Roland AD-8 User Manual

Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS AD-8 Akoestische gitaar processor. Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, zorgvuldig de hoofdstukken met de volgende titels:
“HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” OPMERKINGEN”
Deze hoofdstukken geven belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Daarnaast dient deze handleiding in zijn geheel te worden gelezen om uzelf ervan te verzekeren, dat u een goed idee heeft gekregen van elke functie, die uw nieuwe apparaat biedt. De handleiding dient als handige referentie bewaard en bij de hand gehouden te worden.
(pagina 4).
Belangrijkste functies
Door middel van naar het geluid van een echte akoestische gitaar, gelijk aan een microfoon van hoge kwaliteit.
Met
COSM
wereldberoemde akoestische gitaren wordt een aantal condensator microfoons van topkwaliteit geboden. U kunt nu altijd het beste akoestische geluid behalen of u nu live uitvoert of in uw thuisstudio opneemt.
Met de ingebouwde een brede variatie aan ruimtelijke geluiden maken; van de openheid heid van de natuur tot de weergalm van een concertzaal.
Heeft een
Met de ingebouwde “klaar voor gebruik”
“anti-feedback”
tijdens het stemmen ook onhoorbaar worden gemaakt.
Met de
“Memory”
kiezen, die zo goed mogelijk bij uw speelstijl past.
“Akoestische modeling”
converteert het apparaat de uitvoer van piëzo elementen
modeling simuleert u de belangrijke componenten voor opnamesituaties. Naast de zes
“reverb”
, die speciaal voor gebruik met akoestische gitaren is ontwikkeld, kunt u
functie, die gillende klanken automatisch onderdrukt.
stemfunctie
functie kunt u maximaal vier groepen instellingen configureren, zodat u er één kunt
(pagina 2-3) en
“BELANGRIJKE
kunt u gemakkelijk stemmen. De uitgang kan
COSM
(Composite Object Sound Modeling)
Composite Object Sound Modeling is Roland’s innovatieve en krachtige technologie voor de creatie van geluid. COSM analyseert de vele factoren, waar het oorspronkelijke geluid uit bestaat, zoals de elektrische en fysieke eigenschappen van het origineel, en produceert vervolgens een digitaal voorbeeld, dat hetzelfde geluid kan reproduceren.
Copyright © 2003 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Zonder de schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION mag niets uit deze publicatie op welke manier dan ook worden gereproduceerd.

