Reely Hughes User guide [nl]

EP Helikopter „Hughes“ 2.4GHz RtF
Bestnr.: 20 77 60
Versie 10/09

2. Voorgeschreven gebruik .................................................................................................................................... 4
4. Uitleg van de symbolen ..................................................................................................................................... 4
5 Leveringsomvang:.............................................................................................................................................. 5
6. Veiligheidsvoorschriften ..................................................................................................................................... 6
7. Voorschriften voor batterijen en accu´s ............................................................................................................. 8
8. Bedieningselementen van de zender .............................................................................................................. 10
9. Ingebruikneming van de zender ...................................................................................................................... 13
10. Modelhelikopter in gebruik nemen .................................................................................................................. 13
11. Functies van de afstandsbediening ................................................................................................................. 16
12. Helikoptermechaniek controleren .................................................................................................................... 18
13. Onderhoud en verzorging ................................................................................................................................ 21
14. Afvoer ............................................................................................................................................................... 25
15. Technische gegevens ...................................................................................................................................... 26
16. Verklaring van overeenstemming (DOC)......................................................................................................... 26
Inhoudsopgave
a) Algemeen ..................................................................................................................................................... 6
b) Voor de ingebruikname................................................................................................................................ 6
c) Tijdens het gebruik ...................................................................................................................................... 7
a) Zender .......................................................................................................................................................... 8
b) Vliegaccu ..................................................................................................................................................... 9
a) Zenderfuncties ........................................................................................................................................... 10
b) Besturingselementen op de voorkant van de zender (stand 2) ................................................................ 11
c) Achterkant van de zender .......................................................................................................................... 12
a) Controleren van de verbindingen .............................................................................................................. 13
b) Controleren van de bewegende delen ...................................................................................................... 13
c) Montage van de hoofdrotorbladen ............................................................................................................ 14
d) Plaatsen van de vliegaccu ......................................................................................................................... 14
e) Instellen van het zwaartepunt .................................................................................................................... 15
a) Overbrengen van de stuurbevelen ............................................................................................................ 16
b) Programmeerbare functies ........................................................................................................................ 17
a) Controleren en instellen van de stuurstangen .......................................................................................... 18
b) Controleren en instellen van de hulppaddle ...................................................................................
c) Controleren en instellen van de pitchwaarde ............................................................................................ 19
d) Controleren en instellen van de spoorloop ............................................................................................... 20
a) Demonteren van de mechaniek ................................................................................................................ 22
b) Speling motor/hoofdaandrijvingstandwiel instellen ................................................................................... 24
c) Tandriemspanning instellen ....................................................................................................................... 24
a) Algemeen ................................................................................................................................................... 25
b) Batterijen en accu´s ................................................................................................................................... 25
Pagina
........... 19
2
1. Inleiding

Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese normen. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke
werking te garanderen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de inbedrijfstelling en het gebruik. Neem deze instructies in acht, ook wanneer u het product aan derden doorgeeft.
Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf!
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Voor technische vragen kunt u contact opnemen met:
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
3
2. Bestemmingsmatige toepassing

De RC elektrohelikopter „Hughes“ en zijn afstandsbediening zijn uitsluitend geschikt voor eigen gebruik als model gedurende de werkingstijden die daarmee zijn verbonden.
Het systeem is niet geschikt voor andere toepassingen. Een ander gebruik dan hier beschreven kan de beschadiging van het product en de hiermee verbonden gevaren zoals bv. kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz. tot gevolg hebben. de veiligheidsaanwijzingen moeten absoluut worden opgevolgd!
Het product mag niet vochtig of nat worden. Het product is geen speelgoed. Het is niet geschikt voor kinderen onder 14 jaar.
Volg alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing op. Deze bevat belangrijke informatie voor het gebruik van het product.
U alleen bent verantwoordelijk voor een veilige werking van het model!
3. Productbeschrijving

Bij de modelhelikopter „Hughes“ gaat het om een al voorgemonteerde helikopter met een 2,4 GHz afstandsbediening die uit hoogwaardige onderdelen werd gemaakt. Het model is omwille van zijn ontwerp voor de ervaren modelhelikopterpiloot gemaakt die met zijn model voorbeeldvluchten wil uitvoeren. Eenvoudige kunsten zoals rollen en loopings zijn mogelijk.
Dit extreem wendbare model is absoluut ongeschikt voor beginners in het modelvliegen!
4. Verklaring van de symbolen

Een uitroepteken in een driehoek wijst op speciale gevaren bij het gebruik, de ingebruikneming of bediening.
Het ”pijl”-symbool wijst op speciale tips en bedieningsvoorschriften.
4
5. Leveringsomvang

