Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties
zorgvuldig door te lezen: ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’
(pagina 2-3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pagina 4-5). In deze secties vindt u
belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. Daarnaast dient deze
gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt
van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze
handleiding om er later aan te kunnen refereren.
Over de symbolen en iconen in deze handleiding
•Tekst tussen vierkante haakjes [ ] verwijst naar toetsen op het paneel van de MICRO BR.
[EXIT]: EXIT toets
[UTILITY]: UTILITY toets
•Verwijzingen als (p. **) duiden op pagina’s in deze handleiding, waaraan u kunt
refereren.
Wijst op informatie, waarvan u op de hoogte dient te zijn bij het gebruik van
de MICRO BR.
Wijst op een handige bewerking of nuttige muziek productietechniek.
Wijst op aanvullende informatie over een bewerking.
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt,
leest u onderstaande instructies en de
gebruikershandleiding.
• Tracht het apparaat niet te repareren of
onderdelen in het apparaat te vervangen
(behalve wanneer daartoe specifieke
instructies in de handleiding staan.) Ga voor
alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende
Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina
kunt vinden.
• Buig of draai een stroomsnoer niet overmatig
en plaats er geen zware objecten bovenop.
Hierdoor kan het snoer beschadigen,
waardoor afgebroken elementen en
kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde
snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
• Gebruik alleen het geschikte adaptertype (PSA
Serie). Ook moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage
dat op de behuizing van adapter wordt
vermeld. Andere adapters kunnen een andere
polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen
zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot
beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden.
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of
luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren
die in staat zijn permanent gehoorsverlies te
veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op
een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer
u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep
in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct
uitzetten en een oorarts consulteren.
• Gebruik nooit een koptelefoon of oordopjes,
terwijl u een auto of motor bestuurt. Het
gebruik ervan kan leiden tot een ongeluk.
Indien u dit product gebruikt tijdens het
wandelen, blijf u dan bewust van dichtbijzijnd
verkeer, en de conditie van de weg om ongelukken te
vermijden. Gebruik dit product in het bijzonder niet
op plaatsen waar u om gevaar te vermijden, afhankelijk bent van het horen van geluidne om u heen,
zoals bij treinovergangen, op perrons, op wegen met
voertuigen of rondom bouwterreinen.
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld
brandbaar materiaal, munten of spelden) of
vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het
apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, ontkoppel de
adapter en breng het apparaat voor
onderhoud naar uw handelaar, het
dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of
een erkend Roland distributeur, te vinden op
de ‘Informatie’ pagina, indien:
• De adapter of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze
nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een
• In huishoudens met kleine kinderen moet
een volwassene toezicht houden, totdat het
kind in staat is de regels die essentieel zijn
voor een veilige bediening van het apparaat op te
volgen.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien
zouden alle snoeren en kabels buiten het
bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
• Haal de adapter regelmatig uit het
stopcontact, en maak deze met een droge
doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de
adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het
apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping
van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot
verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
• Bij onjuist gebruik kunnen batterijen exploderen of lekken, en schade of letsel
veroorzaken. Neem, in het kader van
veiligheid, kennis van de volgende
voorzorgsmaatregelen (p. 20).
• Volg zorgvuldig de installatie instructies van
batterijen, en let erop dat u de juiste polariteit
gebruikt.
• Vermijd het tegelijkertijd gebruiken van nieuwe
en oude batterijen. Vermijd ook het gebruik van
verschillende soorten batterijen.
• Verwijder de batterijen, wanneer het apparaat
gedurende langere periode niet gebruikt zal worden.
• Als een batterij gelekt heeft, gebruik dan een zachte doek
of papieren zakdoek om het residu van de ontlading
geheel uit het batterijvak te verwijderen. Plaats vervolgens
nieuwe batterijen. Om ontsteking van de huid te
voorkomen, zorgt u ervoor dat het residu van de
ontlading niet met handen of huid in contact komt. Let er
bijzonder goed op, dat het residu niet in of bij uw ogen
komt. Als er residu in de ogen is gekomen, spoel het
betreffende deel dan overvloedig met stromend water.
• Bewaar batterijen nooit in de buurt van metalen voorw-
erpen, zoals ballpoint pennen, kettinkjes, haarspelden, etc.
Naast de onderdelen die onder “HET
APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN” op pagina’s 2 en 3 worden
genoemd, raden wij u aan het volgende te
lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening:
gebruik van batterijen
• Het gebruik van een adapter is aanbevolen,
aangezien het stroomverbruik van het apparaat
relatief hoog is. Als u de voorkeur geeft aan gebruik
van batterijen, gebruik dan alkaline.
• Als u batterijen plaatst of vervangt, zet dan altijd de
stroom uit van dit apparaat, en ontkoppel andere
eventueel aangesloten apparaten. Zo voorkomt u
storingen en/of schade aan speakers of andere
apparatuur.
• Batterijen worden met het apparaat meegeleverd.
De levensduur ervan is echter beperkt, aangezien
hun voornaamste doel was om testen mogelijk te
maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt
aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit.
Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of
andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons,
in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit
soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld
worden of tijdens het converseren. Als u dit soort
problemen ondervindt, moet u de draadloze
apparaten op meer afstand van dit apparaat
plaatsen of deze uitzetten.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie
wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of
vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen
binnen het apparaat waterdruppels (condensatie)
gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat
gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan.
Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van
de ondergrond, kunnen de voetjes van het apparaat
het oppervlak doen verkleuren of anderszins
ontsieren.
• Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van
de ondergrond, kunnen de voetjes van het apparaat
het oppervlak doen verkleuren of anderszins
ontsieren.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat
gebruikt u een droge, zachte doek of één die
enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van
hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild,
niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u
het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of
oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring
en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het
geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat
repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd
een reservekopie maken, in een ander MIDI
apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), computer of
op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens
reparaties wordt getracht het verlies van data te
vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer
het geheugen niet meer werkt) kan data helaas niet
meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het
geheugen door storingen of onjuist gebruik van het
apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf
tegen het risico van verlies van belangrijke
gegevens te beschermen, raden wij u aan om van
tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke
gegevens, die u in het geheugen van het apparaat
heeft opgeslagen, te maken.
• De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat
(bijvoorbeeld een sequencer) of computer is
opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden,
wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort
dataverlies.
• Behandel de knoppen en andere regelaars van dit
apparaat met gepaste voorzichtigheid;. Dit geldt
ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle
kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast –
trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u
kortsluiting of schade aan de interne elementen van
de kabel.
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen
kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit
soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of
zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel
verkrijgen.
Alvorens kaarten te
gebruiken
Gebruik van DATA kaarten
• Duw de DATA kaart voorzichtig geheel naar
binnen - tot deze stevig vast zit.
fig.M512-Insert
705
• Raak nooit het uiteinde van de DATA kaart aan.
Voorkom ook, dat dit uiteinde vies wordt.
• SD kaarten bestaan uit precisie componenten. Ga er
voorzichtig mee om, met speciale aandacht voor het
volgende.
• Om schade door statische elektriciteit te
voorkomen, ontlaadt u alle statische elektriciteit
van uw lichaam, voor u de ‘kaarten’ aanraakt.
• Voorkom, dat metaal in aanraking komt met het
contactgedeelte van de kaarten.
• Buig kaarten niet, laat ze niet vallen, en stel ze
niet bloot aan sterke schokken of trillingen.
• Bewaar kaarten niet in direct zonlicht, in
afgesloten voertuigen of op soortgelijke
plaatsen (bewaartemperatuur: -25 tot 85( C).
• Laat kaarten niet nat worden.
• Wijzig de kaarten niet, en haal ze niet uit elkaar.
Auteursrecht
• Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen,
uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of
gedeelte daarvan (muzikale compositie, video,
uitzending, publiekelijke uitvoering, enz.), waarvan
het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de
wet verboden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij
het auteursrecht van een derde partij overtreden
kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht
van een derde partij, die door gebruik van dit
apparaat worden begaan.
Index ..........................................................................................................................127
Inhoud
9
Introductie van de MICRO BR
Hoofdkenmerken
Multifunctioneel, draagbaar
opnameapparaat
De MICRO BR is een draagbaar Multitrack
opnameapparaat, dat ontworpen is met het oog
op draagbaarheid.
Eenvoudig in gebruik
De MICRO BR is een digitaal Multitrack opnameapparaat, dat ontworpen is om zelfs voor een
beginner eenvoudig in gebruik te zijn. Van het
opnemen van uw Performance tot aan het
afmixen, kunt u genieten van de kracht van digitaal Multitrack opnemen, vanaf het moment dat u
de MICRO BR uit de doos haalt.
Compleet muziek productie
werkstation
De MICRO BR beschikt over werkplek
functionaliteit, waardoor u een voltooid
muziekstuk kunt maken, zonder dat daar andere
apparatuur bij nodig is.
Veelzijdige audio ingangen en
effecten
De ingang Jacks maken het mogelijk rechtstreeks
een elektrische gitaar of basgitaar aan te sluiten of
om gebruik te maken van een stereo microfoon of
lijn uitgang apparaat. Tevens is er een
ingebouwde microfoon aanwezig.
Effecten op basis van COSM technologie kunnen
aan de audio invoer worden toegekend,
waardoor een brede klankvariatie ontstaat.
Wat is COSM (Composite Object
Sound Modeling)?
Door Modeling technologie kan het sonische karakter van fysieke objecten of materialen digitaal worden nagebootst. COSM is
Roland’s eigen technologie. Het is een evolutionaire ontwikkeling, met verschillende
soortgelijke Modeling methoden als voorloper, waarmee een geheel nieuw bereik aan
geluiden kan worden gecreëerd.
Multitrack opnemen
U kunt uw Performance op verschillende sporen
opnemen.
Er zijn vier sporen, die tegelijkertijd kunnen
worden afgespeeld, en elk spoor heeft acht
‘virtuele sporen’ (V-Tracks).
U kunt bijvoorbeeld verschillende ‘takes’ van een
gitaarsolo opnemen op verschillende V-Tracks,
en later de beste kiezen.
‘Sectie 1. Opnemen en afspelen’ (p. 38)
U kunt ook de vier sporen afspelen en ze afmixen
tot een V-Track, zodat u zelfs als u alle sporen
heeft gebruikt, niets hoeft te wissen.
Elk spoor bestaat uit acht ‘virtuele’ sporen,
en u kunt een van deze virtuele sporen
kiezen voor opnemen en afspelen.
Met andere woorden, u kunt uw
performances vastleggen door gebruik te
maken van een maximum van 4 x 8 = 32
sporen, en vier van deze sporen voor
afspelen selecteren.
We noemen deze virtuele sporen ‘V-Tracks’.
Als u V-Tracks in uw opname gebruikt, kan
het makkelijk zijn om de ‘Track Sheet’ (p. 124)
te kopiëren en te gebruiken.
Ritme functie
Er is een makkelijke ‘ritme functie’ aanwezig, die
het mogelijk maakt om eenvoudig frasen of
muziekstuk ideeën vast te leggen. Selecteer
simpelweg een ritme patroon dat in de buurt
komt van wat u in gedachten heeft, en stel het
tempo in.
De MICRO BR beschikt tevens over een Arrange
functie, waarmee u ritme patronen tot een
volledig muziekstuk kunt combineren .
