Progress PHP5320X User Manual

Gebruiksaanwijzing
User Instructions
Inbouwfornuis
Built-in under
PHP 5320
2 progress
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies....................................................... 3
Beschrijving van het apparaat .......................................................................................... 5
Bedieningspaneel ............................................................................................................. 6
Bedieningspaneel ............................................................................................................. 7
Eerste installatie ............................................................................................................... 8
Functiesymbolen ............................................................................................................ 11
Gebruik van de oven ...................................................................................................... 12
Programmeren van de oven ........................................................................................... 19
Speciale functies ............................................................................................................ 21
Bak-tabellen................................................................................................................... 24
Reiniging en onderhoud ................................................................................................. 26
Het oplossen van problemen.......................................................................................... 37
Technische gegevens ..................................................................................................... 38
Instructies voor de installateur ........................................................................................ 39
Instructies voor de inbouw ............................................................................................. 41
Klantenservice................................................................................................................ 42
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies
Stap-voor-stap handleiding
)
Milieu-informatie
Dit apparaat beantwoordt aan de volgende EEG-Richtlijnen:
- 2006/95 (laagspanningsrichtlijn);
- 89/336 (EMC-richtlijn);
- 93/68 (Algemene richtlijn);
en de daarop volgende wijzigingen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A. Viale Bologna, 298 47100 FORLÌ (Italy)
3 progress
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Mocht het apparaat aan derden doorgegeven of verkocht worden, of indien u het apparaat wanneer u gaat verhuizen in uw oude woning achterlaat, dan is het van groot belang dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de aanwijzingen kan be­schikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Installatie
· De installatie moet verricht worden door
vakkundig personeel, met inachtneming
van de geldende voorschriften. De afzon-
derlijke installatiewerkzaamheden zijn be-
schreven in de instructies voor de
installateur.
· Laat de installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, overeenkomstig de
hem, dankzij zijn vakkennis bekende
richtlijnen.
· Ook eventuele voor de installatie noodza-
kelijke wijzigingen aan de elektriciteits-
voorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
· Deze oven is geschikt voor gebruik als
afzonderlijk apparaat of in combinatie
met een elektrische kookplaat, voor
aansluiting op een 1-,2- of 3-fasige
spanningsbron (of groepen) van 230 V.
De aansluiting op meerdere fasen zonder
nulleider (400 V) leidt tot het defect van de
oven en de aangesloten kookplaten.
Werking
· Deze oven is ontworpen voor de berei-
ding van gerechten; gebruik hem nooit
voor andere doeleinden.
· Tijdens de werking van de oven extra
voorzichtig zijn. Door de grote hitte van
de verwarmingselementen zijn de roos-
ters en andere delen erg heet.
· Indien u - om welke reden dan ook - alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat dit
dan nooit in direct contact komen met de
bodem van de oven.
· Ga bij het reinigen van de oven voorzich-
tig te werk: sproei nooit vloeistof op het
vetfilter (indien aanwezig), de
verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
· Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook aan te brengen aan het appa­raat of aan de kenmerken ervan.
· Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden de ovendeur en de andere on­derdelen van het apparaat erg heet, Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Indien er elektrische appa­raten worden aangesloten op stopcon­tacten in de buurt van de oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanra­king komen met hete oppervlakken of vastgeklemd raken tussen de ovendeur.
· Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete schotels of schalen uit de oven te halen.
· Een regelmatige reiniging voorkomt de achteruitgang van het oppervlakte­materiaal van de oven.
· Schakel voordat u de oven gaat reinigen de stroom uit of haal de stekker uit het stopcontact.
· Verzeker u ervan dat de oven in de stand «UIT» staat, als de oven niet meer ge­bruikt wordt.
· Het apparaat mag niet worden gereinigd met een stoomreiniger.
· Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers. U kunt daarmee krassen op de deur veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van het glas.
Veiligheid
· Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten spelen.
4 progress
· Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet.
· Dit apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen of andere personen wiens lichamelijke, motorische of geestelijke gesteldheid of gebrek aan ervaring en kennis die daardoor het apparaat niet kunnen gebruiken zonder supervisie of instructies van een verantwoordelijk persoon om zeker te zijn van dat het apparaat veilig kan worden gebruikt.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
· De verpakking bestaat uit milieu­vriendelijke materialen die geschikt zijn voor hergebruik. De onderdelen van kunststof zijn voorzien van de volgende merktekens, bijv. >PE>, >PS< enz. Gooi de verpakkingsmaterialen weg in over­eenstemming met hun kenmerken bij de gemeentelijke afvaldienst in de daarvoor bedoelde containers.
