Pioneer FH-P80BT User manual [nl]

Bedieningshandleiding
CD RDS-ONTVANGER
FH-P80BT
Nederlands
2
Nl
Inhoud
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer­product.
zodat u hem altijd bij de hand hebt voor later.
Vóór u begint
Informatie over dit toestel 6
– Gebruiksomgeving 8 Bezoek onze website 8 Bij problemen 8 De microprocessor resetten 8 Informatie over de demofuncties 8 Gebruik en onderhoud van de
afstandsbediening 9
De batterij plaatsen 9
Gebruik van de afstandsbediening 9
Bediening van het toestel Wat is wat 10
Hoofdtoestel 10
Afstandsbediening 11
Display-indicaties 12
Basisbediening 13
Stroom aan/uit 13
Signaalbronnen selecteren 13
Het volume afstellen 14
Tuner 14
Basisbediening 14
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 15
PTY-nooduitzendingen 16
Geavanceerde bediening 16
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 16
Op sterke signalen afstemmen 16
Alternatieve frequenties kiezen 17
Verkeersberichten ontvangen 18
PTY-functies 18
PTY-lijst 19
Ingebouwde cd-speler 20
Basisbediening 20
Een fragment direct selecteren 21
De tekstinformatie van de disc
weergeven 21
– Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren 22
– Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren 22
Geavanceerde bediening 23Een herhaalbereik selecteren 23Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 23
Mappen en fragmenten scannen 24Het afspelen onderbreken 24Sound retriever 24Functies voor disctitels 24
Songs afspelen op de draagbare USB-
audiospeler/in het USB-geheugen 25
Basisbediening 25Een audiobestand in de huidige map
rechtstreeks selecteren 26
– De tekstinformatie bij een
audiobestand weergeven 26
– Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren 26
– Geavanceerde bediening 26
Muziek op de iPod afspelen 27
Basisbediening 27Naar een song bladeren 28Tekstinformatie op de iPod
weergeven 28
Geavanceerde bediening 28Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 29
– Alle songs in willekeurige volgorde
afspelen (shuffle all) 29
– Songs uit de albumlijst van de huidige
artiest selecteren 30
– De iPod-functie van dit toestel via de
iPod bedienen 30
– De weergavesnelheid van een
audioboek wijzigen 30
Bluetooth-audio 31
3
Nl
Inhoud
– Verbinding maken met een Bluetooth-
audiospeler 31
– De verbinding met een Bluetooth-
audiospeler verbreken 32
Basisbediening 32Geavanceerde bediening 33Muziek afspelen op een Bluetooth-
audiospeler 33
Het afspelen stoppen 33Automatisch verbinding maken met
een Bluetooth-audiospeler 33
– Het BD-adres (Bluetooth-
apparaatadres) weergeven 34
Bluetooth-telefoon 34
– Het toestel instellen voor handsfree
telefoneren 34
Verbinding maken en pairen 35Verbinding maken/verbreken met een
mobiele telefoon 36
Een telefoongesprek voeren 39Een telefoongesprek aannemen 39De telefoonlijst 40De gespreksgeschiedenis 40Het telefoonboek 41Voorkeuzenummers 43Geavanceerde bediening 45Het telefoonboek van de mobiele
telefoon downloaden 46
– Items naar het telefoonboek
overzetten 46
Automatisch verbinden instellen 47Automatisch beantwoorden
instellen 47
Echo- en ruisonderdrukking 47Het belsignaal in- of uitschakelen 48Iemand opbellen door het
telefoonnummer in te voeren 48
Het geheugen wissen 48
De prefix voor internationale nummers
toevoegen 48
– De sorteerwijze van het telefoonboek
wijzigen 49
Het taalkeuzemenu 49
Audio-instellingen
Audio-instellingen 50 De balansinstelling 50 De equalizer 51
Equalizercurven oproepen 51De equalizercurven aanpassen 51De 7-bands grafische equalizer
aanpassen 51 De loudness aanpassen 52 De subwoofer-uitgang 52
– De subwoofer-instellingen
aanpassen 53 De lage tonen versterken 53 Het high pass filter 53 Het bronniveau aanpassen 54 Automatische volumeaanpassing 54
Begininstellingen
De begininstellingen aanpassen 55 De datum instellen 55 De klok instellen 55 In- en uitschakelen van het uit-
klokdisplay 56 De FM-afstemstap instellen 56 De automatische PI-zoekfunctie in- of
uitschakelen 56 De externe ingang in- of uitschakelen 56 De dimmer in- of uitschakelen 57 De achteruitgang en de subwoofer
instellen 57 Het geluid tijdelijk uitschakelen/dempen 57 De functiedemo inschakelen 58 Ever Scroll inschakelen 58 Taalinstelling voor het display 58
4
Nl
Inhoud
De signaalbron BT AUDIO activeren 58 De pincode invoeren voor Bluetooth
draadloze verbinding 59 De apparaatnaam wijzigen 60 De systeemversie opvragen in geval van
reparatie 60 De Bluetooth-module resetten 60 De software voor Bluetooth bijwerken 61
Overige functies De AUX-signaalbron 62
Informatie over AUX1 en AUX2 62AUX1-signaalbron: 62AUX2-signaalbron: 62AUX als signaalbron selecteren 62De AUX-titel instellen 62
Gebruik van een extern toestel 62
– Een extern toestel als signaalbron
selecteren 62
Basisbediening 63Geavanceerde bediening 63
De PGM-knop 63
Verkrijgbare accessoires Muziek op de iPod afspelen 64
Basisbediening 64Tekstinformatie op de iPod
weergeven 64
Naar een song bladeren 64Geavanceerde bediening 64Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 65
Multi-cd-speler 65
Basisbediening 65Functies voor cd-text 66Geavanceerde bediening 66Compressie en extra
basversterking 67
ITS-speellijsten 67Functies voor disctitels 69
Dvd-speler 70
Basisbediening 70Een disc selecteren 70Een map selecteren 70Geavanceerde bediening 70
Tv-tuner 72
Basisbediening 72Zenders opslaan en oproepen 73De sterkste zenders op volgorde
opslaan (BSSM) 73
Aanvullende informatie
Problemen verhelpen 74 Foutmeldingen 74 Richtlijnen voor het gebruik van discs en de
speler 76 Dual discs 77 Compatibiliteit met gecomprimeerde
audio 77 Gecomprimeerde audiobestanden op
disc 77
– Voorbeeld van een boomstructuur 78
USB-audiospeler/USB-geheugen 78
– Compatibiliteit met draagbare USB-
audiospelers/USB-geheugen 78
– Omgang met het toestel en bijkomende
informatie 79
iPod 80
Bediening van de iPod 80Informatie over iPod-instellingen 80
Bluetooth-profielen 80 Lijst met Russische tekens 80 Technische gegevens 81
5
Nl
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Deponeer dit product niet bij het gewone huis­houdelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschre­ven verzamelsysteem voor de juiste behande­ling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische produc­ten.
In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren afgedankte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u het afgedankte product ook bij uw verkoop­punt inleveren. Als u in een ander land woont, neem dan con­tact op met de plaatselijke overheid voor infor­matie over het weggooien van afgedankte producten. Op die manier zorgt u ervoor dat uw afge­dankte product op de juiste wijze wordt ver­werkt, hergebruikt en gerecycled, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid.
tact met vloeistoffen rookvorming, oververhit­ting en andere schade aan het toestel veroorzaken.
! “KLASSE 1 LASERPRODUCT
Dit product bevat een laserdiode van een ho­gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin­gen mag u de behuizing niet verwijderen en niet proberen toegang te krijgen tot de binnen­zijde van het toestel. Laat alle onderhouds­werkzaamheden over aan gekwalificeerd personeel.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de
bedieningsprocedures en de te nemen voor­zorgsmaatregelen kunt opzoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om gelui-
den van buiten het voertuig te kunnen blijven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht. ! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
wordt het voorkeuzegeheugen gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
Informatie over WMA
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel kan worden afgestemd, zijn in gebruik in West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. Gebruik van het toestel in andere gebieden kan een slechte ontvangst tot gevolg hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem) werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Een elektrische schok kan daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan con-
6
Nl
Het logo Windows Mediadat op de doos is afgedrukt, geeft aan dat dit toestel WMA-gege­vens kan afspelen. Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmer­ken van Microsof t Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. ! Een juiste werking van dit toestel is afhan-
kelijk van de toepassing waarmee de WMA­bestanden zijn gecodeerd.
Vóór u begint
Hoofdstuk
01
Informatie over MP3
Dit product is uitsluitend bedoeld voor niet­commercieel privégebruik. Het mag niet in een commerciële omgeving worden gebruikt voor realtime-uitzendingen (over land, via sa­telliet, kabel en/of andere media), voor uitzen­dingen/streaming via internet, intranet en/of andere netwerken, of in andere elektronische distributiesystemen zoals betaalradio of audio­op-aanvraagtoepassingen. Hiervoor is een aparte licentie nodig. Kijk voor meer informa­tie op http://www.mp3licensing.com.
Informatie over AAC
Dit toestel speelt AAC-bestanden af die zijn gecodeerd met iTunes
®
. iTunes is een handelsmerk van Apple Inc., ge­deponeerd in de VS en andere landen.
Compatibiliteit met draagbare audiospelers
! Informeer bij de fabrikant naar de compati-
biliteit van uw draagbare USB-audiospeler/
USB-geheugen. Dit toestel is compatibel met: USB MSC -compatibele draagbare audio-
spelers en geheugen (Mass Storage Class) WMA-, MP3-, AAC - en WAV-bestanden
(weergave) Raadpleeg Compatibiliteit met draagbare USB- audiospelers/USB-geheugen op bladzijde 78 voor meer informatie over de compatibiliteit.
®
iPod
-compatibiliteit
Met dit toestel kunt u een iPod bedienen en songs op een iPod afspelen. ! Alleen de volgende soorten iPod kunnen
met dit toestel gebruikt worden. Onder-
steunde versies van de iPod-software wor-
den hieronder genoemd. Oudere versies
van de iPod-software worden mogelijk niet
door dit toestel ondersteund.
iPod vijfde generatie (softwareversie
1.2.1)
iPod nano eerste generatie (softwarever-
sie 1.3.1)
iPod nano tweede generatie (software-
versie 1.1.3)
iPod nano derde generatie (softwarever-
sie 1.0.2)
iPod classic (softwareversie 1.0.2)iPod touch (softwareversie 1.1.1)
! De bediening kan variëren, afhankelijk van
de softwareversie van iPod.
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod
een dock-connector-naar-USB-verbindings­kabel vereist.
! Ook kan gebruik gemaakt worden van een
Pioneer CD-IU50 interfacekabel. Neem voor meer informatie contact op met uw leveran­cier.
! Eerdere generaties iPods kunnen met dit
toestel via een iPod-adapter van Pioneer (bijvoorbeeld CD-IB100N) bediend worden. Raadpleeg Muziek op de iPod afspelen op bladzijde 64 voor meer informatie over de bediening met de iPod-adapter.
! iPod is een handelsmerk van Apple Inc., ge-
deponeerd in de VS en andere landen.
Informatie over Bluetooth
Bluetooth is een technologie voor draadloze verbindingen over korte afstanden, ter vervan­ging van kabelverbindingen tussen mobiele te­lefoons, handheld-computers en andere apparaten. Bluetooth werkt in het frequentie­bereik van 2,4 GHz en geeft spraak en gege­vens door met snelheden tot 1 megabit per seconde. Bluetooth werd in 1998 gelanceerd door een special interest group(SIG) die be­stond uit Ericsson Inc., Intel Corp., Nokia Corp., Toshiba en IBM, en wordt momenteel door ongeveer 2 000 bedrijven wereldwijd ver­der ontwikkeld.
Vóór u begint
7
Nl
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
! Het merk Bluetooth en de logos daarvan
zijn eigendom van Bluetooth SIG Inc. Pioneer Corporation gebruikt deze onder li­centie. Andere handelsmerken en handels­namen zijn eigendom van de respectieve eigenaren.
LET OP
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor eventueel
verlies van gegevens op de draagbare USB-au­diospeler/het USB-geheugen, zelfs niet als dat gebeurt tijdens gebruik van het toestel.
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor verlies
van gegevens op de iPod, ook niet tijdens ge­bruik van dit toestel.
Gebruiksomgeving
Dit toestel moet binnen de onderstaande tem­peratuurbereiken worden gebruikt. Bereik gebruikstemperatuur: -10 °C tot +60 °C (14 °F tot 140 °F) EN300328 ETC-testtemperatuur: -20 °C en +55 °C (-4 °F en 131 °F)
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange­schaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over Pioneer Corporation.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er­kende servicestation van Pioneer raad­plegen.
De microprocessor resetten
De microprocessor moet in de volgende geval­len worden gereset: ! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het hebt geïnstalleerd
! Als het toestel niet naar behoren werkt ! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
RESET-toets
% Druk met een pen of een ander puntig voorwerp op RESET.
Informatie over de demofuncties
Dit toestel is voorzien van een functiedemo.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden aangesloten op een aansluiting die is gekoppeld aan de aan/uit-stand van het contactslot. Anders loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
Functiedemo
De functiedemo start automatisch als dit toe­stel is uitgeschakeld terwijl het contactslot op ACC of ON staat. Druk terwijl de functiedemo wordt afgespeeld op DISP om deze te stoppen. Druk nogmaals op DISP om de functiedemo opnieuw te starten. Let op: de accu kan leeglo­pen als de functiedemo geactiveerd blijft ter­wijl de motor uit staat.
8
Nl
Vóór u begint
Hoofdstuk
01
Gebruik en onderhoud van de afstandsbediening
De batterij plaatsen
Verwijder de schuif op de achterzijde van de afstandsbediening en plaats de batterij met de pluspool (+) en de minpool (–) in de juiste richting. ! Als u de afstandsbediening voor de eerste
keer gebruikt, moet u eerst het plastic uit
de schuif trekken.
WAARSCHUWING
Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Roep onmiddellijk de hulp van een arts in als de batterij per ongeluk wordt ingeslikt.
LET OP
! Gebruik één CR2025 (3 V) lithiumbatterij. ! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
een maand of langer niet wordt gebruikt. ! Als de batterij onjuist wordt vervangen, be-
staat er kans op explosie. Vervang de batterij
alleen door een identieke of gelijkwaardige
batterij. ! Raak de batterij niet aan met metalen gereed-
schap. ! Bewaar de batterij niet bij metalen voorwer-
pen. ! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbedie-
ning helemaal schoonvegen en een nieuwe
batterij plaatsen. ! Gooi gebruikte batterijen altijd weg overeen-
komstig de wettelijke bepalingen of milieure-
gels die in uw land of regio gelden.
Vóór u begint
Gebruik van de afstandsbediening
Wijs met de afstandsbediening in de richting van het voorpaneel. ! De afstandsbediening kan minder goed
werken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Bewaar de afstandsbediening niet op plaatsen
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat deze dan onder het rem- of gas­pedaal terecht kan komen.
9
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Wat is wat
Hoofdtoestel

   
1 S.Rtrv-toets
Druk op deze toets om de instellingen van de sound retriever te wijzigen.
2 DISP/SCROLL-toets
Druk op deze toets om een ander display te selecteren. Houd deze toets ingedrukt om tekstinforma­tie over het display te laten schuiven.
3 Laadsleuf voor de disc
Plaats een disc in de speler.
4 EJECT-toets
Druk op deze toets om de cd te laten uitwer­pen uit de ingebouwde cd-speler.
5 TA/NEWS-toets
Druk op deze toets om de TA-functie in of uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om de News-functie in of uit te schakelen.
6 RESET-toets
Druk hierop om de microprocessor te reset­ten.
7 MUTE/HOLD-toets
Druk op deze toets om het geluid uit te schakelen. Druk er nogmaals op om het ge­luid weer in te schakelen. Druk op deze toets om een gesprek in de
wachtstand te plaatsen wanneer u aan het telefoneren bent.
8
9
a LIST-toets
b PHONE/
c MULTI-CONTROL
d BAND/ESC-toets
-indicator
Licht op wanneer een Bluetooth-audiospeler is aangesloten via Bluetooth draadloze tech­nologie. ! Tijdens de verbindingsopbouw knippert
deze indicator.
-indicator
Licht op wanneer een mobiele telefoon is aangesloten via Bluetooth draadloze tech­nologie. ! Tijdens de verbindingsopbouw knippert
deze indicator.
! Deze indicator blijft knipperen zolang de
verbinding niet gemaakt is.
Druk op deze toets om de disctitellijst, frag­menttitellijst, mappenlijst, bestandenlijst, lijst met voorkeuzezenders of lijst met tele­foonnummers weer te geven, naargelang de gekozen signaalbron.
/CONNECT-toets
Druk op deze toets om de telefoon als sig­naalbron te kiezen. Druk op deze toets om een gesprek te beëindigen, een inkomend gesprek te weigeren of een nieuw gesprek te annuleren als u de telefoon gebruikt. Houd deze toets ingedrukt om een Blue­tooth-verbinding tot stand te brengen.
Gebruik deze knop voor handmatig afstem­men, vooruit- en achteruitspoelen, en om naar fragmenten te zoeken. U gebruikt deze knop ook om functies te bedienen. Draai aan deze knop om het volume te ver­hogen of te verlagen.
Druk op deze toets om een van de drie FM­frequentiebanden of de MW/LW-frequentie­band te selecteren.
10
Nl

Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Druk op deze toets om van een menu naar het gewone display terug te keren.
e SOURCE/OFF-toets
Het toestel wordt ingeschakeld zodra u een signaalbron selecteert. Druk op deze toets om alle signaalbronnen af te gaan.
f RDM/
Druk op deze toets om de willekeurige weer­gave in of uit te schakelen als u cd of USB als signaalbron gebruikt. Druk op deze toets om de volgorde van frag­menten willekeurig te bepalen (shuffle) als u een iPod gebruikt. Houd deze toets ingedrukt om de bedie­ningsmodus te wijzigen als u een iPod ge­bruikt. Als u de iPod met een interfaceadapter ge­bruikt (CD-IB100N), drukt u op deze toets om de shuffle-functie te wijzigen.
/iPod-toets
Afstandsbediening
De bediening van de toetsen op de afstands­bediening komt overeen met de bediening van de toetsen op het hoofdtoestel.
h FUNCTION-toets
Druk op deze toets om een functie te selec­teren.
i Duimknop
Gebruik deze knop voor handmatig afstem­men, vooruit- en achteruitspoelen, en om naar fragmenten te zoeken. U gebruikt deze knop ook om functies te bedienen. De functies zijn gelijk aan de MULTI-CONTROL, met uitzondering van de volumeregeling. Druk op deze toets om de disctitellijst, frag­menttitellijst, mappenlijst, bestandenlijst of voorkeuzezenderlijst weer te geven, afhanke­lijk van de gekozen signaalbron.
j DIRECT-toets
Druk op deze toets om het gewenste frag­ment te selecteren.
k CLEAR-toets
Druk op deze toets om het ingevoerde num­mer te annuleren als u de toetsen 0 t/m 9 gebruikt.
l De toetsen 0 t/m 9
Druk op deze toetsen om rechtstreeks het gewenste fragment, de gewenste voorkeuze­zender of de gewenste disc te kiezen. Met de toetsen 1 t/m 6 kunt u de voorkeuzeaf­stemming voor de tuner of de zoekfunctie voor het discnummer van de multi-cd-speler bedienen.
Bediening van het toestel
g VOLUME-toetsen
Druk op deze toetsen om het volume te ver­hogen of te verlagen.
m OFF HOOK-toets
Druk op deze toets om een telefoongesprek te beginnen als de telefoon als signaalbron is gekozen.
n ON HOOK-toets
Druk op deze toets om een telefoongesprek te beëindigen of een inkomend gesprek te weigeren als u de telefoon gebruikt.
o MUTE-toets
Druk op deze toets om het geluid uit te schakelen. Druk nogmaals op deze toets om het geluid weer aan te zetten.
11
Nl

Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
p PGM-toets
Druk op deze toets om de voorgeprogram­meerde functies voor elke signaalbron te be­dienen. (Raadpleeg De PGM-knop op bladzijde 63.)
q AUDIO-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de di­verse toonregelingsfuncties.
Display-indicaties


 

  
1 Hoofdgedeelte van het display
Hier worden de frequentieband, de frequen­tie, de verstreken weergavetijd en andere in­stellingen weergegeven.
2
-indicator (artiest)
Licht op wanneer de naam van de artiest van de disc (het fragment) op het hoofdge­deelte van het display wordt weergegeven. Licht op wanneer de functie voor het zoeken naar artiesten op de iPod wordt gebruikt.
3
-indicator (shuffle)
Licht op als shuffle is ingeschakeld wanneer de iPod als bron is geselecteerd.
-indicator (disc)
4
Licht op wanneer de naam van de disc (het album) op het hoofdgedeelte van het display wordt weergegeven. Licht op wanneer de functie voor het zoeken naar albums op de iPod wordt gebruikt.
5
6
7
8 F-RDM-indicator
9 F-RPT-indicator
a LOC-indicator
b 5-indicator (stereo)
-indicator (map)
Licht op wanneer de lijstfunctie bediend wordt. Wanneer er mappen op een hoger niveau bestaan, wordt c weergegeven. Wanneer er mappen op een lager niveau be­staan, wordt d weergegeven.
-indicator (song)
Licht op wanneer de naam van het fragment (de song) op het hoofdgedeelte van het dis­play wordt weergegeven. Licht op wanneer de functie voor het zoeken naar songs op de iPod wordt gebruikt.
-indicator (verbinding met iPod)
Licht op wanneer USB als signaalbron is ge­selecteerd en de verbinding met de iPod wordt herkend.
Licht op als de functie Map in willekeurige volgorde afspelen is ingeschakeld. Als de willekeurige weergave is ingescha­keld, wordt alleen RDM weergegeven.
Licht op als de functie Map herhalen is inge­schakeld. Als de herhaalfunctie is ingeschakeld, wordt alleen RPT weergegeven.
Licht op als automatisch afstemmen op lo­kale zenders is ingeschakeld.
Licht op als op de gekozen frequentie in ste­reo wordt uitgezonden.
