Roland MICRO BR User Manual

Gebruikershandleiding

201a

Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te lezen: ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pagina 2-3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pagina 4-5). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren.

Over de symbolen en iconen in deze handleiding

Tekst tussen vierkante haakjes [ ] verwijst naar toetsen op het paneel van de MICRO BR. [EXIT]: EXIT toets

[UTILITY]: UTILITY toets

Verwijzingen als (p. **) duiden op pagina’s in deze handleiding, waaraan u kunt refereren.

Wijst op informatie, waarvan u op de hoogte dient te zijn bij het gebruik van de MICRO BR.

Wijst op een handige bewerking of nuttige muziek productietechniek.

Wijst op aanvullende informatie over een bewerking.

Wijst op een referentie pagina.

Wijst op een toelichting van een term.

202

Copyright © 2006 BOSS CORPORATION

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag op enigerlei wijze gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.

BOSS Website http://www.bosscorp.co.jp/

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN

Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen

Wordt gebruikt bij instructies, waarbij

de gebruiker attent gemaakt wordt op WAARSCHUWING het risico van overlijden of zwaar letsel,

wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.

Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste

VOORZICHTIG wijze gebruikt wordt.

* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.

Over de symbolen

Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.

Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.

Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.

NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT

WAARSCHUWING

Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.

..................................................................................................

Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter.

..................................................................................................

Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor

alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbij-

zijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.

..................................................................................................

• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:

aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten

voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die

vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren hebben of die

aan regen worden blootgesteld of die

stoffig zijn of die

aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.

..................................................................................................

Buig of draai een stroomsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en

kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!

..................................................................................................

WAARSCHUWING

Gebruik alleen het geschikte adaptertype (PSA Serie). Ook moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere

polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen

zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden.

.................................................................................................

Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te

veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct

uitzetten en een oorarts consulteren.

.................................................................................................

Gebruik nooit een koptelefoon of oordopjes, terwijl u een auto of motor bestuurt. Het gebruik ervan kan leiden tot een ongeluk. Indien u dit product gebruikt tijdens het

wandelen, blijf u dan bewust van dichtbijzijnd verkeer, en de conditie van de weg om ongelukken te vermijden. Gebruik dit product in het bijzonder niet op plaatsen waar u om gevaar te vermijden, afhankelijk bent van het horen van geluidne om u heen, zoals bij treinovergangen, op perrons, op wegen met voertuigen of rondom bouwterreinen.

.................................................................................................

Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het

apparaat terechtkomen.

.................................................................................................

2

WAARSCHUWING

Zet direct de stroom uit, ontkoppel de adapter en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:

De adapter of de stekker is beschadigd, of

Er rook of een ongewone geur optreedt

Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of

Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of

Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking laat zien.

..................................................................................................

In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het

kind in staat is de regels die essentieel zijn

voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.

..................................................................................................

VOORZICHTIG

• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.

..................................................................................................

• Wanneer de stekker in het stopcontact of in

dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.

..................................................................................................

Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het

apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping

van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.

..................................................................................................

• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.

..................................................................................................

• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.

..................................................................................................

VOORZICHTIG

Bij onjuist gebruik kunnen batterijen exploderen of lekken, en schade of letsel veroorzaken. Neem, in het kader van veiligheid, kennis van de volgende voorzorgsmaatregelen (p. 20).

Volg zorgvuldig de installatie instructies van batterijen, en let erop dat u de juiste polariteit gebruikt.

• Vermijd het tegelijkertijd gebruiken van nieuwe en oude batterijen. Vermijd ook het gebruik van verschillende soorten batterijen.

Verwijder de batterijen, wanneer het apparaat gedurende langere periode niet gebruikt zal worden.

Als een batterij gelekt heeft, gebruik dan een zachte doek of papieren zakdoek om het residu van de ontlading geheel uit het batterijvak te verwijderen. Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Om ontsteking van de huid te voorkomen, zorgt u ervoor dat het residu van de ontlading niet met handen of huid in contact komt. Let er bijzonder goed op, dat het residu niet in of bij uw ogen komt. Als er residu in de ogen is gekomen, spoel het betreffende deel dan overvloedig met stromend water.

Bewaar batterijen nooit in de buurt van metalen voorwerpen, zoals ballpoint pennen, kettinkjes, haarspelden, etc.

.................................................................................................

• Gebruikte batterijen moeten veilig worden verwerkt, in overeenstemming met lokale wetgeving.

.................................................................................................

Bewaar de bijgeleverde SD-kaart op een veilige plaats, uit de buurt van kinderen om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt ingeslikt.

.................................................................................................

• Batterijen dienen nooit te worden herladen, verhit, uit elkaar worden gehaald of in vuur of water worden geworpen.

.................................................................................................

3

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Naast de onderdelen die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina’s 2 en 3 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:

Stroomvoorziening: gebruik van batterijen

Het gebruik van een adapter is aanbevolen, aangezien het stroomverbruik van het apparaat relatief hoog is. Als u de voorkeur geeft aan gebruik van batterijen, gebruik dan alkaline.

Als u batterijen plaatst of vervangt, zet dan altijd de stroom uit van dit apparaat, en ontkoppel andere eventueel aangesloten apparaten. Zo voorkomt u storingen en/of schade aan speakers of andere apparatuur.

Batterijen worden met het apparaat meegeleverd. De levensduur ervan is echter beperkt, aangezien hun voornaamste doel was om testen mogelijk te maken.

Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.

Plaatsing

Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.

Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van de ondergrond, kunnen de voetjes van het apparaat het oppervlak doen verkleuren of anderszins ontsieren.

Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van de ondergrond, kunnen de voetjes van het apparaat het oppervlak doen verkleuren of anderszins ontsieren.

Onderhoud

Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.

Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.

Reparatie en data

Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken, in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), computer of op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het geheugen niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.

Aanvullende voorzorgsmaatregelen

Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te maken.

De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) of computer is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.

Behandel de knoppen en andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid;. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.

Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.

4

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.

Alvorens kaarten te gebruiken

Gebruik van DATA kaarten

Duw de DATA kaart voorzichtig geheel naar binnen - tot deze stevig vast zit.

Raak nooit het uiteinde van de DATA kaart aan. Voorkom ook, dat dit uiteinde vies wordt.

SD kaarten bestaan uit precisie componenten. Ga er voorzichtig mee om, met speciale aandacht voor het volgende.

Om schade door statische elektriciteit te voorkomen, ontlaadt u alle statische elektriciteit van uw lichaam, voor u de ‘kaarten’ aanraakt.

Voorkom, dat metaal in aanraking komt met het contactgedeelte van de kaarten.

Buig kaarten niet, laat ze niet vallen, en stel ze niet bloot aan sterke schokken of trillingen.

Bewaar kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of op soortgelijke plaatsen (bewaartemperatuur: -25 tot 85( C).

Laat kaarten niet nat worden.

Wijzig de kaarten niet, en haal ze niet uit elkaar.

Auteursrecht

Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering, enz.), waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden.

Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.

5

Inhoud

BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................

