Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS AD-8 Akoestische gitaar processor.
Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, zorgvuldig de hoofdstukken met de volgende titels:
“HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN”
OPMERKINGEN”
Deze hoofdstukken geven belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Daarnaast dient deze handleiding
in zijn geheel te worden gelezen om uzelf ervan te verzekeren, dat u een goed idee heeft gekregen van elke functie, die uw
nieuwe apparaat biedt. De handleiding dient als handige referentie bewaard en bij de hand gehouden te worden.
(pagina 4).
Belangrijkste functies
●
Door middel van
naar het geluid van een echte akoestische gitaar, gelijk aan een microfoon van hoge kwaliteit.
●
Met
COSM
wereldberoemde akoestische gitaren wordt een aantal condensator microfoons van topkwaliteit
geboden. U kunt nu altijd het beste akoestische geluid behalen of u nu live uitvoert of in uw thuisstudio
opneemt.
●
Met de ingebouwde
een brede variatie aan ruimtelijke geluiden maken; van de openheid heid van de natuur tot de
weergalm van een concertzaal.
●
Heeft een
●
Met de ingebouwde “klaar voor gebruik”
“anti-feedback”
tijdens het stemmen ook onhoorbaar worden gemaakt.
●
Met de
“Memory”
kiezen, die zo goed mogelijk bij uw speelstijl past.
“Akoestische modeling”
converteert het apparaat de uitvoer van piëzo elementen
modeling simuleert u de belangrijke componenten voor opnamesituaties. Naast de zes
“reverb”
, die speciaal voor gebruik met akoestische gitaren is ontwikkeld, kunt u
functie, die gillende klanken automatisch onderdrukt.
stemfunctie
functie kunt u maximaal vier groepen instellingen configureren, zodat u er één kunt
(pagina 2-3) en
“BELANGRIJKE
kunt u gemakkelijk stemmen. De uitgang kan
COSM
(Composite Object Sound Modeling)
Composite Object Sound Modeling is Roland’s
innovatieve en krachtige technologie voor de
creatie van geluid. COSM analyseert de vele
factoren, waar het oorspronkelijke geluid uit
bestaat, zoals de elektrische en fysieke
eigenschappen van het origineel, en produceert
vervolgens een digitaal voorbeeld, dat hetzelfde
geluid kan reproduceren.
Alle rechten voorbehouden. Zonder de schriftelijke
toestemming van BOSS CORPORATION mag
niets uit deze publicatie op welke manier dan ook
worden gereproduceerd.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
001
• Lees voor het gebruik van dit apparaat eerst de
onderstaande instructies en de handleiding.
• Probeer het apparaat niet te repareren of interne
onderdelen te vervangen (behalve wanneer deze
handleiding specifieke instructies geeft over hoe u
dit dient te doen). Ga voor alle servicewerkzaamheden naar
uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of
een erkende Roland distributeur, zoals op de “Informatie”
pagina staat vermeld.
• Zorg ervoor, dat u het apparaat altijd zo plaatst, dat
het waterpas staat, en zeker stabiel zal blijven.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008b
• Gebruik alleen de aangegeven adapter (PSA serie),
en zorg er tevens voor dat het voltage op de installatie hetzelfde is als het invoer voltage, dat op de
body van de adapter is aangegeven. Het kan zijn,
dat andere adapters een andere polariteit gebruiken
of voor een ander voltage zijn bestemd, zodat het
gebruik daarvan kan resulteren in schade, storing of
elektrische schokken.
• Draai of buig de stroomkabel niet teveel, en plaats er
ook geen zware objecten op. Dit kan de kabel
beschadigen, wat kapotte elementen en kortsluiting
kan veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand
en schokgevaar veroorzaken!
• Dit apparaat is, alleen of in combinatie met een
versterker en koptelefoon of luidsprekers, in staat
om geluidsniveaus te produceren, die permanent
gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk niet voor
een langere periode op een hoog volumeniveau of op een
niveau dat onaangenaam is. Als u enig gehoorverlies of
piepen in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met het
gebruik van het apparaat, en een oorarts te raadplegen.
• Zorg ervoor, dat geen enkel voorwerp (bijv.
ontvlambaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen van welke soort dan ook (bijv. water,
frisdrank, etc) het apparaat binnendringen.
• Zet direct de stroomtoevoer uit, haal de adapter uit
het stopcontact en vraag uw muziekwinkel, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of een
erkende Roland leverancier, zoals die worden
vermeld op de “Informatie” bladzijde, om assistentie als:
• De adapter of de stroomkabel beschadigd zijn; of
• Rook of een vreemde geur optreedt; of
• Objecten in het apparaat zijn gevallen of er vloeistof in is
gemorst; of
• Het apparaat aan regen is blootgesteld (of op andere wijze nat
is geworden); of
• Het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of een duidelijke
• In huishoudens met kleine kinderen dient een
volwassene toezicht te houden tot het kind in staat is
om zich aan alle regels voor een veilige bediening
van het apparaat te houden.
• Forceer de stroomkabel van het apparaat niet door
het met een onredelijk aantal andere apparaten een
stopcontact te laten delen. Wees extra voorzichtig
met het gebruik van verlengsnoeren – de totale
hoeveelheid stroom, die wordt gebruikt door alle
apparatuur, die u op het stopcontact van het verlengsnoer
heeft aangesloten mag nooit het stroomniveau (watts/
ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Overmatige
lading kan het isolatiemateriaal van de kabel doen verhitten
en uiteindelijk doorsmelten.
• Raadpleeg uw leverancier, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland distributeur, zoals vermeld op de “Informatie” pagina,
voor u het apparaat in het buitenland gebruikt.
• Haal van tijd tot tijd de adapter uit het apparaat, en
maak hem schoon met een droge doek, zodat al het
stof en andere opeenhopingen uit de tandjes worden
weggeveegd. Haal tevens altijd de stekker uit het
stopcontact als het apparaat voor langere periode niet zal
worden gebruikt. Elke opeenhoping van stof tussen de
adapter en het stopcontact kan slechte isolatie tot gevolg
hebben en brand veroorzaken.
• Probeer te voorkomen, dat snoeren en kabels in de
knoop raken. Tevens dienen alle snoeren en kabels
zo worden geplaatst dat ze buiten het bereik van
kinderen zijn.
• Pak de adapter of de uitgaande stekkers daarvan
nooit vast met natte handen, wanneer u ze op een
stopcontact of dit apparaat aansluit of ervan
loskoppelt.