12
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
c -indicator (sound retriever)
Licht op wanneer de sound retriever is inge­schakeld.
d AUTO-indicator (automatisch beant­woorden)
Deze geeft aan of de functie Automatisch beantwoorden is geactiveerd (zie Automa- tisch beantwoorden instellen op bladzijde 47 voor meer informatie).
e
ken)
Licht op wanneer er gemiste gesprekken zijn. Licht op wanneer de lijst met gemiste ge­sprekken wordt weergegeven als de telefoon als signaalbron is geselecteerd.
f
-indicator (gekozen gesprekken)
Licht op wanneer de lijst met gekozen ge­sprekken wordt weergegeven als de telefoon als signaalbron is geselecteerd.
g
-indicator (ontvangen gesprekken)
Licht op wanneer de lijst met ontvangen ge­sprekken wordt weergegeven als de telefoon als signaalbron is geselecteerd.
h
Licht op wanneer het telefoonboek wordt weergegeven als de telefoon als signaalbron is geselecteerd.
i NEWS-indicator
Licht op als de functie News (onderbreking door nieuwsberichten) is ingeschakeld.
j TA-indicator
Licht op als de functie TA (stand-by voor ver­keersberichten) is ingeschakeld.
k TP-indicator
Licht op als er is afgestemd op een zender die verkeersinformatie uitzendt (TP­zender).
-indicator (gemiste gesprek-
-indicator (telefoonboek)
Basisbediening
Stroom aan/uit
Het toestel inschakelen
% Druk op SOURCE om het toestel in te schakelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd OFF ingedrukt tot het toestel uit gaat.
Signaalbronnen selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u wilt luisteren. Om naar de ingebouwde cd-spe­ler over te schakelen, hoeft u alleen een disc in het toestel te plaatsen (raadpleeg bladzijde
20).
% Druk meerdere keren op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbron­nen.
TunerTelevisieDvd-speler/multi-dvd­spelerIngebouwde cd-spelerMulti-cd­speleriPodUSBExtern toestel 1 Extern toestel 2AUX1AUX2Blue­tooth-audioBluetooth-telefoon
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld. Als er geen toestel is aangesloten dat over-
eenkomt met de geselecteerde signaal­bron.
Als er geen disc of magazijn in de speler is
geplaatst.
Als er geen iPod is aangesloten op dit toe-
stel.
Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 56).
Als de signaalbron Bluetooth-audio is uit-
geschakeld (raadpleeg De signaalbron BT AUDIO activeren op bladzijde 58).
Bediening van het toestel
13
Nl

Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
! AUX1 is standaard ingeschakeld. Schakel
AUX1 uit als u deze ingang niet gebruikt (raad­pleeg De externe ingang in- of uitschakelen op bladzijde 56).
! Er kan ruis optreden als u de draagbare audio-
speler oplaadt met de gelijkstroombron van het voertuig terwijl het op de AUX-ingang is aangesloten. Stop in dat geval het opladen.
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig verkrijgbaar product) waarvan u de basisfunc­ties met dit toestel kunt bedienen. Met dit toe­stel kunnen twee externe toestellen worden bediend. Als er twee externe toestellen op dit toestel zijn aangesloten, worden deze automa­tisch toegewezen als extern toestel 1 of extern toestel 2.
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de automatische antenne van het voertuig, schuift de antenne uit wanneer er een signaal­bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de antenne weer ingeschoven.
Het volume afstellen
% Draai aan MULTI-CONTROL om de ge­luidssterkte te regelen.
Tuner
Basisbediening
RDS
1 Frequentiebandindicator 2 Voorkeuzenummerindicator 3 Programmaservicenaam 4 PTY-labelindicator
Zonder RDS, of MW/LW
1 Frequentiebandindicator 2 Voorkeuzenummerindicator 3 Frequentie-indicator
14
Nl
% Een frequentieband selecteren
Druk op BAND.
# U kunt kiezen uit de frequentiebanden FM1, FM2, FM3 en MW/LW.
% Handmatig afstemmen (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL even naar links of naar rechts ingedrukt en laat deze weer los.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts te duwen.
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
# Als u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders over­slaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u MULTI-CONTROL loslaat.
Opmerkingen
! U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschake-
len. Bij normaal afstemmen moet de AF-func-
tie uit staan (raadpleeg bladzijde 17).
! Sommige zenders leveren geen RDS-diensten. ! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer is afgestemd op een RDS-zender.
Frequenties van zenders opslaan en oproepen
U kunt eenvoudig zes zenderfrequenties op­slaan zodat u deze later weer snel kunt oproe­pen. ! Voor iedere frequentieband kunnen er zes
zenders in het geheugen worden opgesla-
gen.
1 Druk op LIST.
Het scherm met voorkeuzezenders wordt weer­gegeven.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gese­lecteerde frequentie in het geheugen op te slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze­nummer te selecteren. Houd de knop inge­drukt om de frequentie op te slaan.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Druk op BAND of LIST om terug te keren naar het normale display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Gebruik van de afstandsbediening
% Wanneer u hebt afgestemd op een fre­quentie die u in het geheugen wilt op­slaan, houdt u een van de voorkeuzetoetsen 1 t/m 6 ingedrukt tot het voorkeuzenummer stopt met knippe­ren.
Het nummer dat u hebt ingedrukt, begint te knipperen in de voorkeuzenummerindicator en blijft daarna branden. De frequentie van de geselecteerde radiozender is in het geheugen opgeslagen. Wanneer u hierna op deze voorkeuzetoets drukt, wordt de opgeslagen zenderfrequentie uit het geheugen opgeroepen.
# U kunt de frequenties van radiozenders die aan voorkeuzetoetsen zijn toegewezen ook opvra­gen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen terwijl het frequentiedisplay wordt weerge­geven.
PTY-nooduitzendingen
Als de PTY-code voor noodgevallen wordt uit­gezonden, wordt deze automatisch door dit toestel ontvangen (ALARM verschijnt). Als de uitzending is beëindigd, schakelt het toestel terug naar de oorspronkelijke signaalbron. ! U kunt een noodbericht annuleren door op
TA te drukken.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
Bediening van het toestel
15
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. BSM (geheugen voor de beste zenders) REGIONAL (regionaal)LOCAL (automatisch
afstemmen op lokale zenders)PTY SEARCH (programmatypekeuze) TRAFFIC ANNOUNCE (stand-by voor verkeers­berichten)ALTERNATIVE FREQ (zoeken naar alternatieve frequenties) NEWS INTERRUPT (onderbreking door nieuwsberichten)
Opmerkingen
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het ge-
wone display.
! Als de MW/LW-band is geselecteerd, kunt u al-
leen kiezen uit BSM of LOCAL.
Frequenties van de sterkste zenders opslaan
Met de functie BSM (Best Stations Memory, geheugen voor de beste zenders) kunt u auto­matisch de zes sterkste zenders opslaan.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om BSM te selecteren in het functiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de functie BSM in te schakelen.
De zes sterkste zenders worden op basis van de signaalsterkte in volgorde opgeslagen.
# Om te annuleren drukt u nogmaals op
MULTI-CONTROL.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om LOCAL te selecteren in het functiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om automa­tisch afstemmen op lokale zenders in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch afstemmen op lokale zen­ders uit te schakelen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de gevoeligheid in te stel­len.
FM: LEVEL 1LEVEL 2LEVEL 3LEVEL 4 MW/LW: LEVEL 1LEVEL 2 Als u het niveau LEVEL 4 selecteert, wordt al­leen afgestemd op de sterkste zenders. Bij la­gere instellingen wordt ook afgestemd op zwakkere zenders.
Alternatieve frequenties kiezen
Als de tuner geen goede ontvangst kan verkrij­gen, gaat het toestel automatisch op zoek naar een andere zender in hetzelfde netwerk.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om ALTERNATIVE FREQ te selecteren in het functiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de functie AF in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze functie uit te schakelen.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie Automatisch afstemmen op lo­kale zenders kunt u het toestel laten afstem­men op zenders waarvan het signaal sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
16
Nl
Opmerkingen
! Als de functie AF is ingeschakeld, wordt bij
automatisch afstemmen of gebruik van de BSM-functie alleen afgestemd op RDS-zen­ders.
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner een nieuwe frequentie uit de AF-lijst van
de zender aan deze voorkeuzezender toewij-
zen. Er verschijnt geen voorkeuzenummer op
het display als de RDS-gegevens van de ont-
vangen zender afwijken van de oorspronkelijk
opgeslagen zender. ! Tijdens zoeken met de AF-functie kan het ge-
luid tijdelijk worden onderbroken. ! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken
Als de tuner geen geschikte zender kan vinden of als de ontvangst verslechtert, gaat het toe­stel automatisch op zoek naar een andere zen­der van hetzelfde programmatype. Tijdens het zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt het volume gedempt.
Automatische PI-zoekfunctie voor voorkeuzezenders
Het toestel kan zo worden ingesteld dat bij het oproepen van een voorkeuzezender de PI-zoek­functie automatisch wordt uitgevoerd als de zender niet kan worden ontvangen. ! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie De automatische
PI-zoekfunctie in- of uitschakelen op blad-
zijde 56.
Alleen zenders met regionale programmering zoeken
Als de functie AF is ingeschakeld, beperkt de regionale functie het zoeken tot regionale pro­grammas.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 15.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om REGIONAL te selecteren in het functieme­nu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de regio­nale functie in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze functie uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land verschillend georga­niseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld verschillen afhankelijk van de tijd, het land of het ontvangstgebied.)
! Het voorkeuzenummer kan van het display
verdwijnen als de tuner op een regionale zen­der afstemt die afwijkt van de zender die oor­spronkelijk was gekozen.
! De regionale functie kan voor elke FM-fre-
quentieband afzonderlijk worden in- of uitge­schakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met de functie TA (stand-by voor verkeersbe­richten) kunt u automatisch verkeersberichten ontvangen, ongeacht de signaalbron waarnaar u aan het luisteren bent. De functie TA kan voor zowel een TP-zender (een zender die ver­keersberichten uitzendt) als een uitgebreide TP-zender van een ander netwerk (een zender met informatie die verwijst naar andere TP­zenders) worden geactiveerd.
1 Stem af op een TP-zender of een uitge­breide TP-zender van een ander netwerk. De TP-indicator licht op.
2 Druk op TA om de functie Stand-by voor verkeersberichten in te schakelen.
# Druk nogmaals op TA om deze functie uit te schakelen.
3 U kunt het volume van de verkeersbe­richten regelen met MULTI-CONTROL wan­neer er een verkeersbericht wordt uitgezonden.
Het ingestelde volume wordt in het geheugen opgeslagen en wordt opnieuw gebruikt bij vol­gende verkeersberichten.
Bediening van het toestel
17
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
4 Druk op TA terwijl er een verkeersbe­richt wordt ontvangen als u het bericht wilt annuleren.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijk in­gestelde signaalbron maar blijft in de stand­bymodus totdat u nogmaals op TA drukt.
Opmerkingen
! U kunt deze functie ook in- en uitschakelen
via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
! Wanneer het verkeersbericht is afgelopen,
keert het systeem terug naar de oorspronkelij­ke signaalbron.
! Als de functie TA is ingeschakeld, wordt er bij
automatisch afstemmen of gebruik van de BSM-functie alleen afgestemd op TP-zenders en uitgebreide TP-zenders van een ander net­werk.
PTY-functies
U kunt PTY-informatie (programmatype-infor­matie) gebruiken om op een zender af te stem­men.
Een RDS-zender via PTY-informatie zoeken
U kunt naar bepaalde soorten uitzendingen zoeken. Zie de lijst op de volgende bladzijde.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 15.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om PTY SEARCH te selecteren in het functieme­nu.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om een programmatype te se­lecteren. NEWS/INFOPOPULARCLASSICS OTHERS
4 Druk op MULTI-CONTROL om het zoe­ken te starten.
Het toestel begint te zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uit­zendt. Als er een zender is gevonden, wordt de programmaservicenaam weergegeven. De PTY-lijst (ID-code en programmatypen) vindt u op de volgende bladzijde.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het zoeken te annuleren. # Het programma van een zender kan soms af­wijken van de informatie die door de PTY-code wordt aangegeven. # Als er geen zender gevonden wordt die een programma van het gewenste type uitzendt, wordt ongeveer twee seconden NOT FOUND op het display getoond, en keert de tuner terug naar de oorspronkelijke zender.
Onderbreking door nieuwsberichten
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezon­den door een nieuwszender met PTY-code, schakelt het toestel automatisch over naar de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is af­gelopen, schakelt het toestel terug naar het oorspronkelijke programma.
% Houd NEWS ingedrukt om de onderbre­king door nieuwsberichten in te schakelen.
Druk op NEWS tot NEWS ON op het display verschijnt.
# Om de functie Onderbreking door nieuwsbe­richten uit te schakelen, houdt u NEWS ingedrukt tot OFF op het display verschijnt. # U kunt een nieuwsbericht annuleren door op NEWS te drukken.
Opmerking
U kunt nieuwsberichten ook in- of uitschakelen via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
18
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
PTY-lijst
Algemeen Specifiek Programmatype
NEWS/INFO NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
en adviezen
SPORT Sport
WEATHER Weerberichten/meteo-
rologische informatie
FINANCE Beursberichten, han-
del, zakelijk nieuws enz.
POPULAR POP MUS Populaire muziek
ROCK MUS Eigentijdse moderne
muziek
EASY MUS Easy listening-muziek
OTH MUS Overige muziek
JAZZ Jazz
COUNTRY Countrymuziek
NAT MUS Nationale muziek
OLDIES Gouwe Ouwe
FOLK MUS Folkmuziek
CLASSICS L. CLASS Lichte klassieke mu-
ziek
CLASSIC Klassieke muziek
OTHERS EDUCATE Educatieve program-
ma’s
DRAMA Hoorspelen en series
CULTURE Nationale of regionale
cultuur
SCIENCE Natuur, wetenschap
en techniek
VARIED Licht amusement
CHILDREN Kinderprogrammas
SOCIAL Praatprogrammas
RELIGION Religieuze aangele-
genheden of diensten
PHONE IN Inbelprogrammas
TOURING Reisprogrammas; niet
voor verkeersberichten
LEISURE Hobbys en recreatie
DOCUMENT Documentaires
Bediening van het toestel
19
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Ingebouwde cd-speler
Basisbediening
1 Mapnummerindicator
Toont tijdens het afspelen van gecompri­meerde audio het mapnummer dat momen­teel wordt afgespeeld.
2 Nummerindicator fragment 3 Weergavetijd-indicator 4 Indicator bitsnelheid/bemonsteringsfrequen-
tie Toont tijdens het afspelen van gecompri­meerde audio de bitsnelheid of bemonste­ringsfrequentie van het huidige fragment (bestand).
! Bij het afspelen van WMA-bestanden
die met variabele bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt de gemiddelde bit­snelheid weergegeven.
! Bij het afspelen van MP3-bestanden die
met variabele bitsnelheid (VBR) zijn op­genomen, wordt VBR weergegeven in plaats van de bitsnelheid.
% Plaats een disc in de laadsleuf.
Het afspelen begint automatisch.
# Als u een disc plaatst, moet het label van de disc zich aan de bovenzijde bevinden.
% Een disc uitwerpen
Druk op EJECT.
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
# Mappen die geen gecomprimeerde audiobe­standen bevatten, kunnen niet geselecteerd wor­den.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
# Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u geen geluid bij vooruit- of achteruitspoelen.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd BAND ingedrukt.
# Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.
% Schakelen tussen gecomprimeerde audio en cd-da Druk op BAND.
# Deze handeling is alleen beschikbaar bij het afspelen van cd-extra- of mixed-mode-cds. # Nadat u hebt geschakeld tussen gecompri­meerde audio en cd-da, wordt het afspelen ge­start bij het eerste fragment op de disc.
Opmerkingen
! De ingebouwde cd-speler kan audio-cdsen
gecomprimeerde audio op cd-rom afspelen. (Raadpleeg bladzijde 77 voor bestanden die kunnen worden afgespeeld.)
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van discs en de speler op bladzijde 76.
! Nadat u een schijf in het toestel hebt ge-
plaatst, drukt u op SOURCE om de inge­bouwde cd-speler als signaalbron te kiezen.
! Er treedt soms enige vertraging op tussen het
starten van een disc en de geluidsweergave. Tijdens het inlezen wordt FORMAT READ op het display weergegeven.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 74.
! Bestanden worden afgespeeld in de volgorde
van de bestandsnummers. Mappen die geen bestanden bevatten worden overgeslagen. (Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.)
20
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Een fragment direct selecteren
Met de afstandsbediening kunt u een frag­ment direct selecteren door het gewenste frag­mentnummer in te voeren. ! Tijdens het afspelen van audiobestanden
kunt u in de huidige map een fragment se-
lecteren.
1 Druk op DIRECT.
Het invoerscherm voor fragmentnummers ver­schijnt.
2 Voer het gewenste fragmentnummer in met 0 tot en met 9.
# U kunt het ingevoerde nummer annuleren door op CLEAR te drukken.
3 Druk op DIRECT.
Het fragment voor het ingevoerde nummer wordt afgespeeld.
# Als u niet binnen ongeveer acht seconden een handeling uitvoert, wordt de modus voor het in­voeren van nummers automatisch geannuleerd.
De tekstinformatie van de disc weergeven
% Druk op DISP om de gewenste tekstin­formatie te selecteren.
! Cds met ingevoerde titel
Weergavetijddisctitel en weergavetijd
! Cd-text-discs
Weergavetijdnaam artiest disc en frag­menttitelnaam artiest disc en disctitel disctitel en fragmenttitelnaam artiest fragment en fragmenttitelfragmenttitel en weergavetijd
! WMA/MP3/AAC
Weergavetijdmapnaam en bestands­naamnaam artiest en fragmenttitel naam artiest en albumtitelalbumtitel en fragmenttitelfragmenttitel en weergave­tijdopmerking en weergavetijd
! WAV
Weergavetijdmapnaam en bestands­naam
Opmerkingen
! Door DISP ingedrukt te houden, kunt u de cur-
sor links van de titel plaatsen.
! Audio-cds die informatie bevatten zoals tekst
en/of getallen worden cd-text-discs genoemd.
! Als bepaalde gegevens niet op een disc zijn
vastgelegd, wordt de titel of de naam niet weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van iTunes
bruikt om MP3-bestanden op de disc vast te leggen, kan het voorkomen dat bepaalde ge­gevens niet goed worden weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-bestan­den te coderen, kan het voorkomen dat al­bumtitels en andere tekstinformatie niet goed worden weergegeven.
! Bij het afspelen van WMA-bestanden die met
variabele bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt de gemiddelde bitsnelheid weergege­ven.
! Bij het afspelen van MP3-bestanden die met
variabele bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt VBR weergegeven in plaats van de bit­snelheid.
! De bemonsteringsfrequentie die op het dis-
play wordt getoond, kan zijn afgekort.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde 58.
! Afhankelijk van de tekensets op de disc, kun-
nen Russische teksten onleesbaar zijn. Raad­pleeg Gecomprimeerde audiobestanden op disc op bladzijde 77 voor informatie over tekensets die voor Russische teksten gebruikt kunnen worden.
®
die is ge-
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmentti­tels op een cd-text-disc. U kunt één van deze ti­tels selecteren om af te spelen.
Bediening van het toestel
21
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
1 Druk op LIST om over te schakelen naar de fragmenttitellijst.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om een ander fragment te selecteren. Druk op de knop om het afspelen te starten.
# U kunt ook een andere fragmenttitel kiezen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Druk op BAND of LIST om terug te keren naar het normale display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren
In de lijst met bestandsnamen ziet u de namen van de bestanden (of mappen) en kunt u één van deze namen selecteren om af te spe­len.
1 Druk op LIST om over te schakelen naar de lijst met bestandsnamen.
De namen van de bestanden en mappen ver­schijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste bestandsnaam (of mapnaam) te se­lecteren.
Draai aan de knop om een ander bestand of een andere map te selecteren.
Als er een bestand is geselecteerd, drukt u
op de knop om het afspelen te starten.
Als er een map is geselecteerd, drukt u op
de knop om de lijst met bestanden (of map­pen) in de geselecteerde map weer te geven.
Als er een map is geselecteerd, houdt u de
knop ingedrukt om een song in de geselec­teerde map af te spelen.
# U kunt het bestand ook afspelen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen.
# U kunt een song in de geselecteerde map ook afspelen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen en ingedrukt te houden. # Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de vorige lijst (de map die een niveau hoger ligt). # Het aantal bestanden of mappen in de gese­lecteerde map wordt rechts op het display weer­gegeven. # Druk op BAND of LIST om terug te keren naar het normale display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PLAY MODE (herhaalde weergave) RANDOM MODE (willekeurige weergave) SCAN MODE (scanweergave)PAUSE
(pauze)SOUND RETRIEVER (sound retrie­ver)TITLE INPUT (disctitel invoeren)
Opmerkingen
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het ge-
wone display.
! Als de functies (met uitzondering van
TITLE INPUT) niet binnen ongeveer 30 secon­den gebruikt worden, keert het display auto­matisch terug naar het normale display.
! Als er een disc met gecomprimeerde audio of
een cd-text-disc wordt afgespeeld, kunt u het invoerscherm voor disctitels niet activeren.
22
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Een herhaalbereik selecteren
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om PLAY MODE te selecteren in het functieme­nu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het her­haalbereik te selecteren.
! DISC REPEAT – Alle fragmenten herhalen ! TRACK REPEAT – Het spelende fragment
herhalen
! FOLDER REPEAT – De huidige map herha-
len # Als u tijdens herhaalde weergave een andere map kiest, wordt het bereik voor herhaalde weer­gave gewijzigd in disc herhalen. # Als u tijdens TRACK REPEAT (fragmenten her- halen) naar fragmenten zoekt of vooruit of achter­uit spoelt, wordt het herhaalbereik gewijzigd in disc/map herhalen. # Als u FOLDER REPEAT (map herhalen) hebt geselecteerd, kunt u geen submap van die map afspelen.
Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen
Fragmenten in een geselecteerd herhaalbereik worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
% Druk op RDM om de functie Willekeu­rige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volg­orde afgespeeld.
# Druk nogmaals op RDM om de willekeurige weergave uit te schakelen.
Opmerking
U kunt deze functie ook in- en uitschakelen via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Mappen en fragmenten scannen
De functie Scanweergave zoekt naar een frag­ment binnen het geselecteerde herhaalbereik.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om SCAN MODE te selecteren in het functie­menu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de scan­weergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor­den afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment hebt ge­vonden, drukt u op MULTI-CONTROL om de scanweergave uit te schakelen.