Oude apparaten
· Het symbool verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behan­deld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwij­derd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetail­leerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt ge­kocht.
Let op: Opdat een afgedankt appa­raat geen gevaar meer oplevert, moet het voordat het als afval wordt ver­werkt, onbruikbaar gemaakt worden.
Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder de hoofdkabel van het apparaat.
Klantenservice
· Laat controlewerkzaamheden of repara­ties uitvoeren door de klantenservice van de fabrikant of door een door de fabrikant geautoriseerde klantenservice en gebruik alleen originele onderdelen.
· Probeer nooit zelf storingen van of be­schadigingen aan het apparaat te repare­ren. Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
op het product of op de
Beschrijving van het apparaat
5 progress
1
11
1. Bedieningspaneel
2. Knop voor kookzone linksvoor
3. Knop voor kookzone linksachter
4. Elektronische ovenregeling
5. Knop voor kookzone rechtsachter
6. Knop voor kookzone rechtsvoor
4
6532
7
8
9
10
7. Ventilatiesleuf voor afkoelventilatie
8. Grill
9. Binnenverlichting
10. Oven-ventilator
11. Typeplaatje
Accessoires
Bakplaat
Rooster
Braadslede
6 progress
Bediening
Verzinkbare knoppen
Deze modellen zijn uitgerust met verzinkbare knoppen. Deze schakelaar­knoppen werken volgens het druk-trek­principe. Ze kunnen volledig in het paneel worden verzonken wanneer de oven buiten bedrijf is.
Bedieningsknop voor de kookplaat
Op het bedieningspaneel bevinden zich de schakelknoppen voor de vier verwarmingselementen van de kookzones. De kookzones worden ingesteld met een schakelaar met 9 standen waarvan de volgende standen gebruikt kunnen worden:
0 = UIT
1 = Minimum
9 = Maximum
Tweekringskookzone - Inschakeling (zie de lijst van apparaten in hoofdstuk
«Technische gegevens»)
Door de kookzoneknop van stand 9 in de stand “
beide verwarmingskringen ingeschakeld; “klik” is hoorbaar. Beide verwarmingskringen worden nu tegelijk ingeschakeld. Daarna wordt de gewenste stand ingesteld (knop naar links draaien).
vetten zoals bijv. frites, mag niet zonder toezicht plaatsvinden, daar olie en vetten bij oververhitting gemakkelijk in brand kunnen vliegen.
” (naar rechts) te zetten, worden de
De bereiding van gerechten met olie of
Bedieningspaneel
7 progress
Gaar-
functies
1 2 3 4 5 6 7
Drukknoppen
1. AAN/UIT
2. Oven-functietoets
3. Snelopwarmfunctie
4. Pyrolytische reinigingsfunctie
5. Verlagingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur
Temperatuur-
indicatie
Tijds-
indicatie
Alle functies van de oven worden elektro-
nisch geregeld.
U kunt willekeurige combinaties van gaar­functies, gaartemperaturen en automatische tijdinstellingen kiezen.
Opmerking
Als de stroom uitvalt blijven de instellin­gen (klok, ingesteld of lopend programma) ongeveer 3 minuten in het programma­geheugen bewaard. Als de stroom langer uit­valt, worden alle instellingen gewist. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de cijfers in het display. De klok en de timer moe­ten in een dergelijk geval wel opnieuw wor­den ingesteld.
8 progress
Eerste installatie
Verwijder al het verpakkings­materiaal binnen en buiten, voor­dat u de oven in gebruik neemt.
Wanneer de oven voor het eerst op de elektriciteit wordt aangesloten, verschijnt in het display automatisch 12:00 en het sym-
bool
de dag is ingesteld voor het eerste gebruik van de oven.
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1. Druk op de toets en, terwijl het
2. Zodra het symbool niet meer knippert,
Voor het eerste gebruik
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven opgewarmd worden zonder voed­sel. Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Druk op de toets
2. Druk tweemaal op de toets en kies
knippert.
Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van
symbool
sen “ ” of “ ” de tijd in (afb. 1).
Het pijltjessymbool van de tijd ver-
dwijnt ongeveer 5 seconden na weer-
gave van de precieze tijd.
drukt u tweemaal op de toets.
Ga vervolgens te werk als onder punt 1.
schakelen.
knippert, stelt u met de toet-
om de oven in te
Afb. 1
de functie «Hete lucht»
3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik
daarvoor de toets “
4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten
lang in werking.