• Indien batterijen niet juist worden gebruikt, kan het
voorkomen dat ze ontploffen of gaan lekken en
schade of verwondingen veroorzaken. Lees in het
belang van de veiligheid de volgende voorzorgsmaatregelen, en neem ze in acht (p. 5).
1
• Volg de volgende plaatsingsinstructies voor batterijen
zorgvuldig, en zorg ervoor dat u op de juiste polariteit
let.
• Voorkom het gebruik van nieuwe in combinatie met
gebruikte batterijen. Zorg er tevens voor dat er geen batterijen
van verschillende merken/typen worden gecombineerd.
• Verwijder de batterijen, wanneer het apparaat voor een langere
periode ongebruikt zal blijven.
• Gebruik als een batterij heeft gelekt een zacht stuk doek of een
papieren zakdoek om alle resten van de vulling te verwijderen.
Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Zorg er om ontstekingen
van de huid te voorkomen voor dat er geen vulling van de
batterij op uw handen of huid komt. Handel met uiterste
voorzichtigheid, zodat er geen vulling in de buurt van uw ogen
komt. Was het aangetaste gebied direct af met stromend water,
indien er ook maar iets van de vulling in uw ogen is gekomen.
• Bewaar batterijen nooit in de nabijheid van metalen
voorwerpen als balpennen, kettingen, haarspelden, etc.
• Gebruikte batterijen dienen in navolging van alle in
uw woongebied van toepassing zijnde regels met
betrekking tot hun veilige opruiming te worden
weggegooid.
Lees naast de items onder “Het apparaat veilig gebruiken” op pagina 2-3 het volgende, en neem het in acht:
Stroomvoorziening: gebruik van
batterijen
• Gebruik dit apparaat niet op eenzelfde stroomnet met een
apparaat dat brommen veroorzaakt (zoals een elektrische
motor of een variabel verlichtingssysteem).
• De adapter zal na meerdere uren achtereenvolgens gebruik
hitte beginnen te genereren. Dit is normaal en vormt geen
rede voor bezorgdheid.
• Aangezien het stroomverbruik van het apparaat vrij hoog
is, wordt het gebruik van een adapter aangeraden. Mocht u
de voorkeur aan het gebruik van batterijen geven, gebruik
dan batterijen van het alkaline type.
• Sluit, voordat u batterijen plaatst of vervangt, geen andere
apparaten aan. Zo kunt u schade en/of storing aan luidsprekers of andere apparatuur voorkomen.
• Er worden bij dit apparaat batterijen meegeleverd. De
duurzaamheid van deze batterijen kan echter beperkt zijn,
aangezien zij voornamelijk bedoeld waren om het apparaat
te kunnen testen.
• Zet, voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit de
stroomtoevoer van alle toestellen uit. Dit helpt u om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere elementen te
voorkomen.
Plaatsing
• Gebruik van het apparaat in de nabijheid van versterkers
(of andere apparatuur die grote stroomtransformators hebben) kan brommen veroorzaken. Verplaats dit apparaat om
het probleem te verhelpen. Zet het verder van de stoorzender af.
• Dit apparaat kan radio en televisieontvangst verstoren.
Gebruik het niet in de nabijheid van dergelijke ontvangende apparatuur.
• Er kan een brom worden geproduceerd, wanneer in de
nabijheid van dit apparaat draadloze communicatie apparatuur, zoals mobiele telefoons, worden gebruikt. Dergelijke ruis kan voorkomen wanneer u een telefoontje
ontvangt of gaat plegen of tijdens een gesprek. Mocht u
dergelijke problemen ondervinden, leg zulke draadloze
apparaten dan verder van het apparaat af of zet ze uit.
• Er kunnen waterdruppels (condens) in het apparaat ontstaan wanneer het naar een andere locatie wordt verplaatst,
waar de temperatuur en/of vochtigheidsgraad erg anders
is. Als u het apparaat in deze toestand tracht te gebruiken
kan dat leiden tot schade en/of storing. Voordat u het
apparaat in gebruik neemt, dient u het daarom enkele uren
te laten staan tot de condens volledig is verdampt.
Onderhoud
• Veeg het apparaat voor dagelijkse schoonmaak af met een
zachte, droge doek of één die licht met water is bevochtigd.
Gebruik om hardnekkig vuil te verwijderen een doek die is
geïmpregneerd met een mild, niet agressief schoonmaakmiddel.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossingen
van welke soort dan ook om zo de mogelijkheid van verkleuring en/of vervorming te voorkomen.
Reparatie en gegevens
• Wees ervan bewust, dat alle gegevens, die in het geheugen
van het apparaat zijn opgeslagen verloren kunnen gaan
wanneer het apparaat wordt gerepareerd. Belangrijke gegevens dienen te allen tijde op papier, “Instellingen memo”,
te worden gezet. Tijdens reparatie wordt er met gepaste
zorgvuldigheid op gelet dat het verlies van gegevens wordt
voorkomen. Echter, in sommige gevallen (zoals wanneer de
elektronische schakelingen, die met het geheugen zelf in
verbinding staan defect zijn), kan het tot onze spijt zo zijn,
dat we de gegevens niet kunnen herstellen, en Roland
houdt zicht niet geen aansprakelijk voor een dergelijk verlies van gegevens.
Overige voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust, dat de inhoud van het geheugen
onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een storing
of oneigenlijk gebruik van het apparaat. We raden u aan
om van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het
apparaat heeft opgeslagen regelmatig een back-up te
maken van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van
het apparaat heeft opgeslagen, door ze op papier, “Instellingen memo” op te schrijven.
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van gegevens, die op in het geheugen van het apparaat of een geheugenkaart waren opgeslagen te herstellen als deze eenmaal
verloren is gegaan. In geval van een dergelijk verlies van
gegevens acht Roland Corporation zich niet aansprakelijk.
• Ga voorzichtig te werk als u de (draai)knoppen, schuiven
of andere controllers en jacks en aansluitingen van het
apparaat gebruikt. Hardhandig gebruik kan tot storingen
leiden.
• Sla nooit op de display en oefen er geen grote druk op uit.
• Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit/loskoppelt, de
aansluiting vast. Trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u het
veroorzaken van kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Probeer om het volume van het apparaat op redelijke
niveaus te houden om te voorkomen dat u uw buren overlast bezorgt. U zou er de voorkeur aan kunnen geven om
een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen
hoeft te maken over degenen om u heen (vooral als het laat
op de avond is).
