Pioneer DEX-P99RS User Manual [de]

Bedieningshandleiding
CD-SPELER
DEX-P99RS
Nederlands
Inhoud
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer­product.
Vóór u begint
Gebruikersinformatie voor het verzamelen en
verwijderen van oude producten en
batterijen 5 Informatie over dit toestel 5 Kenmerken 6 Bezoek onze website 6 Bij problemen 6 Het toestel tegen diefstal beveiligen 6
Het voorpaneel verwijderen 7Het voorpaneel bevestigen 7
De microprocessor resetten 7 Tegengestelde modus 7 Gebruik en onderhoud van de
afstandsbediening 8
De batterij plaatsen en verwijderen 8Gebruik van de afstandsbediening 8
Bediening van het toestel Wat is wat 9
Hoofdtoestel 9Stuurafstandsbediening 9
Basisbediening 10
Stroom aan/uit 10Signaalbronnen selecteren 10Een disc plaatsen 11Het volume afstellen 12
Tuner 12
Basisbediening 12Zenderfrequenties opslaan en
oproepen 13
PTY-nooduitzendingen 14Geavanceerde bediening 14De sterkste zenders opslaan (BSM) 14Op sterke signalen afstemmen 14Alternatieve frequenties kiezen
(AF) 15
Verkeersberichten ontvangen (TA) 16PTY-functies 16Radiotekst 17PTY-lijst 18
Ingebouwde cd-speler 19
Basisbediening 19
2
Nl
– De tekstinformatie van de disc
weergeven 19
– Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren 20
– Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren 20
Geavanceerde bediening 21Een herhaalbereik selecteren 21Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 21
Mappen en fragmenten scannen 21Het afspelen onderbreken 22Functies voor disctitels 22
Songs op een USB-opslagapparaat
afspelen 23
Basisbediening 23De tekstinformatie bij een
audiobestand weergeven 23
– Bestanden uit de lijst met
bestandsnamen selecteren 24
– Geavanceerde bediening 24
Muziek op de iPod afspelen 25
Basisbediening 25Naar een song bladeren 25Tekstinformatie op de iPod
weergeven 26
Geavanceerde bediening 26Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 27
– Alle songs in willekeurige volgorde
afspelen (shuffle all) 27
– Songs afspelen die verwant zijn met de
huidige song 27
– De iPod-functie van dit toestel via de
iPod bedienen 28
– De weergavesnelheid van een
audioboek wijzigen 28
Audio-instellingen Bedieningsstanden 29
Audio eenvoudig aanpassen 29Audio fijn afstemmen 29Extra functies 29
Audio-instellingen 29
Inhoud
Het linker- en rechterkanaal aanpassen 30 De balansinstelling 30 Positiekeuze-instelling 30 Informatie over de audionetwerkfunctie 31
Instelbare parameters 31Opmerking over aanpassingen aan het
audionetwerk 32
Luidsprekers (filters) dempen 33Het audionetwerk aanpassen 33
Tijduitlijning 34
– De tijduitlijning aanpassen 35
Equalizercurven selecteren of kopiëren 35
Een equalizercurve selecteren 35Een equalizercurve kopiëren 36
Equalizercurven nauwkeurig afstellen 36 De auto-equalizer 36 De sound retriever 37 De loudness aanpassen 37 Het bronniveau aanpassen 37 Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en instelling van de equalizer) 38
– Voordat u een automatische TA en EQ-
meting uitvoert 38
– Een automatische TA en EQ-meting
uitvoeren 39
Begininstellingen
De begininstellingen aanpassen 42 De taal van het display selecteren 42 De luidsprekers instellen 42 De klok instellen 43 Het uit-klokdisplay in- en uitschakelen 43 De FM-afstemstap instellen 44 Automatisch PI-zoeken in- of
uitschakelen 44
De waarschuwingstoon in- of
uitschakelen 44 Het voorpaneel automatisch openen 44 De externe ingang in- of uitschakelen 45 De dimmer in- of uitschakelen 45 De helderheid aanpassen 45 De verlichtingskleur selecteren 45 De verlichtingskleur aanpassen 46
De verlichting koppelen 46 Vervormd geluid corrigeren 46 De audiofuncties resetten 46 Het geluid tijdelijk uitschakelen of
dempen 47
De polariteit van de deurbediening
instellen 47 Demping via de deuren instellen 47 De tegengestelde modus inschakelen 48 Ever Scroll inschakelen 48 De signaalbron BT Audio inschakelen 48 De pincode invoeren voor Bluetooth
draadloze verbinding 48 De systeemversie opvragen in geval van
reparatie 49
Overige functies De AUX-signaalbron 50
Informatie over AUX1 en AUX2 50AUX1-signaalbron: 50AUX2-signaalbron: 50De signaalbron AUX selecteren 50De AUX-titel instellen 50
Gebruik van een extern toestel 51
– Een extern toestel als signaalbron
selecteren 51
Basisbediening 51Geavanceerde bediening 51
De entertainment-displays 51 De Direct Function-toets (DF) 52
Verkrijgbare accessoires Muziek op de iPod afspelen 53
Basisbediening 53Tekstinformatie op de iPod
weergeven 53
Naar een song bladeren 53Geavanceerde bediening 53
Bluetooth-audio 54
Basisbediening 54Functies en bediening 55Verbinding maken met een Bluetooth-
audiospeler 56
3
Nl
Inhoud
– Muziek afspelen op een Bluetooth-
audiospeler 56
Het afspelen stoppen 56De verbinding met een Bluetooth-
audiospeler verbreken 56
– Het Bluetooth-apparaatadres
weergeven 56
Bluetooth-telefoon 56
Basisbediening 57Het toestel instellen voor handsfree
telefoneren 57
Een telefoongesprek voeren 58Een telefoongesprek aannemen 58Functies en bediening 59Verbinding maken met een mobiele
telefoon 60
– De verbinding met een mobiele
telefoon verbreken 60
– Een aangesloten mobiele telefoon
registreren 60
– Een geregistreerde telefoon
verwijderen 61
– Verbinding maken met een
geregistreerde mobiele telefoon 61
Het telefoonboek 62De gespreksgeschiedenis 64Iemand opbellen door het
telefoonnummer in te voeren 65
Het geheugen wissen 65Automatisch weigeren instellen 66Automatisch beantwoorden
instellen 66
Het belsignaal in- of uitschakelen 66Echo- en ruisonderdrukking 66
Multi-cd-speler 66
Basisbediening 66Functies voor cd-text 67Geavanceerde bediening 67Compressie en extra
basversterking 68
ITS-speellijsten 68Functies voor disctitels 70
Dvd-speler 70
Basisbediening 70Geavanceerde bediening 71
Tv-tuner 72
Basisbediening 72Zenders opslaan en oproepen 73De sterkste zenders op volgorde
opslaan (BSSM) 73
Aanvullende informatie
Foutmeldingen 75 Foutmeldingen tijdens de automatische TA
en EQ-meting 77
Richtlijnen voor het gebruik van discs en de
speler 77 DualDiscs 78 Richtlijnen voor het gebruik van externe
opslagapparaten en dit toestel 78 Compatibiliteit met gecomprimeerde audio
(disc, USB) 78
– Bijkomende informatie over
gecomprimeerde audio (disc, USB) 79
Gecomprimeerde audiobestanden op
disc 79 Gecomprimeerde audiobestanden in USB-
opslagapparaten 79 Voorbeeld van een boomstructuur en
afspeelvolgorde 80
– De volgorde van audiobestanden op
discs 80
– De volgorde van audiobestanden op
USB-opslagapparaten 80
iPod 80
Compatibiliteit met iPod 80Bediening van de iPod 81Informatie over iPod-instellingen 81
Opmerking over copyright en
handelsmerken 81 Technische gegevens 83
4
Nl
Vóór u begint
Hoofdstuk
01
Gebruikersinformatie voor het verzamelen en verwijderen van oude producten en batterijen
(Symbool voor toestellen)
(Symbolen voor batterijen)
De symbolen op producten, verpakkingen en/of bijbehorende documenten geven aan dat de gebruikte elektronische pro­ducten en batterijen niet met het gewone huishoudelijk afval kunnen worden sa­mengevoegd. Er bestaat een speciaal wettelijk voorge­schreven verzamelsysteem voor de juiste behandling, het opnieuw bruikbaar maken en de recyclage van gebruikte producten en batterijen.
