Bedankt voor en gefeliciteerd met uw keuze van de Roland MC-505 Groovebox.
De MC-505 is de uitgebreide en verbeterde opvolger van de MC-303 Groovebox, die in 1996 zijn sensationele
entree in de danswereld maakte. Naast de laatste klanken en patronen herbergt de MC-505 in zijn compacte behuizing een waaier aan nieuwe, krachtige functies. Door het grote aantal knoppen en regelaars blijft de bediening erg
intuïtief en “muzikaal”. Bovendien maken de uitgebreide realtime-mogelijkheden van de sequencer de MC-505 tot
een uitgesproken live-instrument.
Goed nieuws is dat u ook als totale muziekleek met de MC-505 gesofisticeerde dance-tunes voor elkaar krijgt. De
MC-505 werkt zo handig dat hij al snel een onmisbaar stuk gereedschap wordt, of u nu DJ bent, dansmuziek componeert, of beide.
We raden u aan om deze handleiding helemaal door te lezen. Op die manier ziet u geen enkele mogelijkheid van
uw nieuwe aanwinst over het hoofd en kunt u er jarenlang plezier aan beleven.
MC-505 Handleiding
Hoe is deze handleiding opgebouwd?
De handleiding bestaat uit twee delen: “Aan de slag” en “Referentie”.
“Aan de slag” is voor ongeduldige mensen die een instrument recht uit de doos willen gebruiken (dat geldt waar-
schijnlijk voor de meesten onder ons). In dit deel passeren de voornaamste functies van de MC-505 de revue, zonder dat daarbij op details wordt ingegaan.
Die details vindt u wél in “Referentie”, waarin werkelijk iedere functie aan bod komt en u verder nog aanvullende
informatie zoals MIDI-implementatie e.d. vindt.
Doorheen deze handleiding worden de volgende typografische conventies aangehouden:
•Namen van knoppen worden tussen vierkante haken geplaatst, bijvoorbeeld: [PLAY].
•Bij een vermelding zoals PAGE [<][>] bedoelen we dat u één van deze knoppen moet indrukken (de knop die op
dat moment relevant is).
•Verwijzingen naar verwante onderwerpen in deze handleiding worden voorafgegaan door een “ ☞ “.
•Of een indicator niet brandt/brandt/knippert wordt als volgt aangegeven:
brandt niet brandt
knippert
2
Voorzorgsmaatregelen
V
•
•
•
•
•
•
P
•
•
O
•
•
A
•
•
•
•
Voorzorgsmaatregelen
oeding
Schakel de MC-505 en de overige instrumenten altijd uit
voordat u ze op elkaar aansluit.
Sluit het netsnoer van de MC-505 nooit aan op een stopcontact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten.
Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op
het voltage.
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat
er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van
de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en
nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
Als u de MC-505 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u best de aansluiting op het lichtnet.
Het zou kunnen gebeuren dat de MC-505 niet naar behoren werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen
weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u hem weer inschakelt.
laatsing
Om problemen te vermijden, dient u de MC-505 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
Plaats de MC-505 niet te dicht in de buurt van een neonlicht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en
anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken.
nderhoud
Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een
zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig
vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de MC-505 daarna droog met een zachte doek.
Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners
want deze kunnen de behuizing beschadigen.
ndere voorzorgsmaatregelen
Behandel de MC-505 zachtjes.
Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.)
of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige
terechtkomen.
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst voordat u de MC-505 in het buitenland gebruikt.
Als de MC-505 niet naar behoren werkt, schakel hem dan
onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de
Roland hersteldienst.
Belangrijk
• De Patches, frases en Patterns in dit product zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag ze gebruiken om nieuwe Patterns, songs enz. te maken, maar het is verboden om de
klanken of patronen van de MC-505 te verspreiden via het
internet, CD-ROM’s of gelijk welke andere drager van analoge of digitale data.
• De MC-505 bewaart een deel van zijn data in een zgn.
flash-geheugen. Schakelt u de MC-505 uit terwijl er data
naar dit geheugen worden geschreven, dan is er een grote
kans dat er data worden beschadigd. Schakel daarom de
MC-505 nooit uit en verwijder de geheugenkaart niet wanneer u de volgende prompt te zien krijgt:
3
MC-505 Handleiding
Voornaamste kenmerken
☛ Krachtige synthesizermodule
De klanken van de MC-505 worden geleverd door
een krachtige synthesizermodule. De voornaamste
parameters (zoals de filter- en ADSR-instellingen)
hebben eigen regelaars op het frontpaneel, zodat de
bediening even vlot en intuïtief kan verlopen als op
uw favoriete vintage instrument. Dat neemt niet weg
dat de MC-505 ook dienst kan doen als multitimbrale klankmodule met acht Parts.
☛ Schitterende, eigentijdse Patterns
De MC-505 heeft 248 fantastische Preset Patterns en
466 RPS-Patterns aan boord. Die bestrijken een stijlpalet van Techno tot Reggae – de MC-505 zit dus
nooit om een muziekgenre verlegen.
☛ Te gekke klanken
De 512 klanken en 26 Rhythm Sets van de MC-505
zijn op maat gesneden van de hedendaagse dansmuziek, en tellen uiteraard obligate klassiekers als de
TB-303, JUNO, JUPITER en TR-808/909 in hun
rangen. Bovendien is dit indrukwekkende klankpalet
slechts een begin, want de MC-505 nodigt zonder
meer uit tot het zelf maken van klanken.
☛ Drie digitale effectprocessors
De drie effectprocessors maken gebruik van geavanceerde DSP-techniek (digitale signaalverwerking).
Dat levert uitstekende Reverb- (galm), Delay- (echo)
en EFX-effecten. Die EFX-processor biedt 24 effecttypes, speciaal gekozen voor dansmuziek.
☛ Zes uitgangen
Naast de stereo-uitgangen biedt de MC-505 nog vier
directe uitgangen (tweemaal stereo of vier maal
mono). Die kunt u gebruiken om individuele instrumenten extern te bewerken.
☛ Sequencer onthoudt uw ideeën
De sequencer van de MC-505 kan de volgorde onthouden waarin u Patterns kiest, maar hij kan ook
melodieën, solo’s, regelbewegingen enz. optekenen.
Het interne geheugen biedt plaats aan zo’n 95000
noten (maximaal 200 Patterns). Met een
SmartMedia-datakaart verhoogt u die capaciteit tot
ongeveer 480000 noten (maximaal 200 Patterns).
☛ MEGAMIX
Met de MEGAMIX-functie kunt u tijdens de weergave andere partijen kiezen voor bv. de bas, de drums,
enz. U hoeft ze dus niet zelf te programmeren –laat
gewoon uw ritmegevoel spreken en bouw een feestje!
☛ Arpeggiator maakt notenreeksen
Voor blitse, complexe notenreeksen hoeft u zich niet
uit de naad te werken – dat doet de arpeggiator wel
voor u. Eén toets indrukken volstaat.
☛ RPS (Real Time Phrase Sequence)-functie
De RPS-functie laat u met één toetsdruk een muzikale partij spelen. Dat kan alles zijn: een akkoordenreeks, een melodisch motiefje, een drum-fill, u
bedenkt het maar...
☛ Play Quantize wijzigt de groove tijdens de weerga-
ve
De MC-505 biedt drie types Play Quantize: Grid,
Groove en Shuffle. Met een draai aan de regelaar wijzigt u de groove van de muziek.
☛ Live-instrument
De MC-505 is instrument met uitgesproken livemogelijkheden. Zo kunt u de weergave van ieder(e)
Part of ritme-instrument met één knopdruk in- of
uitschakelen en kunt u Parts tijdens de weergave
transponeren. Met het ingebouwde mengtafeltje (de
Part Mixer) regelt u het volume van de Parts, en
natuurlijk kunt u alle voorname klankparameters
rechtstreeks via handige regelaars wijzigen. De bewegingen van die regelaars kunnen trouwens als MIDIcommando’s worden gezonden.