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Lees voor het gebruik van dit apparaat eerst de onderstaande instructies en de handleiding.
................................................................................................
002c
• Open het apparaat of de adapter niet (en pas het op geen enkele manier aan).
................................................................................................
003
• Probeer het apparaat niet te repareren of interne onderdelen te vervangen (behalve wanneer deze handleiding specifieke instructies geeft over hoe u dit dient te doen). Ga voor alle servicewerkzaamheden naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland distributeur, zoals op de “Informatie” pagina staat vermeld.
................................................................................................
004
• Gebruik of sla het apparaat nooit op plaatsen op die:
• Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bijv. direct
zonlicht in een afgesloten voertuig, bij een verwar­mingsbuis, op apparatuur die warmte genereert; of
• Klam zijn (bijv. bad, wasruimten, natte vloeren); of
• Vochtig zijn; of
• Worden blootgesteld aan regen; of
• Stoffig zijn; of
• Onderhevig zijn aan hoge vibratieniveaus
................................................................................................
007
• Zorg ervoor, dat u het apparaat altijd zo plaatst, dat het waterpas staat, en zeker stabiel zal blijven.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008b
• Gebruik alleen de aangegeven adapter (PSA serie), en zorg er tevens voor dat het voltage op de instal­latie hetzelfde is als het invoer voltage, dat op de body van de adapter is aangegeven. Het kan zijn, dat andere adapters een andere polariteit gebruiken of voor een ander voltage zijn bestemd, zodat het gebruik daarvan kan resulteren in schade, storing of elektrische schokken.
................................................................................................
009
• Draai of buig de stroomkabel niet teveel, en plaats er ook geen zware objecten op. Dit kan de kabel beschadigen, wat kapotte elementen en kortsluiting kan veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand en schokgevaar veroorzaken!
................................................................................................
010
• Dit apparaat is, alleen of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, in staat om geluidsniveaus te produceren, die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk niet voor een langere periode op een hoog volumeniveau of op een niveau dat onaangenaam is. Als u enig gehoorverlies of piepen in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met het gebruik van het apparaat, en een oorarts te raadplegen.
................................................................................................
011
• Zorg ervoor, dat geen enkel voorwerp (bijv. ontvlambaar materiaal, munten, spelden) of vloei­stoffen van welke soort dan ook (bijv. water, frisdrank, etc) het apparaat binnendringen.
2
................................................................................................
WAARSCHUWING
013
• Zet direct de stroomtoevoer uit, haal de adapter uit het stopcontact en vraag uw muziekwinkel, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals die worden vermeld op de “Informatie” bladzijde, om assistentie als:
• De adapter of de stroomkabel beschadigd zijn; of
• Rook of een vreemde geur optreedt; of
• Objecten in het apparaat zijn gevallen of er vloeistof in is
gemorst; of
• Het apparaat aan regen is blootgesteld (of op andere wijze nat
is geworden); of
• Het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of een duidelijke
verandering in zijn prestatie vertoont.
................................................................................................
• In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot het kind in staat is om zich aan alle regels voor een veilige bediening van het apparaat te houden.
................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!)
................................................................................................
015
• Forceer de stroomkabel van het apparaat niet door het met een onredelijk aantal andere apparaten een stopcontact te laten delen. Wees extra voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom, die wordt gebruikt door alle apparatuur, die u op het stopcontact van het verlengsnoer heeft aangesloten mag nooit het stroomniveau (watts/ ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Overmatige lading kan het isolatiemateriaal van de kabel doen verhitten en uiteindelijk doorsmelten.
................................................................................................
016
• Raadpleeg uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland distri­buteur, zoals vermeld op de “Informatie” pagina, voor u het apparaat in het buitenland gebruikt.
................................................................................................
019
• Batterijen mogen nooit opnieuw worden opgeladen, verhit, uit elkaar worden gehaald of in vuur of water worden gegooid.
................................................................................................
VOORZICHTIG
101b
• Dit apparaat en de adapter dienen zo te worden geplaatst, dat de locatie en stand de benodigde ventilatie niet belemmeren.
................................................................................................
102d
• Pak altijd alleen de stekker van de stroomkabel vast, wanneer u een kabel op een stopcontact of op dit apparaat aansluit of ervan loskoppelt.
................................................................................................
VOORZICHTIG
013
• Haal van tijd tot tijd de adapter uit het apparaat, en maak hem schoon met een droge doek, zodat al het stof en andere opeenhopingen uit de tandjes worden weggeveegd. Haal tevens altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat voor langere periode niet zal worden gebruikt. Elke opeenhoping van stof tussen de adapter en het stopcontact kan slechte isolatie tot gevolg hebben en brand veroorzaken.