• Voorgemonteerde helikopter
• Zender
• Gebruiksaanwijzing voor helicopter en afstandsbediening De reserveonderdelenlijst vindt u op onze internetpagina www.conrad.com in het downloadgedeelte van
het betreffende product. U kunt de reserveonderdelenlijst ook telefonisch aanvragen. De contactgegevens vindt u aan het begin
van deze gebruiksaanwijzing in het hoofdstuk „Inleiding“.
In principe zijn door de fabrikant alleen de zichtbare elementen gelakt. Ongelakte plekken of spuitnevel op onzichtbare plaatsen van het model kunnen naar eigen goeddunken met verf worden bijgewerkt of zo worden gelaten. Verf wordt echter niet bij het model geleverd en dient afzonderlijk te worden aangeschaft.
Voor het in elkaar zetten en het gebruik zijn nog de volgende onderdelen nodig, die niet bij het model zijn meegeleverd:
Opbouw:
Soldeerbout, schroevendraaier, borglak, klittenband en dubbelzijdig kleefband.
Werking:
Voor de werking van de afstandsbediening heeft u 8 batterijen of accu’s van het formaat Mignon, een 3-cels LiPo­vliegaccu met ong. 2400 mAh en een ontladerrate van 25 C en de bijhorende stekker „snelheidsregelaar / accu“ nodig.
In de praktijk geteste toebehoren vindt u in onze catalogus onder www.conrad.de.
5
6. Veiligheidsaanwijzingen

Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Onder de garantie vallen bovendien niet de normale slijtage en schade door ongelukken resp. neerstorten (bv. gebroken propellers of helikopteronderdelen).
Geachte klant, deze veiligheidsvoorschriften hebben niet alleen de bescherming van het product, maar ook van uw
gezondheid en die van andere personen tot doel. Lees daarom dit hoofdstuk zeer aandachtig door voordat u het product gebruikt!
a) Algemeen
Let op, belangrijk!
Bij gebruik van het model kan het tot materiële schade of lichamelijke letsels komen. Zorg dat u voor het gebruik van het model voldoende verzekerd bent, bijv. via een aansprakelijkheidsverzekering. Informeer indien u reeds beschikt over een aansprakelijkheidsverzekering voor u het model in bedrijf neemt bij uw verzekering of het gebruik van het model meeverzekerd is.
Let op: In sommige landen van de EU bestaat een verzekeringsplicht voor alle vliegmodellen.
• Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product of de onderdelen niet toegestaan!
• Het product is geen speelgoed. Het is niet geschikt voor kinderen onder de 14 jaar.
• Het product mag niet vochtig of nat worden.
• Gelieve u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub te wenden als u nog niet genoeg kennis heeft voor het gebruik van afstandsbediende helikopters.
• U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is gevaarlijk speelgoed voor kinderen.
• Wend u zich tot ons (zie hoofdstuk 1 voor de contactgegevens) of een andere vakman indien u vragen heeft die niet met behulp van deze gebruiksaanwijzing opgehelderd kunnen worden.
b) Voor de ingebruikname
• Rol de antennedraad van de ontvanger in het model over zijn gehele lengte af. Leg de antenne zo dat ze onder geen enkele omstandighedi in de bewegende delen kan vast raken. De antennedraad mag niet worden opgerold, noch afgeknipt.
• Controleer regelmatig de technische veiligheid van uw model en het afstandsbedieningssysteem. Let hierbij op zichtbare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen of beschadigde kabels. Alle bewegende onderdelen van het model moeten soepel werken en de lagers mogen geen speling vertonen.
• De vliegaccu die voor de werking nodig is en de accu´s die eventueel in de zender geplaatst zijn moeten volgens de aanwijzingen van de fabrikant opgeladen worden.
6
• Als u batterijen voor de stroomvoorziening van de zender gebruikt, moeten deze voldoende restcapaciteit hebben (eventueel met een batterijtester controleren). Als de batterijen leeg zijn, moeten steeds alle batterijen vervangen worden, dus nooit aparte batterijen.
• Trek voor het gebruik van uw model de antenne aan de zender altijd volledig uit aangezien anders het bereik van de zender aanzienlijk wordt beperkt.
• Schakel steeds eerst de zender in. Pas daarna mag de vliegaccu van het model aangesloten worden. Anders kunnen er onvoorspelbare reacties van het model optreden en de rotoren kunnen onbedoeld beginnen te draaien!
• Controleer vóór iedere inbedrijfstelling de correcte en vaste montage van de hoofd- en hekrotor.
• Let er bij draaiende propellers op dat er geen voorwerpen en lichaamsdelen in het draai- en aanzuigbereik van de propellers zijn.
c) Tijdens het gebruik
• U mag bij het gebruik van het model geen risico´s nemen! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk van uw verantwoord gebruik van het model.
• Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Houd daarom bij het vliegen voldoende afstand tot personen, dieren en voorwerpen.
• Kies een geschikt terrein voor het gebruik van uw modelvliegtuig.
• U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door alcohol of medicijnen kan verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Vlieg nooit rechtstreeks op toeschouwers of op uzelf af.
• Motor, vliegregelaar en vliegaccu kunnen tijdens het gebruik van het model heet worden. Pauzeer daarom 10-15 minuten voordat u de vliegaccu weer oplaadt of voordat u met een reservevliegaccu opnieuw start. De aandrijfmotor moet op omgevingstemperatuur afgekoeld zijn.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Koppel na de landing altijd eerst de vliegaccu los of schakel het modelvliegtuig uit. Pas daarna mag de afstandsbediening of zender uitgeschakeld worden.
• In geval van een defect of een verkeerde werking moet eerst de oorzaak van de storing verholpen worden voordat u het model weer start.
• U mag het model en de afstandsbediening niet gedurende langere tijd aan direct zonlicht of grote hitte blootstellen.
7
7. Voorschriften voor batterijen en accu´s