5. Open een raam voor de ventilatie.
Doe dit opnieuw met de functie «Boven­en onderwarmte» en «Ventilatorgrill» gedu­rende zo’n 5-10 minuten.
(afb. 2).
”.
Afb. 2
Gedurende deze tijd kan er een onaange­naam luchtje ontstaan. Dit is heel normaal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten.
Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig dan de ovenruimte met een in warm zeepsop vochtig gemaakte doek. Reinig ook de roosters en bakplaten voor het eerste gebruik grondig. Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast (afb. 3).
9 progress
“Aan-/Uit” - toets
Voor het instellen van gaarfuncties of an-
dere programma’s moet de oven worden in­geschakeld. Als de knop
is ingedrukt, verschijnt in het display het ovensymbool en de oververlichting wordt ingeschakeld (afb.
4).
Om te oven uit te schakelen, kunt u de
knop
. te allen tijde indrukken. Alle gaar­functies of programma’s worden beëindigd, de ovenverlichting wordt uitgeschakeld en in de tijdindicatie verschijnt alleen nog de tijd van de dag.
U kunt de oven te allen tijde uitschakelen.
Zo kiest u een bereidingsfunctie
1. Schakel de oven in door op de
toets
te drukken.
2. Druk op de toets
om de gewenste
functie te selecteren. Elke keer dat toets
wordt ingedrukt, wordt een functie-
symbool zichtbaar in het display en links van het geselecteerde functiesymbool verschijnt het bijbehorende functie­nummer (afb. 5).
3. Wanneer de vooraf ingestelde tempera-
tuur niet geschikt is, dan stelt u met de toets “
” of “ ” de temperatuur in. Het temperatuurniveau kan in stappen van 5 graden worden ingesteld.
- Met het stijgen van de temperatuur in de
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
oven begint het thermometersymbool langzaam te stijgen en geeft daarmee de daadwerkelijke oventemperatuur aan. Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt, dan weerklinkt een kort akoes­tisch signaal en het thermometer-
symbool
gaat branden.
10 progress
De temperatuur en de tijd instellen
Druk de toetsen “
” en “ ” in, om de vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool “°” knippert (afb.
6). De maximale temperatuur bedraagt 250°C.
Druk de toetsen “
” en “ ” in, om de vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool knippert.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven overver­hit raakt (door onjuist gebruik van het appa­raat of vanwege defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheids­thermostaat die indien nodig de stroom­toevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geacti­veerd vanwege onjuist gebruik van het ap­paraat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de thermo­staat echter geactiveerd vanwege een de­fect onderdeel, neem dan contact op met de klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedieningspaneel. De ventilator wordt nadat de oven enkele minuten in werking is auto­matisch ingeschakeld. Warme lucht wordt door het paneel in de buurt van de greep van de ovendeur uitgeblazen. Nadat de oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator mogelijk nog even lopen om de bedienings­elementen te koelen. Dit is helemaal nor­maal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke tempera­tuur de oven gebruikt is. Het is moge­lijk dat de ventilator helemaal niet in­geschakeld wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is.
Afb. 6
Functiesymbolen
11 progress
1
2
3
4
5
6
Hete lucht - Bij deze instelling
kunt u op meerdere niveaus tege­lijkertijd braden of bakken en bra­den, zonder dat dit tot aroma­overdracht leidt. Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C
Boven- en onderwarmte - De warmte komt van boven en bene­den en wordt gelijkmatig in de ovenruimte verdeeld. Vooraf inge­stelde temperatuur: 200°C
Onderwarmte - De warmte komt alleen van het onderste verwarmingselement in de oven­ruimte. Bij deze instelling kunt u gerechten heel goed afmaken. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C
Ventilatorgrill - Dit is een alternatieve gaarmethode voor gerechten die anders met de nor­male grill worden bereid. Het grill­element en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten cir­culeert. Vooraf ingestelde tempe­ratuur: 180°C
Maximumtemperatuur: 200 °C. Grill - Via de grill gaat snel directe
warmte naar het middelste ge­deelte van de grillpan. Met de grill kunnen goed kleinere hoeveelhe­den worden gegrilleerd. Op deze wijze kan ook energie worden be­spaard. Vooraf ingestelde tempe­ratuur: 250 °C
Ontdooien - De ventilator circuleert de hetelucht zonder warmte bij kamertemperatuur in de ovenruimte. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
7
Pyrolytische reiniging - Met deze
functie kunt u de ovenruimte grondig reinigen.
