Ricoh G3 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Gebruik uw camera op een veilige manier. Lees daarom eerst de veiligheidsmaatregelen.

Deze handleidingen

De twee bijgevoegde handleidingen zijn bedoeld voor uw Caplio G3.
Lees dit eerst:
Aan de slag (gedrukte handleiding)
U kunt meteen aan de slag met uw Caplio G3 aan de hand van de korte beschrijvingen in dit boekje: 'Voorbereidingen treffen', 'Opnamen maken', 'Beelden weergeven' en 'De camera aansluiten op de pc'.
Lees eerst deze handleiding voordat u de camera in gebruik neemt.
Lees indien nodig:
Gebruikershandleiding (deze handleiding).
Hierin wordt uitgelegd hoe u alle functies van de Caplio G3 kunt gebruiken.
Lees deze handleiding eenmaal helemaal door, zodat u alle mogelijkheden van de Caplio G3 leert kennen. Daarna kunt u de handleiding raadplegen indien nodig.

In deze handleiding

Term
Bestand: hiermee worden foto-, film- en voicememobestanden bedoeld.
Symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijk
Dit symbool duidt op belangrijke informatie en beperkingen.
Dit symbool wijst op extra uitleg en handige tips over de werking van de camera.
Termen
Dit symbool wijst op uitleg over een technische term.
Verwij zi ng
Dit symbool verwijst naar de pagina('s) die op een bepaalde functie betrekking hebben.
Met 'pag. xx' wordt verwezen naar pagina's in deze handleiding.
Inhoud
Deze handleidingen ...................................................2
In deze handleiding....................................................2
Hoofdstuk 1 Gebruik van de camera
Deel 1 Aan de slag
De inhoud van het pakket controleren .......................6
Namen van onderdelen.............................................. 7
Gebruik van de modusdraaiknop ...............................8
De batterijen plaatsen ................................................9
De oplaadbare batterij plaatsen......................... 10
De oplaadbare batterij verwijderen .................... 10
Gebruik van de oplaadbare batterij.......................... 10
Gebruik van de netadapter ...................................... 11
De netadapter aanbrengen................................ 11
De netadapter verwijderen ................................ 12
De camera aanzetten ........................................ 13
De camera uitzetten .......................................... 13
De camera aan- en uitzetten.................................... 13
De datum en tijd instellen......................................... 14
De SD Memory Card installeren........................ 15
De SD Memory Card installeren .............................. 15
De SD Memory Card verw ijderen ...................... 16
Gebruik van de LCD-monitor ................................... 17
Schermvoorbeelden bij het maken van foto's.... 17
Het scherm tijdens weergave ............................ 20
Schermweergave aanpassen ............................ 21
Knopfuncties ............................................................ 22
Schermen................................................................. 23
Basiswerking van het opnamemenu/weergave-
menu ............................................................. 27
Basiswerking van het instelscherm ................... 28
Deel 2 Opnamen maken - basisfuncties
De camera op de juiste manier vasthouden ............ 30
Scherpstellen ........................................................... 31
Scherpstelling controleren en foto m aken ......... 33
(half indrukken).................................................. 33
Foto's maken............................................................ 33
Snel een foto maken (helemaal indrukken) ....... 34
Wanneer het onderwerp niet in het midden van uw
compositie staat (scherptevergrendeling)........... 35
Foto's maken in scènem odus .................................. 36
Combinatie van scènemodus en functie .................. 38
Serieopnamen maken .............................................. 39
Instellingen voor serieopnamen vastleggen
(CONT. M ODE) ............................................. 40
Serieopnamen maken ....................................... 41
Serieopnamen maken (S ).................................. 41
Serieopnamen maken (M ) ................................. 41
Filmpjes maken ........................................................ 42
Gebruik van de zoomfunctie .................................... 43
Gebruik van de digitale zoomfunctie ........................ 44
Foto's maken van dichtbij (macrofoto) ..................... 45
Voicemem o's opnemen............................................ 46
Deel 3 Gebruik van speciale functies voor betere foto's
Gebruik van de flitser............................................... 48
Gebruik van de zelfontspanner................................ 50
Foto's m aken met geluid (beeld met geluid) ............ 51
De belichtingstijd wijzigen (EXPOSUR E COM P) .... 53
Gebruik van natuurlijk licht en kunstlicht (WHITE
BALANCE) ......................................................... 55
Serieopnamen maken met verschillende witbalans
(WHITE B ALANCE BRACK ET).......................... 58
Beeldkwaliteit .................................................... 60
Beeldformaat..................................................... 60
Beeldkwaliteit en beeldformaat kiezen
(PIC QUALITY/SIZE).......................................... 60
Beeldkwaliteit/beeldformaat wijzigen van een
foto .............................................................61
Beeldformaat wijzigen voor opnamen in
tekstmodus.................................................... 62
Beeldformaat wijzigen van een film pje .............. 63
Handmatige scherpstelling ................................ 64
Handmatig scherpstellen (FOCUS) ......................... 64
Foto's maken op vaste afstand ......................... 65
De lichtmeting wijzigen (PHO TOMET RY) ............... 66
De gevoeligheid instellen (ISO SETTING) .............. 68
De scherpte van foto's instellen (SH ARPNESS) ..... 69
Serieopnamen maken met verschillende belichting
(AUTO BRACKET)............................................. 70
De belichtingstijd instellen (TIME EXPOSU RE) ...... 72
Automatisch foto's maken met ingesteld interval
(INTERVAL) ....................................................... 73
De datum toevoegen aan een foto (DATE IMPRINT)75 De instellingen van het opnamemenu hun standaard-
waarde teruggeven (RESTO RE DEFAULTS) .... 76
De rasterlijnen weergeven op de LCD-monitor ....... 77
De dichtheid wijzigen voor het fotograferen van tekst
(DENSITY) ......................................................... 78
Deel 4 Foto's, films en geluiden weergeven
De zojuist gem aakte foto weergeven ...................... 80
De weergegeven foto vergroten ........................ 81
De weergegeven foto of film verwijderen .......... 82
Foto's weergeven van een SD Memory Card ... 83
Een foto of filmpje weergeven ................................. 83
Foto's weergeven uit het interne geheugen ...... 84