Het gebruik van batterijen en accu´s is vandaag de dag weliswaar vanzelfsprekend, maar er bestaan toch tal van gevaren en problemen. Vooral bij LiPo en Li-ion accu´s met hun hoge energie-inhoud (in vergelijking met gewone NiCd of NiMH accu´s) moeten er diverse voorschriften in acht genomen worden aangezien er anders explosie- en brandgevaar bestaat.
De helikopter wordt zonder accu’s en zonder oplaadtoestel geleverd. Toch geven we u om veiligheidsredenen graag wat belangrijke informatie i.v.m. de omgang met batterijen en accu’s. Neem ook alle informatie van de fabrikant die met de accu wordt meegeleverd in acht.
a) Zender
• Houd batterijen/accu´s buiten het bereik van kinderen!
• U mag batterijen/accu´s niet zomaar laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of huisdieren ze inslikken. In dit geval dient u onmiddellijk een arts te raadplegen!
• U mag batterijen/accu´s nooit kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Er is explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij contact met de huid verwondingen veroorzaken. Draag in zo´n geval steeds beschermende handschoenen.
• Gewone batterijen mogen niet opgeladen worden. Er bestaat brand- en explosiegevaar! U mag alleen accu´s opladen die hiervoor geschikt zijn. Gebruik geschikte acculaders.
• Let bij het plaatsen van batterijen/accu’s resp. het aansluiten van een accupack op de juiste polariteit (plus/+ en min/-).
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bv. als u het opbergt), moet u de batterijen (of accu´s) uit de afstandsbediening nemen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te voorkomen.
• Laad NiCd- resp. NiMH-accu´s ongeveer om de 3 maanden op, aangezien anders door de zelfontlading een zogenaamde diepontlading kan optreden waardoor de accu´s onbruikbaar zullen worden.
• Vervang steeds de volledige set batterijen of accu’s. U mag geen volle en halfvolle batterijen of accu´s door elkaar gebruiken. Gebruik steeds batterijen of accu´s van hetzelfde type en dezelfde fabrikant.
• U mag nooit batterijen en accu´s door elkaar gebruiken!
De afstandsbediening (zender) kan zowel met batterijen als accu´s gebruikt worden. Door de lagere spanning (accu = 1,2V, batterij = 1,5V) en de lagere capaciteit van accu’s is de gebruiksduur
korter. Maar dit speelt normaal gezien geen rol daar de bedrijfsduur van de afstandsbediening veel hoger is dan die van de helikopter.
Als u batterijen voor de afstandsbediening gebruikt, raden wij aan om hoogwaardige alkalinebatterijen te gebruiken.
Bij het gebruik van accu´s kan de reikwijdte eventueel minder zijn.
8
b) Vliegaccu
Let op!
Na het vliegen moet u de LiPo-vliegaccu van de snelheidsregelaar van de helikopter loskoppelen. Laat de LiPo-vliegaccu niet op de snelheidsregelaar aangesloten als u deze niet gebruikt (b.v. bij het transport of de opslag). Anders kan de LiPo-vliegaccu diep ontladen worden. Daardoor wordt deze vernietigd en onbruikbaar! Bovendien bestaat het gevaar voor defecten door stoorimplusen. De rotoren kunnen ongewild starten en schade of letsels veroorzaken.
• U mag de LiPo-vliegaccu nooit direct na het gebruik opladen. Laat de LiPo-vliegaccu steeds eerst afkoelen (ten minste 10-15 minuten).
• Gebruik voor het laden van LiPo-accu’s een geschikt LiPo-oplaadtoestel en een LiPo-equalizer/balancer.
• U mag enkel intacte accu´s opladen die niet beschadigd zijn. Als de uitwendige isolatie van de accu beschadigd is of als deze een andere vorm heeft of bol staat, mag de accu in geen geval opgeladen worden. In dit geval bestaat er een acuut gevaar voor brand en explosies!
• Beschadig nooit de buitenkant van de LiPo-vliegaccu. Snijd het folieomhulsel niet door. Steek niet met een scherp voorwerp in de LiPo-vliegaccu. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Neem de LiPo-vliegaccu voor het opladen uit het model en leg hem op een vuurvaste ondergrond. Zorg voor voldoende afstand t.o.v. brandbare voorwerpen.
• Omdat zowel het laadapparaat als de LiPo-vliegaccu warm worden tijdens het opladen, moet er voor voldoende ventilatie gezorgd worden. Dek het laadapparaat en de LiPo-vliegaccu nooit af! Dit geldt vanzelfsprekend ook voor andere laadapparaten en andere accu’s.
• U mag accu´s nooit onbewaakt laten tijdens het opladen.
• Koppel de LiPo-vliegaccu los van het laadapparaat als de accu volledig opgeladen is.
• U mag het laadapparaat enkel in droge en gesloten ruimtes gebruiken. Laadapparaten en accu’s mogen niet vochtig of nat worden.
Er bestaat het levensgevaar door een elektrische schok! Daarnaast ontstaat hierdoor brand- en explosiegevaar door de accu! Vooral LiPo-accu’s zijn omwille van de chemicaliën die ze bevatten bijzonder gevoelig voor vocht!
• Stel het laadapparaat en de LiPo-vliegaccu niet bloot aan hoge/lage temperaturen en direct zonlicht.
• Let bij de omgang met LiPo-accu’s op de speciale veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant!
9
8. Bedieningselementen van de zender