# Als het display automatisch is teruggekeerd naar het weergavedisplay, moet u SCAN MODE opnieuw selecteren met behulp van MULTI-CONTROL. # Als het scannen van de disc (map) is voltooid, wordt de normale weergave van de fragmenten hervat.
Het afspelen onderbreken
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om PAUSE te selecteren in het functiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de pauze­functie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de pauzefunctie wilt uitschakelen.
Bediening van het toestel
23
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Sound retriever
De functie Sound retriever verbetert automa­tisch de weergave van gecomprimeerde audio en zorgt voor een vol geluid.
% Druk zo vaak als nodig op S.Rtrv om de gewenste instelling te selecteren. OFF (uit)12
# 2 heeft meer effect dan 1.
Opmerking
U kunt dit ook doen in het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Functies voor disctitels
U kunt cd-titels invoeren en deze op het dis­play laten weergeven. Als u een cd in de speler plaatst waarvoor eerder een titel is ingevoerd, verschijnt de titel op het display.
Disctitels invoeren
U kunt de invoerfunctie voor disctitels gebrui­ken om maximaal 48 cd-titels in het toestel op te slaan. Een titel kan maximaal 10 tekens lang zijn.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 22.
6 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende tekenpositie te verplaatsen.
7 Verplaats de cursor naar de laatste te­kenpositie door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen nadat u de titel hebt inge­voerd.
Als u MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts duwt, wordt de ingevoerde titel opgeslagen in het geheugen.
8 Druk op BAND om terug te keren naar het weergavedisplay.
Opmerkingen
! Disctitels blijven in het geheugen bewaard,
zelfs als de disc uit het toestel wordt verwij­derd. Als de disc weer in het toestel wordt ge­plaatst, wordt de bijbehorende titel opgeroepen.
! Nadat er gegevens voor 48 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, worden de gegevens van de oudste disc overschreven door de nieuwe disc.
! Als u een multi-cd-speler aansluit, kunt u dis-
ctitels voor maximaal 100 discs opslaan.
! Als u een multi-cd-speler aansluit die de dis-
ctitelfunctie niet ondersteunt, kunt u geen dis­ctitels in dit toestel invoeren.
2 Speel de cd af waarvoor u een titel wilt invoeren.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om TITLE INPUT te selecteren in het functieme­nu.
4 Druk op DISP en selecteer het gewenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op DISP om te schakelen tussen de volgende tekentypen: AlfabetCijfers en symbolen
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een letter uit het alfabet.
24
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Songs afspelen op de draagbare USB-audiospeler/ in het USB-geheugen
Raadpleeg Compatibiliteit met draagbare audio­spelers op bladzijde 7 voor meer informatie over ondersteunde apparaten.
Basisbediening
1 Mapnummerindicator 2 Nummerindicator fragment 3 Weergavetijd-indicator 4 Indicator bitsnelheid/bemonsteringsfrequen-
tie
! Bij het afspelen van WMA-bestanden
die met variabele bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt de gemiddelde bit­snelheid weergegeven.
! Bij het afspelen van MP3-bestanden die
met variabele bitsnelheid (VBR) zijn op­genomen, wordt VBR weergegeven in plaats van de bitsnelheid.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de aangesloten draagbare
USB-audiospeler of het geplaatste USB-ge­heugen kan het voorkomen dat dit toestel niet optimaal functioneert.
! Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.
! Als u op dit toestel een draagbare USB-audio-
speler met batterijoplaadfunctie aansluit en de contactschakelaar op ACC of ON zet, wordt de batterij opgeladen.
! U kunt op elk moment de draagbare USB-au-
diospeler/het USB-geheugen ontkoppelen als u niet langer naar de muziek wilt luisteren.
! Als een draagbare USB-audiospeler/USB-ge-
heugen op dit toestel wordt aangesloten, wordt de bron automatisch op USB ingesteld. Ontkoppel USB-apparaten die u niet gebruikt. Afhankelijk van het USB-apparaat wordt de geselecteerde bron automatisch gewijzigd als het contact wordt omgedraaid terwijl het ap­paraat aangesloten is.
Een audiobestand in de huidige map rechtstreeks selecteren
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg Een fragment direct selecteren op bladzijde 21.
Bediening van het toestel
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd BAND ingedrukt.
De tekstinformatie bij een audiobestand weergeven
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer- geven op bladzijde 21.
Opmerkingen
! Tekens in de tekst bij een audiobestand die
niet compatibel zijn met het hoofdtoestel, wor­den niet weergegeven.
! De tekstinformatie bij sommige audiobestan-
den wordt mogelijk niet correct weergegeven.
Nl
25
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg Bestanden uit de lijst met bestands- namen selecteren op bladzijde 22.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PLAY MODE (herhaalde weergave) RANDOM MODE (willekeurige weergave) SCAN MODE (scanweergave)PAUSE
(pauze)SOUND RETRIEVER (sound retrie­ver)
Functies en bediening
De bediening van de functies PLAY MODE, RANDOM MODE, SCAN MODE, PAUSE en SOUND RETRIEVER is in principe gelijk aan
de bediening van deze functies op de inge­bouwde cd-speler.
Functienaam Bediening
Raadpleeg Een herhaalbereik selecteren op bladzijde 23.
De herhaalbereiken die u kunt selecteren zijn echter verschil­lend van de ingebouwde cd­speler. De herhaalbereiken van de draagbare USB-audiospe-
PLAY MODE
RANDOM MODE
SCAN MODE
PAUSE
SOUND RETRIEVER
ler/het USB-geheugen zijn: ! TRACK REPEAT – Alleen
het huidige bestand herha­len
! FOLDER REPEAT – De hui-
dige map herhalen
! ALL REPEAT – Alle bestan-
den herhalen
Raadpleeg Fragmenten in wille- keurige volgorde afspelen op bladzijde 23.
Raadpleeg Mappen en frag- menten scannen op bladzijde
23.
Raadpleeg Het afspelen onder- breken op bladzijde 23.
Raadpleeg Sound retriever op bladzijde 24.
Opmerkingen
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het ge-
wone display.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het bereik voor her­haalde weergave gewijzigd in ALL REPEAT.
! Als u tijdens TRACK REPEAT een fragment
zoekt of vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in FOLDER REPEAT.
! Als FOLDER REPEAT is geselecteerd, kunt u
geen submap van die map afspelen.
! Wanneer het scannen van bestanden of map-
pen is voltooid, wordt de normale weergave van de bestanden hervat.
26
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Muziek op de iPod afspelen
Raadpleeg iPod®-compatibiliteit op bladzijde 7 voor meer informatie over ondersteunde iPods.
Basisbediening
1 Nummerindicator voor songs 2 Weergavetijd-indicator
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren (hoofdstuk)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
Opmerkingen
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod een
dock-connector-naar-USB-verbindingskabel vereist.
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor iPod op
bladzijde 80.
! Als er een iPod op dit toestel is aangesloten,
wordt PIONEER (of weergegeven.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 74.
! Als de contactschakelaar op ACC of ON staat,
wordt de batterij van de iPod opgeladen als de iPod op dit toestel is aangesloten.
! Terwijl de iPod op dit toestel is aangesloten,
kunt u de iPod zelf niet aan- of uitzetten.
! Verwijder de koptelefoon van de iPod voordat
u de dock connector van dit toestel op de iPod aansluit.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge­schakeld.
(vinkje)) op de iPod
Naar een song bladeren
Songs op categorie zoeken
Om het gebruik van dit toestel en het zoeken naar songs te vereenvoudigen, is ernaar ge­streefd de bediening via dit toestel zoveel mo­gelijk op de bediening via de iPod te laten lijken. ! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het aantal bestanden op de iPod.
! Tekens op de iPod die niet compatibel zijn
met dit toestel worden niet weergegeven.
1 Druk op LIST.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om een cate­gorie te selecteren.
Draai aan de knop om een andere categorie te kiezen, of druk op de knop om een categorie te selecteren.
PLAYLISTS (speellijsten)—ARTISTS (artiesten)ALBUMS (albums)SONGS (songs)
PODCASTS (podcasts)GENRES (genres) COMPOSERS (componisten)AUDIOBOOKS
(audioboeken) De lijst voor de geselecteerde categorie wordt weergegeven.
# U kunt de gewenste categorie afspelen door MULTI-CONTROL ingedrukt te houden. U kunt dit ook doen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen en ingedrukt te houden. # U kunt een andere categorie ook kiezen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # U kunt de categorie ook selecteren door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de vorige categorie. # Houd MULTI-CONTROL ingeduwd om naar de hoogste categorie te gaan. # Druk op BAND om terug te keren naar het ge- wone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
3 Herhaal stap 2 om de song te zoeken die u wilt afspelen.
Bediening van het toestel
27
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Songs op letter zoeken
1 Druk op LIST.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om een cate­gorie te selecteren.
Draai eraan de knop om een andere categorie te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
3 Druk op LIST om over te schakelen naar de alfabetische zoekfunctie.
4 Draai aan MULTI-CONTROL om de ge­wenste beginletter te selecteren.
5 Druk op MULTI-CONTROL om de lijst weer te geven.
# Als de zoekopdracht geen resultaat heeft, wordt NOT FOUND weergegeven.
Tekstinformatie op de iPod weergeven
% Druk op DISP om de gewenste tekstin­formatie te selecteren.
Weergavetijd en songnummernaam artiest en songtitelnaam artiest en albumtitelal­bumtitel en songtitelsongtitel en weergave­tijd
# Tekens op de iPod die niet compatibel zijn met dit toestel worden niet weergegeven.
Opmerkingen
! Door DISP ingedrukt te houden, kunt u de
tekstinformatie naar links laten schuiven.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde 58.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PLAY MODE (herhaalde weergave) SHUFFLE MODE (shuffle)SHUFFLE ALL (shuffle all)—LINK SEARCH (zoeken) CONTROL MODE (bedieningsmodus) PAUSE (pauze)AUDIOBOOKS (audioboek-
snelheid)SOUND RETRIEVER (sound retrie­ver)
Functies en bediening
De bediening van de functies PLAY MODE, PAUSE en SOUND RETRIEVER is in principe
gelijk aan de bediening van deze functies op de ingebouwde cd-speler.
Functienaam Bediening
Raadpleeg Een herhaalbereik selecteren op bladzijde 23.
De herhaalbereiken die u kunt selecteren zijn echter verschil­lend van de ingebouwde cd-
PLAY MODE
PAUSE
SOUND RETRIEVER
speler. De herhaalbereiken van de iPod zijn: ! REPEAT ONE – De spe-
lende song herhalen
! REPEAT ALL – Alle songs
in de geselecteerde lijst herhalen
Raadpleeg Het afspelen onder- breken op bladzijde 23.
Raadpleeg Sound retriever op bladzijde 24.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
28
Nl
Opmerkingen
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het ge-
wone display.
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
! Als CONTROL MODE ingeschakeld is, kun-
nen alleen CONTROL MODE en SOUND RETRIEVER bediend worden.
Songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle)
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om SHUFFLE MODE te selecteren in het func­tiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
! SHUFFLE SONGS – De songs in de geselec-
teerde lijst in willekeurige volgorde afspe-
len.
! SHUFFLE ALBUMS – De songs van een wil-
lekeurig album op volgorde afspelen.
! SHUFFLE OFF – Het afspelen in willekeu-
rige volgorde annuleren.
Songs uit de albumlijst van de huidige artiest selecteren
De lijst met albums van de artiest die momen­teel is geselecteerd wordt weergegeven. U kunt een album of song selecteren van de ge­selecteerde artiest. ! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het aantal bestanden op de iPod.
1 Houd LIST ingedrukt om de zoekfunctie in te schakelen.
Het zoeken naar albums van de artiest wordt gestart en de lijst wordt weergegeven.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om een album of song uit de lijst te selecteren.
Raadpleeg voor meer details over de wijze van selecteren stap 2 van Songs op categorie zoe- ken op bladzijde 27.
Opmerkingen
! Als de gekoppelde zoekopdracht geen resul-
taat heeft, wordt NOT FOUND weergegeven.
! U kunt deze functie ook inschakelen in het
menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Bediening van het toestel
Alle songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle all)
% Druk op om de functie shuffle all in te schakelen.
Alle songs op de iPod worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Om shuffle all uit te schakelen, zet u SHUFFLE MODE in het menu FUNCTION uit.
Opmerking
U kunt deze functie ook inschakelen in het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
De iPod-functie van dit toestel via de iPod bedienen
Deze functie kan niet worden gebruikt met de volgende modellen iPod. iPod nano eerste generatie (softwareversie
1.3.1)
iPod vijfde generatie (softwareversie 1.2.1)
De iPod-functie van dit toestel kan via de iPod bediend worden. Het geluid wordt via de luid­sprekers van het voertuig weergegeven en voor de bediening gebruikt u de iPod. ! Als deze functie is ingeschakeld, wordt de
iPod niet uitgeschakeld als de contactscha­kelaar wordt uitgezet. U schakelt de iPod dan uit door deze zelf uit te schakelen.
Nl
29
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
1 Houd iPod ingedrukt om de bedienings­modus te wijzigen.
# Elke keer als u iPod ingedrukt houdt, wordt de bedieningsmodus gewijzigd. # Tijdens het gebruik van deze functie worden de weergavetijd en titels niet op dit toestel weer­gegeven. # Als deze functie is ingeschakeld, blijft het mo­gelijk vanaf dit toestel naar het vorige/volgende fragment te gaan. # Tijden het gebruik van deze functie kunt u de zoekfunctie van dit toestel niet gebruiken.
2 Selecteer een song en speel deze af vanaf de aangesloten iPod.
Opmerking
U kunt deze functie ook in- en uitschakelen via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
De weergavesnelheid van een audioboek wijzigen
U kunt de weergavesnelheid van audioboeken op de iPod wijzigen.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 28.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om AUDIOBOOKS te selecteren in het functie­menu.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
Druk meerdere keren op MULTI-CONTROL tot de gewenste instelling op het display ver­schijnt.
! FASTER – Weergave is sneller dan normaal ! NORMAL – Weergave met normale snel-
heid
! SLOWER – Weergave is langzamer dan
normaal
Bluetooth-audio
Belangrijk
! Afhankelijk van de aangesloten Bluetooth-au-
diospeler is de bediening met dit toestel be­perkt tot de volgende twee niveaus: Lager niveau: Hiermee kunt u muziek op
de audiospeler alleen afspelen.
Hoger niveau: U kunt songs afspelen, se-
lecteren, pauzes inlassen, enz. (alle func­ties die in deze handleiding zijn beschreven).
! Omdat er verschillende Bluetooth-audiospe-
lers verkrijgbaar zijn, is de bediening met dit toestel afhankelijk van het type audiospeler. Raadpleeg de handleiding van de Bluetooth­audiospeler en deze handleiding bij het bedie­nen van de audiospeler op dit toestel.
! Informatie over songs (bijvoorbeeld de verstre-
ken weergavetijd, de songtitel, de songindex, enz.) kan niet op dit toestel worden weergege­ven.
! Wanneer u via de Bluetooth-audiospeler naar
muziek luistert, vermijdt u het gebruik van de mobiele telefoon het best zo veel mogelijk. Het signaal van een mobiele telefoon kan de mu­ziekweergave verstoren.
! Wanneer u een mobiele telefoon gebruikt die
met Bluetooth draadloze technologie op dit toestel is aangesloten, wordt de weergave van songs op de Bluetooth-audiospeler die op dit toestel is aangesloten gedempt.
! Als u naar muziek op de Bluetooth-audiospe-
ler luistert en naar een andere signaalbron overschakelt, wordt het afspelen niet afgebro­ken.
30
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Zelfs wanneer de audiospeler geen Bluetooth module heeft, kunt u die toch vanaf dit toestel bedienen via Bluetooth draadloze technologie met behulp van een Bluetooth adapter (los ver­krijgbaar).
1 Naam van het apparaat
Toont de apparaatnaam van de aangesloten Bluetooth-audiospeler (of Bluetooth-adapter).
Verbinding maken met een Bluetooth-audiospeler
! Bij sommige audiospelers moet u eerst de
pincode in dit toestel moet invoeren voor­dat u deze kunt gebruiken. De pincode voor uw speler vindt u op de speler zelf of in de bijgeleverde documentatie. Raadpleeg De
pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 59.
Verbinding maken vanaf een Bluetooth-audiospeler
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer CONNECTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren.
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer BT AUDIO DEVICE.
# Als de verbinding al in het toestel geregi­streerd is, kunt u het Bluetooth-apparaat in PAIRED DEVICE selecteren. Raadpleeg Verbinding maken met een gepairde Bluetooth-audiospeler.
4 Selecteer een groep met MULTI-CONTROL.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om een groep te selecteren. NOKIA (Nokia)STANDARD (standaard)
# Normaal gesproken selecteert u STANDARD. Selecteer NOKIA om een Nokia-apparaat met dit toestel te pairen. # Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om een groepsnaam of ID weer te geven.
5 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin­ding te openen. READY wordt weergegeven.
Het toestel is nu gereed om verbinding te maken met een Bluetooth-audiospeler.
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de apparaatnaam, het Bluetooth-apparaata­dres (BD-adres) en de pincode van dit toestel weer te geven.
6 Maak de verbinding vanaf de Blue­tooth-audiospeler.
De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin­stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op blad­zijde 59. Tijdens de verbindingsopbouw wordt CONNECTING weergegeven. Als de verbin­ding is gemaakt, wordt CONNECTED weerge­geven.
# Als de verbinding mislukt, wordt ERROR weer- gegeven. Probeer het in dat geval opnieuw.
Verbinding maken met een gepairde Bluetooth-audiospeler
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer CONNECTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren.
Bediening van het toestel
31
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer PAIRED DEVICE.
De naam van het gepairde apparaat wordt weergegeven.
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de apparaatnaam, het Bluetooth-apparaata­dres (BD-adres), de groepsnaam en het groeps­ID-nummer weer te geven.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin­ding tot stand te brengen.
# Tijdens de verbindingsopbouw knippert
CONNECTING. Als de verbinding is gemaakt, wordt CONNECTED weergegeven. # Als de verbinding mislukt, wordt ERROR weer- gegeven. Probeer het in dat geval opnieuw.
De verbinding met een Bluetooth-audiospeler verbreken
Deze functie kan alleen worden gebruikt als er een Bluetooth-verbinding bestaat.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer CONNECTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren.
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer DISCONNECT AUDIO.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de Blue­tooth-verbinding te verbreken.
Basisbediening
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
Opmerking
Zelfs wanneer de audiospeler geen Bluetooth-mo­dule heeft, kunt u die toch vanaf dit toestel bedie­nen via Bluetooth draadloze technologie. Als u met dit toestel een audiospeler wilt bedienen, sluit dan op de audiospeler een product aan dat is uitgerust met Bluetooth draadloze technologie (in de winkel verkrijgbaar).
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PLAY (weergeven)STOP (stoppen)PAUSE
(pauzeren)AUTO CONNECT (instelling auto­matisch verbinden)DEVICE INFO (apparaat­gegevens)
Opmerkingen
! Als er nog geen Bluetooth-audiospeler op dit
toestel is aangesloten, verschijnen AUTO CONNECT en DEVICE INFO in het functiemenu en zijn de overige functies niet beschikbaar.
! Als een Bluetooth-audiospeler via het A2DP-
profiel (Advanced Audio Distribution Profile) is aangesloten, verschijnen alleen AUTO CONNECT en DEVICE INFO in het functiemenu.
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het ge-
wone display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
32
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Functies en bediening
De werking van PAUSE is zoals bij de inge­bouwde cd-speler.
Functienaam Bediening
PAUSE
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Muziek afspelen op een Bluetooth-audiospeler
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om PLAY te selecteren in het functiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het afspe­len te starten.
Het afspelen stoppen
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om STOP te selecteren in het functiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het afspe­len te stoppen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om automa­tisch verbinding maken in te schakelen.
Als de Bluetooth-audiospeler gereed is voor de Bluetooth draadloze verbinding, wordt de ver­binding met dit toestel automatisch tot stand gebracht.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch verbinden uit te schakelen. # Als deze functie is uitgeschakeld, worden de apparaatgegevens van eerder aangesloten Blue­tooth-audiospelers gewist.
Het BD-adres (Bluetooth­apparaatadres) weergeven
Dit toestel kan het eigen Bluetooth-apparaata­dres weergeven.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om DEVICE INFO te selecteren in het functie­menu.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links om naar het BD-adres om te schakelen.
De hexadecimale tekenreeks van 12 cijfers wordt weergegeven.
# Duw MULTI-CONTROL naar rechts om terug te keren naar de naam van het apparaat.
Bediening van het toestel
Automatisch verbinding maken met een Bluetooth-audiospeler
! Standaard is deze functie ingeschakeld.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om AUTO CONNECT te selecteren in het func­tiemenu.
33
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Bluetooth-telefoon
Belangrijk
! Als u dit toestel gebruikt in combinatie met
een mobiele telefoon met Bluetooth draadloze technologie terwijl de motor niet draait, kan de accu leeg raken.
! Handelingen die uw aandacht vereisen zoals
het kiezen van nummers op het display, het gebruik van het telefoonboek, enz. zijn niet toegelaten tijdens het rijden. Als u dergelijke handelingen wilt uitvoeren, dient u het voer­tuig eerst veilig te parkeren.
1 Naam van het apparaat
Toont de apparaatnaam van de mobiele tele­foon.
2 Nummerindicator gebruiker
Deze toont het registratienummer van de mo­biele telefoon.
3 Klokweergave
Toont de tijd (als het toestel is aangesloten op een telefoon).
4 Kalenderweergave
Toont de dag, de maand en het jaar (als het toestel is aangesloten op een telefoon).
Het toestel instellen voor handsfree telefoneren
Voordat u de functie voor handsfree telefone­ren kunt gebruiken, moet u een aantal instel­lingen op dit toestel opgeven. U dient een Bluetooth draadloze verbinding tussen dit toe­stel en de telefoon te maken, de telefoon met dit toestel te pairen, en het volumeniveau aan te passen.
1 Verbinden
Raadpleeg Verbinding maken/verbreken met een mobiele telefoon op bladzijde 36 voor meer
informatie over het aansluiten van een tele­foon op dit toestel via Bluetooth draadloze technologie.