• Verpak het apparaat als u het moet vervoeren, indien
mogelijk, in de doos (inclusief vulling), waarin hij werd
geleverd. Wanneer dit niet mogelijk is, dient u gelijksoortige verpakkingsmaterialen te gebruiken.
• Gebruik een kabel van Roland om het apparaat aan te sluiten. Let, als u een ander merk kabel gebruikt, op de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen
kabels, die weerstanden bevatten. Het gebruik van dergelijke kabels kan ervoor zorgen, dat het geluidsniveau
extreem laag is of zelfs onhoorbaar. Neem voor informatie over kabelspecificaties contact op met de fabrikant van de kabel.
4
Batterijen plaatsen
Inhoud
* Er worden bij dit apparaat batterijen meegeleverd. De
levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn,
aangezien ze voornamelijk bedoeld waren om het apparaat te
kunnen testen.
Plaats de bijgesloten batterijen, zoals hieronder in de
afbeelding aangegeven, en let erop dat u de batterijen op de
juiste wijze plaatst.
fig.01-01
• Pak als u het apparaat op zijn kop zet een stapel kranten
of tijdschriften, en leg ze onder de vier hoeken aan beide
kanten om schade aan de knoppen en regelaars te
voorkomen. Tevens dient u het apparaat zo te plaatsen,
dat er geen knoppen of regelaars beschadigd raken.
• Ga voorzichtig te werk als u het apparaat op zijn kop zet
om te voorkomen, dat u het laat vallen of dat het kan
vallen of kantelen.
• Zorg ervoor dat de “+” en “-” kanten van de batterijen
op de goede plek zitten.
• Als de batterijen leeg zijn, wordt de POWER indicator
donkerder. Vervang de batterijen als dit het geval is.
• Gebruik zes AA type batterijen als u de batterijen
vervangt.
• Gebruik geen nieuwe batterijen in combinatie met
gebruikte batterijen. Zorg er tevens voor, dat u geen
batterijen van verschillende typen/merken combineert.
Dit kan tot vloeistoflekkage leiden.
• De duurzaamheid van de batterijen kan, afhankelijk van
het type, variëren.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN .......................2
Batterijen plaatsen .........................5
Aansluitingen.................................6
Op mengtafels aansluiten.............................................6
Het “MANUAL” geluid in het geheugen opslaan.... 16
Het “MEMORY” geluid wijzigen en opslaan.....16
De functie, die wordt gebruikt als de
effecten zijn uitgeschakeld, instellen
(Bypass/Mute)..............................17
Wijzigen hoe de geheugennummers
worden weergegeven ..................17
Hoe u de stemfunctie gebruikt......18
Hoe u uw instrument stemt........................................18
De referentietoon wijzigen (PITCH)........................18
Hoe u de ANTI-FEEDBACK functie
gebruikt.......................................19
Herstel van fabrieksinstellingen....20
Probleemoplossing.......................21
De levensduur van alkaline batterijen bedraagt ongeveer
23 uur; die van standaard batterijen ongeveer 9 uur. (Dit
kan variëren, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden).
Inst
Voorbeeldinstellingen...................22
Instellingen memo........................23
Specificaties .................................25
5
Aansluitingen
Draai om storing en/of schade aan de luidsprekers en overige
apparatuur te voorkomen altijd het volume omlaag, en
schakel de stroomtoevoer op alle apparaten uit, voordat u
aansluitingen doet.
* Verhoog het volume van de versterker pas, nadat u de
stroomtoevoer op alle aangesloten apparatuur heeft aangezet.
* Veranker de stroomkabel door middel van de kabelhaak, zoals in
de illustratie aangegeven om te voorkomen dat de
stroomtoevoer ongewenst wordt onderbroken (mocht de stekker
er per ongeluk worden uitgetrokken) en om te voorkomen dat er
overmatige druk op de adapterstekker wordt uitgeoefend.
fig.02-02
* De indeling van de pennen van de XLR aansluitingen is zoals
hieronder wordt aangegeven. Zorg ervoor dat deze
aansluitingen met uw overige apparatuur overeenkomen.
fig.02-01
1: GND
2: WARM
3: KOUD
* De stroom gaat aan als u de aansluitingsplug in de INPUT
jack steekt.
* Zet, als de aansluitingen eenmaal zijn voltooid, de
stroomtoevoer in de aangegeven volgorde aan. Door de
apparatuur in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u
storing en/of schade aan de luidsprekers en overige apparatuur.
Bij het aanzetten:
Zet uw gitaarversterker als
Bij het uitzetten:
Zet uw gitaarversterker als
* Zorg, voordat u de stroomtoevoer inschakelt, dat u het
volumeniveau omlaag heeft gedraaid. Zelfs als het volume
helemaal omlaag staat, kan het zijn, dat u bij het inschakelen
van de stroomtoevoer wat geluid hoort, maar dit is normaal, en
duidt niet op storing.
laatste
eerste
aan.
uit.
Op mengtafels aansluiten
Mono aansluiting
fig.02-06
Akoestische gitaar
(Piëzo element)
Stereo koptelefoon
* Als er van mono uitgang gebruik
Adapter
(PSA serie)
wordt gemaakt, worden van
zowel A als B dezelfde geluiden
uitgevoerd.
Mengtafel
6
Stereo aansluiting
fig.02-07
Akoestische gitaar
(Piëzo element)
Stereo koptelefoon
Aansluitingen
Adapter
(PSA serie)
Mengtafel
Op akoestische gitaarversterkers of opname apparatuur
aansluiten
Mono aansluiting
fig.02-03
Akoestische gitaar
(Piëzo element)
■Aanbevolen instellingen voor de AC-60
* De AC-60 is ontworpen om met een akoestische gitaar, die direct op
het apparaat is aangesloten, een optimaal geluid te creëren. U behaalt
als u deze op de AD-8 aansluit de beste resultaten door het gitaarkanaal van de AC-60 zo in te stellen als in het figuur wordt aangegeven.
Stereo koptelefoon
GITAARKANAAL
Akoestische gitaarversterker
(Roland AC-60 etc.)
Adapter
(PSA serie)
MTR
7
Aansluitingen
Stereo aansluiting
fig.02-04
Akoestische gitaar
(Piëzo element)
Stereo koptelefoon
Adapter
(PSA serie)
■Aanbevolen instellingen voor de AC-60
* De AC-60 is ontworpen om met een akoestische gitaar, die direct op
het apparaat is aangesloten, een optimaal geluid te creëren. U behaalt
als u deze op de AD-8 aansluit de beste resultaten door het gitaarkanaal van de AC-60 zo in te stellen als in het figuur wordt aangegeven.