4

Introductie van de MICRO BR .............................................................

10

Hoofdkenmerken.......................................................................................................

10

Multifunctioneel, draagbaar opnameapparaat ..............................................

10

Eenvoudig in gebruik.........................................................................................

10

Compleet muziek productie werkstation .......................................................

10

Veelzijdige audio ingangen en effecten...........................................................

10

Handige MP3/WAV functionaliteit ................................................................

11

Ingebouwde chromatische Tuner.....................................................................

11

Tweevoudige stroomvoor-ziening om overal te kunnen gebruiken ..........

12

Geheugenkaarten die met de MICRO BR gebruikt kunnen worden .................

12

Een geheugenkaart initialiseren (SD memory card)......................................

12

Over de opnameduur.........................................................................................

12

Regelpaneel.................................................................................................................

13

Scherm .........................................................................................................................

15

Zijpaneel (links) .........................................................................................................

18

Zijpaneel (rechts) .......................................................................................................

18

Achterzijde..................................................................................................................

19

Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR ....................................

20

Batterijen en een SD geheugenkaart plaatsen........................................................

20

Overige apparatuur aansluiten................................................................................

22

De stroom inschakelen ..............................................................................................

24

De stroom uitschakelen.............................................................................................

24

De demo song beluisteren...................................................................

26

De demo song afspelen .............................................................................................

26

De huidige positie wijzigen......................................................................................

27

Een nieuwe song maken......................................................................

28

Een nieuwe song maken (Song New) .....................................................................

28

De ingang selecteren .................................................................................................

29

Effecten gebruiken (Insert Effects) ..........................................................................

30

Een effecten Patch selecteren ............................................................................

30

Opnemen zonder de invoeg effecten ...............................................................

30

Ritme gebruiken.........................................................................................................

31

Patronen spelen...................................................................................................

31

Het tempo van het patroon wijzigen ...............................................................

31

Opnemen.....................................................................................................................

32

Afspelen ......................................................................................................................

33

Een opgenomen Performance afspelen ...........................................................

33

Het volume van een spoor regelen ..................................................................

33

De MP3 speler gebruiken.....................................................................

34

Het demo MP3 bestand afspelen.............................................................................

34

Als oefening meespelen met een MP3/WAV bestand (Phrase Trainer) ...........

35

De afspeelsnelheid wijzigen (Time Stretch)....................................................

35

Het midden geluid wegdraaien (Center Cancel) ...........................................

36

Sectie 1. Opnemen en afspelen...........................................................

38

Opnemen.....................................................................................................................

38

Een nieuwe song maken ....................................................................................

38

6

Inhoud

Een instrument selecteren om op te nemen ....................................................

39

Het opname niveau regelen ..............................................................................

39

V-Tracks wisselen ...............................................................................................

40

De op te nemen track selecteren .......................................................................

41

De parameters van twee tracks gelijktijdig besturen (Stereo Link).............

41

Opnemen..............................................................................................................

42

Afspelen ......................................................................................................................

43

Herhaaldelijk afspelen (Repeat) .......................................................................

43

De links/rechts positie (pan) van het afspeelgeluid aanpassen ..................

44

Opnieuw opnemen over een foutje (Punch-in/out).............................................

45

Handmatige punch-in/out................................................................................

45

Auto punch-in/out.............................................................................................

46

Dezelfde regio herhaaldelijk opnemen (Loop Recording) ...........................

47

Een handeling annuleren (Undo/Redo) ................................................................

49

Naar de vorige status terugkeren (Undo) .......................................................

49

De Undo annuleren (Redo) ...............................................................................

49

Meerdere tracks samenbrengen (Bounce) ..............................................................

50

Het resultaat van de Bounce recording beluisteren ......................................

51

Informatie met betrekking tot de song bekijken ...................................................

52

Song informatie bekijken ...................................................................................

52

De resterende opnametijd bekijken .................................................................

52

Sectie 2. Bewerking..............................................................................

53

Bewerkingsuitvoeringen op een track (Track Edit) ..............................................

53

Data kopiëren (Track Copy)..............................................................................

53

De bewerkingsregio en het aantal kopieën.....................................................

54

Moving data (Track Move)................................................................................

55

Data wissen (Track Erase) .................................................................................

56

Data uitwisselen (Track Exchange) ..................................................................

57

De songs die u heeft opgenomen beheren .............................................................

58

Een song kopiëren (Song Copy) .......................................................................

58

Een song wissen (Song Erase)...........................................................................

58

Ruimte besparen op de geheugenkaart (Song Optimize).............................

59

De song een naam geven (Song Name)...........................................................

59

Een song beveiligen (Song Protect)..................................................................

60

De huidige instellingen in de song opslaan (Song Save) ..............................

60

Sectie 3. Effecten gebruiken................................................................

61

Insertie effecten gebruiken .......................................................................................

61

Effect patches en banken ...................................................................................

61

De instellingen van insertie effecten bewerken..............................................

62

Insertie effect instellingen opslaan (Write) .....................................................

63

De manier waarop insertie effecten worden gebruikt veranderen .............

64

Insertie effecten algoritme lijst .................................................................................

66

BANK: GUITAR [COSM GTR AMP]...............................................................

66

BANK: MIC [VOCAL MULTI] .........................................................................

66

BANK: LINE/EXT..............................................................................................

66

Parameterlijst..............................................................................................................

67

Het reverb effect gebruiken......................................................................................

72

Het reverb effect selecteren ...............................................................................

72

De reverb diepte voor elke track aanpassen ...................................................

72

De reverb diepte van de ingangsbron aanpassen ..........................................

73

De reverb diepte van het ritme aanpassen......................................................

73

Reverb parameters..............................................................................................

73

Mastering ....................................................................................................................

74

7

Inhoud

Mastering procedure ..........................................................................................

74

De Mastering Tool Kit instellingen bewerken................................................

76

De Mastering Tool Kit instellingen opslaan (Write)......................................

77

Mastering Tool Kit Algoritme lijst ..........................................................................

78

BANK: MT ...........................................................................................................

78

Parameterlijst..............................................................................................................

78

Sectie 4. Ritme gebruiken....................................................................

80

Over ritme ...................................................................................................................

80

Over patronen en arrangementen ....................................................................

80

Over de Pattern modus en Arrangement modus ..........................................

81

De drumgeluiden veranderen (drumkit) ...............................................................

82

Een patroon afspelen.................................................................................................

82

Het tempo van het patroon veranderen ..........................................................

82

Een origineel arrangement creëren .........................................................................

83

Het patroon voor de eerste maat specificeren ................................................

83

Patronen in de gewenste volgorde plaatsen ...................................................

84

Een stap invoegen...............................................................................................

85

Een stap wissen ...................................................................................................

86

Een arrangement een naam geven ...................................................................

86

Een arrangement spelen ...........................................................................................

86

Het tempo van het arrangement veranderen .................................................

87

Een arrangement kopiëren/wissen.........................................................................

87

Kopiëren...............................................................................................................

87

Wissen ..................................................................................................................

87

Sectie 5. MP3 speler gebruiken...........................................................