Door een correcte verzamelhandeling zorgt u ervoor dat het verwijderde product en/of batte­rij op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, wordt gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu. Voor verdere informatie betreffende de juiste behandling, het opnieuw bruikbaar maken en de recyclage van gebruikte producten en bat­terijen kunt u contact opnemen met de plaat­selijke overheid of een verkooppunt.
Deze symbolen zijn enkel geldig in de lan­den van de Europese Unie.
Voor landen buiten de Europese Unie:
Indien u zich in een ander dan bovenge­noemde landen bevindt kunt u contact opne­men met de plaatselijke overheid voor meer informatie over de juiste verwijdering van het product.
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel kan worden afgestemd, zijn in gebruik in West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. In andere gebieden is de ont­vangst wellicht slecht. De RDS-functie (radio­datasysteem) werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Een elektrische schok kan daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan con­tact met vloeistoffen rookvorming, oververhit­ting en andere schade aan het toestel veroorzaken.
! “KLASSE 1 LASERPRODUCT
Dit product bevat een laserdiode van een ho­gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin­gen mag u de behuizing niet verwijderen en niet proberen toegang te krijgen tot de binnen­zijde van het toestel. Laat alle onderhouds­werkzaamheden over aan gekwalificeerd personeel.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de
bedieningsprocedures en de te nemen voor­zorgsmaatregelen kunt opzoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om de ge-
luiden van buiten het voertuig te kunnen blij­ven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
Vóór u begint
5
Nl
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
wordt het voorkeuzegeheugen gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden aangesloten op een aansluiting die is gekoppeld aan de aan/uit-stand van het contactslot. Anders loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
Kenmerken
Dit toestel biedt ondersteuning voor een groot aantal verschillende bestandsindelingen en opslagmedia en -apparaten.
Compatibele bestandsindelingen
! WMA ! MP3 ! AAC ! WAV
Raadpleeg Aanvullende informatie op bladzijde 75 voor meer informatie over compatibiliteit.
Compatibele opslagmedia en ­apparaten
! Cd/cd-r/cd-rw-discs ! Draagbare USB-audiospeler/USB-geheu-
gen Informeer bij de fabrikant naar de compatibili­teit van uw draagbare USB-audiospeler/USB­geheugen. Raadpleeg Aanvullende informatie op bladzijde 75 voor meer informatie over compatibiliteit.
Compatibiliteit met iPod
Met dit toestel kunt u een iPod bedienen en songs op een iPod afspelen. In deze handleiding verwijst iPodnaar de iPod en iPhone. Raadpleeg Compatibiliteit met iPod op blad­zijde 80 voor meer informatie over onder­steunde iPod-modellen.
LET OP
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor eventueel
verlies van gegevens in het USB-geheugen of de draagbare USB-audiospeler, zelfs niet als dat gebeurt tijdens gebruik van dit toestel.
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor verlies
van gegevens op de iPod, ook niet tijdens ge­bruik van dit toestel.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange­schaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over Pioneer Corporation.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er­kende Pioneer-servicecentrum raadplegen.
Het toestel tegen diefstal beveiligen
Het voorpaneel kan worden verwijderd om diefstal te ontmoedigen. ! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact van het hoofdtoestel wordt verwijderd, klinkt er een waarschuwingstoon.
! U kunt de waarschuwingstoon uitschake-
len. Raadpleeg De waarschuwingstoon in- of uitschakelen op bladzijde 44.
6
Nl
Vóór u begint
Hoofdstuk
01
Belangrijk
! Wees voorzichtig bij het verwijderen en terug-
plaatsen van het voorpaneel.
! Stel het voorpaneel niet aan grote schokken
bloot.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan direct zon-
licht en hoge temperaturen.
Het voorpaneel verwijderen
1 Druk op h/Open om het voorpaneel te openen.
Als er een disc in het toestel is geplaatst, kunt u het voorpaneel openen zonder de disc uit te werpen door h/Open ingedrukt te houden.
2 Druk op de openingsknop en schuif het voorpaneel in uw richting om het te ver­wijderen.
Pak het voorpaneel niet te stevig vast, laat het niet vallen en bescherm het tegen water en an­dere vloeistoffen om permanente schade te voorkomen.
2 Plaats het voorpaneel terug door het op zijn plaats te klemmen.
De microprocessor resetten
De microprocessor moet in de volgende geval­len worden gereset: ! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het hebt geïnstalleerd
! Als het toestel niet naar behoren werkt ! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
% Druk met een pen of een ander puntig voorwerp op RESET.
Vóór u begint
Openingsknop
3 Doe het voorpaneel in het meegele­verde beschermende foedraal om het veilig te bewaren.
Het voorpaneel bevestigen
1 Zorg dat de binnenste afdekking geslo­ten is.
RESET-toets
Tegengestelde modus
Als het toestel ongeveer 30 seconden lang niet wordt bediend, wordt de tekst op het display tegengesteld weergegeven. De weergave wij­zigt vervolgens om de 10 seconden. Als u op de toets B drukt terwijl het toestel is uitgescha­keld en het contactslot in de accessoirestand (ACC) of aan (ON) staat, wordt de tegenge­stelde modus opgeheven. Druk nogmaals op de toets B om de tegengestelde modus in te schakelen.
Nl
7
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Gebruik en onderhoud van de afstandsbediening
De batterij plaatsen en verwijderen
Verwijder de schuif op de achterzijde van de afstandsbediening en plaats de batterij met de pluspool (+) en de minpool (–) in de juiste richting. ! Als u de afstandsbediening voor de eerste
keer gebruikt, moet u eerst het plastic uit
de schuif trekken.
WAARSCHUWING
! Houd de batterij buiten bereik van kinderen.
Roep onmiddellijk de hulp van een arts in als
de batterij per ongeluk wordt ingeslikt. ! Batterijen (zowel in de verpakking als in het
apparaat geplaatst) mogen niet worden bloot-
gesteld aan hittebronnen zoals zonlicht, vuur
en andere.
LET OP
! Gebruik één CR2032 (3 V) lithiumbatterij. ! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
een maand of langer niet wordt gebruikt. ! Als de batterij onjuist wordt vervangen, be-
staat er kans op explosie. Vervang de batterij
alleen door een identieke of gelijkwaardige
batterij. ! Raak de batterij niet aan met metalen gereed-
schap. ! Bewaar de batterij niet bij metalen voorwer-
pen.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbedie-
ning grondig schoonvegen en een nieuwe bat­terij plaatsen.
! Gooi gebruikte batterijen altijd weg overeen-
komstig de wettelijke bepalingen en milieure­gels die in uw land of regio van kracht zijn.
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening kan minder goed wer­ken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Bewaar de afstandsbediening niet op plaatsen
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat deze dan onder het rem- of gas­pedaal terecht kan komen.
! Schakel het toestel onmiddellijk uit als een
van onderstaande problemen zich voordoet, en neem contact op met uw leverancier.
Er komt rook uit het toestel.Er komt een vreemde geur uit het toestel.Er is een vreemd voorwerp in het toestel
gedrongen. Er is vloeistof op of in het toestel gemorst. Als u dit toestel toch blijft gebruiken onder deze omstandigheden, kunt u het ernstig be­schadigen, met een ongeval of brand als ge­volg.