GITAARKANAALGITAARKANAAL
Akoestische gitaarversterker
(Roland AC-60 etc.)
Op elektrische gitaarversterkers aansluiten
Mono aansluiting
fig.02-05
Akoestische gitaar
(Piëzo element)
Stereo koptelefoon
MTR
Adapter
(PSA serie)
8
Elektrische gitaarversterker
Namen en functies van onderdelen
Voorpaneel
REVERB draaiknop
U kunt deze draaiknop omzetten om één van drie
verschillende reverb effecten te krijgen. Het effect
wordt versterkt als de draaiknop naar rechts wordt
gedraaid. Er worden geen effecten toegepast als deze
draaiknop op OFF staat.
AMBIENCE:
Dit geeft een gevoel van afstand in het geluid, zoals
een opname zonder microfoon.
ROOM:
Dit geeft het soort reverb, dat u in een opnamestudio
mag verwachten.
HALL:
Dit geeft het soort reverb, dat u in een concertzaal krijgt.
* Gradaties voor AMBIENCE, ROOM en HALL op
het paneel dienen ter referentie. Controleer het geluid
als u de effecten aanpast.
OUTPUT LEVEL draaiknop
Hiermee past u het uitgaande
volumeniveau aan.
* De OUTPUT LEVEL draaiknop
past alleen het volume aan van
tijden, waarop de effecten zijn
ingeschakeld. Als de effecten zijn
uitgeschakeld, blijft het volume op
een vast niveau staan (bypass of stil
(mute)).
EQUALIZER
BASS draaiknop
Hiermee past u de balans in het
lagere frequentiegebied aan.
MIDDLE GAIN
draaiknop
Hiermee past u de balans in het
midden gebied aan.
MIDDLE FREQ
(frequentie)
draaiknop
Hier wordt de midden
frequenties. die met de MIDDLE
GAIN knop dienen te worden
aangepast, veranderd. De band
STRING ENHANCE draaiknop
Hiermee kunt u meerdere prettige
boventonen van de gitaarsnaren uit laten
komen. Vooral effectief bij tokkelen.
POWER indicator
Deze is verlicht als de stroom aanstaat.
* Als de batterijen leeg raken, wordt deze indicator
donkerder. Vervang de batterijen in dit geval door nieuwe.
kan binnen een bereik tussen 200
Hz en 1,6 kHz worden ingesteld.
TREBLE draaiknop
Hiermee past u de balans van
het hogere frequentiegebied aan.
PRESENCE draaiknop
Hiermee past u de balans aan
van de frequenties, die nog
hoger liggen dan diegene, die
met de TREBLE knop worden
ingesteld.
BODY TYPE draaiknop
Selecteer de instelling, die het dichtste bij het
rechtstreekse, onbewerkte geluid van de gitaar
ligt.
“BODY TYPE lijst” (p. 10)
BODY draaiknop
Hiermee past u het geluid van de grootte van de body aan.
De basis instelling is met de knop in de midden positie. Als u de
draaiknop naar rechts (met de klok mee) draait, krijgt u een geluid van
een grotere body; draai de knop naar links om een meer piëzo
toonkwaliteit te creëren.
* Als u de BODY instelling verhoogt, verhoogt ook het uitgaande niveau.
Verlaag het uitgaande volumeniveau met behulp van de OUTPUT
LEVEL draaiknop als bijvoorbeeld het geluid vervormt.
9
Namen en functies van onderdelen
BODY TYPE lijst
De AD-8 heeft zes instellingen, die de mooie resonans van deze gitaren simuleert, zoals die door professionele microfoons zou
worden vastgelegd.
GitaarMicrofoonOmschrijving
1Martin D-28
2Martin 000-28
3Gibson J-45
4Gibson B-25
5GUILD D-40AKG C12
6José RamirezAKG C12
* De handelsmerken, die in document worden genoemd zijn merknamen van hun respectieve eigenaren. Deze bedrijven hebben geen relatie
tot BOSS, en hebben de BOSS AD-8 niet gepatenteerd of erkend. Hun merken worden slechts gebruikt om de apparatuur van het geluid,
dat door de AD-8 van BOSS wordt gesimuleerd, aan te geven.
Neumann
U87
Neumann
U67
Neumann
U67
Neumann
U87
Combinatie van het verfijnde en gebalanceerde geluid van dit vroege Martin model
door een Neumann U87; de standaard onder de studio condensator microfoons.
Combineert het geluid van deze gitaar, met zijn solide resonans in het lage en midden
gebied, met de U67 buis condensator microfoon.
Vintage Gibson model, dat een unieke pittige toon en een kenmerkende gevoeligheid
heeft, gekoppeld aan de U67 buis condensator microfoon.
Combinatie van de vintage model met een kleinere body, dat vaak in de Blues
muziek wordt gebruikt en een Neumann U87.
Gitaar met een warme resonans vanuit de body en een delicate resonans van de
snaren, gecombineerd met de C12 buis condensator microfoon.
Wereldberoemd klassiek gitaarmodel, gecombineerd met de C12 buis condensator
microfoon.
10
MEMORY (geheugen)
MANUAL indicator
Deze licht op als MANUAL (p. 14) is geselecteerd.
MEMORY nummer indicators 1-4
Deze lichten op als MEMORY 1-4 (p. 14) is geselecteerd.
Als de schrijffunctie wordt uitgevoerd, knippert de indicator
tijdens schrijf stand-by, en knippert hij snel als er gegevens
worden geschreven.
Namen en functies van onderdelen
“Wijzigen hoe de geheugennummers worden weergegeven”
(p. 17).
WRITE knop
Druk op deze knop om de instellingen op MEMORY 1-4 op
te slaan.
U kunt de manier, waarop de nummers worden
weergegeven, wijzigen.
“Instellingen opslaan (schrijffunctie)” (p. 16)
SELECT knop
Deze kunt u gebruiken voor de keuze tussen MANUAL en
MEMORY 1-4.
MEMORY pedalen (MEMORY ▼/▲)
Deze voeren twee functies uit, namelijk de keuze tussen MANUAL en MEMORY 1-4 en anti-feedback.
