Gefeliciteerd met uw keuze voor BOSS ME-20 Guitar Multiple Effects.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de secties getiteld ‘HET APPARAAT
OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ zorgvuldig door
te lezen. In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed
beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze
handleiding om er later aan te kunnen refereren.
Hoofd kenmerken
Eenvoudige bediening – werkt als een compact pedaaleffect
Het enige dat u hoeft te doen om het gewenste geluid te verkrijgen, is een effect te selecteren en het
vervolgensmet behulp van de knoppen af te stellen. Dit is dezelfde eenvoudige, intuitieve bediening die
ook bij compacte pedaaleffecten is terug te vinden.
OD/DS Solo functie
Vervormde geluiden krijgen een een intense boost en helderheid, eenvoudig en gemakkelijk met één druk
op de knop. U kunt het effect ook met het pedaal veranderen, een handige optie voor live optredens.
EZ Edit voor snelle geluidscreatie
EX EDIT is een aspect, waarmee u snel en gemakkelijk geluiden kunt creëren.
Met slechts één enkele knop kunt u een combinatie van effect parameters aanpassen.
Memory functie
Wel dertig door u gecreerde geluiden kunnen in het gebruikers geheugen van de ME-20 worden opgeslagen.
In de ‘Memory mode’ kunt u de pedalen gebruiken om direct een opgeslagen geluid te selecteren.
AUX IN jack
Dankzij deze mogelijkheid kunt u op eenvoudige wijze met CD’s, MP3 spelers en andere apparatuur
meespelen.
Werking op batterijen
De ME-20 werkt op batterijen (zes AA alkaline), waardoor u deze overal kunt gebruiken.
U kunt tevens de optionele stroomadaptor gebruiken, waardoor u over twee manieren beschikt om de
ME-20 van stroom te voorzien, zodat u gedurende langere periodes tijdens live optredens kunt spelen.
Alle rechtern voorbehouden. Niets uit deze uitgave
mag, in welke vorm dan ook, zonder toestemming
van BOSS CORPORATION, gereproduceerd
worden.
Page 2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het ? wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
001
•Voordat u het apparaat in gebruik neemt,
leest u onderstaande instructies en de
gebruikershandleiding.
•Tracht het apparaat niet te repareren, of
onderdelen in het apparaat te vervangen
(behalve wanneer daartoe specifieke
instructies in de handleiding staan.) Ga voor
alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden
•In huishoudens met kleine kinderen moet
een volwassene toezicht houden, totdat het
kind in staat is de regels die essentieel zijn
voor een veilige bediening van het apparaat
op te volgen.
•Zorg, dat u het apparaat zodanig plaatst dat
het waterpas staat en stabiel zal blijven.
Plaats het nooit op standaards die kunnen
wiebelen of op hellende oppervlakken.
•Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook
moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de
behuizing van adapter wordt vermeld.
Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben
.
of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor
gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging,
storing of elektrische schok kan leiden.
•Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en
plaats er geen zware objecten bovenop.
Hierdoor kan het snoer beschadigen,
waardoor afgebroken elementen en
kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde
snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
•Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of
luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter
elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau.
Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of
een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat
direct uitzetten en een oorarts consulteren.
een stopcontact, waar een buitensporig
aantal andere apparaten gebruik van maakt.
Wees in het bijzonder voorzichtig bij het
gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid
stroom die door alle aangesloten apparaten wordt
gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/
ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door
overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer
verhit raken, en uiteindelijk smelten.
brandbaar materiaal, munten of spelden) of
vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het
apparaat terechtkomen.
uit het stopcontact en breng het apparaat
voor onderhoud naar uw handelaar, het
dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of
een erkend Roland distributeur, te vinden op de
“Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere
wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of
een duidelijke verandering in werking laat zien.
gaat gebruiken, neemt u contact op met uw
verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkend Roland distributeur.
Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
verhit, uit elkaar gehaald of in vuur of water
gegooid worden.
VOORZICHTIG
zodanige wijze geplaatst te worden, dat er
voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
dit apparaat word gestoken, of eruit wordt
gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker
zelf vast.
104
•Haal de adapter regelmatig uit het
stopcontact, en maak deze met een droge
doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter
ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat
langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof
tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
•Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien
zouden alle snoeren en kabels buiten het
bereik van kinderen geplaatst moeten
worden.
•Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming met de voorschriften in uw regio
worden afgedankt.
VOORZICHTIG
gebruikte. Bovendien mogen verschillende
types batterijen niet tegelijkertijd gebruikt
worden.
tijd niet gebruikt wordt, verwijderd u de
batterijen uit het apparaat.
een zachte doek of keukenrol om de resten van de
ontlading uit het batterij compartiment te verwijderen. Plaats dan nieuwe batterijen. Om huidontstekingen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er
geen batterij ontlading op uw handen of huid
terechtkomt. Wees uitermate voorzichtig en zorg dat
er geen ontlading in de buurt van uw ogen
komt.Indien er ontlading in de ogen terecht is
gekomen, spoelt u het betreffende gedeelte direct
onder stromend water.
zoals ballpoint pennen, halskettingen, haarspelden,
enz.
Naast de onderdelen die bij ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina 2-3
worden genoemd, leest en neemt u het volgende in acht:
301
Stroomvoorziening:
•Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat
door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een
omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een
motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het
apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen
gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer
het niet mogelijk is om een apart stopcontact te
gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter
tussen dit apparaat en het stopcontact.
•De adapter zal na lange uren werking warmte
afgeven. Dit is normaal en niets om u zorgen over te
maken.
•Het gebruik van een adaptor word aangeraden,
aangezien het stroomverbruik van het apparaat
relatief hoog is. Wanneer u de voorkeur geeft aan
batterijen, gebruik dan alkaline batterijen.
•Batterijen dienen altijd geinstalleerd of vervangen te
worden voordat andere apparaten worden aangelsoten. Op die manier kunt u storingen en/of schade
aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
•Batterijen worden bij het aparaat geleverd. De
levensduur van deze batterijen kan beperkt zijn,
omdat deze aanvankelijk voor testen zijn bedoeld.
•Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit,
zet u de stroom van alle apparaten uit. Hiermee
worden storingen en/of schade aan luidsprekers of
andere apparaten voorkomen.