! Demonteer het toestel niet en breng geen aan-
passingen aan. Dat kan storingen veroorza­ken.
! Bedien dit toestel niet terwijl u het voertuig be-
stuurt, dit om ongevallen te vermijden.
! Als u dit toestel toch moet bedienen tijdens
het rijden, blijf dan goed op de weg letten om te voorkomen dat u bij een ongeval betrokken raakt.
! Laat de afstandsbediening niet los (onbeves-
tigd) in het voertuig liggen. Het kan dan op de grond vallen als u remt of een bocht maakt. Als het onder het rempedaal terechtkomt, kan het de rem blokkeren, wat een ernstig veilig­heidsrisico vormt. Bevestig de afstandsbedie­ning daarom aan het stuur.
8
Nl
ecd
Bediening van het toestel
Wat is wat
Hoofdstuk
02
1
9
8
Hoofdtoestel
1 EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende equalizercurven te selecteren. Houd deze toets ingedrukt om de display-in­dicatie en de toetsverlichting in of uit te schakelen.
2 Display uit-indicator
Deze indicator gaat branden als het display is uitgeschakeld.
3 h/Open-toets
Druk op deze toets om een disc uit dit toe­stel te werpen. Houd deze toets ingedrukt om het voorpa­neel te openen of te sluiten.
4 B-toets
Druk op deze toets om een van de drie FM­frequentiebanden of de MW/LW-frequentie­band te selecteren. Druk op deze toets om van een menu naar het gewone display terug te keren.
5 D/Scrl-toets
Druk op deze toets om een ander display te selecteren. Houd deze toets ingedrukt om tekstinforma­tie over het display te laten schuiven.
a
23
4
7
4
7
6
6 RESET-toets
Druk hierop om de microprocessor te reset­ten.
7 MULTI-CONTROL
Gebruik deze knop voor handmatig afstem­men, vooruit- en achteruitspoelen, en om naar fragmenten te zoeken. U gebruikt deze knop ook om functies te bedienen. Draai aan deze knop om de disctitellijst, fragmenttitellijst, mappenlijst, bestanden­lijst of voorkeuzezenderlijst weer te geven, afhankelijk van de gekozen signaalbron.
8 SRC/Off-toets, Vol
Het toestel wordt ingeschakeld zodra u een signaalbron selecteert. Druk op deze toets om alle signaalbronnen af te gaan. Draai aan deze knop om het volume te ver­hogen of te verlagen.
9 TA/News-toets
Druk op deze toets om de TA-functie in of uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om de News-functie in of uit te schakelen.
5
5
b
Stuurafstandsbediening
De bediening van de toetsen op de afstands­bediening komt overeen met de bediening van de toetsen op het hoofdtoestel.
Bediening van het toestel
9
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
a VOL –/VOL +-toetsen
Druk op deze toetsen om het volume te ver­hogen of te verlagen.
b SRC/Off-toets
Het toestel wordt ingeschakeld zodra u een signaalbron selecteert. Druk op deze toets om alle signaalbronnen af te gaan.
c EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende equalizercurven te selecteren.
d DF-toets
Druk op deze toets om de voorgeprogram­meerde functies voor elke signaalbron te be­dienen. (Raadpleeg De Direct Function-toets (DF) op bladzijde 52.)
e ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel met ongeveer 90% te verlagen. Druk nogmaals op deze toets om terug te keren naar het oorspronkelijke volumeniveau.
Basisbediening
Stroom aan/uit
Het toestel inschakelen
% Druk op SRC/Off om het toestel in te schakelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd SRC/Off ingedrukt tot het toestel uit gaat.
Signaalbronnen selecteren
U kunt verschillende signaalbronnen selecte­ren om naar te luisteren.
% Als u herhaaldelijk op SRC/Off drukt, kunt u de volgende signaalbronnen selec­teren. Tuner (tuner)TV (televisie)DVD (dvd-spe-
ler/multi-dvd-speler)CD (ingebouwde cd­speler)Multi CD (multi-cd-speler)iPod (iPod verbonden met interface-adapter)USB (USB-opslagapparaat)/iPod (iPod verbonden via USB-ingang)EXT (extern toestel 1)EXT (extern toestel 2)AUX1 (AUX1)AUX2 (AUX2)BT Audio (Bluetooth-audio)TEL (Bluetooth-telefoon)
10
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld. Als er geen toestel is aangesloten dat over-
eenkomt met de geselecteerde signaal-
bron. Als er geen disc of magazijn in de speler is
geplaatst. Als de iPod niet via de interfaceadapter is
aangesloten op dit toestel. Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 45). Als BT Audio is uitgeschakeld (raadpleeg
De signaalbron BT Audio inschakelen op
bladzijde 48).
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
! Als er geen USB-opslagapparaat of iPod op de
USB-poort van dit toestel is aangesloten, wordt NO DEVICE weergegeven.
! AUX1 is standaard ingeschakeld. Schakel
AUX1 uit als u deze ingang niet gebruikt (zie De externe ingang in- of uitschakelen op blad­zijde 45).
! Er kan ruis optreden als u een draagbare au-
diospeler oplaadt met de gelijkstroombron van het voertuig terwijl het op de AUX-ingang is aangesloten. Stop in dat geval het opladen.
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig verkrijgbaar product) dat niet als bron ge­bruikt kan worden maar waarvan u de basis­functies met dit toestel kunt bedienen. Met dit toestel kunnen twee externe toestellen worden bediend. Als er twee externe toestellen op dit toestel zijn aangesloten, worden deze automa­tisch toegewezen als extern toestel 1 of extern toestel 2.
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de automatische antenne van het voertuig, schuift de antenne uit wanneer er een signaal­bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de antenne weer ingeschoven.
! Sommige apparaten moeten ingeschakeld
worden voordat u ze met dit toestel verbindt.
Een disc plaatsen
1 Druk op h/Open om het voorpaneel te openen.
De cd-laadsleuf verschijnt.
2 Plaats een cd in de cd-laadsleuf.
Het voorpaneel gaat automatisch dicht en het afspelen begint.
! Plaats de cd/cd-r/cd-rw met het label op
de disc naar boven.
Cd-laadsleuf
Bediening van het toestel
# U kunt de disc uitwerpen door op h /Open te drukken. # Nadat u de cd in het toestel hebt geplaatst, drukt u op SRC/Off om de ingebouwde cd-speler als signaalbron te kiezen.
Opmerkingen
! De ingebouwde cd-speler kan één standaard
cd (-r/-rw) van 12 cm afspelen. Discs van 8 cm kunnen niet op dit toestel worden afgespeeld.
! De ingebouwde cd-speler is geschikt voor
audio-cds en gecomprimeerde audio op cd­rom. (Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over afspeelbare bestanden. Raadpleeg bladzijde 79.)
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van discs en de speler in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 77.
! Plaats geen ander object dan een cd in de cd-
laadsleuf.
! Er treedt soms enige vertraging op tussen het
starten van een disc en de geluidsweergave. Tijdens het inlezen wordt FORMAT READ op het display weergegeven.
! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of
als de disc niet begint te spelen nadat u deze in de speler plaatst, controleer dan of de disc wel met het label boven is geplaatst. Druk op h/Open om de disc uit te werpen en contro- leer de disc op beschadigingen voordat u deze opnieuw plaatst.
! Als u moeilijkheden ondervindt bij het plaat-
sen of uitwerpen van een cd, kunt u deze uit­werpen door h/Open ingedrukt te houden terwijl u het voorpaneel opent.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 75.
11
Nl
! "#$% &
'( ) * +
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Het volume afstellen
% Gebruik Vol om de geluidssterkte te re­gelen.
# Op de afstandsbediening drukt u op VOL +/ VOL – om het volume te verhogen of te
verlagen.