In deze gebruiksaanwijzing worden enkel de basisfuncties van de afstandsbediening en gyroscoop verklaard. Gedetailleerde informatie vindt u in de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de afstandbediening.
Waarschuwing!
De afstandsbediening werd af fabriek voor de eerste vluchtpogingen aan de helikopter aangepast en vooraf ingesteld. De volgende beschrijvingen van mogelijke programmafases of instellingsrichtlijnen zijn evenwel enkel ter controle voor de eerste vlucht en ter aanpassing aan uw persoonlijke vluchtgewoontes na de eerste vlucht. Wij raden u daarom af om voor de eerste vlucht de instelwaarden te wijzigen.
Waarschuwing!
Enkele instelwaarden - bijv. de sturing/correctie van de pitch-waarde, - kunnen niet in vliegklare toestand worden doorgevoerd, omdat bijv. door het bedienen van de pitch-functie op de zender oncontroleerbaar de motor zou starten. Er bestaat acuut gevaar op lichamelijke letsels en/of materiële schade!
Om deze instellingen zonder gevaar en onnodig programmeren te kunnen doorvoeren, adviseren we, de drie steekverbindingen tussen motor en toerentalregelaar los te maken. Hiertoe moet u de betrokken contactparen vooraf met verschillende kleuren coderen, om na een controle/correctie terug de juiste contactparen te vinden en daarmee de correcte draairichting van de motor te vinden.
Als de motor in de verkeerde richting draait, moeten bij een brushless motor twee van de drie leidingen tussen motor en toerentalregelaar worden vervangen.
a) Zenderfuncties
• LED-display
• 5 modelgeheugen
• 6 kanalen (4 kanalen via kruisknuppel, 2 kanalen via schakelaarfuncties voor vliegtuigmodelprogramma’s)
• Digitale koppeling van kanalen 1 - 4
• Programmeermogelijkheid uit stand 1 en 2
• Weginstelling van alle kanalen van 0 - 120%
• Servoreverse van alle kanalen
• Servomiddeninstelling voor alle kanalen
• Dual Rate voor achterste roer (Roll), hoogteroer (Nick) en zijroer (Gier)
• Waarschuwingstoon bij minder dan 8,6 V bedrijfsspanning aan de zender
• Laadbus
• 3 verschillende helikopterpogramma’s
- HP1: Pitchaansturing met een servo
- HP2: Pitchaansturing met 2 servo’s
- HP3: Pitchaansturing met 3 servo’s (CCPM 120)
10
• 5 punts gaskurve voor normale en acrobatische vluchten
• 5-punts pitchkurve voor normale en acrobatische vluchten Gas (Throttle) Hold
• Gas (Throttle) Hold stand
• Omschakeling van de gyro-gevoeligheid tijdens de vlucht
b) Besturingselementen op de voorkant van de zender (stand 2)
1) AAN/UIT-schakelaar
2 Display 3 Toetsen „UP“ en „DN“ 4 Toetsen „INC“ en „DEC“ 5 Trimschuiver links / rechts linkerstuurknuppel 6 Trimschuiver vooruit / achteruit linkse stuurknuppel 7 Stuurknuppel links 8 Omschakelaar „Idle Up“ (vluchtmodus, vb. normale
en acrobatische vlucht) 9 Omschakelaar Aux / kanaal 5 10 Rode LED als controlemelder Aan / Uit
Afb. 1
11 Antenne met knikelement 12 Blauwe LED voor HF-aanduiding 13 Dual rate-omschakelaar voor roeruitslagbegrenzer 14 Schakelaar voor constant motortoerental 15 Stuurknuppel rechts 16 Trimschuiver links / rechts rechterstuurknuppel 17 Trimschuiver vooruit / achteruit rechter stuurknuppel 18 Oog voor draagriem 19 Bus voor laadapparaat (opzij) 20 Bus voor leraar / leerling (aan de onderkant, niet
werkingsbereid geschakeld)
11
c) Achterzijde van de zender
1 Draaggreep 2 Schakelaar voor „Binding“ 3 Batterijvakdeksel 4 Batterijvak met batterijhouder
Afb. 2
12
9. Zender in gebruik nemen