301
•Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van
het oppervlak waarop u dit apparaat plaatst, kunnen
de rubberen voeten deze verkleuren, of afdrukken
achterlaten. U kunt een stuk vilt of doek onder de
rubber voeten plaatsen, om dit te voorkomen. Als u dit
doet, moet u er op letten dat het apparaat niet per
ongeluk glijdt of verplaatst.
Onderhoud
•Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat
met een zachte, droge of een licht vochtige doek
schoon. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u
een doek met een kleine hoeveelheid mild, niet
schurend schoonmaakmiddel. Neem het apparaat
daarna met een zachte, droge doek af.
•Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of
oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van
het apparaat te voorkomen.
Reparaties en data
351
•Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van
dit apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat
ter reparatie wordt aangeboden. Belangrijke data dient
opgeschreven te worden (indien mogelijk). Tijdens
reparaties wordt altijd geprobeerd om dataverlies te
voorkomen. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld als het
aan het geheugen gerelateerde circuit zelf niet werkt)
kan de data tot onze spijt niet meer hersteld worden.
BOSS/Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort
verlies van data.
Plaatsing
351
•Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom
transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis
worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten,
verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u
het verder weg van de storingsbron.
•Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst
veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid
van dit soort ontvangers.
•Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze
communicatieapparaten zoals mobiele telefoons in de
buurt van dit apparaat worden gebruikt. Ruis kan
optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek
of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen
ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer
afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
•Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt
verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie)
binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u
het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen
schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het
apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren
laten staan, totdat de condensatie volledig is
verdampt.
4
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
351
•Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen
als gevolg van een storing of onjuist gebruik van het
apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf
tegen het risico van verlies van belangrijke data te
beschermen, raden wij u aan om belangrijke data van
tijd tot tijd op te schrijven.
•De inhoud van data die in het geheugen van het
apparaat is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld
worden, wanneer deze verloren is gegaan. BOSS/
Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit
soort dataverlies.
•Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere
bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste
voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de
stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot
storingen leiden.
•Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle
kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast. Trek
nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u
kortsluiting of schade aan de interne elementen van de
kabel.
Page 5
Belangrijke opmerkingen
•Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te
houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te
gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen
in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het
bijzonder.)
•Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u
het in de originele doos (inclusief schokabsorberend
materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
•Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen
kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit
soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag, of
zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Drukafspraken en iconen
in deze handleiding
Tekst of getallen
binnen vierkante
haakjes [ ]
(p.**)
Geeft knoppen aan.
[WRITE]
WRITE
knop
Duidt op informatie waar u
zich bewust van moet zijn
bij gebruik van de ME-20.
Duidt op aanvullende
informatie over de
bediening.
Manual mode en Memory mode.. 23
Schakelen tussen Manual en
Memory mode.............................. 23
Patches en banken...................... 23
Geluiden opslaan (Write)............. 24
Opgeslagen geluiden oproepen en
gebruiken (Patch Change)........... 25
Van nummer veranderen ...............25
Van bank veranderen...................... 25
Patch instellingen veranderen
(Patch Edit Mode)........................ 26
Overige functies.............. 27
Voetschakelaar gebruiken ........... 27
Een voetschakelaar aansluiten....... 27
De ME-20 in de fabrieksinstellingen
terugzetten (Factory Reset)......... 29
Het expressiepedaal bijstellen..... 30
Blanco overzicht.............. 32
Probleemoplossing.......... 36
Specificaties .................... 37
Index.............................. 38
6
Page 7
Namen en functies
Voorpaneel
fig.ME-20-front-panel.eps_70
1
1516
3
7810111213
2
569
4
1. Parameter knoppen
Hiermee worden parameters, die met de effect knoppen en EZ EDIT knop
geselecteerd zijn, aangepast. U kunt de huidige waarde van een parameter
controleren door zijn effect selectie knop ingedrukt te houden en aan de knop te
draaien (dit toont de waarde zonder dat deze wordt bijgesteld).
14
De manier, waarop de knoppen reageren wanneer eraan gedraaid wordt, kan
veranderd worden.
1. Ga naar de Manual mode (p.23).
2. Houd de [EDIT/EXIT] knop ingedrukt, en druk op Number Pedal 1.
Eén van de volgende mededelingen verschijnt in het scherm:
N0: De waarde verandert onmiddellijk als u aan de knop draait (fabrieksinstelling).
N1: De waarde verandert als de knop voorbij de positie die met de huidig
ingestelde waarde correspondeert wordt gedraaid.
3. Druk op [ ][ ] om de waarde van de instelling te veranderen.
4. Druk op [WRITE]. De instelling wordt opgeslagen, en de ME-20 keert
naar de Manual mode terug.
7
Page 8
Namen en functies
1
1516
3
7810111213
2
569
4
14
2. Effect selectie indicators
Toont effecten, die u met gebruik van de parameter knoppen kunt instellen.
3. Effect selectie knoppen
Druk op deze knoppen om het effect, waarvan u de instellingen wilt veranderen, te
selecteren.
4. EZ EDIT indicator
Laat zien of EZ EDIT aan of uit is.
5. EZ EDIT knop
Druk hierop om EZ EDIT te gebruiken (p.22).
6. Beeldscherm
Toont de waarde van parameter instellingen, bank nummers en andere informatie.
* Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, wordt ‘bt’ in het scherm aangegeven. Wanneer dit
verschijnt, vervangt u de batterijen.
7. EDIT/EXIT knop
Druk hierop om patches in Memory mode te bewerken (of verlaat het bewerken).
8. WRITE knop
Druk op deze knop om het huidige geluid in het gebruikers geheugen op te slaan.
9. / knoppen
Gebruik deze om de parameters in de diverse besturingsmodes bij te stellen.
8
Page 9
Namen en functies
Manual mode:
Memory mode:
TUNER:
NS THRESHOLD
Bank (NS THRESHOLD bij bewerken van patches)
Referentie toonhoogte
10. WAH indicator
Dit laat zien of het Wah effect aan of uit is.
11. OD/DS SOLO indicator
Dit laat zien of het solo geluid aan of uit is.
12. OD/DS SOLO knop
Druk hier op om naar een geluid dat geschikt is voor solo’s over te schakelen.
Als deze knop wordt ingedrukt, wordt overdrive/distortion automatisch ingescha-
keld.
13. MASTER LEVEL knop
Past het volume van de uitvoer aan.