☛ DBeam Controller
De DBeam Controller is een nieuw type speelhulp
dat u bedient door uw hand erover te bewegen. Dat
levert nieuwe expressieve mogelijkheden op en het
ziet er bovendien leuk uit!
Opmerking:
toestemming van Interactive Light, Inc.
☛ Low Boost voor vette bassen
De populaire Low Boost-functie van de MC-303
werd opnieuw onder de loep genomen. Het resultaat
is een nog krachtiger bas, met ondermeer een Octave-functie die een suboctaaf aan het geluid toevoegt.
De DBeam-technologie wordt gebruikt met de
4
Voornaamste kenmerken
5
MC-505
Handleiding
Inhoud
Hoe is deze handleiding opgebouwd? 2
Voorzorgsmaatregelen 3
Voornaamste kenmerken 4
Inhoud 6
DEEL I. — AAN DE SLAG 13
1. Voorzieningen op de panelen 13
1.1 Frontpaneel, 13
1.2 Achterpaneel, 15
2. Voor u aan de slag gaat 16
2.1 Aansluitingen, 16
2.2 Inschakelen, 17
2.3 Uitschakelen, 17
2.4 Opnieuw de fabrieksinstellingen laden, 18
3. Structuur van de MC-505 19
4. Demosongs beluisteren 20
5. “Low Boost” zorgt voor vette bassen
21
6. Patterns weergeven 22
6.1 Kiezen en weergeven, 22
Snel Patterns kiezen, 23
Snel waarden wijzigen, 23
Springen naar een categorie, 23
6.2 Instrumenten in- en uitschakelen, 23
6.3 Volume en stereopositie per instrument
instellen, 25
Verschillende instellingen tegelijk wijzigen, 25
Fade-in effecten, 26
Grafisch display, 26
Parameters kiezen in omgekeerde richting, 26
6.4 “Groove” van een Pattern wijzigen, 26
6.5 Pattern transponeren, 27
8. Geluid wijzigen met de regelaars 31
8.1 Helderheid van het geluid regelen
(Cutoff), 31
2.10 Geluid wijzigen met de regelaars (tijdens
de weergave), 77
Geluid van een hele Patch wijzigen, 77
Geluid van een Tone wijzigen, 77
Geluid van slagwerkinstrumenten wijzigen, 78
Tijdens de weergave opnieuw de originele instellingen van het Pattern kiezen, 78
Weergaveparameters opfrissen (MIDI
Update), 79
2.11 Patterns kiezen met de klaviertoetsen
(Pattern Set), 79
Pattern Sets gebruiken, 79
Inhoud van een Pattern Set wijzigen, 79
Gewijzigde Pattern Set opslaan (Pattern Set
Write), 80
Reverb-type kiezen, 121
Lengte van de Reverb instellen (Reverb
Time), 122
Klankkleur van de galm aanpassen (HF
Damp), 122
Totaalvolume van de galm (Reverb Level), 122
Volume van de Reverb per Part, 122
EFX-signaal door de Reverb halen, 123
Instellen via het display, 123
4.2 Delay, 123
Delay-type kiezen (Delay Type), 124
Vertragingsinterval instellen (Delay
Time), 124
Aantal herhalingen instellen (Feedback
Level), 124
Totaalvolume van de Delay (Delay Level), 125
Volume van de Delay per Part, 125
EFX-signaal door de Delay halen, 125
Overige parameters, 126
4.3 EFX (verschillende effecten), 127
EFX-type kiezen, 127
4 Band EQ, 128
Spectrum (geluid kleuren), 129
Enhancer, 129
Overdrive, 130
Distortion, 130
Lo-Fi, 131
Noise Generator, 131
Radio Tuning, 132
Phonograph, 132
Compressor, 133
Limiter, 133
Slicer, 134
Tremolo, 134
Phaser, 135
Chorus, 135
Space D, 136
Tetra Chorus, 137
Flanger, 137
Step Flanger, 138
Short Delay, 139
Auto Pan, 139
Feedback Pitch Shifter, 140
Reverb, 141
Gate-Reverb, 141
Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen, 141
Opnameprocedure, 165
Andere Part kiezen tijdens de opname, 167
Arpeggio’s opnemen, 167
Regelbewegingen (Modify Data)
opnemen, 168
Bewegingen in de Part Mixer opnemen, 168
Naadloze overgangen tussen Patterns, 168
Mutes opnemen, 169
Tempowijzigingen opnemen, 169
Data wissen tijdens de opname (Realtime
Erase), 169
10.2 Step opname, 170
Opnameprocedure, 171
Noten één voor één opnemen (Step
opname 1), 171
Akkoorden, rusten, enz. invoeren, 172
Individuele slagwerkinstrumenten opnemen
(Step opname 2), 173
Opgenomen noten afbeelden, 176
Welke data kunt u wijzigen?, 177
Parameters van een opgenomen noot
wijzigen, 177
Data wissen (Delete Event), 178
Data invoegen (Insert Event), 178
Data invoeren met het klavier en de
regelaars, 179
Data verplaatsen, 179
Data verbergen (View Filter), 179
Temp(orary), 180
User (Memory), 180
Card (Memory), 180
27. Pattern editen (Pattern Edit) 181
11.1 Deel van een Pattern kopiëren (Pattern
Copy), 181
11.2 Data wissen (Erase), 182
11.3 Maten verwijderen (Delete Mes), 183
11.4 Lege maten invoegen (Insert
Measure), 184
11.5 Toonaard wijzigen (Transpose), 184
11.6 Volume van noten wijzigen (Change
Velocity), 185
11.7 Lengte van noten wijzigen (Change Gate
Time), 185
11.8 Timing aanpassen (Shift Clock), 186
11.9 Onnodige data uitdunnen (Data
Thin), 187
11.10Play Quantize-instellingen toepassen op
een Pattern (Edit Quantize), 187
11.11Globale timing van een Pattern wijzigen
(Reclock), 188
28. Song creëren 189
12.1 Song weergeven, 189
12.2 Song opnemen, 190
12.3 Songs opslaan (Song Write), 190
29. Song editen (Song Edit) 192
13.1 Song kopiëren (Song Copy), 192
13.2 Patterns verwijderen (Delete
Pattern), 192
13.3 Patterns invoegen (Insert Pattern), 193
30. Geheugenkaart gebruiken 194
14.1 Mogelijke toepassingen, 194
Welke geheugenkaarten kunt u in de MC-505
gebruiken?, 194
Kaart insteken en verwijderen, 194
14.2 Kaart formateren (Format), 194
14.3 Kopie van het interne geheugen op kaart
zetten (User Backup), 195
9
MC-505
Handleiding
14.4 Backup opnieuw in het interne geheugen
laden (Backup Load), 195
14.5 Backup van de kaart wissen (Backup
Delete), 196
14.6 Kaart dupliceren (Card Duplicate), 196
31. Systeeminstellingen 198
15.1 Instellingen die verband houden met
klankbron en toonhoogte, 198
