Deze modellen zijn bedoeld voor niet al te frequent gebruik door huiseigenaren, bewoners van
buitenhuisjes, campeerders en voor algemene toepassingen zoals het vrij maken van een
gebied, snoeiwerken, of het zagen van brandhout. Ze zijn niet bedoeld voor langdurig gebruik.
Als de bedoeling is om de toestellen voor langere periodes te gebruiken kan dit
bloedcirculatieproblemen in de handen van de gebruiker opleveren veroorzaakt door trillingen.
Het apparaat is niet bestemd voor industrieel gebruik.
WAARSCHUWING! Lees voor uw eigen veiligheid deze gebruiksaanwijzing
goed door alvorens de machine te gebruiken. Geef dit elektrische werktuig
alleen samen met deze gebruiksaanwijzing door aan anderen.
2 BESCHRIJVING (FIG A)
1. Zaagketting
2. Zwaard
3. Kettingrem / handbeschermer
4. Voorste handgreep
5. Starthandgreep
6. Motor schakelaar
7. Veiligheidstrekker
8. Achterste hendel / Startbeugel
9. Oliedop
10. Benzinedop
Zaagketting met lage terugslag helpt beduidend om terugslag of de kracht van de terugslag
te verminderen dankzij speciaal berekende afmetingen en onderlinge verbindingen.
Kettingrem is een veiligheidsvoorziening ontworpen om de mogelijkheid op verwondingen
door terugslag te vermijden door de draaiende zaagketting in een paar milliseconden te
stoppen. Hij wordt geactiveerd door de kettingremhendel
Stop schakelaar stopt onmiddellijk de motor wanneer hij wordt geactiveerd. De stop
schakelaar moet in de on positie gezet worden om de motor te starten of te herstarten.
Veiligheidstrekker voorkomt ongewenste versnelling van de motor. De gashendel kan niet
ingedrukt worden totdat de veiligheidstrekker is ingedrukt.
Kettingrem/handbeschermer beschermt de linkerhand van de gebruiker in het geval deze
van de de voorste handgreep afslipt terwijl de zaag draait.
Kettingvanger vermindert het gevaar op verwondingen in het geval de ketting breekt of uit
zijn geleiders loopt tijdens het gebruik. De kettingvanger is ontworpen om een losslingerende
ketting op te vangen.
11. Starterdeksel
12. Getande kam
13. Montagemoeren van het zwaard
14. Luchtfilterdeksel
15. Chokehendel
16. Instelschroef zaagketting
17. Kettingvanger
18. Gashendel/trekker
19. Instelschroef olietoevoer
20. Zwaardbeschermer
Nota: bestudeer uw zaag en maak u vertrouwd met de onderdelen ervan.
WAARSCHUWING! Let op voor terugslag. Hou de kettingzaag tijdens het
POW64118
gebruik met beide handen stevig vast. Lees voor uw eigen veiligheid de
veiligheidsvoorzorgen in deze handleiding en volg ze op vóór u probeert
om de zaag te bedienen. Fout gebruik kan leiden tot ernstige verwondingen.
WAARSCHUWING! Bij het gebruik van benzinegereedschappen moeten de
basis veiligheidsvoorzorgen, inclusief de onderstaande maatregelen, altijd
worden opgevolgd om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel en/of schade
aan het toestel te beperken.
3 INHOUD
Verwijder alle verpakkingsmateriaal.
Verwijder de overblijvende verpakking en de transportsteunen (indien aanwezig).
Controleer of de inhoud van de verpakking compleet is.
Controleer het toestel, het netsnoer, de stekker en alle toebehoren op transportschade.
Berg het verpakkingsmateriaal op tot aan het einde van de garantieperiode. Na deze
periode kunt u het via uw lokale afvalinzameling laten verwijderen.
WAARSCHUWING! Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed! Kinderen
mogen niet spelen met plastic zakken! Gevaar voor verstikking!
1 x Kettingzaag op benzine 45.1cc 18”
1 x Handleiding
1 x ketting
1 x zwaard
1 x zwaardbeschermer
1 x flesje 2-takt smeerolie
1 x gereedschapsset
NL
Neem contact op met uw dealer wanneer er stukken ontbreken of
beschadigd zijn.
