Deze modellen zijn bedoeld voor niet al te frequent gebruik door huiseigenaren, bewoners van
buitenhuisjes, campeerders en voor algemene toepassingen zoals het vrij maken van een
gebied, snoeiwerken, of het zagen van brandhout. Ze zijn niet bedoeld voor langdurig gebruik.
Als de bedoeling is om de toestellen voor langere periodes te gebruiken kan dit
bloedcirculatieproblemen in de handen van de gebruiker opleveren veroorzaakt door trillingen.
Het apparaat is niet voor industrieel gebruik bestemd.
WAARSCHUWING! Lees voor uw eigen veiligheid deze gebruiksaanwijzing
goed door alvorens de machine te gebruiken. Geef dit elektrische werktuig
alleen samen met deze gebruiksaanwijzing door aan anderen.
2 BESCHRIJVING (FIG A)
1. Zaagketting
2. Zwaard
3. Kettingrem / handbeschermer
4. Voorste handgreep
5. Hoofdhandgreep
6. Oliedop
7. Getande kam
Zaagketting met lage terugslag helpt beduidend om terugslag of de kracht van de terugslag
te verminderen dankzij speciaal berekende afmetingen en onderlinge verbindingen.
Kettingrem is een veiligheidsvoorziening ontworpen om de mogelijkheid op verwondingen
door terugslag te vermijden door de draaiende zaagketting in een paar milliseconden te
stoppen. Hij wordt geactiveerd door de kettingremhendel
Kettingrem/handbeschermer beschermt de linkerhand van de gebruiker in het geval deze
van de de voorste handgreep afslipt terwijl de zaag draait.
Kettingvanger vermindert het gevaar op verwondingen in het geval de ketting breekt of uit
zijn geleiders loopt tijdens het gebruik. De kettingvanger is ontworpen om een losslingerende
ketting op te vangen.
8. Montagemoer van het zwaard
9. Instelschroef zaagketting
10. Kettingvanger
11. Netsnoer
12. Veiligheidsvergrendeling
13. Aan/Uit schakelaar
Nota: bestudeer uw zaag en maak u vertrouwd met de onderdelen ervan.
WAARSCHUWING! Let op voor terugslag. Hou de kettingzaag tijdens het
gebruik met beide handen stevig vast. Lees voor uw eigen veiligheid de
veiligheidsvoorzorgen in deze handleiding en volg ze op vóór u probeert
om de zaag te bedienen. Fout gebruik kan leiden tot ernstige verwondingen.
WAARSCHUWING! Bij het gebruik van benzinegereedschappen moeten de
basis veiligheidsvoorzorgen, inclusief de onderstaande maatregelen, altijd
worden opgevolgd om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel en/of schade
aan het toestel te beperken.
Verwijder alle verpakkingsmateriaal.
Verwijder de overblijvende verpakking en de transportsteunen (indien aanwezig).
Controleer of de inhoud van de verpakking compleet is.
Controleer het toestel, het netsnoer, de stekker en alle toebehoren op transportschade.
Berg het verpakkingsmateriaal op tot aan het einde van de garantieperiode. Na deze
periode kunt u het via uw lokale afvalinzameling laten verwijderen.
WAARSCHUWING! Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed! Kinderen
mogen niet spelen met plastic zakken! Gevaar voor verstikking!
Neem contact op met uw dealer wanneer er stukken ontbreken of
beschadigd zijn.
1 zwaardbeschermer
1 set koolstofborstels
1 busje voor kettingolie (leeg)
1 sleutel
4 TOELICHTING VAN DE SYMBOLEN
In deze handleiding en/of op deze machine worden de volgende symbolen gebruikt:
Gevaar voor lichamelijk
letsel of materiële schade
Voor gebruik de handleiding
lezen
Het dragen van
beschermingsschoenen
wordt aangeraden.
De machine is dubbel
geïsoleerd; een aardedraad
is daarom niet nodig
Het dragen van oorbescherming
wordt aangeraden
Het dragen van een
beschermingsbril wordt aangeraden
Zorg ervoor dat de kettingrem los
staat! Trek de
handbeschermer/kettingrem naar
achter om de ketting te laten
draaien.
CE Conform de Europese
toepasselijke standards op het
gebied van veiligheid
5 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING! Neem alle voorschriften door. Het niet naleven van de voorschriften kan
elektrische schokken, brand en/of ernstige verwondingen veroorzaken. Het hierna gebruikte
begrip „elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrisch gereedschap, gevoed door het
elektriciteitsnet (met elektriciteitskabel) of op batterij (snoerloos).