Globale toonhoogte instellen (Master
Tune), 198
Individuele noten stemmen (Scale Tune), 198
Overgang tussen Patches (Patch Remain), 199
Polyfonie per Part specifiëren (Voice
Reserve), 199
Resonantiebereik instellen (Resonance
Limiter), 199
15.2 Instellingen voor speelhulpen, 199
Contrast van het display aanpassen (LCD
Contrast), 199
Aanslagwaarde van de pads (Pad
Velocity), 199
Pedaalfunctie kiezen, 200
Pdl Pola (Pedal Polarity), 200
Functie van de DBeam Controller kiezen, 200
15.3 Sequencer-instellingen, 200
Sync Mode, 201
Synchronisatiecommando’s zenden (Sync
Out), 201
Song herhalen (Loop Mode), 201
Volume van de metronoom aanpassen (Metronome Level), 201
RPS weergavetiming instellen (RPS Trigger
Quantize), 201
Arpeggio’s synchroniseren (Arpeggio
Sync), 202
Automatisch de Checksum berekenen (Auto
Checksum), 202
Tap Tempo uitschakelen (Tap Switch), 202
Resolutie van de Tap Tempo-functie bepalen
(Tap Resolution), 202
15.4 MIDI-instellingen, 202
Extern MIDI-klavier gebruiken (Remote Keyboard Switch), 202
Verschillende MC-505’s tegelijk gebruiken
(Device ID Number), 203
Ontvangen MIDI-commando’s weer naar
MIDI OUT zenden (Thru Function), 203
MIDI-ontvangst voor iedere Part in- of
uitschakelen (MIDI Rx Switch), 203
Verbinding tussen het klaviertje en de interne
klankbron opheffen (Local Tx Switch), 203
Kanaal kiezen waarop u arpeggio’s aanstuurt
(Arpeggio Control Channel), 203
Kanaal kiezen waarop u RPS aanstuurt (RPS
Control Channel), 203
Specifiëren hoe data van de regelaars worden
gezonden (Edit Transmit/Receive Mode), 203
MIDI-ontvangstschakelaars, 204
MIDI-zendschakelaars, 204
32. MIDI 205
16.1 Wat is MIDI?, 205
MIDI-connectors, 205
MIDI-kanalen, 205
16.2 MC-505 vanuit een extern MIDI-klavier
aansturen, 206
Als de Remote Keyboard Switch op “ON”
staat, 206
Als de Remote Keyboard Switch op “OFF”
staat, 206
16.3 RPS-frases of arpeggio’s aansturen vanuit
een extern MIDI-klavier, 206
RPS aansturen, 206
Arpeggio’s aansturen, 207
16.4 MC-505 verbinden met een workstation
(of computer), 207
16.5 Extern MIDI-instrument aansturen, 208
Sampler aansturen met de MC-505, 208
16.6 MIDI-klankmodule aansturen vanuit de
MC-505, 209
Voorbeeld 1, 209
Voorbeeld 2, 209
16.7 Externe sequencer met de MC-505
synchroniseren, 209
16.8 MC-505 met een externe sequencer
synchroniseren, 210
16.9 Twee MC-505’s synchroniseren, 210
16.10Data via MIDI wegschrijven (Bulk
Dump), 211
MC-505 data in een externe sequencer
opnemen, 211
Data van een MIDI-sequencer opnieuw in de
MC-505 laden, 211
“Gedempt” geluid, 217
“Lo-Fi” geluid, 217
Definitie verbeteren, 217
Vervormd TB-303 geluid, 217
Lage sample-resolutie, 218
Radio Simulation, 218
Pattern “in mootjes hakken”, 218
Straaljager, 218
Auto Panning Delay, 219
Auto Panning Drums, 219
“Omgekeerd” geluid, 219
33. Mogelijke problemen 220
Geen geluid, 220
Noten vallen weg, 220
Als u de toetsen loslaat blijven de noten
doorklinken, 220
Noten “blijven hangen” tijdens de weergave
van Patterns, 220
Sequencer werkt niet, 220
U hoort geen effecten, zelfs niet als u het EFX
volume verhoogt, 220
Toonhoogte klopt niet, 221
Play Quantize werkt niet, 221
Noten worden vertraagd of onregelmatig
weergegeven, 221
34. Foutmeldingen 222
35. Golfvormen 224
36. Preset Patches 226
37. Preset Rhythm Sets 230
38. Preset Patterns 237
39. RPS Patterns 242
40. RPS Sets 250
41. Controlenummers 254
42. MIDI-implementatie 255
43. Specificaties 257
44. Index 259
11
MC-505
Handleiding
12
DEEL I. AAN DE SLAG
Voorzieningen op de panelen
1.
1.1 Frontpaneel
1
VOLUME
MIN
PLAY QUANTIZE
16
TIMING
VELOCITY
REVERBDELAYEFX
18
REVERB TIME
HF DAMP
EFX REVERB LEVEL
WRITE
27
INITIALIZE
KEYBOARD PAD
OCTAVE
HOLD
PTN
CALL
25
MAX
UNDO/
REDO
PARAM COPY
TRANS
POSE
RPS
2
LOW BOOST
MIN
MAX
GRID
GROOVE
SHUFFLE
DELAY TIME
FEEDBACK
EFX DELAY LEVEL
DELAY LEVELREVERB LEVEL
28
SCALE
-
EDIT
REALTIME ERASE
SHIFT
OCTAVE
ARPEGGIATOR
ACCENT RATE
RANGE
CTRL 1
CTRL 2
CTRL 3
EFX OUTPUT LEVEL
29
30
31
PATCH
D BEAM CONTROLLER
-
TURN
TABLE
+
CUT
RESO
AD LIB
PART
SELECT
QTZ SELECT
TONE
SELECT
COPY
ERASEPTN/SONG
ARPEGGIO
PITCH
WAVE/FXM
63
PATCH
T3T4
CYM
TOM/PERC
NEXT
PRESET USER CARD
REVERB DELAY EFX
TONE SELECT
17
ON
PAR T
MUTE
RHYTHM
MUTE
ON
MODE
MUTE CTRL
FUNC
5
LEVEL
PAN
KEYSHIF T
REVERB
DELAY
EFX/OUT
MEGAMIX
20
4
CURRENT
SONG
TEMPO
/MIXER
PTN
T1
7
DISPLAYBANK
PTN/
PTN
SONG
SET
19
BD
SD
HH
TONE SWITCH
T2
RPS
SET
PART MIXER
CLP
26
DELETE INSERT
GROOVE SHUFFLEGRID
PLAY QUANTIZESETUPSYSTEM
P-ENVLFO 2
PITCHFILTERLFO
TRANSPOSE CHG VELO
REVERB DELAY EFX SEQ OUT
F-ENV LEVEL PAN A-ENV
FILTER
CHG GATE
SHIFT CLK DATA THIN QUANTIZE
TUNE/ SOUND
LFO 1
CONTROLLER
MEMORY CARD
MIDI
SLAVE
8
HIT
OTHERS
1213141516
RECLOCK
SEQUENCER
MIDI
COMMON
SOLO/
COMMON
WAVE
SELECT
ENVELOPE
DEPTH
DEC INCPAGE
21
MEMORY INFO
PORTA
MOD
PITCH BEND
CONTROLAMPLIFIER
109
PITCH
0
COARSE TUNE
FINE TUNE
12
D
21
VALUE
ENTER
EXIT
DEMO
23
CARD DUMP
AFTER TOUCH
CATEGORY
RHY TONE
LPF
BPF
HPF
PKG
SELECT
PITCH
FILTER
AMP
13
RSA
22
11
FILTER/AMPLIFIER
CUTOFF
TONE LEVELRND PAN
RESONANCE
LFO 1
DEPTH
RATE
PORTAMENTO
ON
SOLO
TIME
SEQUENCER
FWD
BWD
/REST
/TIE
STOPPLAYREC
32
TAP
TONE PAN
MEASURE
Aan de slag
14
15
24
1) VOLUME-regelaar
Hiermee regelt u het totaalvolume van de MC-505.
2) LOW BOOST-blok
Hiermee regelt u de versterking van de lage tonen.
3) D BEAM CONTROLLER-blok
Door uw hand hierover te bewegen kunt u verschillende effecten en parameters aansturen.