Filmpjes weergeven .......................................... 85
Het geluidsvolume voor films aanpassen.......... 85
Geluid weergeven ............................................. 86
Geluid weergeven.................................................... 86
Geluid weergeven dat bij een foto is opgenomen 87
Het volume aanpassen ..................................... 87
Miniatuurbeelden weergeven .................................. 88
Vergroting weergeven ............................................. 89
Serieopnamen (S of M) vergroot weergeven ........... 90
Foto's automatisch één voor één weergeven (SLIDE
SHOW )............................................................... 91
Beelden weergeven op een televisie ....................... 92
Deel 5 Foto's, films en geluiden verwijderen
Eén foto verwijderen .......................................... 94
Ongewenste foto's, films en geluiden verwijderen ... 94
Alle beelden tegelijk verwijderen ....................... 95
Meerdere beelden tegelijk verwijderen .............. 96
De weergegeven foto beveiligen ....................... 97
Uw beelden beveiligen tegen overschrijven
(PROTECT) ........................................................ 97
Alle foto's beveiligen .......................................... 99
Meerdere foto's, films of geluiden tegelijk
verwijderen .................................................. 100
De inhoud van het interne geheugen kopiëren naar een
geheugenkaart (COPY TO CARD )................... 101
DPOF instellen voor de weergegeven foto ...... 102
Gebruik van een fotoservice (PRINT ) .................... 102
DPOF instellen voor alle foto's ........................ 103
DPOF instellen voor meerdere foto's............... 104
De beeldgrootte wijzigen (formaat aanpassen) ..... 105
Deel 6 Camera-instellingen wijzigen
De SD Memory Card klaarmaken voor gebruik (CARD
FORMAT) ......................................................... 107
Het interne geheugen formatteren (IN FORMAT)..108 De automatische uitschakeling wijzigen (AUTO
POWER OFF) ................................................... 109
Toon bij het opslaan van gegevens (BEEP SOUND). 110 De instellingen voor de bestandsnamen wijzigen
(SEQUENTIAL NO.) ......................................... 111
De LCD-zoekertijd wijzigen (LCD CON FIRM) ....... 112
De helderheid van de LCD-monitor aanpassen
(LCD BRIGHTNESS)........................................ 113
De energiebesparende modus wijzigen (POWER
SAVE) ............................................................... 114
De schermweergavetaal wijzigen (LANGUAGE) ...115 De weergavemodus wijzigen voor tv (VIDEO OUT
MODE).............................................................. 116
Hoofdstuk 2 Beelden (foto's/filmpjes) weergeven op de computer
Deel 1 Beelden overbrengen naar de computer (Windows)
Gebruik van de bijgeleverde softw are.................... 118
Software en besturingssysteem ...................... 118
Systeemvereisten .................................................. 119
Voorbereidingen treffen voor het overbrengen van
beelden naar de computer................................ 120
Voor Windows 98/98SE/Me/2000.................... 121
Installeren .............................................................. 121
De software verwijderen (voor Windows 98/98SE/
Me/2000) ..................................................... 122
Voor Windows XP............................................ 123
De software verwijderen (voor Windows XP) .. 124
Acrobat Reader installeren .................................... 125
De camera aansluiten op een computer ................ 126
Voor Windows 98/98SE/Me/2000/XP .............. 127
Beelden overbrengen naar de computer ............... 127
Gebruik van RICOH Gate La ................................. 128
Het RICOH Gate La-venster............................ 128
Gebruik van [O ption settings] .......................... 129
Gebruik van Background illustration settings .. 130
Beelden op een pc-kaart ................................. 131
Beelden rechtstreeks overbrengen van een SD
Memory Card naar de computer ...................... 131
Deel 2 Beelden overbrengen naar de computer (Macintosh)
Gebruik van de bijgeleverde software ................... 133
Software en besturingssysteem ...................... 133
Systeemvereisten .................................................. 134
Voorbereidingen treffen voor het overbrengen van
beelden naar de computer ............................... 135
Installeren .............................................................. 136
Voor Mac OS 8.6 tot 9.2.2............................... 136
Voor Mac OS X 10.1.2 tot 10.2.1 .................... 137
De software verw ijderen .................................. 138
(voor Mac OS 8.6 tot 9.2.2)............................. 138
De software verwijderen (voor Mac OS X 10.1.2
tot 10.2.1)................................................... 138
De camera aansluiten op een computer ................ 139
Beelden overbrengen naar de computer ............... 140
Voor Mac OS 8.6 tot 9.2.2............................... 141
Voor Mac OS X ............................................... 142
Het RICOH Gate La-venster ........................... 143
Gebruik van RIC OH Gate La ................................. 143
Gebruik van [O ption settings] .......................... 144
Deel 3 Miniatuurbeelden weergeven (Gebruik van DU-10)
DU-10-venster................................................. 146
DU-10 afsluiten ............................................... 146
DU-10 starten en afsluiten ..................................... 146
Beschrijving van m iniaturen................................... 147
Volgorde aanpassen.............................................. 148
Weergaveformaat wijzigen .................................... 149
Diavoorstelling weergeven .............................. 150
Beelden weergeven in een diavoorstelling ............ 150
Gebruik van een automatische diavoorstelling 151
Gebruik van het dialoogvenster Slideshow ..... 151
Gebruik van het menu [File] ............................ 152
Gebruik van het snelmenu .............................. 152
Beeldgegevens weergeven ................................... 152
Weergavevenster ............................................ 153
Het weergavevenster openen................................ 153
Bijlagen
A. Specificaties ...................................................... 155
B. Optionele accessoires ....................................... 157
C. Opnamecapaciteit van SD Memory Cards........ 157
D. Gebruik van uw camera in het buitenland ......... 158
E. Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik ........... 158
F. Onderhoud en bewaring .................................... 159
G. Problemen oplossen ......................................... 160
H. Foutmeldingen .................................................. 166
I. G arantie en service ............................................ 167