“MEMORY ▼/▲ pedaalfuncties” (p. 14)
“Hoe u de ANTI-FEEDBACK functie gebruikt” (p. 19)
11
Namen en functies van onderdelen
TUNER (stemfunctie)
TUNER meter
Als de stemfunctie in gebruik is, toont deze meter het
verschil tussen de noot, die in de display van de stemfunctie
wordt weergegeven en de toon van het geluid, dat wordt
ingevoerd.
TUNER display
Als de stemfunctie in gebruik is, geeft deze de namen van
de noten weer.
“Hoe u de stemfunctie gebruikt” (p. 18)
PITCH knop
Hiermee stelt u de referentietoon van de stemfunctie in.
“De referentietoon wijzigen (PITCH)” (p. 18)
BYPASS/MUTE knop
Hiermee stelt u in of de AD-8, als de effecten met het aan/
uit pedaal zijn uitgeschakeld, in de Bypass of Mute (stil)
functie komt.
“De functie, die wordt gebruikt als de effecten zijn
uitgeschakeld, instellen (Bypass/Mute)” (p. 17)
ANTI-FEEDBACK indicator
Geeft de status van de anti-feedback functie aan.
Knipperend: Bezig feedback
frequenties op te
sporen
Verlicht:Aan
Onverlicht: Uit
“Hoe u de ANTI-FEEDBACK functie gebruikt” (p. 19)
Aan/uit pedaal
Aan/uit indicator
Als dit pedaal wordt ingedrukt, worden
de effecten afwisselend in en
uitgeschakeld. De aan/uit indicator licht
op als de effecten zijn ingeschakeld.
Aan:
De geluiden, die met gebruik van de
AD-8 zijn ingesteld, worden uitgevoerd.
Uit
Geluiden worden precies zo uitgevoerd,
zoals ze zijn ingevoerd (Bypass) of zijn
niet hoorbaar (Mute).
“Bediening aan/uit pedaal” (p. 14)
“De functie, die wordt gebruikt als de
effecten zijn uitgeschakeld, instellen
(Bypass/Mute)” (p. 17)
12
Achterpaneel
Namen en functies van onderdelen
INPUT jack
Sluit de uitgang van uw
akoestische gitaar of
effectenprocessor hierop aan.
“Aansluitingen” (p. 6)
* De AD-8 gaat aan als er een
plug op de INPUT jack
wordt aangesloten. De
stroomtoevoer gaat uit als
de plug uit de jack wordt
losgekoppeld.
Zorg ervoor, dat u een
eventuele plug uit deze jack
loskoppelt als de AD-8 niet
wordt gebruikt.
PHONES jack
U kunt hier een koptelefoon op aansluiten om het geluid te beluisteren.
* Sluit een koptelefoon pas aan, nadat u de stroom heeft aangezet. Zorg er tevens voor dat u
de koptelefoon loskoppelt, voordat u de stroom uitzet.
ELECTRIC GUITAR AMP OUTPUT jack
Deze jack wordt gebruikt om elektrische gitaarversterkers op aan te
sluiten.
Deze jacks worden gebruikt om akoestische gitaarversterkers,
multi-spoor recorders en soortgelijke apparaten op aan te
sluiten. Sluit het apparaat aan op de UNBALANCED
OUTPUT A (MONO) jack als u mono geluiden gebruikt.
“Op akoestische gitaarversterkers of multi-spoor recorders
aansluiten” (p. 7)
BALANCED OUTPUT A/B jacks
Gebruik deze jacks om een mengtafel aan te sluiten.
“Op mengtafel aansluiten” (p. 6)
STEREO/MONO schakelaar
Hiermee schakelt u tussen stereo uitvoer (STEREO) en mono
uitvoer (MONO). Als u mono uitvoer gebruikt, worden van A
en B dezelfde geluiden uitgevoerd.
NOR/LIFT schakelaar
Hiermee koppelt u de 1: GND pin (aarde) van de invoer los. Zet
deze op “LIFT” als er gezoem klinkt of er zich een ander door
aarden veroorzaakt probleem voordoet.
De AD-8 wordt normaliter met de NOR instelling gebruikt.
Kabelhaak
Wikkel de kabel om deze haak
heen, zodat de adapter kabel niet
per ongeluk losgetrokken wordt.
“Aansluitingen (p. 6)
Veiligheidssleuf ()
http://www.kensington.com
Adapter jack
Deze aansluiting wordt gebruikt voor een optionele
adapter (PSA serie).
Als u de adapter gebruikt, kunt u voor langere
perioden met de AD-8 werken, zonder dat u zich
zorgen hoeft te maken over het leeg raken van de
batterijen.
13
Bediening
ON/OFF Pedal OperationMEMORY ▼/▲ Pedal Functions
Bediening aan/uit pedaal
Het aan/uit pedaal wordt op “aan” ingesteld als de
stroomtoevoer wordt aangezet.
Hiermee schakelt u de effecten van de AD-8 in en uit.
De aan/uit indicator licht op als het effect is ingeschakeld.
Aan: verlichtUit: onverlicht
Als de effecten zijn uitgeschakeld, worden de inkomende
geluiden uitgevoerd, zoals ze zijn (als de fabrieksinstellingen
nog gebruikt worden). De stemfunctie is ook optioneel.
U kunt de uitvoer tevens onhoorbaar maken als de effecten
uitgeschakeld zijn.
“De functie, die wordt gebruikt als de effecten zijn
uitgeschakeld, instellen (Bypass/Mute)” (p. 17)
MEMORY ▼/▲ pedaalfuncties
Met deze pedalen kunt u kiezen uit de MANUAL
(handmatige) functie en MEMORY 1-4.
MANUAL:
Het geluid wordt uitgevoerd, zoals het wordt bepaald door
de instellingen van de draaiknoppen van het paneel.
MEMORY:
Geluiden worden uitgevoerd conform de
voorgeprogrammeerde instellingen.
Druk op het MEMORY ▲ pedaal om in volgorde door de
geheugens heen te schakelen:
MANUAL → MEMORY 1 → MEMORY 2 → MEMORY 3 →
MEMORY 4 → MANUAL.
14
Druk op het MEMORY ▼ pedaal om in volgorde door de
geheugens heen te schakelen:
MANUAL → MEMORY 4 → MEMORY 3 → MEMORY 2 →
MEMORY 1 → MANUAL.
U kunt de MEMORY ▼/▲ pedalen ook gebruiken, terwijl u
de anti-feedback functie gebruikt.