4 TOELICHTING VAN DE SYMBOLEN
In deze handleiding en/of op deze machine worden de volgende symbolen gebruikt:
Draag altijd
gehoorbescherming.
Draag altijd
werkhandschoenen
Gevaar voor lichamelijk
letsel of materiële schade
Het dragen van beschermingsschoenen
wordt aangeraden.
CE Conform de Europese toepasselijke
standards op het gebied van veiligheid
www.varo.com
POW64118
NL
5 VEILIGHEID
Gebruik de kettingzaag NIET met 1 hand! Bediening met 1 hand kan leiden tot ernstige
verwondingen bij de gebruiker, helpers, omstaanders of enig andere combinatie van deze
personen. Een kettingzaag is ontworpen om met beide handen bediend te worden.
Gebruik een kettingzaag NIET als u moe bent of onder invloed verkeert van drugs, alcohol
of medicijnen.
Gebruik veiligheidsschoeisel, nauwsluitende kledij, beschermde handschoenen en
bescherming voor de ogen, oren en het hoofd.
Wees voorzichtig bij het werken met benzine. Breng de kettingzaag minstens 10 voet (3
meter) weg van de plaats waar ze werd bijgetankt vóór het starten van de motor.
Laat GEEN andere personen in de nabijheid toe tijdens het starten of het werken met de
kettingzaag. Hou omstaanders en dieren weg uit het werkgebied.
Begin NIET met zagen vóór u een proper werkgebied hebt, over een stabiele houding
beschikt en een vluchtpad weg van de vallende boom heeft gepland.
Hou al uw lichaamsdelen weg van de zaagketting als de motor draait.
Zorg ervoor dat de ketting niets raakt vóór u de motor start.
Draag de kettingzaag met een uitgeschakelde motor, het zwaard en de zaagketting
achterwaarts gericht en de geluidsdemper weg van uw lichaam.
Gebruik GEEN ketting die beschadigd, slecht afgeregeld of onvolledig en losjes is
gemonteerd. Zorg ervoor dat de zaagketting stilstaat wanneer de gashendel wordt
losgelaten.
Zet de motor af voor u de kettingzaag neerzet.
Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen van kleine struiken en boomscheuten omdat dun
materiaal door de zaagketting kan gegrepen worden en in uw richting kan geslingerd
worden of u uit balans kan brengen.
Wees bij het zagen van een boomtak onder spanning voorbereid op terugveren zodat u niet
geraakt wordt als de spanning in de houtvezels wegvalt.
Hou de handgrepen droog, proper en vrij van olie of benzinemengsel.
Gebruik de kettingzaag enkel in goed verluchte omgevingen.
Gebruik de kettingzaag NIET in een boom tenzij u daar speciaal voor werd opgeleid.
Alle herstellingen die niet in de veiligheidshandleiding of in de onderhoudsinstructies
worden vermeld moeten uitgevoerd worden door erkende herstellers van kettingzagen.
Gebruik bij het vervoeren van uw kettingzaag de juiste zwaardbeschermer.
Gebruik uw kettingzaag NIET in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen zowel
binnenshuis als in de openlucht. Dit kan tot een explosie en/of brand leiden.
Vul de benzine- of de olietank niet bij en smeer het toestel niet terwijl de motor draait.
GEBRUIK VAN HET JUISTE GEREEDSCHAP: Zaag enkel hout. Gebruik de kettingzaag
niet voor doelen waarvoor ze niet werd ontworpen. Gebruik ze bijvoorbeeld niet voor het
snijden van plastic, metselwerk of structuurmaterialen.
De eerste keer moet de gebruiker praktisch onderricht krijgen van een ervaren iemand in
het gebruik van de kettingzaag en de beschermingsmaatregelen.
Probeer niet om de zaag met één hand vast te houden. U kan de reactiekrachten niet
controleren en u zou de controle over de zaag kunnen verliezen wat leidt tot het
wegschieten of wegveren van het zwaard en de ketting op de tak of stronk.
Laat de kettingzaag niet binnenshuis draaien. Uw kettingzaag produceert, van zodra de
motor draait, giftige uitlaatgassen die kleurloos en geurloos kunnen zijn. Het gebruik van dit
product kan stof, mist en dampen veroorzaken die chemicaliën bevatten die bewezen
schadelijke effecten hebben. Wees u bewust van schadelijk stof en mist (zoals zaagstof en
oliemist van de kettingsmering) en bescherm uzelf goed.