14. Expressie pedaal
Regelt het volumeniveau (volume pedaal).
Als de voorkant van het pedaal diep wordt ingedrukt, wordt de WAH ON/OFF stand
veranderd.
Als het Wah effect ingeschakeld is, functioneert het pedaal als een Wah pedaal.
Als WAH aan is:
Als WAH uit is:
Bij het bedienen van het expressie pedaal moet u voorzichtig zijn en zorgen dat uw
vingers niet beklemd raken tussen het beweegbare gedeelte en het paneel. In
huishoudens net kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden, totdat het
kind in staat is om zelf alle regels voor een veilige bediening van het apparaat na te
leven.
functioneert als Wah pedaal.
functioneert als een volume pedaal.
15. Pedaal indicators
Laat zien of het corresponderende effect aan of uit is.
In de Memory (geheugen) mode wordt hiermee het huidige patch nummer aangegeven.
16. Effect/nummer pedalen
Schakelt de corresponderende effecten in of uit.
Als de ME-20 zich in de Memory mode bevindt, schakelen deze overeenkomstig
genummerde patches.
Als u het OD/DS pedaal twee seconden ingedrukt houdt, wordt het pedaal in zijn
OD/DS Solo ON/OFF functie gezet. (Bediening verschilt in de Memory mode (p.23).)
9
Page 10
Namen en functies
Achterpaneel
ME-20-rear-panel.eps_70
25
1. Veiligheidsslot ()
http://www.kensington.com/
2. INPUT jack
Sluit hier uw gitaar aan.
* De ingangsjack functioneert tevens als een aan/uit schakelaar. Als een plug in de INPUT jack
wordt gestoken, wordt de stroom ingeschakeld. De stroom wordt uitgeschakeld als de plug eruit
wordt gehaald. Verwijder de plug uit deze jack als de ME-20 niet wordt gebruikt.
3. AUX IN jack
Sluit hier een CD of MP3 speler aan om met geluiden van deze apparaten te oefenen.
* U kunt het volume van de AUX ingang niet bijstellen. Pas het volume op het aangesloten
apparaat aan.
* Gebruik geen kabel die een weerstand bevat om externe apparaten op de AUX IN aan te sluiten.
Door gebruik van dit soort kabels kunnen geluiden van aangesloten apparaten onhoorbaar
worden.
* Er worden geen effecten op het AUX ingangssignaal toegepast.
4. OUTPUT L/MONO, R jacks
Sluit hier een versterker of mengpaneel aan.
5. PHONES (koptelefoon) jack
Sluit hier een stereo koptelefoon aan.
Wanneer een koptelefoon op de PHONES jack is aangesloten, worden
klankaanpassingen toegepast, zodat het geluid het meest lijkt op dat wat door de
gitaarversterker wordt geproduceerd.
6. FOOT SW (voetschakelaar) jack
Sluit hier een optionele voetschakelaar (zoals de FS-6) aan.
De voetschakelaar functioneert anders in Manual mode en Memory mode.
In de Manual mode
In de Memory mode
7. DC IN (AC adaptor) jack
Sluit hier de optionele adaptor (PSA serie) aan.
* Gebruik alleen de gespecificeerde stroomadaptor (PSA serie).
10
: schakelt de OD/DS Solo in/uit.
Schakelt de Bypass/Tuner in/uit.
: Bank Up, Bank Down
3471
6
Page 11
Batterijen installeren
Plaats de batterijen, zoals in het figuur wordt getoond, en zorg dat de batterijen in de juiste
richting worden geplaatst.
fig.replace-battery.eps_38
• Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt ‘bt’ in het scherm. Als dit verschijnt,
installeert u nieuwe batterijen.
• Als u het apparaat omkeert, plaats dan wat kranten, tijdschriften of ander geschikt
materiaal onder de vier hoeken aan beide kanten, om te voorkomen dat de knoppen en
regelaars beschadigen. Probeer het apparaat tevens zo te plaatsen, dat de knoppen en
regelaars niet kunnen beschadigen.
• Als u het apparaat omkeert, behandelt u het voorzichtig. Zorg dat het niet omvalt of
dat u het uit uw handen laat vallen.
• Zorg dat de ‘+’ en ‘-‘ eindes van de batterijen zich in de juiste richting bevinden.
• Gebruik zes AA type batterijen.
• Gebruik geen nieuwe en gebruikte batterijen tegelijkertijd of combinaties van
verschillende types batterijen. Hierdoor kan vloeistof lekkage ontstaan.
• Batterijen worden bij het apparaat geleverd. Omdat deze batterijen in beginsel zijn
bedoeld om te testen of het apparaat werkt, kan de levensduur van deze batterijen
beperkt zijn.
Bij voortdurend gebruik op batterijen kan het apparaat ongeveer 13 uur worden
gebruikt met alkaline batterijen en ongeveer 3.5 uur met standaard batterijen. (dit kan
variëren, afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt).
11
Page 12
Aansluitingen
fig.ME-20-connect-e.eps_70
CD/MP3 speler
Koptelefoon
stekker
GitaarversterkerGitaar
Stereo koptelefoon
Adapter
(PSA serie)
Voetschakelaar
(FS-6, enz.)
* Als een adapter wordt gebruikt, dient u alleen het gespecificeerde type te gebruiken (PSA serie).
Door gebruik van een andere adapter kunnen storingen ontstaan.
* Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume
altijd helemaal laag, en schakelt u alle apparaten uit, voordat u aansluitingen maakt.
* De ingangsjack functioneert tevens als een aan/uit schakelaar. Als een plug in de INPUT jack
wordt gestoken, wordt de stroom ingeschakeld. De stroom wordt uitgeschakeld als de plug eruit
wordt gehaald. Verwijder de plug uit deze jack als de ME-20 niet wordt gebruikt.
* Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Wanneer aansluitkabels met weerstanden
worden gebruikt, kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs onhoorbaar worden. Meer over de
kabel specificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel opvragen.
* Als u één gitaarversterker gebruikt, sluit u deze op de L/MONO jack aan.
Meer informatie over het aansluiten van een voetschakelaar op de Footswitch jack
vindt u bij ‘Voetschakelaar pedalen gebruiken’ (p.27).
12
Page 13
Aansluitingen
Zet de verscheidene apparaten in de aangegeven volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde
volgorde worden aangezet, kunnen storingen en/of schade aan luidsprekers en andere
apparaten ontstaan.
