ProForm PETL598141, PETL598140 User Manual

Modelnr. PETL59814.0 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hier­onder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze hand­leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN .........................................................15
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................21
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met uw dit product inbegrepen. Plak de sticker op de aangegeven plaats over de Engelse waarschuwing heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Aandacht: de sticker(s) worden niet op ware grootte weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON Health & Fitness, Inc.
2

BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN

WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar om zich ervan te vergewissen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met enig oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen van boven de 35 jaar, of voor personen met reeds bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals in deze handleiding beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis bedoeld. Gebruik de loopband niet commer­cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
5. Gebruik de loopband binnenshuis weg van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, niet op een overdekt terras, of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen enkele luchtopening blokkeert. Leg een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet daar waar spuit­bussen gebruikt worden of waar zuurstof beheerd wordt.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker­tijd op de loopband.
11. Draag geschikte kleding bij gebruik van de loopband. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Suspensoirs worden zowel voor mannen als voor vrou­wen aanbevolen. Draag altijd gymschoenen.
Gebruik de loopband nooit op blote voeten, met alleen sokken aan of met sandalen.
12. Steek de stroomkabel, bij het aansluiten (zie bladzijde 15), alleen in een geaard stop­contact. Geen enkel ander apparaat mag op dezelfde groep aangesloten worden.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1 mm2) van 1,5 m of korter.
14. Houd de stroomkabel bij hete oppervlaktes vandaan.
15. Laat de band nooit draaien wanneer het apparaat uit staat. Gebruik de loopband niet wanneer de stroomkabel of de stek­ker beschadigd is of wanneer de loopband niet juist werkt. (Zie ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde 22 als de loopband niet juist werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door en test deze voordat u de loopband gaat gebrui­ken (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde 17).
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband mag alleen door personen die minder dan 136 kg wegen gebruikt worden.
17. Start de loopband nooit wanneer u op het loopvlak staat. Houd u altijd aan de handleu­ningen vast wanneer u de loopband gebruikt.
3
18. De loopband kan hoge snelheden bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om plotselinge schokken in de versnellingen te voorkomen.
23. Verander de helling van de loopband niet door voorwerpen onder de loopband te plaatsen.
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Verschillende factoren, waaronder de beweging van de gebruiker, kunnen invloed hebben op de nauwkeurigheid van de metin­gen. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij het oefenen.
20. Laat de loopband nooit onbeheerd rond­draaien. Verwijder altijd de sleutel, druk de stroomschakelaar in de off-stand (uit) (zie de tekening op bladzijde 5 voor de plaats van de stroomschakelaar) en trek de stroomkabel uit wanneer de loopband niet gebruikt wordt.
21. Verplaats de loopband niet totdat deze correct gemonteerd is. (Zie MONTAGE op bladzijde 7 en HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN op bladzijde
21). U moet in staat zijn om veilig 20 kg op te kunnen tillen om de loopband te verplaatsen.
22. Zorg ervoor dat bij het inklappen of het verplaatsen van de loopband de opberg­vergrendeling het onderstel stevig in de opbergstand houdt.
24. Steek geen enkel onderwerp in welke ope­ning van de loopband dan ook.
25. Controleer regelmatig alle onderdelen en draai ze dan goed vast.
26. GEVAAR: Trek de stroomkabel altijd
direct na gebruik van de loopband uit. Doe dit ook voor het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het bijstellen zoals in deze handleiding beschre­ven. Verwijder de motorkap nooit tenzij een erkende onderhoudsmonteur dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding, dient uitsluitend door een erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te worden.
27. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of tot de dood leiden. Als u tijdens het oefenen uitge­put raakt of pijn voelt, stop dan onmiddellijk en begin met af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4

VOORDAT U BEGINT

Fijn dat u voor de nieuwe PROFORM® 530 ZLT loop­band gekozen heeft. De 530 ZLT loopband kent een indrukwekkende reeks mogelijkheden die ontwikkeld zijn om uw workouts thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Lengte: 165 cm Breedte: 84 cm
Handleuning
Noteer het productnummer en het serienummer voor­dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Accessoireshouder
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Sleutel/Klip
Band
Voetrail
Spanrol Bijstelschroeven
Motorkap
Stroomschakelaar
Wiel
Kussen van het Loopvlak
5

ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA

Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
#10 Sterring
(23)–4
#8 x 1/2"
Aardschroef (1)—1
5/16" x 3/4"
Schroef (5)–2
5/16" x 1 3/4" Bout (79)–1
5/16" Sterring
(6)–4
#8 x 3/4" Schroef
5/16" x 1 1/2"
Bout (78)–1
(4)–10
3/8" Sterring
(3)–6
#10 x 3/4" Schroef
(8)–4
Schroef (77)2
5/16" x 3" Schroef (7)–2
5/16" Moer
(80)–2
1/4" x 1 3/4"
3/8" x 3 1/4" Schroef (2)–6
6