12 progress
Gebruik van de oven
Belangrijk! - Bekleed de oven niet met aluminiumfolie, en leg geen bak­platen e.d. op de bodem, aangezien anders het email van de oven bescha­digd raakt door de optredende warmtestuwing. Zet potten en pan­nen, hittebestendige potten en pan­nen alsmede aluminiumplaten altijd op het plateau, dat in één van de inzetniveaus is geschoven. Bij het ver­warmen van levensmiddelen komt stoom vrij net als in een ketel. Wan­neer de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, wordt er condens gevormd en ontstaan er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de wa-
terdruppels weg te vegen.
De ovendeur moet tijdens het gaarproces gesloten zijn.
Ga bij het openen van de ovendeur zorgvuldig te werk. Laat de deur niet „open vallen“, maar gebruik de deur­greep, tot de deur helemaal is geo­pend.
De oven heeft vier inzetniveaus. De plaatsen voor het plateau worden van de bodem van de oven geteld, zoals aangegeven in de afbeelding. De plateaus moeten hoe dan ook op de juiste manier worden ingezet (zie afbeelding). Zet vaatwerk en pannen niet direct op de bodem van de oven.
4
3
2
1
Hete lucht
De gerechten worden gegaard met hete lucht, die via een ventilator aan de achter­wand van de oven gelijkmatig in de binnen­ruimte van de oven wordt verdeeld.
De warmte komt snel en gelijkmatig in alle ovenzones terecht. Dat betekent dat u tegelijkertijd verschillende gerechten op meerdere niveaus kunt bakken, braden en stoven.
Deze gaarfunctie biedt de volgende voordelen:
- Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op tempe­ratuur komt, is het over het algemeen niet nodig om de oven voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7 minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten die hogere temperaturen vereisen, zoals brood, pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd.
- Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het algemeen lagere temperaturen dan berei­ding met boven- en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en braadtabel aan. Denk eraan, de temperaturen van uw eigen recepten voor boven- en onderwarmte met 20-25 °C te verlagen.
- Gelijkmatige warmteverdeling
bij het bakken
De oven met ventilator verwarmt alle inzetniveaus gelijkmatig. Dit betekent dat verschillende baksels met hetzelfde voedsel tegelijk in de oven bereid kunnen worden. De baksels op het bovenste niveau kunnen echter iets bruiner worden dan die op het onderste niveau.
Dit is helemaal normaal. Aroma’s en geuren worden daarbij niet van het ene op het andere gerecht overgedragen.
Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie
1. Oven inschakelen.
2. Druk daarvoor op de toets oven-func-
ties
, tot het symbool op het
display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ”
de temperatuur instellen.
13 progress
14 progress
Boven- en onderwarmte
- De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Wan­neer u wilt dat uw baksel een bruinere bodem krijgt, moet u het op een lager ni­veau in de oven zetten. Wanneer u wilt dat uw baksel een bruinere bovenkant krijgt, moet u het op een hoger niveau in de oven zetten.
- Het materiaal en de afwerking van de bakplaten en schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Email, donker, zwaar en met teflon gecoat bakgerei bevorderen het bruinen, terwijl bakgerei van glas, glanzend alumi­nium of gepolijst edelstaal warmte reflec­teren en afremmen.
- Zet gerechten altijd in het midden van het rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
- Zet nooit gerechten, blikken of
bakgerei direct op de bodem van de oven, omdat die erg heet wordt en het
vaatwerk kan beschadigen. Als u deze instelling gebruikt komt de warmte van de bovenste en onderste verwarmings­elementen. Daarmee kunt u gerechten op één enkel niveau bereiden. Dit is bij­zonder geschikt voor gerechten, waarvan de bodem extra bruin moet worden, bijv. quiches en flans.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die
ook wat extra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook heel goed bereid worden in de conventionele oven.
Gebruik van boven- en onderwarmte
1. Oven inschakelen.
2. Functie boven-/onderwarmte kiezen; Druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot het symbool op het display
verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “
” of “ ”
de temperatuur instellen.
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor
het bakken van taart- en vlaaibodems, en voor het afbakken van quiches resp. flans, om ervoor te zorgen dat de quiche- resp. taartbodem gaar is.