De stroom aanzetten
1.
Zet het volume van alle apparaten helemaal laag, en sluit de externe apparaten
aan.
* Steek de plug nog niet in de INPUT jack.
2.
Steek de plug in de INPUT jack.
* Als een plug in de INPUT jack wordt gestoken, wordt de stroom ingeschakeld.
3.
Zet de CD of MP3 speler of een ander invoer apparaat aan.
4.
Als laatste zet u de gitaarversterker of ander uitvoer apparaat aan.
5.
Hierna stelt u het volume van elk apparaat bij.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daardoor duurt het, nadat het apparaat is
aangezet, enkele seconden voordat het apparaat correct werkt.
De stroom uitzetten
1.
Zet het volume van alle apparaten helemaal laag.
2.
Zet eerst de gitaarversterker en andere uitvoer apparaten uit.
3.
Zet de CD, MP3 speler of ander invoer apparaat uit.
4.
Verwijder de plug uit de INPUT jack.
* Door het verwijderen van de plug uit de INPUT jack wordt de stroom uitgeschakeld.
13
Page 14
De gitaar stemmen (Bypass/Tuner)
De ME-20 beschikt over een ingebouwde chromatische auto-tuner (stemapparaat), waarmee u uw
gitaar gemakkelijk kunt stemmen zonder dat aansluitingen veranderd hoeven te worden.
Bovendien is de geluidsuitvoer in Tuner mode hetzelfde als het ingangsgeluid, zonder toegepaste
effecten (Bypass). U kunt het expressiepedaal gebruiken om het volume lager te maken, zodat het
niet nodig is om het volume van uw versterker lager te zetten, elke keer dat u gaat stemmen.
127
1.
Druk de nummer 1 en 2 pedalen gelijktijdig in, om naar de Tuner mode te gaan.
Het stemapparaat verschijnt in het scherm, en een afwijking van de toonhoogte wordt
door de ‘Stem leidraad’ aangegeven.
fig.7seg-tuner1.eps
Stemming
2.
Indien nodig kunt u de referentie toonhoogte veranderen.
Druk op [ ] [ ] en de huidige referentie toonhoogte wordt korte tijd in het scherm
getoond.
Door deze handeling voort te zetten, kunt u de referentie toonhoogte met stappen van
één Hertz veranderen, in elke waarde tussen 435 Hz en 445 Hz.
De instelling wordt automatisch opgeslagen, dus u hoeft deze instelling niet elke keer
dat u stemt te maken.
* De referentie toonhoogte is vanuit de fabriek op 440 Hz ingesteld (weergave: 40).
Weergave35-45
Toonhoogte (Hz)435-445
3.
Speel een enkele noot op de snaar die gestemd wordt. Speel de snaar open.
De naam van de noot, die het dichtst bij de toonhoogte van de snaar ligt, verschijnt in
het scherm.
* Gebruik uw hand of iets anders om de overige snaren stil te maken. De snaar kan mogelijk niet
nauwkeurig gestemd worden als andere snaren tijdens het stemmen meetrillen.
14
Page 15
De gitaar stemmen (Bypass/Tuner)
fig.7seg-tuner3.eps
(C) (C )(D) (D )(E)(F)
(F )(G) (G )(A) (A )(B)
4.
Voer eerst een globale stemming uit, zodat de naam van de noot van de snaar in het
scherm verschijnt.
(Algemene stemming)
7e6e5e4e3e2e1ste
BEADGBE
5.
Stem dan elke snaar nauwkeurig, totdat beide stem leidraden verlicht zijn.
* Hoe groter het verschil tussen de toonhoogte van de snaar die u speelt en de correcte toonhoogte
van de noot die in het scherm wordt weergegeven, hoe sneller de stem leidraad knippert. Als u
dichter bij de juiste toonhoogte komt, zal de stem leidraad langzamer gaan knipperen.
fig.7seg-tuner3.eps
Te hoog
Gestemd
Te laag
6.
Herhaal stappen 3-5 om de andere snaren te stemmen.
* Als u een gitaar met een vibrato arm stemt, kan het stemmen van een snaar maken dat andere
snaren afwijken. In dit geval kunt u het beste de eerste twee snaren globaal stemmen, zodat de
juiste noot wordt weergegeven, en dan elke snaar opnieuw stemmen.
Een bruikbare techniek, die het stemmen minder verwarrend maakt, is om net iets
onder de doel toonhoogte te beginnen, en dan telkens een klein beetje omhoog te
stemmen, totdat de snaar de juiste hoogte heeft.
7.
Druk de nummer 1 en 2 pedalen gelijktijdig in om naar de vorige mode terug te
keren.
U kunt ook naar de vorige mode terugkeren door [EDIT/EXIT] in te drukken.
15
Page 16
Inleiding op effecten en parameters
Over de volgorde van de effect aansluitingen
De optimale volgorde voor het verbinden van effecten wordt automatisch bepaald, gebaseerd
op de effect instellingen.
OVERDRIVE /
BULES /
DISTORTION /
METAL /
FUZZ /
COMPRESSOR
(OD / DS)
TREMOLOEQWAH
(MOD)
NOISE
SUPPRESSOR
FOOT VOLUME
CHORUS /
PHASER /
FLANGER /
ROTARY
(MOD)
DELAY /
REVERB
(DELAY)
OD/DS SOLO
Het OD/DS effectgeluid verandert in een geluid dat geschikt is voor solo uitvoeringen.
Als het OD/DS SOLO effectgeluid wordt aangezet, zal het OD/DS effect eveneens worden
ingeschakeld, zelfs als het daarvoor uitgeschakeld was.
Om de hoeveelheid OD/DS SOLO effect bij te stellen, dat wordt toegepast als het effect
aan is, houdt u [OD/DS SOLO] ingedrukt, terwijl u op [ ] or [ ] drukt.
16
Page 17
Inleiding op effecten en parameters
OD/DS (Overdrive/Distortion)
Dit effect gebruikt vervorming om het geluid een unieke eigenschap te geven, en stelt u in staat het
geluid te laten doorklinken.
OD/DS type lijst
TYPEBeschrijvingen
1: OVERDRIVEEen zachte, milde vervorming als die van een buizenversterker.