Tuner
Basisbediening
RDS
1 Frequentiebandindicator 2 5-indicator (stereo)
Licht op als op de gekozen frequentie in stereo wordt uitgezonden.
3 LOC-indicator
Licht op als automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld.
4 Voorkeuzenummerindicator 5 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de sterkte van het signaalniveau weer.
6 TP-indicator (
Licht op als er is afgestemd op een zender die verkeersinformatie uitzendt (TP-zender).
7 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
8 Nieuws-indicator ( )
Licht op wanneer het gekozen nieuwspro­gramma wordt ontvangen.
9 Programmaservicenaam a PTY-labelindicator b TEXT-indicator
Geeft aan dat er radiotekst wordt ontvangen.
)
12
Nl
!" # $ %
&'
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Zonder RDS, of MW/LW
1 Frequentiebandindicator 2 5-indicator (stereo)
Licht op als op de gekozen frequentie in stereo wordt uitgezonden.
3 LOC-indicator
Licht op als automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld.
4 Voorkeuzenummerindicator 5 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de sterkte van het signaalniveau weer.
6 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
7 Frequentie-indicator
% Een frequentieband selecteren
Druk op B.
# U kunt kiezen uit de frequentiebanden FM1, FM2, FM3 en MW/LW.
% Handmatig afstemmen (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL even naar links of naar rechts ingedrukt en laat deze weer los.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts te duwen. # Als u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders over­slaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u MULTI-CONTROL loslaat.
Opmerkingen
! U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschake­len. Bij normaal afstemmen moet de AF-func­tie uit staan (raadpleeg bladzijde 15).
! Sommige zenders leveren geen RDS-diensten. ! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer is afgestemd op een RDS-zender.
Zenderfrequenties opslaan en oproepen
U kunt eenvoudig zes zender frequenties op­slaan zodat u deze later weer snel kunt oproe­pen. ! Voor iedere frequentieband kunnen er zes
zenders in het geheugen worden opgesla­gen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om de gese­lecteerde frequentie in het geheugen op te slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze­nummer te selecteren. Houd de knop inge­drukt om de frequentie op te slaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
# Opgeslagen FM-zenders kunnen vanaf elke FM-band worden opgeroepen. # U kunt ook een andere zender zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Druk op B om terug te keren naar het gewone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display. # U kunt de frequenties van radiozenders die aan voorkeuzetoetsen zijn toegewezen ook opvra­gen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen terwijl het frequentiedisplay wordt weerge­geven.
Bediening van het toestel
13
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
PTY-nooduitzendingen
Als de PTY-code voor noodgevallen wordt uit­gezonden, wordt deze automatisch door dit toestel ontvangen (ALARM verschijnt). Als de uitzending is beëindigd, schakelt het toestel terug naar de oorspronkelijke signaalbron. ! U kunt een noodbericht annuleren door op
TA/News, SRC/Off, B of MULTI-CONTROL te drukken.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. BSM (geheugen voor de beste zenders) Regional (regionale zenders)Local (automa-
tisch afstemmen op lokale zenders)
PTY search (programmatypekeuze) Traffic Announce (stand-by voor verkeersbe-
richten)Alternative FREQ (zoeken naar al­ternatieve frequenties)News interrupt (onderbreking door nieuwsberichten)
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
! Als de MW/LW-band is geselecteerd, kunt u al-
leen kiezen uit BSM of Local.
De sterkste zenders opslaan (BSM)
Met de functie BSM (Best Stations Memory, geheugen voor de beste zenders) kunt u auto-
matisch de zes sterkste zenders in het geheu­gen opslaan.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu BSM.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie BSM in te schakelen.
De zes sterkste zenders worden opgeslagen in volgorde van signaalsterkte.
# Om te annuleren drukt u nogmaals op MULTI-CONTROL.
Op sterke signalen afstemmen
Als u de functie Automatisch afstemmen op lokale zenders gebruikt, stemt het toestel al­leen af op zenders waarvan het signaal vol­doende sterk is voor een goede ontvangst.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Local. Local verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om automa­tisch afstemmen op lokale zenders in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch afstemmen op lokale zen­ders uit te schakelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de gewenste in­stelling.
FM: Level 1Level 2Level 3Level 4 MW/LW: Level 1Level 2 Een hoger nummer betekent een hoger ni­veau. Als u het hoogste niveau selecteert, wordt alleen afgestemd op de sterkste zen­ders. Bij lagere niveaus wordt ook afgestemd op zwakkere zenders.
14
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Alternatieve frequenties kiezen (AF)
Als deze functie is ingeschakeld, zoekt de tuner automatisch naar een andere zender in hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst niet goed is.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Alternative FREQ.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie AF in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze uit te schakelen.
Opmerkingen
! Als de functie AF is ingeschakeld, wordt bij
automatisch afstemmen of gebruik van de functie BSM alleen afgestemd op RDS-zen­ders.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner hieraan een nieuwe frequentie toewijzen uit de AF-lijst van de zender. Als de RDS-gege­vens van de ontvangen zender verschillen van de oorspronkelijk ingestelde voorkeuzezender, wordt op het display geen voorkeuzenummer weergegeven.
! Tijdens zoeken met de AF-functie kan het ge-
luid tijdelijk worden onderbroken.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken
Als de tuner geen geschikte zender kan vinden of als de ontvangst verslechtert, gaat het toe­stel automatisch op zoek naar een andere zen­der van hetzelfde programmatype. Tijdens het zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt het volume gedempt.
Automatisch PI-zoeken voor voorkeuzezenders
Als deze functie is ingeschakeld en een voor­keuzezender niet kan worden ontvangen, pro­beert het toestel automatisch door PI-zoeken een vervangende zender te vinden. ! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Raadpleeg Automa- tisch PI-zoeken in- of uitschakelen op bladzijde 44.
Alleen regionale zenders zoeken
Als de functie AF is ingeschakeld, kan de Re­gionale functie gebruikt worden om het zoe­ken tot regionale programmas te beperken.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Regional.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de regio­nale functie in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land verschillend georga­niseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld verschillen afhankelijk van de tijd, het land of het ontvangstgebied.)
! Het voorkeuzenummer kan van het display
verdwijnen als de tuner op een regionale zen­der afstemt die afwijkt van de zender die oor­spronkelijk was gekozen.
! De regionale functie kan voor elke FM-fre-
quentieband afzonderlijk worden in- of uitge­schakeld.
Bediening van het toestel
15
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Verkeersberichten ontvangen (TA)
De functie TA (stand-by voor verkeersberich­ten) zorgt ervoor dat verkeersberichten auto­matisch worden doorgegeven, ongeacht de signaalbron waarnaar u luistert. De functie TA kan gebruik maken van zowel TP-zenders (een zender die verkeersberichten uitzendt) als uit­gebreide TP-zenders van een ander netwerk (een zender met informatie die verwijst naar andere TP-zenders).
1 Stem af op een TP-zender of een uitge­breide TP-zender van een ander netwerk.
De TP-indicator (
2 Druk op TA/News om de functie Stand­by voor verkeersberichten in te schakelen.
# Druk nogmaals op TA/News om deze uit te schakelen.
3 U kunt het volume van de verkeersbe­richten regelen met Vol wanneer er een verkeersbericht wordt uitgezonden.
Het ingestelde volume wordt in het geheugen opgeslagen en opnieuw gebruikt voor vol­gende verkeersberichten.
4 Als u een binnenkomend verkeersbe­richt wilt annuleren, druk u op TA/News.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijke signaalbron en blijf t in de stand-bymodus tot­dat u nogmaals op TA /News drukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op SRC/Off, B of MULTI-CONTROL te drukken terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen.
Opmerkingen
! U kunt deze functie ook in- en uitschakelen
via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
! Wanneer het verkeersbericht is afgelopen,
keert het systeem terug naar de oorspronkelij­ke signaalbron.