88

Wat is MP3? ................................................................................................................

88

Geluidsformaten die door de MICRO BR worden ondersteund.................

88

Geluidsformaten die niet door de MICRO BR worden ondersteund .........

88

Bestanden die van muziek distributie sites zijn gedownload......................

88

Behandeling van geluidsbestanden die van een muziek CD

 

zijn geïmporteerd................................................................................................

88

Auteursrecht ...............................................................................................................

89

Over de licentie overeenkomst ................................................................................

89

Over de MP3 modus..................................................................................................

89

Naar de MP3 modus overschakelen .......................................................................

90

Het MP3/WAV bestand afspelen ....................................................................

90

Herhaaldelijk afspelen (Repeat) .......................................................................

91

Met een MP3/WAV bestand meespelen om te oefenen (Phrase Trainer) ........

92

De afspeelsnelheid veranderen (Time Stretch) ..............................................

92

Het middengeluid opheffen (Center Cancel) .................................................

93

MP3 of WAV data opnemen ....................................................................................

94

Opnametijd ..........................................................................................................

94

Een MP3/WAV bestand wissen ..............................................................................

95

MP3/WAV bestandsinformatie bekijken...............................................................

95

Sectie 6. USB gebruiken ......................................................................

96

Voordat USB wordt gebruikt (Overzicht) ..............................................................

96

Hoe USB gebruikt kan worden.........................................................................

96

Compatible OS ....................................................................................................

96

Aansluiten op uw computer .............................................................................

96

Compositie van data en geheugenkaarten......................................................

97

De mappen en bestanden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen

 

controleren ...........................................................................................................

97

8

Inhoud

Over de data van een reservekopie..................................................................

98

Opmerkingen bij gebruik van USB ..................................................................

98

Met Windows .............................................................................................................

99

MP3/WAV bestanden overdragen ..................................................................

99

MICRO BR songdata opslaan en herstellen..................................................

100

De verbinding met uw computer verbreken ................................................

101

Met Macintosh..........................................................................................................

102

MP3/WAV bestanden overbrengen ..............................................................

102

MICRO BR songdata opslaan en herstellen..................................................

103

De verbinding met uw computer verbreken ................................................

104

Sectie 7. Andere handige functies ....................................................

105

Het contrast van het beeldscherm bijstellen ........................................................

105

Een instrument stemmen (Tuner) .........................................................................

105

Stemmen.............................................................................................................

106

Converteren tussen track data en geluidsbestanden..........................................

107

Track data naar een geluidsbestand converteren (Track Export)..............

107

Geluidsbestanden naar track data converteren (Track Import) ................

108

Een plug-in dynamische microfoon gebruiken ...................................................

109

De geheugenkaart initialiseren ..............................................................................

110

Alle instellingen van de MICRO BR initialiseren ...............................................

110

Stroom van de batterijen besparen (Power Save) ...............................................

111

Automatisch uitschakelen (Auto Power Off) ......................................................

111

Sectie 8. Appendix..............................................................................

112

Arrangement/patronenlijst....................................................................................

112

Preset arrangementen lijst ...............................................................................

112

Preset patronenlijst ...........................................................................................

113

Parameterlijst............................................................................................................

114

Mixer Parameter ...............................................................................................

114

Recorder parameter ..........................................................................................

114

Song parameter .................................................................................................

115

Systeem parameter ...........................................................................................

115

Ritme parameter ...............................................................................................

115

Arrangement Parameter ..................................................................................

115

Probleemoplossing ..................................................................................................

116

Storingsmeldingen...................................................................................................

119

Specificaties...............................................................................................................

122

MICRO BR: Digitale recorder .........................................................................

122

Track Sheet................................................................................................................

124

Index ..........................................................................................................................

127

9

Introductie van de MICRO BR

Hoofdkenmerken

Multifunctioneel, draagbaar opnameapparaat

De MICRO BR is een draagbaar Multitrack opnameapparaat, dat ontworpen is met het oog op draagbaarheid.

Eenvoudig in gebruik

De MICRO BR is een digitaal Multitrack opnameapparaat, dat ontworpen is om zelfs voor een beginner eenvoudig in gebruik te zijn. Van het opnemen van uw Performance tot aan het afmixen, kunt u genieten van de kracht van digitaal Multitrack opnemen, vanaf het moment dat u de MICRO BR uit de doos haalt.

Compleet muziek productie werkstation

De MICRO BR beschikt over werkplek functionaliteit, waardoor u een voltooid muziekstuk kunt maken, zonder dat daar andere apparatuur bij nodig is.

Veelzijdige audio ingangen en effecten

De ingang Jacks maken het mogelijk rechtstreeks een elektrische gitaar of basgitaar aan te sluiten of om gebruik te maken van een stereo microfoon of lijn uitgang apparaat. Tevens is er een ingebouwde microfoon aanwezig.

Effecten op basis van COSM technologie kunnen aan de audio invoer worden toegekend, waardoor een brede klankvariatie ontstaat.

‘Invoeg effecten gebruiken’ (p. 61) ‘Het Reverb effect gebruiken’ (p. 72)

Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)?

Door Modeling technologie kan het sonische karakter van fysieke objecten of materialen digitaal worden nagebootst. COSM is Roland’s eigen technologie. Het is een evolutionaire ontwikkeling, met verschillende soortgelijke Modeling methoden als voorloper, waarmee een geheel nieuw bereik aan geluiden kan worden gecreëerd.

Multitrack opnemen

U kunt uw Performance op verschillende sporen opnemen.

Er zijn vier sporen, die tegelijkertijd kunnen worden afgespeeld, en elk spoor heeft acht ‘virtuele sporen’ (V-Tracks).

U kunt bijvoorbeeld verschillende ‘takes’ van een gitaarsolo opnemen op verschillende V-Tracks, en later de beste kiezen.

‘Sectie 1. Opnemen en afspelen’ (p. 38)

U kunt ook de vier sporen afspelen en ze afmixen tot een V-Track, zodat u zelfs als u alle sporen heeft gebruikt, niets hoeft te wissen.

‘Meerdere sporen samenvoegen (Bounce)’ (p. 50)

10

Introductie van de MICRO BR

Wat is een V-track?

Elk spoor bestaat uit acht ‘virtuele’ sporen, en u kunt een van deze virtuele sporen kiezen voor opnemen en afspelen.

Met andere woorden, u kunt uw performances vastleggen door gebruik te maken van een maximum van 4 x 8 = 32 sporen, en vier van deze sporen voor afspelen selecteren.

We noemen deze virtuele sporen ‘V-Tracks’.

V-Track1

V-Track2

V-Track3

V-Track4

V-Track5

V-Track6

V-Track7

V-Track8

Als u V-Tracks in uw opname gebruikt, kan het makkelijk zijn om de ‘Track Sheet’ (p. 124) te kopiëren en te gebruiken.

Ritme functie

Er is een makkelijke ‘ritme functie’ aanwezig, die het mogelijk maakt om eenvoudig frasen of muziekstuk ideeën vast te leggen. Selecteer simpelweg een ritme patroon dat in de buurt komt van wat u in gedachten heeft, en stel het tempo in.

