Een hogedruk spuitpistool is ideaal voor de afwerking van verschillende soorten
opknapwerkzaamheden van de woning.
Dit hogedruk verfspuitpistool heeft regelingen voor het vloeistof- en luchtdebiet voor een
grote verscheidenheid aan spuitpatronen.
WAARSCHUWING! Lees voor uw eigen veiligheid deze
gebruiksaanwijzing goed door alvorens de machine te gebruiken. Geef dit
elektrisch werktuig alleen samen met deze gebruiksaanwijzing door aan
anderen.
2 BESCHRIJVING
1. Spuitmond, naald en luchtkap
2. Instelknop voor het vloeistofdebiet
3. Instelknop voor het spuitpatroon
4. Luchtinlaataansluiting
5. Aluminium reservoir
6. Trekker
3 INHOUD VAN DE VERPAKKING
Verwijder alle verpakkingsmateriaal.
Verwijder de overblijvende verpakking en de transportsteunen (indien aanwezig).
Controleer of de inhoud van de verpakking compleet is.
Controleer het toestel, het netsnoer, de stekker en alle toebehoren op transportschade.
Berg het verpakkingsmateriaal op tot aan het einde van de garantieperiode. Na deze
periode kunt u het via uw lokale afvalinzameling laten verwijderen.
WAARSCHUWING! Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed! Kinderen
mogen niet spelen met plastic zakken! Gevaar voor verstikking!
POWAIR0105-106 NL
POWAIR0105
1 x Verfspuit
1 x Aluminium reservoir 400 cc
1 x Handleiding
Neem contact op met uw dealer wanneer er stukken ontbreken of
beschadigd zijn.Inhoud
POWAIR0106
1 x Verfspuit
1 x Aluminium reservoir 750 cc
1 x Handleiding
Page 3
4 VEILIGHEIDS INSTRUCTIES
Fig 1
Fig 2
Fig 3
Fig 4
Giftige dampen die bij het spuiten van bepaalde vloeistoffen vrijkomen, kunnen
vergiftiging veroorzaken en de gezondheid ernstig schaden. Draag altijd een
veiligheidsbril, handschoenen en een ademhalingsmasker om het inademen van giftige
dampen te vermijden en om te vermijden dat oplosmiddelen en verf in contact komen
met uw huid of ogen (zie fig. 1).
Gebruik nooit zuurstof, een brandbaar gas of een ander gas uit flessen als krachtbron
omdat dit explosies of ernstige verwondingen zou kunnen veroorzaken (zie fig. 2).
Vloeistoffen en oplosmiddelen kunnen zeer ontvlambaar of brandbaar zijn. Gebruik het
gereedschap enkel in goed geventileerde omgevingen en vermijd ontstekingsbronnen
zoals rokende personen of open vuur of vonken. (zie fig. 3).
Koppel het gereedschap van de luchttoevoer los vóór u onderhoud aan de machine
uitvoert of wanneer u ze niet gebruikt. Als noodstop en om ongewild gebruik te
voorkomen is een kogelklep in de buurt van de luchttoevoer van het pistool
aanbevolen.
Gebruik zuivere, droge en geregelde perslucht met een druk van 3.0 - 4.0 bar; ga nooit
boven de maximum toegelaten werkdruk van 8,3 bar (120 psi, zie fig. 4).
Gebruik nooit gehalogeneerde koolwaterstoffen die chemisch kunnen reageren met de
aluminium en zinken onderdelen.
Richt het pistool nooit op uzelf of op anderen.
Zorg er vóór het gebruik van het gereedschap voor dat alle schroeven en doppen goed
vastgezet zijn om lekken te voorkomen.
Controleer vóór u begint te verven of de trekker en de spuitkop kunnen bewegen om
er zeker van te zijn dat het toestel goed werkt.
Pas dit toestel niet aan om het voor andere doeleinden te gebruiken. Gebruik enkel
onderdelen, spuitmonden en toebehoren dat door de fabrikant wordt aanbevolen.
5 GEBRUIKSINSTRUCTIES
5.1 Voorbereiding
1. Controleer na het uitpakken van het product of er tijdens het transport geen
beschadigingen zijn opgetreden. Zorg ervoor dat u koppelingen, bouten, enz. goed
vastzet vóór u het toestel in gebruik neemt.