! Als de functie TA is ingeschakeld, wordt er bij
automatisch afstemmen en gebruik van de functie BSM alleen afgestemd op TP-zenders
) gaat branden.
en uitgebreide TP-zenders van een ander net­werk.
PTY-functies
U kunt PTY-informatie (programmatype-infor­matie) gebruiken om op een zender af te stem­men.
Een RDS-zender via PTY-informatie zoeken
U kunt naar bepaalde soorten uitzendingen zoeken, zoals de uitzendingen die in het vol­gende gedeelte worden genoemd. Raadpleeg bladzijde 18.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu PTY search.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 14.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om een programmatype te se­lecteren. News&InfPopularClassicsOthers
3 Druk op MULTI-CONTROL om het zoe­ken te beginnen.
Het toestel begint te zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uit­zendt. Als er een zender is gevonden, wordt de programmaservicenaam weergegeven. De PTY-lijst met ID-codes en programmatypen vindt u in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 18.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het zoeken te annuleren. # Het programma van een zender kan soms af­wijken van de informatie die door de PTY-code wordt aangegeven. # Als er geen zender gevonden wordt die een programma van het gewenste type uitzendt, wordt ongeveer twee seconden Not found op het display getoond en keert de tuner terug naar de oorspronkelijke zender.
16
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Onderbreking door nieuwsberichten
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezon­den door een nieuwszender met PTY-code, kan het toestel automatisch overschakelen naar de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is afgelopen, schakelt het toestel terug naar het oorspronkelijke programma.
% Houd TA/News ingedrukt om de onder­breking door nieuwsberichten in te schake­len.
Druk op TA/News tot ON op het display ver­schijnt.
# Om de functie Onderbreking door nieuwsbe­richten uit te schakelen, houdt u TA /News inge­drukt tot OFF op het display verschijnt. # U kunt een nieuwsbericht annuleren door op TA/News, SRC/Off, B of MULTI-CONTROL te drukken.
Opmerking
U kunt nieuwsberichten ook in- of uitschakelen via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Radiotekst
De tuner kan op het display radiotekst weerge­ven die door RDS-zenders wordt uitgezonden, zoals zendergegevens, de titel van het uitge­zonden muziekfragment en de naam van de artiest. ! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het geheugen op. Hierbij wordt telkens de oudste tekst door de nieuwste tekst vervan­gen.
Radiotekst weergeven
U kunt het huidige radiotekstbericht en de drie meest recente berichten op het display laten weergeven.
1 Houd D/Scrl ingedrukt om de radio­tekst op het display te laten weergeven.
De radiotekst van de huidige zender wordt weergegeven.
# U kunt de weergave van radiotekst uitschake­len door op D/Scrl, TA/News, SRC/Off, EQ of B te drukken. # Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen, verschijnt NO TEXT op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de drie meest recente radio­tekstberichten op te roepen.
Als u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, kunt u schakelen tussen de huidi­ge en de drie voorgaande radiotekstberichten.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheu­gen zijn opgeslagen, verandert het display niet.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om te bladeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog om naar het begin te gaan. Duw MULTI-CONTROL omlaag om door de radiotekstgegevens te bladeren.
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes radiotekst­uitzendingen opslaan onder de toetsen
RT Memo 1 t/m RT Memo 6.
1 Geef op het display het radiotekstbe­richt weer dat u in het geheugen wilt op­slaan.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op deze blad­zijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om het gese­lecteerde radiotekstbericht in het geheu­gen op te slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze­nummer te selecteren. Houd de knop inge­drukt om de frequentie op te slaan.
Bediening van het toestel
17
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
3 Selecteer de gewenste radiotekst met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een ander radiotekstbe­richt te kiezen. Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
PTY-lijst
Algemeen Specifiek Programmatype
News&Inf NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie en
adviezen
SPORT Sport
WEATHER Weerberichten, meteo-
rologische informatie
FINANCE Beursberichten, handel,
zakelijk nieuws enz.
Popular POP MUS Populaire muziek
ROCK MUS Eigentijdse moderne
muziek
EASY MUS Easy listening-muziek
OTH MUS Overige muziek
JAZZ Jazz
COUNTRY Countrymuziek
NAT MUS Nationale muziek
OLDIES Gouwe Ouwe
FOLK MUS Folkmuziek
Classics L. CLASS Lichte klassieke muziek
CLASSIC Klassieke muziek
Others EDUCATE Educatieve program-
mas
DRAMA Hoorspelen en series
CULTURE Nationale of regionale
cultuur
SCIENCE Natuur, wetenschap en
techniek
VARIED Licht amusement
CHILDREN Kinderprogrammas
SOCIAL Praatprogrammas
RELIGION Religieuze onderwerpen
of diensten
PHONE IN Inbelprogrammas
TOURING Reisprogrammas; niet
voor verkeersberichten
LEISURE Hobbys en recreatie
DOCUMENT Documentaires
18
Nl
!
"#$
%&
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Ingebouwde cd-speler
Basisbediening
1 WMA/MP3/AAC/WAV-indicator
Toont tijdens het afspelen van gecompri­meerde audio het type audiobestand dat mo­menteel wordt afgespeeld.
2 Mapnummerindicator
Toont tijdens het afspelen van gecompri­meerde audio het mapnummer dat momen­teel wordt afgespeeld.
3 Fragmentnummerindicator 4 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
5 Weergavetijdindicator 6 Indicator bitsnelheid/bemonsteringsfrequen-
tie Toont tijdens het afspelen van gecompri­meerde audio de bitsnelheid of bemonste­ringsfrequentie van het huidige fragment (bestand).
! Bij het afspelen van WMA-bestanden
die met variabele bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt de gemiddelde bit­snelheid weergegeven.
! Bij het afspelen van MP3-bestanden die
met variabele bitsnelheid (VBR) zijn op­genomen, wordt VBR weergegeven in plaats van de bitsnelheid.
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
# Mappen die geen gecomprimeerde audiobe­standen bevatten, kunnen niet geselecteerd wor­den.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
# Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u geen geluid bij vooruit- of achteruitspoelen.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd B ingedrukt.
# Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.
% Schakelen tussen gecomprimeerde audio en cd-da Druk op B.
# Deze handeling is alleen beschikbaar bij het afspelen van cd-extra- of mixed-mode-cds. # Nadat u hebt overgeschakeld tussen gecom­primeerde audio en cd-da, wordt het afspelen ge­start bij het eerste fragment op de disc.
Opmerking
Bestanden worden afgespeeld in de volgorde van de bestandsnummers. Mappen die geen bestan­den bevatten worden overgeslagen. (Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het af­spelen bij map 02.)
De tekstinformatie van de disc weergeven
% Druk op D/Scrl om de gewenste tekstin­formatie te selecteren.
! Cds met ingevoerde titel
Weergavetijd
! Cd-text-discs
Weergavetijd fragmenttitel disctitel
: naam artiest fragment en : frag-
menttitel
: fragmenttitel, : naam artiest
tijd fragment en
! WMA/MP3/AAC
: disctitel en weergavetijd
: naam artiest disc en : : naam artiest disc en :
: disctitel en : fragmenttitel
: fragmenttitel en weergave-
: disctitel
Bediening van het toestel
19
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Weergavetijd: mapnaam en : be­standsnaam menttitel albumtitel titel : opmerking en weergavetijd: fragment-
: naam artiest en : albumtitel
titel,
! WAV
Weergavetijd standsnaam
Opmerkingen
! U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/
Scrl ingedrukt te houden.
! Audio-cds die informatie bevatten zoals tekst
en/of getallen worden cd-text-discs genoemd.