De MICRO BR beschikt tevens over een Arrange functie, waarmee u ritme patronen tot een volledig muziekstuk kunt combineren .

‘Sectie 4. Ritme gebruiken’ (p. 80)

Bounce functie/Mastering functie

U kunt al uw sporen – inclusief het ritme - afmixen (Bouncen) naar tweesporige stereo data. Tevens kunt u met de Mastering Toolkit een laatste glanslaagje toevoegen aan een voltooid

muziekstuk om het meer indruk en een afgepast volume mee te geven.

‘Meerdere sporen samenvoegen (Bounce)’ (p. 50) ‘Mastering’ (p. 74)

Muziek data conversie

Voltooide muziekstuk data kan door de MICRO BR worden omgezet naar gebruikelijke formaten als MP3 of WAV en via USB naar een computer worden verzonden.

Converteren tussen track data en geluidsbestanden (p. 107)

‘Sectie 6. USB gebruiken’ (p. 96)

Handige MP3/WAV functionaliteit

De MICRO BR kan dienen als een MP3 of WAV speler, waardoor u uw favoriete muziek makkelijk kunt meenemen en beluisteren.

Ook is er een Trainer functie, die MP3/WAV muziek op een langzamer tempo kan afspelen of het geluid in het midden van het geluidsveld kan wegdraaien. Ideale kenmerken voor als u met een instrument wilt meespelen.

MP3 opname met verlengde opnameduur wordt ook ondersteund, zodat u met de MICRO BR ideaal buitenshuis opnamen kunt maken met een los verkrijgbare stereo microfoon of met de ingebouwde microfoon.

‘Sectie 5. MP3 speler gebruiken’ (p. 88)

Ingebouwde chromatische Tuner

De ingebouwde chromatische Tuner maakt het mogelijk om af te stemmen, terwijl uw gitaar op de MICRO BR is aangesloten .

‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p. 105)

11

Introductie van de MICRO BR

Tweevoudige stroomvoorziening om overal te kunnen gebruiken

De MICRO BR is te gebruiken op batterijen (twee AA batterijen; alkaline soort aanbevolen) of met een adapter (los verkrijgbaar).

Het apparaat is te gebruiken op twee AA batterijen (alkaline soort aanbevolen), waardoor u het overal mee naar toe kunt nemen en overal te kunnen opnemen.

Geheugenkaarten die met de MICRO BR gebruikt kunnen worden

Het apparaat gebruikt SD geheugenkaarten om data op vast te leggen voor opnemen en afspelen. Raadpleeg het bijgeleverde blad ‘Over SD geheugenkaarten’ voor een lijst van SD geheugenkaarten die met de MICRO BR overweg kunnen.

Een geheugenkaart initialiseren

(SD memory card)

Een SD geheugenkaart, die u in de winkel heeft gekocht of die u heeft gebruikt met uw digitale camera, kan niet zomaar met de MICRO BR worden gebruikt.

Voordat u zo’n SD kaart met de MICRO BR kunt gebruiken, dient u de kaart te initialiseren. Raadpleeg (p. 110) voor meer informatie over het initialiseren van een SD geheugenkaart.

Over de opnameduur

De volgende tabel geeft de beschikbare opnameduur van elke geheugenkaart aan.

Opnameduur (conversie in een spoor)

Capaciteit

Data soort

 

 

geheugen-

 

 

 

HiFi (MT2)

STD (LV1)

LONG (LV2)

kaart

 

 

 

 

 

 

 

32 MB

15 min.

18 min.

23 min.

64 MB

31 min.

38 min.

47 min.

 

 

 

 

128 MB

64 min.

76 min.

96 min.

256 MB

128 min.

154 min.

192 min.

 

 

 

 

512 MB

257 min.

309 min.

386 min.

 

 

 

 

1 GB

502 min.

604 min.

755 min.

*De opnameduur hierboven is een schatting. Afhankelijk van het aantal gemaakte muziekstukken kan deze iets korter uitvallen.

*Het bovenstaande getal is het totaal voor alle gebruikte sporen. Als alle vier de sporen een gelijke hoeveelheid data bevatten, dan zal de lengte van het resulterende muziekstuk ongeveer een kwart van het bovenstaande zijn.

*De geheugencapaciteit (opnameduur) neemt af als het geheugen bijvoorbeeld MP3 bestanden bevat.

Opnameduur (conversie in MP3 modus, Stereo)

Capaciteit

MP3

 

 

WAV

geheugen-

 

 

 

 

64

128

192

 

kaart

 

kbps

kbps

kbps

 

 

 

 

 

 

 

 

32 MB

65 min

32 min

21 min

2 min

64 MB

131 min

65 min

43 min

5 min

 

 

 

 

 

128 MB

265 min

132 min

88 min

12 min

256 MB

531 min

265 min

177 min

24 min

 

 

 

 

 

512 MB

1065 min

532 min

355 min

48 min

 

 

 

 

 

1 GB

2081 min

1040 min

693 min

94 min

*De opnameduur hierboven is een schatting. Afhankelijk van het aantal gemaakte MP3/WAV muziekstukken kan deze korter uitvallen.

*De geheugencapaciteit (opnameduur) neemt af als het geheugen sporen gegevens bevat.

12

Paneelbeschrijvingen

Regelpaneel

fig.panel-L.eps

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

18

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

6

 

 

7

 

 

9

 

 

10

 

 

11

12

 

 

13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.

[POWER]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Houd [EFFECTS] ingedrukt, en druk op

 

Dit is de stroom toets. Deze schakelt de

 

 

[RHYTHM])

 

 

 

 

 

 

 

 

stroom in/uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schakelt de ingebouwde Tuner aan/uit.

2.

[EXIT]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.

 

 

[MP3/TRAINER]

 

 

 

 

 

 

 

 

Laat u terugkeren naar het vorige scherm of

 

 

Schakelt om naar een modus, waarin u

 

annuleert een bewerking.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MP3/WAV gegevens kunt opnemen of

3.

[UTILITY]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

afspelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In deze modus kunt u tevens de Phrase

 

Geeft toegang tot een verscheidenheid aan

 

 

 

 

 

Trainer functie gebruiken.

 

functies, zoals geheugenkaart bewerkingen,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

en sporen bewerking.

 

 

 

 

8.

 

 

[TR1]-[TR4]

 

 

 

 

 

 

 

 

• MODUS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Selecteert het spoor dat u wilt opnemen of

 

(Houd [EXIT] ingedrukt, en druk op

 

 

geeft toegang tot een scherm waar u het

 

[UTILITY])

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

spoor volume kunt wijzigen. In sommige

 

Selecteert de opname modus.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

schermen dienen deze als functietoetsen,

4.

CURSOR [

][

 

]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor snelle toegang tot verschillende

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

functies.

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik deze toetsen om de cursor te

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als in deze handleiding bijvoorbeeld [TR1]

 

verplaatsen of door pagina’s te bladeren.