Grilleren
- Te grilleren gerechten moeten altijd op het rooster van de grillplaat worden ge­plaatst, om ervoor te zorgen dat de lucht optimaal kan circuleren en het gerecht niet in het afdruipende vet resp. grillsap drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zo­als bijv. vis, lever en niertjes direct op de grillplaat leggen.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het niet gaat spatten. Strijk ma­ger vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. toma­ten of paddenstoelen kunnen tijdens het grillen van vlees onder het grillrooster (di­rect op de grillplaat) worden gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau te gebrui­ken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor
het midden van de grillplaat. Door de kleine grill te gebruiken voor de bereiding van klei­nere hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de temperatuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grill­pan en rooster, al naargelang of het om platter of dikker grillgoed gaat. Volg ver­volgens de instructies voor het grillen op.
15 progress
16 progress
Ventilatorgrill
Dit is een alternatieve bereidings-
methode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Grillelement en ventilator werken samen, zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. De noodzaak om het voedsel te controleren en om te draaien is daardoor minder. Ventilatorgrill minimaliseert kookluchtjes in de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstuk-
ken, die van binnen rood moeten blijven, kunt u alle levensmiddelen met hete lucht bereiden die u normaal met boven- en onderwarmte zou bereiden. Het bereiden verloopt geleidelijker; ventilatorgrill vergt daarom iets meer tijd dan conventioneel grillen. Een van de voordelen is dat grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen worden.
1. Oven inschakelen.
2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies
,
tot het symbool
op het display
verschijnt.
3. Evt. op de toetsen “
” of “ ” drukken, om de temperatuurinstelling aan te pas­sen.
Maximumtemperatuur: 200 °C.
4. Kies het passende inzetniveau voor grill­pan en rooster, al naargelang of het om platter of dikker grillgoed gaat. Volg ver­volgens de instructies voor het grillen op.
Ontdooien
De ventilator loopt zonder warmte en laat
de lucht bij kamertemperatuur in de binnen­ruimte van de oven circuleren. Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid. De tem­peratuur in de keuken beïnvloedt echter de ontdooitijd.
Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoor­beeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
Gebruik van de ontdooifunctie
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets
.
2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor op de toets Oven-functies
, tot het
symbool op het display verschijnt.
3. Het display geeft de melding “def”.
Adviezen
Bakken:
Bakgoed vraagt gewoonlijk om een ge-
middelde temperatuur (150°C-200°C). Daarom dient de oven ca. 10 minuten lang te worden voorverwarmd.
Doe de ovendeur niet open voordat drie-
kwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op
een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. Door te vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer duren.
Worden twee bakplaten met gebak tege-
lijkertijd in de oven geschoven, dan moet tus­sen de platen een inzetniveau open worden gelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tege-
lijkertijd in de oven geschoven, dan moeten de platen na ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden verwisseld en gedraaid worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder
wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van bin­nen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben
daarentegen een lagere temperatuur (150°C­175°C) nodig. Doe bij een korte bereidings­tijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. In andere gevallen worden ze het laatste halfuur toege­voegd.
17 progress
18 progress
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blij­ven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het rooster de braadslede in het onderliggende inzetniveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan, zodat het vleesvocht niet kan weglo­pen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u een beetje water in de braadslede gie­ten. Om condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in de oven op de laagste temperatuur warm gehouden wor­den.
Voorzichtig! De oven niet met aluminiumfolie bekleden en geen kookgerei, geen braadslede of bakplaat op de bodem leggen, aangezien an­ders het email van de oven door de optredende warmtestuwing beschadigd raakt.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke ge­rechten.
Noteer de instelgegevens bij de eerste keer bereiden resp. braden, om bij bereiding van dezelfde gerechten in de toekomst erva­ring te kunnen opdoen.
U kunt de aangegeven waarden in de ta­bellen aanpassen op basis van uw eigen er­varingen.
Programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Gebruik de toets
functie te selecteren. Het overeenkom-
stige symbool
bedieningspaneel verschijnt “0.00” (afb.
7).
2. Stel met de toets “
De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minu-
ten. Nadat dit is ingesteld, wacht de
kookwekker 3 seconden, waarna hij be-
gint te lopen.
3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd
hoor u een akoestisch signaal.
4. Druk op een willekeurige toets om het
signaal uit te schakelen.
Als de oven op dit moment werkt, wordt hij NIET uitgeschakeld. De kookwekker kan ook gebruikt worden als de oven uitgeschakeld is.
De instelling van de kookwekker wijzi­gen:
Druk op de toets
en gaan knipperen.
Nu kunt u de instelling van de kook­wekker wijzigen. Druk daarvoor op de toets “
” of “ ”.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
druk op toets
gaan knipperen.
De toets “ aanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 8).