‘Sectie 4. Ritme gebruiken’ (p. 80)
Bounce functie/Mastering
functie
U kunt al uw sporen – inclusief het ritme afmixen (Bouncen) naar tweesporige stereo data.
Tevens kunt u met de Mastering Toolkit een
laatste glanslaagje toevoegen aan een voltooid
Introductie van de MICRO BR
muziekstuk om het meer indruk en een afgepast
volume mee te geven.
Voltooide muziekstuk data kan door de MICRO
BR worden omgezet naar gebruikelijke formaten
als MP3 of WAV en via USB naar een computer
worden verzonden.
Converteren tussen track data en geluidsbestanden
(p. 107)
‘Sectie 6. USB gebruiken’ (p. 96)
Handige MP3/WAV
functionaliteit
De MICRO BR kan dienen als een MP3 of WAV
speler, waardoor u uw favoriete muziek
makkelijk kunt meenemen en beluisteren.
Ook is er een Trainer functie, die MP3/WAV
muziek op een langzamer tempo kan afspelen of
het geluid in het midden van het geluidsveld kan
wegdraaien. Ideale kenmerken voor als u met een
instrument wilt meespelen.
MP3 opname met verlengde opnameduur wordt
ook ondersteund, zodat u met de MICRO BR
ideaal buitenshuis opnamen kunt maken met een
los verkrijgbare stereo microfoon of met de
ingebouwde microfoon.
‘Sectie 5. MP3 speler gebruiken’ (p. 88)
Ingebouwde chromatische
Tuner
De ingebouwde chromatische Tuner maakt het
mogelijk om af te stemmen, terwijl uw gitaar op
de MICRO BR is aangesloten .
‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p. 105)
11
Introductie van de MICRO BR
Tweevoudige stroomvoorziening om overal te kunnen
gebruiken
De MICRO BR is te gebruiken op batterijen (twee
AA batterijen; alkaline soort aanbevolen) of met
een adapter (los verkrijgbaar).
Het apparaat is te gebruiken op twee AA batterijen (alkaline soort aanbevolen), waardoor u het
overal mee naar toe kunt nemen en overal te kunnen opnemen.
Geheugenkaarten die
met de MICRO BR
gebruikt kunnen worden
Het apparaat gebruikt SD geheugenkaarten om
data op vast te leggen voor opnemen en afspelen.
Raadpleeg het bijgeleverde blad ‘Over SD geheugenkaarten’ voor een lijst van SD geheugenkaarten die met de MICRO BR overweg kunnen.
Een geheugenkaart
initialiseren
(SD memory card)
Een SD geheugenkaart, die u in de winkel heeft
gekocht of die u heeft gebruikt met uw digitale
camera, kan niet zomaar met de MICRO BR worden gebruikt.
Voordat u zo’n SD kaart met de MICRO BR kunt
gebruiken, dient u de kaart te initialiseren. Raadpleeg (p. 110) voor meer informatie over het initialiseren van een SD geheugenkaart.
Over de opnameduur
De volgende tabel geeft de beschikbare opnameduur van elke geheugenkaart aan.
● Opnameduur (conversie in een spoor)
Capaciteit
geheugenkaart
32 MB
64 MB31 min.38 min.47 min.
128 MB64 min.76 min.96 min.
256 MB128 min.154 min.192 min.
512 MB257 min.309 min.386 min.
1 GB502 min.604 min.755 min.
* De opnameduur hierboven is een schatting. Afhankelijk
van het aantal gemaakte muziekstukken kan deze iets
korter uitvallen.
* Het bovenstaande getal is het totaal voor alle gebruikte
sporen. Als alle vier de sporen een gelijke hoeveelheid
data bevatten, dan zal de lengte van het resulterende
muziekstuk ongeveer een kwart van het bovenstaande
zijn.
* De geheugencapaciteit (opnameduur) neemt af als het
geheugen bijvoorbeeld MP3 bestanden bevat.
● Opnameduur (conversie in MP3 modus,
Stereo)
Capaciteit
geheugenkaart
32 MB
64 MB131 min65 min43 min5 min
128 MB265 min 132 min88 min12 min
256 MB531 min 265 min177 min 24 min
512 MB1065 min 532 min355 min 48 min
1 GB2081 min 1040 min 693 min 94 min
Data soort
HiFi (MT2) STD (LV1) LONG (LV2)
15 min.18 min.23 min.
MP3WAV
64
kbps
65 min32 min21 min2 min
128
kbps
192
kbps
12
* De opnameduur hierboven is een schatting. Afhankelijk
van het aantal gemaakte MP3/WAV muziekstukken kan
deze korter uitvallen.
* De geheugencapaciteit (opnameduur) neemt af als het
geheugen sporen gegevens bevat.
Paneelbeschrijvingen
Regelpaneel
fig.panel-L.eps
1
2
3
4
67
5
1. [POWER]
Dit is de stroom toets. Deze schakelt de
stroom in/uit.
2. [EXIT]
Laat u terugkeren naar het vorige scherm of
annuleert een bewerking.
3. [UTILITY]
Geeft toegang tot een verscheidenheid aan
functies, zoals geheugenkaart bewerkingen,
en sporen bewerking.
• MODUS
(Houd [EXIT] ingedrukt, en druk op
[UTILITY])
Selecteert de opname modus.
4. CURSOR [][]
Gebruik deze toetsen om de cursor te
verplaatsen of door pagina’s te bladeren.
5. [EFFECTS]
Zet het effect aan/uit, en geeft toegang tot
een scherm waar u de instellingen kunt
wijzigen.
6. [RHYTHM]
Geeft toegang tot een scherm met
verschillende ritme instellingen.