5.1 Werkplaats
Hou de werkplaats proper en opgeruimd. Wanorde en een slecht verlichte werkplaats
kunnen tot ongevallen leiden.
Gebruik het apparaat niet in een omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of
stoffen bevinden. Elektrisch gereedschap brengt vonken voort die dergelijke stoffen of
dampen kunnen laten ontbranden.
Zorg dat er geen kinderen of andere personen in de buurt zijn als u het elektrisch apparaat
gebruikt. Afleiding kan ervoor zorgen dat u de controle over het toestel verliest.
Controleer altijd of de netspanning overeenstemt met deze vermeld op het
typeplaatje.
De stekker van het apparaat moet in het stopcontact passen. De stekker mag op geen
enkele wijze worden gewijzigd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
apparaten. Ongewijzigde stekkers en passende stopcontacten doen het risico op
elektrische schokken afnemen.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken, zoals buizen, radiators, fornuizen en
koelkasten. Er bestaat een groter risico op elektrische schokken wanneer uw lichaam
geaard is.
Hou het apparaat buiten bereik van regen of vocht. Het binnendringen van water in een
elektrische apparaat verhoogt het risico op elektrische schokken.
Gebruik de kabel niet om het apparaat te dragen of op te hangen, of de stekker uit het
stopcontact te trekken. Hou de kabel buiten bereik van hitte, olie, scherpe randen of
bewegende onderdelen van het apparaat. Beschadigde of in de war geraakte kabels
verhogen het risico op elektrische schokken.
Wanneer u het gereedschap buitenshuis gebruikt, gebruik dan een verlengkabel die
geschikt is voor gebruik buiten. Het gebruik van een verlengkabel die geschikt is voor
gebruik buitenshuis vermindert het gevaar voor een elektrische schok.
Wanneer het gebruik van het gereedschap in een vochtige omgeving niet te vermijden is,
gebruik dan een aansluitpunt dat beveiligd is met een verliesstroomschakelaar. Het gebruik
van een verliesstroomschakelaar vermindert het gevaar voor een elektrische schok.
5.3 Veiligheid van personen
Wees aandachtig. Let op wat u doet en ga verstandig aan het werk met elektrisch
gereedschap. Gebruik het apparaat niet als u moe bent of onder invloed bent van drugs,
alcohol of medicijnen. Eén moment van onoplettendheid bij het gebruik van het apparaat
kan tot ernstige verwondingen leiden.
Draag uw persoonlijke veiligheidsuitrusting en steeds een veiligheidsbril. Door een
persoonlijke veiligheidsuitrusting (stofmasker, niet glijdende veiligheidsschoenen, een
veiligheidshelm of een gehoorbescherming - afhankelijk van de aard en het gebruik van het
elektrisch gereedschap) te dragen, doet u het risico op verwondingen afnemen.
Voorkom een ongewilde inbedrijfstelling. Ga na of de schakelaar op "UIT(0)" staat voor u
de stekker in het stopcontact steekt. Als u bij het dragen van het apparaat de vinger aan de
schakelaar houdt of de stekker in het stopcontact steekt terwijl het ingeschakeld is, kan dat
tot ongevallen leiden.
Verwijder instelgereedschap of schroefsleutels voor u het apparaat inschakelt.
Gereedschap dat of een sleutel die zich in een draaiend onderdeel van het apparaat
bevindt, kan tot verwondingen leiden.
Overschat uzelf niet. Neem een veilige houding aan en zorg dat u uw evenwicht niet
verliest. Zo kan u het apparaat in een onverwachte situatie beter onder controle houden.
Draag gepaste kleding. Draag geen wijde kleren en geen sieraden. Hou uw haar, kleren en
handschoenen buiten het bereik van bewegende delen. Losse kleren, sieraden en lange
haren kunnen door bewegende delen worden gegrepen.
Als er stofafzuig- en stofopvanginrichtingen kunnen worden gemonteerd, moet u ervoor
zorgen dat die aangesloten zijn en juist worden gebruikt. Het gebruik van dergelijke
inrichtingen doet de gevaren door stof afnemen.
5.4 Zorgvuldige omgang met en gebruik van elektrisch gereedschap
Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werk het elektrische gereedschap dat
daarvoor bestemd is. Met een geschikt elektrisch apparaat werkt u beter en veiliger in het
opgegeven vermogensbereik.