Hoofdstuk 1 Gebruik van de camera

Deel 1 Aan de slag

In dit deel wordt uitgelegd hoe u de camera klaarmaakt voor gebruik, van het verwijderen van de verpakking tot het maken van de eerste foto.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

De inhoud van het pakket controleren

Bij deze camera worden de volgende items geleverd. Controleer of u alles hebt.
Caplio G3
AV-kabel
Batterijen (2 AA­alkalinebatterijen)
Cd-rom
De software en de gebruikershand­leiding staan op deze cd-rom.
USB-kabel
Garantiebewijs
Polsriem
Veiligheidsmaat­regelen
Handleiding Aan de slag
De polsriem aan de camera bevestigen
Steek het ene uiteinde van het riempje door het oog en trek het andere uiteinde door de lus, zoals hier getoond.
Optionele accessoires
Netadapter (AC-4a)
Oplaadbare batterij (DB-43, DB-40)
• Overige apart verkrijgbare producten: pc-kaartadapter (FM-SD53)
Batterijlader (BJ-2)
• Mocht er toch iets ontbreken of beschadigd zijn, ga dan terug naar de winkel waar u de camera hebt gekocht.
• Lees het garantiebewijs door en bewaar het op een veilige plaats.
6
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Namen van onderdelen

Voor een goed begrip van de uitleg in deze handleiding is het belangrijk dat u de namen van de diverse onderdelen goed kent. Bekijk de camera en onderdelen aan de hand van het volgende.
Camera
Voorkant
A Ontspanknop B Aan-uitknop C Modusdraaiknop D Flitser E Oog van de automatische
scherpstelling
F Zoeker G Luidspreker H Microfoon I Klepje van aansluitingen J Lens K USB-aansluiting L Video-uitgang
Rechterkant, vanaf de voorkant gezien
Achterkant
Achterkant
Onderkant
A Lampje van de automatische scherpstelling B Zoeker C Lampje van de flitser D Knop D (verwijderen)/T (zelfontspanner) E Knop Z (uitzoomen)/9 (miniatuurweergave) F Knop z (inzoomen)/8 (vergroting) G Knop #/Q (snel weergeven) H Knop !/F(flitser) I Knop $ J Knop "/N (macro) K Knop E L Knop O M Knop M N LCD-monitor O Klepje batterijen/geheugenkaart P Oog voor polsriem Q Klepje voedingskabel R Schroefdraad voor statief (onderzijde)
Linkerkant, vanaf de voorkant gezien
7
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Gebruik van de modusdraaiknop

De modusdraaiknop bevindt zich boven op de camera. Met de modusdraaiknop kiest u de gewenste modus voor het maken en weergeven van foto's.
Zet de modusdraaiknop op het symbool van de modus die u wilt gebruiken.
Symbolen en functies van de modusdraaiknop
Symbool Modusnaam Functie
1
2
3
4
5 6
Instelmodus Hiermee kunt u de instellingen van de camera opgeven en controleren. Voicememo-modus Hiermee kunt u geluid opnemen. Filmmodus Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen. Scènemodus Hiermee kunt u de instellingen van de camera optimaliseren voor zes
verschillende opnameomstandigheden, scènes genoemd.
Fotomodus Hiermee kunt u foto's maken. Weergavemodus Hiermee kunt u uw foto's en films weergeven en verwijderen.
8
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