• TUNER
18
8
9 10 11 12
7. [MP3/TRAINER]
8. [TR1]-[TR4]
9. (Rewind)
17
14
15
16
13
(Houd [EFFECTS] ingedrukt, en druk op
[RHYTHM])
Schakelt de ingebouwde Tuner aan/uit.
Schakelt om naar een modus, waarin u
MP3/WAV gegevens kunt opnemen of
afspelen.
In deze modus kunt u tevens de Phrase
Trainer functie gebruiken.
Selecteert het spoor dat u wilt opnemen of
geeft toegang tot een scherm waar u het
spoor volume kunt wijzigen. In sommige
schermen dienen deze als functietoetsen,
voor snelle toegang tot verschillende
functies.
Als in deze handleiding bijvoorbeeld [TR1]
(SNG) wordt gebruikt, betekent dit, dat het
indrukken van [TR1] ‘SNG’ selecteert, wat
op het scherm wordt weergegeven.
Spoelt het muziekstuk terug, wanneer u
deze toets ingedrukt houdt.
13
10. (Stop)
Stopt de opname of het afspelen van een
muziekstuk.
11. (Play)
Speelt het muziekstuk. Het scherm geeft dan
aan.
12. (Fast-Forward)
Spoelt het muziekstuk vooruit, wanneer u
deze toets ingedrukt houdt.
13. (Recording)
Als u op drukt, verschijnt als
indicatie op het scherm. De MICRO BR staat
dan in de opname standby stand. Opname
begint zodra u op drukt.
In aanvulling op opname bewerkingen
wordt deze toets ook gebruikt voor PunchIn/Out bewerkingen.
14. [A <> B] (AB toets)
Geeft toegang tot een scherm, waar u
instellingen kunt vastleggen met betrekking
tot de Repeat functie (die een gewenst
gebied herhaalt) en de Punch-In/Out regio,
en waar u de spoor bewerking regio kunt
instellen.
15. [INPUT]
Geeft toegang tot een scherm, waar u de
ingang Jack of ingebouwde microfoon kunt
selecteren, en de ingang gevoeligheid kunt
wijzigen.
16. VALUE [-][+]
Als u onderdelen instelt, wijzigt u met deze
toetsen de waarden.
• De waarde zal doorlopend wijzigen,
wanneer u VALUE [-][+] ingedrukt
houdt.
• De waarde zal versneld toenemen,
wanneer u VALUE [+] ingedrukt
houdt, en vervolgens VALUE [-]
indrukt en ingedrukt houdt.
• De waarde zal versneld afnemen,
wanneer u VALUE [-] ingedrukt
houdt, en vervolgens VALUE [+]
indrukt en ingedrukt houdt.
17. MIC (ingebouwde microfoon)
Dit is een mono microfoon, die in de MICRO
BR is ingebouwd. Als u met de ingebouwde
microfoon wilt opnemen, raadpleeg dan
pagina (p. 39).
18. Scherm
Toont verschillende informatie, zoals
muziekstuk tijd, volume niveau of
menuschermen van de functie die u
gebruikt.
Als u het scherm moeilijk leesbaar vindt,
raadpleeg dan pagina (p. 105).
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van
het apparaat gebruikt u een droge,
zachte doek of één die enigszins
vochtig is. Voor het verwijderen van
hardnekkig vuil, gebruikt u een doek
met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het
apparaat met een zachte, droge doek
goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de
mogelijkheid van verkleuring en/of
misvorming te voorkomen.
14
Scherm
fig.panel-L.eps
7
1
8
2
9
3
5
1011
4
6
12
13
18
14
15
16
17
1. Mode
Geeft de huidige modus aan.
SchermModus
(niet
oplichtend)
2. Cursor
3. Measure
4. Tempo
5. Time
6. Frame/Sub Frame
7. EFFECTS
Als er niets wordt aangegeven, bevindt u
zich in Normal modus.
Dit betekent dat u zich in Bounce modus
bevindt.
Dit betekent dat u zich in Mastering modus bevindt.
Dit betekent dat u zich in MP3 modus bevindt.
Deze geeft de parameter aan, die
geselecteerd is om te worden gewijzigd.
Gebruik VALUE [-][+] om de door de cursor
aangegeven parameter te wijzigen.
Geeft de huidige locatie in het muziekstuk
aan. Van links naar rechts wijzen de
nummers op maat-beat-klok.
Geeft het tempo van het ritme aan.
De huidige locatie in het muziekstuk wordt
aangegeven als ‘** uren ** minuten **
seconden’.
Dit geeft de huidige locatie in het
muziekstuk aan in eenheden van frames, en
e
frames.
1/10
Licht op wanneer de invoeg effecten (p. 61)
aan zijn.
8. L/R (Level Meter)
Dit geeft in normale modus en in MP3
modus het niveau aan van de uitvoer via
PHONES/LINE OUT.
In Bounce modus of in Mastering modus
geeft dit het betreffende opname niveau aan
(Bounce niveau of Mastering niveau).
9. TR 1 2 3 4
Deze lichten op, wanneer sporen 1-4
opgenomen data bevatten. Het spoor
nummer, dat u heeft opgegeven als opname
spoor, zal knipperen. In het niveau meter
scherm geeft de niveau meter de Rhythm
uitvoer aan.
10. RHYTHM
Licht op, als Rhythm (p. 80) aan is. Het
niveau meter scherm geeft de uitvoer van
Rhythm aan.
11. (PLAY indicator)
Wordt getoond wanneer het muziekstuk
speelt.
12. (REC indicator)
Wordt getoond in opname-standby modus
of tijdens het opnemen.
13. IN
De niveau meter toont de invoer van
GUITAR IN, LINE IN/MIC of van de
ingebouwde microfoon.
15
14. Batterij indicatie
Geeft de resterende lading van de geplaatste
batterijen aan.
IndicatieResterende lading van batterij
De batterijen zijn in goede conditie.
