Roland DN-2 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
DCAC
AC & BATTERY
POWERED
FET
Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS DN-2 Dyna Drive.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te lezen: HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN en BELANGRIJKE OPMERKINGEN (te vinden op een apart blad). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later naar te kunnen refereren.
Er wordt een batterij met het apparaat meegeleverd. De levensduur van deze batterij is be­perkt, aangezien deze hoofdzakelijk voor het testen bedoeld is.
Copyright © 2006 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
2

Kenmerken

De DN-2 is een overdrive, die de toon verandert als reactie op het aanslaan van de snaren in combinatie met het volume van de gitaar.
Verandert het geluid, zodat trillende snaren hun scherpte behouden, zelfs als het volume van de gitaar laag is.
Door simpelweg aan de DRIVE knop te draaien, kunt u een bredere vervorming krijgen. Of het nu een crunch geluid is, een overdrive met een sterke Attack of een lang aanhoudend geluid met een versterkt middenbereik, het is allemaal even gemakkelijk beschikbaar.
3

Paneelbeschrijvingen

fig.01
12
DRIVE
3
4
5
4
1. Adapter aansluiting
Op deze aansluiting kan een adapter aange­sloten worden (apart verkrijgbare BOSS PSA-series). Door een adapter te gebruiken hoeft u zich geen zorgen te maken over hoe lang de batterij nog meegaat.
* Gebruik alleen de beschreven adapter (PSA-
series), en controleer bij de installatie, dat het
6
inputvoltage met dat op de adapter zelf overeenkomt.
* Als de adapter aangesloten is en het apparaat
aan staat, wordt de stroom van de adapter gebruikt.
* Als er een batterij in het apparaat zit, terwijl er
een adapter is aangesloten, schakelt de DN-2 over naar de batterij als de stroomvoorziening onderbroken wordt.
Paneelbeschrijvingen
2. CHECK indicator
Deze indicator geeft aan of het effect aan of uit staat, en fungeert ook als indicator voor de batterijsterkte. De indicator brandt, wan­neer het effect ingeschakeld is.
* Als u het apparaat aanzet, terwijl het op
batterijen loopt, en de CHECK indicator zachter gaat branden – of helemaal niet brandt – wanneer u het effect inschakelt, is de batterij bijna op en dient deze vervangen te worden. Zie voor meer instructies over het vervangen van de batterij ‘De batterij vervangen’ (p. 11).
* De CHECK indicator geeft aan, dat het
effect wordt toegepast. Hij geeft niet aan of het apparaat aan of uit is.
3. OUTPUT jack
Verbind deze jack met de input van een gi­taarversterker of een andere effectprocessor.
4. Pedaalschakelaar
Deze schakelaar zet het effect aan/uit.
5. Duimschroef
Wanneer deze schroef losgedraaid wordt, gaat het pedaal open, waardoor u de batterij kunt vervangen.
* Zie voor instructies over het vervangen van
de batterij ‘De batterij vervangen’ (p. 11).
5
Paneelbeschrijvingen
6. INPUT jack
Deze jack accepteert signalen van een gitaar of ander muziekinstrument, of een ander ef­fectapparaat.
* De INPUT jack fungeert ook als stroomscha-
kelaar. De stroom naar het apparaat wordt ingeschakeld, wanneer u de INPUT jack aansluit. De stroom wordt uitgeschakeld, wanneer de kabel uit de jack gehaald wordt. Wanneer u het effectapparaat niet gebruikt, dient u de plug uit de INPUT jack te halen.
fig.02
8
7 9
DRIVE
6
7. LEVEL knop
Dit stelt het volume van het effect geluid in.
* Er klinkt geen geluid, wanneer deze knop
helemaal naar links is gedraaid.
8. TONE knop
Dit stelt de toon van het geluid in. De TONE knop naar rechts draaien versterkt het hoog­frequentie bereik, wat in een toon met een grotere dynamiek resulteert. De knop naar links draaien creëert een toon met een afgeroomd hoog.
9. DRIVE knop
Deze knop bepaalt de hoeveelheid overdri­ve. Als u deze knop naar rechts draait, wordt de hoeveelheid overdrive, die toegepast wordt, vergroot.