2 Pairen
Het pairen wordt gewoonlijk automatisch uit­gevoerd tijdens de verbindingsopbouw. U moet dit alleen handmatig doen als de tele­foon slechts tijdelijk is verbonden. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze technologie, raden we aan de telefoon met dit toestel te pairen. Raadpleeg Een aangesloten mobiele telefoon pairen op bladzijde 38 voor informatie over het pairen van een tijdelijk aangesloten telefoon.
3 Volume instellen
Stel het volume van de mobiele telefoon naar wens in. Het volume dat u nu instelt wordt in dit toestel als standaardinstelling in het ge­heugen opgeslagen.
# Het gespreksvolume en het volume van het belsignaal zijn afhankelijk van het type mobiele telefoon dat u gebruikt. # Als het volume van het belsignaal en het ge­spreksvolume erg verschillen, kan het algemene volumeniveau onstabiel worden. # Controleer of het volume van de mobiele tele­foon op het gewenste niveau staat voordat u de telefoon van dit toestel loskoppelt. Als het volume van de mobiele telefoon is gedempt (op nul staat), blijft het gedempt zelfs nadat de telefoon is losgekoppeld.
Opmerkingen
! De equalizercurve voor telefoongebruik kan
niet worden gewijzigd.
! Als de telefoon als bron is geselecteerd, kan
alleen de FADER/BALANCE (balansinstelling) in het audiomenu bediend worden.
! Als de telefoon als bron wordt geselecteerd,
wordt de beginwaarde van de fader op F15 gezet.
34
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Verbinding maken en pairen
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer CONNECTION met MULTI-CONTROL.
Het verbindingsmenu wordt weergegeven. Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PAIRED PHONE (gepairde telefoon) BT HANDS FREE (nieuwe telefoon) SET PHONE (telefoon registreren) DISCONNECT PHONE (verbinding verbreken) DELETE PHONE (telefoon verwijderen)
Als de telefoon niet verbonden en niet ge­paird is
De volgende functie kan worden gebruikt.
! BT HANDS FREE (nieuwe telefoon)
Als de telefoon niet verbonden maar wel gepaird is
De volgende functies kunnen worden ge­bruikt.
! PAIRED PHONE (telefoon handmatig pai-
ren)
! BT HANDS FREE (nieuwe telefoon) ! DELETE PHONE (telefoon verwijderen)
Als de telefoon verbonden maar niet ge­paird is
De volgende functies kunnen worden ge­bruikt.
! SET PHONE (telefoon registreren) ! DISCONNECT PHONE (verbinding verbre-
ken)
! DELETE PHONE (telefoon verwijderen)
Als de telefoon verbonden en gepaird is
De volgende functies kunnen worden ge­bruikt.
! DISCONNECT PHONE (verbinding verbre-
ken)
! DELETE PHONE (telefoon verwijderen)
Verbinding maken/verbreken met een mobiele telefoon
Verbinding maken vanaf een mobiele telefoon
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Verbinding maken en pairen op deze bladzijde.
2 Selecteer BT HANDS FREE met MULTI-CONTROL.
3 Selecteer een groep met MULTI-CONTROL.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om een groep te selecteren. NOKIA (Nokia)STANDARD (standaard)
# Normaal gesproken selecteert u STANDARD. Selecteer NOKIA om een Nokia-apparaat met dit toestel te pairen. # Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om een groepsnaam of ID weer te geven.
4 Druk op MULTI-CONTROL en schakel over naar PAIR FROM PHONE.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om over te schakelen tussen PAIR FROM PHONE en SEARCH DEVICE.
5 Selecteer PAIR FROM PHONE en druk op MULTI-CONTROL om aan te geven dat het toestel gereed is om gepaird te wor­den. READY wordt weergegeven.
6 Maak de verbinding vanaf de mobiele telefoon.
De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin­stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op blad­zijde 59. Tijdens de verbindingsopbouw wordt CONNECTING weergegeven. Als de verbin­ding is gemaakt, wordt COMPLETED weerge­geven.
Bediening van het toestel
35
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Nadat de verbinding is gemaakt, schakelt dit toestel automatisch over naar het display PH.BOOK DL (telefoonboek downloaden be­vestigen).
# Als de verbinding mislukt, wordt ERROR weer- gegeven. Controleer de mobiele telefoon en pro­beer het opnieuw. # Als er al drie mobiele telefoons gepaird zijn, wordt een display weergegeven waarop u kunt aangeven hoe het toestel gepaird moet worden. Selecteer hoe de nieuwe telefoon gepaird wordt. De nieuwe gepairde telefoon overschrijft de vo­rige telefoon met dezelfde toewijzing. De selectie wordt gemaakt zoals in stap 3 en 4 van Een aan- gesloten mobiele telefoon pairen op bladzijde 38, behalve voor de volgende handeling.
! Overschakelen tussen het Bluetooth-appa-
raatadres en de apparaatnaam
7 Geef met MULTI-CONTROL aan of u het telefoonboek van de mobiele telefoon wel of niet wilt downloaden.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts en selecteer NO (nee) of YES (ja). Druk op MULTI-CONTROL om te bevestigen. Als u YES selecteert, schakelt dit toestel over naar PH BOOK DOWNLOAD en begint het downloaden automatisch. Na voltooiing wordt DATA DOWNLOADED weergegeven. Onder bepaalde omstandigheden schakelt dit toestel over naar PH BOOK TRANSFER. Raad­pleeg in dat geval stap 4 in Items naar het tele- foonboek overzetten op bladzijde 46.
# Als u NO selecteert, keert het display terug naar de normale weergave.
Verbinding maken vanaf dit toestel
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Verbinding maken en pairen op de vorige bladzijde.
2 Selecteer BT HANDS FREE met MULTI-CONTROL.
3 Selecteer een groep met MULTI-CONTROL.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om een groep te selecteren. NOKIA (Nokia)STANDARD (standaard)
# Normaal gesproken selecteert u STANDARD. Selecteer NOKIA om een Nokia-apparaat met dit toestel te pairen. # Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om een groepsnaam of ID weer te geven.
4 Druk op MULTI-CONTROL en schakel over naar PAIR FROM PHONE.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om over te schakelen tussen PAIR FROM PHONE en SEARCH DEVICE.
5 Selecteer SEARCH DEVICE en druk op MULTI-CONTROL om het zoeken te starten.
Tijdens het zoeken wordt SEARCHING weerge­geven.
# Als dit toestel geen beschikbare mobiele tele­foons vindt, wordt NOT FOUND weergegeven.
6 Gebruik MULTI-CONTROL om een appa­raat te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de naam te selecteren van het apparaat waar­mee u verbinding wilt maken. Druk op MULTI-CONTROL om een apparaat­naam te selecteren.
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om over te schakelen tussen het Bluetooth-appa­raatadres (BD-adres) en de apparaatnaam.
7 Maak de verbinding vanaf de mobiele telefoon.
De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin­stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op blad­zijde 59. Tijdens de verbindingsopbouw wordt CONNECTING weergegeven. Als de verbin­ding is gemaakt, wordt COMPLETED weerge­geven.
36
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Nadat de verbinding is gemaakt, schakelt dit toestel automatisch over naar het display PH.BOOK DL (telefoonboek downloaden be­vestigen).
# Als de verbinding mislukt, wordt ERROR weer- gegeven. Controleer de mobiele telefoon en pro­beer het opnieuw. # Als er al drie mobiele telefoons gepaird zijn, wordt een display weergegeven waarop u kunt aangeven hoe het toestel gepaird moet worden. Selecteer hoe de nieuwe telefoon gepaird wordt. De nieuwe gepairde telefoon overschrijft de vo­rige telefoon met dezelfde toewijzing. De selectie wordt gemaakt zoals in stap 3 en 4 van Een aan- gesloten mobiele telefoon pairen op de volgende bladzijde, behalve voor de volgende handeling.
! Overschakelen tussen het Bluetooth-appa-
raatadres en de apparaatnaam
8 Geef met MULTI-CONTROL aan of u het telefoonboek van de mobiele telefoon wel of niet wilt downloaden.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts en selecteer NO (nee) of YES (ja). Druk op MULTI-CONTROL om te bevestigen. Als u YES selecteert, schakelt dit toestel over naar PH BOOK DOWNLOAD en begint het downloaden automatisch. Na voltooiing wordt DATA DOWNLOADED weergegeven. Onder bepaalde omstandigheden schakelt dit toestel over naar PH BOOK TRANSFER. Raad­pleeg in dat geval stap 4 in Items naar het tele- foonboek overzetten op bladzijde 46.
# Als u NO selecteert, keert het display terug naar de normale weergave.
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om het Bluetooth-apparaatadres (BD-adres), de groep en het ID-nummer weer te geven.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin­ding te maken.
De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin­stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op blad­zijde 59. Tijdens de verbindingsopbouw wordt CONNECTING weergegeven. Als de verbin­ding is gemaakt, wordt CONNECTED weerge­geven. Nadat de verbinding is gemaakt, schakelt dit toestel automatisch over naar het display PH.BOOK DL (telefoonboek downloaden be­vestigen).
# Als de verbinding mislukt, wordt ERROR weer- gegeven. Controleer de mobiele telefoon en pro­beer het opnieuw.
4 Geef met MULTI-CONTROL aan of u het telefoonboek van de mobiele telefoon wel of niet wilt downloaden.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts en selecteer NO (nee) of YES (ja). Druk op MULTI-CONTROL om te bevestigen. Als u YES selecteert, schakelt dit toestel over naar PH BOOK DOWNLOAD en begint het downloaden automatisch. Na voltooiing wordt DATA DOWNLOADED weergegeven.
# Als u NO selecteert, keert het display terug naar de normale weergave.
Bediening van het toestel
Verbinding maken met een gepairde mobiele telefoon
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Verbinding maken en pairen op bladzijde 35.
2 Draai MULTI-CONTROL en selecteer PAIRED PHONE.
# Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de gewenste telefoon te selecteren.
De verbinding met een mobiele telefoon verbreken
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Verbinding maken en pairen op bladzijde 35.
2 Selecteer DISCONNECT PHONE met MULTI-CONTROL.
37
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
3 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin­ding met de mobiele telefoon te verbre­ken.
Als de verbinding is verbroken, wordt DISCONNECTED weergegeven.
Een aangesloten mobiele telefoon pairen
Het pairen wordt gewoonlijk automatisch uitge­voerd tijdens de verbindingsopbouw. U moet dit alleen handmatig doen als de telefoon slechts tijdelijk is verbonden. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze technologie, raden we aan de telefoon met dit toestel te pairen.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Verbinding maken en pairen op bladzijde 35.
2 Selecteer SET PHONE met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer onder welke toewijzing de telefoon gepaird wordt. P1 (telefoon gebruiker 1)P2 (telefoon gebrui- ker 2)—P3 (telefoon gebruiker 3)
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om over te schakelen tussen het Bluetooth-appa­raatadres (BD-adres) en de apparaatnaam. # Als onder het geselecteerde nummer al een telefoon is geregistreerd, wordt de oude telefoon door de nieuwe overschreven. # Als u een registratienummer selecteert, kunt u zien of er al een telefoon onder dat nummer is gepaird. Als het nummer ongebruikt is, wordt
NO DATA weergegeven.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de aange­sloten telefoon te pairen.
Als het pairen is voltooid, wordt COMPLETED weergegeven.
# Als het pairen is mislukt, wordt REGISTER ERROR weergegeven. Ga in dit geval terug naar stap 1 en probeer het opnieuw.
Een gepairde telefoon verwijderen
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Verbinding maken en pairen op bladzijde 35.
2 Selecteer DELETE PHONE met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer onder welke toewijzing de telefoon gepaird wordt. P1 (telefoon gebruiker 1)P2 (telefoon gebrui- ker 2)—P3 (telefoon gebruiker 3)
# Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om over te schakelen tussen het Bluetooth-appa­raatadres (BD-adres) en de apparaatnaam. # Als een registratienummer leeg is, verschijnt NO DATA op het display en is de handeling niet mogelijk.
4 Als de apparaatnaam wordt weergege­ven, duwt u MULTI-CONTROL naar rechts en selecteert u DELETE YES. DELETE YES wordt weergegeven. Het toestel
is nu gereed om de telefoon te verwijderen.
# Als u de telefoon niet wilt verwijderen, duwt u MULTI-CONTROL naar links. Het display keert terug naar de normale weergave.
5 Druk op MULTI-CONTROL om de tele­foon te verwijderen.
Nadat u de telefoon hebt verwijderd, wordt DELETED weergegeven.
Een telefoongesprek voeren
Kies een telefoonnummer
De eenvoudigste manier is het handmatig in­voeren van het telefoonnummer. Zie Iemand opbellen door het telefoonnummer in te voeren op bladzijde 48 voor meer informa­tie.
Een nummer uit het telefoonboek of de gespreksgeschiedenis bellen
Zie Een nummer uit het telefoonboek bellen op bladzijde 41 en De gespreksgeschiedenis op bladzijde 40 voor meer informatie.
38
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Voorkeuzenummer
Nummers die u regelmatig belt kunt u als voorkeuzenummer instellen zodat u ze snel kunt kiezen. Zie Voorkeuzenummers op bladzijde 43 voor in­formatie over hoe u een nummer als voorkeu­zenummer kunt instellen.
Spraakherkenning
Als uw mobiele telefoon is voorzien van spraakherkenningstechnologie, kunt u een nummer kiezen door middel van stemopdrach­ten. ! De bediening is afhankelijk van het type te-
lefoon. Raadpleeg de handleiding van de mobiele telefoon voor meer informatie.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als de
verbinding via het profiel HFP (Hands Free Profile) tot stand is gebracht.
1 Houd BAND ingedrukt tot VOICE DIAL op het display verschijnt.
Als VOICE DIAL ON wordt weergegeven, is de functie Spraakherkenning beschikbaar.
# Als de mobiele telefoon spraakherkenning niet ondersteunt, verschijnt NO VOICE DIAL op het display en kunt u deze functie niet gebruiken.
2 Noem de naam van de gewenste con­tactpersoon.
Een telefoongesprek aannemen
Een inkomend gesprek beantwoorden of weigeren
% Een inkomend gesprek beantwoorden
Druk op MULTI-CONTROL als er een gesprek binnenkomt.
# U kunt een gesprek ook aannemen door op de afstandsbediening op OFF HOOK te drukken.
% Een telefoongesprek beëindigen
Druk op
# U kunt een gesprek ook beëindigen door op de afstandsbediening op ON HOOK te drukken.
% Een inkomend gesprek weigeren
Druk op
.
als er een gesprek binnenkomt.
# U kunt een inkomend gesprek ook weigeren door op de afstandsbediening op ON HOOK te drukken.
% Een gesprek in de wachtstand plaatsen
Druk tijdens het gesprek op MUTE.
Opmerkingen
! Druk tijdens het gesprek op MULTI-CONTROL
om over te schakelen naar ECHO CANCEL of
FUNCTION. Raadpleeg Echo- en ruisonder- drukking op bladzijde 47 voor meer details
over ECHO CANCEL.
! De geschatte gespreksduur verschijnt op het
display (deze kan enigszins afwijken van de werkelijke gespreksduur).
Mogelijkheden voor een gesprek in de wachtstand
% Een gesprek in de wachtstand beant­woorden
Druk op MULTI-CONTROL als er een gesprek binnenkomt.
# U kunt een gesprek in de wachtstand ook be­antwoorden door op de afstandsbediening op OFF HOOK te drukken.
% Alle gesprekken beëindigen
Druk op
# U kunt alle gesprekken ook beëindigen door op de afstandsbediening op ON HOOK te druk­ken.
.
% Schakelen tussen de bellers die in de wachtstand staan Druk op MULTI-CONTROL.
# U kunt ook overschakelen tussen bellers in de wachtstand door op de afstandsbediening op OFF HOOK te drukken.
% Gesprekken in de wachtstand weigeren
Druk op
# U kunt gesprekken in de wachtstand ook wei­geren door op de afstandsbediening op ON HOOK te drukken.
.
Bediening van het toestel
39
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Opmerking
Om het gesprek te beëindigen, moeten zowel u als de persoon waarmee u sprak de telefoon op­hangen.
De telefoonlijst
Belangrijk
Voordat u deze lijst gebruikt, moet u het voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
% Druk op LIST om de lijst weer te geven.
Druk herhaaldelijk op LIST om tussen de vol­gende lijsten te schakelen:
RECENT CALLS (gespreksgeschiedenis) PHONE BOOK (telefoonboek)DIAL PRESET
(voorkeuzenummers)
! Raadpleeg De gespreksgeschiedenis op
deze bladzijde voor meer informatie over de gespreksgeschiedenis.
! Zie Het telefoonboek op de volgende blad-
zijde voor meer informatie over het telefoon­boek.
! Zie Voorkeuzenummers op bladzijde 43 voor
meer informatie over voorkeuzenummers.
# Als er in de geselecteerde lijst geen telefoon­nummers zijn opgeslagen, wordt NO DATA weer- gegeven.
De gespreksgeschiedenis
De gespreksgeschiedenis is een overzicht van de 20 meest recent gekozen, ontvangen en ge­miste gesprekken. U kunt de gespreksgeschie­denis doorbladeren en vanuit de gespreksgeschiedenis nummers bellen.
1 Druk op LIST om RECENT CALLS (ge­spreksgeschiedenis) weer te geven.
Raadpleeg De telefoonlijst op deze bladzijde.
2 Draai MULTI-CONTROL om een tele­foonnummer te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL om door de telefoon­nummers in de lijst te bladeren.
# Als het nummer al in het telefoonboek staat, wordt de bijbehorende naam weergegeven.
# U kunt het telefoonnummer ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de gede­tailleerde lijst weer te geven.
In de gedetailleerde lijst worden de naam, het telefoonnummer en de datum weergegeven.
# U kunt de gedetailleerde lijst ook weergeven door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # U kunt tekstinformatie door het display laten schuiven door DISP ingedrukt te houden. # Door MULTI-CONTROL te draaien, gaat u naar het vorige of volgende telefoonnummer in de gedetailleerde lijst. # Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een handeling uitvoert, wordt de lijstweergave auto­matisch geannuleerd.
4 Druk op MULTI-CONTROL om het num­mer te bellen.
# In de lijst met telefoonnummers kunt u een + toevoegen of verwijderen door MULTI-CONTROL ingedrukt te houden.
5 Druk op om het gesprek te beëindi­gen.
Het telefoonboek
Het telefoonboek kan gebruikt worden nadat het is gereedgemaakt. Raadpleeg Het telefoon- boek van de mobiele telefoon downloaden op bladzijde 46 en Items naar het telefoonboek overzetten op bladzijde 46 over het voorberei­den van het telefoonboek.
Een nummer uit het telefoonboek bellen
Nadat u in het telefoonboek het gewenste nummer hebt gevonden, kunt u dat nummer selecteren en bellen.
1 Druk op LIST om PHONE BOOK (tele­foonboek) weer te geven. ABC SEARCH verschijnt op het display.
Raadpleeg De telefoonlijst op deze bladzijde.
40
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
2 Draai aan MULTI-CONTROL om de eerste letter te selecteren van de naam die u zoekt.
# U kunt deze bediening ook uitvoeren door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om items weer te geven.
Het display toont de eerste drie items in het te­lefoonboek die met de geselecteerde letter be­ginnen (bijvoorbeeld Barbara, Barten Benwanneer Bwordt geselecteerd).
4 Selecteer de persoon die u wilt bellen door MULTI-CONTROL te draaien.
# U kunt deze bediening ook uitvoeren door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
5 Druk op MULTI-CONTROL om de tele­foonnummers bij de geselecteerde persoon weer te geven.
# U kunt de telefoonnummers bij de geselec­teerde persoon ook weergeven door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # U kunt tekstinformatie door het display laten schuiven door DISP ingedrukt te houden. # Als er meerdere telefoonnummers onder een item zijn opgeslagen, kunt u het gewenste num­mer selecteren door MULTI-CONTROL te draai­en. # Als u een ander item uit het telefoonboek wilt selecteren, duwt u MULTI-CONTROL naar links.
6 Druk op MULTI-CONTROL om het num­mer te bellen.
7 Druk op
om het gesprek te beëindi-
gen.
Telefoonnummers wijzigen
U kunt de nummers van de personen in het te­lefoonboek wijzigen.
1 Geef de lijst met telefoonnummers weer van de gewenste persoon in het tele­foonboek.
Zie de stappen 1 tot en met 5 in Een nummer uit het telefoonboek bellen op de vorige blad-
zijde voor meer informatie hierover.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om het scherm voor bewerkingen weer te geven.
3 Draai MULTI-CONTROL om EDIT NUMBER (scherm voor nummerwijzi­ging) weer te geven.
Door te draaien aan MULTI-CONTROL selec­teert u de verschillende invoerschermen in on­derstaande volgorde:
EDIT NUMBER (nummer wijzigen) EDIT GENRE (categorie wijzigen) CLEAR MEMORY (geheugen wissen)
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor te verplaatsen naar het nummer dat u wilt wijzigen.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om nummers te wijzigen.
Herhaal deze stappen totdat u alle wijzigingen hebt gemaakt.
# Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om + aan het telefoonnummer toe te voegen of te verwijde­ren.
6 Druk op MULTI-CONTROL om het nieu­we nummer op te slaan.
Als het nieuwe nummer is opgeslagen, keert het display terug naar de lijstweergave.
Telefoonnummers categoriseren
Als het telefoonboek veel items bevat, kan het handig zijn om deze in categorieën in te delen om het zoeken te vereenvoudigen. Er zijn vier categorieën beschikbaar: HOME, MOBILE,
OFFICE en OTHERS.
1 Geef de lijst met telefoonnummers weer van de gewenste persoon in het tele­foonboek.
Zie de stappen 1 tot en met 5 in Een nummer uit het telefoonboek bellen op de vorige blad-
zijde voor meer informatie hierover.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om het scherm voor bewerkingen weer te geven.
