
veiligheid te lezen en na te leven (p. 7).
1
• Volg de instructies voor het plaatsen van de batte-
rijen en let op de correcte polariteit.
3
• Verwijder de batterij als het toestel gedurende lange
tijd niet wordt gebruikt.
5
• Als een batterij lek is, gebruik dan een zachte doek of
tissue om alle resten uit het batterijvak te verwijderen. Plaats vervolgens een nieuwe batterij. Om
huidontsteking te vermijden, zorgt u dat uw handen
of huid niet met de batterijvloeistof in aanraking
komen. Zorg dat uw ogen in geen geval met de batterijvloeistof in aanraking komen. Als dat toch gebeurt,
spoel dan uw ogen met stromend water.
6
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen
voorwerpen zoals balpennen, halskettingen,
haarspelden enz.
• Gebruikte batterijen kunt u deponeren volgens de
voorschriften die in uw land of regio gelden.
(Add)
• Als u brushes gebruikt, kies dan nylon brushes. Metalen
brushes zullen het vel beschadigen en kunnen gevaarlijk
zijn, want de uiteinden van de brushes kunnen in het
gaas terecht komen.
Behalve de punten onder ‘VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL’ op pagina 2–3 moet u ook het volgende lezen en naleven:
Stroomvoorziening en gebruik van
batterijen
301
• Sluit dit toestel niet aan op een stopcontact dat al gebruikt wordt
door een apparaat met een omvormer (zoals een koelkast,
wasmachine, magnetron of airco) of met een motor. Naar gelang
van de manier waarop dit elektrische apparaat wordt gebruikt,
kan de stroombron storingen of een hoorbare brom veroorzaken.
Als het niet haalbaar is om een apart stopcontact te gebruiken,
sluit dan een ontstoringsfilter aan tussen dit toestel en het
stopcontact.
302
• De adapter zal bij langdurig, ononderbroken gebruik opwarmen.
Dat is normaal, dus u hoeft zich geen zorgen te maken.
303a
• Het gebruik van een adapter is aanbevolen, aangezien het
stroomverbruik van het toestel relatief hoog is. Als u batterijen
verkiest, gebruik dan liefst alkalinebatterijen.
304a
• Als u batterijen plaatst of vervangt, schakel dan altijd eerst het
toestel uit en koppel alle andere aangesloten apparaten los. Zo
voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten.
306b
• Bij het toestel wordt een batterij geleverd. De levensduur van
deze batterij kan echter beperkt zijn, want ze is vooral bedoeld
om het toestel te testen.
307
• Voor u dit toestel op andere apparaten aansluit, moet u alle
toestellen uitzetten. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan
luidsprekers of andere apparaten.
Plaatsing
351
• Het gebruik van dit toestel vlak bij versterkers (of andere
apparaten met grote stroomtransformators) kan een brom veroorzaken. In dat geval kunt u het toestel anders richten of verder van
de bron van interferentie weg plaatsen.
352a
• Dit toestel kan de ontvangst van radio of televisie verstoren.
Gebruik dit toestel niet in de buurt van dergelijke ontvangers.
352b
• Er kan storing optreden als apparaten voor draadloze communi-
catie, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit toestel gebruikt
worden. Deze storingen kunnen voorkomen bij een inkomende of
uitgaande oproep, of tijdens het gesprek. Als u dit probleem hebt,
kunt u de draadloze apparaten verder uit de buurt van het toestel
plaatsen of uitschakelen.
354a
• Stel het toestel niet aan direct zonlicht bloot, zet het niet naast een
warmtebron, laat het niet in een afgesloten voertuig staan of stel
het op geen enkele andere manier aan extreme temperaturen
bloot. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of verkleuren.
355b
• Als het toestel verplaatst wordt naar een plek waar de tempe-
ratuur en/of vochtigheid erg verschillend is, kunnen zich
druppeltjes (condensatie) in het toestel vormen. Schade of
storingen kunnen het gevolg zijn, als u het toestel in deze
toestand gebruikt. Laat daarom het toestel een aantal uren staan
voor u het gebruikt, tot de condensatie volledig verdampt is.