De batterijen plaatsen

De volgende batterijen kunnen worden gebruikt in de camera. Bepaal zelf welk type batterijen het meest geschikt is voor uw specifieke behoeften.
Batterijtype Eigenschappen
AA-alkalinebatterijen (LR6, bijgeleverd)
Oplaadbare batterij (DB-43 of DB-40) (apart verkrijgbaar)
Nikkel-metaalhydridebatterij (in de handel verkrijgbaar)
In de volgende tabel krijgt u een indicatie van het aantal foto's dat u kunt maken.
Batterijtype Aantal foto's Aantal foto's (in Synchro-Monitor-modus: zie pag.21)
AA-alkalinebatterijen (LR6) Circa 50 Circa 60 Oplaadbare batterij Circa 350 Circa 400
Het aantal foto's is gebaseerd op een temperatuur van 22 graden Celsius, met een interval van 30 seconden en de helft van de foto's met flits. Als u de camera in de energiebesparende modus zet, kunt u meer foto's maken. Behalve batterijen kunt u ook de (apart verkrijgbare) netadapter gebruiken.
Overal te verkrijgen, dus gemakkelijk wanneer u op reis gaat. Bij lage temperaturen kunt u er echter maar een beperkt aantal foto's mee maken. Warm de batterijen daarom op vóór gebruik.
Dit is een lithium-ionbatterij. Dit is goedkoper, omdat deze batterij kan worden geladen met de batterijlader BJ-2 (apart verkrijgbaar) en dus steeds opnieuw kan worden gebruikt. Deze batterij gaat lang mee, dus gemakkelijk op reis.
Dit is een voordelige oplossing, omdat u deze batterij kunt herladen en dus steeds opnieuw gebruiken. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare batterijlader.
Plaats de batterijen als volgt.
Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart open.
Het openen van het klepje gaat in twee stappen. Open het klepje door het in twee stappen te
verschuiven.
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn
Net voordat de batterijen helemaal leeg zijn, wordt weergegeven op de LCD-monitor. Wanneer dit gebeurt, moet u de batterijen vervangen.
Plaats de twee batterijen. Let er daarbij op dat u ze in de juiste richting in de camera steekt.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart dicht.
• Andere batterijen, zoals droge mangaanbatterijen (R6) en nikkel-cadmiumbatterijen (NiCd), kunnen niet worden gebruikt in deze camera.
• Verwijder de batterijen als u de camera langere tijd niet gaat gebruiken.
• Na langdurig gebruik kunnen de batterijen warm worden. U kunt uw vingers branden wanneer u de batterijen onmiddellijk na gebruik aanraakt.
• Met AA-alkalinebatterijen (LR6) is het aantal foto's dat u kunt maken afhankelijk van de specifieke batterijen die u gebruikt.
9
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Gebruik van de oplaadbare batterij

De oplaadbare batterijen van het type DB-43 en DB-40 (apart verkrijgbaar) zijn een voordelige oplos­sing voor veelvuldig gebruik, omdat u deze batterij kunt herladen en dus steeds opnieuw gebruiken.

De oplaadbare batterij plaatsen

Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart open.
Het openen van het klepje gaat in twee stappen. Open het klepje door het in twee stappen te verschuiven.
Plaats de oplaadbare batterij in de camera.

De oplaadbare batterij verwijderen

Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart open.
Het openen van het klepje gaat in twee stappen. Open het klepje door het in twee stappen te verschuiven.
Verwijder de batterij.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart dicht.
• Verwijder de batterijen als u de camera langere tijd niet gaat gebruiken.
• Gebruik voor het opnieuw laden van de batterij de batterijlader BJ-2 (apart verkrijgbaar).
10
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart dicht.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Gebruik van de netadapter

Wanneer u gedurende lange tijd foto's maakt of weergeeft, of wanneer u de camera aansluit op de computer, is het gebruik van de (apart verkrijgbare) netadapter aangeraden.
De 'batterij' van de netadapter
Netadapter

De netadapter aanbrengen

Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart open.
Het openen van het klepje gaat in twee stappen. Open het klepje door het in twee stappen te verschuiven.
Plaats de batterij van de netadapter.
Open het klepje voor de voedingskabel en leid de kabel door de ontstane opening.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart dicht.
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
• Zorg ervoor dat de kabels en stekkers stevig vastzitten.
• Wanneer u de camera niet gebruikt, moet u de netadapter uit de camera en het stopcontact verwijderen.
• Als u de netadapter uit de camera of de stekker van het netsnoer uit het stopcontact haalt terwijl de camera aanstaat, kunnen gegevens verloren gaan.
11

De netadapter verwijderen

Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart open.
Het openen van het klepje gaat in twee stappen. Open het klepje door het in twee stappen te verschuiven.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Verwijder de batterij.
Schuif het klepje van de batterijen/
geheugenkaart dicht.
12

De camera aan- en uitzetten

U zet de camera als volgt aan en uit.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

De camera aanzetten

Druk op de aan-uitknop.
Het lampje van de flitser en dat van de automatische scherpstelling knipperen enkele seconden.

De camera uitzetten

Automatische uitschakeling
• Als de camera een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld om stroom te besparen. Druk gewoon op de aan-uitknop als u de camera weer wilt gebruiken. Bij aanschaf is de tijd voor de automatische uitschakeling ingesteld op één minuut.
• Deze functie werkt niet wanneer de camera is aangesloten op de computer.
De camera uitzetten
Druk op de aan-uitknop.
Energiebesparende modus
Het is mogelijk het stroomverbruik van de LCD-monitor te verminderen en daardoor de batterijen langer te laten meegaan. Als u de stroombesparing hebt ingeschakeld, wordt de weergave op de LCD-monitor uitgeschakeld in de fotomodus. Wanneer de LCD-monitor donker is, zet u de modusdraaiknop op SETUP om de instelling van de energiebesparende modus te controleren.
Zie pag.109 voor meer informatie over het wijzigen van de tijd voor de automatische uitschakeling. Zie pag.114 voor meer informatie over het instellen van de energiebesparende modus.
13
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