2: BLUESEen uniek type overdrive die de nuances van het plukken benadrukt.
3: DISTORTIONScherpe vervorming die een rijke sustain geeft.
4: METALEen krachtig, levendig vervormd geluid.
5: FUZZEen unieke vervorming met een ruw, intens geluid.
6: COMPRESSORDit effect produceert lange sustain zonder het geluid te vervormen.
fig.FX-ODDS.eps_50
fig.FX-ODDS2.eps_90
U kunt dit ook als ‘limiter’ gebruiken om alleen de geluidspieken te onderdrukken en vervorming te voorkomen.
Beschrijvingen
1: OVERDRIVE
2: BLUES
3: DISTORTION
4: METAL
5: FUZZ
6: COMPRESSOR
Past de hoeveelheid vervorming aan. Draai naar
rechts (met de klok mee)
om de vervorming
omhoog te duwen. Hierdoor kan ook het volume
toenemen.
Past de sustain aan.
Draai naar rechts (met
de klok mee) om een langere sustain te produceren, Als de knop naar
links wordt gedraaid
(tegen de klok in), wordt
een effect gelijkend op
een limiter gecreëerd.
Past de klank aan.
Draai naar links (tegen
de klok in) om een warmer geluid te produceren, naar rechts (met de
klok mee) om een helderder geluid te produceren.
Past het volumeniveau
aan.
17
Page 18
Inleiding op effecten en parameters
MOD (Modulatie)
Dit effect verbreedt en voegt een vibrerend effect aan het geluid toe.
MOD type lijst
TYPEBeschrijvingen
1: CHORUSDit effect voegt een subtiele zweving aan het geluid toe, en transformeert het in een prachtig geluid
met adem en body.
2: PHASERDit creëert een geluid met een verschuivende fase, en voegt een draaiend ‘warp’ effect toe.
3: FLANGERDit effect voegt een subtiel type beweging toe, dat een geluid gelijkend op de stijgende/dalende
geluiden van een vliegtuig creëert.
4: TREMOLODit effect creëert een gevoel van vibratie, door het cyclisch veranderen van het volumeniveau.
5: ROTARYDit produceert het effect van een roterende luidspreker.
fig.FX-MOD.eps_50
fig.FX-MOD2.eps_90
Beschrijvingen
DELAY
18
1: CHORUSStelt de periode van
2: PHASERPast de periode van de
3: FLANGER
4: TREMOLOPast de periode van de
5: ROTARYPast de rotatiesnelheid
zwevende cyclus bij. Als
de knop naar rechts
wordt gedraaid, neemt
de snelheid toe.
vibratie cyclus aan. Als
de knop naar rechts
wordt gedraaid, neemt
de snelheid toe.
volume verandering
aan. Als de knop naar
rechts wordt gedraaid,
neemt de snelheid toe.
aan. Als de knop naar
rechts wordt gedraaid,
neemt de snelheid toe.
Past de diepte van het
zwevende geluid aan.
Als de knop naar rechts
wordt gedraaid, neemt
de diepte toe.
Past de diepte van de
golving aan. Als de
knop naar rechts wordt
gedraaid, neemt de
diepte toe.
Past de hoeveelheid
volumeverandering aan
Als de knop naar rechts
wordt gedraaid, neemt
het volume toe.
Stelt de diepte van het
effect bij. Als de knop
naar rechts wordt
gedraaid, neemt de
diepte toe.
Past het volume van het
effectgeluid aan.
Past de intensiteit van
unieke kenmerken aan.
Past het volume van het
effectgeluid aan.
Past het volume van het
effectgeluid aan.
Page 19
Inleiding op effecten en parameters
DELAY
Dit zijn ruimtelijke effecten waarmee u dingen kunt doen als het geluid voller maken, of
speciale effecten creëren door vertraagd geluid of reverb aan het ingangsgeluid toe te voegen.
Delay type lijst
TYPEBeschrijvingen
1: 0–99 ms DELAY
2: 100–700 ms DELAY
3: REVERBEen effect dat weerkaatsing aan het geluid toevoegt.
fig.FX-DELAY.eps_50
fig.FX-DELAY2.eps_90
Delay geluid met een delay tijd van 0 tot 99 ms.
Delay geluid met een delay tijd van 100 tot 700 ms.
Beschrijvingen
1: 0–99 ms DELAY
2: 100–700 ms
DELAY
3: REVERBPast de lengte (reverb
De delay tijd kan in
stappen van 1 ms worden ingesteld.
De delay tijd kan in
stappen van 10 ms worden ingesteld.
In het scherm wordt de
waarde getoond als het
nummer van 10 ms eenheden (10-70).
tijd) van de weerkaatsing aan.
Past het aantal herhalingen van het delay
geluid aan. Als de knop
naar rechts wordt
gedraaid, neemt het
aantal malen dat de
delay wordt herhaald
toe.
Past de klankkwaliteit
van de weerkaatsing
aan. Als de knop naar
rechts wordt gedraaid,
wordt een helderder
geluid gecreëerd.
Past het volume van
het effect geluid aan.
19
Page 20
Inleiding op effecten en parameters
EQ (Equalizer)
Dit effect past de klankkwaliteit aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid (met de klok
mee), wordt het volume in de corresponderende frequentiereeks omhoog geduwd. Als deze
tegen de klok in wordt gedraaid, wordt het volume afgekapt. Wanneer alle parameter knoppen
in het midden worden geplaatst, wordt een vlakke respons geproduceerd.
fig.FX-EQ.eps_50
fig.FX-EQ2.eps_90
Beschrijvingen
Stelt de klankkwaliteit
van de lage frequentiereeks bij.
Stelt de klankkwaliteit
van de laag-midden frequentiereeks bij.
Stelt de klankkwaliteit
van de hoog-midden
frequentiereeks bij.
Stelt de klankkwaliteit
van de hoge frequentiereeks bij.
WAH
Dit effect creëert een ‘wah’ effect, met gebruik van de pedaalregelaar.
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt een helderder geluid gecreëerd, terwijl het loslaten van
het pedaal een gedempt geluid produceert.
20
Page 21
Inleiding op effecten en parameters
NS (Noise Suppressor)
Dit effect onderdrukt herrie en ruis van elementen.