Gebruik geen elektrisch apparaat waarvan de schakelaar defect is. Een elektrisch apparaat
dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden hersteld.
Trek de stekker uit het stopcontact voor u het apparaat instelt, accessoires vervangt of het
apparaat opbergt. Die voorzorgsmaatregel voorkomt dat het apparaat ongewild wordt
gestart.
Bewaar ongebruikt elektrisch gereedschap buiten het bereik van kinderen. Laat personen
die niet vertrouwd zijn met het apparaat of die deze gebruiksaanwijzing niet hebben
gelezen, het apparaat niet gebruiken. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk als het door
onervaren personen wordt gebruikt.
Ga zorgvuldig om met het apparaat. Controleer of de bewegende onderdelen ervan op de
juiste manier werken en niet klemmen, en er geen onderdelen zo erg beschadigd zijn dat
de werking van het apparaat in het gedrang komt. Laat beschadigde onderdelen eerst
herstellen voor u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen worden veroorzaakt door slecht
onderhouden elektrisch gereedschap.
Hou zaaggereedschap scherp en zuiver. Zorgvuldig onderhouden zaaggereedschap met
scherpe kanten raakt minder snel geklemd en is gemakkelijker te hanteren.
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, speciaal gereedschap en dergelijke meer
overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing en zoals het voor het type van apparaat is
voorgeschreven. Hou bovendien rekening met de werkomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van elektrisch gereedschap voor andere doeleinden dan de
voorgeschreven, kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5.5 Service
Laat uw apparaat uitsluitend door gekwalificeerde vaklui en met originele
reserveonderdelen herstellen. Zo bent u zeker dat de veiligheid van het apparaat
behouden blijft.
NL
6 SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORZORGEN VOOR HET WERKEN
MET DE KETTINGZAAG
Tijdens het werken met de kettingzaag moet u werkhandschoenen, geschikt schoeisel,
beenbeschermers en oog- en gehoorbescherming dragen.
Wanneer het werk gevaar voor hoofdletsel kan opleveren dan moet er een veiligheidshelm
worden gedragen. Bij het omzagen van bomen en het afzagen van takken van gevelde of
omgevallen bomen moet hier bijkomend ook nog gezichtsbescherming worden gedragen.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact vooraleer u de zaagketting controleert of afregelt, u
een bepaalde fout probeert op te lossen en wanneer u van de ene naar de andere
werkplaats gaat.
Schakel de kettingzaag nooit in vóór u het gereedschap stevig vast heeft, u stabiel staat en
u er zeker van bent dat het zwaard en de ketting niets raken.
Hou de zaag altijd met beide handen vast (rechterhand op de achterste handgreep,
linkerhand op de handgreep 5).
Zaag nooit boven schouderhoogte, terwijl u op een ladder staat, terwijl u zich in een boom
bevindt of terwijl u zich in een andere onstabiele positie bevindt.
Wanneer u hout zaagt dat gespleten is, let er dan op dat er geen kleine stukjes afbreken die
door de zaagketting kunnen worden weggeslingerd.
Tijdens pauzes moet de zaag zó worden neergelegd dat er geen gevaar bestaat dat
iemand door de zaagketting verwond zou kunnen raken.
De kettingzaag mag nooit zomaar worden uitgeleend: ze mag niet in de handen komen van
personen die niet bekend zijn met het gebruik van zulk gereedschap. De gebruiksinstructies
moeten samen met de zaag worden doorgegeven.
TERUGSLAG kan zich voordoen wanneer de NEUS of de PUNT van het zwaard een
voorwerp raakt of wanneer het hout sluit en de zaagketting in de snede vastklemt.
Contact met de punt kan in sommige gevallen een bliksemsnelle omkeerreactie veroorzaken
die het zwaard achterwaarts omhoog wipt in de richting van de gebruiker.
Het VASTGEKLEMD raken van de zaagketting langs de ONDERKANT van het ZWAARD kan
de zaag voorwaarts TREKKEN, weg van de gebruiker.
Het VASTGEKLEMD raken van de zaagketting langs de BOVENKANT van het ZWAARD kan
het zwaard snel TERUGDUWEN naar de gebruiker toe.
Elk van deze reacties kan ervoor zorgen dat u de controle over de zaag verliest wat kan leiden
tot ernstige verwondingen.