De batterijen zijn ongeveer half vol.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang ze
voortijdig.
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe batterijen.
(niet
oplichtend)
* Wees u ervan bewust, dat de batterij status indicatie
De adapter levert stroom.
slechts een schatting is.
15.
Licht op, als het audio invoer apparaat te
luid is. Als deze oplicht, druk dan op de
INPUT toets, en wijzig de Sns (ingang
sensitiviteit).
Raadpleeg voor meer informatie ‘Een
instrument selecteren om op te nemen’
(p. 39).
16. (Repeat)
Licht op als de Repeat functie actief is.
17. AB (AB)
Licht op als u een gebied heeft opgegeven
om te herhalen of als Auto Punch-In/Out
heeft ingesteld. Deze zal knipperen als u de
start locatie (A) opgeeft, en zal oplichten als
u de eind locatie opgeeft (B).
18. A.PUNCH
Licht op als Auto Punch-In actief is.
401a
• In deze handleiding gebruiken we
schermafbeeldingen om verschillende functies mee uit te leggen.
Wees u er echter van bewust, dat
deze schermafbeeldingen voor illustratieve doeleinden zijn bestemd, en
de getoonde instellingen mogelijk
niet overeenkomen met de fabrieksinstellingen (zoals Patch namen).
• Het scherm zal ‘Keep power on!’
weergeven als data wordt verwerkt.
16
Over het Play scherm
Het standaard scherm, dat verschijnt als u de
MICRO BR heeft aangezet (zie hieronder), heet
het ‘Play’ scherm.
fig.Disp-3mode.eps
Normal modus
Bounce modus
Mastering modus
Tenzij anders aangegeven, gaan we er in deze
handleiding van uit, dat u naar het Play scherm
kijkt.
Over het MP3 scherm
Als u de MICRO BR in MP3 modus (p. 89) uitzet,
start het apparaat de eerstvolgende keer ook in
MP3 modus.
Het scherm in MP3 modus heet het MP3 scherm
(zie illustratie hieronder). Het scherm toont dan
het icoon.
De niveau meter bekijken
U bekijkt het volume van elk spoor als volgt.
1. Druk, in het Play scherm, meerdere malen
op CURSOR [].
* Om naar het Play scherm terug te keren, drukt u
meerdere malen op CURSOR [].
fig.Disp-LevelMeter.eps
L/RDe niveau meter geeft de uitvoer aan, na
TR1–4De niveau meters geven de uitvoer aan
RHYTHMDe niveau meter geeft de uitvoer van Rhy-
INDe niveau meter geeft het geluid aan van
VOLUME instelling.
Ook toont deze tijdens Bouncing of Mastering het betreffende opname niveau (Mastering niveau of Bounce niveau).
van elk spoor.
thm aan.
GUITAR IN, LINE IN/MIC of van de ingebouwde microfoon.
Als u klaar bent in MP3 modus, druk dan nogmaals op [MP3/TRAINER].
17
Zijpaneel (links)
fig.panel-L.eps
Zijpaneel (rechts)
fig.panel-R.eps
1
2
1. DC IN (adapter) Jack
Een adapter (PSA Series, los verkrijgbaar)
kan hierop worden aangesloten (p. 22). U
kunt een PSA Series aanschaffen bij de
muziekwinkel.
2. VOLUME
Wijzigt het volume van de uitvoer van
PHONES/LINE OUT.
3. PHONES/LINE OUT Jack
Dit is een uitgang Jack waarop een stereo
koptelefoon (los verkrijgbaar) of externe
audio apparatuur (zoals een stereo
versterker) kan worden aangesloten.
4. USB Connector (MINI B type)
Gebruik deze connector om de MICRO BR
via een USB kabel op de computer aan te
sluiten. Zo kunnen gegevens worden
uitgewisseld tussen de MICRO BR en de
computer (p. 22), (p. 96).
• U dient alleen de PSA Series als adapter te gebruiken. Het gebruik van enige
andere adapter kan tot storing of
schade leiden.
• Uw gegevens kunnen verloren gaan,
wanneer u tijdens gebruik de adapter
loskoppelt.
3
4
1
1. GUITAR IN Jack (Phone type)
Dit is een hoog-impedantie ingang Jack om
rechtstreeks een gitaar of basgitaar op aan te
sluiten.
2. LINE IN/MIC Jack (Stereo mini type)
Dit is een ingang Jack voor analoge audio
signalen.
Het uitgaande signaal van uw draagbare
audiospeler of een microfoon kan op deze
Jack worden aangesloten.
Als u een miniatuur condensator microfoon
gebruikt die Plug-In stroom ondersteunt, zet
dan de ‘PlugInPower’ instelling van de
MICRO BR aan.
‘Plug-In stroom microfoon gebruiken’ (p. 109)
Een een condensator microfoon, die Plug-In
stroom ondersteunt, is een kleine condensator microfoon, die een stroomvoorziening
vereist.
Sommige microfoons hebben een interne
batterij, maar andere vereisen een externe
stroomvoorziening. De MICRO BR is
ontworpen om stroom te leveren aan op
Plug-In stroom gebaseerde microfoons, die
een externe stroomvoorziening nodig
hebben.
2
Wat is een Plug-In stroom
condensator microfoon?
3
4
18
• Een voltage van ongeveer 2,5V kan
door de LINE IN/MIC Jack worden
geleverd. In tegenstelling Fantoomvoeding wordt er zo geen 48V geleverd.
• Als PlugInPower ingesteld is op ON,
dient u uitsluitend een condensatormicrofoon aan te sluiten, die Plug-In
stroom ondersteunt. Door enig ander
apparaat aan te sluiten, kan dat apparaat beschadigen.
Achterzijde
fig.bottom-panel.eps
1
2
3. INPUT LEVEL
Deze draaischijf wijzigt het ingang niveau.