2. Meng en verdun de verf grondig volgens de instructies van de verffabrikant. De
meeste materialen kunnen na het verdunnen direct gespoten worden.
3. Filter de verf met een filter, kaasdoek of met een verfzeef.
4. Vul het reservoir voor ongeveer ¾ en start de luchtcompressor.
POWAIR0105-106 NL
WAARSCHUWING! GA NIET BOVEN de maximumdruk van het
spuitpistool of van andere onderdelen in het persluchtsysteem.
reservoir en de luchtslang stevig aan het spuitpistool vastzitten.
6. Neem een stukje karton of ander afvalmateriaal en gebruik het als een
testoppervlak voor het instellen van het meest geschikte spuitpatroon.
WAARSCHUWING! Richt of spuit nooit naar uzelf of anderen omdat dit tot
ernstige verwondingen zal leiden.
7. Test de consistentie van de verf door een paar stroken op het karton te spuiten.
Wanneer de verf nog te dik is, voeg dan een klein beetje thinner toe. VERDUN
VOORZICHTIG! Verdun niet meer dan in de instructies van de verffabrikant wordt
aanbevolen.
5.2 Regelingen
Het gewenste patroon, het vloeistofdebiet en de fijnheid van de spuitnevel kan makkelijk
worden ingesteld door de aan de instelknop voor het spuitroon en de instelknop voor het
vloeistofdebiet (FLUID) te draaien.
5.2.1 Regelen van het patroon:
Het naar volledig rechts draaien van de instelknop voor het spuitpatroon zal voor een rond
spuitpatroon zorgen. Het naar links draaien zorgt voor een ellipsvormig spuitpatroon.
5.2.2 Regelen van het vloeistof (verf) debiet:
Het in wijzerzin draaien van de instelknop voor het vloeistofdebiet vermindert het
uitgangsdebiet van de vloeistof; in tegenwijzerzin draaien vergroot het debiet.
1: Op deze plek zal er een
dunne laag liggen.
2: Op deze plek ligt er een dikke
laag.
Fout
1. Begin met spuiten. Hou het spuitpistool altijd onder een rechte hoek t.o.v. het
werkstuk.
2. Hou de spuitmond ongeveer 6 tot 12 inch (15 tot 30 cm) van het werkoppervlak.
Hou het pistool loodrecht op het spuitvlak vast en beweeg het dan verschillende
malen parallel over het oppervlak. Wanneer u tijdens het spuiten stopt met bewegen
dan zal de verf ophopen en gaan afdruipen. Beweeg het pistool niet heen en weer
tijdens het verven. Dit zorgt voor een ophoping van verf in het midden van de
verfstrook en een te geringe dekking aan de uiteinden.
3. Gebruik de trekker correct. Begin het pistool aan het begin van de verfstrook te
bewegen VÓÓR U DE TREKKER INDUWT en laat de trekker los VÓÓR U aan het
einde van de verfstrook STOPT MET BEWEGEN. Op deze manier dekt elke
verfstrook de volgende zonder overlappingen of ongelijkmatigheden.
4. De aangebrachte hoeveelheid verf kan aangepast worden door de snelheid van
bewegen, de afstand tot het werkoppervlak of de instelling van de knop voor het
vloeistofdebiet aan te passen.
5. Laat de verfstroken net genoeg overlappen om een gelijkmatige dekking te
verkrijgen.
NOTA: Twee dunne verflagen leiden tot een beter resultaat en hebben
minder kans om afdruipen te vertonen dan een dikke laag.
6. Gebruik een stuk karton als scherm om overtollige verf op te vangen en andere
oppervlakken te beschermen wanneer u aan de rand van het werkstuk spuit.
1: Begin de beweging
2: Bedien de trekker
3: 6 tot 12 inch (15 tot 30 cm)
4: Laat de trekker los
5: Einde van de beweging
6: De laag moet gelijkmatig en
nat zijn tijdens het spuiten.
Goed
3
4
5
6
6 ONDERHOUD
Onvolledige reiniging kan defecten veroorzaken of het spuitpatroon
vervormen.
Verwijder alle overgebleven verf door ze in een ander reservoir te gieten.
Haal het spuitpistool uit elkaar en zorg er hierbij voor dat u de naald verwijdert vóór u
de spuitmond uit elkaar haalt. Dit voorkomt beschadiging aan de behuizing van de
afdichting van de spuitmond.