Bediening van het toestel
41
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
3 Draai MULTI-CONTROL om EDIT GENRE (scherm voor categoriewijziging) weer te geven.
Door te draaien aan MULTI-CONTROL selec­teert u de verschillende invoerschermen in on­derstaande volgorde:
EDIT NUMBER (nummer wijzigen) EDIT GENRE (categorie wijzigen) CLEAR MEMORY (geheugen wissen)
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een categorie.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog­of omlaagduwt, worden de categorieën in on­derstaande volgorde geselecteerd: HOME (privé)MOBILE (mobiel)OFFICE (kantoor)OTHERS (overige)
5 Druk op MULTI-CONTROL om een cate­gorie aan het telefoonnummer toe te wij­zen.
De geselecteerde categorie wordt toegewezen aan het telefoonnummer en het display keert terug naar de lijstweergave.
Een item uit het telefoonboek wissen
1 Geef de lijst met telefoonnummers weer van de gewenste persoon in het tele­foonboek.
Zie de stappen 1 tot en met 5 in Een nummer uit het telefoonboek bellen op bladzijde 40 voor
meer informatie hierover.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om het scherm voor bewerkingen weer te geven.
3 Draai MULTI-CONTROL om CLEAR MEMORY (scherm voor geheugen wissen) weer te geven.
Door te draaien aan MULTI-CONTROL selec­teert u de verschillende invoerschermen in on­derstaande volgorde:
EDIT NUMBER (nummer wijzigen) EDIT GENRE (categorie wijzigen) CLEAR MEMORY (geheugen wissen)
4 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om het bevestigingsscherm weer te geven. CLEAR MEMORY: YES wordt weergegeven.
# Als u het geselecteerde onderdeel niet wilt wissen, duwt u MULTI-CONTROL naar links. Het display keert terug naar de normale weergave.
42
5 Druk op MULTI-CONTROL om het item uit het telefoonboek te verwijderen.
Het item is uit het telefoonboek verwijderd en CLEARED wordt weergegeven. Het display keert terug naar de invoerlijst van het telefoon­boek.
Voorkeuzenummers
Nummers die u regelmatig belt kunt u als voorkeuzenummer instellen zodat u ze snel kunt kiezen.
Voorkeuzenummers toewijzen
1 Druk op LIST om DIAL PRESET (lijst met voorkeuzenummers) weer te geven.
Raadpleeg De telefoonlijst op bladzijde 40.
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
2 Draai aan MULTI-CONTROL om een voorkeuzenummer te selecteren. U kunt een voorkeuzenummer tussen P1 en P10 selecteren.
# U kunt het telefoonnummer ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het voor­keuzenummer te selecteren waaraan u een telefoonnummer wilt toewijzen.
4 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om MEMORY weer te geven.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om over te schakelen tussen MEMORY (geheu­gen) en DELETE (verwijderen).
# Als aan het geselecteerde voorkeuzenummer al een telefoonnummer is toegewezen, wordt het oude nummer door het nieuwe overschreven. # Raadpleeg Voorkeuzenummers verwijderen op de volgende bladzijde voor meer details over het verwijderen.
5 Selecteer MEMORY en druk op MULTI-CONTROL om het telefoonboek weer te geven.
6 Draai aan MULTI-CONTROL om de eerste letter te selecteren van de naam die u zoekt.
# U kunt deze bediening ook uitvoeren door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
7 Druk op MULTI-CONTROL om items weer te geven.
Het display toont de eerste drie items in het te­lefoonboek die met de geselecteerde letter be­ginnen (bijvoorbeeld Barbara, Barten Benwanneer Bwordt geselecteerd).
8 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer de persoon die u aan de voorkeuzelijst wilt toevoegen.
# U kunt deze bediening ook uitvoeren door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
9 Druk op MULTI-CONTROL om de tele­foonnummers bij de geselecteerde persoon weer te geven.
# U kunt de telefoonnummers bij de geselec­teerde persoon ook weergeven door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # Als er meerdere telefoonnummers onder een item zijn opgeslagen, kunt u het gewenste num­mer selecteren door MULTI-CONTROL te draai­en. # U kunt tekstinformatie door het display laten schuiven door DISP ingedrukt te houden. # Als u een ander item uit het telefoonboek wilt selecteren, duwt u MULTI-CONTROL naar links.
10 Druk op MULTI-CONTROL om het tele­foonnummer in de voorkeuzelijst op te slaan.
Voorkeuzenummers verwijderen
1 Druk op LIST om DIAL PRESET (lijst met voorkeuzenummers) weer te geven.
Raadpleeg De telefoonlijst op bladzijde 40.
2 Draai aan MULTI-CONTROL om een voorkeuzenummer te selecteren.
# U kunt het voorkeuzenummer ook wijzigen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het voor­keuzenummer te selecteren dat u wilt ver­wijderen.
4 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om MEMORY weer te geven.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om over te schakelen tussen MEMORY (geheu­gen) en DELETE (verwijderen).
# Zie Voorkeuzenummers toewijzen op de vorige bladzijde voor meer informatie over het toewijzen van nummers.
5 Selecteer DELETE en druk op MULTI-CONTROL om het voorkeuzenum­mer te verwijderen.
Bediening van het toestel
43
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Een nummer uit de voorkeuzelijst bellen
U kunt eenvoudig een nummer in de voorkeu­zelijst selecteren en bellen.
1 Druk op LIST om DIAL PRESET (lijst met voorkeuzenummers) weer te geven.
Raadpleeg De telefoonlijst op bladzijde 40.
2 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer het telefoonnummer.
# U kunt het telefoonnummer ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het num­mer te bellen.
4 Druk op gen.
om het gesprek te beëindi-
Voorkeuzenummers toewijzen met
MULTI-CONTROL
1 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en kies een voorkeuzenummer.
2 Voer stap 4 tot en met 10 uit van Voor- keuzenummers toewijzen op bladzijde 42.
Voorkeuzenummers toewijzen met de afstandsbediening
1 Druk op de duimknop en geef RECENT CALLS (gespreksgeschiedenis) weer.
2 Duw de duimknop omhoog of omlaag en selecteer het telefoonnummer.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het num­mer te bellen.
3 Druk op gen.
om het gesprek te beëindi-
Een nummer uit de voorkeuzelijst bellen met de afstandsbediening
1 Duw de duimknop omhoog of omlaag en selecteer het voorkeuzenummer.
# U kunt een voorkeuzenummer ook oproepen door op de bijbehorende knop tussen 0 en 9 te drukken.
2 Druk op de duimknop om het nummer te bellen.
# U kunt ook OFF HOOK drukken om het num- mer te bellen.
3 Druk op ON HOOK om het gesprek te beëindigen.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Het functiemenu wordt weergegeven. Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren.
3 Houd een nummer tussen 0 en 9 inge­drukt om het nummer als voorkeuzenum­mer op te slaan. Voorkeuzenummer 10 is toegewezen aan 0.
Een nummer uit de voorkeuzelijst bellen met MULTI-CONTROL
1 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en kies een voorkeuzenummer.
44
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PH BOOK DOWNLOAD (telefoonboek down-
loaden)PH BOOK TRANSFER (telefoonboek overzetten)AUTO CONNECT (instelling voor automatisch verbinden)AUTO ANSWER (in­stelling voor automatisch beantwoorden)
ECHO CANCEL (echo onderdrukken) RING TONE (beltoon selecteren) NUMBER DIAL (bellen door een nummer in te
voeren)CLEAR MEMORY (geheugen wis­sen)ADD+ TO NUMBERS (instelling voor prefix internationale nummers) PH. B. NAME VIEW (sorteerwijze telefoon­boek)MENU (taalkeuzemenu) DEVICE INFO (apparaatgegevens)
Als de telefoon nog niet met dit toestel is verbonden
De volgende functies kunnen niet worden ge­bruikt.
! PH BOOK DOWNLOAD (telefoonboek
downloaden)
! ECHO CANCEL (echo onderdrukken) ! NUMBER DIAL (bellen door een nummer in
te voeren)
! CLEAR MEMORY (geheugen wissen) ! ADD+ TO NUMBERS (instelling voor prefix
internationale nummers)
! PH. B. NAME VIEW (sorteerwijze telefoon-
boek)
Als de telefoon is verbonden maar nog niet gepaird is
De volgende functies kunnen niet worden ge­bruikt.
! PH BOOK DOWNLOAD (telefoonboek
downloaden)
! ECHO CANCEL (echo onderdrukken) ! CLEAR MEMORY (geheugen wissen) ! ADD+ TO NUMBERS (instelling voor prefix
internationale nummers)
! PH. B. NAME VIEW (sorteerwijze telefoon-
boek)
Opmerkingen
! Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
! DEVICE INFO is gelijk aan dezelfde functie
voor Bluetooth-audio. (Raadpleeg Het BD- adres (Bluetooth-apparaatadres) weergeven op bladzijde 33.)
! PH. B. NAME VIEW (sorteerwijze telefoon-
boek) is niet beschikbaar voor mobiele tele­foons die als gasttelefoon zijn geregistreerd.
! PH BOOK DOWNLOAD is beschikbaar als de
mobiele telefoon op dit toestel is aangesloten via Bluetooth met het profiel HFP (Hands-Free Profile), PBAP (Phone Book Access Profile) en SPP (Serial Port Profile).
! Als de functies (behalve
PH BOOK DOWNLOAD, PH BOOK TRANSFER en NUMBER DIAL) niet
binnen ongeveer 30 seconden worden ge­bruikt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave.
Het telefoonboek van de mobiele telefoon downloaden
U kunt het telefoonboek van uw mobiele tele­foon downloaden en op dit toestel opslaan. ! Bij sommige mobiele telefoons kan deze
functie niet gebruikt worden.
! Het telefoonboek biedt voor elke gebruiker
plaats voor 400 ingangen (maximaal drie gebruikers). Elke ingang kan drie verschil­lende telefoonnummers en categorieën be­vatten.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer PH BOOK DOWNLOAD met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de stand­bymodus voor het downloaden van het te­lefoonboek te openen.
De download van het telefoonboek begint au­tomatisch.
# Het display geeft aan hoeveel items er zijn overgezet en hoeveel items er in totaal moeten worden overgezet.
Bediening van het toestel
45
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
# Raadpleeg ID en wachtwoord invoeren op deze bladzijde als u om uw ID en wachtwoord wordt gevraagd.
4 DATA DOWNLOADED wordt weergege­ven als het downloaden van het telefoon­boek is voltooid.
ID en wachtwoord invoeren
Volg de onderstaande aanwijzingen als u wordt gevraagd om uw ID en wachtwoord in te voeren. ! De ID kan uit maximaal 20 tekens bestaan;
het wachtwoord uit maximaal 16 tekens.
1 Druk op DISP om te wisselen tussen let­ters en cijfers.
Druk herhaaldelijk op DISP om te schakelen tussen de volgende tekentypen: AlfabetCijfers en symbolen
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om een letter te selecteren.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende tekenpositie te verplaatsen.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de ID en het wachtwoord te bevestigen.
5 Nadat u de ID en het wachtwoord hebt ingevoerd, gebruikt u de mobiele telefoon om de procedure voort te zetten.
Items naar het telefoonboek overzetten
U kunt het telefoonboek in de mobiele telefoon via de mobiele telefoon naar dit toestel overzet­ten. ! Het telefoonboek biedt voor elke gebruiker
plaats voor 400 ingangen (maximaal drie gebruikers). Elke ingang kan drie verschil­lende telefoonnummers en categorieën be­vatten.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer PH BOOK TRANSFER met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om naar de stand-bymodus voor het overzetten van het telefoonboek te gaan.
4 Gebruik de mobiele telefoon om het te­lefoonboek over te zetten.
Gebruik de mobiele telefoon om het telefoon­boek over te zetten. Raadpleeg de handleiding van de mobiele telefoon voor meer informatie.
# Bij sommige mobiele telefoons kunnen de items in het telefoonboek slechts één per één worden overgezet. # Het display geeft aan hoeveel items er zijn overgezet en hoeveel items er in totaal moeten worden overgezet.
5 DATA TRANSFERRED wordt weergege­ven als het overzetten van het telefoon­boek is voltooid.
Automatisch verbinden instellen
U kunt automatisch een verbinding laten maken tussen uw mobiele telefoon en dit toe­stel. Als deze functie is geactiveerd, wordt au­tomatisch een verbinding gemaakt tussen uw mobiele telefoon en dit toestel zodra de twee apparaten enkele meters of minder van elkaar verwijderd zijn. ! Bij sommige telefoons is het niet mogelijk
de verbinding automatisch te laten maken.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer AUTO CONNECT met MULTI-CONTROL.
46
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
3 Druk op MULTI-CONTROL om automa­tisch verbinding maken in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch verbinden uit te schakelen.
Opmerking
Automatisch verbinden gebeurt in de volgorde van de registratienummers.
Automatisch beantwoorden instellen
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer AUTO ANSWER met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch beantwoorden in te schake­len.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch beantwoorden uit te schake­len.
Echo- en ruisonderdrukking
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer ECHO CANCEL met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de gewenste in­stelling. OFF (uit)LOWMIDHIGH
# Deze functie kan ook tijdens het bellen inge­steld worden. In dat geval drukt u op MULTI-CONTROL om naar ECHO CANCEL over te schakelen.
Het belsignaal in- of uitschakelen
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om RING TONE te selecteren in het functieme­nu.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de gewenste in­stelling. OFF (uit)BEEP1BEEP2BEEP3
Iemand opbellen door het telefoonnummer in te voeren
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer NUMBER DIAL met MULTI-CONTROL.
# U kunt dit menu ook openen vanuit het stand­bydisplay door op de afstandsbediening op
DIRECT te drukken.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om een nummer te selecteren.
# U kunt telefoonnummers ook invoeren met be­hulp van de toetsen 0 t/m 9 op de afstandsbedie­ning.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende positie te verplaatsen.
# U kunt maximaal 24 cijfers invoeren.
5 Als u het nummer hebt ingevoerd, drukt u op MULTI-CONTROL.
De nummerbevestiging verschijnt.
Bediening van het toestel
47
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
6 Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om een telefoongesprek te voeren.
7 Druk op gen.
om het gesprek te beëindi-
Het geheugen wissen
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer CLEAR MEMORY met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een onderdeel. PHONE BOOK (telefoonboek)ALL CLEAR
(geheugen volledig wissen)DIAL PRESET (voorkeuzenummers)RECENT CALLS (ge­spreksgeschiedenis)
# Selecteer ALL CLEAR als u het gehele tele- foonboek, de gespreksgeschiedenis en de voor­keuzenummers wilt wissen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om het onderdeel te selecteren dat u wilt wis­sen. CLEAR MEMORY: YES wordt weergegeven.
Het toestel is nu gereed om het geheugen te wissen.
# Als u het geselecteerde onderdeel niet wilt wissen, duwt u MULTI-CONTROL naar links. Het display keert terug naar de normale weergave.
5 Druk op MULTI-CONTROL om het uit het geheugen te wissen. CLEARED wordt weergegeven en de gegevens
van het geselecteerde onderdeel zijn uit het geheugen van dit toestel gewist.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer ADD+ TO NUMBERS met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de prefix bij alle gesprekken te laten toevoegen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze functie uit te schakelen.
De sorteerwijze van het telefoonboek wijzigen
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer PH. B. NAME VIEW met MULTI-CONTROL. INVERT NAMES YES wordt weergegeven.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de sor­teerwijze voor de namen te wijzigen.
Door herhaaldelijk op MULTI-CONTROL te drukken, kunt u afwisselend sorteren op voor­naam of achternaam.
Het taalkeuzemenu
De menutaal die wordt gebruikt voor Blue­tooth-audio/telefoon is instelbaar. ! Het is mogelijk dat sommige tekens niet
juist worden weergegeven.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 44.
2 Selecteer MENU met MULTI-CONTROL.
De prefix voor internationale nummers toevoegen
U kunt aan alle gebelde nummers de interna­tionale prefix +laten toevoegen.
48
Nl
3 Druk op MULTI-CONTROL om de taal te selecteren. ENGLISH (Engels)PYCCKOE (Russisch) ESPANOL (Spaans)
Audio-instellingen
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
1 Audiodisplay
Het audiodisplay toont de status van de audio­instellingen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer AUDIO met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het audiomenu wordt weergegeven.
3 Draai MULTI-CONTROL om de audio­functie te selecteren.
Draai aan MULTI-CONTROL om de audiofunc­ties in de onderstaande volgorde te doorlopen.
FADER/BALANCE (balansinstelling) EQUALIZER (instelling grafische equalizer) G.EQ ADJUST (instelling 7-bands grafische
equalizer)LOUDNESS (loudness)SUB W1 (instelling subwoofer aan/uit)SUB W2 (sub­woofer-instelling)BASS BOOST (bass boost) HIGH PASS FILTER (high pass filter)SLA (bronniveauregeling)ASL (automatische vo­lumeaanpassing)
# U kunt de audiofunctie ook selecteren door op de afstandsbediening op AUDIO te drukken. # U kunt SUB W2 alleen selecteren als het uit- gangssignaal van de subwoofer bij SUB W1 is in­geschakeld. # Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA. # Druk op BAND om terug te keren naar het bij de signaalbron behorende display. # Als u deze functies (behalve G.EQ ADJUST) niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave.
De balansinstelling
U kunt de fader-/balansinstelling aanpassen voor een optimale geluidsweergave op alle plaatsen in het voertuig.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op deze blad­zijde.
2 Selecteer FADER/BALANCE met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de balans tussen de luidsprekers voorin en achterin in te stellen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog­of omlaagduwt, wordt de balans tussen de luidsprekers voorin en achterin naar voren of naar achteren verplaatst. U kunt de balans tussen de voor- en achter­luidsprekers van voor naar achter aanpassen van de waarde F15tot R15. De waarde wordt op het display getoond.
# 0 is de aanbevolen instelling wanneer u slechts twee luidsprekers gebruikt. # Als de achteruitgang op REAR SP :S/W is in- gesteld, kunt u de balans tussen de luidsprekers voorin en achterin niet instellen. Raadpleeg De achteruitgang en de subwoofer instellen op blad­zijde 57.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de balans in te stellen tus­sen de linker- en rechterluidsprekers.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, wordt de balans tus­sen de linker- en rechterluidsprekers naar links of rechts verplaatst. U kunt de balans tussen de linker- en rechter­luidsprekers van links naar rechts aanpassen van de waarde L15tot R15. De waarde wordt op het display getoond.
Audio-instellingen
49
Nl
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
De equalizer
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave aanpassen aan de akoestische eigenschappen van het interieur van het voertuig.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zeven vooringestelde equalizercurven die u op elk moment kunt oproepen. In de on­derstaande lijst worden de equalizercurven weergegeven.
Display Equalizercurve
POWERFUL Power
NATURAL Natuurlijk
VOCAL Vocaal
CUSTOM1 Aangepast 1
CUSTOM2 Aangepast 2
FLAT Vlak
S.BASS Superbas
! CUSTOM1 en CUSTOM2 zijn aangepaste
equalizercurven die u zelf maakt. U kunt de 7-bands grafische equalizer gebruiken om aanpassingen te maken.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt het geluid
niet aangevuld of gecorrigeerd. Door afwis­selend te luisteren naar FLAT en een van de andere equalizercurven kunt u het effect van de verschillende equalizercurven horen.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op de vorige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer de instelling voor de grafische equalizer. EQUALIZER verschijnt op het display.
Als u de equalizercurve al eerder had geselec­teerd, wordt de curve die u eerder had geselec­teerd op het display weergegeven in plaats van
EQUALIZER.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om een equalizercurve te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de equalizer­curven in onderstaande volgorde geselec­teerd:
POWERFULNATURALVOCAL CUSTOM1CUSTOM2FLATS.BASS
De equalizercurven aanpassen
Met uitzondering van FLAT kunnen alle voor­geprogrammeerde equalizercurven nog wor­den aangepast (nuancecontrole).
1 Roep de equalizercurve op die u wilt aanpassen.
Zie Equalizercurven oproepen op deze blad­zijde.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de equalizercurve aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog- of omlaagduwt, verhoogt of verlaagt u de equali­zercurve. U kunt de equalizercurve verhogen of verlagen tussen de waarden +6 en –4 (of –6). Deze waarde wordt op het display getoond.
# Het werkelijke bereik van de aanpassing is af­hankelijk van de gekozen equalizercurve. # De equalizercurve waarvan alle frequenties zijn ingesteld op 0 kan niet worden aangepast.
De 7-bands grafische equalizer aanpassen
Voor de equalizercurven CUSTOM1 en CUSTOM2 kunt u het niveau van elke band
aanpassen.
50
Nl
Audio-instellingen
Hoofdstuk
03
! Voor elke signaalbron kunt u een afzonder-
lijke CUSTOM1-curve maken. (De inge­bouwde cd-speler en een eventueel aanwezige multi-cd-speler worden automa­tisch op dezelfde equalizercurve ingesteld.) Als u aanpassingen maakt terwijl er een andere curve dan CUSTOM2 is geselec­teerd, worden de aangepaste instellingen opgeslagen in CUSTOM1.
! U kunt een algemene CUSTOM2-curve in-
stellen voor alle signaalbronnen. Als u aan­passingen maakt terwijl de CUSTOM2­curve is geselecteerd, wordt de CUSTOM2­curve bijgewerkt.
1 Roep de equalizercurve op die u wilt aanpassen.
Zie Equalizercurven oproepen op de vorige bladzijde.
2 Selecteer G.EQ ADJUST met MULTI-CONTROL.
De frequentie en het niveau (bijvoorbeeld
50HZ :+4) verschijnen op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de frequentieband van de equalizer die u wilt aanpassen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de frequen­tiebanden van de equalizer in onderstaande volgorde geselecteerd:
50HZ125HZ315HZ800HZ2KHZ 5KHZ12.5KHZ
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het niveau van de frequentieband van de equalizer aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog­of omlaagduwt, verhoogt of verlaagt u het ni­veau van de frequentieband van de equalizer. U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen de waarden +6 en –6. De waarde wordt op het display getoond.
# Vervolgens kunt u een andere frequentieband kiezen en daarvan het niveau aanpassen.
5 Druk op BAND om het aanpassen van de 7-bands grafische equalizer te annuleren.
Audio-instellingen
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 49.
2 Selecteer LOUDNESS met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de loud­ness-functie in te schakelen.
Het loudness-niveau (bijvoorbeeld MID) ver­schijnt op het display.
# Als u de loudness-functie wilt uitzetten, drukt u nogmaals op MULTI-CONTROL.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om het gewenste niveau te se­lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, wordt het volgende niveau in onderstaande volgorde geselecteerd: LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
De subwoofer-uitgang
Dit toestel is voorzien van een subwoofer-uit­gang. U kunt deze uitgang in- of uitschakelen.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 49.