Zo programmeert u een uitschakeltijd van de oven
1. Zet gerechten in de oven, schakel de
oven in, kies de gewenste functie en stel
indien nodig de gewenste temperatuur in.
2. De toets
“Bereidingsduur” te kiezen. Het
bereidingsduursymbool
op het display wordt “0.00” aangegeven
(afb. 9).
om de kookwekker-
knippert en op het
” de gewenste tijd in.
, tot de symbolen
, tot de symbolen en
” indrukken om de tijds-
indrukken, om de functie
knippert en
19 progress
Afb. 7
Afb. 8
Afb. 9
20 progress
3. Terwijl het symbool knippert, met de
toets “
” de gewenste tijd instellen. De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. De programmeerfunctie wacht 3 secon­den, waarna hij begint te lopen.
4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd wordt de oven automatisch uitgescha­keld. Er weerklinkt een akoestisch signaal en op het bedieningspaneel verschijnt “0.00”.
5. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op de toets
, tot het symbool
knippert.
2. Druk op de toets “
” om de tijds­aanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 10).
Zo programmeert u het in-/uitschakelen van de oven
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschre­ven in het betreffende hoofdstuk.
2. Druk op toets
, tot de functie voor het
einde van de bereidingsduur gese­lecteerd is en het betreffende symbool knippert. Op het bedieningspaneel wordt het eind van de bereidingsduur (actuele tijd plus aangegeven gaartijd ) weergege­ven - (afb. 11).
3. Druk op de toets “
” om het gewenste einde van de bereidingsduur te selecte­ren.
4. 3 seconden na het instellen begint de programmaschakelaar te lopen.
5. De oven wordt automatisch in- en weer uitgeschakeld. Wanneer de oven wordt uitgeschakeld, klinkt er een akoestisch signaal.
6. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Indien u het programma wilt annuleren, annuleert u eenvoudig de ingestelde tijdsduur.
Afb. 10
Afb. 11
Speciale functies
Automatische uitschakeling van de oven
Wanneer de instellingen niet worden ge-
wijzigd, wordt de oven automatisch volgens onderstaande tabel uitgeschakeld (afb. 12).
Temperatuurinstelling: Uitschakeling
oven: 250°C na 3 uur van 200 tot 245°C na 5,5 uur van 120 tot 195°C na 8,5 uur minder dan 120°C na 12 uur
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld, wordt de oven automatisch een paar minu­ten voor het einde van de geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld, zodat de ge­rechten in de oven zonder verder energie­verbruik helemaal gaar worden. Alle actuele instellingen worden getoond tot de bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten kunt u deze functie niet gebruiken.
Kinderblokkering voor de oven
De bedieningselementen op de oven kunnen geblokkeerd worden, zodat de oven niet per ongeluk door kinderen kan worden inge­schakeld.
1. Schakel de oven uit en druk op de toets
.
2. Druk tegelijkertijd de toetsen
ongeveer 3 seconden lang in. Een akoes-
tisch signaal weerklinkt en de melding
„SAFE“ verschijnt op het display (afb. 13).
3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu
geen afzonderlijke functies en ook geen
temperatuur geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk de toetsen ongeveer 3 seconden in. Er klinkt een akoes-
tisch signaal en de weergave „SAFE” ver­dwijnt. Nu kan de oven weer worden be­diend.
en “ ” tegelijkertijd
en “ ”
21 progress
Afb. 12
Afb. 13
22 progress
Snelopwarmfunctie
Na selectie van een bereidingsfunctie en van de temperatuur warmt de oven lang­zaam op tot de gewenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten, afhanke­lijk van de geselecteerde functie en tempera­tuur.
Als de noodzakelijke temperatuur sneller bereikt moet worden, kunt u de snelopwarm­functie gebruiken.
1. Druk voor het inschakelen van de oven
op de toets
.
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en
temperatuur in zoals beschreven op de
voorgaande pagina’s.
3. Druk voor het kiezen van de temperatuur
op de toets “
” of “ ”. De temperatuur
wordt in het display aangegeven.
4. Druk op toets
. In het temperatuurdis-
play verschijnt „FHU” (afb. 14).
5. Druk op toets . Het symbool “°” knip-
pert ongeveer 10 seconden lang. Nu
kunt u de temperatuur selecteren. Druk
daarvoor op de toets “
” of “ ”.
6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt
is, klinkt een korte signaaltoon en in de
temperatuurweergave verschijnt weer de
ingestelde temperatuur. Deze functie is bij alle bereidingsfuncties en
temperaturen beschikbaar.