Aansluitingen

* Het aansluiten van een plug op de INPUT jack
schakelt het apparaat in.
* Verhoog het volume van de versterker pas na het
aansluiten van alle apparaten.
* Het gebruik van een adapter wordt aanbevolen,
omdat het stroomverbruik van het apparaat relatief hoog is. Als u een batterij wilt gebruiken, kunt u het beste een alkaline type gebruiken.
* Om storingen en/of schade aan de speakers of andere
apparaten te voorkomen, dient u altijd het volume zo laag mogelijk te zetten, en alle apparaten uit te schakelen, voordat u aansluitingen maakt.
* Als er batterijen in het apparaat zitten, terwijl een
adapter is aangesloten, kunt u het normaal blijven gebruiken als de stroom uitvalt, bijvoorbeeld doordat de stroomkabel uit het stopcontact gehaald wordt.
* Sommige kabels bevatten weerstanden. Wanneer u
kabels gebruikt die weerstanden bevatten, kan het volume extreem laag zijn of zelfs onhoorbaar. Neem contact op met de distributeur van de kabels voor
Een opmerking over plaatsing
BOSS Compact Pedalen hebben een non-slip rubber pad aan de onderkant. Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak, waar u het Compact Pedaal op plaatst, kan het rubber pad verkleurd of bekrast raken. U kunt een stuk vilt of stof onder het apparaat plaatsen om dit te voorkomen. Let erop, dat het apparaat tijdens het gebruik niet per ongeluk schuift of verplaatst.
meer informatie over de eigenschappen.
* Wanneer de aansluitingen gemaakt zijn, zet u de
apparaten in de aangegeven volgorde aan. Als u de apparaten in een verkeerde volgorde aanzet, riskeert u storing en/of schade aan speakers en andere apparaten.
Bij het inschakelen:
Zet de gitaarversterker als laatste aan.
Bij het uitschakelen:
Zet de gitaarversterker als eerste uit.
* Controleer altijd dat het volume zo laag mogelijk
staat, wanneer u de apparaten inschakelt. Zelfs wanneer het volume zo laag mogelijk is ingesteld, kan het voorkomen dat er geluid klinkt bij het inschakelen van de apparaten. Dit is geen storing.
* Wanneer het apparaat alleen op batterijen loopt,
gaat de CHECK indicator zachter branden, wanneer de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij zo snel mogelijk.
7
Aansluitingen
fig.03
Adapter BOSS PSA-series (apart verkrijgbaar)
OUT 9V DC/200 mA
Elektrische gitaar
DRIVE
Gitaarversterker
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt na het inschakelen een paar
seconden, voordat het apparaat normaal functioneert.
8

Het apparaat gebruiken

fig.04
DRIVE DRIVE
1.
Nadat u de aansluitingen hebt gemaakt (p. 7, 8), stelt u de knoppen op het paneel in, zoals hierboven is weergegeven.
fig.05
2.
Druk op de pedaalschakelaar om het effect in te schakelen. (De CHECK indica­tor gaat branden, wanneer het effect inge­schakeld is.)
3.
Bepaal de hoeveelheid overdrive met de DRIVE knop.
9
Het apparaat gebruiken
fig.06
fig.07
DRIVE
4.
Stel de toon bij met de TONE knop.
10
DRIVE
5.
Stel het volume in met de LEVEL knop.
Normaliter dient u de LEVEL knop zo in te stellen, dat het volume niet verandert, wanneer u het effect aan en uit zet.

De batterij vervangen

De batterij is bijna leeg en moet vervangen worden, wanneer de indicator zachter brandt of helemaal niet meer brandt, als het effect ingeschakeld is.
*Het gebruik van een adapter wordt aanbevolen, omdat
het stroomverbruik van het apparaat relatief hoog is. Als u een batterij wilt gebruiken, kunt u het beste een alkaline type gebruiken.
fig.08
Draad met batterijaansluiting
Batterij-
aansluiting
9V batterij
Schroef
Pedaal
Veerbasis
Veer
Flexibel schroefgat
Batterijbehuizing
1.
Draai de schroef aan de voorkant van het pedaal los, en til het pedaal omhoog om het apparaat te openen.
*U kunt de schroef in het pedaal laten zitten, wan-
neer u de batterij vervangt.
2.
Verwijder de oude batterij uit de behui­zing, en maak het koord van de aanslui­ting los.
3.
Sluit de nieuwe batterij aan, en plaats de batterij in de behuizing.
* Let goed op de polariteit van de batterij (+ en -)
4.
Plaats de veer op de veerbasis op de ach­terkant van het pedaal, en sluit het pedaal.
* Wees voorzichtig, dat het batterijkoord niet verstrikt
raakt in het pedaal, de veer of de batterijbehuizing.
5.
Tot slot steekt u de schroef in het flexibele schroefgat en draait u deze stevig vast.
11

