Philips PPF271/10B, PPF271/03B, PPF241/10B, PPF241/03B User Manual [nl]

Beste klant,
U heeft een faxtoestel gekocht, dat door middel van een inktfilm op normaalpapier print en bovendien het gebruik van extra apparatuur, met name draadloze telefoons, vergemakkelijkt. Verder is uw apparaat uitge­rust met functies waarmee de installatie en de bediening aanzienlijk worden vereenvoudigd.
Faxberichten verzenden een ontvangen
Extra (draadloze) telefoons
Uw faxtoestel biedt u alle mogelijkheden voor gebruik van extra tele­foons als ook andere toegelaten draadloze telefoon-toestellen, zolang ze geschikt zijn voor het PTT-net. U kunt gesprekken van het faxapparaat naar een (draadloze) telefoon doorsturen en omgekeerd. Ook kan vanaf andere telefoons de faxontvangst in gang worden gezet en - bij apparaten met ingebouwd antwoordapparaat - het antwoordapparaat worden ge­stopt en een gesprek worden begonnen.
Overzicht
Hulp-Toets
Als u INSTALL/HELP kort indrukt, wordt een overzicht geprint van alle belangrijke functies met een korte beschrijving.
Eenvoudige en snelle Installatie
De INSTALLATIE HULP helpt u ook bij het installeren van uw faxtoestel. Als u INSTALL/HELP minstens 2 seconden ingedrukt houdt, wordt een pagina uitgeprint. Als u de aanwijzingen op deze pagina volgt, en de vragen in het display beantwoordt, wordt u in stappen door het installatieprogramma gevoerd, zo wordt uw faxtoestel automa­tisch geconfigureerd. Als u in een later stadium een extra telefoon (bv. draadloze) wilt installeren, kunt u de INSTALLATIE HULP nogmaals doorlopen. De instellingen van uw apparaat worden aangepast.
Fax schakelaar en klok
Uw faxapparaat schakelt bij geactiveerde Timerfunctie automatisch om van S in M. De ingebouwde klok zorgt ervoor dat het apparaat zich om 22:00 in M en om 06:00 in S omschakelt. U kunt deze uren uiteraard wijzigen, volgens uw eigen voorkeur, of U uitschakelen. Het pijltje in het display toont de actuele instelling.
Modus Dag
S en M bewerkstelligen dat uw faxapparaat zich afhankelijk van de tijd van de dag verschillend gedraagt. Overdag wordt ervan uitgegaan dat inkomende oproepen moeten rinkelen. Na een bepaalde tijd schakelt het apparaat automatisch over op faxontvangst en op het (ingebouwde of externe) antwoordapparaat kunnen berichten worden achtergelaten. ‘s Nachts wordt ervan uitgegaan dat u zo min mogelijk gestoord wilt worden. De faxontvangst vindt geruisloos plaats en de telefoon gaat minder luid over. U kunt alle instellingen op uw individuele wensen afstemmen.
SS
S en Nacht
SS
UU
U
UU
MM
M
MM
! Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige
andere vorm van vocht, dit om het risico op elektrische schokken of brand te vermijden.
! Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de
voedingsstekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kan uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/of schade aan het toestel. Een uitzondering hierop is de draadloze telefoon die losgekoppeld is van het basisstation.
! PAS OP, openen van de klep in de bodem van de
voorste inktfilm kamer uitsluitend door de erkende service dealer, in verband met gevaar voor een elektrische schok!
1
Veiligheidsinstructies
Internationale garantie
Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze
nauwgezet op te volgen.
Sluit nooit de telefoon- of de stroomconnector aan in vochtige
ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal ontworpen zijn voor vochtige omstandigheden. Raak nooit de voedingsstekker, het stopcontact of de telefoonstekker aan met natte handen.
Raak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geïsoleerd zijn,
behalve als de telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn en/of als de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Installeer nooit het faxtoestel in de buurt van een radiator of een
airco. Vermijd het gebruik van het faxtoestel in direct zonlicht.
Plaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een
minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere apparaten en voorwerpen.
Zorg ervoor dat uw faxtoestel stabiel en recht op het draag-
oppervlak staat. Mocht het faxtoestel vallen, kan het beschadigd raken en/of mensen verwonden, vooral kleine kinderen.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan circuleren.
Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen, kasten, meubels, enz. Laat een vrije ruimte van 10 cm rond de ventilatieroosters van het faxtoestel. Dek nooit het faxtoestel af (tafelkleden, papier, enz.). Plaats het faxtoestel niet op bedden, tafelkleden, kussens, sofa's, tapijten of ander zachte oppervlakken, omwille van het gevaar op oververhitting en bijgevolg op brand.
Zorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struikelen,
schade aan het snoer of aan het faxtoestel).
Haal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact
voor u het faxtoesteloppervlak schoonmaakt.
Gebruik nooit vloeibare of gasvormige schoonmaakmiddelen
(spuitbussen, schurende middelen, poetsmiddelen,…).
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het faxtoestel terechtkomen,
anders bestaat er gevaar op elektrische schokken of andere verwondingen en ernstige schade aan het faxtoestel. Mocht er toevallig toch vloeistof in het faxtoestel terechtkomen, dient u meteen de stekker uit het stopcontact te halen en het faxtoestel binnen te brengen voor een grondig onderzoek.
Indien er een breuk in het display ontstaat, kan er een matig
irriterende vloeistof uitstromen. Vermijd huid- en oogcontact.
PHILIPS apparaaten zijn ontwikkeld en gefabriceerd naar de hoogst mogelijke kwaliteitseisen. Mocht er ongelukkigerwijs nog iets fout gaan met dit apparaat, dan garandeert Philips een kosteloze herstelling (of vervanging) gedurende een periode van 12 maanden vanaf de aankoop­datum.
Deze internationale Philips Garantie is geldig indien het apparaat is gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing en voor het doel waarvoor het gemaakt is. Tevens dient de originele aankoopbon (factuur, kassabon of kwitantie) overlegd te worden met daarop de aankoopdatum, de naam van de handelaar en het model- (type) en produktie- (serie) nummer van het apparaat.
De Philips-garantie vervalt indien:
op een van de genoemde documenten iets is veranderd, door-
gehaald, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
het model- (type) of produktie- (serie) nummer op het apparaat is
veranderd, doorgehaald, verwijderd of onleesbaar gemaakt.
reparaties of wijzigingen zijn uitgevoerd door niet bevoegde
service-organisaties of personen.
een defect het gevolg is van externe (buiten het apparaat gelegen)
oorzaken, bijvoorbeeld blikseminslag, wateroverlast, brand, verkeerd gebruik of onachtzaarmheid.
Wij maken u erop attent dat het produkt niet als defect kan worden beschouwd als wijzigingen of aanpassingen nodig zijn teneinde het pro­dukt te laten voldoen aan lokale of nationale technische normen die van kracht zijn in landen waar het produkt oorspronkelijk niet voor ontwik­keld of geproduceerd is.
Indien uw Philips apparaat niet goed functioneert of defect is adviseren wij u contact op te nemen met uw Philips dealer of een voor Philips werkende servicewerkplaats. Mocht u service nodig hebben in een ander land dan kan het Philips Consumenten Informatie Centrum in dat land u naar de dichtsbijzinde Philips handelaar of servicewerkplaats verwij­zen.
Om onnodig ongemak te voorkomen, raden wij u aan om de gebruiks­aanwijzing zorgvuldig te lezen voordat u contact opneemt met uw han­delaar. Voor vragen die uw handelaar niet kan beantwoorden of voor aanvullende vragen kunt u zich wenden tot de klanteninformatiedienst.
Mocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels van het
faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit het stopcontact en contacteert u uw service centre. De behuizing van uw faxtoestel mag enkel geopend worden door erkend servicepersoneel.
Uw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de standaar-
den UL 1950, EN 60950 of IEC 950 en mag enkel gebruikt worden op netwerken die voldoen aan deze normen.