................................................................................................
104
• Probeer te voorkomen, dat snoeren en kabels in de knoop raken. Tevens dienen alle snoeren en kabels zo worden geplaatst dat ze buiten het bereik van kinderen zijn.
................................................................................................
• Klim nooit op het apparaat, en plaats er nooit zware voorwerpen op.
................................................................................................
107d
• Pak de adapter of de uitgaande stekkers daarvan nooit vast met natte handen, wanneer u ze op een stopcontact of dit apparaat aansluit of ervan loskoppelt.
................................................................................................
108b
• Koppel voor u het apparaat verplaatst de adapter en alle kabels van externe apparaten los.
................................................................................................
109b
• Zet, voordat u het apparaat schoonmaakt de stroom­toevoer uit, en haal de adapter uit het stopcontact.{
................................................................................................
110b
• Haal de adapter uit het stopcontact, wanneer u vermoedt dat er in uw omgeving de mogelijkheid op bliksem bestaat.
................................................................................................
111: Selection
• Indien batterijen niet juist worden gebruikt, kan het voorkomen dat ze ontploffen of gaan lekken en schade of verwondingen veroorzaken. Lees in het belang van de veiligheid de volgende voorzorgs­maatregelen, en neem ze in acht (p. 5).
1
• Volg de volgende plaatsingsinstructies voor batterijen
zorgvuldig, en zorg ervoor dat u op de juiste polariteit let.
• Voorkom het gebruik van nieuwe in combinatie met
gebruikte batterijen. Zorg er tevens voor dat er geen batterijen van verschillende merken/typen worden gecombineerd.
• Verwijder de batterijen, wanneer het apparaat voor een langere
periode ongebruikt zal blijven.
• Gebruik als een batterij heeft gelekt een zacht stuk doek of een
papieren zakdoek om alle resten van de vulling te verwijderen. Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Zorg er om ontstekingen van de huid te voorkomen voor dat er geen vulling van de batterij op uw handen of huid komt. Handel met uiterste voorzichtigheid, zodat er geen vulling in de buurt van uw ogen komt. Was het aangetaste gebied direct af met stromend water, indien er ook maar iets van de vulling in uw ogen is gekomen.
• Bewaar batterijen nooit in de nabijheid van metalen
voorwerpen als balpennen, kettingen, haarspelden, etc.
................................................................................................
112
• Gebruikte batterijen dienen in navolging van alle in uw woongebied van toepassing zijnde regels met betrekking tot hun veilige opruiming te worden weggegooid.
................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Lees naast de items onder “Het apparaat veilig gebruiken” op pagina 2-3 het volgende, en neem het in acht:
Stroomvoorziening: gebruik van batterijen
• Gebruik dit apparaat niet op eenzelfde stroomnet met een apparaat dat brommen veroorzaakt (zoals een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
• De adapter zal na meerdere uren achtereenvolgens gebruik hitte beginnen te genereren. Dit is normaal en vormt geen rede voor bezorgdheid.
• Aangezien het stroomverbruik van het apparaat vrij hoog is, wordt het gebruik van een adapter aangeraden. Mocht u de voorkeur aan het gebruik van batterijen geven, gebruik dan batterijen van het alkaline type.
• Sluit, voordat u batterijen plaatst of vervangt, geen andere apparaten aan. Zo kunt u schade en/of storing aan luid­sprekers of andere apparatuur voorkomen.
• Er worden bij dit apparaat batterijen meegeleverd. De duurzaamheid van deze batterijen kan echter beperkt zijn, aangezien zij voornamelijk bedoeld waren om het apparaat te kunnen testen.
• Zet, voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit de stroomtoevoer van alle toestellen uit. Dit helpt u om storin­gen en/of schade aan luidsprekers of andere elementen te voorkomen.
Plaatsing
• Gebruik van het apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur die grote stroomtransformators heb­ben) kan brommen veroorzaken. Verplaats dit apparaat om het probleem te verhelpen. Zet het verder van de stoorzen­der af.
• Dit apparaat kan radio en televisieontvangst verstoren. Gebruik het niet in de nabijheid van dergelijke ontvan­gende apparatuur.
• Er kan een brom worden geproduceerd, wanneer in de nabijheid van dit apparaat draadloze communicatie appa­ratuur, zoals mobiele telefoons, worden gebruikt. Derge­lijke ruis kan voorkomen wanneer u een telefoontje ontvangt of gaat plegen of tijdens een gesprek. Mocht u dergelijke problemen ondervinden, leg zulke draadloze apparaten dan verder van het apparaat af of zet ze uit.
• Er kunnen waterdruppels (condens) in het apparaat ont­staan wanneer het naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheidsgraad erg anders is. Als u het apparaat in deze toestand tracht te gebruiken kan dat leiden tot schade en/of storing. Voordat u het apparaat in gebruik neemt, dient u het daarom enkele uren te laten staan tot de condens volledig is verdampt.
Onderhoud
• Veeg het apparaat voor dagelijkse schoonmaak af met een zachte, droge doek of één die licht met water is bevochtigd. Gebruik om hardnekkig vuil te verwijderen een doek die is geïmpregneerd met een mild, niet agressief schoonmaak­middel.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossingen van welke soort dan ook om zo de mogelijkheid van ver­kleuring en/of vervorming te voorkomen.
Reparatie en gegevens
