ProForm PETL798100, PETL798101 User Manual

Modelnr. PETL79810.0 Serienr.
Noteer het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on­derdelen die ontbreken of bescha­digd zijn, neem dan contact op met de winkel waar u dit product hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
Bezoek onze website: www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa­raat alle instructies en voor­zorgsmaatregelen in deze hand­leiding. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
M
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Achterpagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Achterpagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de omslag van deze handleiding en vraag om een vervan­gende sticker. Plak de sticker op de aange­geven plaats. Opmerking: de sticker(s) worden
niet op ware grootte weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
oopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
l door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij­zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar om zich ervan te vergewissen dat allen die gebruik maken van de loopband vol­doende op de hoogte zijn van de voorzorgs­maatregelen en waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter de loopband en 6,0 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen of luchtroosters blok­keert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloerbedekking te bescher­men.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen gebruikt worden door
mensen die niet zwaarder zijn dan 135 kg.
ende kleding wordt aanbevolen voor zowel voor mannen als voor vrouwen. Draag altijd
gymschoenen. Gebruik de loopband nooit met blote voeten, nooit alleen op sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 16). Geen elk ander appa­raat mag op dezelfde groep aangesloten zijn.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-draadig, 1 mm snoer van maximaal 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van­daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec­triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop­band niet wanneer de elektriciteitssnoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 25 als de loopband niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband ge­bruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN op pagina 18).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de loopband staat. Houd u altijd vast aan de han­dleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om schokken bij versnelling te voorkomen.
2
(maat 14)
9. Laat nooit meer dan één persoon tegelijk de loopband gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de loopband. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Ondersteun-
18. De polssensor is geen medisch instrument. Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen de juistheid van de metingen aantasten. De polssensor dient slechts om een algemene hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe­feningen.
3
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond­draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en druk de chake­laar in de uit-stand wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 voor de plaats van de schakelaar.)
0. Voltooi eerst de montage van de loopband
2
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP­BAND IN KLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 24.) U moet veilig 20 kilo kunnen op­tillen en laten zakken, om in staat te zijn om de loopband te verplaatsen.
21. Bij het inklappen of verplaatsen van de loop­band dient u erop te letten dat de opbergver­grendeling het onderstel stevig in de opberg­stand houdt.
22. Steek geen enkel voorwerp in welke opening van de loopband dan ook.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en draai ze indien nodig vast.
24.
GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon­tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact trekken voor het schoonmaken van de loop­band, voor het plegen van onderhoud en voor het bijstellen zoals beschreven is in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten­zij een onderhoudsmonteur dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding moeten uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende onder­houdsmonteur.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge­bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com­mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de
dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn voelt, stop dan meteen met het oefenen en begin met een afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire PRO-
®
ORM
F biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke
oopband opvouwen, waardoor deze minder dan de
l helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
05 ZLT loopband. Deze 705 ZLT loopband
7
Vakje
Handleuning
Staander
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
oteer het productnummer en het serienummer voor-
N dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
angegeven.
a
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Polssensor
Sleutel/Klip
Loopband
Voetrail
Bijstelbouten van de Ruststandrol
Schakelaar
Platform van het Kussen
5
MONTAGE
#8 x 3/4" Schroef
(1)–10
3/8" Sterring
(11)–6
#8 x 1" Tekschroef
(5)–4
3/8" Moer (10)–3
5/16" Sterring
(13)–2
#10 Sterring
(12)–4
#8 x 1" Schroef
(53)–4
#10 x 3/4" Schroef
(2)–4
3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3)–2
5/16" x 1" Hechtbout
met Platte Kop (14)–4
3/8" x 4" Hechtbout (7)–4
1/4" x 1" Hechtbout
(9)–4
3/8" x 2" Bout (8)–3
5/16" x 1" Hechtbout
(4)–2
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-
eerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
t
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver-
akkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
p er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage heeft u de meegeleverde inbussleutels en uw eigen kruiskopschroeven­draaier , verstelbare Engelse sleutel , combinatietang , en schaar nodig .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: som-
mige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegele­verd.
6
. Zorg dat het snoer niet in het stopcontact zit.
1
erwijder de 3/8" Moer (10), de 3/8" x 2" Bout
V (8), en de verzendbeugel (A) van de Basis (95).
Herhaal deze stap voor de andere kant van de loopband.
De 3/8" Moeren (10) en de 3/8" x 2" Bouten (8) worden in montagestappen 3 en 6 gebruikt. Gooi de verzendbeugels weg.
1
95
A
2. Leg, met de hulp van een tweede persoon, de loopband voorzichtig op zijn linkerkant. Klap het Onderstel (55) gedeeltelijk in zodat de loopband stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig op.
Verwijder de twee aangegeven bouten (B) en de verzendbeugel (C) en gooi deze weg.
Snij de verzendband die de Draad van de Staander (87) aan de Basis (95) bevestigt. Zoek naar een plastic draadband in het aangegeven gat in de Basis en gebruik de draadband om de Draad van de Staander uit het gat te trekken.
Maak twee Basispoten (90) aan de Basis (95) op de aangegeven plaatsen vast met twee #8 x 1" Tekschroeven (5) en twee Tussenstukken van de Basispoot (94).
Maak dan de twee andere Basispoten (90) met twee #8 x 1" Tekschroeven (5) vast.
Gat
87
5
8
C
B
90
5
95
90
5
10
2
94
55
90
90
94
5
7
3. Bekijk de inzet-tekening. Snij de plastic draad­band van de Draad van de Staander (87) los.
3
aak een Wiel (96) aan de Basis (95) vast met
M de 3/8" x 2" Bout (8) en de 3/8" Moer (10) die u
eeft verwijderd in montagestap 1. Draai de
h
Moer nog niet te vast. Het Wiel moet vrij kun­nen draaien.