THRESHOLD
Dit stelt het effect bij, in reactie op het ruis niveau. Verhoog de waarde als er een
aanzienlijke hoeveelheid ruis aanwezig is. Verlaag de waarde als er niet zoveel ruis
aanwezig is. Indien op 0 ingesteld, is de ruisonderdrukking uitgeschakeld.
* Als de waarde hoger wordt ingesteld dan noodzakelijk, kunnen geluiden mogelijk niet worden
uitgestuurd als het gitaarvolume te laag is.
* Pas deze waarde aan totdat het wegsterven van het gitaargeluid op een zo natuurlijk mogelijke
manier verloopt.
MASTER LEVEL
Hiermee wordt de uitvoer van de ME-20 bijgesteld.
* Als de MASTER LEVEL knop te hoog wordt ingesteld, kan het geluid vervormen.
* Als de effecten uit staan, zijn invoer en uitvoer op dezelfde niveaus als in de situatie dat de
MASTER LEVEL knop zich in het midden bevindt.
* De instelling van de MASTER LEVEL knop wordt voor elke patch in het geheugen opgeslagen
(p.23). (p.23).
21
Page 22
Makkelijk geluiden creëren (EZ EDIT)
EZ EDIT is een optie voor het snel en gemakkelijk creëren van geluiden. U kunt een combinatie
van effectparameters met slechts één knop bijstellen.
fig.ME-20-ezedit1.eps_55
13
2
1. Druk op [EZ EDIT].
2. Druk het effectpedaal in, om het effect op ON of OFF te zetten.
3. Verander het geluid door aan de knop van het effect, waarvan u de instellingen
wilt veranderen, te draaien.
4. Verander de geluiden door stappen 2 en 3 te herhalen.
22
Page 23
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)
Manual mode en Memory mode
Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, start de ME-20 in de ‘Manual mode’ op. In deze mode
kunt u de pedalen gebruiken om effecten aan of uit te zetten, en kunt u de knoppen
manipuleren om het door u gewenste geluid direct te verkrijgen.
De ME-20 beschikt ook over een ‘Memory mode’, welke u kunt gebruiken tijdens live
optredens en andere situaties waarbij u instellingen direct wilt kunnen veranderen om deze
aan de betreffende omstandigheden aan te passen.
Schakelen tussen Manual en Memory mode
fig.ME-20-manual-mode1-e.eps_26
Vanuit de Manual mode drukt u
nummer pedalen 2 en 3
gelijktijdig in, om naar de
Memory mode over te schakelen.
De MEMORY indicator licht op.
Vanuit de Memory mode drukt u
nummer pedalen 2 en 3
gelijktijdig in, om naar de Manual
mode over te schakelen.
De MEMORY indicator verdwijnt.
Gelijktijdig indrukken
Brandt
Patches en banken
fig.ME-20-patch-e.eps_75
Een verzameling geluidsparameters, die samen bediend
kunnen worden, wordt een ‘patch’ genoemd.
In de Memory mode kunt u patches oproepen om direct van
geluid te veranderen.
Op de ME-20 kunnen maximaal 30 patches gecreëerd
worden.
Deze worden samen in eenheden, genaamd ‘banken’, ondergebracht. Eén bank bevat drie patches, die met de respectievelijke nummer pedalen corresponderen.
Bank 3
Bank 2
Bank 1
Patch Patch Patch
Bank 10
Patch
Patch
Patch
23
Page 24
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)
Geluiden opslaan (Write)
De stappen die u dient te volgen om patches, die u met gebruik van de knoppen op het paneel
en de pedalen, in het User geheugen op te slaan, wordt de ‘Write procedure’ genoemd.
De Write procedure kan zowel in de Manual mode als in de Memory mode worden
uitgevoerd.
Door het uitvoeren van de Write procedure zullen alle instellingen, die op de betreffende patch
locatie (de opslagbestemming) aanwezig zijn, verloren gaan.
fig.ME-20-write.eps_55
2
1,3
2
1. Druk op [WRITE].
De bank wordt in het scherm getoond, en de pedaal indicator knippert om de op dat
moment geselecteerde patch bank en het nummer aan te geven.
2. Selecteer de opslagbestemming.
• Druk op [ ] [ ] om de bank te selecteren.
• Druk op een nummer pedaal (1-3) om het nummer te selecteren.
* Om de Write procedure te stoppen, drukt u op [EXIT/EXIT] om naar de voorgaande mode
terug te keren.
3. Druk nogmaals op [WRITE].
Het geluid wordt opgeslagen, en de ME-20 keert naar de Memory mode terug.
De bank wordt in het scherm getoond, en de pedaal indicators geven de nummers aan.
24
Page 25
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)
Opgeslagen geluiden oproepen en gebruiken (Patch Change)
Om van patch te veranderen, gebruikt u [ ] [ ] en de nummer pedalen (1-3).
* Wanneer u aanvankelijk naar de Memory mode overschakelt, nadat de stroom is aangezet, is
Bank 1, nummer 1 altijd geselecteerd.
fig.ME-20-patch-change.eps_35
Van nummer veranderen
Als een nummer pedaal (1) wordt
ingedrukt, licht de pedaal indicator (2)
op, de patch van dat nummer in de op
dat moment geselecteerde bank wordt
opgeroepen, en het geluid verandert
direct.
(2)
fig.ME-20-bank-change.eps_35
Van bank veranderen
De bank verandert elke keer dat [ ]
[ ] (1) wordt ingedrukt, en de op dat
moment geselecteerde bank knippert in
het scherm (2). Op dit moment zijn de
geluiden nog niet verandert.
* Als de ME-20 zich in deze status bevindt, ver-
andert het geluid in het geluid van de patch,
die aan het op dat moment geselecteerde bank/
nummer is toegewezen, als één van de nummer pedalen (3) wordt ingedrukt.
Met de nummer pedalen kunt u van bank veranderen. Als u in de Memory mode het nummer pedaal
voor de op dat moment geselecteerde patch twee seconden ingedrukt houdt, knippert de pedaal indicator, en de functie van de nummer pedalen verandert zoals hieronder wordt aangegeven.
Nummer pedaal 1: Bank
Nummer pedaal 2: Bank
Nummer pedaal 3: Herstelt oorspronkelijke pedaalfuncties.
Met een voetpedaal kunt u van bank veranderen. Meer informatie is te vinden bij
‘Voetschakelaars gebruiken’ (p.27).