Als u de basis begrijpt van terugslag kan u het verrassingselement verminderen of
uitschakelen. Plotse verrassingen dragen bij aan ongevallen.
Hou als de motor draait met beide handen een goede grip op de zaag; de rechterhand op
de achterste handgreep en de linkerhand op de voorste handgreep. Gebruik een stevige
grip; omklem de handgrepen van de kettingzaag met duim en vingers. Een stevige grip zal
u helpen om terugslag te verminderen en de zaag onder controle te houden. Laat niet los.
Zorg ervoor dat het gebied waarin u gaat zagen vrij is van obstakels. Laat de neus van het
zwaard niet in contact komen met een stronk of een tak of enig ander obstakel dat zou
kunnen geraakt worden tijdens het werken met de zaag.
Zaag bij hoge motortoerentallen.
Hel niet te ver over en zaag niet boven schouderhoogte.
Volg de fabrikant zijn slijp- en onderhoudsinstructies voor de zaagketting.
Gebruik enkel vervangzwaarden en kettingen opgegeven door de fabrikant of equivalenten
daarvan.
NOTA: Een zaagketting met lage terugslag is een ketting die goede
resultaten levert m.b.t. terugslag.
Waarschuwing: terugslag kan leiden tot het gevaarlijk verlies van controle
over de kettingzaag en tot ernstige of dodelijke verwondingen bij de
gebruiker of iemand die dicht in de buurt staat. Wees altijd alert. Draaiende
terugslag en terugslag veroorzaakt door het vastklemmen van de ketting
zijn grote gevaren bij het werken met een kettingzaag en de meest
voorkomende oorzaak van ongevallen.
Let op voor:
Draaiende terugslag (fig. 2a)
A = terugslagpad
B = reactiezone terugslag.
Wanneer de kettingzaag al op het net is aangesloten: haal de stekker uit het
stopcontact. Draag werkhandschoenen wanneer u aan de kettingzaag
werkt.
NL
De duw (terugslag door vastklemmen ketting)
en trek reacties. (fig. 2b)
A = trek
B = vaste voorwerpen
C = duw
Draai de vastzetknoppen (2) los en verwijder het deksel (1) van het aandrijftandwiel. Breng de
bout (12) voor het opspannen van de ketting in zijn meest linkse positie (wanneer u het toestel
bekijkt zoals in fig. 1) door de opspanschroef (9) zover als mogelijk in tegenwijzerzin te
draaien.
De ketting moet op het zwaard
worden gelegd op een manier dat de
snijkanten van de tanden (a) in de
draairichting van de ketting wijzen.
De draairichting van de zaagketting wordt aangeduid door twee pijlen op het deksel van het
POW64250
aandrijftandwiel.
Hou het zwaard met de neus omhoog en plaats de ketting op deze manier op het zwaard.
Leg dan de zaagketting rond het aandrijftandwiel en plaats het zwaard met zijn sleuf op de
van schroefdraad voorziene steunpunten (11) op een manier dat de bout (12) voor het
opspannen van de ketting in het gat (15) van het zwaard valt. Breng het tandwieldeksel (1)
terug aan en schroef de vastzetknoppen (2 en 4) terug op hun plaats maar zet ze nog niet
vast.
Draai de opspanschroef (9) in
wijzerzin om de ketting op te
spannen. De ketting is correct
opgespannen wanneer het nog
mogelijk is om ze in het midden van
het zwaard nog 3-4 mm op te tillen
(fig. 3).
Draai na het opspannen van de zaagketting de neus van het zwaard omhoog en zet de
vastzetknoppen (2 en 4) stevig vast.
8.2 Smeerolie voor de zaagketting.
Vooraleer u uw nieuwe kettingzaag start, moet de tank worden gevuld met kettingzaagolie.
(Beschikbaar in ons assortiment : POWOIL003 - 1L & POWOIL006 - 5L)
Deze olie laat toe om de kettingzaag te gebruiken bij temperaturen tot -15° C.
Gebruik nooit afvalolie om de zaagketting te smeren.
Schroef het vuldeksel (3) los om de zaag met smeerolie te vullen. Zorg ervoor dat er geen
vuil in de olietank komt tijdens het vullen. Het oliepeil kan m.b.v. het peilglas (14)
gecontroleerd worden.
NL
9 AANSLUITING OP HET NET
De kettingzaag werd met opzet voorzien van een vrij kort netsnoer om het gevaar voor het
doorsnijden van het snoer door de zaagketting te verkleinen wanneer u met het
gereedschap werkt.