“Hoe u de ANTI-FEEDBACK functie gebruikt” (p. 19)
Bediening
Paneelbediening
Druk om de instructies in dit document beter te kunnen volgen eerst op het aan/uit pedaal, zodat de effecten zijn ingeschakeld
(aan/uit indicator is verlicht), en stel de SELECT knop in op “MANUAL” (MANUAL indicator is verlicht). Tevens dienen alle
draaiknoppen zo ingesteld te worden als in de illustratie is aangegeven.
* De AD-8 schakelt om naar “MANUAL” als de stroom wordt aangezet.
fig.03-02
56
123
1. Gebruik de BODY TYPE draaiknop om het
geluid, dat het best overeenkomt met het basale,
originele geluid van de gitaar, na te bootsen.
2. Pas het geluid dat bij de body past met de BODY
TYPE draaiknop aan.
Draai deze draaiknop naar links (tegen de klok in) om
een geluid te krijgen, dat dicht bij het geluid van uw
eigen gitaar ligt.
3. Draai aan de STRING ENHANCE draaiknop als
u meer van de prettige boventonen van de
gitaarsnaren wilt uit laten komen.
4. Pas de EQUALIZER draaiknoppen waar nodig
aan om de gewenste toon te verkrijgen.
BASS:
Hiermee past u de balans van het lagere frequentiegebied
aan.
MIDDLE GAIN:
Hiermee past u de balans van het midden frequentiegebied aan.
4
PRESENCE:
Hiermee past u de balans van de frequenties die nog
hoger liggen dan diegene die met de TREBLE knop
worden ingesteld, aan.
5. Voeg met de REVERB draaiknop galm toe.
U kunt de draaiknop omzetten om één van drie reverb
effecten te krijgen. Het effect versterkt naar gelang de
draaiknop naar rechts (met de klok mee) wordt gedraaid.
AMBIENCE:
Dit geeft een gevoel van afstand in het geluid zoals een
opname zonder microfoon.
ROOM:
Dit geeft het soort reverb, dat u in een opnamestudio
krijgt.
HALL:
Dit geeft het soort reverb, dat u in een concertzaal krijgt.
6. Pas met de OUTPUT LEVEL draaiknop het
volume aan.
MIDDLE FREQ:
Hierdoor wordt de frequentieband, die met de MIDDLE
GAIN knop dient te worden aangepast, aangegeven. De
band kan binnen een bereik van 200 Hz en 1,6 kHz
worden aangegeven.
TREBLE:
Hiermee past u de balans van het hogere frequentiegebied aan.
15
Bediening
Instellingen opslaan (schrijffunctie)
U kunt maximaal vier groeperingen van de draaiknop instellingen opslaan (MEMORY 1-4).
* De anti-feedback effect instellingen kunnen ook worden opgeslagen.
Het “MANUAL” geluid in het geheugen
opslaan
Het “MEMORY” geluid wijzigen en opslaan
1. Druk op het MEMORY ▼/▲ pedaal of de
1. Maak het gewenste geluid door de draaiknoppen
te gebruiken.
2. Druk op de WRITE knop.
De MEMORY indicator en de indicator van het op dit
moment geselecteerde geheugen knipperen, en u kunt op
de AD-8 wijzigingen opslaan.
fig.03-03
Schrijf-klaar
Knippert
2. Bedien de draaiknoppen om het geluid te
3. Druk op de WRITE knop.
fig.03-06
3. Druk op de SELECT knop om het
geheugen(nummer), waar u het geluid wilt
opslaan, te selecteren.
De indicator van het geselecteerde geheugennummer
knippert.
fig.03-04
Schrijf-klaar
KnippertKnippert
4. Druk op de SELECT knop om het
fig.03-07
SELECT knop om het “MEMORY” geluid te
wijzigen.
veranderen.
De MEMORY indicator en de indicator van het op dit
moment geselecteerde geheugen knipperen, en u kunt op
de AD-8 wijzigingen opslaan.
Schrijf-klaar
Knippert
geheugen(nummer), waarop u het geluid wilt
opslaan, te selecteren.
De indicator van het geselecteerde geheugennummer
knippert.
KnippertKnippert
4. Druk op de WRITE knop
De schrijffunctie is voltooid als de indicator van het
geheugen sneller gaat knipperen.
Zet de stroom niet uit als er opgeslagen wordt.
fig.03-05
Knippert
* Draai, als u het opslaan wilt annuleren, aan de draai-knop en
druk op de BYPASS/MUTE of de PITCH knop of bedien het
aan/uit pedaal, voordat u de WRITE knop indrukt.
Bezig te schrijvenSchrijven voltooid
Knippert snel
16
5. Druk op de WRITE knop.
De schrijffunctie is voltooid als de indicator van het
geheugen sneller gaat knipperen.
Zet de stroom niet uit als er een schrijfopdracht wordt
uitgevoerd.
fig.03-08
VerlichtKnippert snel
* Het opslaan wordt geannuleerd, en de AD-8 wordt naar de
oorspronkelijke toestand teruggebracht.
De functie, die wordt
gebruikt als de effecten
zijn uitgeschakeld,
instellen (Bypass/Mute)
Wijzigen hoe de
geheugennummers
worden weergegeven
U kunt, als u de effecten met het aan/uit pedaal uitschakelt,
kiezen of de AD-8 naar de Bypass functie of de Mute functie
schakelt.
* Dit wordt bij de fabrieksinstellingen op “Bypass” ingesteld.
BYPASS:
Inkomende geluiden worden uitgevoerd, zoals ze zijn.
Selecteer deze functie als u een ongewijzigd gitaarsignaal wilt
gebruiken.
fig.06-01a
Scherm
MUTE:
Er is geen geluid hoorbaar. Selecteer deze functie als u het
geluid tijdens het stemmen uit wilt zetten.
fig.06-01b
Scherm
1. Druk op de BYPASS/MUTE knop.
De huidige instellingen worden in het TUNER scherm
weergegeven.
fig.06-01c
U kunt niet alleen het geheugen met de verlichte MEMORY
indicators controleren, u kunt ook het patroon, waarin de
indicators oplichten, wijzigen. Selecteer het patroon om het
geheugen in een bepaald deel te controleren.
* Dit is bij de fabrieksinstelling ingesteld op het
verlichtingspatroon 1.
Verlichtingspatroon 1 (Normaal):
Alleen de indicator van het geselecteerde geheugen licht op
(of knippert).
fig.06-02
MANUAL
MEMORY 1MEMORY 2
MEMORY 3MEMORY 4
Verlichtingspatroon 2:
De nummers van de indicators, die oplichten (of knipperen)
komen met het geselecteerde geheugennummer overeen.
fig.06-03
MANUAL
Als u de AD-8 in een minimaal verlichte omgeving gebruikt,
kunt u de geheugennummers gemakkelijker bevestigen door
de instelling voor verlichtingspatroon 2 te gebruiken.