• Wees ervan bewust, dat alle gegevens, die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen verloren kunnen gaan wanneer het apparaat wordt gerepareerd. Belangrijke gege­vens dienen te allen tijde op papier, “Instellingen memo”, te worden gezet. Tijdens reparatie wordt er met gepaste zorgvuldigheid op gelet dat het verlies van gegevens wordt voorkomen. Echter, in sommige gevallen (zoals wanneer de elektronische schakelingen, die met het geheugen zelf in verbinding staan defect zijn), kan het tot onze spijt zo zijn, dat we de gegevens niet kunnen herstellen, en Roland houdt zicht niet geen aansprakelijk voor een dergelijk ver­lies van gegevens.
Overige voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust, dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een storing of oneigenlijk gebruik van het apparaat. We raden u aan om van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen regelmatig een back-up te maken van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, door ze op papier, “Instel­lingen memo” op te schrijven.
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van gege­vens, die op in het geheugen van het apparaat of een geheu­genkaart waren opgeslagen te herstellen als deze eenmaal verloren is gegaan. In geval van een dergelijk verlies van gegevens acht Roland Corporation zich niet aansprakelijk.
• Ga voorzichtig te werk als u de (draai)knoppen, schuiven of andere controllers en jacks en aansluitingen van het apparaat gebruikt. Hardhandig gebruik kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op de display en oefen er geen grote druk op uit.
• Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit/loskoppelt, de aansluiting vast. Trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u het veroorzaken van kortsluiting of schade aan de interne ele­menten van de kabel.
• Probeer om het volume van het apparaat op redelijke niveaus te houden om te voorkomen dat u uw buren over­last bezorgt. U zou er de voorkeur aan kunnen geven om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over degenen om u heen (vooral als het laat op de avond is).
• Verpak het apparaat als u het moet vervoeren, indien mogelijk, in de doos (inclusief vulling), waarin hij werd geleverd. Wanneer dit niet mogelijk is, dient u gelijksoor­tige verpakkingsmaterialen te gebruiken.
• Gebruik een kabel van Roland om het apparaat aan te slui­ten. Let, als u een ander merk kabel gebruikt, op de vol­gende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels, die weerstanden bevatten. Het gebruik van der­gelijke kabels kan ervoor zorgen, dat het geluidsniveau extreem laag is of zelfs onhoorbaar. Neem voor infor­matie over kabelspecificaties contact op met de fabri­kant van de kabel.
4
Batterijen plaatsen
Inhoud
* Er worden bij dit apparaat batterijen meegeleverd. De
levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn, aangezien ze voornamelijk bedoeld waren om het apparaat te kunnen testen.
Plaats de bijgesloten batterijen, zoals hieronder in de afbeelding aangegeven, en let erop dat u de batterijen op de juiste wijze plaatst.
fig.01-01
• Pak als u het apparaat op zijn kop zet een stapel kranten of tijdschriften, en leg ze onder de vier hoeken aan beide kanten om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen. Tevens dient u het apparaat zo te plaatsen, dat er geen knoppen of regelaars beschadigd raken.
• Ga voorzichtig te werk als u het apparaat op zijn kop zet om te voorkomen, dat u het laat vallen of dat het kan vallen of kantelen.
• Zorg ervoor dat de “+” en “-” kanten van de batterijen op de goede plek zitten.
• Als de batterijen leeg zijn, wordt de POWER indicator donkerder. Vervang de batterijen als dit het geval is.
• Gebruik zes AA type batterijen als u de batterijen vervangt.
• Gebruik geen nieuwe batterijen in combinatie met gebruikte batterijen. Zorg er tevens voor, dat u geen batterijen van verschillende typen/merken combineert. Dit kan tot vloeistoflekkage leiden.
• De duurzaamheid van de batterijen kan, afhankelijk van het type, variëren.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN .......................2
Batterijen plaatsen .........................5
Aansluitingen.................................6
Op mengtafels aansluiten.............................................6
Mono aansluiting ......................................................6
Stereo aansluiting......................................................7
Op akoestische gitaarversterkers of opname
apparatuur aansluiten ...................................................7
Mono aansluiting ......................................................7
Stereo aansluiting......................................................8
Op elektrische gitaarversterkers aansluiten .............8
Mono aansluiting ......................................................8
Namen en functies van onderdelen 9
Voorpaneel ......................................................................9
BODY TYPE lijst......................................................10
Achterpaneel .................................................................13
Bediening.....................................14
Bediening AAN/UIT pedaal.......................................14
MEMORY
Paneelbediening...........................................................15
Instellingen opslaan (schrijffunctie)........................16
▼/▲
pedaalfuncties................................14
Het “MANUAL” geluid in het geheugen opslaan.... 16
Het “MEMORY” geluid wijzigen en opslaan.....16
De functie, die wordt gebruikt als de effecten zijn uitgeschakeld, instellen
(Bypass/Mute)..............................17
Wijzigen hoe de geheugennummers
worden weergegeven ..................17
Hoe u de stemfunctie gebruikt......18
Hoe u uw instrument stemt........................................18
De referentietoon wijzigen (PITCH)........................18
Hoe u de ANTI-FEEDBACK functie
gebruikt.......................................19
Herstel van fabrieksinstellingen....20
Probleemoplossing.......................21
De levensduur van alkaline batterijen bedraagt ongeveer 23 uur; die van standaard batterijen ongeveer 9 uur. (Dit kan variëren, afhankelijk van de gebruiksomstandig­heden).