2
Inhoud
1 Inleiding
Overzicht ....................................... 1
Veiligheidsinstructies .................................................. 2
Internationale garantie ................................................ 2
1 Inleiding........................................ 3
Overzicht van het toestel ............................................ 4
Beschrijving van het apparaat ..................................... 4
Overzicht van de functies............................................ 5
Toekenning van de toetsen.......................................... 6
2 Installeren ................................... 8
De juiste positie .......................................................... 8
Aansluiting van het faxapparaat .................................. 8
De inktfilm vervangen ................................................ 9
Inktfilm verwijderen.................................................. 1 0
Inktfilm invoeren....................................................... 10
Plaatsen van papier.................................................... 1 1
Papier verwijderen ..................................................... 1 2
Papier storing............................................................. 12
Installatie Hulp ......................................................... 12
Andere apparatuur aansluiten .................................. 1 2
Toon- of pulskiesfunctie/PABX................................. 1 4
3 Basis instellingen ....................... 15
Functie HULP........................................................... 1 5
Tijd en datum ........................................................... 1 5
Nummer invoeren..................................................... 15
Naam invoeren .......................................................... 1 5
Correctie .................................................................... 1 5
Taal van display ......................................................... 1 5
Belsignaaltypes .......................................................... 1 6
Geluidssterkte van het belsignaal ............................ 1 6
Volume van de luidspreker ....................................... 1 6
4 Faxschakelaar ............................ 17
Aansluiting: SERIEEL .............................................. 17
Aansluiting: PARALLEL ........................................... 17
Modus U .................................................................. 17
Modus S ................................................................. 18
Modus M zonder ingebouwd antwoordapparaat .... 1 9
Modus M met ingebouwd antwoordapparaat......... 20
Faxontvangst: EXPERT ............................................ 2 0
6 Fax .............................................. 23
Documenten invoeren .............................................. 23
Faxen .......................................................................... 2 3
Resolutie .................................................................... 23
Verzendrapport - foutrapport ................................... 2 3
Intercontinentaalfunctie............................................ 24
Compressie van het formaat...................................... 2 4
Faxjournaal ................................................................ 24
Afroep van faxberichten ............................................ 2 4
Verzenden op afroep ................................................. 2 4
Later verzenden ......................................................... 24
Papierloze faxontvangst ............................................. 24
7 Antwoordapparaat ................... 25
In- en uitschakelen.................................................... 2 5
De meldtekst opnemen ............................................ 25
Lengte van de opname .............................................. 2 5
Berichten afluisteren ................................................. 2 5
Volume bij het afluisteren ........................................ 2 5
Bericht wissen ........................................................... 25
Berichten doorsturen ................................................2 5
Gesprek opnemen ..................................................... 26
VIP code .................................................................... 2 6
Memo ........................................................................ 26
Afstandsbediening ..................................................... 27
8 Andere functies ......................... 28
Kopiëren .................................................................... 28
EASYLINK................................................................ 28
9 Storingen ................................... 29
Service code ............................................................... 3 2
Instructies voor onderhoud....................................... 32
Vegen bij het kopiëren of verzenden van
faxberichten ............................................................... 3 2
Vegen bij het ontvangen van faxberichten ............... 3 3
10 Appendix .................................. 34
Technische specificaties ............................................. 34
Glossarium ................................................................ 34
Index .............................................. 35
5 Telefoon ...................................... 21
Opbellen.................................................................... 21
Kort kies N ......................................................... 2 1
Telefoongids a .................................................. 2 1
Lijst met telefoonnummers....................................... 22
Gesprekken doorverbinden ....................................... 2 2
Handenvrije bediening ............................................. 2 2
Uitschakelen van de microfoon................................. 2 2
Nummerweergave .....................................................2 2
3
Overzicht van het toestel
Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking bevinden:
1 Telefoonkabel met stekker 2 Netsnoer met stekker 3 Hoorn 4 Krulsnoer voor hoorn
5 Fa x 6 Papiersteun 7 Inktfilm 8 Paper A4 Formaat 9 Handleiding 10Installeerhulp
1
4
2
Beschrijving van het apparaat
1 Netkabel met stekker 2 Papiertoevoerklep 3 Papierdoorvoermechanisme 4 Papiersteun 5 Krulsnoer voor hoorn 6 Hoorn
6
3
8
9
5
7
10
7 Bedieningspaneel 8 Documentenuitvoeropening 9 Documenteninvoeropening 10Documentengeleiders 11Papieruitvoer 12Voorste inktfilmvak 13Achterste inktfilmvak 14Grijze afdrukrol 15Blauwe openingshendels voor inktfilmkap 16Inktfilmkap
1
5
6
7
28394
10 11
12 13 14
15
16
4
15-MEi-00 12:30
DMM *
Is zichtbaar als het documentgeheugen faxen bevat.