Deze regelt het volume van de ingang bron.
Hiermee wordt het niveau bepaald, dat op
het spoor wordt vastgelegd.
4. Koord gat
Een koord kan door dit gat worden
gestoken.
1. Batterij deksel
Hier kunt u batterijen en een SD
geheugenkaart plaatsen. U kunt niet
opnemen, als er geen geheugenkaart is
geplaatst.
‘Batterijen en een geheugenkaart plaatsen’ (p. 20)
De MICRO BR wordt vanuit de fabriek
geleverd met een geplaatste SD kaart, die
een demo muziekstuk bevat.
2. HOLD schakelaar
Als de stroom aan staat, kunt u de HOLD
schakelaar op ON zetten om alle toetsen uit
te schakelen. Als HOLD is geactiveerd, kunt
u echter nog steeds VOLUME en INPUT
LEVEL regelen.
Als u de HOLD schakelaar op ON zet,
terwijl het apparaat uitgeschakeld is, gaat
het niet aan als er op de [POWER] knop
wordt gedrukt.
19
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
Batterijen en een SD geheugenkaart plaatsen
1. Zorg ervoor, dat de stroom uit is.
2. Schuif het batterijdeksel in de richting
van de pijl, en verwijder het.
fig.batt-cover1.eps
3. Als er al batterijen zijn geplaatst,
verwijder ze dan uit het batterijvak.
4. Duw de geheugenkaart naar binnen.
fig.batt-cover2.eps
5. Plaats twee AA batterijen, en let in het
bijzonder op de juiste polariteit (+/-).
fig.batt-cover3.eps
+
-
fig.batt-cover4.eps
+
-
6. Plaats het batterijdeksel terug.
fig.batt-cover5.eps
20
De MICRO BR wordt vanuit de fabriek
geleverd met een geplaatste SD kaart, die
een demo muziekstuk bevat.
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
fig.eject-sd-j.eps
De geheugenkaart
verwijderen
Duw deze naar binnen, en haal uw
vinger terug.
fig.sd-protect.eps
Over de schrijfbeveiliging functie van de
1. Duw
2. Haal uw vinger terug
Schrijven
geheugenkaart (Lock)
Door de schrijfbeveiliging schakelaar op de zijkant van de
geheugenkaart naar de ‘LOCK’ positie te schuiven, kunt u
voorkomen dat er gegevens naar de kaart worden geschreven of ervan worden verwijderd.
928
929
930
• We raden het gebruik van alkaline batterijen aan.
• Meng nieuwe batterijen niet met deels gebruikte batterijen, en meng geen batterijen van verschillende
typen.
• Als u oplaadbare batterijen gebruikt, volg dan nauwlettend de instructies die daarmee werden
meegeleverd. De MICRO BR is zelf niet in staat om oplaadbare batterijen te herladen.
• Als het icoon verschijnt, vervang de batterijen dan zo spoedig mogelijk.
• De levensduur van de batterijen is afhankelijk van het type, en van de gebruiksomstandigheden. Ook zal
deze verschillen aan de hand van het type en de capaciteit van de SD geheugenkaart.
• Houd de bijgeleverde SD geheugenkaart uit de buurt van kleine kinderen om te voorkomen dat deze per
ongeluk wordt ingeslikt.
• Raadpleeg het bijgeleverde blad ‘Over SD geheugenkaarten’, voor een lijst van SD geheugenkaarten die
worden aanbevolen voor gebruik met de MICRO BR.
• Plaats geheugenkaarten geheel in de sleuf, met speciale aandacht voor de juiste houding en richting.
Wees hierbij voorzichtig!
• Raak de contactpunten van een geheugenkaart niet aan, en voorkom dat ze vies worden.
• De stroom moet uit zijn, als u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Door een geheugenkaart te
plaatsen of te verwijderen, terwijl de stroom aan staat, riskeert u beschadiging van de data op de kaart of
het onbruikbaar worden van de kaart zelf.
• Als u het apparaat omdraait, doet u er goed aan om de vier hoeken of de twee zijden, te ondersteunen
middels een stapeltje tijdschriften. Dit om schade aan de knoppen en bedieningselementen te voorkomen.
Probeer het apparaat ook zo te draaien, dat er geen schade kan optreden aan knoppen en
bedieningselementen.
• Plaats of verwijder een SD kaart nooit, als de stroom aan is. Door dat toch te doen, kan de data van het
apparaat of die van de SD kaart, onbruikbaar worden.
• Duw de SD kaart voorzichtig geheel naar binnen - tot deze stevig vast zit.
931
Beveiligen
21
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
Overige apparatuur aansluiten
Sluit aan, zoals in het onderstaande diagram
wordt getoond.
Zijpaneel (links)
Adapter
(PSA Serie)
fig.side-panel-R.eps
Zijpaneel (rechts)
Uw apparatuur dient tijdens het aansluiten
uitgeschakeld te zijn.
fig.side-panel-L.eps
Koptelefoon
Computer
Elektrische gitaar
Elektrische basgitaar
‘Plug-In stroom microfoon’ (p. 18)
22
CD/MD speler, etc.
Plug-In stroom
condensator microfoon
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
fig.MEMO
923
• Als het apparaat batterijen bevat, terwijl er een adapter wordt gebruikt, zal het aan blijven als de
netstroom wordt onderbroken (stroomstoring of losraken stroomkabel).
• Als er aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume niveau van apparatuur die is
aangesloten op GUITAR IN of LINE/IN/MIC, laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels
zonder weerstanden.
• Er kan een fluittoon optreden, afhankelijk van de locatie van de microfoon ten opzichte van de speakers.