Problemen oplossen

Het apparaat gaat niet aan / de CHECK indicator brandt niet
Is de adapter (PSA-serie, apart verkrijg­baar) correct aangesloten?
Controleer de aansluiting van de adapter (p. 7, 8).
* Gebruik nooit een andere adapter dan die aange-
geven is voor het gebruik met de DN-2.
Is de batterij bijna leeg, of helemaal leeg?
Plaats een nieuwe batterij (p. 11).
* De meegeleverde batterij is voor tijdelijk gebruik,
hoofdzakelijk voor het testen of het pedaal werkt.
* Het gebruik van een adapter wordt aanbevolen,
omdat het stroomverbruik van het apparaat rela­tief hoog is. Als u een batterij wilt gebruiken, kunt u het beste een alkaline type gebruiken.
* Om onnodig batterijverbruik te voorkomen,
dient u de plug uit de INPUT jack te halen, wanneer u het apparaat niet gebruikt (p. 6).
Is uw gitaar correct aangesloten op de INPUT jack?
Controleer de aansluiting (p. 7, 8).
* Het effect wordt alleen ingeschakeld, wanneer er
12
een kabel met de INPUT jack verbonden is.
* Als er een kabel verbonden is, zonder dat het
apparaat van stroom voorzien wordt (van de batterij of een adapter), zal de CHECK indicator niet gaan branden, wanneer u het effect inscha­kelt.
Geen geluid/laag volume
Is uw instrument correct op de DN-2 aange­sloten?
Controleer de verbinding nogmaals (p. 7, 8).
Is de LEVEL knop te laag ingesteld?
Des te verder u de LEVEL knop naar links draait, des te lager wordt het volume, wan­neer het effect ingeschakeld is. Draai de LEVEL knop naar rechts om het volume te verhogen.
Is het volume verlaagd op een gitaarver­sterker of op een ander aangesloten effect­apparaat?
Controleer de instellingen van het aangeslo­ten apparaat.
Is de batterij bijna, of helemaal leeg?
Plaats een nieuwe batterij (p. 11).

Voorbeeldinstellingen

DN-2 Overdrive
fig.09-01
Crunch
fig.09-02
DRIVE
DRIVE
Lange sustain voor Solo
fig.09-03
DRIVE
Chord Play
fig.09-04
DRIVE
13

Instellingenmemo

fig.10
fig.10
14
DRIVE
DRIVE
fig.10
DRIVE
fig.10
DRIVE

Specificaties

DN-2: Dyna Drive
Nominaal inputvolume ................... -20 dBu
Input impedantie .............................. 1 M
Nominaal outputvolume................. -20 dBu
Output impedantie........................... 1 k
Aanbevolen ingang impedantie ..... 10 kΩ of hoger
Besturing............................................ Pedaalschakelaar, LEVEL knop, TONE knop, DRIVE knop
Indicator............................................. CHECK indicator (effect aan/uit status en batterijstatus)
Aansluitingen.................................... INPUT jack, OUTPUT jack, adapter aansluiting (DC 9 V)
Stroomvoorziening........................... 9 V batterij 6F22 (9 V) type (koolstof) /
Stroomverbruik................................. 36 mA (DC 9 V)
batterij 6LR61 (9 V) type (alkaline) adapter (PSA-serie: optioneel)
* Verwachte batterijduur bij continue gebruik:
Koolstof: 3 uur, Alkaline: 10 uur. Deze cijfers verschillen, afhankelijk van de omstandigheden van het gebruik.
15
Specificaties
Afmetingen........................................ 73 (B) x 129 (D) x 59 (H) mm
Gewicht .............................................. 440 g (inclusief batterij)
Accessoires ........................................ Handleiding, blad (‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN’, ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ en ‘Informatie’), Batterij 6LR61 (9 V) type (alkaline)
* De meegeleverde batterij is bedoeld voor tijdelijk gebruik,
hoofdzakelijk voor het testen van het apparaat. We raden u aan deze batterij door een alkaline type te vervangen.
Opties ................................................. adapter (PSA-serie)
*0 dBu = 0.775 Vrms
* In het kader van productverbeteringen kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat
zonder voorafgaande mededeling veranderen.
16

MEMO

17
MEMO
18
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna. — Increase the separation between the equipment and receiver. — Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. — Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Dit product dient te worden weggegooid via de lokale vuilverwerking. Niet weggooien in een normale vuilnisbak.
Loading...