Inst

Voorbeeldinstellingen...................22
Instellingen memo........................23
Specificaties .................................25
5

Aansluitingen

Draai om storing en/of schade aan de luidsprekers en overige apparatuur te voorkomen altijd het volume omlaag, en schakel de stroomtoevoer op alle apparaten uit, voordat u aansluitingen doet.
* Verhoog het volume van de versterker pas, nadat u de
stroomtoevoer op alle aangesloten apparatuur heeft aangezet.
* Veranker de stroomkabel door middel van de kabelhaak, zoals in
de illustratie aangegeven om te voorkomen dat de stroomtoevoer ongewenst wordt onderbroken (mocht de stekker er per ongeluk worden uitgetrokken) en om te voorkomen dat er overmatige druk op de adapterstekker wordt uitgeoefend.
fig.02-02
* De indeling van de pennen van de XLR aansluitingen is zoals
hieronder wordt aangegeven. Zorg ervoor dat deze aansluitingen met uw overige apparatuur overeenkomen.
fig.02-01
1: GND 2: WARM 3: KOUD
* De stroom gaat aan als u de aansluitingsplug in de INPUT
jack steekt.
* Zet, als de aansluitingen eenmaal zijn voltooid, de
stroomtoevoer in de aangegeven volgorde aan. Door de apparatuur in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u storing en/of schade aan de luidsprekers en overige apparatuur.
Bij het aanzetten:
Zet uw gitaarversterker als
Bij het uitzetten:
Zet uw gitaarversterker als
* Zorg, voordat u de stroomtoevoer inschakelt, dat u het
volumeniveau omlaag heeft gedraaid. Zelfs als het volume helemaal omlaag staat, kan het zijn, dat u bij het inschakelen van de stroomtoevoer wat geluid hoort, maar dit is normaal, en duidt niet op storing.
laatste
eerste
aan.
uit.

Op mengtafels aansluiten

Mono aansluiting

fig.02-06
Akoestische gitaar (Piëzo element)
Stereo koptelefoon
* Als er van mono uitgang gebruik
Adapter (PSA serie)
wordt gemaakt, worden van zowel A als B dezelfde geluiden uitgevoerd.
Mengtafel
6

Stereo aansluiting

fig.02-07
Akoestische gitaar (Piëzo element)
Stereo koptelefoon
Aansluitingen
Adapter (PSA serie)
Mengtafel

Op akoestische gitaarversterkers of opname apparatuur aansluiten

Mono aansluiting

fig.02-03
Akoestische gitaar (Piëzo element)
Aanbevolen instellingen voor de AC-60
* De AC-60 is ontworpen om met een akoestische gitaar, die direct op
het apparaat is aangesloten, een optimaal geluid te creëren. U behaalt als u deze op de AD-8 aansluit de beste resultaten door het gitaarka­naal van de AC-60 zo in te stellen als in het figuur wordt aangegeven.
Stereo koptelefoon
GITAARKANAAL
Akoestische gitaarversterker
(Roland AC-60 etc.)
Adapter (PSA serie)
MTR
7
Aansluitingen