Reinig het ganse verftraject en de spuitmond. Reinig de andere onderdelen m.b.v. een
borstel gedrenkt in een oplosmiddel.
Assembleer het spuitpistool opnieuw en spuit een kleine hoeveelheid oplosmiddel om
achtergebleven restjes verf in het verftraject te verwijderen.
Waarschuwing: Gebruik nooit metaal of andere voorwerpen die de gaten
in de spuitmond en de kap zouden kunnen beschadigen. Dompel het
spuitpistool nooit volledig in een oplosmiddel onder. Gebruik nooit
onderdelen of componenten die niet origineel door de fabrikant werden
geleverd.
7 OPSLAG
Draai de instelknop voor het vloeistofdebiet in tegenwijzerzin (open) zodat de spanning
van de veer op de vloeistofnaald verminderd wordt.
Het spuitpistool MOET gereinigd en lichtjes gesmeerd zijn.
Te weinig verf in het
reservoir.
Helling van het reservoir te
groot.
Loszittende aansluiting van
de verfinlaat.
Loszittende of beschadigde
vloeistofnaald/naaldzitting.
Droge of loszittende
vloeistofnaald of
afdichtmoer.
Luchtopening verstopt.
Vul verf bij in het reservoir.
Hou het pistool meer
rechtop.
Zet vast.
Regel bij of vervang
Smeer en/of zet vast.
Reinig de opening.
Patroon is boogvormig
Versleten of loszittende
spuitmond.
Ophoping van verf op de
luchtkap.
Zet de spuitmond vast of
vervang hem.
Verwijder de verstoppingen
van de openingen maar
gebruik hiervoor geen
metalen voorwerpen.
Patroon is niet
gelijkmatig
Ophoping van verf op de
luchtkap.
Spuitmond vuil of versleten.
Reinig of vervang de
luchtkap.
Reinig of vervang de
spuitmond.
Te dun of te weinig verf.
Vernevelingsdruk te hoog.
Pas de viscositeit van de
verf aan.
Verlaag de luchtdruk.
Patroon is niet breed
genoeg of niet scherp
afgelijnd.
Verf te dik.
Vernevelingsdruk te laag.
Pas de viscositeit van de
verf aan.
Verhoog de luchtdruk.
Er lekt lucht uit de
luchtkap zonder dat de
trekker wordt ingedrukt.
Vastzittende stang van de
luchtklep.
Vuil tussen de luchtklep of
de zitting.
Versleten of beschadigde
luchtklep of zitting.
Veer van de luchtklep is
defect.
Verbogen klepstang.
Smeer
Reinig
Vervang
Vervang
Vervang
Er lekt vloeistof uit de
afdichtingsmoer
Afdichtingsmoer te los.
Afdichting versleten of
droog.
Zet ze vast maar blokkeer
de naald niet.
Vervang of smeer
(siliconenvrije olie)
Overmatige uitwaaiering.
Een te hoge
vernevelingsdruk
Te ver van het werkstuk
Verkeerde beweging
(boogvorming, te snel)
Verlaag de druk
Werk op een juiste afstand.
Beweeg met een
gemiddelde snelheid en
parallel aan het oppervlak.
Spuit niet
Geen druk op het pistool.
Vloeistofdebietregelaar niet
ver genoeg open.
Vloeistof te dik
Controleer de
luchtleidingen.
Draai de
vloeistofdebietregelaar
open.
Verdun de vloeistof, schakel
over op aanvoer onder druk.
10 MILIEU
Als uw machine na verloop van tijd aan vervanging toe is, geef het dan niet met het
huisvuil mee, maar zorg voor een milieuvriendelijke verwerking.
voldoet aan de Essentiële Eisen en andere van toepassing zijnde voorschriften van de
Europese Richtlijnen, gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde Europese
normen. Elke niet toegelaten modificatie van het apparaat maakt deze verklaring nietig.
Europese Richtlijnen en hun wijzigingen:
2006/42//EG De Machinerichtlijn
Europese geharmoniseerde normen en hun wijzigingen:
EN1953: 1998
Ondergetekende handelt in opdracht en in onmiddellijke vertegenwoordiging van het
bedrijfsmanagement,
Philippe Vankerkhove
Certificatiemanager
Datum: 31/03/2010