)
FINE PHOTO DMM
De pijlen op het display geven verschillende instellingen weer:
FINE/PHOTO
Geeft aan of u verzendt of kopiëert met een hogere resolutie of met grijstinten. Worden ze geen van beide getoond dan is de standaard­resolutie gekozen. Druk op FINE/PHOTO om de resolutie te wijzi- gen.
Overzicht van de functies
Print u een functielijst uit, door 3 keer op FUNCTION te drukken.
1 Instellingen
11Taal instellen
(kies de taal voor de displaytekst en rapporten) ..................... 15
12 Tijd en datum
(tijd en datum instellen) ................................................... 15
13Uw telefoonnummer
(voer uw telefoonnummer in) ............................................15
14Uw naam
(voer uw naam in) ...........................................................15
15Kies mode
(de kiesmodus instellen en voor gebruik met een
telefooncentrale) .............................................................14
16Nummers opslaan
(namen en nummers opslaan in de telefoongids) .................... 21
B *
Laat zien dat het antwoordapparaat ingeschakeld is.
)
S / M / U
Drie verschillende pijltjes op het display tonen de huidige bedienings­modus aan. U kunt de gewenste bedieningsmodus selecteren aan de hand van S / M / U.
*) alleen voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat
3 Faxschakelaar
31 Dag
(instellen van de modus S) ............................................18
32 Nacht
(instellen van de modus M) ........................................19, 20
33 Klok
(instellen van de modus U) ............................................. 17
34 Easylink
(codes in gebruik met extra telefoons) ................................ 28
4 Diversen
41 Faxjournaal
(journaal van de laatste 10 faxdocumenten) ..........................24
42 Kieslijst
(opgeslagen nummers worden geprint) ................................22
43 Verzendrapport
(uitprinten van de verzendrapporten) .................................. 23
44 Keuze beltype
(keuze tussen vijf belsignaaltypes) ....................................... 16
45 Servicecode
(persoonlijke instellingen wissen) ....................................... 32
2 Fax
21Langzaam
(versturen op halve snelheid) ............................................. 24
22 Afroepontvangst
(het afroepen van een fax) ................................................. 24
23Afroepverzending
(faxdocumenten klaar zetten voor afroep) ............................ 24
24Later sturen
(faxen worden later verzonden) .......................................... 24
25 Verkleinen
(ontvangen faxen worden vertikaal verkleind) .......................24
5 Antwoordapparaat
(alleen met ingebouwd antwoordapparaat)
51 Opnametijd
(opnameduur van boodschappen instellen) .......................... 25
52 Toegangscode
(codes voor het op afstand afluisteren/beluisteren van het antwoord-
apparaat, het doorverbinden van boodschappen) ................... 27
53 VIP code
(bellen ondanks een geactiveerd antwoordapparaat) .............. 26
54Memo-modus
Extern (Uitgaande tekst zonder dat een boodschap
wordt opgenomen) .......................................................... 26
Intern (boodschap voor een medebewoner) .......................... 26
55 Doorsturen
(boodschappen worden naar een ander nummer
doorgegeven) ..........................................................................25, 26
5
Toekenning van de toetsen
Faxtoestellen zonder ingebouwd antwoordapparaat
12 34 567 8 910
PHOTO
START
COPY
11
FINE
STOP
DMM
OK
FUNCTION
FINE/PHOTO
CHECK DISPLAY
INSTALL
HELP
12 13 14 15 1716
Faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat
21 2 3 4 5 6 1 8 9 10
1
4
GHI JKL MNO
7
PQRS TUV WXYZ
2
ABC
5
8
3
DEF
6
9
0
1-9
A-Z
R
DIAL
3
6
9
OK
1
4
7
2
5
8
0
112019
12 13 14 7 15 1718
6
S S
M M
1
S /
S S
M /
M M
U U
U
U U
om de modus te wisselen kort drukken: om te kiezen tussen de modi S en M drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de modus selecteren
UU
U te
UU
PPPP
15
PP
PPPP
kort drukken: om de laatste 5 gekozen nummers te herhalen/of pauzeren tijdens het kiezen drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de lijst van bellers te bekijken