MONTAGE

• Montage moet door twee personen uitgevoerd worden.
• Leg alle onderdelen op een open plek en ver­wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal pas weg als u volledig klaar bent met de montage.
• Er kan na verzending een vettige substantie op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is nor­maal. Mocht er vettige substantie op de loopband zitten, veeg dit dan weg met een zachte lap en wat niet-schurend schoonmaakmiddel.
• Linker onderdelen worden met “L” of “Left” (links) aangegeven en rechter onderdelen worden met “R” of “Right” (rechts) aangegeven.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
• activeert uw garantie
• bespaart u tijd als u ooit contact moet opnemen met de Klantendienst
• Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te herkennen.
• Voor de montage heeft u het volgende gereedschap nodig:
De meegeleverde inbussleutel
een kruiskopschroevendraaier
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade aan onderdelen te voorkomen.
1
• hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van deze handleiding) om uw product te registreren.
7
2. Zorg ervoor dat de stroomkabel uit getrokken
is.
Verwijder de twee schroeven (A) en de beugel
voor het verzenden (B) aan de rechterkant van de Basis (74) en gooi ze weg. Verwijder dan
twee schroeven en de beugel voor het ver­zenden aan de linkerkant van de Basis (74) en gooi ze weg.
2
Verwijder vervolgens de draadband van de
Draad van de Staander (63).
Druk een Kap van de Basis (70) in elke kant van
de Basis (74).
3. Zoek naar de Rechter Staander (76). Laat een
tweede persoon de Rechter Staander bij de Basis (74) houden.
Zie de inzet-tekening. Maak de draadband
in de Rechter Staander (76) stevig rond het uiteinde van de Draad van de Staander (63) vast. Steek dan de Draad van de Staander in het onderste uiteinde van de Rechter Staander terwijl u het andere uiteinde van het draadband uit de Rechter Staander trekt.
3
Draad-
band
74
A
63
B
Band
63
70
63
76
74
Draad-
band
76
8
4. Leg de Rechter Staander (76) bij de Basis (74)
zoals afgebeeld. Maak de aarddraad aan de Basis vast met een #8 x 1/2" Aardschroef (1).
Druk dan de Borgring van de Staander (73) in
het vierkante gat in de Rechter Staander (76).
4
5. Houd de Rechter Staander (76) tegen de Basis
(74). Wees voorzichtig dat de Draad van de
Staander (63) niet bekneld raakt.
Steek een 3/8" x 3 1/4" Schroef (2) met een 3/8"
Sterring (3) in het bovenste gat van de Rechter Staander (76). Draai de Schroef dan gedeeltelijk in de Basis (74) vast.
Draai nog eens twee 3/8" x 3 1/4" Schroeven (2)
met twee 3/8" Sterringen (3) gedeeltelijk vast in de Rechter Staander (76) en in de Basis (74).
Draai de Schroeven nog niet helemaal vast.
74
5
76
Aard­draad
1
76
73
Vierkant
Gat
Maak de Linker Staander (niet afgebeeld) op
dezelfde manier vast. Aandacht: Er zitten geen
draden aan de linkerkant.
3
63
2
74
3
9
6. Zoek naar de Rechter Handleuning (64). Laat
een tweede persoon de Rechter Handleuning bij de Rechter Staander (76) houden.
Steek de Draad van de Staander (63) in de
onderkant van de Rechter Handleuning (64) en trek deze uit het gat in de Rechter Handleuning.
6
7
Wees voorzichtig dat de Draad van de
Staander (63) niet bekneld raakt. Steek een 5/16" x 3/4" Schroef (5) met een 5/16" Sterring (6) in de Rechter Staander (76) en de Rechter Handleuning (64) en draai deze daarna gedeel­telijk vast. Draain dan een 5/16" x 3" Schroef (7) met een 5/16" Sterring (6) en draai gedeeltelijk vast in de Rechter Handleuning en de Rechter Staander. Draai de Schroeven nog niet hele-
maal vast.
Maak de Linker Handleuning (niet afgebeeld)
op dezelfde manier vast. Aandacht: Er zitten
geen draden aan de linkerkant.