4) MODE-blok
Hiermee kiest u de bedieningsmode.
5) FUNC-knop
Hiermee kiest u alternatieve functies voor de knoppen.
Met deze knoppen bepaalt u wat er in het display
wordt afgebeeld.
8) BANK-blok
Hiermee kiest u de bank waaruit u een Bank of Pattern wilt kiezen.
9) WAVE SELECT-knop
Hiermee kiest u de golfvorm die de basis van het
geluid vormt.
10)PITCH-blok
Hiermee regelt u de toonhoogte van het geluid.
13
MC-505 Handleiding
11)FILTER/AMPLIFIER-blok
Hiermee regelt u de helderheid en de dynamiek van
het geluid.
12)ENVELOPE-blok
Hiermee regelt u het verloop van toonhoogte, klankkleur en volume.
13)ENV SELECT-knop
Met deze knop bepaalt u voor welke klankcomponent de instellingen uit de ENVELOPE- en LFOblokken gelden.
14)LFO1-blok
Dit blok voegt een cyclische modulatie toe aan het
geluid.
15)PORTAMENTO-blok
Hiermee bedient u de Portamento- en Solo-functies,
die te maken hebben met de manier waarop het klavier werkt.
16)PLAY QUANTIZE-blok
Hiermee wijzigt u de groove van het pattern.
17)ARPEGGIATOR-blok
Hiermee maakt u instellingen voor de arpeggiator.
18)REVERB/DELAY/EFX-blok
Hiermee regelt u de effecten.
19)PART MIXER-blok
Met deze regelaars kunt u verschillende Part-parameters aansturen.
20)PART SELECT/TONE SELECT-knoppen
Hiermee kiest u Parts/Tones/Rhythm-groepen en
schakelt u instrumenten in en uit.
Tijdens de opname dienen deze knoppen om de aanslagwaarde en de duur te selecteren.
21)INC/DEC-knoppen
VALUE-wiel
Hiermee wijzigt u de waarde van parameters.
22)PAGE</PAGE>-knoppen
Hiermee “bladert” u door de display-pagina’s. Bij
het invoeren van namen verplaatst u hiermee de cursor.
23)ENTER/EXIT-knoppen
Met deze knoppen bevestigt/annuleert u een handeling of verlaat u een pagina met instellingen.
24)SEQUENCER-blok
Met deze knoppen bedient u de opname- en weergavefuncties van de sequencer.
25)KEYBOARD PAD-blok
Hiermee kiest u de functie van de klaviertoetsen alsook het octaaf waarin u speelt enz.
26)Klaviertoetsen
Hiermee bespeelt u de MC-505 of kiest u Patterns of
RPS-patronen. Normaal komt de “2”-toets overeen
met C4.
27)WRITE-knop
Druk op deze knop om een Pattern of Patch op te
slaan of om een parameter te initialiseren.
28)UNDO/REDO-knop
Druk op deze knop om een operatie te annuleren of
om een parameter te kopiëren.
29)SCALE-knop
Met deze knop kiest u tijdens het stap-voor-stap
opnemen de nootwaarde.
30)EDIT-knop
Met deze knop kiest u de editpagina’s voor een klank
of Pattern.
31)SHIFT-knop
Deze knop dient om alternatieve functies van andere
knoppen aan te spreken.
32)TAP-knop
Door ritmisch op deze knop te tikken kunt u het
tempo instellen.
Opmerking:
blokken die in het wit zijn aangeduid kunt u opnemen in een
Pattern.
De bewegingen van regelaars of knoppen in
14
1.2 Achterpaneel
Voorzieningen op de panelen, Achterpaneel
Aan de slag
7
ATTENTION:
RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
WARNING:
TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK,
DO NOT EXPOSE THIS APPLIANCE TO RAIN OR MOISTURE.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
THIS CLASS B DIGITAL APPARATUS MEETS ALL REQUIREMENTS OF THE CANADIAN INTERFERENCE-CAUSING EQUIPMENT REGULATIONS.
CET APPAREIL NUMÉRIQUE DE LA CLASSE B RESPECTE TOUTES LES EXIGENCES DU RÈGLEMENT SUR LE MATÉRIEL BROUILLEUR DU CANADA.
THIS DEVICE COMPLIES WITH PART 15 OF THE FCC RULES. OPERATION IS SUBJECT TO THE FOLLOWING TWO CONDITIONS: (1) THIS DEVICE MAY NOT CAUSE HARMFUL
INTERFERENCE, AND (2) THIS DEVICE MUST ACCEPT ANY INTERFERENCE RECEIVED, INCLUDING INTERFERENCE THAT MAY CAUSE UNDESIRED OPERATION.
1) PHONES-uitgang
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
2) OUTPUT-connectors
MIX L (MONO), R/DIRECT1 L (MONO), R/
DIRECT2 L (MONO), R
Deze uitgangen moet u met uw mixer, versterker,
stereo-installatie enz. verbinden. Gebruik steeds
audiosnoeren (los verkrijgbaar) van een degelijke
kwaliteit.
3) PEDAL-ingang
Hierop kunt u een voetschakelaar aansluiten, die
verschillende functies kan aansturen.
4) MIDI IN/OUT-connectors
Via deze connectors kunt u de MC-505 met externe
MIDI-instrumenten verbinden. Gebruik hiervoor
speciale MIDI-kabels (los verkrijgbaar).
5) MEMORY CARD-aansluiting
Deze aansluiting biedt plaats aan een (los verkrijgbare) SmartMedia-kaart.
6) AC-ingang
Sluit hier de bijgeleverde stroomkabel op aan.
7) POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de MC-505 in en uit.
S2M-5/S4M-5
23456
The DBeam has been licensed from Interactive Light, Inc.
1
15
MC-505 Handleiding
Voor u aan de slag gaat
2.
2.1 Aansluitingen
De MC-505 bevat geen ingebouwde versterker of luidsprekers. U bent dus aangewezen op externe versterking (bv.
twee KC-100’s, KC-300’s of KC-500’s) of op een hoofdtelefoon. Het onderstaande diagram maakt één en ander
duidelijk.
Opmerking:
uw verdeler.
Audiokabels, MIDI-kabels, hoofdtelefoon en voetschakelaars worden niet meegeleverd. U kunt deze apart verkrijgen bij
Stereo-hoofdtelefoon
CAUTION
ATTENTION:
RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
WARNING:
TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK,
DO NOT EXPOSE THIS APPLIANCE TO RAIN OR MOISTURE.
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
S2M-5/S4M-5
THIS CLASS B DIGITAL APPARATUS MEETS ALL REQUIREMENTS OF THE CANADIAN INTERFERENCE-CAUSING EQUIPMENT REGULATIONS.
CET APPAREIL NUMÉRIQUE DE LA CLASSE B RESPECTE TOUTES LES EXIGENCES DU RÈGLEMENT SUR LE MATÉRIEL BROUILLEUR DU CANADA.
THIS DEVICE COMPLIES WITH PART 15 OF THE FCC RULES. OPERATION IS SUBJECT TO THE FOLLOWING TWO CONDITIONS: (1) THIS DEVICE MAY NOT CAUSE HARMFUL
INTERFERENCE, AND (2) THIS DEVICE MUST ACCEPT ANY INTERFERENCE RECEIVED, INCLUDING INTERFERENCE THAT MAY CAUSE UNDESIRED OPERATION.
The DBeam has been licensed from Interactive Light, Inc.
Stroomkabel
Extern MIDI-instrument
Stopcontact
MIDI-kabel
MIDI OUT
Voetschakelaar
Audiokabel
Keyboardversterker, stereo-installatie, enz.