Draag handschoenen en hou uw handen warm. Langdurig gebruik van kettingzagen die de
gebruiker blootstellen aan trillingen kunnen het wittevingersyndroom veroorzaken. Draag
om dit te vermijden handschoenen en hou uw handen warm. Als er ook maar enig
symptoom van dit syndroom merkbaar wordt zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Duw de kam van de kettingzaag direct achter de gewenste plaats van de zaagsnede en
scharnier de zaag rond dit punt. De kam van de kettingzaag rolt tot tegen de stam.
Enkel de ketting, het zwaard en de bougie kunnen door de gebruiker zelf worden
vervangen. Zorg er altijd voor dat u de juiste vervangonderdelen gebruikt zoals vermeld in
de specificaties in de handleiding.
6 VOORZORGSMAATREGELEN TER VOORKOMING VAN
TERUGSLAG
NL
TERUGSLAG kan zich voordoen wanneer de NEUS of de PUNT van het zwaard een
voorwerp raakt of wanneer het hout sluit en de zaagketting in de snede vastklemt.
Contact met de punt kan in sommige gevallen een bliksemsnelle omkeerreactie veroorzaken
die het zwaard achterwaarts omhoog wipt in de richting van de gebruiker.
Het VASTGEKLEMD raken van de zaagketting langs de ONDERKANT van het ZWAARD kan
de zaag voorwaarts TREKKEN, weg van de gebruiker.
Het VASTGEKLEMD raken van de zaagketting langs de BOVENKANT van het ZWAARD kan
het zwaard snel TERUGDUWEN naar de gebruiker toe.
Elk van deze reacties kan ervoor zorgen dat u de controle over de zaag verliest wat kan leiden
tot ernstige verwondingen.
Als u de basis begrijpt van terugslag kan u het verrassingselement verminderen of
uitschakelen. Plotse verrassingen dragen bij aan ongevallen.
Hou als de motor draait met beide handen een goede grip op de zaag; de rechterhand op
de achterste handgreep en de linkerhand op de voorste handgreep. Gebruik een stevige
grip; omklem de handgrepen van de kettingzaag met duim en vingers. Een stevige grip zal
u helpen om terugslag te verminderen en de zaag onder controle te houden. Laat niet los.
Zorg ervoor dat het gebied waarin u gaat zagen vrij is van obstakels. Laat de neus van het
zwaard niet in contact komen met een stronk of een tak of enig ander obstakel dat zou
kunnen geraakt worden tijdens het werken met de zaag.
Zaag bij hoge motortoerentallen.
Hel niet te ver over en zaag niet boven schouderhoogte.
Volg de fabrikant zijn slijp- en onderhoudsinstructies voor de zaagketting.
Gebruik enkel vervangzwaarden en kettingen opgegeven door de fabrikant of equivalenten
daarvan.
NOTA: Een zaagketting met lage terugslag is een ketting die goede
resultaten levert m.b.t. terugslag.
Waarschuwing: terugslag kan leiden tot het gevaarlijk verlies van controle
over de kettingzaag en tot ernstige of dodelijke verwondingen bij de
gebruiker of iemand die dicht in de buurt staat. Wees altijd alert. Draaiende
terugslag en terugslag veroorzaakt door het vastklemmen van de ketting
zijn grote gevaren bij het werken met een kettingzaag en de meest
voorkomende oorzaak van ongevallen.
Nota : de beschreven methodes kunnen lichtjes afwijken afhankelijk van het
model dat u hebt gekocht.
POW64118
Draaiende terugslag (fig. 2a)
A = terugslagpad
B = reactiezone terugslag.
fig 2a
De duw (terugslag door vastklemmen ketting)
en trek reacties. (fig. 2b)
A = trek
B = vaste voorwerpen
C = duw
fig 2b
NL
7.1 Gereedschap voor assemblage
U hebt voor de assemblage van uw kettingzaag volgend gereedschap nodig:
Combinatie sleutel-schroevendraaier (in de set meegeleverd)
Sterke werkhandschoenen (door de gebruiker te voorzien)
7.2 Assemblagevereisten
Waarschuwing: start de motor niet totdat het toestel grondig is
klaargemaakt.