Stereo aansluiting

fig.02-04
Akoestische gitaar (Piëzo element)
Stereo koptelefoon
Adapter (PSA serie)
Aanbevolen instellingen voor de AC-60
* De AC-60 is ontworpen om met een akoestische gitaar, die direct op
het apparaat is aangesloten, een optimaal geluid te creëren. U behaalt als u deze op de AD-8 aansluit de beste resultaten door het gitaarka­naal van de AC-60 zo in te stellen als in het figuur wordt aangegeven.
GITAARKANAAL GITAARKANAAL
Akoestische gitaarversterker
(Roland AC-60 etc.)

Op elektrische gitaarversterkers aansluiten

Mono aansluiting

fig.02-05
Akoestische gitaar (Piëzo element)
Stereo koptelefoon
MTR
Adapter (PSA serie)
8
Elektrische gitaarversterker

Namen en functies van onderdelen

Voorpaneel

REVERB draaiknop
U kunt deze draaiknop omzetten om één van drie verschillende reverb effecten te krijgen. Het effect wordt versterkt als de draaiknop naar rechts wordt gedraaid. Er worden geen effecten toegepast als deze draaiknop op OFF staat.
AMBIENCE:
Dit geeft een gevoel van afstand in het geluid, zoals een opname zonder microfoon.
ROOM:
Dit geeft het soort reverb, dat u in een opnamestudio mag verwachten.
HALL:
Dit geeft het soort reverb, dat u in een concertzaal krijgt.
* Gradaties voor AMBIENCE, ROOM en HALL op
het paneel dienen ter referentie. Controleer het geluid als u de effecten aanpast.
OUTPUT LEVEL draaiknop
Hiermee past u het uitgaande volumeniveau aan.
* De OUTPUT LEVEL draaiknop
past alleen het volume aan van tijden, waarop de effecten zijn ingeschakeld. Als de effecten zijn uitgeschakeld, blijft het volume op een vast niveau staan (bypass of stil (mute)).
EQUALIZER BASS draaiknop
Hiermee past u de balans in het lagere frequentiegebied aan.
MIDDLE GAIN draaiknop
Hiermee past u de balans in het midden gebied aan.
MIDDLE FREQ (frequentie) draaiknop
Hier wordt de midden frequenties. die met de MIDDLE GAIN knop dienen te worden aangepast, veranderd. De band
STRING ENHANCE draaiknop
Hiermee kunt u meerdere prettige boventonen van de gitaarsnaren uit laten komen. Vooral effectief bij tokkelen.
POWER indicator
Deze is verlicht als de stroom aanstaat.
* Als de batterijen leeg raken, wordt deze indicator
donkerder. Vervang de batterijen in dit geval door nieuwe.
kan binnen een bereik tussen 200 Hz en 1,6 kHz worden ingesteld.
TREBLE draaiknop
Hiermee past u de balans van het hogere frequentiegebied aan.
PRESENCE draaiknop
Hiermee past u de balans aan van de frequenties, die nog hoger liggen dan diegene, die met de TREBLE knop worden ingesteld.
BODY TYPE draaiknop
Selecteer de instelling, die het dichtste bij het rechtstreekse, onbewerkte geluid van de gitaar ligt.
“BODY TYPE lijst” (p. 10)
BODY draaiknop
Hiermee past u het geluid van de grootte van de body aan. De basis instelling is met de knop in de midden positie. Als u de
draaiknop naar rechts (met de klok mee) draait, krijgt u een geluid van een grotere body; draai de knop naar links om een meer piëzo toonkwaliteit te creëren.
* Als u de BODY instelling verhoogt, verhoogt ook het uitgaande niveau.
Verlaag het uitgaande volumeniveau met behulp van de OUTPUT LEVEL draaiknop als bijvoorbeeld het geluid vervormt.
9
Loading...
+ 19 hidden pages