1) Schakel alle instrumenten uit voor u aansluitingen maakt.
Om schade en/of storingen aan luidsprekers of andere instrumenten te voorkomen moet u steeds het volume in de
minimumstand zetten en alle instrumenten uitschakelen.
2) Verbind de bijgeleverde stroomkabel met de MC-505 en sluit deze aan op een stopcontact.
3) Sluit audio- en MIDI-kabels aan zoals in de bovenstaande afbeelding wordt aangegeven.
Als u er behoefte aan hebt kunt u ook een hoofdtelefoon en voetschakelaars aansluiten.
Opmerking:
andere reden verplicht om in mono te werken, sluit dan enkel de L (MONO) MIX OUTPUT aan.
Het geluid van de MC-505 komt pas optimaal tot zijn recht als u het instrument in stereo versterkt. Bent u om één of
16
Voor u aan de slag gaat, Inschakelen
Opmerking:
keyboardversterker enz. verbinden.
Als u geluiden apart wilt versterken via de DIRECT1/DIRECT2-uitgangen, dan moet u de relevante uitgang(en) met uw
Bij levering is de MC-505 zo ingesteld dat er geen geluid naar de DIRECT1/DIRECT2-uitgangen wordt gestuurd.
Hoe u geluid naar deze uitgangen kunt sturen leest u onder “Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen” op blz. 142 en
“Effecten/uitgangen kiezen voor de Rhythm Tones” op blz. 116.
2.2 Inschakelen
Aan de slag
1) Controleer eerst het volgende:
•Zijn alle instrumenten, versterkers, e.d. correct aangesloten?
•Staat de volumeregelaar van de MC-505, alsook het volume op de aangesloten mixer/versterker, in de minimumstand?
2) Druk op de POWER-schakelaar op de achterzijde van de MC-505.
24
Opmerking:
POWER
ON
OFF
Vanwege het interne beveiligingscircuit kunt u slechts enkele seconden na het inschakelen op de MC-505 spelen.
VOLUME
MIN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
MAX
3) Schakel de aangesloten mixer/versterker in.
4) Speel enkele noten op het klaviertje van de MC-505 en kies met de [VOLUME]-regelaar een aangenaam luistervolume.
Kies op de aangesloten versterker en op de aangestuurde instrumenten het gewenste volume.
2.3 Uitschakelen
Zet, voor u de MC-505 uitschakelt, alle volumeregelaars in de minimumstand. Schakel vervolgens uw instrumenten
uit in deze volgorde:
1) Schakel de mixer, versterker, enz. uit.
2) Schakel de MC-505 uit.
17
MC-505 Handleiding
2.4 Opnieuw de fabrieksinstellingen laden
Als uw MC-505 recht uit de doos komt bevat hij normaal nog alle instellingen die in de fabriek werden gemaakt.
Werden die instellingen echter om één of andere reden gewijzigd, dan kunt u ze met de “Factory Preset”-functie
opnieuw laden. Daarbij kunt u naar keuze alle instellingen opnieuw laden of enkel de Patch- of Systeeminstellingen.
Opmerking:
MIDI-sequencer of een gelijkaardig instrument. U kunt ook de User Backup-functie gebruiken om de data op een geheugenkaart te
schrijven.
☞ “Data via MIDI wegschrijven (Bulk Dump)” op blz. 211.
☞ “Kopie van het interne geheugen op kaart zetten (User Backup)” op blz. 195.
Als de MC-505 data bevat die u niet wilt kwijtspelen, kopieer deze dan via de Bulk Dump-functie naar een externe
DECINCPAGE
1
SHIFT
POWER
ON
OFF
CATEGORY
2
VALUE
ENTER
EXIT
DEMO
3,4
1) Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u op de [POWER]-schakelaar drukt.
Blijf [SHIFT] ingedrukt houden tot u de Factory Preset-pagina in beeld krijgt.
2) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de data waarvoor u opnieuw de fabrieksinstellingen wilt laden.
U kunt de volgende 3 types kiezen:
ALLAlle interne parameters krijgen opnieuw de fabriekswaarden.
PATCHUser Patches in het interne geheugen krijgen opnieuw de fabriekswaarden.
SYSTEMSysteeminstellingen krijgen opnieuw de fabriekswaarden.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het normale display (waarin Pattern P:001 is geselecteerd).
3) Druk op [ENTER].
U krijgt een prompt te zien die u om bevestiging vraagt.
4) Druk nogmaals op [ENTER] om de gekozen fabrieksinstellingen te laden.
Terwijl de instellingen worden geladen krijgt u het volgende display te zien:
NOW WORKING
Keep Power ON !
Deze prompt vertelt u dat de fabrieksinstellingen worden geladen en dat u de MC-505 niet mag uitschakelen zolang
deze operatie niet is voltooid. Zodra alle instellingen zijn geladen komt u opnieuw terecht in het normale display.
Opmerking:
18
Als u in stap (2) “All” hebt gekozen duurt deze operatie zo’n vier minuten.
Structuur van de MC-505, Opnieuw de fabrieksinstellingen laden
Structuur van de MC-505
3.
In de onderstaande afbeelding ziet u hoe de MC-505 is opgebouwd. De verschillende signaalpaden (audio, data)
worden aangegeven door de pijlen.
Aan de slag
VOLUME
MIN
MAX
Audio-data
REVERBDELAYEFX
Speldata
Kiezen
REVERB TIME
HF DAMP
EFX REVERB LEVEL
Part-mixer
Mute
Instrumentale Parts
uitschakelen
BD
SD
TONE SWITCH
TRANS
POSE
HH
-
Realtime transponeren
P:A001
PATCH
PART PART PART PA RT PART PART PART PART
Klank-
Klanken
generator
kiezen
Patch
Klankdata
Performance
ARPEGGIATOR
ACCENT RATE
RANGE
Stuurgedeelte
Geluiden weergeven en wijzigen
D BEAM CONTROLLER
-
TURN
TABLE
+
CUT
RESO
AD LIB
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
ON
DBeam speelhulp
Klaviertje
LOW BOOST
OCTAVE
MIN
MAX
DELAY TIME
FEEDBACK
EFX DELAY LEVEL
DELAY LEVELREVERB LEVEL
PART MIXER
CLP
Instrumentale Parts geven
CTRL 1
CTRL 2
CTRL 3
EFX OUTPUT LEVEL
Volume en stereopositie
van iedere Part regelen
CYM
TOM/PERC
TONE SELECT
klanken weer
ON
WAVE
SELECT
ENVELOPE
DEPTH
Low Boost
Extra vette bassen bijdraaien
Effecten
Geluid voorzien van effecten
Reverb (galm toevoegen)
Delay (echo's toevoegen)
EFX (andere effecten)
HIT
OTHERS
Play
Rec
Arpeggiator
Arpeggio's spelen
LPF
BPF
HPF
PKG
RSA
FILTER/AMPLIFIER
CUTOFF
TONE LEVELRND PAN
SELECT
PITCH
FILTER
AMP
SOLO
ON
PITCH
0
COARSE TUNE
FINE TUNE
D
MEGAMIX
Frases verplaatsen
Play quantize
TIMING
RESONANCE
TONE PAN
LFO 1
DEPTH
RATE
PORTAMENTO
TIME
Pattern
Data voor verschillende
instrumentale Parts
PLAY QUANTIZE
GRID
GROOVE
SHUFFLE
VELOCITY
Grooves wijzigen
Pattern set
Keyboard Pad 1
P:052
Patterns kiezen met de klaviertoetsen
PTN/
SONG
Song
U:01P:001
In volgorde geplaatste
patronen
Speldata
kiezen
Sequencer
SEQUENCER
FWD
BWD
MEASURE
/REST
/TIE
STOPPLAYREC
Speldata
opnemen/weergeven
RPS set
RPS
Keyboard Pad 1
P:017
Part 4
Speldata voor één instrumentale
Part
Een verzameling van 16 RPSpatronen
RPS
Aansturen met de klaviertoetsen
RPS
SET
PTN
SET
PTN
CALL
19
MC-505 Handleiding
Demosongs beluisteren
4.