Druk een Basiskapje (89) in de Basis (95).
4. Zoek naar de Rechter Staander (85), aangegeven met een sticker “Right” (L of Left geeft links aan; R of Right geeft rechts aan). Houd de Rechter Staander bij de Basis (95) zoals afgebeeld vast.
Bekijk de inzet-tekening. Maak de draadband in de Rechter Staander (85) stevig vast rond het uiteinde van de Draad van de Staander (87). Trek dan aan het andere uiteinde van de draad­band totat de Draad van de Staander goed door de Rechter Staander ligt.
Plastic draadband
89
8
95
96
10
4
85
87
Draadband
85
Snij
87
87
95
5. Houd de Rechter Staander (85) tegen de Basis
(95) vast. Zorg ervoor dat de Draad van de Staander (87) niet bekneld raakt. Steek twee 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en een 3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3) met drie 3/8" Sterringen (11) in de Rechter Staander.
Draai de 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en de 3/8" x 1 1/2" Hechtbouten (3) vast totdat de koppen van de Hechtbouten de Rechter Staander (85) aan­raken. Draai de Hechtbouten nog niet te vast.
Draad-
band
87
5
85
3
11
7
11
87
95
8
6. Leg, met de hulp van een tweede persoon, de loopband voorzichtig op zijn rechterkant. Klap het Onderstel (55) gedeeltelijk in zodat de loop-
and stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
b
volledig op.
Verwijder de twee aangegeven bouten (B) en de verzendbeugel (C) en gooi deze weg.
Maak een Wiel (96) aan de Basis (95) vast met de 3/8" x 2" Bout (8) en de 3/8" Moer (10) die u in montagestap 1 heeft verwijderd. Draai de
Moer nog niet te vast. Het wiel moet vrij kun­nen draaien.
6
C
B
9
8
8
55
Druk een Basiskapje (89) in het Onderstel (95).
7. Houd de Linker Staander (84) tegen de Basis (95) vast. Steek twee 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en een 3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3) met drie 3/8" Sterringen (11) in de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en de 3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3) vast todat de koppen van de Hechtbouten de Linker Staander (84) aan­raken. Draai de Hechtbouten nog niet te vast.
Kantel, met hulp van een tweede persoon, de loopband zodanig de Basis (95) plat op de vloer terechtkomt.
95
96
7
7
11
95
3
11
10
84
9
8. Zoek naar de Linkerkap van de Basis (88) en de Rechterkap van de Basis (91). Schuif de Linkerkap van de Basis op de Linker Staander (84) en de Rechterkap van de Basis op de
echter Staander (85).
R
8
84
85
88
91
9. Zoek naar de Linkerkap van de Staander (80). Schuif de Linkerkap van de Staander op de Linker Staander (84).
Zoek naar de Linker Handleuning (82). Verwijder de draadband van de beugel op de Linker Handleuning. Druk, indien nodig, de 5/16" Kooimoer (38) terug op zijn plaats.
Maak de Linker Handleuning (82) aan de Linker Staander (84) vast met twee 5/16" x 1" Hechtbouten met Platte Koppen (14), een 5/16" x 1" Hechtbout (4), en een 5/16" Sterring (13) zoals afgebeeld. Draai de Hechtbouten nog
niet vast.
9
4
38
13
82
14
84
80
10
10. Schuif de Rechter Kap van de Staander (86) op de Rechter Staander (85). Verwijder de draad­band van de beugel op de Rechter Handleuning
83). Druk, indien nodig, de 5/16" Kooimoer (38)
( terug op zijn plaats.
Houd de Rechter Handleuning (83) bij de
echter Staander (85) vast. Streek de Draad
R van de Staander (87) door de beugel aan de on­derkant van de Rechter Staander. Trek de Draad van de Staander uit het uiteinde van de Rechter Handleuning.
Maak de Rechter Handleuning (83) aan de Rechter Staander (85) vast met twee 5/16" x 1" Hechtbouten met Platte Koppen (14), een 5/16" x 1" Hechtbout (4), en een 5/16" Sterring (13) zoals afgebeeld. Draai de Hechtbouten nog
niet vast.
10
83
14
eugel
B
7
8
8
3
4
13
86
85
11. Leg het bedieningspaneel met de bovenkant op een zachte opervlakte neer zodanig het bedien­ingspaneel niet bekrast kan worden. Verwijder de #8 x 3/4" Schroeven (1). Til de Dwarsstang (107) af.
11
Bedieningspaneel
1
107
11
12. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereed­schap om schaden aan de Dwarsstang (107) te voorkomen en draai de #10 x 3/4" Schroeven (2) niet te vast.
Draai de Dwarsstang (107) zoals afgebeeld. Maak de Dwarsstang aan de Handleuningen (82, 83) vast met vier #10 x 3/4" Schroeven (2)
n vier #10 Sterringen (12); draai de
e Schroeven nog niet vast.
Steek het Ondertel van het Bedieningspaneel (102) in de Handleuningen (82, 83). Maak het Onderstel van het Bedieningspaneel met vier 1/4" x 1" Hechtbouten (9) vast; draai de
Hechtbouten nog niet vast. Zorg ervoor dat de Draad van de Staander (87) niet bekneld raakt.
Draai een #10 x 3/4" Schroef (2) in ieder uiteinde van de Dwarsstang (107) vast. Draai
dan de andere #10 x 3/4" Schroef (2) in ieder uiteinde van de Dwarsstang vast.
Draai de vier 1/4" x 1" Hechtbouten (9) vast.