! Als bepaalde gegevens niet op een disc zijn
vastgelegd, wordt de titel of de naam niet weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van iTunes die is ge-
bruikt om MP3-bestanden op de disc vast te leggen, kan het voorkomen dat bepaalde ge­gevens niet goed worden weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van de Windows Me-
diaä Player die is gebruikt om WMA-bestan­den te coderen, kan het voorkomen dat albumtitels en andere tekstinformatie niet goed worden weergegeven.
! De bemonsteringsfrequentie die op het dis-
play wordt getoond, kan zijn afgekort.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde 48.
! Afhankelijk van de tekensets op de disc, kun-
nen Russische teksten onleesbaar zijn. Raad­pleeg Gecomprimeerde audiobestanden op disc op bladzijde 79 voor informatie over tekensets die voor Russische teksten gebruikt kunnen worden.
: naam artiest en : frag-
: naam artiest en :
: albumtitel en : fragment-
: fragmenttitel en weergavetijd
: mapnaam en : be-
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmentti­tels op een cd-text-disc. U kunt één van deze ti­tels selecteren om af te spelen.
% Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om een ander fragment te selecteren. Druk op de knop om het afspelen te starten.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/ Scrl ingedrukt te houden.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren
In de lijst met bestandsnamen ziet u de namen van de bestanden (of mappen) en kunt u één van deze namen selecteren om af te spe­len.
% Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste bestandsnaam (of mapnaam) te se­lecteren.
Draai aan de knop om een ander bestand of een andere map te selecteren.
Als er een bestand is geselecteerd, drukt u
op de knop om het afspelen te starten.
Als er een map is geselecteerd, drukt u op
de knop om de lijst met bestanden (of map­pen) in de geselecteerde map weer te geven.
Als er een map is geselecteerd, houdt u de
knop ingedrukt om een song in de geselec­teerde map af te spelen.
# U kunt het bestand ook afspelen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de vorige lijst (de map die een niveau hoger ligt).
20
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
# Het aantal bestanden of mappen in de gese­lecteerde map wordt rechts op het display weer­gegeven.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/ Scrl ingedrukt te houden.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Play mode (herhaalde weergave) Random mode (willekeurige weergave) Scan mode (scanweergave)Pause (pauze) TitleInput "A" (disctitel invoeren)
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als u een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden gebruikt, keert het display automa­tisch terug naar de gewone weergave. Dit geldt niet voor TitleInput "A".
! Als er een disc met gecomprimeerde audio of
een cd-text-disc wordt afgespeeld, kunt u het invoerscherm voor disctitels niet activeren.
Een herhaalbereik selecteren
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Play mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
! Disc repeat – Alle fragmenten herhalen ! Track repeat – Het huidige fragment herha-
len
! Folder repeat – De huidige map herhalen
# Als u tijdens herhaalde weergave een andere
map kiest, wordt het bereik voor herhaalde weer­gave gewijzigd in disc herhalen. # Als u tijdens Track repeat (fragmenten herha- len) naar fragmenten zoekt of vooruit of achteruit spoelt, wordt het herhaalbereik gewijzigd in Disc repeat/Folder repeat. # Als u Folder repeat (map herhalen) hebt ge- selecteerd, kunt u geen submap van die map af­spelen.
Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen
Fragmenten in een geselecteerd herhaalbereik worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Random mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie Willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volg­orde afgespeeld.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave uit te schakelen.
Mappen en fragmenten scannen
De functie Scanweergave zoekt naar een frag­ment binnen het geselecteerde herhaalbereik.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Scan mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
Bediening van het toestel
21
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
2 Druk op MULTI-CONTROL om de scan­weergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor­den afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment hebt ge­vonden, drukt u op MULTI-CONTROL om de scanweergave uit te schakelen.
# Als het display automatisch is teruggekeerd naar het weergavedisplay, moet u Scan mode op­nieuw selecteren met MULTI-CONTROL. # Als het scannen van de disc (map) is voltooid, wordt de normale weergave van de fragmenten hervat.
Het afspelen onderbreken
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Pause.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de pauze­functie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de pauzefunctie wilt uitschakelen.
Functies voor disctitels
U kunt cd-titels invoeren en deze op het dis­play laten weergeven. Als u een cd in de speler plaatst waarvoor eerder een titel is ingevoerd, verschijnt de titel op het display.
Disctitels invoeren
U kunt de invoerfunctie voor disctitels gebrui­ken om maximaal 48 cd-titels in het toestel op te slaan. Een titel kan maximaal 10 tekens lang zijn.
1 Speel de cd af waarvoor u een titel wilt invoeren.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu TitleInput "A".
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
3 Druk op D/Scrl en selecteer het ge­wenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op D/Scrl om te schakelen tussen de volgende soorten tekens: Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl­fabet (kleine letters)Europese letters, zoals letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)Cijfers en symbolen
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een letter uit het alfabet.
5 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende tekenpositie te verplaatsen.
6 Verplaats de cursor naar de laatste te­kenpositie door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen nadat u de titel hebt inge­voerd.
Als u MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts duwt, wordt de ingevoerde titel opgeslagen in het geheugen.
7 Druk op B om terug te keren naar het weergavedisplay.
Opmerkingen
! Disctitels blijven in het geheugen bewaard,
zelfs als de disc uit het toestel wordt verwij­derd. Als de disc weer in het toestel wordt ge­plaatst, wordt de bijbehorende titel opgeroepen.
! Nadat er gegevens voor 48 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, worden de gegevens van de oudste disc overschreven door de nieuwe disc.
! Als u een multi-cd-speler aansluit, kunt u dis-
ctitels voor maximaal 100 discs opslaan.
! Als u een multi-cd-speler aansluit die de dis-
ctitelfunctie niet ondersteunt, kunt u geen dis­ctitels in dit toestel invoeren.
22
Nl
!
"#$
%&
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Songs op een USB­opslagapparaat afspelen
U kunt met dit toestel gecomprimeerde audio­bestanden afspelen die in een USB-opslagap­paraat zijn opgeslagen. ! Raadpleeg Aanvullende informatie op blad-
zijde 75 voor meer informatie over compati­biliteit.
Basisbediening
1 WMA/MP3/AAC/WAV-indicator
Deze geeft het type bestand aan dat wordt af­gespeeld.
2 Mapnummerindicator 3 Fragmentnummerindicator 4 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
5 Weergavetijdindicator 6 Indicator bitsnelheid/bemonsteringsfrequen-
tie
! Bij het afspelen van WMA-bestanden
die met variabele bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt de gemiddelde bit­snelheid weergegeven.
! Bij het afspelen van MP3-bestanden die
met variabele bitsnelheid (VBR) zijn op­genomen, wordt VBR weergegeven in plaats van de bitsnelheid.
% Een USB-opslagapparaat aansluiten en afspelen
1 Sluit een USB-opslagapparaat aan op de
USB-poort. Raadpleeg Hoofdtoestel op bladzijde 9 voor de locatie van de USB-poort.
2 Druk op SRC/Off en kies USB als signaal-
bron. Het afspelen begint.
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd B ingedrukt.
% Een USB-opslagapparaat verwijderen
Trek het USB-opslagapparaat voorzichtig uit de aansluiting los. U kunt op elk moment het USB-opslagappa­raat ontkoppelen als u niet langer naar de mu­ziek wilt luisteren.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van USB-opslagapparaten en dit toestel in het volgende gedeelte. Raadpleeg Aanvul- lende informatie.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 75.
! Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.
! Als u een draagbare USB-audiospeler met
batterijoplaadfunctie op dit toestel aansluit en de contactschakelaar in de accessoirestand (ACC) staat of aan staat, wordt de batterij op­geladen.
De tekstinformatie bij een audiobestand weergeven
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer- geven op bladzijde 19.
Bediening van het toestel
23
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
! Tekens in de tekst bij een audiobestand die
niet compatibel zijn met het hoofdtoestel, worden niet weergegeven.