De ketting van uw nieuwe kettingzaag moet afgeregeld worden, de benzinetank moet gevuld
worden met een correct benzinemengsel en de olietank moet gevuld worden met smeerolie
eer het toestel klaar is voor gebruik.
Lees de gehele gebruiksaanwijzing voor u probeert met het toestel te werken. Let vooral op
alle veiligheidsvoorzorgen.
Uw handleiding is zowel een referentie als een handboek dat u werd geleverd om u te
voorzien van algemene informatie om uw kettingzaag te assembleren, te gebruiken en te
onderhouden.
Waarschuwing: draag altijd beschermde handschoenen bij het werken met
de ketting.
7.3.1 Installatie van het zwaard:
Gebruik enkel het originele type zwaard met het
oliegat (A) zoals getoond in de figuur (fig. 3a) om de
olietoevoer op het zwaard en aan de ketting te
verzekeren.
fig 3a
Zorg ervoor dat de hendel van de kettingrem
teruggetrokken is in de uitgeschakelde stand. (fig.
3b)
fig 3b
Verwijder de montagemoer(en) van het zwaard (B).
Verwijder het deksel van de kettingrem (C) door het
rechtuit af te nemen; hiervoor kan enige kracht
nodig zijn. (fig. 3c).
Plaats het einde van het zwaard, voorzien van een
gleuf, over de zwaardbout (F). Schuif het zwaard
achter het tandwiel (G) door tot het niet verder meer
kan. (fig. 3d).
Page | 8
www.varo.com
POW64118
7.3.2 Montage van de zaagketting:
Draag altijd stevige werkhandschoenen bij het werken aan de zaagketting of het afregelen
ervan.
Leg de ketting open in een lus met de
snijtanden (1) in wijzerzin (fig. 4a).
fig 4a
Leg de ketting rond het kettingwiel (B) achter
de koppeling (C). Let erop dat de schakels
van de ketting in de tanden van het tandwiel
vallen. (fig. 4b).
Leid de aandrijftanden in de gleuf (D) en
fig 4b
Nota: de ketting kan aan de onderkant van het zwaard lichtjes los hangen.
Dit is normaal.
Trek het zwaard voorwaarts tot de ketting strak zit. Let er op dat alle aandrijftanden in de
gleuf op het zwaard zitten.
Plaats het koppelingdeksel terug en let daarbij op dat de vork in het onderste gat van het
zwaard zit. Zorg ervoor dat de ketting niet van het zwaard glijdt. Draai de bevestigingsmoer
van het zwaard handvast aan en volg de instructies voor het instellen van de
kettingspanning in het onderdeel afregeling van de kettingspanning.
rond het uiteinde van het zwaard (fig. 4b).
NL
Nota: de bevestigingsmoeren van het zwaard zijn op dit punt enkel
handvast aangedraaid omdat de kettingspanning nog moet ingesteld
worden. Volg de instructies in het onderdeel afregeling van de
kettingspanning.
7.3.3 Afregeling van de kettingspanning.
Een correcte kettingspanning is enorm belangrijk en moet zowel voor als tijdens het werken
gecontroleerd worden.
Neem de nodige tijd om de afregeling van de zaagketting uit te voeren; dit zal betere
zaagprestaties en een langere levensduur van de zaagketting opleveren.
Waarschuwing: draag altijd stevige werkhandschoenen bij het werken aan
de zaagketting of het bijstellen ervan.
7.3.4 Afregelen van de zaagketting:
Hou de neus van het zwaard omhoog en draai
de instelschroef(16) in wijzerzin om de
kettingspanning te verhogen. Draaien in
tegenwijzerzin vermindert de kettingspanning.
Zorg ervoor dat de ketting overal goed rond
het zwaard past. (fig. 5)
Page | 9
www.varo.com
POW64118
Zet, na het afregelen en met de neus van het zwaard nog steeds omhooggehouden, de
bevestigingsmoeren van het zwaard stevig vast. De ketting heeft een correcte spanning als
ze rondom goed aansluit en met de hand (voorzien van een handschoen) kan
rondgetrokken worden.