(1)
(3)
(1)
(2)
25
Page 26
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)
Patch instellingen veranderen (Patch Edit Mode)
In de Memory mode is het in of uitschakelen van effecten of het aanpassen van NS
THRESHOLD niet mogelijk. Om deze veranderingen aan te brengen, zet u het apparaat in de
Patch Edit mode.
fig.ME-20-patch-edit.eps_55
5
2,4
1
1
1. Roep de patch op, waarvan u de instellingen wilt bewerken (p.25).
2. Druk op [EDIT/EXIT].
‘Ed’ verschijnt in het scherm, en de MEMORY indicator begint te knipperen, waarmee
wordt aangegeven dat het apparaat zich nu in de Patch Edit mode bevindt.
Net als in de Manual mode, als de ME-20 zich in deze status bevindt, schakelen de
nummer pedalen de effecten in en uit, terwijl [ ] [ ] NS THRESHOLD regelen, zodat
u alle parameters in kunt stellen.
3. Gebruik de knoppen, pedalen en drukknoppen om instellingen naar wens te
veranderen.
4. Druk op [EDIT/EXIT] om naar de Memory mode terug te keren.
5. Als u uw nieuwe instellingen wilt opslaan, voert u de Write procedure uit (p.24).
Veranderde instellingen worden niet opgeslagen, totdat de Write procedure wordt
uitgevoerd. Als u naar een andere patch gaat voordat een patch is opgeslagen, zal de
veranderde inhoud verloren gaan, dus de volgende keer dat de patch geselecteerd
wordt, zullen zijn vorige instellingen worden opgeroepen.
26
Page 27
Overige functies
Voetschakelaar gebruiken
Met een optionele voetschakelaar (zoals de BOSS PS-5U of FS-6), die op de ME-20 is
aangesloten, kunt u de volgende operaties uitvoeren:
De ME-20 in de fabrieksinstellingen terugzetten (Factory Reset)
U kunt de instellingen, die in de ME-20 zijn opgeslagen (User geheugen, referentie toonhoogte
van het stemapparaat, en knop respons methode) in hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen
terugzetten. Dit wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
Om een Factory Reset uit te voeren, volgt u de volgende stappen.
fig.ME-20-factory-reset.eps_55
23,4
1. Schakel naar de Manual mode over (p.23).
2. Houd [EDIT/EXIT] ingedrukt en druk op nummer pedaal 2.
‘FA’ verschijnt in het scherm.
* Om de Factory Reset te annuleren, drukt u nogmaals op [EDIT/EXIT] om naar de
oorspronkelijke mode terug te keren.
3. Druk op [WRITE].
De MEMORY indicator knippert, en het apparaat wordt in de stand-by stand geplaatst.
4. Druk op [WRITE].
De Factory Reset wordt uitgevoerd.
Wanneer de Factory Reset is voltooid, wordt het beeldscherm donker, en keert het
apparaat naar de Manual mode terug.
Zet nooit de stroom uit, terwijl een Factory Reset plaatsvindt.
29
Page 30
Overige functies
Het expressiepedaal bijstellen
Hoewel het expressiepedaal van de ME-20 in de fabriek op een optimale werking is ingesteld,
kan het pedaal door langdurig gebruik en bepaalde bedieningsomgevingen ontregeld raken.
Als u problemen ondervindt, zoals de ON/OFF schakelaar die niet werkt of het volumepedaal
dat het geluid niet geheel afkapt, kunt u de volgende procedure gebruiken om het pedaal weer
optimaal te laten functioneren.
Bij de bediening van het expressie pedaal moet u opletten, dat uw vingers niet tussen
het beweegbare deel en het paneel bekneld raken. In huishoudens met kleine kinderen
dient een volwassene toezicht te houden, totdat het kind in staat is om alle regels, die
essentieel zijn voor veilig gebruik van het apparaat, na te leven.
fig.ME-20-exp-pedal-adjust.eps_45
64
235
1. Ga naar de Manual mode (p.23).
2. Houd [EDIT/EXIT] ingedrukt, en druk op nummer pedaal 3.
‘Pd’ verschijnt in het scherm, en verandert dan in ‘UP’.
3. Druk de hak van het expressie pedaal naar de basis, en druk dan op [WRITE].
‘dn’ verschijnt in het scherm.
4. Druk de teen van het expressiepedaal in, totdat deze helemaal naar beneden
staat en druk op [WRITE].
‘1’ – ‘9’ verschijnt in het scherm.
* Vanuit de fabriek wordt dit op ‘5’ ingesteld.
5. Stel de stevigheid van de schakelactie bij.
Druk op [ ] [ ] om de waarde (1-9) in te stellen.
Hoe lager de waarde, hoe minder kracht nodig is om het pedaal in te drukken om het
in en uit te schakelen.
6. Druk op [WRITE].
De instelling wordt in het geheugen opgeslagen, en het apparaat keert naar de Manual
mode terug.
* Als het scherm bij stappen 2 en 3 knippert, drukt u het pedaal nogmaals in. Druk dan op [WRITE].
30
Page 31
MEMO
31
Page 32
Blanco overzicht
OD/DSMOD
BANK
NO.
112
212
312
412
512
612
712
812
SOLO
3
3
3
3
3
3
3
3
SWTYPE DRIVE TONE
LEVEL
SWTYPE RATE
DEPTH LEVEL
912
3
1012
3
Type lijst
NO.OD/DSMODDELAY
1
OVERDRIVECHORUS0-99ms DELAY
2
BLUESPHASER100-700ms DELAY
3
DISTORTIONFLANGERREVERB
4
METALTREMOLO-
5
FUZZROTARY-
6
COMPRESSOR--
32
Page 33
Blanco overzicht
DELAYEQWAHNS
SWTYPE TIME
FEED-
BACK
LEVEL
LOW
LOW-
MID
HI-
MID
HIGHSW
THRESH
OLD
MASTER
LEVEL
33
Page 34
Blanco overzicht
BANK
NO.