12
E
erst
2
8
102
9
2
12
107
erst
E
9
2
12
87
83
13. Draai twee 5/16" x 1" Hechtbouten (4) en de vier 5/16" x 1" Hechtbouten met Platte Koppen (14) goed vast (alleen een kant is afgebeeld).
Houd, met hulp van een tweede persoon, het bedieningspaneel bij de Rechter Handleuning (83) en de Linker Handleuning (niet afgebeeld) vast.
Sluit de Draad van de Staander (87) aan op de draad van het bedieningspaneel. Bekijk de
inzet-tekening. De verbindingstukken zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken. Als dit niet
gebeurt, draai dan een van de verbind­ingsstukken om en proberen het nogmaals. ALS
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED OP ELKAAR AANSLUITEN KAN HET BEDIEN­INGSPANEEL BESCHADIGEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET. Verwijder de
draadband van de Draad van de Staander.
Maak de aardingsdraad uit het bedieningspa­neel aan de Aardingsdraad van het Bedieningspaneel (52) vast.
13
Draad
van het
Bedien-
ingspa-
neel
87
Draad-
band
Bedienings-
paneel
4
14
Draad
van het
Bedien-
ings-
paneel
87
Aardingsdraad
52
83
12
14. Plaats het bedieningspaneel op de Linker en Rechter Handleuning (82, 83). Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. Steek het over­schot aan Draad van de Staander (87) in de
echter Handleuning.
R
Maak het bedieningspaneel aan de Dwarsstang (107) vast met zes #8 x 3/4" Schroeven (1).
raai eerst alle zes de Schroeven aan, en
D draai ze dan elk goed vast.
Maak twee Klemmen van het Bedieningspaneel (105) aan het bedieningspaneel vast met vier #8 x 1" Schroeven (53).
14
Bedieningspaneel
87
105
82
53
107
15. Houd de Rechterkap van de Staander (86) tegen het bedieningspaneel vast. Stel de gaten in de Rechterkap van de Staander gelijk met de gaten in de Rechter Staander (85). Maak de Rechterkap van de Staander met twee #8 x 3/4" Schroeven (1) vast.
Maak de Linkerkap van de Staander (80) op dezelfde manier aan de Linker Staander (84) vast.
Zie montagestappen 5 en 7. Draai de 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en de 3/8" x 1 1/2" Hechtbouten (3) vast.
15
83
86
85
1
1
1
Bedieningspaneel
1
1
80
1
84
13
16. Druk, mocht het nodig zijn, het Linker Bakje (103) en het Rechter Bakje (104) in het bedien­ingspaneel.
16
103
Bedienings-
paneel
04
1
17. Til het Onderstel (55) op, tot de afgebeelde stand. Zorg dat een tweede persoon het
Onderstel vasthoudt tot deze stap voltooid is.
Richt de Opbergvergrendeling (51) zodanig dat de grote huls en de vergrendelingsknop zich zoals afgebeeld bevinden.
Maak de Beugel van de Vergrendeling (6) en de Opbergvergrendeling (51) aan de Basis (95) vast met twee 3/8" x 2" Bouten (8) en twee 3/8" Moeren (10).
Maak het bovenste uiteinde van de Opbergver­grendeling (51) aan de beugel op het Onderstel (55) vast met een 3/8" x 2" Bout (8) en een 3/8" Moer (10). Opmerking: het kan nodig zijn om het Onderstel wat heen en weer te schuiven om de Opbergvergrendeling en de beugel op elkaar af te stellen.
Laat het Onderstel (55) neer (zie HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR GE­BRUIK op pagina 24).
17
Vergrendel-
knop
10
55
10
8
51
Grote
Beugel
6
95
8
18. Zorg dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de loopbandstickers zitten, verwijder deze dan. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vlo­erbedekking te beschermen. Opmerking: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg één van de in­bussleutels goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband bij te stellen (zie paginaʼs 26 en 27).
14
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN
E BORSTKAS-POLSSENSOR DRAGEN
D
De borstkas-polssensor bestaat uit twee delen: de borstkas-band en de sensor. Steek de flap van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals afgebeeld in de tekening. Druk het uiteinde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Bewaar de borstkas-polssensor op een warme en
• droge plaats. Bewaar de borstkas-polssensor niet in een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
• Stel de borstkas-polssensor niet langdurig bloot aan direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
• Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op­bergen van de borstkas-polssensor niet te veel.
Borstkas-band
Flappen
Flap
Sensor
Sensor
Doe vervolgens de borstkas-polssensor om uw borstkas en maak het andere eind van de borstkas-band vast aan de sensor. Mocht het nodig zijn, stel dan de lengte van de band bij. De borst­kas-polssensor moet onder uw kleding gedragen wor­den, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspie­ren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes aan de binnenkant (de elektrodes hebben kleine randjes). Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
• Droog de borstkas-polssensor goed af na ieder ge­bruik. De borstkas-polssensor wordt ingeschakeld wanneer u de elektrodes nat maakt en de borstkas­polssensor draagt. De borstkas-polssensor gaat uit wanneer deze wordt afgedaan en de elektrodes ge­droogd worden. De sensor blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen als de borstkas-polssensor elektrodes niet goed ge­droogd worden.
Gesp
• Maak de borstkas-polssensor schoon met een zachte doek en een beetje niet agressief schoon­maakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten. U kunt de borstkas-band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De instructies op de volgende paginaʼs leggen uit hoe u de borstkas-polssensor met het bediening­spaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder ge­noemde procedures door wanneer de borstkas­polssensor niet goed werkt.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-polssensor goed draagt zoals hier links is beschreven. Opmerking: Verplaats de sensor wat naar boven of naar bene­den wanneer de borstkas-polssensor niet goed werkt.