Nota: als de ketting moeilijk is rond te draaien op het zwaard of als ze blijft
hangen dan zit er teveel spanning op. Dit vergt een kleine bijregeling als
volgt:
Zet de bevestigingsmoeren van het zwaard los tot ze nog vingervast zijn aangedraaid.
Verminder de spanning door de instelschroef langzaam in tegenwijzerzin in te draaien.
Beweeg de ketting op het zwaard heen en weer. Ga verder met bijregelen tot de ketting vrij
kan ronddraaien maar nog goed aansluit. Verhoog de spanning door de instelschroef in
wijzerzin te draaien.
Wanneer de ketting op juiste spanning is hou dan de neus van het zwaard omhoog en zet
de twee bevestigingsmoeren van het zwaard vast.
fig 6
Opgelet: een nieuwe zaagketting rekt wat uit en heeft om de vijf
zaagbewerkingen afregeling nodig. Dit is normaal bij een nieuwe ketting en
het interval tussen de latere afregelingen zal snel toenemen.
NL
Opgelet: als de zaagketting te slap of te sterk is aangespannen dan zullen
het tandwiel, het zwaard, de ketting en de kogellagers van de krukas sneller
verslijten. Bestudeer fig. 6 voor informatie over een correcte spanning in
koude toestand (A), in warme toestand (B) en als gids om te weten wanneer
een ketting moet bijgesteld worden (C).
7.3.5 Mechanische test van de kettingrem
Uw kettingzaag is uitgerust met een kettingrem die het gevaar op verwondingen veroorzaakt
door terugslag vermindert. De rem wordt geactiveerd wanneer er druk wordt uitgeoefend
tegen de remhendel als in het geval van een terugslag de hand van de gebruiker de hendel
raakt. Wanneer de kettingrem wordt geactiveerd stopt de ketting onmiddellijk.
Waarschuwing: de kettingrem is bedoeld om mogelijke verwondingen door
terugslag te verminderen: hij kan echter niet in de beoogde veiligheid
voorzien als de zaag op een onachtzame manier wordt gebruikt. Test de
kettingrem voor het gebruik van uw zaag en af en toe tijdens het werken.
7.3.6 Om de kettingrem te testen:
De kettingrem is uitgeschakeld (ketting kan
bewegen) als de hendel van de kettingrem naar
achter staat en geblokkeerd is. Let er op dat de
vergrendeling van de kettingrem in de uit stand
staat.(fig. 7a)
fig 7a
De kettingrem is ingeschakeld (ketting is
gestopt) wanneer de remhendel naar voor staat
en de vergrendeling van de kettingrem in de
aan positie staat. U mag de ketting niet kunnen
bewegen. (fig. 7b)
fig 7b
Nota: de remhendel zou in beide standen moeten vastklikken. Als er sterke
weerstand wordt geboden of als de hendel in geen van beide standen kan
worden vastgezet gebruik dan uw zaag niet. Neem ze onmiddellijk mee naar
een servicecenter voor herstelling.
NL
8 BENZINE EN SMERING
8.1 Benzine
Gebruik standaard loodvrije benzine gemengd met 40:1 standaard 2-takt olie voor de beste
resultaten. Gebruik de mengverhoudingen uit het onderdeel mengtabel benzine hieronder.
Waarschuwing: gebruik nooit zuivere benzine in uw toestel. Dit zal
permanente motorbeschadiging opleveren en de garantie van de fabrikant
voor dit toestel ongeldig maken. Gebruik nooit een benzinemengsel dat
meer dan 90 dagen is bewaard.
Waarschuwing: 2-takt olie moet een goede kwaliteitsolie zijn voor 2-takt
luchtgekoelde motoren met een mengverhouding van 40:1. Gebruik geen 2takt olie met een aanbevolen mengverhouding van 100:1. Als onvoldoende
smering de oorzaak is van een beschadigde motor vervalt de
fabrieksgarantie op de motor.
8.2 Mengen van benzine
Doe de olie in een geschikt benzinevat gevolgd door de benzine zodat de benzine zich mengt
met de olie. Schud het vat om een grondige menging te verzekeren.
Waarschuwing:gebrek aan smering vernietigt de motorgarantie. Benzine en
POW64118
olie moeten met een verhouding van 40:1 gemengd worden.