De datum en tijd instellen

Het is mogelijk om de datum en tijd te laten weergeven op de foto. Bij aanschaf van de camera zijn de datum en tijd nog niet goed ingesteld. Voordat u de camera gaat
gebruiken, moet u de datum en tijd dus zelf instellen.
U stelt de datum en tijd als volgt in.
De knoppen die u gebruikt
Zorg ervoor dat de camera aanstaat en zet de modusdraaiknop op 1 (instelmodus).
Het instelscherm wordt weergegeven op de LCD­monitor.
Stel het jaar, de maand, de dag en de tijd in door te drukken op !"#$.
Als u de knoppen !" ingedrukt houdt, kunt u de waarde snel verhogen of verlagen.
Kies bij [FORMAT] de gewenste notatie voor de datum en tijd.
Druk op de knop " om [DATE SETTINGS] te selecteren en druk vervolgens op de knop O.
Controleer onder in het scherm of de notatie naar wens is en druk vervolgens op de knop O.
Na het instellen van de datum en tijd keert u terug naar het instelscherm.
Als er ongeveer twee weken geen batterijen in de camera hebben gezeten, gaan de ingestelde datum en tijd weer verloren. Opnieuw instellen is dan de boodschap.
14
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

De SD Memory Card installeren

De foto's en filmpjes die u maakt, kunt u opslaan in het interne geheugen van de camera of op geheugenkaarten van het type SD Memory Card (in de handel verkrijgbaar).
Uw beelden beveiligen tegen overschrijven
Als u de kaart beveiligt tegen schrijven, kunnen uw beelden niet per ongeluk worden gewist. Ook formatteren is dan niet mogelijk. Als u deze beveiliging op de kaart ongedaan maakt, kunt u opnieuw beelden wissen en de kaart formatteren. Aangeraden om de kaart te beveiligen na het vastleggen van belangrijke beelden.
Het interne geheugen is 8 MB groot.
Waar uw opnamen worden opgeslagen
Wanneer er geen SD Memory Card in de camera is geplaatst, worden de opnamen opgeslagen in het interne geheugen van de camera. Zit er wel een SD Memory Card in de camera, dan worden de beelden op die geheugenkaart opgeslagen.
Wanneer er wel een geheugenkaart in de camera zit
Wanneer er geen geheugenkaart in de camera zit
Opslag in het interne geheugen
Opslag op de SD Memory Card

De SD Memory Card installeren

Zet de camera uit.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart open.
Het openen van het klepje gaat in twee stappen. Om een geheugenkaart te kunnen plaatsen of verwijderen
hoeft u het klepje maar één stap te verschuiven.
Duw de kaart helemaal naar binnen (let op de juiste richting) tot hij vastklikt.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart dicht.
Let er bij het plaatsen van de SD Memory Card op dat er geen vuil komt op de metalen delen van de geheugenkaart.
15

De SD Memory Card verwijderen

Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart open.
Het openen van het klepje gaat in twee stappen. Om een geheugenkaart te kunnen plaatsen of
verwijderen hoeft u het klepje maar één stap te verschuiven.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Maak de kaart los door er voorzichtig op te drukken.
De kaart komt een klein beetje naar buiten.
Haal de kaart voorzichtig uit de camera.
Schuif het klepje van de batterijen/ geheugenkaart dicht.
16
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Gebruik van de LCD-monitor

De LCD-monitor dient voor weergave van het onderwerp dat u wilt fotograferen, maar ook voor het afspelen van filmpjes en foto's. Op de LCD-monitor worden bovendien enkele symbolen en getallen getoond die de status en instellingen van de camera aangeven.