Het loont de moeite om even de interne demosongs te beluisteren. Op die manier maakt u meteen kennis met de
uitstekende klanken en patronen van de MC-505.
DECINCPAGE
CATEGORY
SEQUENCER
FWD
BWD
/REST
/TIE
MEASURE
2
VALUE
ENTER
EXIT
DEMO
5
1
1) Druk tegelijk op [EXIT] en [ENTER].
U komt nu terecht in de Demo Play-pagina, waarin de nummers en de namen van de demosongs worden afgebeeld.
2) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de demosong die u wilt beluisteren.
3) Druk op [PLAY] om de weergave van de demo te starten.
Laat u niet van de wijs brengen door de herrie aan het begin van demosong 6: dit is volkomen normaal...
4) Druk op [STOP] als u de weergave van de demosong wilt doen ophouden.
5) Druk op [EXIT] om de Demosong-pagina te verlaten.
Opmerking:
op de wet van het auteursrecht.
Opmerking:
Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal voor niet-persoonlijke doeleinden vormt een inbreuk
De demosongs worden niet als MIDI-data naar de MIDI OUT gestuurd.
20
“Low Boost” zorgt voor vette bassen, Opnieuw de fabrieksinstellingen laden
“Low Boost” zorgt voor vette
5.
bassen
Bent u zo’n type dat pas tevreden is over het basgeluid wanneer de broekspijpen van de mensen op de laatste rij
beginnen te wapperen? Dan is de LOW BOOST-regelaar iets voor u.
LOW BOOST
1
Aan de slag
MAX
OCTAVE
MIN
2
1) Draai aan de [LOW BOOST]-regelaar om extra laag bij het geluid te voegen.
U laat best wat muziek spelen (druk op [PLAY]) terwijl u deze regelaar instelt. Hoe verder u de regelaar in wijzerzin
draait, hoe sterker het laag wordt benadrukt. Druk op [STOP] als u de weergave van het Pattern wilt laten ophouden.
Draai de regelaar niet te ver naar rechts, want dan gaat het geluid vervormen (maar misschien wilt u dat precies...).
☞ “Patterns weergeven” op blz. 22.
2) Druk op de [OCTAVE]-knop naast de [LOW BOOST]-regelaar.
De indicator licht op en er wordt een suboctaaf van het originele geluid aan het uitgangssignaal toegevoegd. Nog
vetter dus!
Bij sommige Patches hoort u weinig verschil wanneer u de [OCTAVE]-knop inschakelt. Uiteraard valt het effect
vooral op bij basklanken die u daadwerkelijk in een laag register speelt.
Ziehier enkele voorbeelden van Patches die het effect van de [OCTAVE]-knop duidelijk demonstreren:
P:A079 House Bass
P:A092 FM Super Bass
P:A096 Def Bass
P:A097 Def Bass
P:A098 Sin Bass
Ook hier is het mogelijk dat het geluid begint te kraken of vervormen. Draai in dat geval de [LOW BOOST]-regelaar naar links tot de vervorming verdwijnt. Een beetje vervorming kan wel lekker klinken, maar kijk toch uit:
bij hoge volumes betekenen de ultra-lage frequenties die het Low Boost-blokje toevoegt mogelijk de doodsteek
voor uw versterker/luidsprekers, zeker als u ze dan ook nog eens laat vervormen.
☞ “Kennismaken met de klanken” op blz. 28.
21
MC-505 Handleiding
Patterns weergeven
6.
De MC-505 bevat een groot aantal Preset-patronen (de patronen in de MC-505 noemen we vanaf nu Patterns). Die
kunt u in een ononderbroken reeks weergeven, waarbij u telkens het volgende Pattern kiest terwijl het huidige Pattern nog speelt. Naast de demosongs vormt een ommetje door de Preset-patterns de beste kennismaking met wat
de MC-505 in huis heeft.
6.1 Kiezen en weergeven
TEMPO
/MIXER
DISPLAYBANK
RPS
PTN/
PTN
SET
SONG
SET
PATCH
PRESET
2
CARD
USER
REVERB DELAYEF X
3
DECINCPAGE
CATEGORY
4,6
VALUE
ENTER
EXIT
DEMO
SEQUENCER
FWD
BWD
/TIE
STOPPLAYREC
/REST
MEASURE
57
1) Zorg dat de PTN-indicator in het MODE-blok oplicht.
Als dat niet het geval is drukt u op [MODE], zodat de PTN-indicator oplicht.
MODE
SONG
PTN
2) Druk op [PTN/SONG] in het DISPLAY-blok.
De indicator licht op en het display beeldt de bank, het nummer en de naam van het geselecteerde Pattern af.
CURRENT
Nummer
NEXT
Nummer
Bank
Nummer
Naam
3) Druk op [PRESET] in het BANK-blok om de Pattern-bank (Preset Bank) te selecteren.
4) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het gewenste nummer (001~714).
Bij iedere druk op [PRESET] gaat u 100 nummers vooruit.
De Preset-patterns zijn gegroepeerd onder de volgende categorieën:
TechnoP:001~P:098
Drum’n’BassP:099~P:132
Hip HopP:133~P:181
HouseP:182~P:216
JazzP:217~P:228
22
Patterns weergeven, Kiezen en weergeven
ReggaeP:229~P:237
LatinP:238~P:248
RPS-PatternsP:249~P:714
Opmerking:
om een storing.
Als u de weergave van Pattern P:232 stopt hoort u nog een staartje ruis. Dit is wel degelijk de bedoeling, het gaat dus niet
5) Druk op [PLAY] om de weergave van het Pattern te starten.
6) Tijdens de weergave van het Pattern kunt u met de [INC][DEC]-knoppen of het [VALUE]-wiel het Pattern kiezen dat u als volgende wilt weergeven.
In het display worden de bank, het nummer en de naam van het nieuw geselecteerde Pattern afgebeeld. Dit Pattern
krijgt u te horen zodra het huidig weergegeven Pattern is afgelopen. Op die manier kunt u beats en breaks aan elkaar
breien zonder dat daarbij ooit een “gat” valt.
Opmerking:
Pattern te kiezen. Dat kan door met de PAGE [<][>]-knoppen te werken. Wat u ook kunt doen is de weergave even stoppen om een
nieuw Pattern te kiezen.
Pattern P:249 en volgende bestaan uit slechts één maat... Dat betekent dat u wel érg snel moet zijn om meteen een nieuw
7) Druk op [STOP] als u de weergave van het Pattern wilt stoppen.
☞ Meer over Patterns leest u vanaf blz. 68.
☞ Hoe u het weergavetempo van een Pattern kunt wijzigen leest u onder “Tempo wijzigen” op blz. 69.
☞ Een overzicht van de beschikbare Patterns krijgt u onder “Preset Patterns” op blz. 237.
Aan de slag
Snel Patterns kiezen
Door tijdens de weergave van een Pattern op PAGE [<][>] te drukken kiest u meteen het volgende of het vorige
Pattern. Let wel: bij deze methode worden de Patterns steeds aan hun respectieve standaardtempo’s weergegeven.
Dit is met andere woorden een uitstekende manier om opeenvolgende Patterns te beoordelen op hun bruikbaarheid, maar – vanwege de steeds wisselende tempo’s – volslagen ongeschikt om een dansvloer aan de slag te houden.