8.2.1 Benzine en smeersymbolen
NL
8.2.2 Mengtabel: 40 delen benzine op 1 deel olie
Benzine liters
2-takt olie ml
8.2.3 Aanbevolen benzine
Sommige standaardbenzines zijn verrijkt met oxygenen zoals alchohol of ether om te voldoen
aan de regelgeving voor schone lucht. De motor is ontworpen om goed te werken op elke
autobenzine inclusief deze verrijkte benzines.
8.2.4 Smering van de ketting en het zwaard
Vul de olietank bij telkens wanneer de benzinetank wordt gevuld. Gebruik altijd tandwielolie
van hoge kwaliteit die additieven bevat om wrijving en slijtage te verminderen en die helpt om
teervorming op het zwaard en ketting te voorkomen.
9 GEBRUIK
9.1 Controles voor het starten van de motor
1 2 3 4 5
25 50 75 100 125
Waarschuwing:Begin nooit te werken met de zaag vóór het zwaard en de
ketting correct zijn gemonteerd.
ondergrond. Hou de zaag stevig vast met uw
voet zoals getoond op de figuur. Trek een
paar maal kordaat aan het startkoord. Let op
de ketting als ze draait.(fig. 9d)
9.4 Indien de motor van uw toestel verzadigd is met benzine
Verwijder de luchtfilter
Verwijder de bougie
Zet het toestel in een hoek van 45° met het zwaard omhoog
Trek een aantal keer aan de startkoord
Maak de bougie droog en plaats ze terug
Plaats ook de lucht filter terug en start zonder choke
9.5 Om de motor te stoppen
NL
Laat de trekker los en laat de motor op stationair toerental
komen.
Zet de I/O (aan/uit) schakelaar in de o-stand (uit) om de
motor te stoppen.
fig 9n
9.6 Test van de werking van de kettingrem
Test de kettingrem regelmatig om verzekerd te zijn van een goede werking.
Voer een test van de kettingrem uit vóór het eerste zaagwerk, na intensief zaagwerk en zeker
na een herstelling aan de kettingrem.
Noot: voor een noodstop activeert u eenvoudigweg de
kettingrem en zet u de I/O (aan/uit) schakelaar in de o-stand
(uit).
Page | 15
www.varo.com
POW64118
Test de kettingrem als volgt:
Plaats de zaag op een lege, stevige en vlakke ondergrond.
Start de motor.
Neem de achterste handgreep (a) vast met uw rechterhand (fig. 10).
Hou met uw linkerhand de voorste handgreep
(b) stevig vast [niet de hendel van de kettingrem
(c)] (fig. 10).
Duw de gashendel in tot 1/3 en activeer dan
onmiddellijk de kettingrem (c) (fig. 10).
fig 10
Waarschuwing: activeer de kettingrem langzaam maar zeker. Vermijd dat de
ketting met iets in contact komt; laat de zaag niet naar voor kantelen.
De ketting zou direct moeten stoppen. Laat na dat dit gebeurd is onmiddellijk de trekker los.
Waarschuwing: Als de ketting niet stopt zet dan de motor af en breng uw
toestel naar het dichtstbijzijnd erkend service center voor herstelling.
Als de kettingrem goed functioneert zet dan de motor af en breng de kettingrem in de
uitgeschakelde positie.
9.7 Smering van de zaagketting/zwaard
Voldoende smering is altijd noodzakelijk om wrijving met het zwaard te verminderen. Laat
nooit de olie op het zwaard en de ketting uitdrogen. Het gebruik van de zaag met een tekort
aan olie zal de zaagprestaties verminderen, de levensduur van de zaagketting verminderen,
de ketting sneller stomp maken en zeer zware slijtage aan het zwaard veroorzaken wegens
oververhitting. Een tekort aan olie is te herkennen aan rook, zwaardverkleuring of ophoping
van teer.
NL
Nota: de zaagketting rekt tijdens het gebruik uit, vooral wanneer ze nieuw
is; het zal daarom af en toe nodig zijn om ze af te regelen en op te spannen.
Een nieuwe ketting moet na ongeveer 5 minuten werken opnieuw
afgeregeld worden.
9.8 Automatische smering
Uw kettingzaag is uitgerust met een automatisch, door de koppeling aangedreven,
smeersysteem. Het smeersysteem levert automatisch de juiste hoeveelheid olie aan het
zwaard en de ketting. Als de motorsnelheid toeneemt neemt ook de oliestroom naar het
zwaard toe.