MEMORY 1MEMORY 2
MEMORY 3MEMORY 4
2. Houd de BYPASS/MUTE knop ingedrukt om de
instellingen te wisselen.
Als er in de volgende ogenblikken niets wordt
veranderd, worden de instellingen opgeslagen, en
verdwijnt de indicatie in het TUNER scherm.
* Zelfs nadat de stroom wordt uitgeschakeld, blijven de
instellingen in het geheugen bewaard.
1. Houd de SELECT knop tenminste twee seconden
ingedrukt.
Er wordt van verlichtingspatroon gewisseld.
fig.06-04
* Zelfs nadat de stroom wordt uitgeschakeld, blijven de
instellingen in het geheugen bewaard.
17
Hoe u de stemfunctie gebruikt
De stemfunctie wordt geactiveerd als het aan/uit pedaal
wordt uitgeschakeld (als de aan/uit indicator uit is).
Stem uw instrument in deze functie.
fig.06-05a
Aan: verlichtUit: onverlicht
Hoe u uw instrument stemt
1. Speel een enkele noot op uw gitaar.
De letter van de noot, die het dichtst bij de ingevoerde
noot ligt, wordt in het TUNER scherm weergegeven, en u
kunt met de TUNER meter controleren hoever de toon
ernaast zit.
* Een verlichte punt in het scherm geeft “te hoog” aan.
fig.06-05b
C C# D D# EFF# G G# A A# B
2. Stem de gitaar zo dat de nootnaam van de open
snaar in het TUNER scherm.
(Normale stemming)
6e
snaar
EADGBE
5e
snaar
4e
snaar
3e
snaar
2e
snaar
1e
snaar
Als de stemfunctie in gebruik is, kunt u het geluid uitzetten.
“De functie, die wordt gebruikt als de effecten zijn
uitgeschakeld, instellen (Bypass/Mute)” (p. 17)
De referentietoon wijzigen
(PITCH)
Dit geeft de frequentie van de A noot, die als referentie voor
stemmen tijdens uitvoering wordt gebruikt, aan (dit wordt de
referentietoon genoemd). Met de AD-8 kunt u de
referentietoon op elke willekeurige frequentie tussen de 438
Hz en 445 Hz instellen.
* Dit wordt bij de fabrieksinstellingen op 440 Hz ingesteld.
* Zelfs nadat de stroom wordt uitgeschakeld, blijven de
instellingen in het geheugen bewaard.
1. Druk op de PITCH knop.
De huidige referentietoon wordt door het nummer op de
plaats in het TUNER scherm weergegeven (bijv. “0” als
deze op 400 Hz is ingesteld).
fig.06-07a
3. Ga door met stemmen, totdat de “0” indicator in
de TUNER meter is verlicht.
fig.06-06
Te hoog
Precies gestemd
Te laag
18
2. Houd de PITCH knop ingedrukt.
De referentietoon verandert als volgt.
fig.06-07b
438439440441445
Als er in de volgende ogenblikken niets wordt veranderd,
worden de instellingen opgeslagen, en verdwijnt de
indicatie in het TUNER scherm.
Hoe u de ANTI-FEEDBACK functie gebruikt
“Anti-feedback” is een functie, die feedback tussen de gitaar
en de versterker onderdrukt. Feedback wordt onderdrukt
door de frequenties waarop deze optreedt te filtreren.
De anti-feedback functie van de AD-8 spoort de feedback
frequenties automatisch op, en filtert het signaal op de
opgespoorde frequenties automatisch, zodat feedback
meteenwordt onderdrukt.
Voordat u de anti-feedback gebruikt
• Pas eerst het uitgaande niveau van de AD-8, de afstand
tussen de gitaar en de versterker, tussen de gitaar en de
luidsprekers, de richting waarin de gitaar wijst en andere
factoren, waardoor feedback minder snel optreedt, aan.
• Als u de anti-feedback functie gebruikt, kunt u feedback
op één punt onderdrukken.
• Als de feedback met de anti-feedback functie niet goed
onderdrukt kan worden, dient u terug te gaan, en uw setup opnieuw aan te passen.
1. Druk gelijktijdig op het MEMORY ▼ pedaal en
het MEMORY ▲ pedaal.
fig.06-08
* De anti-feedback instellingen worden niet opgeslagen als u in
de MANUAL functie werkt.
Als u de schrijffunctie uitvoert, terwijl de ANTI-FEEDBACK
indicator verlicht is, slaat de AD-8 de toon op, waarop antifeedback is toegepast.
Anti-feedback staat altijd uitgeschakeld (de ANTI-FEEDBACK
indicator is uit) als de stroomtoevoer wordt aangezet.
De ANTI-FEEDBACK indicator knippert, en de
frequenties, waarop feedback voorkomt, worden
automatisch opgespoord.
* Maak geen geluid als de feedback frequenties automatisch
worden opgespoord.
Als het opsporen is voltooid, stopt de indicator met
knipperen. De geluiden op de opgespoorde frequenties
worden gefilterd.
* Anti-feedback wordt niet toegepast als er geen invoer is of als er
op geen enkele frequentie feedback kan worden opgespoord.
* Als u het MEMORY ▼ pedaal en het MEMORY ▲ pedaal
tegelijkertijd indrukt, terwijl de ANTI-FEEDBACK indicator
verlicht is, wordt de anti-feedback geannuleerd.
Houd het MEMORY ▼ pedaal en het MEMORY ▲
pedaal tenminste twee seconden ingedrukt om de antifeedback functie uit te schakelen.
19
Herstel van fabrieksinstellingen
U kunt de volgende instellingen naar hun originele
fabriekswaarden terugbrengen.
Als u de volgende procedure uitvoert, wist u de inhoud, die
op dat moment in de geheugens (1-4) zijn opgeslagen,
volledig.
1. Schakel de stroomtoevoer uit (haal de
aansluitingsplug uit de INPUT jack).
BYPASS
Verlichtingspatroon 1
440 Hz
2. Houd de WRITE knop ingedrukt, terwijl u de
stroomtoevoer inschakelt (stop de
aansluitingsplug in de INPUT jack).
Er verschijnt een knipperende “F”in het TUNER scherm.