Neem hiervoor de overeenkomstige richtlijnen in de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht. Maak uzelf voor de eerste vlucht op voldoende wijze met de werking van de afstandsbediening vertrouwd.
De afstandsbediening kan voor tot 5 modelvliegtuigen worden voorgeprogrammeerd. Op die manier moet u niet telkens als u met een ander model wilt vliegen, de afstandsbediening opnieuw programmeren.
Voor u met het vliegen begint, moet u er zich van overtuigen, dat op de afstandsbediening het correcte model is ingesteld. Met de waarden voor een ander model zou het door u gebruikte model kunnen neerstorten.
Maakt u een notitie van welk modelvliegtuig onder welke omschrijving en nummer u in de afstandsbediening programmeerde. Plak deze aanmerking bijv. op de rugzijde van de afstandsbediening.
10. Modelhelikopter in gebruik nemen

a) Verbindingen controleren
Controleer na het transport en voor het vliegen altijd of alle verbindingen goed vast zitten. Door het schudden tijdens het transport en bij het vliegen kunnen de verbindingen loskomen. Daarom moet u, zoals bij een echte helikopter, een grondige pre-flight-check uitvoeren.
b) Controleren van de bewegende delen
Controleer voor het vliegen altijd of alle bewegende delen en opgeslagen onderdelen vlot bewegen. Deze moeten vlot beweeglijk zijn maar er mag geen speling zijn. De huls van de tuimelschijf (1), de pitchcompensator (2) en de stuurhuls van de hekrotor (3) moeten regelmatig geölied worden zodat ze gemakkelijk kunnen bewegen.
Gebruik voor het oliën uitsluitend olie die niet hard wordt. Dit kan speciale olie voor vliegtuigmodellen of naaimachineolie zijn.
Afb. 3 Afb. 4
13
c) Montage van de hoofdrotorbladen
Schroef de meegeleverde rotorbladen in de overeenkomstige opening van de rotorkop vast.
Waarschuwing!
Trek de rotorbladschroeven maar zo vast aan dat de bladen door de middelpuntvliegende kracht nog precies kunnen werken.
d) Vliegaccu inbouwen
De vliegaccu behoort niet tot de leveringsomvang maar moet afzonderlijk worden besteld.
Om de vliegaccu te monteren gaat u als volgt te werk:
Verwijder het cabinekap. Soldeer aan de aansluitkabel van accu en toerentalregelaar (1) een stekkersysteem voor hoge stroom (zie afbeelding 5, pos. 2, niet in de leveringsomvang). Let daarbij altijd op de juiste polariteit, let er ook op dat er geen kortsluiting ontstaat!
Monteer de accu (3) op de houder (4) en bevestig deze met kleefband (5). Plak aanvullend op het getoonde klittenband op de onderzijde van de accu en op de accuglijgoot ook een strook klittenband om ook het verschuiven naar voren en achteren doeltreffend te voorkomen.
De helikopter heeft een veiligheidsinstelling tegen ongewild aanlopen van de motor. Wanneer het contact met de accu wordt gemaakt, geeft de stuurelektronica in het model geen aanloopbevel aan de motor, hoewel de zender niet is ingeschakeld of de stuurknuppel voor de pitch (afbeelding 1, pos. 7) niet op nul werd getrokken.
Pas wanneer de zender wordt ingeschakeld en de stuurknuppel voor de pitch (afbeelding 1, pos. 7) eenmaal op nul wordt getrokken, geeft de stuurelektronica de nor­male werkingstoestand vrij.
Dit herkent u aan de pieptonen die de stuurelektronica daarbij geeft. Als dit niet het geval is, moet de accu van de toerentalregelaar worden gescheiden en na ongeveer 10 seconden nogmaals worden aangesloten.
Let op:
Om ingeval van het uitvallen van de veiligheidsvoorziening een ongewild aanlopen van de motor te verhinderen, moet de zender zijn ingeschakeld. De stuurknuppel voor de pitch (afbeelding 1, pos. 7) moet op nul getrokken zijn, zodat er geen bevel tot gasgeven wordt uitgestuurd. Test dit voor het aansluiten van de accu door het contact tussen accu en helikopter eerst maar heel kort aan te tippen en pas dan, wanneer de motor zeker niet aanloopt, het contact opnieuw te herstellen.
Verbind de aansluitkabels met de accu.
Afb. 5
14
e) Instellen van het zwaartepunt
Draai de hoofdrotor zo dat beide rotorbladen parallel t.o.v. de lengteas van de helikopter staan. Leg bij gemonteerde accu telkens een vinger onder de stangen van de hulppaddels van de hoofdrotor. Hef zo de
helikopter op. De helikopter moet nu horizontaal in evenwicht zijn. Als dit niet het geval is, verschuift u de vliegaccu.
Let er zeker op dat de accu of de kabels geen beweeglijke delen blokkeren.
Teken bij het optimale zwaartepunt de accu en een plaats op de romp af met een zwarte watervaste viltstift (zie afb. 5, pos. 6). Zo hoeft u na een accuwisseling niet steeds het zwaartepunt opnieuw te meten.
Belangrijk!
Meet het zwaartepunt steeds met de cabinekap aangebracht.
Nadat u de precieze accupositie heeft vastgelegd, moet u een gepaste markering aanbrengen (afbeelding 5, pos. 1) om zo niet telkens opnieuw het zwaartepunt te moeten bepalen, wanneer u de accu na het opladen opnieuw bevestigt.
15
11. Functies van de afstandsbediening