Schermvoorbeelden bij het maken van foto's

Fotomodus Filmmodus Voicememo-modus
Symbool Inhoud van scherm Zie
A Flitser
B WHITE BALANCE (Geen schermweergave)
Flits uit
Auto
Rode-ogenreductie
Altijd flitsen
Lang synchroon
AUTO
Daglicht
Bewolkt
Gloeilicht
Tl-licht
Eigen instelling
De huidige flitsmodus. pag.48
De instelling van de witbalans. pag.55
17
Fotomodus Filmmodus Voicememo-modus
Symbool Inhoud van scherm Zie
C FOCUS (Geen schermweergave)
AF (automatische
scherpstelling)
MF (handmatige
scherpstelling)
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Instelling van de scherpstelling. pag.64
Snapshot
(oneindig)
D Opslag Opslag in het interne geheugen. pag.15
Opslag op een SD Memory Card. pag.15
E Typen flitsmodi Fotomodus pag.33
Filmmodus. pag.42
Serieopnamen. pag.39
Serieopnamen S pag.39
Serieopnamen M pag.39
Portretten. pag.36
Sport. pag.36 Landschappen. pag.36
Foto's 's nachts. pag.36
Tekst. pag.36
Hoge gevoeligheid. pag.36
2
F INTERVAL Interval Foto's maken met een bepaald interval. pag.73 G Beweging
H Beeldkwaliteit
Fijn
Normaal
Voicememo. pag.46
Kan worden weergegeven bij het scherpstellen.
Instelling van de beeldkwaliteit. pag.60
18
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Fotomodus Filmmodus Voicememo-modus
Symbool Inhoud van scherm Zie
I Resterend aantal
foto's
(Waarde) Aantal foto's dat nog kan worden gemaakt
met de huidige instellingen.
J Beeldformaat (Instelling) Instelling van het beeldformaat. pag.60 K ISO SETTING (Instelling) Instelling van de ISO-waarde. pag.68 L EXPOSURE COMP. (Instelling)
De instelling van de belichtingscompensatie.
M AUTO BRACKET AB Meerdere opnamen voor beste resultaat. pag.70
WB-BKT Variabele witbalansinstellingen. pag.58
N SHARPNESS SOFT Instelling van de scherpte. pag.69
(Geen schermweergave)
Standaard
SHARP
O Datum/tijd Datumafbeelding. pag.75
pag.53
P TIME EXPOSURE (Instelling) Belichtingstijd. pag.72 Q Batterij
Onvoldoende
Resterend vermogen.
capaciteit
R Zoombalk - Zoomstatus. pag.43 S PHOTOMETRY
(Geen schermweergave) Multi
Lichtmeting. pag.66
Center
Spot
T Zelfontspanner
Na tien seconden
Foto's maken met de zelfontspanner. pag.50
Na twee seconden
Macrofotografie Diafragmawaarde
- Diafragma.
Macrofotografie. pag.45
(lensopening). Sluitertijd Resterende opnametijd Opnametijd
• Wanneer u wilt fotograferen in omstandigheden met heel veel licht, kan overbelichting niet altijd worden voorkomen. In dit geval wordt [!AE] weergegeven.
• Op de LCD-monitor kunt u aanwijzingen zien voor het gebruik of over de status van de camera.
- Sluitertijd.
(Waarde)
Resterende filmtijd met de huidige instellingen.
(Waarde) Tijd opgenomen.
— — —
19
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Het scherm tijdens weergave

Fotomodus Filmmodus Voicememo-modus
Symbool Inhoud van scherm Zie
A PRINT DPOF ingesteld. pag.102
B PROTECT Beveiligd. pag.97
C Weergavebron Weergave vanuit intern geheugen. pag.84
Weergave vanaf een SD Memory Card. pag.83
D Modi Fotomodus. pag.83
Filmmodus. pag.85
Voicememo-modus. pag.86
Instelling van de beeldkwaliteit. pag.60
E Beeldkwaliteit
2
Fijn
Normaal
F Nummer van het
Nummer van het bestand dat wordt weergegeven.
weergegeven bestand
G
Totaal aantal bestanden
Totaal aantal bestanden dat is opgenomen.
H Beeldformaat (Instelling) Beeldformaat. pag.60 I Mapnummer -
Nummer van de map waarin het bestand is opgeslagen.
J Bestandsnummer - Nummer van het bestand dat wordt weergegeven. K Sluitertijd - Sluitertijd. L Diafragmawaarde
- Diafragma.
— — — —
(lensopening).
M Batterij
Onvol-
Resterend vermogen. pag.9
doende capaciteit
N Weergavetijd (Tijd) De tijd voor weergave van een film. O Indicator Verstreken tijd bij weergave film.
• Op de LCD-monitor kunt u aanwijzingen zien voor het gebruik of over de status van de camera.
20
— —
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Schermweergave aanpassen

Als u op E drukt, kunt u de schermweergave aanpassen, bijvoorbeeld of er wel symbolen op het scherm moeten worden weergegeven of juist niet.
Bij het maken van foto's
Weergave van
Symbolen
Geen
rasterlijnen
Knop E
In Synchro-Monitor-modus staat de LCD-monitor uit (geen schermweergave), behalve wanneer u de volgende handelingen verricht. Dit is handig wanneer u stroom wilt besparen.
Druk de ontspanknop half in. De LCD-monitor gaat aan en u kunt de compositie controleren. Nadat u de
foto hebt gemaakt door de ontspanknop helemaal in te drukken, gaat de LCD-monitor automatisch weer uit.
Druk op de knop Q (snel weergeven).
Druk op de knop M.
U kunt nu de zojuist gemaakte foto bekijken (zie pag.80). Wanneer u nog­maals op de knop Q (snel weergeven) drukt, zet u de LCD-monitor uit.
De schermweergave op de LCD-monitor gaat aan en u kunt diverse opname-instellingen vastleggen (zie pag.27). Wanneer u nogmaals op de
knop M drukt, zet u de LCD-monitor uit.
Synchro­Monitor-modus
• U kunt de LCD-monitor niet aan- of uitzetten door te drukken op de knoppen T (zelfontspanner), F (flitser) of N (macro).
• Wanneer u de LCD-monitor uitzet, gaan de batterijen langer mee. Maak in dit geval de foto met behulp van alleen de zoeker.
• In de voicememo-modus kunt u de schermweergave op de LCD-monitor uitzetten door te drukken op de knop
Wanneer er geen symbolen of alleen rasterlijnen worden weergegeven, zullen er alleen symbolen zichtbaar zijn (gedurende slechts enkele seconden) na een druk op de knop voor de zelfontspanner, flitser of macromodus.
Zie pag.77 voor meer informatie over het weergeven van de rasterlijnen.
E
Bij het weergeven van foto's
Symbolen
Geen schermweergave
Knop E
.
• In de voicememo-modus kunt u de schermweergave op de LCD-monitor uitzetten door te drukken op de knop
21
E
.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Knopfuncties