2 Selecteer SUB W1 met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de sub­woofer-uitgang in te schakelen. NORMAL verschijnt op het display. De sub-
woofer-uitgang is nu ingeschakeld.
51
Nl
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
# Als u het uitgangssignaal voor de subwoofer wilt uitzetten, drukt u nogmaals op
MULTI-CONTROL.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de fase-instelling voor het uitgangssignaal van de subwoo­fer.
Duw MULTI-CONTROL naar links om de te­gengestelde fase te selecteren. REVERSE ver­schijnt op het display. Duw MULTI-CONTROL naar rechts om de normale fase te selecteren. NORMAL verschijnt op het display.
De subwoofer-instellingen aanpassen
Wanneer de subwoofer-uitgang is ingescha­keld, kunt u de drempelfrequentie en het uit­gangsniveau van de subwoofer instellen. De subwoofer geeft alleen frequenties bene­den de geselecteerde waarde weer. ! Als het subwoofer-uitgangssignaal is inge-
schakeld, kunt u SUB W2 selecteren.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 49.
2 Selecteer SUB W2 met MULTI-CONTROL.
De lage tonen versterken
De bass boost-functie versterkt de lage tonen (bastonen).
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 49.
2 Selecteer BASS BOOST met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het gewenste niveau te selecte­ren.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen de waarden 0 en +6. De waarde wordt op het display getoond.
Het high pass filter
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achter­in geen lage tonen (tonen uit het frequentiebe­reik van de subwoofer) weergeven, kunt u het HPF (high pass filter) aanzetten. Alleen fre­quenties boven het geselecteerde bereik wor­den weergegeven via de voor- of achterluidsprekers.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 49.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de drempelfrequentie te se­lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de beschik­bare waarden in onderstaande volgorde gese­lecteerd:
50HZ63HZ80HZ100HZ125HZ
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het uitgangsniveau van de sub­woofer aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het ni­veau van de subwoofer. U kunt het niveau aan­passen tussen de waarden +6 en -24.De waarde wordt op het display getoond.
52
Nl
2 Selecteer HIGH PASS FILTER met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het high pass filter in te schakelen. 80HZ verschijnt op het display. Het high pass
filter staat nu aan.
# Als het high pass filter eerder al is aangepast, wordt de frequentie van de vorige instelling weer­gegeven en niet 80HZ. # Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het high pass filter uit te schakelen.
Audio-instellingen
Hoofdstuk
03
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de drempelfrequentie te se­lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de beschik­bare waarden in onderstaande volgorde gese­lecteerd:
50HZ63HZ80HZ100HZ125HZ
Het bronniveau aanpassen
Met de functie Bronniveauregeling (SLA) kunt u het volumeniveau van elke signaalbron af­zonderlijk instellen. Hierdoor kunt u plotse­linge volumewisselingen voorkomen wanneer naar een andere signaalbron wordt overge­schakeld. ! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig­naalbron die u wilt aanpassen met het FM­volumeniveau.
2 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 49.
3 Selecteer SLA met MULTI-CONTROL.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het volume van de signaalbron aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog­of omlaagduwt, verhoogt of verlaagt u het vo­lume van de signaalbron. U kunt het volume van de signaalbron verho­gen of verlagen tussen de waarden +4 en –4. De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! De ingebouwde cd-speler en de multi-cd-spe-
ler worden automatisch op hetzelfde volume­niveau ingesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge­steld.
Audio-instellingen
Automatische volumeaanpassing
Tijdens het rijden verandert het geluid in het voertuig voortdurend afhankelijk van de rijsnel­heid en de weggesteldheid. De functie auto­matische volumeaanpassing (ASL) reageert op deze variërende omgevingsgeluiden en ver­hoogt automatisch het volume als het geluid van buitenaf toeneemt. U kunt de gevoeligheid van de ASL-functie (de volumewijziging ten op­zichte van het achtergrondgeluidsniveau) op vijf niveaus instellen.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 49.
2 Selecteer ASL met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de ASL­functie in te schakelen. MID verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de ASL-functie uit te schakelen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om het gewenste ASL-niveau te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, wordt het volgende ASL-niveau in onderstaande volgorde geselec­teerd: LOW (laag)MID-L (midden-laag)MID (midden)MID-H (midden-hoog)HIGH (hoog)
53
Nl
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
De begininstellingen aanpassen
Uitgaande van de begininstellingen van het systeem kunt u verschillende instellingen aan uw wensen aanpassen.
1 Functiedisplay
! Hierop is de status van de ingestelde
functie af te lezen.
1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel uit gaat.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt tot­dat het menu met begininstellingen wordt weergegeven.
3 Draai MULTI-CONTROL om één van de begininstellingen te selecteren.
Draai aan MULTI-CONTROL om de functies in de onderstaande volgorde te doorlopen.
CALENDAR (kalender)CLOCK (klok) OFF CLOCK (uit-klok)FM STEP (FM-afstem-
stap)AUTO PI (automatische PI-zoekfunctie)AUX1 (externe aansluiting 1)AUX2 (exter-
ne aansluiting 2)—DIMMER (dimmer) S/W CONTROL (achter-uitgang en subwoofer-
regeling)MUTE (geluid tijdelijk uitschake­len/dempen)DEMONSTRATION (functiede­mo)EVER-SCROLL (Ever Scroll)TITLE (taalkeuze)BT AUDIO (Bluetooth-audio)
PIN CODE INPUT (pincode invoeren) EDIT DEVICE NAME (apparaatnaam wijzigen)
BT VERSION INFO. (informatie Bluetooth- versie)BT RESET (Bluetooth resetten) SOFTWARE UPDATE (software bijwerken) Volg onderstaande instructies om deze instel­lingen aan te passen.
# U kunt de functie ook selecteren door op de afstandsbediening op FUNCTION te drukken. # Druk op BAND om het aanpassen van begin- instellingen te annuleren.
De datum instellen
De kalenderweergave verschijnt als de tele­foon als signaalbron is geselecteerd, of als de signaalbronnen en de functiedemo uit staan.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op deze bladzijde.
2 Selecteer CALENDAR met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer het onderdeel van het kalenderdisplay dat u wilt instellen.
Door MULTI-CONTROL naar links of rechts te duwen, selecteert u een bepaald onderdeel van het kalenderdisplay: DagMaandJaar Het geselecteerde onderdeel gaat knipperen.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de datum in te stellen.
Als u MULTI-CONTROL omhoogduwt, ver­hoogt u de geselecteerde dag, de geselec­teerde maand of het geselecteerde jaar. Als u MULTI-CONTROL omlaagduwt, verlaagt u de geselecteerde dag, de geselecteerde maand of het geselecteerde jaar.
De klok instellen
Volg onderstaande instructies om de klok in te stellen.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op deze bladzijde.
2 Selecteer CLOCK met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer het onderdeel van het klokdisplay dat u wilt instellen.
Door MULTI-CONTROL naar links of rechts te duwen, selecteert u een van de volgende on­derdelen van het klokdisplay: UurMinuut
54
Nl
Begininstellingen
Hoofdstuk
04
Het geselecteerde onderdeel gaat in het klok­display knipperen.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de klok in te stellen.
Opmerking
U kunt de klok met een tijdsignaal gelijkzetten door op MULTI-CONTROL te drukken. ! Minuten worden naar beneden afgerond tus-
sen 00 en 29. (Bijvoorbeeld 10:18 wordt afge­rond naar 10:00.)
! Minuten worden naar boven afgerond tussen
30 en 59. (Bijvoorbeeld 10:36 wordt afgerond naar 11:00.)
In- en uitschakelen van het uit-klokdisplay
Als het uit-klokdisplay aan staat terwijl de sig­naalbronnen en functiedemo uit staan, wordt de klok op het display weergegeven.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op de vorige bladzijde.
2 Selecteer OFF CLOCK met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het uit­klokdisplay in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het uit-klokdisplay uit te schakelen.
2 Selecteer FM STEP met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de FM-af­stemstap te selecteren.
Telkens als u op MULTI-CONTROL drukt, wij­zigt u de FM-afstemstap tussen 50 kHz en 100 kHz. De geselecteerde FM-afstemstap ver­schijnt op het display.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap 50 kHz.
De automatische PI­zoekfunctie in- of uitschakelen
Het toestel kan automatisch zoeken naar een andere zender met gelijkaardige program­mas, ook bij het oproepen van voorkeuzezen­ders.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op de vorige bladzijde.
2 Selecteer AUTO PI met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de auto­matische PI-zoekfunctie in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de automatische PI-zoekfunctie uit te schakelen.
Begininstellingen
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem­men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt. Als de functie AF of TA is ingeschakeld, is de afstemstap automatisch 100 kHz. Maar soms verdient het aanbeveling om de afstemstap op 50 kHz in te stellen als AF is ingeschakeld.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op de vorige bladzijde.
De externe ingang in- of uitschakelen
Externe apparaten die op dit toestel zijn aange­sloten, kunnen afzonderlijk worden geacti­veerd. Zet elke AUX-bron aan bij gebruik. Raadpleeg De AUX-signaalbron op bladzijde 62 voor meer informatie over het aansluiten en gebruiken van externe apparaten.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op de vorige bladzijde.
Nl
55
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
2 Gebruik MULTI-CONTROL om AUX1/ AUX2 te selecteren.
3 Druk op MULTI-CONTROL om AUX1/ AUX2 in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de AUX-functie uit te schakelen.
De dimmer in- of uitschakelen
Om te voorkomen dat het displays avonds te fel schijnt, wordt het automatisch gedimd wanneer u de koplampen van het voertuig aanzet. U kunt de dimmer aan- of uitzetten.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer DIMMER met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de dim­mer in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de dimmer uit te schakelen.
De achteruitgang en de subwoofer instellen
U kunt de achteruitgang van dit toestel (de aansluiting voor de luidspreker achterin en de RCA-achteruitgang) gebruiken om een luid­spreker met volledig bereik (REAR SP :FULL)of een subwoofer (REAR SP :S/W) aan te sluiten. Als u de achteruitgang op REAR SP :S/W zet, kunt u de luidspreker achterin rechtstreeks op een subwoofer aansluiten, zonder een externe versterker te gebruiken. Standaard is dit toestel ingesteld voor het aan­sluiten van een luidspreker achterin met volle­dig bereik (REAR SP :FULL).
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer S/W CONTROL met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om een an­dere instelling voor de achteruitgang te se­lecteren.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, kunt u kie­zen uit REAR SP :FULL (luidspreker met volle­dig bereik) en REAR SP :S/W (subwoofer). Dit wordt op het display aangegeven.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is aangesloten, selecteert u REAR SP :FULL (luid­spreker met volledig bereik). # Als er een subwoofer op de achteruitgang is aangesloten, selecteert u REAR SP :S/W (subwoo­fer).
Opmerkingen
! Als u deze instelling wijzigt, is er pas een uit-
gangssignaal als u ook het uitgangssignaal voor de subwoofer inschakelt (raadpleeg De subwoofer-uitgang op bladzijde 51).
! Als u deze instelling wijzigt, wordt de instel-
ling van de subwoofer in het audiomenu te­ruggezet naar de fabrieksinstellingen.
! De uitgangsaansluiting voor de luidsprekers
achterin en de RCA-achteruitgang worden te­gelijkertijd omgezet.
Het geluid tijdelijk uitschakelen/dempen
Het geluid van dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld of gedempt wanneer er een sig­naal wordt ontvangen van een apparaat met uitschakelingsfunctie. ! Het geluid wordt tijdelijk uitgeschakeld of
gedempt en TEL MUTE of TEL ATT ver­schijnt op het display. U kunt het geluid dan niet aanpassen.
! Het volume keert terug naar het normale
niveau wanneer het uitschakelen of dem­pen wordt geannuleerd.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
56
Nl
Begininstellingen
Hoofdstuk
04
2 Selecteer MUTE met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om te kiezen tussen het geluid tijdelijk uitschakelen en dempen.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, kunt u kie­zen uit TEL ATT (dempen) en TEL MUTE (tijde­lijk uitschakelen). De instelling wordt op het display weergegeven.
De functiedemo inschakelen
De functiedemo start automatisch als dit toe­stel is uitgeschakeld terwijl het contactslot op ACC of ON staat.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer DEMONSTRATION met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de func­tiedemo aan te zetten.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de functiedemo uit te schakelen.
Opmerkingen
! Let op: de accu kan leeglopen als de functie-
demo geactiveerd blijft terwijl de motor uit staat.
! U kunt de functiedemo ook in- of uitschakelen
door op DISP te drukken als het toestel uit staat. Raadpleeg Informatie over de demofunc- ties op bladzijde 8 voor meer informatie.
Ever Scroll inschakelen
Als Ever Scroll is ingeschakeld, blijft de tekst­informatie van de cd continu door het display schuiven. Zet Ever Scroll uit als u wilt dat de informatie maar één keer door het display schuift.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer EVER-SCROLL met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om Ever Scroll aan te zetten.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om Ever Scroll uit te zetten.
Taalinstelling voor het display
Op een disk met gecomprimeerde audio kan tekstinformatie zijn vastgelegd zoals de titel, de naam van de artiest of een opmerking. Dit toestel kan zulke informatie weergeven als die in een Europese taal of in het Russisch is vastgelegd. ! Als de geselecteerde taal niet overeenkomt
met de taal die op de disc is vastgelegd, wordt de tekstinformatie mogelijk niet cor­rect weergegeven.
! Het is mogelijk dat sommige tekens niet
juist worden weergegeven.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer TITLE met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, kunt u kie­zen uit EUROPEAN (Europese talen) en RUSSIAN (Russisch). De instelling wordt op het display weergegeven.
De signaalbron BT AUDIO activeren
U dient de signaalbron BT AUDIO in te scha­kelen om een Bluetooth-audiospeler te kun­nen gebruiken.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
Begininstellingen
57
Nl
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
2 Selecteer BT AUDIO met MULTI-CONTROL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de sig­naalbron BT AUDIO in te schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de signaalbron BT AUDIO uit te schakelen.
De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding
Als u uw mobiele telefoon met dit toestel wilt verbinden via Bluetooth draadloze technolo­gie, moet u eerst de pincode van uw telefoon invoeren om de verbinding te bevestigen. De standaardcode is 0000 maar u kunt die via deze functie wijzigen. ! Bij sommige Bluetooth-audiospelers moet
u eerst de pincode van de audiospeler in­voeren, voordat u met dit toestel verbinding kunt maken.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer PIN CODE INPUT met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om een nummer te selecteren.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende positie te verplaatsen.
5 Nadat u de pincode (max. 16 cijfers) hebt ingevoerd, drukt u op MULTI-CONTROL.
De pincode kan in het geheugen worden opge­slagen. Druk ter bevestiging nogmaals op MULTI-CONTROL om de ingevoerde pincode in het geheugen van dit toestel op te slaan.
# Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt ter- wijl het bevestigingsscherm wordt weergegeven, keert u terug naar het invoerscherm van de pin­code en kunt u deze wijzigen.
# Als u een ongeldig teken hebt ingevoerd, kan de pincode niet in het geheugen worden opge­slagen.
58
Nl
Begininstellingen
Hoofdstuk
04
De apparaatnaam wijzigen
U kunt de naam van het apparaat wijzigen. De naam van het apparaat is standaard inge­steld op PIONEER W-DIN BT.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer EDIT DEVICE NAME met MULTI-CONTROL.
3 Druk op DISP en selecteer het gewenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op DISP om te schakelen tussen de volgende tekentypen: AlfabetCijfers
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een letter uit het alfabet.
5 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende tekenpositie te verplaatsen.
6 Verplaats de cursor naar de laatste te­kenpositie door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen nadat u de naam van het apparaat hebt ingevoerd.
Duw MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts om de naam van het apparaat tijdelijk in het geheugen op te slaan.
# U kunt ook op MULTI-CONTROL drukken om de naam van het apparaat tijdelijk in het geheu­gen op te slaan. Als u dat doet, hoeft de cursor niet op de laatste positie te staan. # Als u een ongeldig teken hebt ingevoerd, wor­den de daarop volgende tekens niet weergege­ven. # Als u een ongeldig teken hebt ingevoerd, kan de apparaatnaam niet in het geheugen worden opgeslagen.
De systeemversie opvragen in geval van reparatie
Als dit product niet naar behoren functioneert en u uw leverancier raadpleegt voor reparatie­werkzaamheden, kan deze vragen naar de sys­teemversie van dit toestel en van de Bluetooth­module. U kunt deze versies opvragen en note­ren.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer BT VERSION INFO. met MULTI-CONTROL.
De versie van het systeem (de microprocessor) van dit toestel wordt weergegeven.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links om naar de versie van de Bluetooth-module van dit toestel te schakelen.
# Duw MULTI-CONTROL naar rechts om terug te keren naar de systeemversie van dit toestel.
De Bluetooth-module resetten
Informatie met betrekking tot Bluetooth-tele­foons en Bluetooth-audio kan worden gewist. Om uw persoonlijke gegevens te beschermen, wordt u aangeraden om zulke gegevens te ver­wijderen voordat u het toestel aan derden over­draagt. De volgende instellingen worden verwijderd. items uit het telefoonboek van de Blue-
tooth-telefoon
voorkeuzenummers uit de Bluetooth-tele-
foon
het registratienummer van de Bluetooth-te-
lefoon
de gespreksgeschiedenis van de Bluetooth-
telefoon
gegevens van de laatst aangesloten Blue-
tooth-audiospeler
Begininstellingen
59
Nl
Hoofdstuk
04
Begininstellingen
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer BT RESET met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om het bevestigingsscherm weer te geven. CLEAR MEMORY YES wordt weergegeven.
Het toestel is nu gereed om het geheugen te wissen.
# Als u het telefoongeheugen niet wilt resetten, drukt u MULTI-CONTROL naar links. Het display keert terug.
4 Druk op MULTI-CONTROL om het uit het geheugen te wissen.
De software voor Bluetooth bijwerken
Met behulp van deze functie kunt u de soft­ware van dit toestel bijwerken met de meest recente versie. Raadpleeg onze website voor meer informatie over de software en het bij­werken ervan.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 54.
2 Selecteer SOFTWARE UPDATE met MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een groep.
4 Druk op MULTI-CONTROL en geef de gegevensoverdrachtsmodus weer.
# Volg de aanwijzingen op het scherm om het bijwerken te voltooien.
60
Nl
Overige functies
Hoofdstuk
05
De AUX-signaalbron
Op dit toestel kunt u maximaal twee externe apparaten aansluiten, zoals videoapparatuur of draagbare apparaten (los verkrijgbaar). Als u externe apparaten op dit toestel aansluit, worden die automatisch als een AUX-signaal­bron herkend en toegewezen aan AUX1 of
AUX2. De relatie tussen de signaalbronnen AUX1 en AUX2 wordt hieronder uitgelegd.
Informatie over AUX1 en AUX2
Externe apparaten kunnen op twee manieren op dit toestel worden aangesloten.
AUX1-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een ste­reo-miniplugkabel
% Steek de stereo-miniplugkabel in de in­gang van dit toestel.
Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie. Het externe apparaat wordt automatisch inge­steld op AUX1.
AUX2-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een IP­BUS-RCA-adapter (los verkrijgbaar)
% Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de CD-RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u externe apparatuur met een RCA-uitgang op dit toestel aansluiten.
Raadpleeg voor meer informatie de gebrui­kershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter. Het externe apparaat wordt automatisch inge­steld op AUX2.
# U kunt op deze manier alleen externe appara­ten aansluiten die voorzien zijn van een RCA-uit­gang.
AUX als signaalbron selecteren
% Druk op SOURCE en kies AUX als sig­naalbron.
# Als de externe aansluiting niet is ingescha­keld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raad­pleeg De externe ingang in- of uitschakelen op bladzijde 55 voor meer informatie.
Overige functies
De AUX-titel instellen
De naam die voor de signaalbronnen AUX1 en AUX2 wordt weergegeven, kan worden ge­wijzigd.
1 Nadat u AUX als signaalbron hebt gese­lecteerd, gebruikt u MULTI-CONTROL om FUNCTION te selecteren en TITLE INPUT weer te geven.
2 Voer de titel op dezelfde wijze in als voor de ingebouwde cd-speler.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 24 voor meer informatie over de bediening.
Gebruik van een extern toestel
Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro­duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig ver­krijgbaar product) waarvan u de basisfuncties met dit toestel kunt bedienen. Met dit toestel kunnen twee externe toestellen worden be­diend. Als er twee externe toestellen op dit toe­stel zijn aangesloten, worden deze automatisch toegewezen als extern toestel 1 of extern toestel 2. Hieronder wordt de basisbediening van het ex­terne toestel uitgelegd. De beschikbare func­ties zijn afhankelijk van het externe toestel dat wordt aangesloten. Raadpleeg voor meer infor­matie de handleiding van het externe toestel.
Een extern toestel als signaalbron selecteren
% Druk op SOURCE en kies EXTERNAL als signaalbron.
61
Nl
Hoofdstuk
05
Overige functies
Basisbediening
De functies die met de volgende handelingen zijn verbonden, zijn afhankelijk van het externe toestel dat op dit toestel is aangesloten. Raad­pleeg voor meer informatie de handleiding van het externe toestel.
% Druk op BAND.
% Houd BAND ingedrukt.
% Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts.
% Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag.
% Druk op een van de toetsen 1 tot 6 op de afstandsbediening.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. FUNCTION1 (functie 1)FUNCTION2 (functie
2)FUNCTION3 (functie 3)FUNCTION4 (functie 4)AUTO/MANUAL (automatisch/ handmatig)
# U kunt FUNCTION1 ook in- en uitschakelen door op de afstandsbediening op PGM te druk­ken.
De PGM-knop
U kunt de voorgeprogrammeerde functies voor elke signaalbron bedienen met PGM op de afstandsbediening.
% Druk op PGM om pauze in te schakelen als u de volgende signaalbronnen selec­teert:
! COMPACT DISC – Ingebouwde cd-speler ! MULTI CD – Multi-cd-speler ! USB – Draagbare USB-audiospeler/USB-ge-
heugen
! IPOD – iPod ! BT AUDIO – Bluetooth-audiospeler ! DVD – Dvd-speler/multi-dvd-speler
# Druk opnieuw op PGM als u de pauzefunctie
wilt uitschakelen.