Dit is te verhelpen door:
1. De richting van de microfoon(s) te wijzigen.
2. De microfoon(s) verder van de speakers af te plaatsen.
3. De volumeniveaus te verlagen.
fig.stereo-plug-j.eps
• De LINE IN/MIC Jack is een stereo-mini type (1/8’). De illustratie
toont de bedrading van de LINE IN/MIC Jack. Controleer voor het
aansluiten of de Connector van uw apparatuur op de juiste manier
bedraad is.
• Als u een microfoon die Plug-In stroom behoeft op de LINE IN/
MIC Jack wilt aansluiten, raadpleeg dan ‘Plug-In stroom microfoon gebruiken’ (p. 109).
RightLeft
23
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
De stroom inschakelen
• Voordat dit apparaat op andere apparaten
wordt aangesloten, zet u de stroom van alle
apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade
aan luidsprekers of andere apparaten helpen
voorkomen.
• Als het aansluiten klaar is (p. 22), zet u de
stroom van de aangesloten apparaten in de
aangegeven volgorde aan. Door apparaten
in de verkeerde volgorde aan te zetten,
riskeert u storingen en/of schade aan
speakers en overige apparatuur.
• Dit apparaat is uitgerust met een beveiliging
circuit. Er is daarom na het aanzetten een
korte interval (enkele seconden), voordat het
apparaat normaal functioneert.
921
941
942
1. Controleer de volgende punten, voordat u
de stroom aanzet:
• Is de MICRO BR correct aangesloten op uw externe
apparatuur?
• Is het volume niveau van de MICRO BR en van uw
aangesloten apparatuur op het minimum
ingesteld?
• Is er een geheugenkaart geplaatst?
2. Minimaliseer het volume van de MICRO
BR.
3. Zet de stroom aan, van het appraat dat is
aangesloten op de ingang Jack (GUITAR
IN, LINE IN/MIC).
4. Druk op de [POWER] knop op het
regelpaneel om de stroom aan te zetten.
5. Zet de stroom aan van het apparaat, dat is
aangesloten op de uitgang Jack
(PHONES/LINE OUT).
De stroom uitschakelen
1. Als de MICRO BR via USB met de
computer communiceert, verbreek dan de
verbinding zoals wordt beschreven in ‘De
verbinding met uw computer verbreken’
(p. 104).
2. Zorg ervoor, dat er geen muziekstuk
afspeelt.
3. Controleer of het scherm vrij is van het
bericht ‘Keep power on!’.
4. Zet de apparaten uit, in de
tegenovergestelde volgorde van het
aanzetten ervan.
5. Houd [POWER] ingedrukt tot het scherm
‘Shutting down…’ aangeeft.
• Als u een adapter gebruikt, zorg er dan voor
dat de verbinding niet tussentijds wordt
onderbroken. Data kan verloren gaan, als dit
toch gebeurt.
• Minimaliseer het volume, voor u de stroom
aanzet. Als u de stroom aanzet, kunt u zelfs
ruis horen wanneer het volume
weggedraaid is. Dit wijst echter niet op een
storing.
24
Snelle start
Snelle start
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd
achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
25
De demo song beluisteren
Als u de stroom aanzet, verschijnt het Play
scherm.
De demo song afspelen
De MICRO BR wordt vanuit de fabriek geleverd
met een geplaatste SD kaart, die een demo song
bevat. U speelt dat muziekstuk als volgt.
fig.QS-SONG-SEL.eps
6
1
4
2357
* Zorg ervoor, dat de MICRO BR zich in ‘Normal modus’
(p. 42) bevindt.
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR1] (SNG).
3.
Druk op [TR1] (SEL).
Het muziekstuk selectie scherm verschijnt.
fig.Disp-Song-sel.eps
7.
Druk op [PLAY].
Het muziekstuk zal beginnen te spelen.
Draai langzaam aan de VOLUME draaischijf om het volume te wijzigen.
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een
bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de
oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten
en een oorarts consulteren.
• De MICRO BR wordt geleverd met een demo
song in MICRO BR formaat, en met een demo
song van deze data die gemastered is tot een
MP3 bestand.
Als u de stroom voor de eerste keer
aanzet, zal de demo song (muziekstuk
formaat) automatisch geladen worden.
• Het gebruik van de demo song voor enig
ander doel dan privé, persoonlijk plezier, is
zonder toestemming van de auteursrechthouder bij wet verboden. Daarbij mag de betreffende data zonder toestemming van de
auteursrechthouder niet worden gekopieerd
of in een secundair auteursrechtdragend werk
worden opgenomen.
4.
Gebruik VALUE [-][+] om
’01:BigDance’ te selecteren.
5.
Druk op [TR4] (EXE).
6.
Draai aan de VOLUME draaischijf om
het volume te verlagen.
Als u het volume van elk spoor wilt regelen,
raadpleeg dan ‘Het volume van een spoor
regelen’ (p. 33).
De demo song beluisteren
De huidige positie wijzigen
U kunt de volgende methoden gebruiken om de
huidige positie in het muziekstuk te wijzigen.
BewerkingToelichting
Doorspoelen
Het muziekstuk zal doorspoelen, wanneer u ingedrukt houdt.
Terugspoelen
Het muziekstuk zal terugspoelen, wanneer u ingedrukt houdt.
Naar het begin van het muziekstuk gaan
(00:00:00-00.0)
Naar het einde van het muziekstuk gaan
Verplaatsen in stappen van uren/minuten/
seconden/frames/sub-frames
Verplaatsen in stappen van maten/beats
De tijd (zie hieronder) op de onderste regel van het scherm, geeft de locatie als ‘00 uren 00 minuten
00 seconden 00 frames 0 sub-frames’ aan.
fig.Disp-MTC
Houd ingedrukt, en druk op .
Houd ingedrukt, en druk op .