 

 

 

 

 

(SNG) wordt gebruikt, betekent dit, dat het

5.

[EFFECTS]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

indrukken van [TR1] ‘SNG’ selecteert, wat

 

Zet het effect aan/uit, en geeft toegang tot

 

 

 

 

 

op het scherm wordt weergegeven.

 

een scherm waar u de instellingen kunt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

wijzigen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9.

 

 

 

 

 

(Rewind)

 

 

 

 

 

 

 

6.

[RHYTHM]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spoelt het muziekstuk terug, wanneer u

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geeft toegang tot een scherm met

deze toets ingedrukt houdt.

verschillende ritme instellingen.

 

• TUNER

 

13

10. (Stop)

Stopt de opname of het afspelen van een muziekstuk.

11. (Play)

Speelt het muziekstuk. Het scherm geeft dan

aan.

12. (Fast-Forward)

Spoelt het muziekstuk vooruit, wanneer u deze toets ingedrukt houdt.

13. (Recording)

Als u op drukt, verschijnt als indicatie op het scherm. De MICRO BR staat dan in de opname standby stand. Opname

begint zodra u op drukt.

In aanvulling op opname bewerkingen wordt deze toets ook gebruikt voor PunchIn/Out bewerkingen.

14.[A <> B] (AB toets)

Geeft toegang tot een scherm, waar u instellingen kunt vastleggen met betrekking tot de Repeat functie (die een gewenst gebied herhaalt) en de Punch-In/Out regio, en waar u de spoor bewerking regio kunt instellen.

15.[INPUT]

Geeft toegang tot een scherm, waar u de ingang Jack of ingebouwde microfoon kunt selecteren, en de ingang gevoeligheid kunt wijzigen.

16.VALUE [-][+]

Als u onderdelen instelt, wijzigt u met deze toetsen de waarden.

De waarde zal doorlopend wijzigen, wanneer u VALUE [-][+] ingedrukt houdt.

De waarde zal versneld toenemen, wanneer u VALUE [+] ingedrukt houdt, en vervolgens VALUE [-] indrukt en ingedrukt houdt.

De waarde zal versneld afnemen, wanneer u VALUE [-] ingedrukt houdt, en vervolgens VALUE [+] indrukt en ingedrukt houdt.

17.MIC (ingebouwde microfoon)

Dit is een mono microfoon, die in de MICRO BR is ingebouwd. Als u met de ingebouwde microfoon wilt opnemen, raadpleeg dan pagina (p. 39).

18.Scherm

Toont verschillende informatie, zoals muziekstuk tijd, volume niveau of menuschermen van de functie die u gebruikt.

Als u het scherm moeilijk leesbaar vindt, raadpleeg dan pagina (p. 105).

Onderhoud

Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.

Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.

14

Scherm

 

 

 

 

 

 

 

fig.panel-L.eps

 

 

 

 

 

 

 

1

 

2

3

 

4

 

 

 

 

 

 

14

 

 

 

5

 

6

 

 

 

 

 

 

15

7

8

 

 

 

 

 

16 17

 

9

10

11 12

13

18

1. Mode

 

 

 

 

aan zijn.

 

 

Geeft de huidige modus aan.

Scherm

Modus

 

 

 

 

 

(niet

Als er niets wordt aangegeven, bevindt u

oplichtend)

zich in Normal modus.

 

 

 

 

Dit betekent dat u zich in Bounce modus

 

 

 

 

 

 

 

 

bevindt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit betekent dat u zich in Mastering mo-

 

 

 

 

 

 

 

 

dus bevindt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit betekent dat u zich in MP3 modus be-

 

 

 

 

 

 

 

 

vindt.

 

 

 

 

2.Cursor

Deze geeft de parameter aan, die geselecteerd is om te worden gewijzigd. Gebruik VALUE [-][+] om de door de cursor aangegeven parameter te wijzigen.

3.Measure

Geeft de huidige locatie in het muziekstuk aan. Van links naar rechts wijzen de nummers op maat-beat-klok.

4.Tempo

Geeft het tempo van het ritme aan.

5.Time

De huidige locatie in het muziekstuk wordt aangegeven als ‘** uren ** minuten ** seconden’.

6.Frame/Sub Frame

Dit geeft de huidige locatie in het muziekstuk aan in eenheden van frames, en 1/10e frames.

7.EFFECTS

Licht op wanneer de invoeg effecten (p. 61)

8.L/R (Level Meter)

Dit geeft in normale modus en in MP3 modus het niveau aan van de uitvoer via PHONES/LINE OUT.

In Bounce modus of in Mastering modus geeft dit het betreffende opname niveau aan (Bounce niveau of Mastering niveau).

9.TR 1 2 3 4

Deze lichten op, wanneer sporen 1-4 opgenomen data bevatten. Het spoor nummer, dat u heeft opgegeven als opname spoor, zal knipperen. In het niveau meter scherm geeft de niveau meter de Rhythm uitvoer aan.

10.RHYTHM

Licht op, als Rhythm (p. 80) aan is. Het niveau meter scherm geeft de uitvoer van Rhythm aan.

11. (PLAY indicator)

Wordt getoond wanneer het muziekstuk speelt.

12. (REC indicator)

Wordt getoond in opname-standby modus of tijdens het opnemen.

13.IN

De niveau meter toont de invoer van GUITAR IN, LINE IN/MIC of van de ingebouwde microfoon.

15

14.Batterij indicatie

Geeft de resterende lading van de geplaatste batterijen aan.

Indicatie

Resterende lading van batterij

 

 

 

De batterijen zijn in goede conditie.

 

 

 

De batterijen zijn ongeveer half vol.

 

 

 

De batterijen zijn bijna leeg. Vervang ze

 

voortijdig.

 

De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe bat-

 

terijen.

(niet

De adapter levert stroom.

oplichtend)

 

*Wees u ervan bewust, dat de batterij status indicatie slechts een schatting is.

15.

Licht op, als het audio invoer apparaat te luid is. Als deze oplicht, druk dan op de INPUT toets, en wijzig de Sns (ingang sensitiviteit).

Raadpleeg voor meer informatie ‘Een instrument selecteren om op te nemen’ (p. 39).

16. (Repeat)

Licht op als de Repeat functie actief is.

17.A B (AB)

Licht op als u een gebied heeft opgegeven om te herhalen of als Auto Punch-In/Out heeft ingesteld. Deze zal knipperen als u de start locatie (A) opgeeft, en zal oplichten als u de eind locatie opgeeft (B).

18.A.PUNCH

Licht op als Auto Punch-In actief is.

401a

In deze handleiding gebruiken we schermafbeeldingen om verschillende functies mee uit te leggen. Wees u er echter van bewust, dat deze schermafbeeldingen voor illustratieve doeleinden zijn bestemd, en de getoonde instellingen mogelijk niet overeenkomen met de fabrieksinstellingen (zoals Patch namen).

Het scherm zal ‘Keep power on!’ weergeven als data wordt verwerkt.