De helikopter werd al af fabriek voor de eerste vluchtpoging met een basisinstelling vliegklaar geprogrammeerd. Individuele stuurgewoontes kunnen na de eerste vluchten makkelijk in de zender wor­den geprogrammeerd. Gedetailleerde informatie over de individuele programmastappen en basisfuncties vindt u in de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening.
a) Overbrengen van de stuurbevelen
De stuurbevelen die u bij de zender invoert, worden niet 1:1 aan het model doorgegeven, maar in de elektronica van de zender vooraf geïnterpreteerd. Daardoor moet het piloteren van een modelhelikopter gemakkelijker worden. Wanneer u vb. de instelhoek (pitch) van de hoofdrotorbladen verhoogt, ligt het benodigde vermogen duidelijk hoger. Daarop mag u niet reageren door gescheiden gas te geven. Dit wordt, al naargelang uw programmering, door de elektronica in de zender overgenomen omdat u overeenkomstig gemengde bevelen aan de ontvangerelektronica uitzendt. De vermelde basisfuncties pitch, gier, nick en roll worden aan de hand van een zender in configuratie stand 2 beschreven.
Pitchfunctie
De pitch geeft de instelhoek van de hoofdrotoren aan. Hoe sterker de afstelhoek, hoe meer lift de hoofdrotor opwekt. Met behulp van de pitchfunctie wordt de vlieghoogte of snelheid van een helikopter beïnvloed.
Daarvoor kan de stuurknuppel (afbeelding 1, pos. 7) naar voren en naar achteren bewogen worden zonder dat deze, zoals bij de overige besturingsfuncties, steeds weer naar de middelste stand terugspringt.
• Indien de stuurknuppel geheel naar het lichaam getrokken wordt, is de aandrijfmotor uit en staan de rotoren stil.
• Wanneer de stuurknuppel naar voor wordt geschoven, loopt de motor aan en wordt de instelhoek van de hoofdrotorbladen verhoogd. Tegelijkertijd wordt meer gas gegeven.
• Als de middenpositie van de stuurknuppel bereikt is, moet de helikopter zweven.
Gierfunctie
Gieren bezeichnet das Drehen des Helikopters um die Hochachse. Met de gierfunctie bepaalt u in welke richting de romppunt wijst. Door een ingebouwde stabiliseringsgyro compenseert het model automatisch draaibewegingen die niet door een bevel aan de zender, maar vb. door de wind worden veroorzaakt.
• Als de knuppel (afbeelding 1, pos. 7) naar links wordt gestuurd, zal de punt van de romp naar links draaien.
• Indien u naar rechts stuurt, draait de punt van de romp zich eveneens naar rechts.
Rolfunctie
Met behulp van de roll functie kunt u de helikopter zijwaarts naar links en rechts bewegen. De bediening gebeurt met de overeenkomstige stuurknuppel (zie afb. 1, positie 15).
• Als u de knuppel lichtjes naar links beweegt, zal het model zijdelings naar links gaan.
• Indien u naar rechts stuurt, glijdt het model zijwaarts naar rechts.
16
Nick functie
Met behulp van de nick functie kunt u de modelhelikopter vooruit en achteruit laten vliegen. De bediening gebeurt met de overeenkomstige stuurknuppel (zie afb. 1, positie 15).
• Als u de knuppel lichtjes naar voren drukt, vliegt het model naar voren.
• Als de knuppel naar achteren getrokken wordt, vliegt het model achteruit.
b) Programmeerbare functies
De helikopter en de meegeleverde afstandsbediening werden al af fabriek van een vliegklare basisinstelling in de stuurregeling stand 2 voorzien. Daarom raden wij u aan deze instellingen voor de eerste vlucht over te nemen. Aan de hand van de gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening kunt u het model dan stap voor stap aan uw persoonlijke stuurgewoontes aanpassen. Het omstellen van de stuurregeling van stand 2 naar stand 1 wordt ook in de gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening beschreven.
Waarschuwing!
Enkele instelwaarden - bijv. de sturing/correctie van de pitch-waarde bij een elektrohelikopter, - kunnen niet in vliegklare toestand worden doorgevoerd, omdat bijv. door het bedienen van de pitch-functie op de zender oncontroleerbaar de motor zou starten. Er bestaat acuut gevaar op lichamelijke letsels en/of materiële schade!
Om deze instellingen zonder gevaar en onnodig programmeren te kunnen doorvoeren, adviseren we, de drie steekverbindingen tussen motor en toerentalregelaar los te maken. Hiertoe moet u de betrokken contactparen vooraf met verschillende kleuren coderen, om na een controle/correctie terug de juiste contactparen te vinden en daarmee de correcte draairichting van de motor te vinden.
Als de motor in de verkeerde richting draait, moeten bij een brushless motor twee van de drie leidingen tussen motor en toerentalregelaar worden vervangen.
17
12. Helikoptermechaniek controleren