% Houd PGM ingedrukt om BSM in te schakelen als u de tuner als signaalbron se­lecteert.
Houd PGM ingedrukt tot de functie BSM aan gaat.
# Druk opnieuw op PGM om het opslaan te an- nuleren.
% Houd PGM ingedrukt om BSSM in te schakelen als u de televisie als signaalbron selecteert. Houd PGM ingedrukt tot de BSSM aan gaat.
# Druk opnieuw op PGM om het opslaan te annuleren.
Opmerkingen
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het ge-
wone display.
62
Nl
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
06
Muziek op de iPod afspelen
Basisbediening
U kunt via dit toestel een iPod-interfaceadapter bedienen. Deze is los verkrijgbaar.
1 Nummerindicator voor songs 2 Weergavetijd-indicator
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor iPod op
bladzijde 80.
! Als er een iPod op dit toestel is aangesloten,
wordt PIONEER (of weergegeven.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 74.
! Als de contactschakelaar op ACC of ON staat,
wordt de batterij van de iPod opgeladen als de iPod op dit toestel is aangesloten.
! Terwijl de iPod op dit toestel is aangesloten,
kunt u de iPod zelf niet aan- of uitzetten.
! Verwijder de koptelefoon van de iPod voordat
u de dock connector van dit toestel op de iPod aansluit.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge­schakeld.
(vinkje)) op de iPod
Tekstinformatie op de iPod weergeven
De bediening van deze functie is gelijk aan de bediening bij een iPod die via USB op dit toe­stel is aangesloten. (Raadpleeg Tekstinformatie op de iPod weergeven op bladzijde 28.)
Naar een song bladeren
De bediening van deze functie is gelijk aan de bediening bij een iPod die via USB op dit toe­stel is aangesloten. (Raadpleeg Songs op cate- gorie zoeken op bladzijde 27.) De categorieën die kunnen worden geselec­teerd wijken echter enigszins af. Deze catego­rieën zijn
PLAYLISTS (speellijsten)—ARTISTS (artiesten)ALBUMS (albums)SONGS (songs)
GENRES (genres)
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PLAY MODE (herhaalde weergave) SHUFFLE MODE (willekeurige weergave) PAUSE (pauze)
Functies en bediening
De bediening van PLAY MODE en PAUSE is in principe identiek aan die van de ingebouwde cd-speler.
Verkrijgbare accessoires
63
Nl
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Functienaam Bediening
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte­ren op bladzijde 23.
De herhaalbereiken die u kunt selec­teren zijn echter verschillend van de
PLAY MODE
PAUSE
Opmerkingen
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het ge-
wone display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
ingebouwde cd-speler. De herhaalbe­reiken van de iPod zijn: ! REPEAT ONE – De spelende
song herhalen
! REPEAT ALL – Alle songs in de
geselecteerde lijst herhalen
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle)
% Druk zo vaak als nodig op om de ge- wenste instelling te selecteren.
! SHUFFLE SONGS – De songs in de geselec-
teerde lijst in willekeurige volgorde afspe­len.
! SHUFFLE ALBUMS – De songs van een wil-
lekeurig album op volgorde afspelen.
! SHUFFLE OFF – Het afspelen in willekeu-
rige volgorde annuleren.
Opmerking
U kunt deze functie ook inschakelen in het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Multi-cd-speler
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multi­cd-speler bedienen. ! Multi-cd-spelers voor 50 discs ondersteunen
alleen de functies die in deze handleiding worden beschreven.
! Dit toestel ondersteunt niet de functies voor
disctitellijsten voor een multi-cd-speler voor 50 discs. Raadpleeg Discs selecteren uit de disctitellijst op bladzijde 69 voor meer infor­matie over de functies voor titellijsten van discs.
1 Discnummerindicator 2 Nummerindicator fragment 3 Weergavetijd-indicator
% Een disc selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
# U kunt ook een disc selecteren door de toet­sen 1 t/m 6 op de afstandsbediening te gebrui­ken.
! Druk voor discs 1 t/m 6 op de corresponde-
rende nummertoets.
! Voor discs 7 t/m 12 houdt u de corresponde-
rende toets iets langer ingedrukt (bijvoor­beeld 1 voor disc 7), tot het discnummer op het display wordt weergegeven.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
64
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
Nl
rechts.
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
06
Opmerkingen
! Wanneer de multi-cd-speler klaar is met de
voorbereidingen, verschijnt READY op het dis­play.
! Als er een foutmelding zoals ERROR-11 wordt
weergegeven, raadpleeg dan de handleiding van de multi-cd-speler.
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-cd-speler zijn geplaatst, verschijnt NO DISC op het display.
Functies voor cd-text
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met een voor cd-text geschikte multi-cd-speler.
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer- geven op bladzijde 21.
Geavanceerde bediening
U kunt COMPRESSION (compressie en DBE) alleen gebruiken met een multi-cd-speler die deze functie ondersteunt.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PLAY MODE (herhaalde weergave) RANDOM MODE (willekeurige weergave) SCAN MODE (scanweergave)PAUSE
(pauze)COMPRESSION (compressie en DBE)ITS PLAY MODE (ITS-weergave)
ITS MEMO (ITS-programmering) TITLE INPUT (disctitelinvoer)
# Als de functies (behalve ITS MEMO en TITLE INPUT) niet binnen ongeveer 30 seconden
worden gebruikt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave. # Als u een cd-text-disc afspeelt op een met cd­text compatibele multi-cd-speler, kunt u TITLE INPUT niet gebruiken. Op een cd-text-disc is de disctitel namelijk al vastgelegd.
Functies en bediening
De bediening van de functies PLAY MODE, RANDOM MODE, SCAN MODE, PAUSE en TITLE INPUT is in principe gelijk aan de bedie-
ning van deze functies op de ingebouwde cd­speler.
Functienaam Bediening
Raadpleeg Een herhaalbereik se­lecteren op bladzijde 23.
De herhaalbereiken die u kunt selecteren zijn echter verschil­lend van de ingebouwde cd-spe­ler. De multi-cd-speler heeft de
PLAY MODE
RANDOM MODE
SCAN MODE
PAUSE
TITLE INPUT
Opmerkingen
! U kunt de functie ook selecteren door op de
afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
! Druk op BAND om terug te keren naar het
weergavedisplay.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor her­haalde weergave gewijzigd in M-CD REPEAT.
volgende herhaalbereiken: ! M-CD REPEAT – Alle discs in
de multi-cd-speler herhalen
! TRACK REPEAT – Alleen het
spelende fragment herhalen
! DISC REPEAT – De spelende
disc herhalen
Raadpleeg Fragmenten in wille- keurige volgorde afspelen op blad­zijde 23.
Raadpleeg Mappen en fragmen- ten scannen op bladzijde 23.
Raadpleeg Het afspelen onderbre- ken op bladzijde 23.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 24.
Verkrijgbare accessoires
65
Nl
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
! Als u tijdens TRACK REPEAT een fragment
zoekt of vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in DISC REPEAT.
! Wanneer het scannen van fragmenten of
discs is voltooid, wordt de normale weergave van de fragmenten hervat.
Compressie en extra basversterking
U kunt deze functies alleen gebruiken met een daarvoor geschikte multi-cd-speler.
Met de functies COMP (compressie) en DBE (Dynamic Bass Emphasis) kunt u de geluids­kwaliteit van de multi-cd-speler aanpassen.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om COMPRESSION te selecteren in het functie­menu.
# Als de multi-cd-speler niet geschikt is voor de COMP/DBE-functie, verschijnt NO COMP op het display wanneer u deze functie selecteert.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling. COMP OFFCOMP 1COMP 2 COMP OFFDBE 1DBE 2
ITS-speellijsten
Met ITS (Instant Track Selection) kunt u een speellijst met uw favoriete fragmenten samen­stellen van de discs die in het magazijn van de multi-cd-speler zijn geplaatst. Als u uw favor­iete fragmenten aan de speellijst hebt toege­voegd, kunt u de ITS-weergave inschakelen om de geselecteerde fragmenten af te spelen. Met ITS kunt u voor maximaal 100 discs (met de disctitels), per disc tot 99 fragmenten invoe­ren en afspelen. (Bij multi-cd-spelers die vóór de CDX-P1250 en CDX-P650 zijn verkocht, kun-
nen maximaal 24 fragmenten in de speellijst worden opgeslagen.)
Een speellijst met ITS­programmering samenstellen
1 Speel een cd af die u wilt programme­ren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de cd te selecteren.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om ITS MEMO te selecteren in het functieme­nu.
4 Selecteer het gewenste fragment door MULTI-CONTROL naar links of rechts te duwen.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog om het huidige fragment in de speellijst op te slaan. MEMORY COMPLETE wordt weergegeven en
de huidige selectie wordt aan de speellijst toe­gevoegd.
6 Druk op BAND om terug te keren naar het weergavedisplay.
Opmerking
Als er gegevens voor 100 discs in het geheugen zijn opgeslagen, worden de gegevens van de oudste disc door de nieuwe overschreven.
66
Nl
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
06
De ITS-speellijst afspelen
Met ITS-weergave kunt u de fragmenten afspe­len die u in de ITS-speellijst hebt ingevoerd. Als u de ITS-weergave inschakelt, worden de fragmenten uit de ITS-lijst in de multi-cd-speler afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen op bladzijde 23.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 65.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om ITS PLAY MODE te selecteren in het functie­menu.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de ITS­weergave in te schakelen. ITS PLAY verschijnt op het display. Het afspe-
len begint met de fragmenten van de speellijst binnen het eerder geselecteerde bereik, M-CD REPEAT of DISC REPEAT.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, ver­schijnt ITS EMPTY op het display. # Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de ITS-weergave uit te schakelen.
Een fragment uit de ITS-speellijst verwijderen
U kunt een fragment uit de ITS-speellijst ver­wijderen als de ITS-weergave aan staat. Als de ITS-weergave al is geactiveerd, gaat u verder met stap 2. Als de ITS-weergave is uitge­schakeld, gebruikt u MULTI-CONTROL.
1 Speel de cd af waarvan u een fragment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen en schakel de ITS-weergave in.
Raadpleeg De ITS-speellijst afspelen op deze bladzijde.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 65.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om ITS MEMO te selecteren in het functieme­nu.
4 Selecteer het gewenste fragment door MULTI-CONTROL naar links of rechts te duwen.
5 Duw MULTI-CONTROL omlaag om het fragment uit de ITS-speellijst te verwijde­ren.
Het huidige fragment wordt uit de ITS-speel­lijst verwijderd en het volgende fragment wordt afgespeeld.
# Als de speellijst geen fragmenten binnen het huidige bereik bevat, wordt ITS EMPTY weergege­ven en wordt de disc normaal afgespeeld.
6 Druk op BAND om terug te keren naar het weergavedisplay.
Een cd uit de ITS-speellijst verwijderen
U kunt alle fragmenten van een cd uit de ITS­speellijst verwijderen als de ITS-weergave uit staan.
1 Speel de cd af die u wilt verwijderen.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de cd te selecteren.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 65.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om ITS MEMO te selecteren in het functieme­nu.
4 Duw MULTI-CONTROL omlaag om alle fragmenten van de huidige cd uit de ITS­speellijst te verwijderen.
Alle fragmenten van de spelende cd worden uit de speellijst verwijderd en
MEMORY DELETED wordt weergegeven.
5 Druk op BAND om terug te keren naar het weergavedisplay.
Verkrijgbare accessoires
67
Nl
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Functies voor disctitels
U kunt cd-titels invoeren en laten weergeven. Daarna kunt u eenvoudig naar de disc zoeken die u wilt afspelen.
Disctitels invoeren
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om maximaal 100 cd-titels (met ITS-speellijst) in de multi-cd-speler op te slaan. Een titel kan maximaal 10 tekens lang zijn. Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 24 voor meer informatie over de bediening. ! De titels blijven in het geheugen bewaard,
zelfs als de disc uit het magazijn wordt ver­wijderd. Ze worden opgeroepen als de disc weer in het toestel wordt geplaatst.
! Als er gegevens voor 100 discs in het ge-
heugen zijn opgeslagen, worden de gege­vens van de oudste disc door de nieuwe overschreven.
Disctitels weergeven
% Druk op DISP om de gewenste tekstin­formatie te selecteren.
! Cds met ingevoerde titel
Weergavetijddisctitel en weergavetijd
! Cd-text-discs
Weergavetijdnaam artiest disc en frag­menttitelnaam artiest disc en disctitel disctitel en fragmenttitelnaam artiest fragment en fragmenttitelfragmenttitel en weergavetijd
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste disctitel te selecteren.
Draai aan de knop om een andere disctitel te selecteren. Druk op de knop om het afspelen te starten.
# U kunt ook een andere disctitel kiezen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Duw tijdens het afspelen van een cd-text-disc MULTI-CONTROL naar rechts om een lijst weer te geven met de fragmenten op de geselecteerde disc. Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de disclijst. # Als er geen titel voor een disc is ingevoerd, wordt NO TITLE weergegeven. # Als er geen disc in het magazijn is geplaatst, verschijnt NO DISC naast het discnummer. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Discs selecteren uit de disctitellijst
In de disctitellijst krijgt u een overzicht van de in de multi-cd-speler ingevoerde disctitels. Zo kunt u gemakkelijk de gewenste disc kiezen om af te spelen.
1 Druk op LIST om vanaf het weergave­display over te schakelen naar de disctitel­lijst.
68
Nl
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
06
Dvd-speler
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare dvd­speler of multi-dvd-speler bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie­ning de handleiding van de dvd-speler of multi-dvd-speler. In dit gedeelte vindt u infor­matie over de bediening van de dvd-speler met dit toestel voor zover die afwijkt van de infor­matie in de handleiding van de dvd-speler of multi-dvd-speler.
 
1 Discnummerindicator
Geeft het nummer weer van de disc die mo­menteel wordt afgespeeld als u een multi-dvd­speler gebruikt.
2 Titel-/Mapnummerindicator
Deze toont de titel (dvd-video) of het mapnum­mer (gecomprimeerde audio) van de selectie die momenteel wordt afgespeeld.
3 Hoofdstuk-/Fragmentnummerindicator
Deze toont het nummer van het hoofdstuk (dvd-video) of fragment (video-cd, cd of ge­comprimeerde audio) dat momenteel wordt afgespeeld.
4 Weergavetijd-indicator
% Een hoofdstuk/fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
# Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u geen geluid bij vooruit- of achteruitspoelen.
% Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om naar het vorige of volgende hoofdstuk/fragment te gaan.
Een disc selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-dvd-speler op het toestel is aan­gesloten.
Druk op één van de toetsen 1 t/m 6 op de afstandsbediening om de gewenste disc te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
Een map selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
op dit toestel een dvd-speler is aangesloten die gecomprimeerde audiobestanden kan afspelen.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om een map te selecteren.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer FUNCTION met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk op de knop om deze te se­lecteren. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren.
Tijdens het afspelen van een dvd-video of video-cd
PLAY MODE (herhaalde weergave)PAUSE (pauze)
Tijdens het afspelen van een cd
Verkrijgbare accessoires
69
Nl
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
PLAY MODE (herhaalde weergave) RANDOM MODE (willekeurige weergave) SCAN MODE (scanweergave)PAUSE (pauze)—ITS PLAY MODE (ITS-weergave) ITS MEMO (ITS-invoer)TITLE INPUT (discti-
telinvoer)
Tijdens het afspelen van gecomprimeerde audio
PLAY MODE (herhaalde weergave) RANDOM MODE (willekeurige weergave) SCAN MODE (scanweergave)PAUSE
(pauze)
# U kunt de functie ook selecteren door op de afstandsbediening op FUNCTION te drukken. # Druk op BAND om terug te keren naar het weergavedisplay.
# Als u de functies (behalve ITS MEMO en TITLE INPUT) niet binnen ongeveer 30 seconden
gebruikt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave.
Functies en bediening
De bediening van de functies PLAY MODE, RANDOM MODE, SCAN MODE, PAUSE en TITLE INPUT is in principe gelijk aan de bedie-
ning van deze functies op de ingebouwde cd­speler. De functies ITS PLAY MODE en ITS MEMO zijn in principe gelijk aan die van de multi-cd­speler.
Functienaam Bediening
Raadpleeg Een herhaalbereik se­lecteren op bladzijde 23.
Het herhaalbereik dat u kunt se­lecteren hangt echter af van het type disc of systeem. Het her­haalbereik van de dvd-speler/ multi-dvd-speler is als volgt: U kunt deze functie niet gebrui­ken tijdens PBC-weergave van video-cds.
PLAY MODE
RANDOM MODE
SCAN MODE
PAUSE
ITS PLAY MODE
ITS MEMO
TITLE INPUT
! DISC REPEAT – De spelende
disc herhalen
! FOLDER REPEAT – De huidi-
ge map herhalen
! TITLE REPEAT – Alleen de
huidige titel herhalen
! CHAPTER REPEAT – Alleen
het huidige hoofdstuk herha­len
! TRACK REPEAT – Het spe-
lende fragment herhalen
Raadpleeg Fragmenten in wille- keurige volgorde afspelen op blad­zijde 23.
Raadpleeg Mappen en fragmen- ten scannen op bladzijde 23.
Raadpleeg Het afspelen onderbre- ken op bladzijde 23.
Raadpleeg ITS-speellijsten op bladzijde 66.
Raadpleeg ITS-speellijsten op bladzijde 66.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 24.
70
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor her­haalde weergave gewijzigd in DISC REPEAT.
! Als u tijdens het afspelen van een video-cd of
cd een fragment zoekt of snel vooruit- of ach­teruitspoelt tijdens TRACK REPEAT, wordt het herhaalbereik gewijzigd in DISC REPEAT.
! Als u tijdens de het afspelen van gecompri-
meerde audio een andere map kiest, wordt het herhaalbereik gewijzigd in DISC REPEAT.
Nl
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
06
! Als u tijdens het afspelen van gecompri-
meerde audio een fragment zoekt of snel voor­uit- of achteruitspoelt tijdens TRACK REPEAT, wordt het herhaalbereik gewijzigd in FOLDER REPEAT.
! Een multi-dvd-speler met ITS-functies en dis-
ctitelfuncties kan ook op dit toestel worden aangesloten. In dat geval kunnen ITS PLAY MODE, ITS MEMO en de invoer­functie voor disctitels bediend worden.
! De ITS-functie van een dvd-speler verschilt
enigszins van de ITS-weergave met een multi­cd-speler. Bij een multi-dvd-speler heeft ITS­weergave alleen betrekking op het afspelen van cds. Raadpleeg ITS-speellijsten op blad­zijde 66 voor meer informatie.
Tv-tuner
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare tv­tuner bedienen.
Raadpleeg de handleiding van de tv-tuner voor meer informatie over de bediening van de tv­tuner. In dit gedeelte vindt u informatie over de bediening van de tv-tuner met dit toestel voor zover die afwijkt van de handleiding van de tv­tuner.
1 Frequentiebandindicator 2 Voorkeuzenummerindicator 3 Zenderindicator
% Een frequentieband selecteren
Druk op BAND.
% Een zender selecteren (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
Verkrijgbare accessoires
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL even naar links of naar rechts ingedrukt en laat deze weer los.
Opmerkingen
! U kunt met TV1 of TV2 een frequentieband
selecteren.
! U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts te duwen.
! Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders overslaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u MULTI-CONTROL loslaat.
Nl
71
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires
Zenders opslaan en oproepen
U kunt 12 zenders opslaan zodat u deze later eenvoudig en snel kunt oproepen. ! Voor elke band kunnen 12 zenders in het
geheugen worden opgeslagen.
1 Druk op LIST.
Het scherm met voorkeuzezenders wordt weer­gegeven.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gese­lecteerde zender in het geheugen op te slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze­nummer te selecteren. Houd de knop inge­drukt om de frequentie op te slaan.
# U kunt de zender ook in het geheugen op­slaan door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen en ingedrukt te houden.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Gebruik van de afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunt u ook zenders opslaan en oproepen die zijn ingesteld via de voorkeuzetoetsen P1t/m P6.
% Wanneer u hebt afgestemd op een zen­der die u in het geheugen wilt opslaan, houdt u een van de voorkeuzetoetsen 1 t/ m 6 ingedrukt tot het voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u hebt ingedrukt, begint te knipperen in de voorkeuzenummerindicator en blijft daarna branden. De geselecteerde zender is in het geheugen opgeslagen.
Als u de volgende keer op dezelfde voorkeuzet­oets drukt, wordt de opgeslagen zender uit het geheugen opgeroepen.
# U kunt de zenders die aan voorkeuzetoetsen zijn toegewezen ook opvragen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
De sterkste zenders op volgorde opslaan (BSSM)
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer FUNCTION om BSSM weer te geven.
# U kunt de functie ook selecteren door op de afstandsbediening op FUNCTION te drukken.
3 Druk op MULTI-CONTROL om BSSM in te schakelen. SEARCHING begint te knipperen. Terwijl SEARCHING knippert, worden de 12 sterkste
zenders opgeslagen, te beginnen bij de laagste zender. Als het zoeken is voltooid, ver­schijnt de lijst met voorkeuzezenders.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het opslaan te annuleren.
4 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Druk op BAND om terug te keren naar het ge- wone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
72
Nl
Aanvullende informatie
Aanhangsel
Problemen verhelpen
Bluetooth-audio/telefoon
Symptoom Oorzaak Maatregel
Het geluidssig­naal van de Bluetooth-ge­luidsbron wordt niet weergegeven.
Er wordt op het­zelfde moment getelefoneerd met een via Blue­tooth aangeslo­ten mobiele telefoon.
Er wordt op het­zelfde moment een via Bluetooth aangesloten mo­biele telefoon ge­bruikt.
Er werd opgebeld met een via Blue­tooth aangeslo­ten mobiele telefoon maar het gesprek werd onmiddellijk weer beëindigd. Daardoor kon de verbinding tus­sen dit toestel en de mobiele tele­foon niet correct worden afgeslo­ten.
Het geluidssignaal wordt weergegeven nadat het gesprek beëindigd is.
Gebruik de mobiele telefoon niet op hetzelfde moment.
Herstel de Blue­tooth-verbinding tussen dit toestel en de mobiele tele­foon.