Gebruik CURSOR [][] om de cursor naar de ‘uren/minuten/
seconden/frames/sub-frames’ indicatie te verplaatsen, en gebruik
VALUE [-][+] om de tijd te wijzigen.
Gebruik CURSOR [][] om de cursor naar de maat/beat indicatie
te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de maat/beat te wijzigen.
Snelle start
minuten
uren
• Een frame is 1/30
• Een sub-frame is 1/10
seconden
ste
van een seconde.
frames
sub-frames
e
van een frame.
27
Een nieuwe song maken
Als de geheugenkaart meer dan een song bevat,
zal de meest recent gespeelde song automatisch
geladen worden. Ga als volgt te werk, als u een
nieuwe song wilt opnemen.
Een nieuwe song
maken (Song New)
fig.QS-SONG-NEW.eps
1
4
6
23
* Raadpleeg, voor u een nieuwe song maakt, ‘Overige
apparatuur aansluiten’ (p. 22), en sluit uw apparatuur
aan voordat u verder gaat.
* Zorg ervoor, dat het scherm geen aangeeft.
1.
Druk op [UTILITY].
5
5.
Druk op [TR4] (EXE).
De nieuwe song zal worden aangemaakt, en
u keert terug naar het Play scherm.
2.
Druk op [TR1] (SNG).
3.
Druk op [TR2] (NEW).
Het scherm zal ‘Type’ aangeven.
fig.Disp-.eps
4.
Gebruik VALUE [-][+] om ‘HiFi’ te
selecteren.
Raadpleeg ‘Opnemen’ (p. 38), voor meer
informatie over het data soort.
28
Een nieuwe song maken
De ingang selecteren
Hier lichten we toe, hoe u de geluidsbron
(ingang) die u wilt opnemen, kunt selecteren.
Als voorbeeld lichten we toe, hoe u een
elektrische gitaar aansluit, en het geluid invoert.
fig.QS-SONG-SEL.eps
5
1
3
2
* Raadpleeg, voor u een ingang bron selecteert, ‘Overige
apparatuur aansluiten’ (p. 22), en sluit uw apparatuur
aan voordat u verder gaat.
1.
Druk op [INPUT].
2.
Druk meerdere malen op [TR1].
Zorg ervoor, dat de indicatie van de geselecteerde bron van ‘gtr’ in ‘GTR’ is veranderd.
fig.Disp-Input-sens.eps
3
3.
Gebruik CURSOR [][] om de
Snelle start
cursor te verplaatsen naar Sns
(Sensitivity), en wijzig de instelling
met behulp van VALUE [-][+].
Wijzig zo de gevoeligheid van de bron die u
wilt opnemen.
Stel voor een optimaal resultaat de gevoeligheid maximaal in, zonder dat de ‘OVER’
4
indicatie op het scherm verschijnt als het
inkomende signaal de luidste tonen
weergeeft. Als de OVER indicator oplicht,
verminder dan de Sns waarde.
BronBereik van de Sns parameter
GTR-12–+8
MIC-16–+8
LIN-6–+8
EXT-15–+9
De Sns parameter wordt voor elke ingang
bron afzonderlijk onthouden.
4.
Gebruik de INPUT LEVEL draaischijf
om het ingang niveau te wijzigen.
Door op een van de [TR1]-[TR4] toetsen te
drukken, wisselt de indicatie van de
bijbehorende ingang tussen hoofdletters en
kleine letters.
Hoofdletters: de ingang is geselecteerd
Kleine letters: de ingang is niet geselecteerd
Raadpleeg ‘Een instrument selecteren om op
te nemen’ (p. 39) voor meer informatie over
het selecteren van andere bronnen.
Raadpleeg ‘Het opname niveau regelen’ (p. 39),
voor meer informatie over het aanpassen van het
niveau.
5.
Gebruik de VOLUME draaischijf om
het luistervolume te wijzigen.
• Als u een elektrische, akoestische gitaar wilt
opnemen via een afgeschermde verbinding,
gebruik dan de GUITAR IN Jack.
• Als er aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume niveau van
apparatuur, die is aangesloten op GUITAR IN
of LINE/IN/MIC, laag zijn. Als dit gebeurt,
gebruik dan aansluitkabels zonder weerstanden, zoals die uit de Roland PCS Series.
29
Een nieuwe song maken
Effecten gebruiken
(Insert Effects)
De MICRO BR bevat drie effecten processors;
Insert Effects, Reverb, en Mastering Toolkit. Hier
leggen we uit, hoe u GTR (gitaar) als ingang bron
selecteert, en de invoeg effecten gebruikt.
Raadpleeg ‘Sectie 3. Effecten gebruiken’ (p. 61),
voor meer informatie over invoeg effecten.
Een effecten Patch selecteren
22
1
1.
Druk op [EFFECTS].
De geselecteerde effecten Patch wordt
weergegeven.
2.
Gebruik CURSOR [][] om de
cursor naar het Patch nummer te
verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+]
om ’01:JC Clean’ te selecteren.
De MICRO BR bevat enkele invoeg effecten,
maar voor dit voorbeeld kiezen we ’01:JC
Clean’.
fig.Disp-FX-GT-P01.eps
Opnemen zonder de invoeg
effecten
12
1.
Druk op [EFFECTS].
De geselecteerde effecten Patch wordt
weergegeven.
2.
Druk meerdere malen op [TR1].
fig.Disp-FX-GT-P01off.eps
Wees er zeker van, dat de TR1 indicatie van
‘ON’ naar ‘OFF’ is veranderd.
De MICRO BR is nu ingesteld om geluid
zonder invoeg effecten weer te geven, zodat
u geluiden zonder de invoeg effecten kunt
opnemen.
Raadpleeg voor meer informatie ‘Sectie 3. Effecten
gebruiken’ (p. 61).
30
Loading...
+ 102 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.