7. Plaats het bedieningspaneel op een zachte
ondergrond met de voorkant naar beneden gericht zodat het bedieningspaneel niet bekrast raakt.
Verwijder de twee schroeven (B) uit de
Dwarsstang van het Bedieningspaneel (61) en gooi ze weg. Verwijder dan de Dwarsstang van het Bedieningspaneel.
6
64
6
5
7
B
B
63
76
Bedieningspaneel
61
10
8. Verwijder de vier aangegeven schroeven (C) en
gooi ze weg.
8
C
C
9. Maak de Dwarsstang van het Bedieningspaneel
(61) op de Linker en de Rechter Staander (66, 76) vast met vier #10 x 3/4" Schroeven (8) en vier #10 Sterringen (23). Begin alle vier de
Schroeven aan te draaien en draai ze daarna vast.
Draai dan de twee 5/16" x 3/4" Schroeven (5) en
de twee 5/16" x 3" Schroeven (7) stevig vast.
9
8
23
61
7
5
66
8
23
7
76
5
11
10. Houd, met hulp van een tweede per-
soon, het bedieningspaneel bij de Rechter Handleuning (64).
Zie de inzet-tekening. Sluit de Draad van
de Staander (63) aan op de draad van het bedieningspaneel. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten kunnen glijden en op hun plaats moeten kunnen klikken. Draai
aan een van de connectoren en probeer het opnieuw als dit niet gebeurt. ALS U DE CON-
NECTOREN NIET JUIST AANSLUIT KAN HET BEDIENINGSPANEEL, WANNEER HET APPARAAT AANGEZET WORDT, BESCHA­DIGD RAKEN. Verwijder dan de draadband van
de Draad van de Staander.
Sluit dan de draad van het bedieningspaneel
aan op de aarddraad van de Dwarsstang van het Bedieningspaneel (61).
10
Bedienings-
paneel
Draad
van het
Bediening-
spaneel
63
64
Geaarde
61
Draadband
Draden
Draad
van het
Bedienings-
paneel
63
11. Steek de draden door de aangegeven gaten in
de Rechter Handleuning (64) terwijl u het bedie­ningspaneel op de Linker en Rechter Staander (66, 76) plaatst. Zorg er voor dat de draden
niet bekneld raken.
Maak het bedieningspaneel vast met tien
#8 x 3/4" Schroeven (4). Begin alle tien de
Schroeven aan te draaien en draai ze vast. Draai de Schroeven niet te vast.
Zie stap 5. Draai de zes 3/8" x 3 1/4" Schroeven
(2) stevig vast.
11
Draden
Gat
64
76
Bedieningspaneel
Draden
4
4
4
4
66
4
12
12. Til het Onderstel (38) naar een verticale stand.
Laat een tweede persoon het Onderstel vast­houden totdat stap 14 voltooid is.
Draai de Dwarsstang van de Vergrendeling
(67) zoals afgebeeld. Maak de Dwarsstang
van de Vergrendeling aan de beugels op het Onderstel (38) vast met twee 1/4" x 1 3/4" Schroeven (77).
12
38
77
67
Beugels
77
13. Draai de Opbergvergrendeling (68) zodanig dat
de stickers van de loopband afgekeerd zijn zoals afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (68) aan de beugel op de Basis (74) vast met een 5/16" x 1 1/2" Bout (78) en een 5/16" Moer (80) zoals afgebeeld.
Til de Opbergvergrendeling (68) naar een
verticale stand. Indien er een draadband (D) en een tussenstuk (E) in de bovenkant van de Opbergvergrendeling zitten, verwijder die dan en gooi ze weg.
13
Stickers
68
D
80
E
74
78
13
14. Maak het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (68) aan de beugel op de Dwarsstang van de Vergrendeling (67) vast met een 5/16" x 1 3/4" Bout (79) en een 5/16" Moer (80).
Laat het Onderstel (38) zakken (zie HOE DE
LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR GEBRUIK op bladzijde 21).
15. Zorg ervoor dat alle onderdelen juist vast gedraaid zijn voordat u de loopband gaat gebruiken. Als er
velletjes plastic op de stickers van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedekking te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Berg de meegeleverde inbussleutels veilig op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de band bij te stellen (zie bladzijde 23 en 24). Aandacht: Er kunnen extra onderdelen meegele­verd zijn.
14
38
80
67
79
68
14
UK Dubai
UK Dubai
DU GR RU HU CZ
AUS
TYPE F

HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN

HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact
15
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie­ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
MOGELIJKHEDEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband kent een indrukwekkende reeks moge­lijkheden die ontwikkeld zijn om uw workouts thuis effectiever en leuker te maken. Wanneer u de handma­tige instelling gebruikt, kunt u de snelheid en de helling van de loopband door de druk op een toets veran­deren. Het bedieningspaneel zal tijdens het oefenen meteen feedback aangeven. U kunt zelfs uw hartslag meten door de ingebouwde handgreep met hartslag­monitor te gebruiken.
Het bedieningspaneel biedt ook een reeks vooraf ingestelde workouts die zijn ontwikkeld om u te helpen het verbranden van calorieën en het verbeteren van uw cardiovasculaire systeem. Iedere workout regelt automatisch de snelheid en de helling van de loopband terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt.
U kunt zelfs, tijdens het oefenen, via het geluidssys­teem van het bedieningspaneel naar uw favoriete workoutmuziek of audioboeken luisteren.
Zie bladzijde 17 om het apparaat aan te zetten. Zie bladzijde 17 om de handmatige instelling te gebrui-
ken. Zie bladzijde 19 om een vooraf ingestelde wor­kout te gebruiken. Zie bladzijde 20 om de informatie instelling te gebruiken. Zie bladzijde 20 om het ge­luidssysteem te gebruiken
BELANGRIJK: Als er een velletje plastic op het bedieningspaneel zit, verwijder dat dan. Draag, bij gebruik van de loopband, schone gymschoenen om beschadiging aan het loopvlak te voorko­men. Bekijk bij de eerste keer dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de band en leg, indien nodig, de band in het midden (zie bladzijde 24).
Aandacht: Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand in kilometers of mijlen aangeven. Zie DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 20 om te weten te komen welke meeteenheid gekozen is. Om het eenvoudig te houden, verwijzen alle instructies in dit deel van de handleiding naar kilometers.
16
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat de loopband, wanneer deze aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, op kamertemperatuur komen voordat u het apparaat aanzet. Als u dit niet doet, kunt u de displays van het bedieningspaneel of andere elektrische onder­delen beschadigen.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie links HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN.
2. Kies de handmatige instelling.
Steek de stroomkabel in (zie bladzijde 15). Zoek vervolgens naar de stroom­schakelaar bij de stroomkabel op het onderstel van de loopband. Zorg ervoor dat de schakelaar in de resetstand staat.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel kent een demo instelling voor de display, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband in een winkel geë­taleerd wordt. De demo instelling staat aan als de displays gaan branden zodra u de stroomkabel insteekt en de stroomschakelaar in de reset-stand drukt. Houd de Stoptoets enkele lang seconden ingedrukt om de demo instelling uit te schakelen. Zie DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 20 om de demo instelling uit te schakelen wanneer de displays blijven branden.
Ga vervolgens op de voetrails van de loop­band staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vast zit (zie tekening rechts) en schuif de klip op de tailleband van uw kleding. Steek dan de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zullen de displays aangaan.
BELANGRIJK: In geval van nood kunt u de sleu­tel uit het bedieningspaneel trekken, waardoor de loopband langzaam tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zet­ten. Stel dan de lengte van de klip bij als de sleutel niet uit het bedieningspaneel wordt getrokken.
Klip
Reset
Sleutel
De handmatige instel-
ling zal gekozen worden wanneer de sleutel ingestoken wordt. Verwijder de sleutel uit het bedie­ningspaneel en steek deze weer in als u een workout gekozen heeft. Er moeten alleen nullen in de displays verschijnen.
3. Start de loopband.
Druk, om de loopband te starten, op de Starttoets,
de Speed (snelheid) toenametoets, of op een van de toetsen Quick Speed genummerd van 2 tot 16.
De band zal met een snelheid van 2 km/u beginnen
te draaien als u op de Starttoets of de toename­toets Speed drukt. U kunt tijdens het oefenen de snelheid van de band naar wens veranderen door op de Speed toename- en afnametoets te drukken. De snelheidsinstelling zal bij iedere druk op een van de toetsen met 0,1 Km/U veranderen; als u de toets ingedrukt houdt zal de snelheidsinstelling sneller veranderen.
De loopband zal wanneer u op een van de genum-
merde toetsen Quick Speed drukt geleidelijk van snelheid veranderen totdat de gekozen snelheids­instelling bereikt wordt.
Druk op de Stoptoets om de loopband te laten
stoppen. De tijd zal op de display opflikkeren. Druk op de Starttoets, de Speed toenametoets of op een van de toetsen Quick Speed om de loopband opnieuw te starten.
17
4. Verander desgewenst de helling van de loopband.
Druk op de Incline (helling) toename- en afname-
toets of op een van de toetsen Quick Incline om de helling van de loopband te veranderen. De hellin­ginstelling zal bij iedere druk op de toename- of afnametoets Incline met 0.5 percent veranderen. Als u op een van de genummerde toetsen Quick Incline drukt, dan zal de helling zich geleidelijk in de gekozen stand bijstellen.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Wanneer u de hand-
matige instelling kiest zal een piste van 400 m (1/4 mijl) zal op de matrix verschijnen. De indicatoren rond de piste zullen, wanneer u op de loopband loopt of rent, na elkaar verschijnen totdat de hele piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indi­catoren zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De onderste display
links kan de verstreken tijd en de afstand die u tijdens de workout gelopen of gerend heeft aangeven. Elke keer dat u de helling verandert zal de display de hel­linginstelling een paar seconden lang aangeven. Aandacht: Wanneer een workout gekozen wordt zal de display de resterende tijd van de workout in plaats van de verlopen tijd aangeven.
De onderste display
rechts kan de snelheid van de loopband en het geschatte aantal calo­rieën dat u tijdens de workout heeft verbrand
aangeven. De display zal ook uw hartslag aange­ven wanneer u de handgreep met hartslag monitor gebruikt (zie stap 6).
De bovenste display