Uw nietw helikoptermodel wordt af fabriek met een mechanische basisinstelling van de tuimelschijf geleverd. De volgende richtlijnen zijn ter controle, maar ook heel nuttig voor onderhoud of herstelling.
a) Controleren en instellen van de stuurstangen
De aanbevolen lengtes van de afzonderlijke stangen (cijfers in afbeelding 6) vindt u in de bijgevoegde tabel.
De lengteaanduidingen hebben telkens betrekking van het middel van de kogelkop naar het midden van de kogelkop en geven de mechanische basisinstelling van de tuimelschijfsturing weer. De stangen 1 tot 3
zijn telkens maar eenmaal voorhanden, de stangen 4 tot 6 telkens tweemaal. 1 = lengte 48 mm 2 = lengte 42 mm 3 = lengte 31 mm 4 = lengte 44 mm 5 = lengte 26 mm 6 = lengte 21 mm
18
Afb. 6
b) Controleren en instellen van de hulppaddle
Controleer, of de beide paddles van de hulprotor (1) eenzelfde afstand tot de paddle-brug (2) vertonen, en absoluut evenwijdig met elkaar staan. Bovendien moeten beide paddles ook absoluut exact evenwijdig met de padd­le-brug (2) staan.
Afbeelding 7 is een schematische weergave voor de hoofdrotor die niet 100% identiek is aan hun helikopter Punten A en B dienen ter oriëntatie en tonen de stuurstangen voor de pitchaansturing.
Afb. 7
c) Controleren en instellen van de pitchwaarde
Controleer vervolgens de correcte montage van de servohefboom op de tuimelschijf-servo’s. Indien de stuurknuppel voor de pitch-sturing in zijn middelste stand staat, moeten de servo-hefbomen onder een hoek van 90° staan met de stuurstangen.
De pitchwaarde van de hoofdrotorbladen moet dan 5° - 6° bedragen. Voor het meten van de pitch-waarde moet absoluut een geschikte pitch-instelmal worden gebruikt.
Voor de verschillende vliegtoestanden bleken de volgende combinaties een goede uitgangsbasis voor de instelling van uw persoonlijke waarden.
Zweefvlucht / normale vlucht
Punt Knuppelstand % Motorvermogen % Pitchwaarde
(stick) (Gaskurve) (Pitchkurve) 10 0 0° 2 25 40 2° – 3° 3 50 70 5° – 6° 4 75 85 7° – 8° 5 100 100 9° – 11°
Eenvoudige acrobatische vlucht
Punt Knuppelstand % Motorvermogen % Pitchwaarde
(stick) (Gaskurve) (Pitchkurve) 1 0 90 -5° 225 85 0° 3 50 80 5° – 6° 4 75 85 7° – 8° 5 100 100 9° – 11°
100
85
70
Power %
40
0 25 50 75 100
100
90 85 80
Power %
0 25 50 75 100
Stick %
Stick %
19
A
B
d) Controleren en instellen van de spoorloop
Nadat u de vereiste instellingen doorvoerde aan de zender en het mechanisme, kunt u nu de spoorloop controleren. De controle van de spoorloop gebeurt het best tijdens de vlucht. Markeer hiervoor een rotorblad aan het uiteinde met
donker of lichtgevend kleefband. Tijdens de zweefvlucht in kophoogte kunt u herkennen welk rotorblad moet worden gecorrigeerd. Stel aan bijde stuurstangen A en B een precieze spoorloop van de hulppaddle en het rotorblad in.
Afb. 8
20
13. Onderhoud en verzorging