Het wordt aangeraden om de meegeleverde trekontlasting te gebruiken tussen het netsnoer
van de zaag en de contrastekker van het verlengsnoer; dit voorkomt dat de stekker
ongewild wordt losgetrokken uit de contrastekker.
Controleer het snoer op beschadiging en slijtage vóór u de stekker van de verlengkabel in
het stopcontact steekt. Gebruik de zaag nooit wanneer het netsnoer niet in een perfecte
staat verkeert.
De netspanning waarop de kettingzaag wordt aangesloten moet voorzien zijn van een
aardlekschakelaar met een gevoeligheid van niet meer dan 30 mA.
10 GEBRUIK
10.1 In- en uitschakelen
Wanneer u de kettingzaag inschakelt dan moet de handbeschermer (6) in zijn normale positie
staan; d.i. in de richting van de pijl tegen de handgreep (5) geduwd staan (fig. 1).
De zaag is uitgerust met een veiligheidssysteem dat voorkomt dat ze ongewild wordt
ingeschakeld.
Inschakelen:
− N e e m d e h a n d g r e e p ( 5 ) m e t d e l i n k e r h a n d v a s t .
− D u w m e t d e d u i m v a n d e r e c h t e r h a n d o p d e v e r g r e n d e lknop aan de linkerkant van de
hendel van schakelaar.
− T r e k , m e t d e v e r g r e n d e l k n o p n o g s t e e d s i n g e d r u k t , aan de trekker.
− L a a t d e v e r g r e n d e l k n o p l o s .
Uitschakelen:
− L a a t d e t r e k k e r l o s ( d e v e r g r e n d e l k n o p k e e r t t e r u g in de vergrendelde stand).
Het geluid dat de kettingzaag zonder zwaard en ketting maakt terwijl het toestel stilvalt, is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking of de levensduur van de zaag.
10.2 Inlopen van de zaag
Vóór u start met zagen moet een nieuwe ketting 2-3 minuten inlopen waarna de
kettingspanning moet worden gecontroleerd, en indien nodig moet worden bijgesteld zoals
beschreven in “montage van het zwaard en de zaagketting”.
10.3 Controle van de kettingsmering.
Het laten draaien van de ketting zonder kettingsmering zal de ketting en het zwaard al snel
onherstelbaar beschadigen. Daarom moet u vóór het starten altijd eerst het oliepeil
controleren.
Laat de zaag nooit draaien zonder kettingsmering.
Om het smeersysteem te testen schakelt u de kettingzaag in en houdt u ze met haar zwaard
en ketting boven een lichtgekleurd oppervlak (een geopende krant bijvoorbeeld). Een
geleidelijk aan groter wordende vlek, veroorzaakt door de olienevel, bewijst dat het
smeersysteem correct werkt.
10.4 Kettingrem
De zaag is uitgerust met een kettingrem die de zaagketting binnen een tiende van een
seconde tot stilstand brengt. De kettingrem werkt:
− - w a n n e e r d e b e s c h e r m k a p ( 6 ) m a n u e e l i n d e a c t i e v e stand wordt gebracht of
− - w a n n e e r z e d o o r d e a c h t e r k a n t v a n d e h a n d v a n d e gebruiker in die positie wordt
gebracht als gevolg van terugslag tijdens het werken.
− - w a n n e e r d e k e t t i n g z a a g w o r d t u i t g e s c h a k e l d d o o r de trekker los te laten.
NL
Wanneer de kettingrem wordt geactiveerd door de handbeschermer (6), laat
dan de motor niet onnodig lang draaien. Zet nadien de beschermkap
onmiddellijk terug in haar normale positie.
Controleer altijd vóór het werken met de kettingzaag of de kettingrem goed
werkt (door de beschermkap met de hand te bedienen en door de trekker
los te laten).
10.5 Opwaartse terugslag
Wanneer het bovenste gedeelte van de neus van het
zwaard per ongeluk tegen een vast voorwerp komt,
bijvoorbeeld de stam van de boom wanneer u takken
afzaagt of een voorwerp in de onmiddellijke omgeving
zoals een boomstam die net naast de boomstam ligt die u
aan het doorzagen bent, dan kunnen de zaag en het
zwaard naar boven en naar de gebruiker terugslaan in de
richting van de pijl op figuur 4.