Demo-modus
Deze modus is bedoeld voor speciaalzaken om de ovenfuncties te presenteren zonder stroomverbruik, afgezien van de binnenverlichting, het display en de ovenventilator. Deze functie kan alleen bij eerste aansluiting worden ingeschakeld.
Na een stroomuitval kan de demo-modus alleen worden ingeschakeld, wanneer in het
display 12:00 en het symbool automatisch knipperen.
1. De toets
ca. 2 seconden indrukken.
Er klinkt een kort signaal.
Afb. 14
2. Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd
in. Er klinkt een kort signaal en op het
display verschijnt 12:00 (afb. 15).
Bij het inschakelen van de oven verschijnt het symbool
op het display.Dat betekent
dat de demo-modus geactiveerd is.
Alle functies van de oven kunnen geselecteerd worden.
De oven is niet echt in werking en de verwarmingselementen worden niet ingeschakeld.
Schakel de oven uit en ga zoals hierboven beschreven te werk om de demo­modus weer uit te schakelen.
De demo-modus blijft bij stroomuitval in het programma opgeslagen.
Informatietoon regeltoets
U kunt de oven zodanig instellen dat er altijd een signaal te horen is wanneer u op een toets drukt. Deze functie kan alleen bij een uitgeschakelde oven worden geacti­veerd.
1. Druk de toetsen
en ” tegelijkertijd
ongeveer 3 seconden in. Het signaal
klinkt één keer (afb. 16).
Zo deactiveert u de informatietoon regel­toets:
1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets
in, zodat de oven wordt uitgescha-
keld.
2. Drukt u de toetsen en ” tegelijker-
tijd ongeveer 3 seconden in. Het signaal
klinkt één keer.
Foutcodes
Het elektronische programmageheugen voert voortdurend een systeemdiagnose uit. Wanneer sommige parameters niet kloppen, worden de betreffende functies uitgeschakeld en op het display verschijnt de bijbehorende foutcode (afb. 17).
Meer hierover vindt u in het hoofdstuk “Het oplossen van problemen“.
23 progress
Afb. 15
Afb. 16
Afb. 17
24 progress
Bak-tabellen
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Boven- en onderwarmte
GERECHT
GEBAK
Roerdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 45-60 Taartvorm Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 20-30 Taartvorm Karnemelk-kaaskoek 1 175 2 165 60-80 Taartvorm Appeltaart 1 170 2 (1 en 3)* 160 90-120 Taartvorm Strudel 2 180 2 160 60-80 Bakplaat Jamtaart 2 190 2 (1 en 3)* 180 40-45 Taartvorm Cake 2 170 2 150 60-70 Taartvorm Scones 1 170 2 (1 en 3)* 165 30-40 Taartvorm Stol 1 150 2 150 120-150 Taartvorm Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 Broodpan Kleine taart 3 170 2 160 20-35 Bakplaat Biscuits 2 160 2 (1 en 3)* 150 20-30 Bakplaat Schuimgebak 2 135 2 (1 en 3)* 150 60-90 Bakplaat Met gist gebakken koekjes 2 200 2 190 12~20 Bakplaat Gebak: Soezendeeg 2 of 3 210 2 (1 en 3)* 170 25-35 Bakplaat Taartjes 2 180 2 170 45-70 Taartvorm
BROOD EN PIZZA
Witbrood 1 195 2 185 60-70 Roggebrood 1 190 1 180 30-45 Broodpan Broodjes 2 200 2 (1 en 3)* 175 25-40 Bakplaat Pizza 2 200 2 200 20-30 Bakplaat
FLANS
Pasta-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 40-50 Bakvorm Groente-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 45-60 Bakvorm Quiches 1 210 1 190 30-40 Bakvorm Lasagne 2 200 2 200 25-35 Bakvorm Cannelloni 2 200 2 200 25-35 Bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Rooster Varken 2 180 2 175 100-130 Rooster Kalf 2 190 2 175 90-120 Rooster Engelse rosbief
rood 2 210 2 200 50-60 Rooster rosé 2 210 2 200 60-70 Rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Rooster Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 met zwoerd Varkenspoot 2 180 2 160 100-120 s stuks Lamsvlees 2 190 2 175 110-130 Bout Kip 2 190 2 200 70-85 Heel Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel Eend 2 175 2 220 120-150 Compleet Gans 2 175 1 160 150-200 Compleet Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken Fazant 2 190 2 175 90-120 Compleet Gebraden gehakt 2 180 2 170 totaal.. 150 Broodpan
VIS
Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3)* 175 40-55 3-4 vissen Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3)* 175 35-60 4-6 filets
Niveau Niveau
Temp.