2 <
kort drukken: in het functiemenu te bladeren / om de geluids­sterkte te veranderen / om een karakter te wissen drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een volledige regel te wissen
3 Display
zie hoofdstuk Inleiding / Beschrijving van het apparaat
4 FUNCTION/OK
om functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen / om snel toegang te hebben tot de faxverslagen
5 >
in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te veranderen / om een spatie intevoegen bij de ingave van een naam
6 INSTALL/HELP
kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belang-
rijkste functies drukken en ingedrukt houden (2 seconden): afdruk van een "In- stallatie Hulp" gids
TT
7
T
TT
het in pauze zetten van het gesprek tijdens het bellen / doorverbin­den van een gesprek naar een serieel aangesloten extra telefoon
16DIAL
om te kiezen met de hoorn op de haak
RR
17
R
RR
voor speciale functies, bv. voor het gebruik samen met een interne telefooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw dienstverlener aanbiedt
l l
18
l *
l l
kiezen met de hoorn op het toestel en handvrije bediening
19RECORD *
kort drukken: meldtekst weergeven
drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om de uitgaande teksten op te nemen
20CLEAR *
om boodschappen en ingevoerde data te wissen
21PLAY/PAUSE *
om boodschappen weer te geven. Bij deze toets is en knipperlichtje actief wanneer het geheugen nieuwe boodschappen of memos bevat.
8 Toetsen gedeelte voor het intypen van getallen en namen
9 a
kort drukken: om het naamregister op te roepen drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een naam op te slaan
10N
kort drukken: voor kort kies van een nummer drukken en ingedrukt houden (2 seconden): om een telefoon- nummer op te slaan
11START/COPY
start uw faxtransmissie of het kopiëren van een document
12STOP
om functies te stoppen
13FINE/PHOTO
om met een hogere oplossing te zenden en te kopiëren (FINE - voor tekst en grafieken; PHOTO - voor foto's)
14CHECK DISPLAY
als dit lampje knippert moet u het bericht op het display lezen
*) alleen voor faxtoestellen met ingebouwd antwoordapparaat
7
2 Installeren
30 cm
! Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik
meer maken van telefoon of fax.
Aansluiting van het faxapparaat
Op het telefoonnet
Sluit de telefoonkabel aan de onderkant van het apparaat aan op de aansluiting met LINE. Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact aan. Steek de kabel in de daartoe bestemde gleuf.
! Het faxapparaat werd uitsluitend voor gebruik in
het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoon­maatschappijen aldaar.
De juiste positie
1
Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en horizontaal oppervlak staat (geen onderlegsel zoals tapijten, enz.).
2
Zet het apparaat niet direct in het zonlicht (de inktfilm is hitte­gevoelig) in de buurt van radio- en televisietoestel, een verwarming of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemische middelen.
3
Tijdens het gebruik wordt de fax warm. Dek hem niet af. Hij zou anders te heet kunnen worden. Zorg ervoor dat de fax zodanig opgesteld is dat de lucht ongehinderd kan circuleren.
4
Aangezien de uitvoersleuf van het papier zich aan de voorzijde bevindt, mogen geen voorwerpen vóór het apparaat worden geplaatst. Om vastlopen van het papier te voorkomen dient u er voor te zorgen dat het apparaat op een schone en vlakke onder­grond staat. Bij voorkeur geen rubberachtige oppervlakken.
Nederland
5
Als u een draadloze telefoon samen met uw faxtoestel wilt aansluiten, houdt u dan tenminste 15 cm afstand tussen beide apparaten. Anders kunnen er akoestische storingen optreden.
8
België
De Krulsnoer op de hoorn
Netaansluiting
! Let u erop, dat de hoorn opgelegd moet zijn,
voordat de netstekker in het stopcontact wordt gestoken.
1
Nadat u het toestel aan het stroomnet heeft aangesloten, voert het een test nit. Daarna wordt u gevraagt de datum en tijd in te stellen.
2 Gebruik de cijfertoetsen om de tijd in te voeren. Druk vervolgens
op OK.