kan de verstreken tijd, de afstand die u gelo­pen of gerend heeft, het geschatte aantal calorieën dat u heeft verbrand, of de snelheid van de loopband aange­ven. Druk herhaaldelijk op de toets Priority Display (prioriteit display) totdat de bovenste display de informatie aangeeft waar u het meest in geïnte­resseerd bent. Aandacht: Terwijl de informatie in de bovenste display aangeven wordt zal dezelfde informatie niet in de onderste display links of rechts aangegeven worden.
Druk op de Stoptoets, verwijder de sleutel en steek
de sleutel dan weer in om de displays te resetten.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Verwijder de
plastic velletjes van de metalen contactpunten voordat u de handgreep met hartslagmonitor gaat gebruiken. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en plaats uw handen op de metalen contact­punten—beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer uw pols gemeten kan worden. Houd de contactpunten ongeveer
15 seconden lang vast voor de meest nauwkeu­rige hartslagwaarde.
Contactpunten
18
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
3. Start de loopband.
De ventilator heeft twee snel-
heidsinstellingen. Druk herhaal­delijk op de ventilatortoets om High (hoog) of Low (laag) te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de helling van de loopband in op nul. De helling moet op nul staan als u de loopband in de opbergstand inklapt, anders kunt u de loopband beschadigen. Verwijder vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Druk de stroomschakelaar in de off-stand (uit) en
trek het snoer uit wanneer u met de loopband klaar bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 17.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Om een vooraf ingestelde workout te kiezen, druk
dan herhaaldelijk op de toets 16 Workouts totdat de gewenste workout in de display verschijnt.
Druk op de Starttoets of op de Speed (snelheid)
toenametoets om de workout te starten. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snel­heids- en hellinginstelling voor de workout. Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
Elke workout is in 30 segmenten van 1-minuut ver-
deeld. Er is één snelheids- en één hellinginstelling voor elk segment geprogrammeerd. Aandacht: Dezelfde snelheids- en hellinginstelling kunnen voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd worden.
Tijdens de workout zal
het proel uw vorde­ringen aangeven. Het
opikkerende segment van het proel stelt
het huidige segment van de workout voor. De hoogte van het
opikkerende segment geeft de snelheidsinstelling
voor het huidige segment aan. Aan het einde van elk segment, zal een serie tonen te horen zijn en
zal het volgende segment van het proel beginnen op te ikkeren. Als er een andere snelheids- en/
of hellinginstelling voor het volgende segment geprogrammeerd is, dan zal de snelheids- en/of
hellinginstelling in de display opikkeren om u te
waarschuwen. De loopband zal zich dan automa­tisch aan de snelheids- of hellinginstelling van het volgende segment aanpassen.
De workout zal zo doorgaan totdat het laatste seg-
ment van het proel in de display opikkert en het
laatste segment eindigt. De band zal dan langzaam tot stilstand komen.
Huidig Segment
De maximum snelheids-
en hellinginstelling van de workout zullen, wanneer u een workout kiest, een paar secon­den lang in de displays
opikkeren; de display zal dan de duur van de workout aangeven. Een proel van de snelheids-
instellingen van de workout zullen over de matrix scrollen.
Indien de snelheids- of hellinginstelling van het
huidige segment te hoog of te laag is, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door op de toetsen Speed (snelheid) of Incline (helling) te drukken. Echter, wanneer het huidige segment
van de workout eindigt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstelling voor het volgende segment.
19
Druk op de Stoptoets om de workout wanneer dan
ook te stoppen. Druk op de Starttoets of op de toe­nametoets Speed om de band opnieuw te starten. De band zal met een snelheid van 2 km/u beginnen te draaien. Wanneer het volgende segment van de workout begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstelling voor dat segment.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
De onderste display links zal het totaal aantal kilome­ters of mijlen aangeven dat loopband gedraaid heeft.
Een “E” voor Engelse mijlen of een "M" voor metrische kilometers zal op de onderste display rechts verschij­nen. Druk op de toenametoets Speed (snelheid) om desgewenst de meeteenheid te veranderen.
Het bedieningspaneel kent een demo instelling voor de display, die ontwikkeld is voor als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demo instelling aan staat, zal het bedieningspaneel normaal werken wan­neer u de stroomkabel insteekt, u de stroomschakelaar in de reset-stand drukt, en u de sleutel in het bedie­ningspaneel steekt. Wanneer u echter de sleutel uit het bedieningspaneel verwijdert zullen de displays blijven branden alhoewel de toetsen niet meer zullen werken. Een "d" zal op de onderste display rechts verschijnen als de demo instelling aan staat terwijl de informatie in­stelling gekozen is. Druk op de afnametoets Speed om de demo instelling aan en uit te zetten.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel om de informatie instelling te verlaten.
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie instelling die de informatie van de loopband bijhoudt en u een meeteenheid voor het bedieningspaneel laat kiezen. U kunt de display demo instelling ook in- of uitschakelen.
Steek de sleutel in het bedieningspaneel terwijl u de Stoptoets ingedrukt houdt om de informatie instelling te kiezen. Laat dan de Stoptoets los. De volgende infor­matie zal weergegeven worden wanneer de informatie instelling gekozen wordt:
De bovenste display zal het totaal aantal uren aangeven dat de loopband gebruikt is.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Steek een audiokabel met 3,5 mm mannelijke uitein­den (niet meegeleverd) in de audioaansluiting op het bedieningspaneel en in de audioaansluiting op uw MP3-speler, CD-speler, of andere eigen audio-speler om via het geluidssysteem van het bedieningspaneel muziek of audioboeken af te spelen. Zorg ervoor dat
de audiokabel volledig ingestoken is. Aandacht: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te schaffen.
Druk dan op de toets play van uw eigen audio-speler. Pas het volumeniveau aan met de volume regelaar van uw eigen audio-speler.
Leg de CD-speler op de vloer of op een andere vlakke ondergrond in plaats van het bedieningspaneel als u uw eigen CD-speler gebruikt en de CD slaat over.
20

HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN

HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Stel de helling op nul voordat u de loopband inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha­digd raakt. Verwijder dan de sleutel en trek de stroomkabel uit. OPGELET: U moet in staat zijn om veilig 20 kg op te kunnen optillen, om de loopband omhoog te tillen, neer te laten of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: Houd het onderstel niet bij de plastic voetrails vast. Buig uw benen en houd uw rug recht als u het onderstel ongeveer halverwege in de verticale stand omhoog tilt.
1
Onderstel
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Klap de loopband eerst in zoals links beschreven voordat u deze verplaatst. OPGELET: Zorg ervoor dat
de vergrendelknop in de opbergstand vergrendeld wordt. Het kan zijn dat er twee mensen nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1
Onderstel
Handleuning
Wiel
1. Houd het onderstel en een van de handleuningen vast en plaats een voet tegen een wiel.
2. Til het onderstel omhoog tot de opbergvergrende-
ling in de opbergstand vastklikt. OPGELET: Zorg
ervoor dat de vergrendelingsknop vastklikt.
2
Vergrendeling
Plaats een matje onder de loopband om de vloer of
de vloerbedekking te beschermen. Houd de loop­band weg uit direct zonlicht. Plaats de loopband in de opbergstand niet daar waar de temperatuur meer dan 30° C is.
Onderstel
2. Trek de handleuning naar achteren totdat de loop­band op de wielen rijdt; verplaats dan de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats. OPGELET:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te laten leunen, trek niet aan het onder­stel en verplaats de loopband niet over een oneffen oppervlak.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken.
HOE DE LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR GEBRUIK
1. Druk met uw handen op het bovenste uiteinde van het onderstel van de loopband, druk met uw voet op de afgebeelde plaats tegen de opbergvergren­deling en laat dan het onderstel op de vloer zakken.
1
Vergren-
deling
21

ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN

ONDERHOUD
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de band schoon en droog. Druk eerst de stroomscha-
kelaar in de off-stand (uit) en trek de stroomkabel uit. Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
zachte zeep om de onderdelen aan de buitenkant van de loopband schoon te maken. BELANGRIJK:
Sproei geen vloeistoffen direct op de loopband. Houd vloeistoffen weg uit de buurt van het bedie­ningspaneel om schade aan het bedieningspaneel te voorkomen. Maak de loopband vervolgens met een
zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande eenvoudige stappen opge­lost worden. Zoek naar het symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van deze handleiding als u meer hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stroomkabel in een juist geaard
stopcontact (zie bladzijde 15) gestoken is. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1 mm2) van 1,5 m of korter.
b. Zorg ervoor dat de stroomkabel ingestoken is. Als
de stroomkabel ingestoken is, trek deze dan uit, wacht vijf minuten en steek hem dan weer terug in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als de
loopband nog steeds niet wil werken.
SYMPTOOM: De displays van het bedie­ningspaneel blijven branden wanneer u de sleutel uit het bedieningspaneel verwijdert
a. Het bedieningspaneel kent een demo instelling, die
ontworpen is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. De demo instelling staat aan als de displays blijven branden wanneer u de sleutel verwijdert. Houd de Stoptoets enkele lang seconden ingedrukt om de demo instelling uit te schakelen. Zie DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 20 om de demo instelling uit te schakelen als de displays nog steeds branden.
SYMPTOOM: DE displays van het bedie­ningspaneel werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK DE STROOMKABEL UIT. Verwijder vervol­gens de vijf aangegeven #8 x 3/4" Schroeven (4).
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat de
stroomkabel is ingestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij de stroomka-
bel op het onderstel van de loopband. De schake­laar is doorgeslagen als de schakelaar uitsteekt zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en druk dan de schakelaar weer in om de stroomschakelaar te resetten.
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: Het apparaat gaat tijdens het gebruik uit
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Wacht vijf minuten als de schakelaar doorgeslagen is en druk de schakelaar weer in.
Reset
a
4
48
4
4
Til de Motorkap (48) voorzichtig omhoog en schuif
deze dan naar voren en er af. Zorg ervoor dat de Motorkap niet door de lipjes aan de zijkanten van de Motorkap klem komt te zitten.
22
Zoek naar de Bladveerschakelaar (85) en de
Magneet (86) aan de rechterkant van de Katrol (31). Draai de Katrol tot de Magneet met de Bladveerschakelaar op een lijn liggen. Zorg er-
voor dat de opening tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Draai,
indien nodig, de #8 x 3/4" Trosvormige Schroef (14) los, verplaats de Bladveerschakelaar wat en maak de Schroef weer vast. Schuif de Motorkap (niet afgebeeld) voorzichtig terug door de geleiders uit te lijnen. Maak de Motorkap weer vast met de vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld). Steek dan de stroomkabel in, steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten draaien voor een correcte snelheidsmeting.
b. Als de band te strak staat, kan de band langza-
mer gaan draaien en zelfs beschadigd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide schroeven van de spanrol met de inbussleutel een kwartslag tegen de klok in. Wanneer de band goed vastligt moet u elke rand van de band 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Wees voorzichtig dat de band in het midden blijft liggen. Steek dan de stroomkabel in, steek de sleutel in en laat de loop­band een paar minuten draaien. Herhaal deze pro­cedure tot de band juist vastligt.
b
Voorkant
aanzicht
3 mm
86
31
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert niet correct
a. Houd de Stoptoets en de Speed (snelheid) toe-
nametoets ingedrukt, steek de sleutel in het be­dieningspaneel en laat dan de Stoptoets en de Speed toenametoets weer los. Druk vervolgens op de Stoptoets en druk dan op de toename- of afnametoets Incline (helling). De loopband zal automatisch naar het maximale hellingniveau stij­gen en dan naar het minimumniveau terugkeren. Hierdoor wordt het hellingsysteem geijkt. Druk weer op de Stoptoets en daarna opnieuw op de Hellingtoename- of -afnametoets als het hellingsys­teem niet met ijken begint. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel als de helling geijkt is.
85
14
5–7 cm
Schroeven van de Spanrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die met
een hoogwaardig smeermiddel behandeld is.
BELANGRIJK: Behandel de band of het loop­vlak nooit met siliconenspray of enig andere substantie tenzij dit door een erkende onder­houdsmonteur wordt aangeven. Dergelijke sub­stanties kunnen de kwaliteit van de band ver­slechteren en tot overmatige slijtage leiden. Als
u vermoedt dat de loopband aanvullende smering nodig heeft, raadpleeg dan de omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleeg dan de omslag van deze handleiding.
SYMPTOOM: De band vertraagt wanneer er op ge­lopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1 mm2) van 1,5 m of korter.
23
SYMPTOOM: De band ligt niet in het midden
BELANGRIJK: De band moet in het midden tussen de voetrails liggen. Als de band langs de voetrails schuurt kan de band beschadigd raken.
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK DE
STROOMKABEL UIT. Draai de linker schroef van de spanrol met de inbussleutel een halve slag met de klok mee als de band naar links ver-
schoven is; draai de linker schroef van de spanrol een halve slag tegen de klok in als de band naar rechts verschoven is. Zorg dat u de loopband niet te strak staat. Steek dan de stroomkabel in, steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze procedure tot de band goed in het midden ligt.
a
Voetrails
SYMPTOOM: De band slipt wanneer er op gelopen wordt
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK DE
STROOMKABEL UIT. Draai beide bijstelschroeven
van de spanrol met de inbussleutel een kwartslag met de klok mee. Als de band goed vastligt moet u elke rand van de band 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg dat de band in het midden blijft liggen. Steek dan de stroomkabel in. Steek de sleutel in en loop een paar minuten voorzichtig op de loopband. Herhaal deze procedure tot de band
goed vastligt.
a
24

RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN

Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefe­ningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe­ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi­teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aero­bic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten­siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afge­rond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
25
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek­ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe­zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han­den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
26
AANTEKENINGEN
27
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. PETL59814.0 R0414A
1 10 #8 x 1/2" Aardschroef 2 6 3/8" x 3 1/4" Schroef 3 6 3/8" Sterring 4 35 #8 x 3/4" Schroef 5 2 5/16" x 3/4" Schroef 6 4 5/16" Sterring 7 2 5/16" x 3" Schroef 8 4 #10 x 3/4" Schroef 9 2 3/8" x 2 1/2" Bout 10 4 3/8" Moer 11 2 M6 x 55mm Schroef 12 2 3/8" x 1" Bout 13 3 Klem van de Kap 14 18 #8" x 3/4" Trosmige Schroef 15 1 3/8" x 1 3/4" Bout 16 2 3/8" Klemmoer 17 2 1/4" x 3/8" Schroef 18 4 #8 x 1/2" Schroef 19 1 Filter 20 4 5/16" Klemmoer 21 2 #8" x 1/2" Schroef met Panvormige
Kop 22 2 #8 Sterring 23 4 #10 Sterring 24 2 Tussenring van de Aandrijfroller 25 2 1/4" x 1 1/4" Schroef 26 2 Tussenstuk van het Onderstel van
de Helling 27 1 Linker Voetrail 28 2 Kussen van het Loopvlak 29 1 Waarschuwingssticker 30 2 Bandgeleider 31 1 Aandrijfroller/Katrol 32 1 3/8" x 1 1/2" Bout 33 2 Ronde Kap van de Handleuning 34 8 #8 x 3/4" Tekschroef 35 1 Aandrijfmotor 36 1 Regulateur 37 1 Plaat van de Regulateur 38 1 Onderstel 39 1 Loopvlak 40 1 Band 41 1 Rechter Voetrail 42 1 Spanrol 43 1 Linker Achterpoot 44 4 Draadband
45 1 Bout van de Aandrijfmotor 46 1 Rechter Achterpoot 47 8 #10 Platte Tussenring 48 1 Motorkap 49 1 Motor van de Helling 50 2 Huls van het Liftonderstel 51 1 Liftonderstel 52 1 Onderste Kap 53 1 Contactdoos 54 1 Stroomkabel 55 1 Stroomschakelaar 56 2 Tussenstuk van het
Bedieningspaneel 57 1 Bedieningspaneel 58 1 Basis van het Bedieningspaneel 59 1 Linker Handleuning 60 2 Kap van de Handleuning 61 1 Dwarsstang van het
Bedieningspaneel 62 1 Sleutel/klem 63 1 Draad van de Staander 64 1 Rechter Handleuning 65 2 Pen van het Liftonderstel 66 1 Linker Staander 67 1 Dwarsstang van de Vergrendeling 68 1 Opbergvergrendeling 69 2 Waarschuwingssticker 70 4 Kap van de Basis 71 2 Dik Kussen van de Basis 72 2 Dun Kussen van de Basis 73 2 Borgring van de Staander 74 1 Basis 75 2 Wiel 76 1 Rechter Staander 77 2 1/4" x 1 3/4" Schroef 78 1 5/16" x 1 1/2" Bout 79 5 5/16" x 1 3/4" Bout 80 2 5/16" Moer 81 1 Motorisolator 82 2 Huls van de Motor 83 2 Plaat van het Kussen 84 2 Klein Kussen 85 1 Bladveerschakelaar 86 1 Magneet 87 1 Klem van de Bladveerschakelaar * – Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
28
83
28
84
14
83
28
84
14
67
39
40
30
18
30
29
31
41
18
79
79
20
27
20
14
14
14
11
14
14
14
43
46
11
42
35
65
65
25
25
79
79
38
24
24
20
20
1
1
1
45
14
14
14
14
14
14
14
14
47
47
47
47
47
47
47
47
77
77
36
4
37
19
1
22
1
1
81
17
82
86
14
87
85

GEDETAILLEERDE TEKENING A

Modelnr. PETL59814.0 R0414A
29
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL59814.0 R0414A
13
13
4
50
26
10
51
16
13
48
4
16
15
49
10
32
26
50
4
52
4
4
4
4
53
4
55
4
4
54
30
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL59814.0 R0414A
60
33
4
58
7
6
59
23
6
5
66
4
8
44
4
4
4
1
4
4
61
23
64
4
57
4
56
4
33
4
4
4
4
8
4
7
6
63
62
79
70
74
68
4
78
70
21
10
12
71
75
72
60
70
34
73
63
80
9
34
69
6
5
76
12
70
3
2
3
2
34
73
71
1
2
3
69
9
75
10
72
34
80
31

HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN

Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)

RECYCLING INFORMATIE

Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere­cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer­ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 357548 R0414A Gedrukt in China © 2014 ICON Health & Fitness, Inc.
Loading...