1. Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door en volg deze tijdens het besturen
van de quadrocopter.
2. Vlieg de quadrocopter binnen uw gezichtsveld voor een eenvoudigere
besturing.
3. Vlieg nooit met de quadrocopter in een drukke omgeving of in de buurt van
personen of dieren om schade aan eigendommen en/of letsel aan personen te
vermijden.
4. Pas het product op geen enkele manier aan.
5. Houd kleine onderdelen van het product uit de buurt van kleine kinderen.
VERSTIKKINGSGEVAAR!
6. Vlieg de quadrocopter op een afstand van minstens 1-2 meter tot voorwerpen of
personen om schade aan eigendommen of letsel aan personen te vermijden.
7. Gooi geen batterijen in een warmtebron (zoals vuur, elektronisch
verwarmingstoestel, etc.).
8. Gebruik de quadrocopter niet in stofge of natte omstandigheden (regen, vocht,
stof, nevel, etc.) om storing te vermijden.
9. Toezicht van een ouder is ten zeerste aanbevolen.
5. Voorbereiding om te vliegen
1. De quadrocopterkan zowel binnenshuis als buitenshuis gebruikt
worden. Neem geen risico’s wanneer het product in werking is! U bent
als enige verantwoordelijk over uw eigen veiligheid en deze van uw
omgeving tijdens het besturen van het model. Bedien uw model altijd in
een open ruimte. Aanbevolen vliegomgeving: minimum 8m x 8m x 4m.
Een verkeerde bediening kan leiden tot ernstig letsel en schade aan
eigendommen! Houd aldus voldoende afstand tot personen, dieren of
voorwerpen wanneer in gebruik.
2. Zorg dat de batterijen van de quadrocopter en zender volledig
opgeladen zijn.
3. Stel de zender in op “OFF” (UIT). Duw de gashendel omlaag naar de
onderste positie. Breng de zender in de buurt van de quadcopter.
4. Verbind de opgeladen LI-PO accu met de printplaat. De LED’s starten
met knipperen. Plaats de quadcopter op een vlak oppervlak en houd
het stil totdat de koppeling voltooid is. Stel de zender in op “ON” (AAN).
Duw de gashendel naar voren om de koppelingsprocedure uit te
voeren. U hoort een geluidssignaal eenmaal de koppeling voltooid is.
5. Controleer de batterijen en motoren grondig. Zorg dat deze zich in een
goede staat bevinden.
6. Voordat u de quadrocopter in werking stelt, zorg dat de accu volledig
is opgeladen en de batterijen in de zender voldoende batterijvermogen
hebben.
6. De batterijen in de zender installeren
1. Schuif het batterijdeksel om te openen.
2. Installeer 4 AA batterijen volgens de juiste aangegeven polariteit.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen. (Batterijen niet
meegeleverd)
3. Sluit het batterijdeksel.
7. De accu van de quadrocopter opladen
1. Sluit de LiPO-accu aan op de meegeleverde USB-lader. (zoals
hieronder weergegeven)
2. De accu is volledig opgeladen eenmaal het rode LED op de USB-lader
brandt. Als de rode LED niet brandt, geeft dit aan dat de accu aan het
opladen is.
Opmerking: Laad de LiPo-accu alleen op met de USB-lader die met deze
quadrocopter is meegeleverd.
45
8. Koppelingsinstructies
1. Stel de zender in op “OFF” (UIT). Duw de gashendel omlaag naar de
onderste positie. Breng de zender in de buurt van de quadrocopter.
2. Om de accu te installeren, draai de quadrocopter ondersteboven. De
voornaamste printplaat is nu zichtbaar en naar boven gericht.
3. Duw de accu in de ruimte onder de printplaat. Verbind de opgeladen LI-
PO accu met de printplaat.
4. Plaats de quadrocopter op een vlak oppervlak met de stuurhutkap
aan de bovenkant. De witte LED start met knipperen. Beweeg de
quadcopter niet!
5. Stel de zender in op “ON” (AAN). De rode LED in het midden van de
zender knippert snel om aan te geven dat de koppelingsprocedure
bezig is.
6. De koppelingsprocedure is voltooid eenmaal de rode LED op zowel de
printplaat als deze op de zender continu branden. Duw de gashendel
naar de maximum positie en vervolgens naar de minimum positie.
7. Wanneer de Li-Po accu uitgeput is. De LED knippert en het vermogen
van de motor neemt geleidelijk aan af. Zodra het vermogen afneemt,
laat het model veilig landen en laad de accu op.
BELANGRIJK: Verplaats de quadcopter tijdens de koppelingsprocedure
niet.
accu
Installatie van de accu
9. Belangrijke informatie
1. Als de quadrocopter uit zichzelf afwijkt, laat het model landen en voer
de nodige afstelling uit. De aanbevolen spanning moet voor het afstellen
hoger dan 4,0 V zijn.
Verbind de
accukabel met de
aansluitkabel van de
quadrocopter.
10. Besturingsgevoeligheid
Er bevinden zich 3 regelknoppen op de zender om de reactiesnelheid van
de quadrcocopter te wijzigen.
C: 20% = Laagste reactie (voor beginners)
B: 60% = Druk om het niveau op 60% te brengen (voor ervaren gebruikers)
A: 100% = Druk voor de hoogste reactie van 100% (voor experts)
11. Loopings maken
Salto’s en loopings zijn geavanceerde vliegtechnieken en mogen alleen worden
uitgevoerd wanneer u de quadcopter tijdens het normaal vliegen volledig onder
controle hebt. De reactiesnelheid moet op A: 100% zijn ingesteld.
1. Voer deze gevorderde manoeuvres alleen uit in een open buitenruimte en uit
de buurt van mensen en dieren en andere obstakels.
(Omgekeerd vliegen: Druk
(Loopingknop: Druk eenmaal
en druk vervolgens op E)