• Gebruik wat zoute vloeistof zoals speeksel of vloei­stof voor contact lenzen om de elektrodes van de sensor nat te maken. Maak de elektrodes opnieuw wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschij­nen nadat u begint te transpireren.
• Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder dan een armslengte van het bedieningspaneel bevinden.
• De borstkas-polssensor is ontwikkeld voor mensen met een normale hartslag. Problemen met de hart­slagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart­kloppingen, of aritmie.
• De werking van de borstkas-polssensor kan beïn­vloed worden door magnetische storingen die ver­oorzaakt worden door hoogspanningsdraden en an­dere elektromagnetische bronnen. Verplaats de loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is.
15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
et siliconen spray of ander middel. Als u dat
m doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een stroomsnoer en een ge­aarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen stroom­snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
act te steken.
t
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer
in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat­selijke regelingen.
Stopcontact
16
BEDIENINGS­PANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspa­neel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een in­drukwekkende keuze aan mogelijkheden die zijn on­twikkeld om uw oefeningen effectiever en aangenamer te maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de snelheids- en de hellinginstelling van de loopband ve­randeren door een druk op een toets. Tijdens het oefe­nen zal het bedieningspaneel meteen feedback op uw workout aangeven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van de ingebouwde handgreep met polssensor of door middel van de optionele borstkas-polssensor.
Het bedieningspaneel heeft tevens zestien voorafin­gestelde workouts—acht workouts om snel calorieën te kunnen verbranden en acht sneltijd workouts. Iedere workout beheert automatisch de snelheid en de helling van de loopband terwijl u door een effectieve oefens­essie wordt geleid.
Het bedieningspaneel heeft ook nog het iFit interac­tieve workout-systeem. Het iFit-systeem accepteert
iFit-kaarten met workouts die zijn ontwikkeld om u te helpen specifieke fitnessdoelen te bereiken. Bijvoorbeeld, verlies die ongewenste kilos met de 8 weken lange workout om af te vallen. iFit workouts controlleren automatisch de loopband. Ga naar
www.iFit.com om iFit-kaarten te kopen of bel tele­foonnummer op de voorkant van deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in speciaal zaken verkrijgbaar.
U kunt terwijl u oefent naar uw favoriete workout­muziek of audioboeken luisteren op de premium gelu­idsinstallation van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten, raadpleeg pagina 18. Raadpleeg pagina 18 om de handmatige instelling te
gebruiken. Raadpleeg pagina 21 om een voorafin­gestelde workout te gebruiken. Raadpleeg pagina
22 om een iFit workout te gebruiken. Raadpleeg pagina 22 om de informatie instelling te gebruiken. Raadpleeg pagina 23 om het stereogeluidssysteem
te gebruiken.
BELANGRIJK: als er een velletje plastic op het be­dieningspaneel zit, verwijder deze dan. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de band wanneer de loopband voor het eerst wordt gebruikt. Let deze in het midden mocht dat nodig zijn (zie pagina 27).
17
HOE DE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan lage
emperaturen blootgesteld is geweest, de loop-
t band op kamertemperatuur komen voordat u de
lektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
e het bedieningspaneel of andere elektrische com­ponenten beschadigen.
Steek het snoer in het stop­contact (zie pagina 14). Zoek vervolgens naar de schakelaar [RESET/OFF] op het onderstel van de loopband bij het snoer. Druk de schakelaar in de reset stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een demo-instelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband geëtaleerd wordt in een winkel. De demo-instelling is gekozen wanneer de displays gaan branden zodra de stekker in het stopcontact gestoken wordt en de stroomonderbreker in de reset-stand staat. Om de demo-instelling uit te schakelen, houdt u de Stoptoets [STOP] enkele seconden lang ingedrukt. Raadpleeg DE INFOR­MATIE INSTELLING op pagina 23 om de demo-in­stelling uit te schakelen wanneer de displays bli­jven branden.
Ga op de voetrails van de loopband staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vast zit (zie tekening rechts) en maak de klip aan de tailleband van uw kled­ing vast. Steek de sleu­tel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsituatie kunt u
de sleutel uit het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedien­ingspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
Opmerking: de helling zal, wanner u voor het eerst de sleutel in het bedieningspaneel steekt, automatisch in de maximuminstelling worden ingesteld om dat naar de minimuminstelling terug te keren.
Resetten
Sleutel
Klip
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GE­BRUIKEN
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
1
ie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
Z links.
2. Kies de handmatige instelling.
De handmatige instelling wordt gekozen wanneer de sleutel wordt ingesto­ken en de piste op de display zal verschijnen. Trek de sleutel uit wan­neer een voorafingel­stelde workout gekozen wordt, en steek de sleutel weer in.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de Go-toets [GO], de Snelheidstoename [SPEED] toets, of op een van de snelheidtoetsen met nummers 1-18.
Als u de Go-toets of de Snelheidstoenametoets ingedrukt dan zal de loopband met een snelheid van 2 km/u [KM/H] beginnen te draaien. Bij het oe­fenen kunt u de snelheid van de loopband naar wens aanpassen door de snelheidstoename en ­afname toetsen in te drukken. Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1 km/u veranderen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5 km/u. Opmerking: het kan even duren nadat u op de toetsen drukt voordat de loopband de gekozen snelheidsinstelling bereikt.
Indien u op een van de genummerde snelheid­stoetsen drukt, zal de snelheid van de loopband gradueel aangepast worden tot de gewenste snel­heidsinstelling bereikt wordt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets [STOP]. Om de loopband opnieuw te starten drukt u op de Starttoets, de Snelheidstoename toets, of op een van de snelheidstoetsen met nummers 1-
18.