De volgende tabel bevat een overzicht van de functies van de knoppen op de camera.
Aan-uitknop, zie pag.13. Modusdraaiknop, zie pag.8. Ontspanknop, zie pag.30.
Knop Fotomodus Weergavemodus Menuweergave
D (verwijderen)/ T (zelfontspanner)
!( F: flitser) Met deze knop zet u de
"(N: macro) Met deze knop kunt u foto's
#(Q: snel weergeven) Met deze knop wordt de
$ Met deze knop geeft u de
!"#$
Z (uitzoomen)/ 9 (miniatuurweergave)
z (inzoomen)/ 9 (vergroting)
E
O Met deze knop regelt u het gebruik van de menu's op de LCD-monitor (zie pag.23). M Deze knop dient voor het instellen van de verschillende opnamemethoden (zie
Als u op deze knop drukt in de fotomodus, wordt de zelfontspanner geactiveerd en kunt u daarmee foto's maken (zie pag.50).
flitser aan en uit en activeert u de diverse andere modi (zie pag.48).
maken van heel dichtbij (close-ups) (zie pag.45).
laatst gemaakte foto weergegeven (zie pag.80).
Als u op deze knop drukt in de fotomodus, kunt u groothoekfoto's maken (uitzoomen, zie pag.43).
Als u op deze knop drukt in de fotomodus, kunt u inzoomen op het onderwerp voordat u een foto maakt (zie pag.43).
Met deze knop regelt u de weergave van symbolen op de LCD-monitor (zie pag.21).
pag.23) of voor het verzenden van foto's naar de computer (zie pag.127, pag.140).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, kunt u de foto of film verwijderen die wordt weergegeven op de LCD-monitor (zie pag.94).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus voor voicememo's, kunt u het volume regelen (zie pag.86).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus voor voicememo's, kunt u het volume regelen (zie pag.86).
Met deze knop geeft u de vorige foto of film weer (zie pag.83).
volgende foto of film weer (zie pag.83).
Met deze knop wordt de foto (of film) rechts, links, boven of onder weergegeven in de miniatuurweergave (zie pag.88).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, wordt de LCD-monitor op zo'n manier opgedeeld dat u meerdere foto's tegelijk kunt zien (zes beelden tegelijk) (zie pag.88).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, wordt het beeld op de LCD­monitor maximaal 3,4-maal zo groot weergegeven (zie pag.89).
Met deze knoppen verplaatst u het kader naar links, rechts, boven en onder (zie pag.27).
22
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag

Schermen

De standaardwaarden van uw camera op het moment van aanschaf worden hieronder steeds aangegeven met rechte haken.
Opnamemenu (fotomodus)
Dit menu opent u in de fotomodus door op de knop M te drukken.
Instelling Optie Zie
EXPOSURE COMP. -2.0 ~ +2.0 pag.53 WHITE BALANCE
PIC QUALITY/SIZE F2048/N2048/F1280/[N1280]/N640 pag.60 FOCUS [AF]/MF/SNAP/ pag.64 CONT. MODE [OFF]/CONT/SCONT/MCONT pag.39 PHOTOMETRY [MULTI]/CENTRE/SPOT pag.66 ISO SETTING [AUTO]/25/200/400/800 pag.68 SHARPNESS SHARP/[NORMAL]/SOFT pag.69 AUTO BRACKET ON/[OFF]/WNB-BKT pag.70 IMAGE WITH SOUND ON/[OFF] pag.51 TIME EXPOSURE [OFF]/1/2/4/8 seconden pag.72 INTERVAL pag.73
DATE IMPRINT [Off]/Date/Date and Time pag.75 RESTORE DEFAULTS pag.76
[ ] / (daglicht)/ (bewolkt)/ (gloeilicht)/
(tl-licht)/ (eigen instelling)
pag.55
23
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Opnamemenu (filmmodus)
Dit menu opent u in de filmmodus door op de knop M te drukken.
I
Instelling Optie Zie
MOVIE SIZE [320] / 160 pag.42 WHITE BALANCE
FOCUS [AF]/MF/SNAP/ pag.64
[ ] / (daglicht)/ (bewolkt)/ (gloeilicht)/
(tl-licht)/ (eigen instelling)
pag.55
Opnamemenu (scènemodus/behalve in de tekstmodus)
Dit menu opent u in de scènemodus door op de knop M te drukken.
Instelling Optie Zie
EXPOSURE COMP. -2,0 tot +2,0 pag.53 WHITE BALANCE
PIC QUALITY/SIZE F2048/N2048/F1280/[N1280]/N640 pag.60 FOCUS [AF]/SNAP/(behalve modus voor landschappen) pag.64
[ ] / (daglicht)/ (bewolkt)/ (gloeilicht)/
(tl-licht)/ (eigen instelling)
pag.55
IMAGE WITH SOUND ON/OFF pag.51 DATE IMPRINT [OFF]/DATE/TIME pag.75
24
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Opnamemenu (tekstmodus)
Dit menu opent u in de tekstmodus door op de knop M te drukken.
Instelling Optie Zie
DENSITY DEEP/[NORMAL]/LIGHT pag.78 SIZE 2048/[1280] pag.60 IMAGE WITH SOUND ON/[OFF] pag.51 DATE IMPRINT [OFF]/DATE/TIME pag.75
Weergavemenu
Dit menu opent u in de weergavemodus door op de knop M te drukken.
Instelling Optie Zie
SLIDE SHOW ON/[OFF] pag.91 PROTECT Selecteren/Selectie opheffen 1 FILE/ Selecteren/Selectie opheffen
ALL FILES
PRINT Selecteren/Selectie opheffen 1 FILE/ Selecteren/Selectie opheffen
ALL FILES
RESIZE 1280/640 pag.105
pag.97
pag.102
COPY TO CARD pag.101
25
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Scherm voor het kiezen van de gewenste scène (scènemodus)
Dit scherm wordt weergegeven wanneer u een scène kiest in de scènemodus.
Symbool Betekenis Zie
PORTRAIT (portret) pag.36
SPORTS (sport) pag.36
LANDSCAPE (landschap) pag.36
NIGHTSCAPE (nachtfoto's) pag.36
TEXT MODE (tekst) pag.36
HIGH SENSITIVITY (hoge gevoeligheid) pag.36
Instelscherm (instelmodus)
Dit scherm wordt weergegeven in de instelmodus.
Instelling Optie Zie
CARD FORMAT pag.107 IN FORMAT pag.108 DATE SETTINGS pag.14 AUTO POWER OFF OFF/[1]/5/30 minuten pag.109 BEEP SOUND ON/[OFF] pag.110 SEQUENTIAL NO. ON/[OFF] pag.111 IMAGE CONFIRMATION TIME OFF/[1]/2/3 seconden pag.112 LCD BRIGHTNESS pag.113 POWER SAVE ON/[OFF] pag.114 LANGUAGE JPN/[ENG]/FRE/GER/CHI pag.115 VIDEO OUT MODE [NTSC]/PAL pag.116
26