Voor dat laatste moet u de Patterns kiezen met de [INC][DEC]-knoppen of het [VALUE]-wiel (zoals hierboven
beschreven).
Snel waarden wijzigen
Door [SHIFT] ingedrukt te houden en vervolgens [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel te gebruiken springt u in stappen van 10 door de Patterns. Dat kan handig zijn als u precies weet waar het gewenste Pattern zich bevindt en u er
snel naartoe wilt gaan. Deze werkwijze kunt u trouwens ook gebruiken bij het kiezen van Patches of het wijzigen
van parameterwaarden.
Springen naar een categorie
Bij gestopte weergave kiest u met de PAGE [<][>]-knoppen steeds het eerste Pattern van de vorige of volgende categorie. Deze werkwijze kunt u ook gebruiken bij het kiezen van Preset Patches.
23
MC-505 Handleiding
6.2 Instrumenten in- en uitschakelen
Een Pattern maakt doorgaans gebruik van verschillende partijen (die door verschillende instrumenten kunnen
worden weergegeven). We spreken in dat verband vanaf nu over Parts. Een Part kunt u het best vergelijken met een
muzikant die een partij speelt. De MC-505 laat toe Parts individueel in of uit te schakelen. Dat kan ook tijdens de
weergave gebeuren, zodat u uit één Pattern heel wat variaties kunt halen zonder dat u die allemaal van tevoren moet
programmeren. Het werkt als volgt:
PAR T
SELECT
QTZ SELECT
TONE
SELECT
PAR T
MUTE
RHYTHM
MUTE
3
2
MUTE CTRL
BD
8
SD
TONE SWITCH
7
HIT
CLP
CYM
TOM/PERC
TONE SELECT
HH
OTHERS
64
SEQUENCER
FWD
BWD
/TIE
STOPPLAYREC
/REST
MEASURE
5
1) Kies Pattern P:203 (zie blz. 22).
2) Druk op [PART MUTE] (de indicator licht op).
U kunt nu met de PART-knoppen [R]~[7] individuele Parts uitschakelen.
3) Druk op [RHYTHM MUTE] (de indicator licht op).
U kunt nu met de RHYTHM-knoppen [BD]~[OTHERS] groepen van ritme-instrumenten in de Rhythm Part inen uitschakelen.
De status van de instrumenten wordt aangeduid door de [R]~[7] en [BD]~[OTHERS] indicators:
KnippertDeze Part is uitgeschakeld.
BrandtDeze Part is ingeschakeld.
Brandt nietEr is geen muziek voor deze Part.
4) Druk op alle knoppen die oplichten, met uitzondering van [R] en [BD]. U krijgt dan het volgende plaatje:
BD
SD
HH
CLP
CYM
TOM/PERC
HIT
OTHERS
BrandtBrandt niet of knippert
5) Druk op [PLAY].
Het Pattern wordt weergegeven maar u hoort enkel de basdrum van de Rhythm Part.
6) Druk aan het begin van de maat op [HH] (de indicator licht op).
U hoort nu hoe de hi-hat erbij komt.
7) Druk tegelijk op [2] en [3].
Ook de indicators van deze knoppen lichten op en de synthesizerbas (Part 2) en de akkoorden (Part 3) worden aan
de mix toegevoegd.
8) Druk op [R].
De indicator begint te knipperen en de volledige Rhythm Part wordt uitgeschakeld.
U hebt intussen ongetwijfeld in de gaten hoe het werkt. Door op deze manier (ritme-)instrumenten toe te voegen
of weg te halen kunt u een Part geleidelijk op- of afbouwen en zo...uw dansvloer uit de bol doen gaan.
☞ Meer over het in- en uitschakelen van Parts vindt u onder “Partijen uitschakelen” op blz. 69.
24
Patterns weergeven, Volume en stereopositie per instrument instellen
6.3 Volume en stereopositie per instrument instellen
Het volgende wat we gaan doen is de acht schuifregelaars in het midden van het frontpaneel te gebruiken om het
volume van individuele instrumenten aan te passen.
LEVEL
PAN
KEYSH IFT
REVERB
DELAY
EFX/OUT
MEGAMIX
2,4
1) Kies Pattern P:009 en start de weergave (zie blz. 22).
2) Druk in de PART MIXER herhaaldelijk op [MIXER SELECT] tot de LEVEL-indicator oplicht.
PART MIXER
53
Aan de slag
LEVEL
PAN
KEYSH IFT
REVERB
DELAY
EFX/OUT
MEGAMIX
127
0
3) Beweeg de [R]-regelaar en luister hoe het volume van de Rhythm Part verandert.
Door de regelaar omhoog te schuiven verhoogt u het volume, door hem omlaag te schuiven verlaagt u het.
Probeer op dezelfde manier het volume van de overige instrumenten aan te passen.
4) Druk in de PART MIXER herhaaldelijk op [MIXER SELECT] tot de PAN-indicator oplicht.
LEVEL
PAN
KEYSH IFT
REVERB
DELAY
EFX/OUT
MEGAMIX
R
L
5) Beweeg de [2]-regelaar en luister hoe de bas (Part 2) zich van links naar rechts door het stereobeeld beweegt.
Door de regelaar omhoog te schuiven plaatst u het geluid meer naar rechts, door hem omlaag te schuiven komt het
geluid meer links in het stereobeeld terecht.
Schakel eventueel andere Parts uit als u moeilijk kunt horen waar het geluid zich bevindt.
Probeer op dezelfde manier de stereopositie van de overige instrumenten aan te passen.
Naast het volume en de stereopositie kunt u ook de toonhoogte en de effectdiepte voor iedere Part aanpassen.
☞ “Pattern-instellingen wijzigen met de Part Mixer” op blz. 73.
☞ “Volume van de Reverb per Part” op blz. 122.
☞ “Volume van de Delay per Part” op blz. 125.
☞ “Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen” op blz. 142.
Verschillende instellingen tegelijk wijzigen
Het is ook mogelijk om de instellingen (volume, pan, enz.) van verschillende Parts tegelijk te wijzigen. Daarvoor
beweegt u gewoon de relevante schuifregelaars gelijktijdig.
25
MC-505 Handleiding
Fade-in effecten
Door een regelaar op zijn minimumpositie te zetten en hem dan – tijdens de weergave – geleidelijk naar omhoog
te schuiven kunt u een Part “infaden”.
Grafisch display
Door op [TEMPO/MIXER] te drukken roept u een grafisch display op waarin u de stand van iedere regelaar kunt
aflezen.
TEMPO
/ MIXER
R 1 2 3 4 5 6 7 Geselecteerde Part
Met [INC][DEC] kunt u de waarde van de geselecteerde Part in enkelvoudige stappen wijzigen.
Parameters kiezen in omgekeerde richting
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [MIXER SELECT] drukt stapt de indicator in omgekeerde richting door de
kanalen van de mixer.
6.4 “Groove” van een Pattern wijzigen
Met de Play Quantize-functie kunt u de groove van Pattern tijdens de weergave wijzigen. Laten we eens zien wat
dat oplevert voor de drums en de bas.
PLAY QUANTIZE
4
TIMING
VELOCITY
1) Kies een Pattern en start de weergave (zie blz. 22). Gebruik voor dit voorbeeld Pattern P:184.
2) Schakel Part 3~6 uit. Schakel Part 7 in (zie blz. 24).
3) Druk in het PLAY QUANTIZE-blok verschillende keren op [QUANTIZE] zodat de SHUFFLE-indicator oplicht.
GRID
GROOVE
SHUFFLE
3,5
26
GRID
GROOVE
SHUFFLE
Patterns weergeven, Pattern transponeren
4) Draai aan de [TIMING]-regelaar en luister hoe de groove verandert.