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te ontdekken welke meeteenheid is gekozen, of om de meeteenheid te wijzigen zie de INFORMATIE-IN­STELLING op pagina 23. Voor de eenvoud worden alle instructies in dit gedeelte van de handleiding in kilometers aangegeven.
18
4. De hellingstand van de loopband veranderen oals gewenst.
z
Druk om de helling van de loopband te veran­deren, op de Hellingtoename [IN-
LINE] en -afname
C toetsen of een van de genummerde hellingtoetsen. Druk om de helling van de loopband te veranderen, op de Hellingtoename of afname toetsen. Met elke druk op de Hellingtoename of –afname toets verandert de helling met 0,5%. Indien up op een van de genummerde hellingtoetsen drukt, zal de loopband de gekozen hellingisntelling instellen. Opmerking: Het kan even duren nadat u op de toetsen drukt voordat de loopband de gekozen hellingsinstelling bereikt.
Afstand/Helling dis-
lay—Deze display
p
geeft de gelopen afs­tand [DISTANCE] aan. De display geeft ook, iedere keer dat de helling [INCLINE] aangepast wordt, een paar sec-
nden lang de hellinginstelling aan.
o
Calorieën/Hartslag dis­play—Deze display
geeft bij benadering het aantal verbranden calo­rieën [CALORIES] aan. De display geeft ook uw hartslag [PULSE] aan wanneer u de handgreep met polssensor gebruikt of het geluidsvolume wan­neer u op de Volumetoename of -afname toets drukt.
5. Uw vordering op de piste en de displays vol-
gen.
De piste—De display
zal, wanneer de hand­matige instelling gekozen wordt, een piste van 402 meter aangeven. Als u oefent, zullen de indicatoren rond de piste achter elkaar oplichten tot de gehele piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indicators zullen weer opnieuw na elkaar oplichten.
Tijd display—Deze dis­play zal, wanneer de handmatige instelling gekozen wordt, de ver­lopen tijd [TIME] aangeven. De display zal wanneer u een workout kiest, de resterende tijd in de workout weergeven in plaats van de verlopen tijd.
Snelheid display— Deze display geeft de snelheid [SPEED] van de loopband aan.
Om de displays te resetten drukt u op de Stoptoets, trek de sleutel uit en steekt de sleutel weer in.
19
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Opmerking: indien u de handgreep met
olssensor en de Borstkas-polssensor tegelijk
p gebruikt, zal het bedieningspaneel uw hartslag
iet nauwkeurig weergeven. Zie pagina 15 voor
n
meer informatie over de borstkas-polssensor.
Verwijder de plastic velletjes van de metalen contactpunten voordat u de handgreep polssensoren ge­bruikt. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Ga om de handgreep met polssensore te ge­bruiken op de voetrails staan en houd de metalen contactpunten minsten 10 seconden lang vast— beweeg uw handen niet. Als uw hartslag waargenomen wordt zal uw hartslag getoond wor­den. Voor de meest nauwkeurige hartslag-
waarde, dient u de contactpunten 15 seconden lang vast te houden.
Contactpunten
7. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
a op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
G
stel de hellinginstelling van de loopband in de
aagste stand. De helling van de loopband moet
l zich in de laagste stand bevinden wanneer u de loopband wilt opbergen anders kan de loop­band beschadigd worden. Trek vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband, plaats de stroomonderbreker in de uitstand [OFF] en trek het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit
niet doet, kunnen de elektrische componenten van de loopband voortijdig slijten.
20
HET GEBRUIK VAN EEN VOORAFINGESTELDE WORKOUT
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
1
ie HOE DE ELECTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
Z op pagina 18.
het profiel begint dan te knipperen. Als een andere snelheids- of hellinginstelling is geprogrammeerd voor het volgende segment, dan zal de snelheids-
f hellinginstelling in het display knipperen om u te
o waarschuwen. De loopband zal dan automatisch
e nieuwe snelheids- of hellinginstelling van het
d volgende segment instellen.
2. Kies een voorafingestelde workout.
Druk, om een voorafingestelde workout te kiezen, op een van de toetsen van de Workout om Snel Calorieën [QUICK CALORIE BURN WORKOUTS] te Verbranden of op een van de Sneltijd Workout [QUICK TIED WORKOUT] toetsen.
Wanneer een voorafingestelde workout gekozen wordt, dan zal de oefentijd, de maximale hellingin­stelling en de maximale snelheidsinstelling van de workout op de displays verschijnen. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de workout verschijnen in de piste. Het na te streven aantal te verbranden calorieën zal op de display verschijnen wanneer u een workout om snel calo­rieën te verbranden kiest.
3. Start de loopband.
Druk op de Go-toets [GO] of de Snelheidstoename [SPEED] toets om met de workout te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loop­band zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheids- en hellingsinstelling van de workout. Houd de handleuningen vast en begin met lopen.