! De tekstinformatie bij sommige audiobe-
standen wordt mogelijk niet correct weer­gegeven.
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg Bestanden uit de lijst met bestands- namen selecteren op bladzijde 20.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Play mode (herhaalde weergave) Random mode (willekeurige weergave) Scan mode (scanweergave)Pause (pauze)
Functies en bediening
De bediening van de functies Play mode, Random mode, Scan mode en Pause is in
principe gelijk aan de bediening van deze functies op de ingebouwde cd-speler.
Functienaam Gebruik
Raadpleeg Een herhaalbereik selec­teren op bladzijde 21.
De herhaalbereiken die u kunt se­lecteren zijn echter verschillend van de ingebouwde cd-speler. De herhaalbereiken voor een USB-op-
Play mode
Random mode
Scan mode
Pause
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het herhaalbereik gewij­zigd in All repeat.
! Als u tijdens Track repeat een fragment zoekt
of vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in Folder repeat.
! Als Folder repeat is geselecteerd, kunt u
geen submap van die map afspelen.
! Wanneer het scannen van bestanden of map-
pen is voltooid, wordt de normale weergave van de bestanden hervat.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
slagapparaat zijn: ! Track repeat – Alleen het huidi-
ge bestand herhalen
! Folder repeat – De huidige
map herhalen
! All repeat – Alle bestanden
herhalen
Raadpleeg Fragmenten in willekeu- rige volgorde afspelen op bladzijde
21.
Raadpleeg Mappen en fragmenten scannen op bladzijde 21.
Raadpleeg Het afspelen onderbre- ken op bladzijde 22.
24
Nl
! "#
$%
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Muziek op de iPod afspelen
Met dit toestel kunt u een iPod bedienen en songs op een iPod afspelen. ! Raadpleeg Compatibiliteit met iPod op blad-
zijde 80 voor meer informatie over onder­steunde iPod-modellen.
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod
een dock-connector-naar-USB-verbindings­kabel vereist.
Basisbediening
1 Songnummerindicator 2 Naam van de iPod 3 Spanningsindicator
Geeft de accuspanning aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke spanning.
4 Weergavetijdindicator 5 Songlengte (voortgangsbalk)
% Een iPod aansluiten
1 Sluit de iPod aan op de USB-poort met be-
hulp van daarvoor bedoelde iPod dock con­nector-naar-USB-verbindingskabel. Raadpleeg Hoofdtoestel op bladzijde 9 voor de locatie van de USB-poort.
2 Druk op SRC/Off en kies iPod als signaal-
bron. Het afspelen begint.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren (hoofdstuk)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% De iPod verwijderen
Trek de iPod dock connector-naar-USB-verbin­dingskabel voorzichtig los.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van de iPod in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 80.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 75.
! Als het contact in de accessoirestand (ACC)
staat of aan staat, wordt de batterij van de iPod opgeladen als de iPod op dit toestel is aangesloten.
! Wanneer de iPod op dit toestel is aangesloten,
kunt u de iPod niet in- of uitschakelen. U kunt dit wel doen als de bedieningsmodus is inge­steld op iPod.
! Voordat u de iPod op dit toestel aansluit, moet
u de koptelefoon van de iPod loskoppelen.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge­schakeld.
Naar een song bladeren
Om het gebruik van dit toestel en het zoeken naar songs te vereenvoudigen, is ernaar ge­streefd de bediening via dit toestel zoveel mo­gelijk op de bediening via de iPod te laten lijken. ! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het aantal bestanden op de iPod.
! Tekens op de iPod die niet compatibel zijn
met dit toestel worden niet weergegeven.
Songs op categorie zoeken
% Selecteer een song met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere categorie te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
Playlists (speellijsten)Artists (artiesten) Albums (albums)Songs (songs)Podcasts
(podcasts)Genres (genres)Composers (componisten)Audiobooks (audioboeken)
Bediening van het toestel
25
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
De lijst voor de geselecteerde categorie wordt weergegeven.
# U kunt de gewenste categorie afspelen door MULTI-CONTROL ingedrukt te houden. U kunt dit ook doen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen en ingedrukt te houden. # U kunt een andere categorie ook kiezen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # U kunt de categorie ook selecteren door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de vorige categorie. # Houd MULTI-CONTROL ingeduwd om naar de hoogste categorie te gaan.
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/ Scrl ingedrukt te houden.
# Druk op B om terug te keren naar het gewone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Alfabetisch in een lijst zoeken
1 Selecteer een categorie met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere categorie te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
2 Wanneer de lijst voor de geselecteerde categorie wordt weergegeven, drukt u op D/Scrl om alfabetisch te zoeken.
3 Selecteer een letter uit het alfabet door aan MULTI-CONTROL te draaien.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de lijst weer te geven.
De lijst wordt weergegeven vanaf de geselec­teerde letter.
# Als de zoekopdracht geen resultaat heeft, wordt NOT FOUND weergegeven.
Tekstinformatie op de iPod weergeven
% Druk op D/Scrl om de gewenste tekstin­formatie te selecteren.
Weergavetijd tel
: naam artiest en : albumnaam: albumnaam en weergavetijd
: albumnaam
en
# U kunt de tekstinformatie verschuiven door D/ Scrl ingedrukt te houden.
# Tekens op de iPod die niet compatibel zijn met dit toestel worden niet weergegeven. # Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll in- schakelen op bladzijde 48.
: naam artiest en : songti-
: songtitel: songtitel en
: songtitel, : naam artiest
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Play mode (herhaalde weergave) Shuffle mode (shuffle)Shuffle all (shuffle all)—Link play (gekoppelde weergave) Control mode (bedieningsmodus)Pause (pauze)—Audiobooks (audioboeksnelheid)
Functies en bediening
De bediening van Play mode en Pause is in principe identiek aan die van de ingebouwde cd-speler.
26
Nl
Bediening van het toestel
Hoofdstuk
02
Functienaam Gebruik
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte­ren op bladzijde 21.
De herhaalbereiken die u kunt selec­teren zijn echter verschillend van de
Play mode
Pause
Opmerkingen
! Druk op B om terug te keren naar het gewone
display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
! Als Control mode is ingesteld op iPod, kun-
nen alleen Control mode en Pause bediend worden.
ingebouwde cd-speler. De herhaalbe­reiken van de iPod zijn: ! Repeat One – De huidige song
herhalen
! Repeat All – Alle songs in de ge-
selecteerde lijst herhalen
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 22.
Songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle)
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Shuffle mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
! Shuffle Songs – De songs in de geselec-
teerde lijst in willekeurige volgorde afspe­len.
! Shuffle Albums – De songs van een wille-
keurig album op volgorde afspelen.
! Shuffle OFF – Het afspelen in willekeurige
volgorde annuleren.
Alle songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle all)
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Shuffle all.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie Shuffle all in te schakelen.
Alle songs op de iPod worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Om de functie Shuffle all uit te schakelen, zet u Shuffle mode in het menu FUNCTION uit.
Songs afspelen die verwant zijn met de huidige song
Met deze functie kunt u songs afspelen die verwant zijn met de song die nu wordt afge­speeld. De volgende lijsten zijn daarbij be­schikbaar.
Lijst van albums van de huidige artiestLijst van songs op het huidige albumLijst van albums van het huidige genre
! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het aantal bestanden op de iPod.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Link play.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer de gewenste modus met MULTI-CONTROL.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om een andere stand te kiezen. Druk erop om deze te selecteren.
! Artist – Album van de huidige artiest afspe-
len.
! Album – Songs van het huidige album af-
spelen.
! Genre – Albums van het huidige genre af-
spelen.
Terwijl in de lijst gezocht wordt, knippert Searching. Vervolgens wordt het afspelen ge­start.