TIMING
VELOCITY
Draai de regelaar geleidelijk in wijzerzin, weg van de middenstand. U merkt hoe het strakke ritme geleidelijk overgaat in een lichte tot zware “swing”.
5) Wilt u opnieuw de originele groove kiezen, druk dan herhaaldelijk op [QUANTIZE], tot de drie indicators
doven.
☞ Meer over Play Quantize vindt u onder ““Groove” van een Pattern wijzigen (Play Quantize)” op blz. 152..
6.5 Pattern transponeren
Ook het transponeren (in toonhoogte verschuiven) van Patterns kan tijdens de weergave gebeuren.
1) Kies een Pattern en start de weergave (zie blz. 22).
2) Houd [TRANSPOSE] (in het KEYBOARD PAD-blok) ingedrukt en kies met [INC][DEC]-knoppen of de [VALUE]-regelaar een transpositie van “4” (grote terts hoger).
Zolang u de knop ingedrukt houdt beeldt het display de geselecteerde transpositiewaarde af.
Aan de slag
HOLD
TRANS
POSE
CURRENT
VALUE
NEXT
-
Als u de knop loslaat wordt het Pattern een grote terts hoger getransponeerd. Probeer eens enkele andere intervallen
uit, dan raakt u meteen vertrouwd met deze functie.
3) Druk nogmaals op [TRANSPOSE] (de indicator dooft) als u opnieuw de originele toonaard wilt kiezen.
☞ Over transponeren vertellen we u meer onder “Transponeren tijdens de weergave (Realtime Transpose)” op
blz. 71..
27
MC-505 Handleiding
Kennismaken met de klanken
7.
We stelden reeds (zie blz. 24) dat u een Part van de MC-505 het best kunt vergelijken met een muzikant die een
bepaalde partij speelt. Welk instrument die muzikant gebruikt hangt af van de klank die u voor de betreffende Part
kiest. De klanken die u in de MC-505 kunt kiezen noemen we Patches. Tenminste voor zover het de Parts 1~7
betreft, want voor de Rhythm Part spreken we van Rhythm Sets. Hieronder leren we u Patches en Rhythm Sets te
kiezen, zodat u kunt kennismaken met de klankrijkdom van de MC-505.
☞ Een volledig overzicht van alle Patches en Rhythm Sets vindt u op blz. 226 en 230.
7.1 Patches kiezen
BANK
PRESET
USER
REVERB DELAYEF X
5
HIT
TOM/PERC
TONE SELECT
CARD
OTHERS
DECINCPAGE
CATEGORY
6
VALUE
ENTER
EXIT
DEMO
PAR T
SELECT
QTZ SELECT
TONE
SELECT
PAR T
MUTE
RHYTHM
MUTE
MUTE CTRL
TEMPO
/MIXER
BD
DISPLAY
PTN/
PTN
SONG
SET
SD
TONE SWITCH
RPS
SET
PATCH
1
HH
CLP
CYM
34
1) Druk in het DISPLAY-blok op [PATCH] (de indicator licht op).
2) Zorg dat de [PTN CALL] en [RPS] indicators in het KEYBOARD PAD-blok niet oplichten.
Is dat toch het geval, druk dan op de overeenkomstige knop.
PTN
CALLRPS
brandt niet
3) Druk op [PART SELECT].
Slechts één van de indicators voor Part [R]~[7] licht op. Kies de Part waarmee u de Patches wilt weergeven. Kies
voor ons voorbeeld Part 1.
4) Druk op Part [1] om Part 1 te selecteren.
De indicator licht op en het display beeldt de bank, het nummer en de naam af van de Patch die voor Part 1 is geselecteerd.
28
CURRENT
Bank
Naam
Bank
NEXT
Nummer
Nummer
Kennismaken met de klanken, Rhythm Sets kiezen
5) Druk op [PRESET] in het BANK-gedeelte om de Patch-bank (A~D) te kiezen.
Bij iedere druk op [PRESET] kiest u een andere Preset-bank.
PATCHPATCHPATCH
6) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het gewenste nummer (001~128).
7) Speelt op het klaviertje zodat u kunt horen hoe de geselecteerde Patch klinkt.
Uiteraard kunt u ook enkele noten op uw MIDI-klavier spelen, indien u er één hebt aangesloten.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Probeer volgens de bovenstaande procedure nog enkele andere Patches uit.
Toonhoogtebereik verschuiven
Het klaviertje van de MC-505 biedt uiteraard maar een beperkte reeks noten. Wilt u noten spelen die hoger of lager
liggen dan dit bereik, gebruik dan de Octave Shift-functie.
Als in het KEYBOARD PAD-blok op OCTAVE [+] drukt verschuift het nootbereik één octaaf naar omhoog. Drukt
u op OCTAVE [-], dan verschuift het nootbereik één octaaf naar omlaag. Door tegelijk op OCTAVE [+][-] te drukken kiest u opnieuw het standaard-nootbereik.
CURRENT
NEXT
CURRENT
NEXT
CURRENT
NEXT
Aan de slag
KEYBOARD PAD
OCTAV E
KEYBOARD PAD
OCTAV E
KEYBOARD PAD
OCTAV E
7.2 Rhythm Sets kiezen
Als u een Rhythm Set kiest stuurt u met de toetsen van het klaviertje niet langer verschillende toonhoogtes aan,
maar wel verschillende slagwerkinstrumenten (drums, percussie, geluidseffecten, enz.).
BANK
PRESET
USER
REVERB DELAYEF X
5
HIT
TOM/PERC
TONE SELECT
CARD
OTHERS
DECINCPAGE
CATEGORY
6
VALUE
ENTER
EXIT
DEMO
PAR T
SELECT
QTZ SELECT
TONE
SELECT
PAR T
MUTE
RHYTHM
MUTE
MUTE CTRL
TEMPO
/MIXER
BD
DISPLAY
PTN/
PTN
SONG
SET
SD
TONE SWITCH
RPS
SET
PATCH
1
CLP
CYM
HH
34
29
MC-505 Handleiding
1) Druk in het DISPLAY-blok op [PATCH] (de indicator licht op).
2) Zorg dat de [PTN CALL] en [RPS] indicators in het KEYBOARD PAD-blok niet oplichten.
Lichten ze toch op, druk dan op de relevante knoppen zodat ze doven.
3) Druk op [PART SELECT] (de indicator licht op).
4) Druk op [R] (de indicator licht op) om de Rhythm Part te selecteren.
De indicator licht op en het display beeldt de bank, het nummer en de naam af van de Rhythm Set die voor de
Rhythm Part is geselecteerd.
CURRENT
Bank
Naam
NEXT
Nummer
Bank
Nummer
5) Druk op [PRESET] in het BANK-gedeelte om de Rhythm Set-bank te kiezen.
6) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het gewenste nummer (01~26).
7) Speelt op het klaviertje of op uw MIDI-klavier zodat u kunt horen welke klanken de geselecteerde Rhythm Set
bevat.
Probeer volgens de bovenstaande procedure nog enkele andere Rhythm Sets uit. Het valt aan te raden om een Octave Shift van “-1” te kiezen, dan hoort u de basisinstrumenten van de verschillende Rhythm Sets, te weten:
Hand clap
Opmerking:
Rim shot
BasdrumSnare-drumTom tom
Als u een Octave Shift van “-3” kiest hoort u geen geluid meer vanaf de noot B1 (klaviertoets [13]); in de hoogte houdt
Hi-hatCymbaal
het op bij D7 (klaviertoets [4]) bij een Octave Shift van “+3”.
☞ Meer over Patches/Rhythm Sets leest u onder “Klankbron” op blz. 63, “Extra partijen spelen op het klaviertje”
op blz. 71 en “Klanken (Patches) kiezen” op blz. 72.
30
Loading...
+ 230 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.