Elke workout is verdeeld in segmenten die 1-min­uut duren. Er is één hellinginstelling en één snel­heidsinstelling geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking: Dezelfde snelheids- en/of hellingsin­stelling kan worden ingeprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de workout, wordt het profiel weergegeven zodat u uw vorderingen kunt volgen. De knipperende balk van het profiel stelt het huidige segment van de workout voor. De hoogte van het flikkerende segment geeft de snelheidsinstellingen van het huidige segment weer. Aan het einde van elk segment is een serie geluiden te horen en het volgende segment van
Volgende Segment
Opmerking: Het na te streven aantal calorieën is het te verwachten aantal calorieën die u tij­dens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van uw gewicht. Daarnaast heeft een handmatige wijziging van de snelheid of de helling van de loopband tijdens de workout invloed op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
De workout gaat op deze wijze door tot het laatste segment van het profiel knippert in de display en het laatste segment klaar is. De loopband zal dan langzaam stoppen.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de workout te hoog of te laag staat, dan kunt u de in­stelling handmatig overschrijven door op de Snelheid en Helling [INCLINE] toetsen te drukken;
echter als het volgende segment van de work­out begint dan zal de loopband zich automa­tisch aanpassen aan de snelheids- en hellingin­stellingen voor dat volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de workout te stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Druk op de Starttoets om de workout te hervaten. De loop­band begint met een snelheid van ongeveer 2 km/uur te draaien, Als het volgende onderdeel van de workout begint, zal de loopband zich automa­tisch aanpassen aan de snelheids- en hellingin­stelling voor dat volgende onderdeel.
4. Uw vordering op de piste en de displays vol­gen.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 7 op pagina 20.
21
HOE EEN EEN IFIT-WORKOUT TE GEBRUIKEN
3. Start de loopband.
Ga, om iFit-kaarten te kopen, naar www.iFit.com of
elt u met het telefoonnummer op de voorkant van
b deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in speciaal
inkels verkrijgbaar.
w
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN op pagina 18.
2. Steek een iFit-kaart in en kies een workout .
Steek, om een iFit-workout te gebruiken, een iFit­kaart in de iFit-gleuf. Zorg dat de iFit-kaart zo gedraaid is dat de metalen contacten naar bene­den zijn gericht en zo in de iFit-gleuf gestoken wor­den. Het iFit logo zal oplichten wanneer de iFit­kaart goed ingestoken is.
iFit-Gleuf
iFit-Logo
iFit-Kaart
Druk op de Go-toets [GO] of de Snelheidstoename
SPEED] toets om met de workout te beginnen.
[ Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
oopband zich automatisch aanpassen aan de
l eerste snelheids- en hellingsinstelling van de work­out. Houd de handleuningen vast en begin met lopen.
Tijdens de workout zal de stem van een personal trainer u door de workout begeleiden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het huidig segment te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door op de Snelheid en Helling [INCLINE] toetsen te drukken;
wanneer het volgende segment beginnen, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstellingen voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de workout te stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Om de workout weer opnieuw te starten, drukt u op de Gotoets of op de Snelheidstoename toets. De loopband begint met een snelheid van ongeveer 2 km/uur te draaien. Als het volgende segment van de workout begint, zal de loopband zich automa­tisch aanpassen aan de snelheids- en hellingin­stelling voor dat volgende segment.
Kies vervolgens een iFit workout door op de iFittoename –afname toetsen naast de iFit-gleuf te drukken. Wanneer een iFi workout gekozen wordt, dan zal de oefentijd, de maximale hellinginstelling, de naam en de maximale snelheidsinstelling van de workout op de displays verschijnen. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de workout in de piste verschijnen.
Elke iFit-workout is verdeeld in segmenten die 1­minuut duren. Er is één hellinginstelling en één snelheidsinstelling ingeprogrammeerd voor elk segment. Opmerking: Dezelfde snelheids- en/of hellingsinstelling kan worden ingeprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten.
4. Uw vordering op de piste en de displays vol­gen.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 7 op pagina 20.
OPGELET: Trek de iFit-kaarten altijd uit de iFit­gleuf wanneer u deze niet gebruikt.
22
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
ie de totale afstand die de loopband heeft afgelegd
d en het totaal aantal uren dat de loopband is gebruikt,
ijhoudt. De informatie-instelling laat toe om van mee-
b teenheid te veranderen (van mijlen nar kilometers) en om de display en de demo instelling aan en uit te zetten.
Om de informatie-instelling te kiezen, houdt u de Stoptoets [STOP] ingedrukt terwijl u de sleutel terug steekt in het bedieningspaneel en daarna de Stoptoets weer loslaat. Als de informatie-instelling gekozen is, zal de volgende informatie afgebeeld worden:
HOE DE STEREOGELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
oor muziek of audioboeken via de stereoluidsprekers
V van het bedieningspaneel moet u uw iPod, Mp3-
peler, CD-speler, of een andere eigen speler op het
s bedieningspaneel aansluiten door gebruik te maken van het audiocontactpunt.
Zoek, om het audiocontactpunt te gebruiken, naar de audiokabel en steek deze in het audiocontactpunt bij de luidsprekers. Steek dan de audiokabel in het con­tactpunt van uw iPod, MP3-speler, CD-speler, of an­dere eigen speler. Zorg dat de audiokabel volledig
aangesloten is.
De Tijd [TIME] display toont het aantal uren dat de loop­band gebruikt is.
De Afstand/Helling [DIS­TANCE/INCLINE] display zal het totaal aantal kilome­ters (of mijlen) dat de loop­band gedraaid heeft aangeven.
Er verschijnt een ʻMʼ voor metrische kilometers of een ʻE' voor Engelse mijlen op de Calorieën/hartslag­display [CALO­RIES/PULSE]. Druk op de Snelheidstoename [SPEED] toets om naar wens de meeteenheid te wijzigen.
Het bedieningspaneel toont een demo-instelling, die on­twikkeld is voor gebruik als de loopband geëtaleerd wordt in een winkel. Als de demo-instelling aanstaat, dan zal het bedieningspaneel normaal functioneren als u de stekker insteekt, de reset/stroomonderbreker in de resetstand schakelt en de sleutel in het bedien­ingspaneel steekt. Als u de sleutel uittrekt, dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Indien de demo-instelling aangezet is, dan zal een ʻdʼ op de display verschijnen terwijl de informatie-instelling gekozen is. Om de display demo-instelling aan of uit te zetten, kunt u op de Snelheidsafname toets drukken.