SOLO
112
3
212
3
312
3
412
3
512
3
612
3
712
3
812
3
OD/DSMOD
SWTYPE DRIVE TONE
LEVEL
SWTYPE RATE
DEPTH LEVEL
912
3
1012
3
Type lijst
NO.OD/DSMODDELAY
1
OVERDRIVECHORUS0-99ms DELAY
2
BLUESPHASER100-700ms DELAY
3
DISTORTIONFLANGERREVERB
4
METALTREMOLO-
5
FUZZROTARY-
6
COMPRESSOR--
34
Page 35
Blanco overzicht
DELAYEQWAHNS
SWTYPE TIME
FEED-
BACK
LEVEL
LOW
LOW-
MID
HI-
MID
HIGHSW
THRESH
OLD
MASTER
LEVEL
35
Page 36
Probleemoplossing
‘bt’ verschijnt in het scherm
→ Batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe
batterijen te plaatsen (p.11).
Stroom gaat niet aan
Is de juiste adapter (PSA serie, apart
verkrijgbaar) correct aangesloten?
→ Controleer nogmaals of de adapter is aangesloten
(p.12).
Gebruik nooit een andere adapter dan de
aanbevolen adapter.
Is de batterij leeg?
→ Vervangen door nieuwe batterijen (p.11).
* De bijgeleverde batterijen zijn alleen bedoeld om te
controleren of het apparaat werkt.
* Dit apparaat verbruikt bijzonder veel stroom, daarom
is gebruik van een adapter aanbevolen. Als u
batterijen gebruikt, kies dan voor alkaline batterijen.
* Om het batterij verbruik te reduceren, haalt u de plug
altijd uit de INPUT jack wanneer het apparaat niet in
gebruik is.
Is de plug op juiste wijze op de INPUT jack
aangesloten?
→ Controleer nogmaals de aansluiting (p.12).
* De stroom wordt niet ingeschakeld als er geen plug
in de INPUT jack is gestoken.
Geen geluid/volume is laag
Zijn de andere apparaten op juiste wijze
aangesloten?
→ Controleer nogmaals de aansluiting (p.12).
Als u een koptelefoon heeft aangesloten, hoort
u daar wel geluid door?
→ Als u geluid kunt horen, kan er sluiting zijn in de
kabel die gebruikt wordt om een versterker of
ander apparaat aan te sluiten, of een fout in de
instellingen van een extern apparaat. Controleer
de aansluitkabels en de externe apparaten nog
een keer.
Kan de MASTER LEVEL knop laag zijn
gedraaid?
→ Gebruik de MASTER LEVEL knop om het
uitgangsvolume te verhogen.
Kunnen de niveaus van OD/DS of EQ te laag
zijn?
→ Gebruik de parameterknoppen om de niveaus te
verhogen.
Is het volume laag gedraaid?
→ Controleer de volumeniveaus op een aangesloten
versterker of mengpaneel.
Controleer ‘LEVEL’ en andere volume
parameters om er zeker van te zijn dat geen
volume instelling te laag is.
Kan het niveau met het expressiepedaal
verlaagd zijn?
→ Als het pedaal is ingesteld om als volumepedaal
te functioneren, worden geluiden niet
uitgestuurd als de voorkant van het pedaal
omhoog staat.
Staat de ME-20 in de Tuner mode?
→ In de Tuner mode wordt het bypassed geluid
uitgestuurd, en functioneert het expressiepedaal
als een volumepedaal. In dit geval worden
geluiden niet uitgestuurd als de voorkant van het
pedaal omhoog staat.
Gebruikt u een kabel met een ingebouwde
weerstand om een CD of MP3 speler op de AUX
IN jack aan te sluiten?
→ Als u een kabel gebruikt die een weerstand bevat,
kan het geluid van aangesloten apparaten
onhoorbaar zijn.
Patches kunnen niet veranderd
worden
Staat de ME-20 in de Memory mode?
→ In de Memory mode wordt de bank in het scherm
aangegeven, tonen de pedaal indicators de
huidige patch, en lichten de effect selectie
indicators op.
Andere omstandigheden dan deze kunnen erop
duiden dat de ME-20 zich in een andere mode
bevindt, dus patches kunnen niet veranderd
worden.
Zet de ME-20 eerst in de Memory mode, en ga
dan verder (p.23).
De expressiepedaal schakelaar
kan niet aan of uit worden gezet
Het volumepedaal kan het
volume niet geheel reduceren
Kan het expressiepedaal ontregeld zijn?
→ Hoewel het expressiepedaal van dit apparaat in
de fabriek op een optimale werking is ingesteld,
kan het pedaal door langdurig gebruik en
bepaalde bedieningsomgevingen ontregeld
raken.
U kunt het expressiepedaal bijstellen (p.30).
INPUT jack (1/4’’ phone type)
AUX IN jack (Stereo miniatuur phone type)
OUTPUT jacks L/MONO, R (1/4’’ phone
type)
PHONES jack (Stereo 1/4’’ phone type)
FOOT SW jack (1/4’’ TRS phone type)
AC adapter jack
Stroomvoorziening
DC 9 V: droge batterijen (R6/LR6 (AA) type)
x 6, AC adapter (PSA serie: optioneel)
Stroomafname
90 mA
* Aannemelijke levensduur van batterij bij
voortdurend gebruik:
Alkaline: 13 uur, Carbon: 3.5 uur
Deze schattingen variëren, afhankelijk van de
feitelijke gebruiksomstandigheden.
Afmetingen
294 (B) x 179 (D) x 54 (H) mm
Maximale hoogte:
294 (B) x 179 (D) x 74 (H) mm
Gewicht
1.5 Kg (inclusief batterijen)
Accessoires
Gebruikershandleiding
Batterijen (Alkaline: LR6 (AA) type) x 6
Roland Service (Informatie overzicht)
Opties
AC adapter: BOSS PSA serie
Voetschakelaar : BOSS FS-6, FS-5U
Aansluitkabel: PCS-31 (Roland)
(Stereo 1/4’’ tulpstekker-1/4’’ jack x 2)
* 0 dBu = 0.775 Vrms
* In het kader van productverbetering kunnen de
specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat
zonder voorafgaande mededeling veranderen.
(*) AF methode (Adaptive Focus methode)
Dit is een merkgebonden methode van Roland/BOSS
die de signaal-naar-ruis verhouding van de A/D en
D/A omzetters enorm verbetert.
37
Page 38
Index
Getallen
0-99 ms DELAY ..................................... 19
100-700 ms DELAY ............................... 19
A
AUX IN................................................... 10
B
Bank .................................................. 23, 25
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
Cet appareil numrique de la classe B respecte toutes les exigences du Rglement sur le matriel brouilleur du Canada.
AVIS
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.