Basiswerking van het opnamemenu/weergavemenu

Gebruik
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het menu weergeven:
Naar een ander menuscherm gaan (opnamemenu):
Een item selecteren:
Zet de modusdraaiknop op 5 (fotomodus) of 6 (weergavemodus). Druk op de knop M.
Het snelmenu wordt weergegeven. In het menuscherm kunt u van het ene naar het andere scherm gaan door te drukken op de knoppen het ene naar het andere item door te drukken op de knoppen
#$
!"
en van
.
Druk op de knoppen #$.
U kunt het menuscherm veranderen van [1] naar [3].
Druk op de knoppen !" om het gewenste item te selecteren.
Druk op de knop O.
Een waarde selecteren (opnamemenu):
Een bevestiging selecteren (opnamemenu):
Een item selecteren dat u wilt doorvoeren (weergavemenu):
Terugkeren naar het opname­scherm/weergavescherm:
• In het scherm voor het kiezen van een instelling wordt de actieve instelling steeds weergegeven met een oranje blokje (). Ook als u de blauwe balk verplaatst, blijft het oranje blokje gewoon staan tot u de instelling definitief wijzigt. Zo ziet u altijd wat de vorige instelling was.
Druk op de knoppen
!"
om het gewenste item te selecteren.
Druk op de knop O.
Druk op de knop $ om [YES] te selecteren. Druk op de knop O.
Druk op de knoppen !" om het item te selecteren dat u wilt doorvoeren.
Druk op de knop O.
Druk op de knop M.
• De precieze volgorde van het menuscherm hangt af van het item waarvoor de instellingen worden gewijzigd. Zie deel 2 of deel 3 voor een meer gedetailleerde uitleg van elk van de items.
27

Basiswerking van het instelscherm

Gebruik
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het instelscherm weergeven:
Een item selecteren:
Een waarde selecteren:
Wanneer u [EXECUTE] hebt geselecteerd:
Het instelscherm sluiten:
Zet de modusdraaiknop op 1 (instelmodus).
Het instelscherm wordt weergegeven.
Druk op de knoppen !" om het gewenste item te selecteren.
Druk op de knoppen #$ om het gewenste item te selecteren.
Druk op de knop O.
Het volgende scherm wordt weergegeven, zodat u de nodige instellingen kunt vastleggen.
Zet de modusdraaiknop op een andere modus.
De precieze volgorde van de handelingen hangt af van het item waarvoor de instellingen worden gewijzigd. Zie deel 6 voor een meer gedetailleerde uitleg van elk van de items.
28
Deel 2 Opnamen maken -
basisfuncties
De basisfuncties voor het maken van opnamen worden hier uitgelegd, van het vasthouden van de camera tot het maken van foto's en films.
Hoofdstuk 1 / Deel 2 Opnamen maken - basisfuncties

De camera op de juiste manier vasthouden

Als de camera beweegt op het moment dat u de ontspanknop indrukt, zullen uw foto's wazig worden ('bewogen').
Het beste resultaat krijgt u door de camera als volgt vast te houden.
Houd de camera met beide handen stevig vast en houd uw ellebogen losjes tegen het lichaam.
Plaats uw vinger op de ontspanknop.
• Let erop dat vingers, haar of de polsriem niet voor de lens of de flitser komen tijdens het maken van foto's.
• Om bewogen foto's te voorkomen moet u de camera stevig met twee handen vasthouden of een statief gebruiken.
Overweeg een statief ter voorkoming van bewogen foto's in de volgende gevallen:
• Wanneer u foto's in het donker maakt of geen flits gebruikt of de modus Lang synchroon gebruikt.
• Wanneer u foto's maakt met gebruik van de zoomfunctie.
30
Loading...
+ 140 hidden pages