16

Over het Play scherm

Het standaard scherm, dat verschijnt als u de MICRO BR heeft aangezet (zie hieronder), heet het ‘Play’ scherm.

fig.Disp-3mode.eps

Normal modus

Bounce modus

Mastering modus

Tenzij anders aangegeven, gaan we er in deze handleiding van uit, dat u naar het Play scherm kijkt.

Over het MP3 scherm

Als u de MICRO BR in MP3 modus (p. 89) uitzet, start het apparaat de eerstvolgende keer ook in MP3 modus.

Het scherm in MP3 modus heet het MP3 scherm (zie illustratie hieronder). Het scherm toont dan

het icoon.

Als u klaar bent in MP3 modus, druk dan nogmaals op [MP3/TRAINER].

De niveau meter bekijken

U bekijkt het volume van elk spoor als volgt.

1.Druk, in het Play scherm, meerdere malen op CURSOR [ ].

* Om naar het Play scherm terug te keren, drukt u

meerdere malen op CURSOR [ ].

fig.Disp-LevelMeter.eps

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

L/R

De niveau meter geeft de uitvoer aan, na

 

 

 

 

VOLUME instelling.

 

 

 

 

Ook toont deze tijdens Bouncing of Maste-

 

 

 

 

ring het betreffende opname niveau (Mas-

 

 

 

 

tering niveau of Bounce niveau).

TR1–4

De niveau meters geven de uitvoer aan

 

 

 

 

van elk spoor.

RHYTHM

De niveau meter geeft de uitvoer van Rhy-

 

 

 

 

thm aan.

IN

De niveau meter geeft het geluid aan van

 

 

 

 

GUITAR IN, LINE IN/MIC of van de in-

 

 

 

 

gebouwde microfoon.

17

Zijpaneel (links)

 

Zijpaneel (rechts)

fig.panel-L.eps

 

fig.panel-R.eps

 

1

 

 

 

1

2

3

 

 

2

3

4

 

4

1.

DC IN (adapter) Jack

 

 

1.

GUITAR IN Jack (Phone type)

 

Een adapter (PSA Series, los verkrijgbaar) kan hierop worden aangesloten (p. 22). U kunt een PSA Series aanschaffen bij de muziekwinkel.

2.VOLUME

Wijzigt het volume van de uitvoer van PHONES/LINE OUT.

3.PHONES/LINE OUT Jack

Dit is een uitgang Jack waarop een stereo koptelefoon (los verkrijgbaar) of externe audio apparatuur (zoals een stereo versterker) kan worden aangesloten.

4.USB Connector (MINI B type)

Gebruik deze connector om de MICRO BR via een USB kabel op de computer aan te sluiten. Zo kunnen gegevens worden uitgewisseld tussen de MICRO BR en de computer (p. 22), (p. 96).

U dient alleen de PSA Series als adapter te gebruiken. Het gebruik van enige andere adapter kan tot storing of schade leiden.

Uw gegevens kunnen verloren gaan, wanneer u tijdens gebruik de adapter loskoppelt.

Dit is een hoog-impedantie ingang Jack om rechtstreeks een gitaar of basgitaar op aan te sluiten.

2.LINE IN/MIC Jack (Stereo mini type)

Dit is een ingang Jack voor analoge audio signalen.

Het uitgaande signaal van uw draagbare audiospeler of een microfoon kan op deze Jack worden aangesloten.

Als u een miniatuur condensator microfoon gebruikt die Plug-In stroom ondersteunt, zet dan de ‘PlugInPower’ instelling van de MICRO BR aan.

‘Plug-In stroom microfoon gebruiken’ (p. 109)

Wat is een Plug-In stroom condensator microfoon?

Een een condensator microfoon, die Plug-In stroom ondersteunt, is een kleine condensator microfoon, die een stroomvoorziening vereist.

Sommige microfoons hebben een interne batterij, maar andere vereisen een externe stroomvoorziening. De MICRO BR is ontworpen om stroom te leveren aan op Plug-In stroom gebaseerde microfoons, die een externe stroomvoorziening nodig hebben.

18

Een voltage van ongeveer 2,5V kan door de LINE IN/MIC Jack worden geleverd. In tegenstelling Fantoomvoeding wordt er zo geen 48V geleverd.

Als PlugInPower ingesteld is op ON, dient u uitsluitend een condensatormicrofoon aan te sluiten, die Plug-In stroom ondersteunt. Door enig ander apparaat aan te sluiten, kan dat apparaat beschadigen.

3.INPUT LEVEL

Deze draaischijf wijzigt het ingang niveau. Deze regelt het volume van de ingang bron. Hiermee wordt het niveau bepaald, dat op het spoor wordt vastgelegd.

4.Koord gat

Een koord kan door dit gat worden gestoken.

Achterzijde

fig.bottom-panel.eps

1

2

1.Batterij deksel

Hier kunt u batterijen en een SD geheugenkaart plaatsen. U kunt niet opnemen, als er geen geheugenkaart is geplaatst.

‘Batterijen en een geheugenkaart plaatsen’ (p. 20)

De MICRO BR wordt vanuit de fabriek geleverd met een geplaatste SD kaart, die een demo muziekstuk bevat.

2.HOLD schakelaar

Als de stroom aan staat, kunt u de HOLD schakelaar op ON zetten om alle toetsen uit te schakelen. Als HOLD is geactiveerd, kunt u echter nog steeds VOLUME en INPUT LEVEL regelen.

Als u de HOLD schakelaar op ON zet, terwijl het apparaat uitgeschakeld is, gaat het niet aan als er op de [POWER] knop wordt gedrukt.

19

Roland MICRO BR User Manual

Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR

Batterijen en een SD geheugenkaart plaatsen

1.Zorg ervoor, dat de stroom uit is.

2.Schuif het batterijdeksel in de richting

van de pijl, en verwijder het.

fig.batt-cover1.eps

3.Als er al batterijen zijn geplaatst, verwijder ze dan uit het batterijvak.

4.Duw de geheugenkaart naar binnen.

fig.batt-cover2.eps

5.Plaats twee AA batterijen, en let in het

bijzonder op de juiste polariteit (+/-).

fig.batt-cover3.eps

+

-

fig.batt-cover4.eps

+

-

6.Plaats het batterijdeksel terug.

fig.batt-cover5.eps

De MICRO BR wordt vanuit de fabriek geleverd met een geplaatste SD kaart, die een demo muziekstuk bevat.

20

Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR

fig.eject-sd-j.eps

De geheugenkaart verwijderen

Duw deze naar binnen, en haal uw vinger terug.

1. Duw 2. Haal uw vinger terug

fig.sd-protect.eps

Over de schrijfbeveiliging functie van de

Schrijven

 

 

geheugenkaart (Lock)

 

 

 

Beveiligen

 

 

Door de schrijfbeveiliging schakelaar op de zijkant van de

 

geheugenkaart naar de ‘LOCK’ positie te schuiven, kunt u

 

 

 

 

 

 

voorkomen dat er gegevens naar de kaart worden geschreven of ervan worden verwijderd.

We raden het gebruik van alkaline batterijen aan.

