Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u uw systeem in bedrijf stelt.
n
31
Inleiding
Deze camera is speciaal ontworpen voor het Philips Colour Observation System. Hij kan
worden gebruikt in combinatie met een monitor (hoofdmonitor, quad-monitor of secundaire
monitor). Een hoofd en quad-monitor heeft ingangen voor maximaal 4 camera’s. Op een
secundaire monitor kan - als deze zelfstandig wordt gebruikt - 1 camera worden aangesloten. De
camera is uitgerust met een standaard schroefvoet waardoor hij bijvoorbeeld ge‹nstalleerd kan
worden aan een driepoot of wandbeugel.
Stroomvoorziening:
De veilige laagspanning (16-32V _) voor de camera en systeemaccessoires wordt geleverd door de
monitor via de systeemkabel. Als de systeemkabel langer is dan 200 m, moet voor de voeding
van de camera een extra netadapter worden gebruikt.
Camera-accessoires:
De volgende camera-accessoires zijn leverbaar:
• Beschermende camerabehuizing
• Netadapter
n
32
Aansluitings- en bedieningselementen
1 Scherpstelring
2 Camerageluid aan/uit
3 Aansluiting automatisch diafragma
4 Kabellengte-keuzeschakelaar
<
R
A
F
1
>
N
E
A
R
CL 66610005_310a.AI
5 Systeemkabelaansluiting
6 Externe voedingsaansluiting
0 X 1
3
100m
0-50m
200m
300m
4
24V
+0-
CL 66610005_311a.AI
Installatie
In dit hoofdstuk komt de installatie van de camera aan de orde. Voor gedetailleerde informatie
over de installatie en bediening van de hoofdmonitor en accessoires (optioneel) wordt verwezen
naar de desbetreffende handleidingen.
Opmerking: Als de systeemconfiguratie wordt gewijzigd, moet de hoofdmonitor de camera’s en accessoires die
op de ingangenzijn aangesloten, controleren en inhet geheugen opslaan.Dit gebeurt automatisch wanneer de
stroom wordt ingeschakeld. Om destroom uit teschakelen moet dehoofdschakelaar worden gebruikt, omdat
bediening van despaarstandtoetsniet voldoende is. Alsuitschakelen niet mogelijk is, gebruikdan de
automatischeinstallatieuithet installatie-menu van de hoofdmonitor.
Attentie: Raak nooit het glas van de cameralens aan om te voorkomen dat de kwetsbare coating beschadigt.
n
33
62
5
Camerapositie
1 Brengt de camera, systeemkabel en monitor naar de plaats die u wilt observeren (met de
monitor bij de hand kunt u direct controleren of de camera het vereiste gebied bestrijkt).
Opmerking: Als de camera buitenshuis wordt opgesteld is een beschermende behuizing nodig om de
camera tegen de weersinvloeden te beschermen.
2 Verbind de camera met de hoofdmonitor (1).
3 Sluit de hoofdmonitor aan op het netstopcontact (2).
4 Zet de hoofdschakelaar AAN (3).
De monitor voert de systeemcontrole uit. Na ongeveer 8 seconden of wanneer er een toets wordt
ingedrukt, verschijnt op het monitorscherm het camerabeeld.
camera in
1234
video
audio
in out
VCR
max 24V 2A
out
aux
out
alarm
gnd
slave
out
power
3
1
2
CL 66610005_314A.AI
5 Stel zo nodig het contraststT, de helderheid(en/of de kleurS(bedieningselementen aan de
voorzijde van de monitor) bij om het camerabeeld te optimaliseren.
n
34
6 Houd de camera op de plaats
waar u haar wilt installeren.
7 Controleer op het
monitorscherm of de
camera het gewenste gebied
bestrijkt (de beste resultaten
worden bereikt wanneer de
camera enigszins voorover
helt en niet op een felle
lichtbron is gericht). Zo
1/4" 20 UNC
3
nodig de lens scherpstellen.
8 Bevestig de wandbeugel aan
de wand of een ander vlak,
stabiel oppervlak (1).
2
CL 66610005_302.AI
9 Draai de knop vast (2).
10 Monteer de camera op de steun (3).
11 Draai knop (4) en schroef (5) iets los.
12 Richt de camera op het object of gebied dat u wilt observeren (8). Controleer het camerabeeld
op de monitor. Stel zo nodig de lens scherp.
13 Draai knop (4) en schroef (5) vast wanneer de camera in de juiste stand staat.
58
1
35
n
7
200m
100m
24V
4
0 X 1
0-50m
300m
6
CL 66610005_303.AI
+0-
14 Controleer of de kabellengte-keuzeschakelaar (6) op de juiste lengte is afgesteld. De ingestelde
waarde moet gelijk zijn aan de lengte van de systeemkabel (0-300 m max.) tussen monitor en
camera.