Druk dan op de toets Afspelen op uw MP3­speler, CD-speler of an­dere eigen audio-speler. Pas het volume op uw persoonlijke audio­speler aan of druk op de Volumetoename en –af­name toetsen op het bedieningspaneel.
Als u een eigen CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of op een ander vlak oppervlak in plaats van op het bedien­ingspaneel.
Volumetoename
Volumeafname
Om de informatie-instelling te beëindigen, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
23
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Voordat u de loopband inklapt, dient u de helling in
e stellen op de laagste stand. Verwijder de sleutel
t en trek het snoer uit het stopcontact. OPGELET: u
oet veilig 20 kilo kunnen tillen en laten zakken, of
m in staat zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl onder aangegeven wordt.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de plastic voetrails. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
1
Onderstel
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband
n de opbergstand te zetten, zoals hier links
i beschreven is. OPGELET: zorg dat de vergrendel-
nop in de opslagstand vergrendeld is. Er kunnen
k twee mensen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel vast en zet een voet tegen een van de wielen.
1
Onder-
stel
Handleuning
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
oppbergstand vergrendelt. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergren-
delknop
Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedekking te beschermen. Houd de loop­band uit direct zonlicht. Laat de loopband nooit in de opbergstand staan in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
Wiel
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats. OPGELET: verplaats de loop-
band nooit door deze naar achteren te laten hellen, trek niet aan het onderstel en verplaats de loopband niet over een ongelijke onder­grond.
3. Plaats een voet tegen een wiel en laat de loopband voorzichtig neer tot deze in de opbergstand staat.
HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
1. Bekijk tekening 2. Houd de bovenkant van de loopband vast met uw rechterhand. Het kan nodig zijn om het onderstel lichtjes naar voren te duwen. Draai het onderstel een paar centimeter naar on­deren en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk de tekening 1, links. Houd het metalen on­derstel stevig met beide handen vast en laat op de vloer deze zakken. OPGELET: houd het onders-
tel niet vast bij de plastic voetlrails en laat het onderstel niet vallen. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
24
PROBLEMEN OPLOSSEN
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
D symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 16). Als u
een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm ger is dan 1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onder-
stel van de loopband bevindt naast het snoer. Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar afgegaan. Om de schakelaarr op­nieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
PROBLEEM: de stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspa-
neel haalt
c
Doorgeslagen
2
snoer dat niet lan-
Resetten
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raad­pleegt u DE INFORMATIEMODUS op pagina 23 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Houd de Staanders (84, 85) met de hulp van een tweede persoon voorzichtig neer. Het kan zijn dat er drie #8 x 2" Schroeven (A) in de onderkant van de Onderpan (75) zitten. Als dat zo is dient u deze te verwijderen. Opmerking: u heeft een kruiskopschroevendraaier met een schacht van minstens 13 cm lang nodig.
Til dan de Staanders (84, 85) weer op.
a
84
85
A
75
A
25
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1) en draai de Motorkap (62) er voorzichtig af.
Zoek de Bladveerschakelaar (73) en de Magneet (47) aan de linkerkant van de Katrol (48). Draai de Katrol tot de Magneet in lijn is met de Sensorschroef. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Sensorschroef ongeveer 3mm is. Draai, indien nodig, de #8 x 3/4" Schroef (18)
losser, wat los en verplaats de Bladveerschakelaar enigszins en draai de schroef dan weer vast. Maak de Motorkap weer (niet afgebeeld) met de #8 x 3/4" Schroeven vast. Draai, indien nodig de #8 x 2" Schroeven weer vast. Laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheid juist afgelezen wordt.
3 mm
Boven
aanzicht
18
73
1
62
47
48
PROBLEEM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] wanneer de sleutel in het bedieningspaneel zit.
Trek de sleutel eruit terwijl de helling verandert. Steek de sleutel er na een paar seconden
weer in. De loopband stijgt automatisch naar de maximale hellinginstelling en dan weer terug naar de minimuminstelling. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw aangepast.
PROBLEEM: de loopband vertraagt als u erop loopt.
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3-draadig, 1 mm2(maat 14) snoer
van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
king van de loopband verslechteren en kan de loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON- TACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststan­drol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopopper­vlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker uit het stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loop­band een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
b
5–7 cm
Bijstgelbouten van de Ruststandrol
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleeg dan de omslag van
deze handleiding.
26
PROBLEEM: de loopband ligt niet in het midden en slipt als er op gelopen wordt.
OPLOSSING: a. Als de loopband niet in het midden ligt dient
eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
u STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
REKKEN. Als de loopband naar links is ver-
T schoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om
de linker bijstelbout van de ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien; als de loop- band naar rechts is verschoven kunt u de linker bijstelbout van de ruststandrol een halve slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen,
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag naar rechts. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden ligt. Steek dan de stekker in het stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
b
27
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
erbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
WAARSCHUWING: v
dat u begint met dit of een ander oefeningen­programma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande ge­zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe­ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening­informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul­taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui­ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni­veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart­slagen voor het verbranden van vet en voor een aero­bic oefening.
oor-
v riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
e eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
d chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi­teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw training­zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe­fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe­veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio­den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro­gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu­ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af­gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal­len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
28
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
en–spring nooit op.