Onderhoud
401a
• Voor een gewone schoonmaakbeurt gebruikt u een zachte, droge
doek, eventueel licht bevochtigd met water. Voor hardnekkig vuil
gebruikt u een doek met een mild, niet-agressief detergent. Veeg
daarna het toestel goed droog met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of eender welk oplosmiddel, om mogelijke verkleuring en/of vervorming te
vermijden.
Herstellingen en data
452
• Houd er rekening mee dat de data in het geheugen van het toestel bij
een herstelling gewist kunnen worden. Belangrijke data moet u altijd
op papier noteren (indien mogelijk). Bij reparaties wordt het nodige
gedaan om dataverlies te vermijden. Helaas is het soms onmogelijk
om data te herstellen (bv. als de schakelingen van het geheugen zelf
defect zijn). Roland Corporation wijst elke verantwoordelijkheid
voor dergelijk gegevensverlies af.
Verdere voorzorgen
551
• Onthoud dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren
kan gaan als gevolg van een defect of verkeerd gebruik van het
toestel. Om het risico te vermijden dat u belangrijke gegevens zou
verliezen, raden we aan dat u die gegevens noteert.
552
• Gegevens die in het geheugen opgeslagen werden, kunnen jammer
genoeg niet hersteld worden als ze eenmaal gewist zijn. Roland
Corporation wijst elke verantwoordelijkheid voor dergelijk
gegevensverlies af.
553
• Let op bij het gebruik van toetsen, schuifknoppen en andere
bedieningsorganen, en bij het gebruik van jacks en aansluitingen.
Een ruw gebruik kan defecten veroorzaken.
554
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
556
• Neem bij het aansluiten en loskoppelen van alle kabels steeds de
connector zelf vast — trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u
kortsluitingen of schade aan interne elementen van de kabel.
558a
• Om uw buren niet te storen, probeert u het volume best op een
redelijk niveau te houden. U kunt ook een hoofdtelefoon
gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de
mensen rondom u (vooral later op de avond).
558d
• Dit instrument is ontworpen om bij het bespelen zo weinig
mogelijk externe geluiden te produceren. Toch kunnen geluidsvibraties sterker door vloeren en muren heen dringen dan
verwacht. Let daarom op dat die geluiden uw buren niet storen,
vooral als u ’s nachts speelt of een hoofdtelefoon gebruikt.
559a
• Als u het toestel gaat vervoeren, verpak het dan indien mogelijk
in oorspronkelijke verpakking (inclusief vulling). Anders dient u
voor een gelijkaardige verpakking te zorgen.
562
• Gebruik een kabel van Roland om de verbinding te maken. Als u
een kabel van een andere producent gebruikt, neem dan de
volgende voorzorgen:
• Sommige verbindingskabels hebben een weerstand. Gebruik
geen kabels met een weerstand om dit toestel aan te sluiten.
Bij het gebruik van een dergelijke kabel kan het geluidsniveau
erg laag of onhoorbaar zijn. Contacteer de producent van de
kabel voor meer informatie over de specificaties van de kabel.
4
Inhoud
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL ..................................................2
De batterij plaatsen ......................................................................................................................... 7
De adapter aansluiten..................................................................................................................... 7
De velspanning aanpassen ............................................................................................................ 7
De RMP-5 op de standaard monteren
(PDS-2: wordt apart verkocht) ...................................................................................................... 8
Het toestel in- en uitschakelen.................................................................................................................. 9
Het scherm................................................................................................................................................... 9
De Timer instellen ....................................................................................................................................18
De RMP-5 met extra pads gebruiken...................................................19
Het vel vervangen ....................................................................................................................................27
2. Druk op de toets [+] of [-] om de waarde van elke parameter te wijzigen.
3. Druk op de [START/STOP]-toets om de metronoom in en uit te schakelen.
0 (uit)–15 (max.)
P12: Simple Surdo
P13: Wood Block & Shaker
P14: Agogo Triplet *
P15: 2-3 Son Clave *
P16: 3-2 Rumba Clave *
P17: Hi-Hat Open Close 1
P18: Hi-Hat Open Close 2
P19: Hi-Hat Open Close 3
P20: Hi-Hat Open Close 4
P21: Hi-Hat Open Close 5
P22: Rock Fill
CLICK VOLUME
Regelt het volume van het
metronoomgeluid dat u hoort
als u niets op de OUTPUT-jack
hebt aangesloten. Selecteer 0–3
voor het volume van de biep.
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.