Om de bedrijfszekerheid van uw helikopter te garanderen, zijn regelmatige controles en onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk.
Controleer regelmatig de achterste hekrotor. Bij een contact met gras of de aarde moeten de restanten volledig van de rotorbladen worden verwijderd. Controleer altijd na contact met de bodem de bladen van de hekrotor op zichtbare schade.
Smeer de schuifhuls op de hekrotoras regelmatig. Test het licht lopen van de aandrijving van de hekrotor en de sturing.
Controleer na elke vliegdag de kop van de hoofdrotor. De rubberen delen in de rotorkop verliezen mettertijd aan elasticiteit, en moeten worden vervangen.
De koppelingen van de stuurstangen kunnen bij ondeskundige montage al na korte tijd loskomen en los springen. Test bijgevolg op elke vliegdag of ze vast zitten.
Na contact met de bodem van de hoofdrotor moeten naast de bladen van de hoofdrotor ook steeds de as van de hoofdrotor en de as ban het bladlager worden vervangen. Controleer in dit verband steeds ook meteen de vlotte werking van het kogellager.
Door trillingen hebben de schroefbevestigingen de neiging te gaan lossen. Test bijgevolg na elke vliegdag of de schroefverbindingen vast zitten. De ervaring leert dat dit effect bij voorkeur bij metalen schroefverbindingen optreedt.
Zorg voor onbeschadigde, goed gespannen tandriemen en een goed afgestelde speling op de motor/ hoofdaandrijvingstandwiel. Voor een controle en afstelling van de aandrijfonderdelen dient u de richtlijnen uit punt a) „Demontage van de mechaniek“ in acht te nemen.
Belangrijk!
Indien u beschadigde of versleten onderdelen moet vervangen, gebruik dan voor uw helikopter alleen
originele vervangonderdelen.
De reserveonderdelenlijst vindt u op onze internetpagina www.conrad.com in het downloadgedeelte van
het betreffende product.
U kunt de reserveonderdelenlijst ook telefonisch aanvragen. De contactgegevens vindt u aan het begin
van deze gebruiksaanwijzing in het hoofdstuk „Inleiding“.
De buitenkant van het model en de afstandsbediening mogen uitsluitend met een zachte, droge doek of borstel worden gereinigd. U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat hierdoor het oppervlak van de behuizingen beschadigd kan worden.
21
a) Demonteren van de mechaniek
Voor onderhoudswerken of herstellingen kan het soms nodig zijn, de mechaniek van de helikopter bloot te leggen. Neem hiervoor de volgende stappen:
• Verwijder met de beide schroeven de besturing (1) in de staart van de romp.
Afb. 9
• Klik de stuurstangen uit de kogelkop (2) en verwijder de bevestigingsschroef van de hekrotorstuurhendel (3).
• Verwijder de stifttap (4) van de bladhouder en schuif de bladhouder met het hekrotorblad van de as.
22
Afb. 10
Afb. 11
• Verwijder de vier bevestigingsschroeven (5) van de hekrotoraandrijving en verwijder de as (6).
• De hekrotor is nu zo ver gedemonteerd zoals in afbeelding 13 herkenbaar. Bind de tandriemen (7) met een stuk snoer of draad aan een montageopening (8) vast.
• Trek de ontvangstantenne naar binnen.
• Verwijder de vier schroeven (9) aan de onderkant van de romp voor de hoofdas. Voor het losmaken van de acht­erste schroeven schuift u van bovenaf door de tuimelschijf van de romp een overeenkomstig lange inbussleutel.
• Verwijder de volledige mechaniek voorzichtig naar voor (10).
• Voor het inbouwen gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
• Gebruik bij het monteren voor schroefverbindingen „metaal op metaal“ borglak.
• Controleer voor de volgende start zeker de verschillende schroefverbindingen, functies en de juiste draairichting van de hekrotor. Als de hekrotor in de verkeerde richting draait, moet de aandrijfriem voor de hekrotoraandrijving verdraaid worden ingebouwd.
Afb. 12
Afb. 13
Afb. 14
23
b) Speling motor/hoofdaandrijvingstandwiel instellen
Controleer regelmatig de speling tussen motoraandrijving­standwiel en hoofdaandrijvingstandwiel.
• Schuif hiervoor teen stukje papier (80 g/blad) ussen de tandwielen (afbeelding 15).
• Voor de correctie van de speling maakt u de beide bevestigingsschroeven van de motor los en stelt u de volgens de omstandigheden af.
De speling is juist afgesteld wanneer het stukje papier probleemloos kan worden ingeschoven en wanneer door het indraaien aan het andere uiteinde een sterk verrompeld stukje papier tevoorschijn komt.
c) Tandriemspanning instellen
Controleer regelmatig de tandriemen die naar de hek­rotoraandrijving leiden op beschadigingen en een correcte spanning.
De juiste riemspanning is bereikt, indien u een zijde van de aandrijfriem (1) met behulp van een kleine schroevendraaier tussen het hoofdtandwiel en de voorkant van de geleidingsrol (2) zonder grote kracht ong. 3 mm naar binnen kunt drukken.
De correctie van de riemspanning voert u uit door de vier bevestigingsschroeven van de hekarm (3) los te maken en het hekarmbuis (4) met ong. 1 mm naar achter verschuift.
Om een exacte instelling te bekomen, moet u eventueel voordien de volledige hekrotoraandrijving eerst opnieuw monteren om de riemspanning juist in te stellen. Let er hierbij op dat de hekarm niet wordt verdraaid.
Afb. 15
Afb. 16
24
14. Afvalverwijdering

a) Algemeen
Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke voorschriften.
b) Batterijen en accu´s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten worden gekenmerkt door de hiernaast vermelde symbolen,
die erop wijzen dat deze niet via het huisvuil mogen worden afgevoerd. De aanduidingen voor de gebruikte zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding staat op de batterij/accu bijv. onder de hiernaast afgebeelde containersymbolen).
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de bescherming van het milieu.
25
15. Technische gegevens

Zender
Frequentiegebied ................................ 2.4 GHz
Aantal kanalen ..................................... 6
Stroomvoorziening .............................. 9,6 – 12 V/DC (8 Mignon-batterijen/-accu’s)
Afmetingen (B x H x D)........................ 190 x 180 x 85 mm
Gewicht incl. batterijen: ....................... ca. 780 g
Ontvanger
Frequentiebereik ................................. 2.4 GHz
Aantal kanalen ..................................... 8
Stekkersysteem ................................... Uni (Graupner JR/Futaba)
Stroomvoorziening .............................. 4,8 / 6 V/DC
Afmetingen (B x H x D)........................ 44 x 13 x 28 mm
Gewicht incl. batterijen: ....................... ca. 12 g
Helikopter
Stroomvoorziening .............................. LiPo-accu met 3 cellen, 11.1V, vanaf 2400mAh aanbevolen
Rotordiameter: ..................................... 700 mm
Romplengte ......................................... 670 mm
Gewicht (zonder accu): ....................... ca. 840 g
16. Conformiteitsverklaring (DOC)

Hierbij verklaart de fabrikant dat dit product in overeenstemming is met de belangrijkste voorwaarden en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG.
De bij dit product behorende verklaring van conformiteit kunt u vinden op www.conrad.com.
26
27
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.
01_1009_01
Loading...