3
Voer jaar, maand en dag in en druk na elk ingevoerd gegeven op OK.
De hoorn op de fax
Steek het ene uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt met het "hoorn"-symbool aan de onderzijde van het apparaat. Draai het apparaat weer om en druk het in de speciaal daartoe voorziene kabelsleuf.
De inktfilm vervangen
Is de inktfilm op, of is er geen inktfilm aanwezig in uw faxapparaat, knippert CHECK DISPLAY dan verschijnt op het display:
geen inktfilm
1 Voor u een nieuwe inktfilm plaatst, moet u het papier uit het
papierdoorvoermechanisme halen. Volg verder de aanwijzingen op de inktfilmverpakking.
2
Voor een optimale kwaliteit, gebruikt u liefst enkel de inktfilms die opgegeven staan op uw originele rol. Om veiligheidsredenen gebruikt u best geen inktfilms van een ander merk, daar deze uw faxtoestel zouden kunnen beschadigen.
3
Open het faxtoestel door het bedieningspaneel voorzichtig op te tillen bij de uitsparing in het midden. Als u een lichte klik hoort, is het paneel op zijn plaats.
9
Inktfilm verwijderen
Als u bij het vervangen van de inktfilm merkt dat de kleur van de grijze afdrukrol zwart wordt, dient u de rol te reinigen (zie hoofdstuk Storingen en het opheffen daarvan / Instructies voor onderhoud).
1
Open de inktfilmkap door de blauwe openingshendels met beide handen naar achter te duwen.
2 Sla de inktfilmkap voorzichtig naar achteren.
2
1
1
Inktfilm invoeren
1
Verwijder voorzichtig de hechtstrips van de nieuwe inktfilm. De inktfilm mag niet worden beschadigd.
2
Houd de inktfilm zo vast dat de grote rol onderaan ligt en het blauwe tandwieltje van de kleine rol rechts staat. Leg de inktfilm in het achterste inktfilmvak door het blauwe rechteruiteinde van de grote rol tegen de blauwe veerschacht te drukken.
3
Plaats vervolgens het zwarte linkeruiteinde van de grote rol in de linkerschacht.
3
2
3
Druk de lege inktfilmrol links tegen de veer.
4
Til de rol links op om hem uit zijn basis te halen.
4 3
5
Ver wijder beide inktfilmrollen. Ze kunnen niet opnieuw gebruikt worden. Gooi de inktfilmrollen weg met het gewone afval. Voer een nieuwe inktfilm in; uw faxtoestel kan niet naar behoren werken zonder inktfilm.
4
Neem nu de kleine rol en leg hem in de daartoe voorziene sleuven in het voorste inktfilmvak.
5
Draai aan het tandwieltje van de kleine rol om hem op te spannen. Zorg ervoor dat de film niet kreukt.
4
5
10
6 Sluit de inktfilmkap door haar voorzichtig naar voren terug te slaan.
Zorg ervoor dat beide openingshendels goed vastzitten.
7 Sluit nu het bedieningspaneel.
1
Plaats de papiersteun in de daartoe voorziene gleuven achter het papierdoorvoermechanisme. Een klik moet daarbij hoorbaar zijn.
2 Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het toestel
gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen.
Aan het begin van de inktfilm zit een zilver strip, zodat de kwaliteit van de eerste pagina's wat minder kan zijn.
Plaatsen van papier
Voo rdat u documenten kunt ontvangen of kopiëren, dient uw faxapparaat van papier voorzien te zijn. Gebruik enkel het volgende papierformaat: standaard A4 - 210 x 297 mm. Het faxtoestel werkt met normaal schrijf­en kopieerpapier en werd geoptimaliseerd voor glad papier van 80 g/m². Hoe gladder het papieroppervlak, hoe beter de afdrukkwaliteit van uw faxtoestel zal zijn.
Is het papier op, of is er geen papier aanwezig in uw faxapparaat, knippert CHECK DISPLAY dan verschijnt op het display:
PAPIER IS OP
3
Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mogelijk naar voren.
4
Voer max. 50 A4-vellen (80 g) in tot aan het eindpunt van het papierdoorvoermechanisme.
4
3
11
Loading...
+ 25 hidden pages