Elektrisch of me-
ERROR-10, 11, 12, 15, 17, 30, A0
ERROR-15 De geplaatste
ERROR-22, 23 Het cd-formaat
NO AUDIO De geplaatste
TRK SKIPPED De geplaatste
PROTECT Alle bestanden
chanisch pro­bleem
disc bevat geen gegevens
kan niet worden afgespeeld
disc bevat geen bestanden die kunnen worden afgespeeld
disc bevat WMA­bestanden die door digital rights manage­ment (digitaal rechtenbeheer, DRM) zijn bevei­ligd
op de disc zijn door digital rights manage­ment (digitaal rechtenbeheer, DRM) beveiligd
Zet het contact uit en weer aan, of schakel over naar een andere sig­naalbron en dan terug naar de cd­speler.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Aanvullende informatie
Foutmeldingen
Schrijf een foutmelding altijd nauwkeurig op en houd deze bij de hand als u contact op­neemt met uw leverancier of het dichtstbij­zijnde Pioneer-servicecentrum.
Ingebouwde cd-speler
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-11, 12, 17, 30
ERROR-11, 12, 17, 30
Vuile disc Maak de disc
schoon.
Bekraste disc Vervang de disc.
USB-audiospeler/USB-geheugen
Melding Oorzaak Maatregel
NO AUDIO Geen songs Zet de audiobe-
Er is USB-geheu­gen met inge­schakelde bevei­liging aangeslo­ten
Geen songs Zet de songs over
standen over naar de draagbare USB­audiospeler/het USB-geheugen en maak verbinding.
Raadpleeg de in­structies van het USB-geheugen om de beveiliging uit te schakelen.
naar de iPod.
73
Nl
Aanhangsel
Aanvullende informatie
De aangesloten
TRK SKIPPED
PROTECT Alle bestanden
N/A USB Het aangesloten
CHECK USB Er is kortsluiting
draagbare USB­audiospeler/het USB-geheugen bevat WMA-be­standen die door Windows Media DRM 9/10 zijn be­veiligd
op de aangeslo­ten draagbare USB-audiospe­ler/in het USB­geheugen zijn door Windows Media DRM 9/10 beveiligd
USB-apparaat wordt door dit toestel niet on­dersteund.
opgetreden in de USB-aansluiting of de USB-kabel.
De aangesloten draagbare USB­audiospeler of het aangesloten USB-geheugen verbruikt meer dan 500 mA (maximaal toe­laatbare stroom­sterkte).
Speel audiobestan­den af die niet door Windows Media DRM 9/10 zijn be­veiligd.
Zet audiobestan­den die niet door Windows Media DRM 9/10 zijn be­veiligd over naar de draagbare USB-au­diospeler/het USB­geheugen en sluit het apparaat aan.
Sluit een draag­bare USB-audio­speler of USB­geheugen aan dat compatibel is met USB Mass Storage Class.
Controleer of de USB-stekker en de USB-kabel niet er­gens ingeklemd zijn of beschadigd zijn.
Ontkoppel de draagbare USB-au­diospeler/het USB­geheugen en ge­bruik dit apparaat niet meer. Zet de contactschakelaar op OFF, daarna op ACC of ON en sluit vervolgens een compatibele draag­bare USB-audio­speler/compatibel USB-geheugen aan.
Communicatie-
ERROR-19
ERROR-23 Het USB-toestel
fout
is niet geformat­teerd met de in­deling FAT16 of FAT32
Probeer de vol­gende mogelijkhe­den.
-Zet het contact uit en dan weer aan.
-Ontkoppel de draagbare USB-au­diospeler/het USB­geheugen.
-Schakel over naar een andere bron. Schakel vervolgens terug naar de USB­audiospeler/het USB-geheugen.
Gebruik een USB­toestel dat gefor­matteerd is met de indeling FAT16 of FAT32.
iPod
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-19 Communicatie-
fout
iPod-fout Verwijder de kabel
N/A USB Oude versie van
iPod
iPod-fout Reset de iPod.
ERROR-16 Oude versie van
iPod
iPod-fout Verwijder de kabel
Verwijder de kabel uit de iPod. Sluit de kabel weer aan als het hoofdmenu van de iPod wordt weergegeven. Reset de iPod.
uit de iPod. Sluit de kabel weer aan als het hoofdmenu van de iPod wordt weergegeven. Reset de iPod.
Update de versie van de iPod.
Update de versie van de iPod.
uit de iPod. Sluit de kabel weer aan als het hoofdmenu van de iPod wordt weergegeven. Reset de iPod.
74
Nl
Aanvullende informatie
Aanhangsel
iPod is niet opge-
ERROR-A1 CHECK USB
NO SONGS Geen songs Zet de songs over
STOP Geen songs in de
laden, maar functioneert cor­rect
huidige lijst
Controleer of de kabel van de iPod niet is kortgeslo­ten, bijvoorbeeld contact maakt met metalen voorwer­pen. Zet daarna het contact uit en weer aan, of ontkoppel de iPod en sluit deze weer aan.
naar de iPod.
Selecteer een lijst die wel songs bevat.
Bluetooth-audio/telefoon
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-10 Er is een fout op-
getreden in de in­terne Bluetooth­eenheid.
ERROR-80 Er is een fout op-
getreden in het interne flash rom-geheugen
Zet het contact af en dan weer aan.
Zet het contact af en dan weer aan.
Richtlijnen voor het gebruik van discs en de speler
! Gebruik uitsluitend discs die voorzien zijn
van een van onderstaande twee logos.
! Gebruik uitsluitend normale, ronde discs.
Gebruik geen discs met een andere vorm (shaped discs).
! Gebruik cds van 12 of 8 cm. Gebruik geen
adapter als u cds van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen ander object dan een cd in de
cd-laadsleuf.
! Gebruik geen gebarste, gebroken, kromme
of op andere wijze beschadigde discs, omdat zulke discs de speler kunnen be­schadigen.
! Niet-gefinaliseerde cd-r/cd-rw-discs kunnen
niet worden afgespeeld.
! Raak de gegevenszijde van de disc niet
aan.
! Bewaar discs in het bijbehorende doosje
wanneer u ze niet gebruikt.
! Bewaar discs niet in een hete ruimte of in
direct zonlicht.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en breng het oppervlak niet in aanraking met chemische middelen.
! Om een cd te reinigen, veegt u de disc van
het midden naar de buitenkant met een zachte doek schoon.
! Condens en vochtvorming kunnen de werk-
ing van de speler tijdelijk negatief beïnvloe­den. Laat de speler in een warmere omgeving ongeveer een uur op tempera­tuur komen. Veeg vochtige schijven met een zachte doek schoon.
! Sommige discs kunnen niet worden afge-
speeld afhankelijk van het type disc, de in­deling ervan, de toepassing waarmee deze is opgenomen, de omgeving waarin deze wordt afgespeeld, de manier waarop deze wordt bewaard, enzovoort.
! Tekstinformatie wordt soms niet correct
weergegeven. Dat is afhankelijk van de ma­nier waarop de disc is opgenomen.
! Schokken tijdens het rijden van het voer-
tuig kunnen de disc laten overslaan.
! Lees de voor discs geldende voorzorgs-
maatregelen voordat u ze gebruikt.
Aanvullende informatie
75
Nl
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Dual discs
! Dual discs zijn dubbelzijdige discs met aan
de ene kant een beschrijfbaar cd-oppervlak voor audio-opnamen en aan de andere kant een beschrijfbaar dvd-oppervlak voor video-opnamen.
! Aangezien de cd-zijde van Dual discs niet
compatibel is met de algemene cd-stan­daard, is het wellicht niet mogelijk de cd­zijde op dit toestel af te spelen.
! Het regelmatig plaatsen en uitwerpen van
een Dual disc kan krassen veroorzaken op de disc en tot afspeelproblemen leiden. In sommige gevallen kan een Dual disc vast komen te zitten in de cd-laadsleuf en kan deze niet meer worden uitgeworpen. Om problemen te voorkomen wordt u aangera­den om geen Dual discs te gebruiken met dit toestel.
! Raadpleeg de informatie van de fabrikant
van de disc voor meer informatie over Dual discs.
Compatibiliteit met gecomprimeerde audio
WMA
! Compatibel formaat: WMA gecodeerd met
Windows Media Player
! Bitsnelheid: 48 kbps tot 320 kbps (CBR), 48
kbps tot 384 kbps (VBR)
! Bemonsteringsfrequentie: 32 kHz tot 48
kHz
! Windows Media Audio 9 Professional, Los-
sless, Voice: Nee
MP3
! Bitsnelheid: 8 kbps tot 320 kbps ! Bemonsteringsfrequentie: 16 kHz tot 48
kHz (32, 44,1, 48 kHz voor de beste kwali­teit)
! Compatibele ID3-tag-versie: 1.0, 1.1, 2.2,
2.3, 2.4 (ID3-tag versie 2.x krijgt prioriteit boven versie 1.x.)
! M3u speellijst: Nee
! MP3i (MP3 interactive), mp3 PRO: Nee
AAC
! Compatibel formaat: AAC gecodeerd met
! Bemonsteringsfrequentie: 11,025 kHz tot
! Overdrachtssnelheid: 16 kbps tot 320 kbps ! Apple Lossless: Nee
WAV
! Compatibel formaat: Lineair PCM (LPCM),
! Quantisatiebits: 8 en 16 (LPCM), 4 (MS
! Bemonsteringsfrequentie: 16 kHz tot 48
®
iTunes
48 kHz
MS ADPCM
ADPCM)
kHz (LPCM), 22,05 kHz tot 44,1 kHz (MS ADPCM)
Gecomprimeerde audiobestanden op disc
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-be­standen te coderen, kan het voorkomen dat albumtitels en andere tekstinformatie niet goed worden weergegeven.
! Er kan een kleine vertraging optreden bij
het afspelen van WMA/AAC-bestanden die met image-data zijn gecodeerd.
! ISO 9660 niveau 1 en 2 compatibel. Bestan-
den in de bestandssystemen Romeo en Jo­liet zijn compatibel met deze speler.
! Het afspelen van multisessie-discs is moge-
lijk.
! Gecomprimeerde audiobestanden zijn niet
compatibel met packet write data transfer.
! Alleen de eerste 64 tekens van de bestands-
naam (inclusief de extensie zoals .wma, .mp3, .m4a of .wav) of mapnaam worden weergegeven.
! De mapvolgorde en andere instellingen zijn
afhankelijk van de software die voor het co­deren en schrijven is gebruikt.
76
Nl
1
2
5
6
eau
eau
eau
eau
Aanvullende informatie
Aanhangsel
! Bij het afspelen van gecomprimeerde audi-
odiscs wordt altijd een korte pauze ingelast tussen de fragmenten. Dit gebeurt onge­acht de lengte van de lege ruimte tussen de fragmenten op de originele opname.
! Bestandsextensies zoals .wma, .mp3, .m4a
of .wav moeten correct gebruikt worden.
! Russische tekst die op dit toestel moeten
worden weergegeven, moet met de vol­gende tekensets zijn gecodeerd:
Unicode (UTF-8, UTF-16)Andere tekensets dan Unicode die in
een Windows-omgeving worden ge­bruikt en op Russisch zijn ingesteld bij de instellingen voor meerdere talen
! Van Russische tekst worden alleen de
eerste 32 tekens weergegeven van de be­standsnaam (inclusief de extensie zoals .wma, .mp3, .m4a of .wav) of mapnaam.
Voorbeeld van een boomstructuur
: Map
: Gecomprimeerd audiobestand
3 4
Niv
1 Niv
2 Niv
3 Niv
4
! Mapnummers worden door dit toestel toe-
gewezen. Als gebruiker kunt u geen map­nummers toewijzen.
! De mappenstructuur kan uit maximaal
acht niveaus bestaan. Voor praktisch ge­bruik kunt u beter niet meer dan twee ni­veaus gebruiken.
! Er kunnen bestanden uit maximaal 99 map-
pen worden afgespeeld.
USB-audiospeler/USB­geheugen
Compatibiliteit met draagbare USB-audiospelers/USB-geheugen
! USB-versie: 2.0, 1.1 en 1.0 ! USB-overdrachtssnelheid: volle snelheid ! USB-klasse: MSC-apparatuur (Mass Sto -
rage Class)
! Protocol: bulk ! Minimale hoeveelheid geheugen: 250 MB ! Maximale hoeveelheid geheugen: 250 GB ! Bestandssysteem: FAT32 en FAT16 ! Voeding: 500 mA
Opmerkingen
! Gepartitioneerd USB-geheugen is niet compa-
tibel met dit toestel.
! Afhankelijk van het type draagbare USB-au-
diospeler/USB-geheugen dat u gebruikt, kan het voorkomen dat dit toestel de USB-audio­speler/het USB-geheugen niet herkent of dat de audiobestanden niet juist worden afge­speeld.
! Dit toestel kan audiobestanden afspelen op
een draagbare USB-audiospeler/USB-geheu­gen dat compatibel is met USB MSC (Mass Storage Class). Bestanden waarop auteurs­rechten rusten en die beschermd zijn kunnen echter niet van bovenstaande USB-apparaten worden afgespeeld. (Als u een iPod op dit toe­stel hebt aangesloten, is het juist afspelen van bestanden mede afhankelijk van de specifica­ties van de iPod.)
! Draagbare USB-audiospelers/USB-geheugen
kunnen niet via een USB-hub op dit toestel worden aangesloten.
Aanvullende informatie
77
Nl
1
2
5
6
eau
eau
eau
eau
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Omgang met het toestel en bijkomende informatie
! Stel de draagbare USB-audiospeler/het
USB-geheugen niet langdurig aan direct zonlicht bloot. Overmatige blootstelling aan direct zonlicht kan de temperatuur in de draagbare USB-audiospeler/het USB-ge­heugen doen oplopen en storingen veroor­zaken.
! Stel de draagbare USB-audiospeler/het
USB-geheugen niet bloot aan hoge tempe­raturen.
! Zet de draagbare USB-audiospeler/ het
USB-geheugen goed vast voordat u gaat rij­den. Laat de draagbare USB-audiospeler/ het USB-geheugen niet op de grond vallen, omdat deze dan onder het rem- of gaspe­daal terecht kan komen.
! Er kan een kleine vertraging optreden bij
het afspelen van audiobestanden die met afbeeldingsgegevens zijn gecodeerd.
! Afhankelijk van het USB-apparaat dat op
dit toestel is aangesloten, kan er op de radio ruis optreden.
! Als een draagbare USB-speler/USB-geheu-
gen als signaalbron is geselecteerd, wor­den alleen de eerste 32 tekens weergegeven van mapnaam of bestands­naam (inclusief de extensie).
! De tekstinformatie bij sommige audiobe-
standen wordt mogelijk niet correct weer­gegeven.
! Bestandsnaamextensies moeten correct
gebruikt worden.
! Er kunnen maximaal 15 000 bestanden op
een draagbare USB-audiospeler/USB-ge­heugen worden afgespeeld.
! Er kunnen maximaal 500 mappen op een
draagbare USB-audiospeler/USB-geheu­gen worden afgespeeld.
! Er kunnen maximaal acht niveaus met
mappen op een draagbare USB-audiospe­ler/USB-geheugen worden afgespeeld.
! Bij het starten van audiobestanden op een
draagbare USB-audiospeler/USB-geheu-
gen met een uitgebreide mappenstructuur kan enige vertraging optreden.
! Sluit geen andere apparaten aan dan een
draagbare USB-audiospeler/USB-geheu­gen.
! De bediening kan verschillen afhankelijk
van het type USB-audiospeler en USB-ge­heugen.
De volgorde van audiobestanden in het USB-geheugen
De afspeelvolgorde op draagbare USB-audiospe­lers wijkt af van de afspeelvolgorde in het USB­geheugen en is bovendien afhankelijk van de speler.
Voorbeeld van een boomstructuur
: Map
: Gecomprimeerd audiobestand
3 4
Niv
1 Niv
2 Niv
3 Niv
4
! 01 t/m 05 geeft de toegewezen mapnum-
mers aan. 1 t/m 6 geeft de afspeelvolg­orde aan. De gebruiker kan met dit toestel geen mapnummers toewijzen of de afspeel­volgorde wijzigen.
! Audiobestanden worden afgespeeld in de
volgorde waarin ze zijn opgenomen op het USB-apparaat.
! Ga als volgt te werk als u wilt dat bestanden
in een bepaalde volgorde worden afge­speeld.
1 Geef de bestanden namen met nummers
die de afspeelvolgorde aangeven, bijvoor­beeld 001xxx.mp3 en 099yyy.mp3.
78
Nl
Aanvullende informatie
Aanhangsel
2 Plaats de bestanden in een map. 3 Kopieer de map met de bestanden naar
het USB-apparaat.
Merk echter op dat de afspeelvolgorde van bestanden niet altijd kan worden bepaald. Dit is afhankelijk van het gebruikte sys­teem.
iPod
Bediening van de iPod
! Laat de iPod niet lange tijd in direct zon-
licht liggen. Overmatige blootstelling aan direct zonlicht kan de temperatuur in de iPod doen oplopen en storingen veroorza­ken.
! Stel de iPod niet bloot aan hoge temperatu-
ren.
! Sluit voor een goede werking van dit toestel
de dock connector-kabel rechtstreeks op de iPod aan.
! Maak de iPod stevig vast voordat u gaat rij-
den. Laat de iPod niet op de grond vallen, omdat deze dan onder het rem- of gaspe­daal terecht kan komen.
! Raadpleeg voor meer informatie de hand-
leiding van de iPod.
Informatie over iPod-instellingen
! U kunt de equalizer van de iPod niet op
Pioneer-apparaten bedienen. We raden aan de equalizer van de iPod uit te schakelen voordat u deze op dit toestel aansluit.
! Als u dit toestel gebruikt, kunt u de herhaal-
functie van de iPod niet uitzetten. Zelfs als u op de iPod de herhaalfunctie uitzet, wordt deze automatisch aangezet als u de iPod op dit toestel aansluit.
paalde profielen ondersteunen. Dit toestel is compatibel met de volgende profielen: A2DP (Advanced Audio Distribution
Profile)
AVRCP (Audio/Video Remote Control
Profile)
GAP (Generic Access Profile)SDP (Service Discovery Protocol)OPP (Object Push Profile)HFP (Hands Free Profile)PBAP (Phone Book Access Profile)SPP (Serial Port Profile)
Aanvullende informatie
Lijst met Russische tekens
D: Display C: Teken
DC DC DC DC
А Б В Г
Д Е, Ё Ж З
И, Й К Л М
Н О П Р
С Т У Ф
Х Ц Ч Ш, Щ
Ъ Ы Ь Э
Ю Я
Bluetooth-profielen
! Apparaten die via Bluetooth draadloze
technologie communiceren, moeten be-
79
Nl
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (12,0 tot
14,4 V toelaatbaar)
Aar di ng ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 178 mm × 100 m m × 152
mm
Voorka nt ................... 188 mm × 118 mm × 16
mm
D
Chassis ..................... 178 mm × 100 m m × 160
mm
Voorka nt ................... 170 mm × 94 m m × 8 mm
Gewicht ........................................ 1,8 kg
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
50 W × 2/4 W + 70 W × 1/2
W (voor de subwoofer) Doorlopend uitgangsvermogen
..................................................... 22 W × 4 (50 Hz tot 15 00 0
Hz, 5% THD, 4 W belasting,
beide kanalen)
Bel as ti ngsimpedant ie ........... 4 W tot 8 W ×4
4 W tot 8 W ×2+2W ×1 Preout max uitgangsniveau
..................................................... 4 V
Equalizer (7-bands grafische equalizer):
Freq ue nt ie ......................... 50/125/315/800/2k/5k/12,5k
Hz
Gai n ...................................... ±12 dB
HPF:
Freq ue nt ie ......................... 50/63/80/100/125 Hz
Afv al ..................................... –12 dB/oct
Subwoofer (mono):
Freq ue nt ie ......................... 50/63/80/100/125 Hz
Afv al ..................................... –18 dB/oct
Gai n ...................................... +6 d B to t –24 dB
Fase ...................................... Normaal/tegengesteld
Bass boost:
Gai n ...................................... +12 dB tot 0 dB
Cd-speler
Systeem ....................................... Compact Disc Audio
Bru ik ba re discs ........................ Compact Discs
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 94 dB ( 1 kHz) (I EC - A ne t-
werk)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTu-
WAV-signaalformaat .............. L in eaire PCM & MS ADPCM
kan. audio) (Windows Media Player)
®
gecodeerd) (.m4a)
nes (versie 7,2 en eerder)
(niet gecomprimeerd)
USB
Specificaties .............................. USB 2.0 volledige sn elheid
Voedin g ........................................ 500 m A
Maximale hoeveelheid geheugen
..................................................... 250 GB
Bestandssysteem .................... FAT16, FAT32
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3 WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTu-
WAV-signaalformaat .............. L in eaire PCM & MS ADPCM
kan. audio) (Windows Media Player)
®
gecodeerd) (.m4a)
nes (versie 7,2 en eerder)
(niet gecomprimeerd)
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 MHz tot 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 8 d Bf (0,7 µV/75 W, mono,
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 75 dB ( IE C -A netwerk)
S/N: 30 dB)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 kHz to t 1 602 kH z (9
Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 65 dB ( IE C -A netwerk)
kHz)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 kHz to t 281 k Hz
Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 65 dB ( IE C -A netwerk)
Bluetooth
Versie ............................................. Blue to ot h 2.0 g ec ertificeerd
Uitgangsvermogen ................. +4 d Bm m ax .
(Vermogensklasse 2)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp kunnen ter pro­ductverbetering zonder voorafgaande kennisge­ving worden gewijzigd.
80
Nl
PIONEER CORPORATION
4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU TOKYO 153-8654, JAPAN
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium TEL: (0) 3/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
253 Alexandra Road, #04-01, Singapore 159936 TEL: 65-6472-7555
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
178-184 Boundary Road, Braeside, Victoria 3195, Australia TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
300 Allstate Parkway, Markham, Ontario L3R 0P2, Canada TEL: 1-877-283-5901 TEL: 905-479-4411
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO, S.A. de C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000 TEL: 55-9178-4270
司 : 台北4413
: (02) 2521-3588
9901-6 話 : (0852) 2848-6488
Uitgegeven door Pioneer Corporation. Copyright © 2007 by Pioneer Corporation. Alle rechten voorbehouden.
<KOKZX> <07L00000>
<CRB2761-A> EW
Loading...