Pas het automatische kettingsmeersysteem nooit aan zonder de motor uit
te zetten.
Het kettingsmeersysteem is ingesteld op medium olietoevoer door het fabriek. De olietoevoer
kan aangepast worden indien nodig.
19
9.9 Algemene zaaginstructies
9.9.1 Vellen
Vellen is de term voor het afzagen van een boom. Kleine bomen met een diameter tot 6-7 inch
(15-18 cm) worden meestal met één zaagsnede afgezaagd. Voor grotere bomen gebruikt men
een kerf. De kerfsneden bepalen de richting waarin de boom zal vallen.
Vellen van een boom:
Waarschuwing: voor er met het zagen word begonnen moet er een
vluchtpad (A) worden gepland en indien nodig worden vrijgemaakt. Het
vluchtpad moet naar achter lopen en diagonaal op de verwachte vallijn
staan zoals getoond in fig. 11a
− O m d e o l i e t o e v o e r a a n t e p a s s e n , d i e n t u d e
aanpasknop onder aan de zijkant te draaien (19)
− D r a a i t u i n w i j z e r s z i n w o r d t d e t o e v o e r v e r m i n d e r d
terwijl het draaien in tegenwijzerszin de toevoer
vermeerderd.
Opgelet: bij het vellen van een boom op
een hellend vlak moet de gebruiker van
de kettingzaag steeds aan de bovenkant
van de helling staan omdat de kans
groot is dat de boom na het vellen gaat
rollen.
NL
Nota: de richting van het vallen (B) wordt bepaald door de kerfsnede. Bekijk
de plaats van de grotere takken en de natuurlijke helling van de boom om te
bepalen in welke richting hij zal vallen; doe dit vóór dat er enige zaagsnede
wordt gemaakt.
Waarschuwing: zaag een boom niet om bij hevige of veranderlijke wind of
wanneer er gevaar is voor eigendommen. Consulteer een boomkenner.
Zaag een boom niet om als er kans bestaat dat er leidingen van
nutsvoorzieningen zullen geraakt worden; verwittig het bedrijf van deze
nutsvoorzieningen vóór het zagen.
Normaal gezien bestaat het vellen uit 2 hoofdbewerkingen: het maken van de kerfsnede (C)
en het maken van de velsnede. Begin met het zagen van de bovenste kerfsnede (C) aan de
kant van de boom die overeenkomt met de valrichting (E). Let erop dat u de onderste snede
niet te diep in de stam maakt. De kerf (C) moet diep genoeg zijn om een scharnierpunt (F) te
creëren met voldoende breedte en sterkte. De kerf moet breed genoeg zijn om tijdens het
vallen van de boom zolang mogelijk de richting te bepalen.
Waarschuwing: Loop nooit vóór
een boom die gekerfd is. Maak de
velsnede (D) vanaf de andere kant
van de boom en 1.5-2 inch (3-5cm)
boven de onderkant van de kerf
(C).
fig 11b
Zaag nooit volledig door de stam. Laat altijd een scharnier. De scharnier leidt de boom. Als de
boom volledig wordt doorgezaagd is er geen controle over de valrichting meer.
Drijf een spie of een hefboom in de snede vóór de boom instabiel wordt en begint te bewegen.
Dit voorkomt dat het zwaard geblokkeerd raakt in de velsnede als u de valrichting verkeerd
hebt ingeschat. Let erop dat er geen omstaanders in de omgeving zijn gekomen van de
vallende boom vóór u hem omver duwt.
Waarschuwing: Controleer vóór het maken van de laatste snede altijd nog
eens de omgeving op omstaanders, dieren of obstakels.
Velsnede:
Gebruik houten of plastic spieën (B) om te
vermijden dat het zwaard of de ketting (h) in de
snede vast komt te zitten. Spieën controleren
mee de valrichting. (fig. 11c).
fig 11c
NL
fig 11d
Waarschuwing: als de velsnede dicht bij het scharnierpunt komt zou de
boom moeten beginnen vallen. Als de boom begint te vallen verwijder dan
de zaag uit de snede, zet de motor uit, zet de kettingzaag neer en verlaat het
gebied langs het vluchtpad. (fig. 11a).