3. Druk op de WRITE knop.
Nadat de TUNER sneller knippert, worden de
fabrieksinstellingen hersteld, en keert de AD-8 naar
normaal functioneren terug.
* Bedien, voordat u de WRITE knop indrukt, de MEMORY
▼/▲
of aan/uit pedalen om de instellingswijziging te
annuleren, zodat het apparaat naar zijn oorspronkelijke
toestand terugkeert.
20
Probleemoplossing
De stroomtoevoer gaat niet
aan
❍ Is de gitaar goed op de INPUT jack aangesloten?
→ Controleer de aansluitingen nogmaals (p. 6 – p. 8).
* Als het apparaat op batterijen loopt, gaat het pas aan als er iets
op de INPUT jack is aangesloten.
❍ Zijn de batterijen leeg?
→ Vervang ze door nieuwe batterijen (p.5).
❍ Als uw gitaar voorversterking op batterijen loopt, zijn
deze dan leeg?
→ Zie de handleiding van uw voorversterking om de
batterijen te vervangen.
❍ Is de aangegeven adapter (PSA\-serie, los verkrijgbaar)
goed aangesloten?
→ Controleer de aansluitingen nogmaals (p. 6 – p. 8).
Er is geen geluid
❍ Is de overige apparatuur goed aangesloten?
→ Controleer de aansluitingen nogmaals (p. 6 – p. 8).
❍ Is het volume van de aangesloten gitaar/basversterker,
effecten processor of ander apparaat omlaag gedraaid?
→ Controleer de instellingen van de aangesloten apparatuur
(p. 6 – p. 8).
❍ Is het uitgaande niveau (OUTPUT LEVEL draaiknop)
op het minimum ingesteld?
→ Gebruik de OUTPUT LEVEL draaiknop om het
effectniveau aan te passen (p. 9).
❍ Heeft u de AD-8 met het aan/uit pedaal op de Mute
functie (onhoorbaar) ingesteld?
→ Druk op het aan/uit pedaal om deze op “ON” (aan) te
zetten (de aan/uit indicator is verlicht) (p.14).
Geluid is vervormd
❍ Zijn de BODY, EQUALIZER en OUTPUT LEVEL juist
ingesteld?
→ Als u de instellingen van de BODY, EQUALIZER (BASS,
MIDDLE, GAIN, TREBLE, PRESENCE) en OUTPUT
LEVEL verhoogt, stijgt tevens het volumeniveau. Draai
in zulke gevallen de OUTPUT LEVEL draaiknop naar
links (tegen de klok in) om het uitgaande niveau te
verlagen.
❍ Als er zelfs na het verlagen van het uitgaande niveau
met behulp van de OUTPUT LEVEL draaiknop nog
vervorming is.
→ Verlaag het uitgaande niveau van uw gitaar, effecten
processor of soortgelijke apparaat.
Als u door een gitaarversterker speelt, is
het geluid, dat door een koptelefoon
wordt beluisterd, bijna volledig anders
❍ Is de gitaar op de ELECTRIC GUITAR AMP OUTPUT
jack aangesloten?
→ Gitaarversterkers hebben speciale kenmerken, die alleen
voor elektrische gitaren geschikt zijn. Als er een
akoestische gitaar wordt gebruikt, worden de lage en
hoge frequenties over het algemeen versterkt.
Sluit de gitaar aan op de ELECTRIC AMP OUTPUT jack,
als u door een gitaarversterker speelt (p. 8, p. 13).
Het volumeniveau van het instrument, dat
op de INPUT jack is aangesloten, is te laag
❍ Kan het zijn dat u een aansluitingskabel gebruikt, die
Ongebalanceerde jack uitgang A(MONO), B:1 kΩ
Elektrische gitaarversterker uitgang
Gebalanceerd A, B:600 Ω
Koptelefoon:33 Ω
Aanbevolen laad impedantie
10 kΩ
Beeldscherm
7 segmenten LED
Regelaars
Aan/uit (ON/OFF) pedaal
MEMORY ▼ pedaal
MEMORY ▲ pedaal
BODY TYPE draaiknop
BODY draaiknop
STRING ENHANCE draaiknop
BASS draaiknop
MIDDLE GAIN draaiknop
MIDDLE FREQ draaiknop
TREBLE draaiknop
PRESENCE draaiknop
REVERB draaiknop
UITGAAND NIVEAU regelaar
SELECT knop
WRITE knop
PITCH knop
BYPASS/MUTE knop
STEREO/MONO schakelaar
NOR/LIFT schakelaar
Indicators
POWER indicator (dient ook als batterij controle indicator)
ANTI-FEEDBACK indicator
Aan/uit (ON/OFF) indicator
MANUAL indicator
MEMORY nummer indicator 1-4
TUNER meter
TUNER display
TUNER
Referentietoon
A4: 438-445 Hz (eenheden van 1 Hz)
Stemnauwkeurigheid
± 3 cent
Aansluitingen
INPUT (ingang) jack (1/4 inch)
Koptelefoon jack (stereo 1/4 inch)
Elektrische gitaarversterker uitgang jack (1/4 inch)
Ongebalanceerde OUTPUT A (MONO) jack (1/4 inch)
Ongebalanceerde OUTPUT B jack (1/4 )
Gebalanceerde OUTPUT A jack (XLR type)
Gebalanceerde OUTPUT B jack (XLR type)
Adapter aansluiting
Stroomtoevoer
DC 9 V: Standaard batterij (R6/LR6 (AA) type) x 6, adapter
Stroomverbruik
120 mA
Verwachte levensduur batterij bij continu gebruik:
Carbon: 9 uur
Alkaline: 23 uur
* Deze cijfers kunnen variëren, afhankelijk van de gebruiks-
omstandigheden.
Afmetingen
250 (L) x 180 (B) x 60 (H) mm
25
Specificaties
Gewicht
1,9 kg (inclusief batterijen)
Accessoires
Handleiding
Droge batterij (R6 (AA) type) x 6
* Als u batterijen vervangt, raden we u aan om alkaline
batterijen te gebruiken.
Opties
Adapter (PSA-serie)
* 0 dBu = 0,775 Vrms
In het belang van productverbetering zijn de specificaties en/
of het uiterlijk van dit apparaat aan wijzigingen onderhevig,
zonder voorafgaande berichtgeving.
26
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil numrique de la classe B respecte toutes les exigences du Rglement sur le matriel brouilleur du Canada.
03344990 ’03-8-1N
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.