Meng nieuwe batterijen niet met deels gebruikte batterijen, en meng geen batterijen van verschillende typen.

Als u oplaadbare batterijen gebruikt, volg dan nauwlettend de instructies die daarmee werden meegeleverd. De MICRO BR is zelf niet in staat om oplaadbare batterijen te herladen.

Als het icoon verschijnt, vervang de batterijen dan zo spoedig mogelijk.

De levensduur van de batterijen is afhankelijk van het type, en van de gebruiksomstandigheden. Ook zal deze verschillen aan de hand van het type en de capaciteit van de SD geheugenkaart.

Houd de bijgeleverde SD geheugenkaart uit de buurt van kleine kinderen om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt ingeslikt.

Raadpleeg het bijgeleverde blad ‘Over SD geheugenkaarten’, voor een lijst van SD geheugenkaarten die worden aanbevolen voor gebruik met de MICRO BR.

Plaats geheugenkaarten geheel in de sleuf, met speciale aandacht voor de juiste houding en richting. Wees hierbij voorzichtig!

Raak de contactpunten van een geheugenkaart niet aan, en voorkom dat ze vies worden.

De stroom moet uit zijn, als u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Door een geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen, terwijl de stroom aan staat, riskeert u beschadiging van de data op de kaart of het onbruikbaar worden van de kaart zelf.

Als u het apparaat omdraait, doet u er goed aan om de vier hoeken of de twee zijden, te ondersteunen middels een stapeltje tijdschriften. Dit om schade aan de knoppen en bedieningselementen te voorkomen. Probeer het apparaat ook zo te draaien, dat er geen schade kan optreden aan knoppen en bedieningselementen.

Plaats of verwijder een SD kaart nooit, als de stroom aan is. Door dat toch te doen, kan de data van het apparaat of die van de SD kaart, onbruikbaar worden.

Duw de SD kaart voorzichtig geheel naar binnen - tot deze stevig vast zit.

21

Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR

Overige apparatuur aansluiten

Sluit aan, zoals in het onderstaande diagram

 

Uw apparatuur dient tijdens het aansluiten

wordt getoond.

 

uitgeschakeld te zijn.

 

Zijpaneel (links)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Adapter

(PSA Serie)

Koptelefoon

Computer

 

 

 

Zijpaneel (rechts)

 

 

Elektrische gitaar

Elektrische basgitaar

CD/MD speler, etc. Plug-In stroom condensator microfoon

‘Plug-In stroom microfoon’ (p. 18)

22

Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR

fig.MEMO

923

Als het apparaat batterijen bevat, terwijl er een adapter wordt gebruikt, zal het aan blijven als de netstroom wordt onderbroken (stroomstoring of losraken stroomkabel).

Als er aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume niveau van apparatuur die is aangesloten op GUITAR IN of LINE/IN/MIC, laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels zonder weerstanden.

Er kan een fluittoon optreden, afhankelijk van de locatie van de microfoon ten opzichte van de speakers. Dit is te verhelpen door:

1.De richting van de microfoon(s) te wijzigen.

2.De microfoon(s) verder van de speakers af te plaatsen.

3.De volumeniveaus te verlagen.

fig.stereo-plug-j.eps

• De LINE IN/MIC Jack is een stereo-mini type (1/8’). De illustratie

Left Right

toont de bedrading van de LINE IN/MIC Jack. Controleer voor het aansluiten of de Connector van uw apparatuur op de juiste manier bedraad is.

Als u een microfoon die Plug-In stroom behoeft op de LINE IN/

MIC Jack wilt aansluiten, raadpleeg dan ‘Plug-In stroom microfoon gebruiken’ (p. 109).

23

Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR

De stroom inschakelen

Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.

Als het aansluiten klaar is (p. 22), zet u de stroom van de aangesloten apparaten in de aangegeven volgorde aan. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u storingen en/of schade aan speakers en overige apparatuur.

Dit apparaat is uitgerust met een beveiliging circuit. Er is daarom na het aanzetten een korte interval (enkele seconden), voordat het apparaat normaal functioneert.

1.Controleer de volgende punten, voordat u de stroom aanzet:

Is de MICRO BR correct aangesloten op uw externe apparatuur?

Is het volume niveau van de MICRO BR en van uw aangesloten apparatuur op het minimum ingesteld?

Is er een geheugenkaart geplaatst?

2.Minimaliseer het volume van de MICRO BR.

3.Zet de stroom aan, van het appraat dat is aangesloten op de ingang Jack (GUITAR IN, LINE IN/MIC).

4.Druk op de [POWER] knop op het regelpaneel om de stroom aan te zetten.

5.Zet de stroom aan van het apparaat, dat is aangesloten op de uitgang Jack (PHONES/LINE OUT).

De stroom uitschakelen

1.Als de MICRO BR via USB met de computer communiceert, verbreek dan de verbinding zoals wordt beschreven in ‘De verbinding met uw computer verbreken’ (p. 104).

2.Zorg ervoor, dat er geen muziekstuk afspeelt.

3.Controleer of het scherm vrij is van het bericht ‘Keep power on!’.

4.Zet de apparaten uit, in de tegenovergestelde volgorde van het aanzetten ervan.

5.Houd [POWER] ingedrukt tot het scherm ‘Shutting down…’ aangeeft.

Als u een adapter gebruikt, zorg er dan voor dat de verbinding niet tussentijds wordt onderbroken. Data kan verloren gaan, als dit toch gebeurt.

Minimaliseer het volume, voor u de stroom aanzet. Als u de stroom aanzet, kunt u zelfs ruis horen wanneer het volume weggedraaid is. Dit wijst echter niet op een storing.

24

start Snelle

Snelle start

Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.

25

De demo song beluisteren

Als u de stroom aanzet, verschijnt het Play scherm.

De demo song afspelen

De MICRO BR wordt vanuit de fabriek geleverd met een geplaatste SD kaart, die een demo song bevat. U speelt dat muziekstuk als volgt.

fig.QS-SONG-SEL.eps

6

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

4

2

3

7

5

*Zorg ervoor, dat de MICRO BR zich in ‘Normal modus’ (p. 42) bevindt.

1.

Druk op [UTILITY].

2.

Druk op [TR1] (SNG).

3.

Druk op [TR1] (SEL).

Het muziekstuk selectie scherm verschijnt.

fig.Disp-Song-sel.eps

4.

Gebruik VALUE [-][+] om ’01:BigDance’ te selecteren.

5.

Druk op [TR4] (EXE).

6.

Draai aan de VOLUME draaischijf om het volume te verlagen.

7.

Druk op [PLAY].

Het muziekstuk zal beginnen te spelen. Draai langzaam aan de VOLUME draaischijf om het volume te wijzigen.

Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.

De MICRO BR wordt geleverd met een demo song in MICRO BR formaat, en met een demo song van deze data die gemastered is tot een MP3 bestand.

Als u de stroom voor de eerste keer aanzet, zal de demo song (muziekstuk formaat) automatisch geladen worden.