Opmerking: Als de systeemkabel langer is dan 200 m, moet voor de voeding van de camera een extra
netadapter (optioneel) worden gebruikt (de max. toegestane kabellengte bedraagt 300 m). Sluit de
netapdapter aan op de externe voedingsaansluiting (7) in de achterzijde van de camera en steek hem in het
stopcontact.
Scherpstellen
• Draai scherpstelring van de cameralens bij tot u een
optimaal scherp beeld krijgt.
>
N
<
E
R
A
A
R
F
CL 66610005_304A.AI
Camerageluid aan/uit
Met schakelaar (9) wordt de ingebouwde
cameramicrofoon in- en uitgeschakeld .
Gebruik buitenshuis
Als de camera buitenshuis wordt opgesteld is een
beschermende behuizing nodig om de camera te
beschermen.
n
9
On Off
CL 66610005_306.AI
36
Systeemkabel
Voor de verbinding van de hoofdmonitor en de camera wordt een
systeemkabel van 25 m meegeleverd.
Geadviseerd wordt om ten behoeve
van een optimale beeld- en geluids-
5
4
3
2
5
4
3
2
2
2-3
kwaliteit, bij verlenging van de kabel
altijd een 4-draads dubbel-getwistpaar kabel te gebruiken (telefoon
kabel). De maximaal toegestane
kabellengte bedraagt 300 m. De
kabels en pluggen zijn normaal in
de doe-het-zelf- en vakhandel
verkrijgbaar. Let erop dat de
2
2-3
5
4
3
4-5
CL 66610005_006.AI
connectoren volgens onderstaande
afbeelding aan de kabel zijn bevestigd.
Als de systeemkabel langer is dan 200 m, moet voor de voeding van de camera een extra
netadapter worden gebruikt (zie “Accessoires").
Attentie: De voor het waarnemingssysteem gebruikte pluggen hebben dezelfde afmetingen als standaard
telefoonpluggen. Sluit nooit telefoonapparatuur op het waarnemingssysteem aan!
Onderhoudsaanwijzingen
5
4
3
4-5
Schoonmaken
U kunt de buitenzijde van de camera schoonmaken met een bevochtigde niet pluizende doek of
zeemleer.
Gebruik voor de cameralens een speciaal daarvoor bestemd lenzen-doekje. Gebruik GEEN
alcohol-, spiritus- of ammoniahoudende schoonmaakmiddelen of dergelijke.
Raak nooit het glas van de cameralens aan om te voorkomen dat de kwetsbare coating
beschadigt.
Voorkom dat de apparatuur in aanraking komt met water.
Pick-up element1/3" solid state CCD
Pixel elements512 (H) x 582 (V), PAL interlaced
Resolution330 TVL
Gain controlautomatic, 20dB
LensFixed-lens
IrisElectronic iris
Light sensitivity• 0.9 lux minimally acceptable picture with standard lens (F2.0)
Scene illuminationNot for continuous use above 10k lux
Signal to noise ratio48dB at 200-25000 lux, 25°C
White balance TTLrange 2500-6500K
System connector (output)audio: common mode 500mVpp
MicrophoneBuilt-in, can be switched off at the camera.
• Frequency range300-3000Hz
SynchronisationThe camera automatically synchronises to the system monitor.
Power supply24VDC, when the system-cable length exceeds 200m/600ft a power
Power consumption≤3W
System-cable lengthmax. 300m/900ft (when a mains power adaptor is used)
Dimensions72 (H) x 70,5 (W) x 69,5 (D) mm
Weight183.5g
Connectors
• System cableRJ11E modular (“telephone” plug)
• External powerPower jack
Auto-iris control4-pole socket
Mounting1/4" 20 UNC
Ambient temperature
• Operating-10 to +50°C
• Storage-25 to +70°C
Ambient humidity
• Operating20 to 90% RH
• Storageup to 99% RH
Specifications may change without notice.
at 3200K, transmission 86%, scene reflection 100%
• 7.5 lux, 50ire (-6dB) with standard lens (F2.0) at 3200K,
transmission 86%, scene reflection 100%
video: differential mode 175mVpp with pre-emphasis of 12dB at
5MHz In the dual twisted pair system cable one pair carries the
audio signal and the videosignal, the other the power supply
and synchronisation pulses.
Without system monitor the camera generates its own
synchronisation signals.
adapter (24VDC, current limit 500mA) is required (available as
accessory)
88
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.