4 3
(°C)
2 1
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. (*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen haakjes aangegeven niveaus te plaatsen.
Hete lucht
4 3 2 1
Temp.
(°C)
Grilltijd
in minuten
OPMERKINGEN
25 progress
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Grilleren
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
GERECHT
Hoeveelheid
Stuks
gr.
Niveau
Grilleren
4 3
Temp. (°C)
2 1
Filetsteaks 4 800 3 250 12~15 12~14 Biefstuk 4 600 3 250 10~12 6~8 Grillworst 8 / 3 250 12~15 10~12 Varkenskotelet 4 600 3 250 12~16 12~14 Haantje (in 2 helften) 2 1000 3 250 30~35 25~30 Spiezen 4 / 3 250 10~15 10~12 Kippenborst 4 400 3 250 12~15 12~14 Hamburger* 6 600 2 250 20-30
*5’00'’ voorverwarmen
Visfilet 4 400 3 250 12~14 10~12 Belegd toastbrood 4~6 / 3 250 5~7 / Sneeën witbrood 4~6 / 3 250 2~4 2~3
Ventilatorgrill
Bij het ventilatorgrill stelt u een maximale temperatuur in van 200°C.
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
GERECHT
Hoeveelheid
Stuks
Grillen met hete lucht
Niveau
gr.
4 3 2 1
Temp.(°C)
Rollade (kalkoen) 1 1000 3 200 30~40 20~30 Kip (in helften) 2 1000 3 200 25~30 20~30 Kippenpoot 6 - 3 200 15~20 15~18 Kwartel 4 500 3 200 25~30 20~25 Groentegratin - - 3 200 20~25 ­St. Jacobsschelpen - - 3 200 15~20 ­Makreel 2-4 - 3 200 15~20 10~15 Vis moten 4-6 800 3 200 12~15 8~10
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
26 progress
Reiniging en onderhoud
Trek voordat u de oven gaat schoonmaken altijd eerst de stekker uit het stopcontact en laat de oven afkoelen.
Het apparaat mag niet worden gereinigd met een stoomreiniger.
Belangrijk: Vóór alle reinigings-
werkzaamheden het apparaat beslist spanningloos maken.
Voor een lange levensduur is het nodig, regelmatig de volgende reinigings­werkzaamheden uit te voeren:
• Maak de oven pas schoon als deze is af-
gekoeld.
• Maak de geëmailleerde delen schoon
met een sopje.
• Gebruik geen schuurmiddelen.
• Droog de onderdelen van roestvrij staal
en de glasplaat met een zachte doek.
• Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal
verkrijgbare reinigingsmiddelen voor
roestvrij staal of warme azijn.
Het email van de oven is uiterst duur­zaam en in hoge mate resistent. Inwerking van hete vruchtenzuren (citroen, pruim en dergelijke) kan echter blijvende, matte en ruwe vlekken op het emailoppervlak achter­laten. Dergelijke vlekken op het hoog­glanzende oppervlak van het email hebben echter geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven grondig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daar­door voorkomen.
Buitenkant reinigen
Neem regelmatig het bedieningspaneel, de ovendeur en de afdichting af met een zachte, goed uitgewrongen doek met warm water en wat vloeibaar reinigingsmiddel.
Gebruik in geen geval de volgende mid­delen, om beschadiging van de glazen ovendeur te vermijden:
• Huishoudreiniger en bleekwater
• Geïmpregneerde reinigingssponzen, die
niet geschikt zijn voor kookpannen met
anti-aanbaklaag
• Brillo- of staalwolsponsjes
• Chemische ovensponsjes of spuitbus-
sen
• Roestverwijderaars
• Vlekverwijderaars voor wasbakken/aan-
rechten
Reinig het venster aan de binnen- en buitenkant met een warm sopje. Mocht de binnenkant van de glazen deur erg vuil zijn, gebruik dan reinigingsproducten als ‘Hob Brite’. Gebruik geen krabber om aan­gekoekt vuil te verwijderen.
Reinigingsmiddelen
Controleer voor het gebruik van schoonmaakmiddelen altijd of deze ge­schikt zijn voor uw oven en of ze door de fa­brikant worden aanbevolen.
Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mogen NIET worden gebruikt, aangezien deze de toplaag van de oppervlakken dof kunnen maken. Gebruik geen agressieve schuurmiddelen.
Loading...
+ 58 hidden pages