Het gebruik van de demo song voor enig ander doel dan privé, persoonlijk plezier, is zonder toestemming van de auteursrechthouder bij wet verboden. Daarbij mag de betreffende data zonder toestemming van de auteursrechthouder niet worden gekopieerd of in een secundair auteursrechtdragend werk worden opgenomen.

Titel

The Big Dance

 

 

Componist

Gary Lenaire, Rafik Oganyan

Copyright

© 2006 BOSS Corporation

 

 

 

 

 

 

 

 

Als u het volume van elk spoor wilt regelen, raadpleeg dan ‘Het volume van een spoor regelen’ (p. 33).

26

De demo song beluisteren

De huidige positie wijzigen

U kunt de volgende methoden gebruiken om de huidige positie in het muziekstuk te wijzigen.

Bewerking

Toelichting

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Doorspoelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het muziekstuk zal doorspoelen, wanneer u

ingedrukt houdt.

Terugspoelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het muziekstuk zal terugspoelen, wanneer u

ingedrukt houdt.

Naar het begin van het muziekstuk gaan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(00:00:00-00.0)

Houd

 

 

 

 

ingedrukt, en druk op

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar het einde van het muziekstuk gaan

Houd

 

 

 

 

ingedrukt, en druk op

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verplaatsen in stappen van uren/minuten/

Gebruik CURSOR [

][

] om de cursor naar de ‘uren/minuten/

seconden/frames/sub-frames

seconden/frames/sub-frames’ indicatie te verplaatsen, en gebruik

 

 

 

VALUE [-][+] om de tijd te wijzigen.

 

 

Verplaatsen in stappen van maten/beats

Gebruik CURSOR [

][

] om de cursor naar de maat/beat indicatie

 

 

 

te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de maat/beat te wijzigen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De tijd (zie hieronder) op de onderste regel van het scherm, geeft de locatie als ‘00 uren 00 minuten 00 seconden 00 frames 0 sub-frames’ aan.

fig.Disp-MTC

minuten

frames

uren

seconden sub-frames

Een frame is 1/30ste van een seconde.

Een sub-frame is 1/10e van een frame.

start Snelle

27

Een nieuwe song maken

Als de geheugenkaart meer dan een song bevat, zal de meest recent gespeelde song automatisch geladen worden. Ga als volgt te werk, als u een nieuwe song wilt opnemen.

5.

Druk op [TR4] (EXE).

De nieuwe song zal worden aangemaakt, en u keert terug naar het Play scherm.

Een nieuwe song maken (Song New)

fig.QS-SONG-NEW.eps

1

 

 

 

 

 

 

4

2

3

5

6

*Raadpleeg, voor u een nieuwe song maakt, ‘Overige apparatuur aansluiten’ (p. 22), en sluit uw apparatuur aan voordat u verder gaat.

*Zorg ervoor, dat het scherm geen aangeeft.

1.

Druk op [UTILITY].

2.

Druk op [TR1] (SNG).

3.

Druk op [TR2] (NEW).

Het scherm zal ‘Type’ aangeven.

fig.Disp-.eps

4.

Gebruik VALUE [-][+] om ‘HiFi’ te selecteren.

Raadpleeg ‘Opnemen’ (p. 38), voor meer informatie over het data soort.

28

Een nieuwe song maken

De ingang selecteren

Hier lichten we toe, hoe u de geluidsbron (ingang) die u wilt opnemen, kunt selecteren. Als voorbeeld lichten we toe, hoe u een elektrische gitaar aansluit, en het geluid invoert.

fig.QS-SONG-SEL.eps

5

4

 

1

3

3

 

 

2

*Raadpleeg, voor u een ingang bron selecteert, ‘Overige apparatuur aansluiten’ (p. 22), en sluit uw apparatuur aan voordat u verder gaat.

3.

Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor te verplaatsen naar Sns (Sensitivity), en wijzig de instelling met behulp van VALUE [-][+].

Wijzig zo de gevoeligheid van de bron die u wilt opnemen.

Stel voor een optimaal resultaat de gevoeligheid maximaal in, zonder dat de ‘OVER’ indicatie op het scherm verschijnt als het inkomende signaal de luidste tonen weergeeft. Als de OVER indicator oplicht, verminder dan de Sns waarde.

Bron

Bereik van de Sns parameter

 

 

GTR

-12–+8

MIC

-16–+8

LIN

-6–+8

EXT

-15–+9

1.

Druk op [INPUT].

2.

Druk meerdere malen op [TR1].

Zorg ervoor, dat de indicatie van de geselecteerde bron van ‘gtr’ in ‘GTR’ is veranderd.

fig.Disp-Input-sens.eps

Door op een van de [TR1]-[TR4] toetsen te drukken, wisselt de indicatie van de bijbehorende ingang tussen hoofdletters en kleine letters.

Hoofdletters: de ingang is geselecteerd Kleine letters: de ingang is niet geselecteerd

Raadpleeg ‘Een instrument selecteren om op te nemen’ (p. 39) voor meer informatie over het selecteren van andere bronnen.

De Sns parameter wordt voor elke ingang bron afzonderlijk onthouden.

4.

Gebruik de INPUT LEVEL draaischijf om het ingang niveau te wijzigen.

Raadpleeg ‘Het opname niveau regelen’ (p. 39), voor meer informatie over het aanpassen van het niveau.

5.

Gebruik de VOLUME draaischijf om het luistervolume te wijzigen.

Als u een elektrische, akoestische gitaar wilt opnemen via een afgeschermde verbinding, gebruik dan de GUITAR IN Jack.

Als er aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume niveau van apparatuur, die is aangesloten op GUITAR IN of LINE/IN/MIC, laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels zonder weerstanden, zoals die uit de Roland PCS Series.

start Snelle

29

Een nieuwe song maken

Effecten gebruiken (Insert Effects)

Opnemen zonder de invoeg effecten

De MICRO BR bevat drie effecten processors; Insert Effects, Reverb, en Mastering Toolkit. Hier leggen we uit, hoe u GTR (gitaar) als ingang bron selecteert, en de invoeg effecten gebruikt.

Raadpleeg ‘Sectie 3. Effecten gebruiken’ (p. 61), voor meer informatie over invoeg effecten.

Een effecten Patch selecteren

2

2

1

1.

Druk op [EFFECTS].

De geselecteerde effecten Patch wordt weergegeven.

2.

Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het Patch nummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om ’01:JC Clean’ te selecteren.

De MICRO BR bevat enkele invoeg effecten, maar voor dit voorbeeld kiezen we ’01:JC Clean’.

Raadpleeg voor meer informatie ‘Sectie 3. Effecten gebruiken’ (p. 61).

1

2

1.

Druk op [EFFECTS].

De geselecteerde effecten Patch wordt weergegeven.

2.

Druk meerdere malen op [TR1].

Wees er zeker van, dat de TR1 indicatie van ‘ON’ naar ‘OFF’ is veranderd.

De MICRO BR is nu ingesteld om geluid zonder invoeg effecten weer te geven, zodat u geluiden zonder de invoeg effecten kunt opnemen.

30

Loading...
+ 102 hidden pages