k
. Teen Aanraken Strekoefening
1
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mo­gelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie ge­durende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe­zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han­den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter­voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en be­weeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie ge­durende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespe­zen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespe­zen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de an­dere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
29
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding om de onderdelen die hi­eronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
23 #8 x 3/4" Schroef
1 24#10 x 3/4" Schroef 323/8" x 1 1/2" Hechtbout 425/16" x 1" Hechtbout 54#8 x 1" Tekschroef 61Vergrendelingsbeugel 743/8" x 4" Hechtbout 863/8" x 2" Bout
941/4" x 1" Hechtbout 10 6 3/8" Moer 11 6 3/8" Sterring 12 4 #10 Sterring 13 2 5/16" Sterring 14 4 5/16" x 1" Hechtbout met Platte Kop 15 5 #8 x 3/4" Tekschroef 16 1 Borstkas-polssensor 17 2 #8 x 1/2" Schroef 18 11 #8 x 3/4" Schroef 19 2 #8 x 1 1/2" Schroef 20 2 5/16" x 1 1/2" Bout 21 2 5/16" x 3 5/8" Bout 22 2 3/8" x 1" Bout 23 1 1/4" x 1" Bout 24 2 Bout van de Ruststandrol 25 1 3/8" x 1 3/4" Bout 26 1 3/8" x 1 1/2" Bout 27 2 3/8" x 3/4" Bout 28 15 #8 x 1/2" Schroef 29 1 #8 x 1/2" Aardingschroef 30 8 #12 x 1 1/4" Schroef 31 2 Motorbout 32 9 #8 Schroef 33 2 1/4" Tussenring 34 2 1/4" Gespleten Tussenring 35 4 3/8" Klemmoer 36 4 5/16" Flensmoer 37 3 Klip van de Kap 38 2 5/16" Kooimoer 39 2 Sticker voor de Voetrail 40 1 Linker Voetrail 41 1 Vergrendelingswaarschuwings-
sticker 42 2 Platform van het Kussen 43 2 Riemgeleider 44 1 Loopplatform 45 2 Kap van het Onderstel 46 2 Tussenstuk van het Onderstel 47 1 Magneet 48 1 Wieltje/Katrol 49 1 Loopband
0 1 Audiokabel
5 51 1 Opbergvergrendeling 52 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel 53 4 #8 x 1" Schroef 54 1 Rechter Voetrail 55 1 Onderstel 56 2 Beugel van de Roller 57 1 Aardingsdraad van Roller 58 1 Rechterachtervoet 59 1 Linkerachtervoet 60 1 Ruststandrol 61 1 Inbussleutel 62 1 Motorkap 63 1 Kotorkapaccent 64 1 Onderstel van de Lift 65 1 Aardingsdraad van het Onderstel
van de Lift 66 1 Motoraandrijfriem 67 1 Aandrijfmotor 68 1 Controller Aardingsdraad 69 1 Elektriciteitssnoer 70 1 Ontvanger 71 1 Schakelaar 72 1 Controller 73 1 Bladveerschakelaar 74 1 Klem van de Bladveerschakelaar 75 1 Onderpan 76 3 Draadban 77 8 8" Draadband 78 2 15" Draadband 79 4 Herbruikbare Draadband 80 1 Kap van de Linker Staander 81 2 Kap van de Handleuning 82 1 Linker Handleuning 83 1 Rechter Handleuning 84 1 Linker Staander 85 1 Rechter Staander 86 1 Kap van de Rechter Staander 87 1 Draad van de Staander 88 1 Kap van de Linker Basis 89 2 Basiskapje 90 4 Basispoot 91 1 Kap van de Rechter Basis 92 2 Waarschuwingssticker 93 1 Draad van Helling 94 2 Tussenstuk van de Basispoot 95 1 Basis 96 2 Wiel 97 1 Hellingmotor
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
98 1 Tussenstuk van de Hellingmotor 99 1 Sleutel/Klip
100 2 Draadband
01 1 Bedieningspaneel
1 102 1 Onderstel van het Bedieningspaneel 103 1 Linker Bakje 104 1 Rechter Bakje 105 2 Klem van het Bedieningspaneel 106 1 Basis van het Bedieningspaneel 107 1 Dwarsstang
*Deze onderdelen staan niet geïllustreerd. Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder vooraf­gaande kennisgeving.
108 1 Toegangsdeur 109 1 Beugel voor Elektronica 110 1 Filter
11 1 Transformator
1 112 2 Huls van de Motor 113 1 Motorisolator 114 1 Snoeradapter 115 1 Riem van de Borstkas-sensor 116 1 5/32" Inbussleutel
*–Gebruiksaanwijzing
31
8
51
20
21
21
34
33
34
33
28
32
32
43
43
30
45
30
30
30
39
40
36
36
36
47
45
46
36
44
41
49
48
54
39
60
55
56
56
46
58
59
61
57
18
42
10
24
23
18
18
18
18
18
18
18
19
19
20
24
30
30
30
30
28
42
8
10
10
8
6
116
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
32
15
15
15
15
74
18
73
37
37
37
1
1
1
22
22
28
62
64
76
75
65
28
31
67
66
63
77
79
78
68
28
28
72
111
109
110
28
28
28
28
69
114
71
70
112
113
32
32
32
32
32
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
33
90
5
90
5
90
5
96
96
8
7
11
7
11
27
35
89
89
85
95
92
92
94
90
5
94
25
26
35
35
97
98
87
10
10
8
93
87
86
83
82
81
81
80
38
38
1
1
14
14
4
4
13
13
9
9
27
35
84
3
3
11
11
88
91
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
34
53
1
108
103
101
12
107
1
2
52
29
104
102
106
1
1
1
1
1
12
2
1
1
1
1
1
1
1
100
17
105
105
50
53
115
16
9
9
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
35
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
B gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE­KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge­gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor­den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer­ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 300611 R0710A Gedrukt in China © 2010 ICON IP, Inc.
Loading...