# Als er geen verwante albums of songs worden gevonden, wordt Not found weergegeven.
Bediening van het toestel
27
Nl
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
De iPod-functie van dit toestel via de iPod bedienen
Deze functie k an niet worden gebruikt met de volgende modellen iPod.
iPod nano eerste generatieiPod vijfde generatie
De iPod-functie van dit toestel kan via de iPod bediend worden. Het geluid wordt daarbij via de luidsprekers van het voertuig weergegeven terwijl u voor de bediening de iPod gebruikt. ! Als deze functie is ingeschakeld, wordt de
iPod niet uitgeschakeld als de contactscha­kelaar wordt uitgezet. U schakelt de iPod dan uit door deze zelf uit te schakelen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Control mode.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 26.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
! iPod – De iPod-functie van dit toestel kan
via de aangesloten iPod bediend worden.
! AUDIO – De iPod-functie van dit toestel kan
via dit toestel bediend worden.
3 Als u iPod selecteert, bedient u de aan­gesloten iPod om een song te selecteren en af te spelen.
# Als u de bedieningsmodus overschakelt op
iPod, wordt het afspelen van songs onderbroken. Bedien de iPod om de weergave te hervatten. # Ook als de bedieningsmodus is ingesteld op iPod, kunnen de volgende functies vanaf dit toe­stel bediend worden.
! Volume ! Vooruit en achteruit spoelen ! Naar volgende of vorige fragment gaan ! Pauze ! De weergave van tekstinformatie wijzigen
De bladerfunctie kan niet via dit toestel ge-
bruikt worden.
! Wanneer u deze functie inschakelt, wordt de
weergave van songs tijdelijk onderbroken. Be­dien de iPod om de weergave te beginnen.
De weergavesnelheid van een audioboek wijzigen
U kunt de weergavesnelheid van audioboeken op de iPod wijzigen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Audiobooks.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 26.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
Druk meerdere keren op MULTI-CONTROL tot de gewenste instelling op het display ver­schijnt.
! Faster – Weergave is sneller dan normaal ! Normal – Weergave met normale snelheid ! Slower – Weergave is langzamer dan
normaal
Opmerkingen
! Als de bedieningsmodus op iPod staat, gel-
den de volgende beperkingen: Alleen de functies Control mode (bedie-
ningsmodus) en Pause (pauze) kunnen ge­selecteerd worden.
28
Nl
!
Audio-instellingen
Hoofdstuk
03
Bedieningsstanden
De vierwegnetwerk-DSP van dit toestel creëert een vierwegsysteem met meerdere versterkers en meerdere luidsprekers. Hierbij zijn er afzon­derlijke luidsprekers voor de hoge, midden-, lage en ultralage frequenties, die worden aan­gestuurd door afzonderlijke versterkers. Het vierwegnetwerk biedt instellingsmogelijkhe­den voor het audionetwerk en tijduitlijning, twee functies die essentieel zijn voor een sys­teem met meerdere versterkers en luidspre­kers. Dankzij deze mogelijkheden kunt u nauwkeurige instellingen maken voor elk fre­quentiebereik.
Belangrijk
De audio-instellingen blijven in het geheugen be­waard als het toestel van de accu wordt losgekop­peld of de microprocessor wordt gereset. Raadpleeg De audiofuncties resetten op bladzijde 46 voor informatie over het resetten van de audio­instellingen.
Opmerking
Als op dit systeem één subwoofer wordt gebruikt, moeten dezelfde instellingen worden gebruikt voor het linker- en rechterkanaal (bijvoorbeeld voor tijduitlijning en netwerkinstellingen).
Audio eenvoudig aanpassen
Door achtereenvolgens de volgende instellin­gen of aanpassingen uit te voeren, kunt u een­voudig een rijk, genuanceerd geluidsbeeld creëren.
1 Positiek euze-in st elling (POSI) 2 Automatische TA en EQ-meting (automatische
tijduitlijning en instelling van de equalizer)
3 De balansinstelling op de volgende bladzijde
(BAL)
Audio fijn afstemmen
Door achtereenvolgens de volgende instellin­gen of aanpassingen te maken, kunt u een rijk, genuanceerd geluidsbeeld creëren.
1 De tijduitlijning aanpassen (TA 2 ) 2 Het audionetwerk aanpassen (NW 1, NW 2,
NW 3)
3 Equalizercurven nauwkeurig afstellen (EQ 2)
Extra functies
Met behulp van deze functies kunt u het ge­luid nog verder aan uw systeem of persoonlij­ke voorkeuren aanpassen.
! Equalizercurven selecteren of kopiëren
(EQ 1)
! De loudness aanpassen (LOUD) ! De sound retriever (S.Rtrv) ! Het bronniveau aanpassen (SLA)
Audio-instellingen
1 Audiodisplay
Het audiodisplay toont de status van de audio­instellingen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie AUDIO.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer de audiofunctie.
Draai aan MULTI-CONTROL om de audiofunc­ties in de onderstaande volgorde te doorlopen.
Audio-instellingen
29
Nl
Hoofdstuk
03
Audio-instellingen
BAL (balansafstelling)POSI (positiekeuze) NW 1 (netwerkafstelling 1)NW 2 (netwerkaf-
stelling 2)NW 3 (netwerkafstelling 3)TA1 (instelling tijduitlijning)TA2 (aanpassing tijduitlijning)EQ 1 (equalizer kopiëren/oproe­pen)EQ 2 (grafische equalizer met 31 ban­den)A.EQ (automatische equalizer aan/uit)
S.Rtrv (geavanceerde sound retriever) LOUD (loudness)SLA (aanpassing signaal-
bronniveau)
# Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA. # Als u FLAT in EQ 1 selecteert, kunt u EQ 2 niet gebruiken. # Als u OFF in TA 1 selecteert, kunt u TA 2 niet gebruiken. # Druk op B om terug te keren naar het bij de signaalbron behorende display.
Het linker- en rechterkanaal aanpassen
U kunt de volgende audiofuncties aanpassen voor het linker- of rechterkanaal afzonderlijk of beide kanalen tegelijk.
! Het audionetwerk aanpassen (NW 1, NW 2,
NW 3)
! Equalizercurven nauwkeurig afstellen (EQ 2)
1 Selecteer de gewenste audiofunctie met MULTI-CONTROL.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om te schakelen tussen de standen links/rechts afzonderlijk en links/rechts gezamenlijk.
Iedere keer als u MULTI-CONTROL ingedrukt houdt, schakelt u tussen de standen links/ rechts afzonderlijk en links/rechts gezamen­lijk.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het linker­of rechterkanaal te selecteren als u de stand links/rechts afzonderlijk hebt gese­lecteerd.
Iedere keer als u op MULTI-CONTROL drukt, selecteert u afwisselend het linker- of rechter­kanaal.
4 Pas de functies naar wens aan.
De balansinstelling
U kunt de balansinstelling aanpassen voor een optimale geluidsweergave op alle plaatsen in het voertuig.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het audiofunctiemenu BAL.
Raadpleeg Audio-instellingen op de vorige bladzijde.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de balans in te stellen tus­sen de linker- en rechterluidsprekers.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, wordt de balans tus­sen de linker- en rechterluidsprekers naar links of rechts verplaatst. U kunt de balans tussen de linker- en rechter­luidsprekers van links naar rechts aanpassen van de waarde L25tot R25. De waarde wordt op het display getoond.
Positiekeuze-instelling
Het geluid dat u hoort klinkt natuurlijker als het stereobeeld juist gericht is. U krijgt daarbij het beste resultaat als u zich precies in het centrum van het geluidsveld bevindt. Met be­hulp van de functie positiekeuze kunt u auto­matisch het uitgangsniveau van de luidsprekers aanpassen. Daarbij wordt een vertraging ingesteld die is afgestemd op het aantal passagiers en hun positie in het voer­tuig.
30
Nl
Loading...
+ 144 hidden pages